Notitie basisfuncties vrijwilligerswerk en mantelzorg Gemeente Voorst, vakgroep Zorg, februari 2011 (2011-10958)
INHOUD
Blz.
Inleiding
3
Wat is vrijwilligerswerk en wat is mantelzorg?
3
Gemeente Voorst – cijfers
3
Uitwerking
5
1.Wet maatschappelijke ondersteuning
5
2.De beleidsbrief van VWS “Goed voor elkaar”
5
3.Het beleidsplan Wmo
5
4.Nulmeting basisfuncties Spectrum
6
5.Bijeenkomst van organisaties
6
6.Landelijk rapportage “Goed voor elkaar”.
8
7.Landelijke ontwikkelingen: van AWBZ naar Wmo
8
Keuzes gemeente Voorst
9
Invulling van beleid
11
2
INLEIDING Met de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning in 2007 zijn de onderwerpen mantelzorg en vrijwilligerswerk wettelijk verankerd. In de beleidsbrief “ Voor elkaar” over mantelzorg en vrijwilligerswerk (oktober 2007) is het versterken van de gemeentelijke ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers één van de belangrijkste speerpunten. In 2008 is het beleidsplan Wmo door de gemeente Voorst vastgesteld. Hierin werd voorzien om in een notitie over vrijwilligerswerk en mantelzorg alle initiatieven op deze terreinen te bundelen en verder vorm te geven. In april 2009 werd door het ministerie van VWS aandacht gevraagd voor de zgn. basisfuncties mantelzorg en vrijwilligerswerk. Hierover later meer. Eind 2009, begin 2010 zijn de basisfuncties voor de gemeente Voorst door Spectrum nader geïnventariseerd. Een rapportage heeft de gemeente daarvan ontvangen evenals een landelijke rapportage (“Goed voor elkaar”) over de basisfuncties. In april 2010 zaten verschillende organisaties in de gemeente Voorst bij elkaar aan tafel om te praten over de toekomst van de mantelzorg en het vrijwilligerswerk. De basisfuncties stonden hierbij centraal. In het najaar van 2010 zijn al deze zaken verder uitgewerkt in bijgevoegde notitie. Wat is vrijwilligerswerk en wat is mantelzorg? Vrijwilligersbeleid De vrijwillige inzet van burgers vormt een onmisbaar deel van de ‘civil society’. Vrijwilligerswerk is ook bij uitstek een middel voor burgers om verantwoordelijkheid te nemen voor het uitvoeren van taken en niet alles van een ander of de overheid te verwachten. Kortom: het is een bewuste keuze, vaak onbetaald (soms vergoeding) maar meestal wel vanuit een georganiseerd verband en afgebakend in tijd (geen risico op overbelasting). Mantelzorg Bij het verlenen van mantelzorg gaat het om het bieden van iets extra 's dat qua duur en qua intensiteit de 'normale gang van zaken' overstijgt. Vaak is er - in tegenstelling tot 'normale' situaties in het huishouden - sprake van een situatie die wordt gekenmerkt door het in de knel komen van maatschappelijke verplichtingen en persoonlijke voorkeuren. Mantelzorg kan daarmee omschreven worden als langdurende zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Kortom: het overkomt je, het is onbetaald en ongeorganiseerd en vaak onbeperkt in tijd (risico van overbelasting). Gemeente Voorst - cijfers Uit diverse onderzoeken komt naar voren dat zo’n 10% van de bevolking een vorm van mantelzorg doet, dat zou voor de gemeente Voorst ca. 2.365 personen betekenen. Bij ons eigen Steunpunt Mantelzorg zijn ca. 155 mantelzorgers in beeld, welke in gerichte acties worden benaderd. Dat betekent dat ook veel mantelzorgers nog niet in beeld zijn en dat we daar aan moeten blijven werken. Uit onderzoek van Companen (2006) blijkt dat 1 op de 3 burgers het Steunpunt Mantelzorg kent en men waardeert het steunpunt met een 7,3. In de volwassenenmonitor van de GGD Gelre-IJssel (2008) staat dat 13% van de volwassenen mantelzorg geeft en bij 6% is dit 21 uur of meer. Het gaat vooral om vrouwen, 55-64-jarigen en lageropgeleiden.
3
Wat betreft het vrijwilligerswerk zijn zeer veel burgers hierin actief. In het onderzoek van Companen wordt 66% genoemd. Ook kent 1 op de drie burgers het steunpunt en het steunpunt wordt gewaardeerd met een 7,0. Uit de volwassenenmonitor van de GGD blijkt dat 42% van de volwassenen vrijwilligerswerk doen, met veelal een gemiddeld opleidingsnivo en vaak tussen de 35 en 50 jaar. Conclusie: al met al veel burgers die mantelzorger en/of vrijwilliger zijn, welke van groot belang zijn voor het functioneren van de samenleving.
4
UITWERKING
1.Wet maatschappelijke ondersteuning Het doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning is het laten meedoen van mensen in de samenleving, mensen moeten niet langs de kant staan, waardoor mogelijke problemen alleen maar toenemen. In de wet wordt onder maatschappelijke ondersteuning verstaan in artikel 1 lid g: Het ondersteunen van mantelzorgers daar onder begrepen steun bij het vinden van adequate oplossingen indien zij hun taken niet kunnen waarnemen, alsmede het ondersteunen van vrijwilligers. Daarmee zijn deze gemeentelijke taken wettelijk verankerd.
2.De beleidsbrief van VWS “Voor elkaar”. In de beleidsbrief van 2007 en het vervolg van april 2009 worden de basisfuncties mantelzorg en vrijwilligerswerk nader toegelicht. De staatssecretaris van VWS geeft (richtinggevend) aan dat zij wenst dat gemeenten in het kader van de Wmo deze basisfuncties kunnen aanbieden. Het zijn in feite kaders voor beleid. Voor de lokale ondersteuning van vrijwilligerswerk is gekozen voor de volgende basisfuncties: • vertalen maatschappelijke ontwikkelingen in beleid • verbinden en makelen: het verbinden van verwachtingen van maatschappelijke organisaties en vraag en aanbod bij elkaar brengen • versterken: het opbouwen van een lokale of regionale ondersteuningsinfrastructuur en deze onderhouden en het ondersteunen van vrijwilligerswerk. • verbreiden: promoten en waarderen van vrijwilligerswerk. • verankeren: opgedane kennis en ervaring borgen en vastleggen. Voor de lokale ondersteuning van de mantelzorger is gekozen voor de volgende basisfuncties: • informatie • advies en begeleiding • emotionele steun: individueel of groepsgewijs • educatie: training en voorlichting • praktische hulp: huishoudelijke hulp en welzijnsdiensten • respijtzorg: voorzieningen die mantelzorg tijdelijk en volledig overnemen. • financiële tegemoetkoming: informatie over fiscale compensatie, bijzondere bijstand, mantelzorgcompliment. • materiële hulp: hulpmiddelen voor de mantelzorger: in woning, in vervoer, bij parkeren enz. 3.Het beleidsplan Wmo Het beleidsplan Wmo, dat in 2008 is vastgesteld, meldt het volgende: De doelgroep wordt gevormd door alle burgers die als vrijwilligers werkzaam (willen) zijn of als mantelzorger actief zijn. De doelstellingen zijn een volwaardige mantelzorgondersteuning en vrijwilligersbeleid. Speerpunten zijn de totale aansturing van vrijwilligers- en mantelzorgbeleid vanuit één organisatie, inbedding van het steunpunt mantelzorg in een regionale structuur, het
5
ontwikkelen van mantelzorgbeleid (incl. respijtzorg) door inzet van alle middelen die we van Rijk en provincie ontvangen. Alle oude en nieuwe initiatieven willen we bundelen in een notitie. 4.Nulmeting basisfuncties Spectrum In het voorjaar van 2010 is door Spectrum een nulmeting uitgevoerd. Ten aanzien van het vrijwilligerswerk zijn er de volgende aandachtspunten: 1.Vertalen maatschappelijke ontwikkelingen: meer aandacht voor doelgroepen en vormen van vrijwilligerswerk 2.Verbinden en makelen: visie op verbinden en makelen: wie verbindt welke partijen? 3.Versterken: visie op een effectieve infrastructuur 4.Verbreiden: goed voor elkaar! 5.Verankeren: visie op borgen van kennis, evaluatie van beleid en basisfuncties Ten aanzien van de mantelzorg zijn er de volgende aandachtspunten: 1.Informatie: goed voor elkaar 2.Advies en begeleiding: goed voor elkaar 3.Emotionele steun: goed voor elkaar 4.Educatie: goed voor elkaar 5.Praktische hulp: beschikbaarheid van praktische hulp, gebruik hulp door mantelzorgers 6.Respijtzorg: goed voor elkaar 7.Financiële tegemoetkoming: beschikbaarheid en gebruik 8.Materiële hulp: beschikbaarheid en gebruik Conclusie: een aantal zaken is goed voor elkaar en een aantal zaken verdient nadere invulling.
5.Bijeenkomst van organsaties (april 2010) Waarom was deze bijeenkomst? Gemeenten hebben met de invoering van de Wmo de wettelijke taak gekregen om de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers vorm te geven. Daar er steeds meer een appèl gedaan wordt op de eigen verantwoordelijkheid van burgers om voor elkaar te zorgen, raakt dit de vrijwilliger en de mantelzorger. Staatssecretaris Jet Bussemaker heeft een richtinggevend kader geformuleerd in de vorm van vijf basisfuncties voor vrijwilligerswerk en acht functies voor mantelzorg. Daarmee krijgen de gemeenten een houvast om hun lokale ondersteuningsstructuur effectief in te richten, aan te sturen en lokale inspanningsverplichtingen te formuleren. Het laat de gemeenten zelf vrij op welke wijze zij zelf haar beleid formuleert en uitvoert. De gemeente wil haar vrijwilligerswerk- en mantelzorgbeleid voor de komende jaren ‘toekomstproof’ maken en ziet de invoering van de nieuwe basisfuncties als een goed moment. Dit betekent dat zij zowel met vrijwillige inzet als met mantelzorgondersteuning aan de slag wil gaan. De gemeente maakt graag gebruik van de kennis en ervaring die door de verschillende organisaties uit Voorst is opgedaan. Veel organisaties zijn aangeschreven maar met de volgende organisaties is uiteindelijk gesproken: St. Mens en Welzijn: Steunpunt vrijwilligerswerk en Steunpunt mantelzorg, daarnaast de Cliëntenraad Maatschappelijke ondersteuning, Trimenzo, Zozijn, Rode Kruis, Algemeen Belang Teuge en het Regionaal Steunpunt Mantelzorg.
6
Hoe oordelen de organisaties over de basisfuncties? Wat betreft het vrijwilligerswerk vindt men de ondersteuning aan de magere kant. Er is weliswaar een steunpunt, maar dit heeft een beperkte taak. Ten aanzien van de specifieke onderdelen van de basisfunctie vrijwilligerswerk oordeelt men voor de toekomst, als volgt: 1.Vertalen maatschappelijke ontwikkelingen: • vooral inzetten op jongeren • projecten van oud en jong stimuleren • betrek het bedrijfsleven erbij 2.Verbinden en makelen: • versterken van netwerken 3.Versterken: • meer ondersteuning door steunpunt • meer regie van gemeente 4.Verbreiden • promotie vrijwilligerswerk door regelmatig in het nieuws te verschijnen • verandering stimuleren voor ‘nieuwe’ vrijwilligers • bij welkomstgroet aan nieuwe inwoners aandacht schenken aan het doen van vrijwilligerswerk. 5.Verankeren • meer kennis delen door jaarlijkse bijeenkomsten Ten aanzien van de specifieke onderdelen van de basisfunctie mantelzorg oordeelt men voor de toekomst, als volgt: 1.Informatie: • mantelzorggids, • uitwisseling kennis en structureel overleg van organisaties onder regie van de gemeente • doelgroepgerichte informatiefolders • meer pr in lokale pers • Wmo loket met alle informatie 2.Advies en begeleiding: • doelgroepgericht • gericht op zelfredzaamheid • begeleiden/opzetten van zelfhulpgroepen 3.Emotionele steun • verbeteren signaleringsfunctie • verbeteren contact mantelzorgconsulent en mantelzorger • samenwerking met andere organisaties en persoonlijk contact 4.Educatie • voorlichtingsbijeenkomsten, bijv. plattelandsvrouwen, Rode Kruis 5.Praktische hulp • meer ondersteunende diensten: hulp bij tuin en klussen • combinaties met maatschappelijke stages 6.Respijtzorg • meer gedifferentieerd aanbod van respijtzorg • meer mogelijkheden voor vervangende zorg 7.Financiële tegemoetkoming • reiskostenvergoedingen voor mantelzorgers • mantelzorgkaart 8.Materiële hulp • inkomensafhankelijke middelen • door de regels heenkijken naar de hulpvraag van de cliënt
7
Uit de bijeenkomst komt een uitgebreid aanbod voor mantelzorgers naar voren. Bij alle basisfuncties worden diverse voorzieningen en regelingen ter ondersteuning van de mantelzorgers opgesomd. Het idee is echter dat mantelzorgers er te weinig gebruik van maken. Dat kan verschillende oorzaken hebben o.a.: • Mantelzorgers zijn zich niet bewust van de riscio’s van overbelasting en vraagt daarom niet om ondersteuning. • Het aanbod (ondersteuning) is onvoldoende bekend bij mantelzorgers en de omgeving van de mantelzorger (zoals vrienden, bekenden, vrijwilligers, professionals). • Het aanbod sluit niet aan op de behoefte van mantelzorgers. • De kwaliteit van het aanbod is onvoldoende. • Sommige mantelzorgers willen geen ondersteuning. Ideeën om hier aan verder te werken zijn: • Besteed aandacht aan bewustwording van de risico’s van overbelasting. Zorg dat mantelzorgers en hun omgeving signalen van belasting herkennen. Dit kan door regelmatig voorlichting over het thema te geven. Ook zijn er speciale folders. • Maak de ondersteuningmogelijkheden bij mantelzorgers en hun omgeving bekend, bijvoorbeeld via krantenartikelen en website. Ook een mantelzorggids kan het aanbod onder de aandacht brengen en is tevens een handig naslagwerk. • Maak gebruik van kennis en expertise uit de regio (andere gemeenten/instellingen). • Evalueer het ondersteuningsaanbod voor de mantelzorgers. Registreer vragen van mantelzorgers en het gebruik van voorzieningen. Doe periodiek een tevredenheidsonderzoek. Andere ideeën die de ondersteuning kunnen verbeteren: • Meer afstemming en samenwerking tussen de verschillende organisaties (bouw een ondersteuningstructuur). • Diensten en activiteiten meer richten op specifieke doelgroepen. • Activiteiten opzetten waarmee het sociale netwerk van de mantelzorger wordt vergroot (zelfredzaamheid). • Het aanbod beter afstemmen op de persoonlijke situatie van de mantelzorger. 6.Landelijke rapportage “Goed voor elkaar”. Alle gemeenten in Nederland zijn benaderd met de vraag in welke mate aandacht wordt besteed aan de basisfuncties. De meeste gemeenten (86%) hebben meegewerkt aan het onderzoek. Movisie heeft de resultaten van deze nulmeting verwoord in een rapport. De minister van VWS concludeert dat veel gemeenten op de goede weg zijn bij de ontwikkeling of de invoering van de basisfuncties. Dat neemt niet weg dat vanuit het perspectief van de vrijwilliger of mantelzorger beslist verbetering mogelijk en wenselijk is. Aandacht is nodig voor een goede infrastructuur en ondersteuningsmogelijkheden. Over het geheel genomen is de ondersteuning van het vrijwilligerswerk beter voor elkaar dan de ondersteuning van mantelzorg. Gemeenten zijn ook al langer bezig met vrijwilligerswerk. Het ondersteuningsaanbod is vaak wel aanwezig maar het bereik van mantelzorgers of ook vrijwilligers is beperkt. Daar ligt zeker nog een taak.
8
7.Landelijke ontwikkelingen: van AWBZ naar Wmo De AWBZ wordt op landelijk niveau versoberd. Verschillende vormen van ondersteuning (begeleiding) van burgers verdwijnen uit de AWBZ. Dat betekent veelal dat mantelzorgers het drukker krijgen. Verwacht wordt dat gemeenten hier oplossingen bieden. Dit geeft een extra druk op de wettelijke taak die gemeenten moeten uitvoeren.
KEUZES GEMEENTE VOORST In de komende jaren zal de gemeente Voorst, ondanks bezuinigingen op het welzijnsbeleid, invulling moeten geven aan de wettelijke taken vrijwilligerswerk en mantelzorg. Hieronder zullen we, op basis van al het voorgaande, de invulling van de basisfuncties voor de komende jaren weergeven. Vrijwilligerswerk 1 Vertalen van maatschappelijke ontwikkelingen Het vertalen van maatschappelijke ontwikkelingen in beleid is wezenlijk voor het vrijwilligerswerk. Anders sluit het niet aan bij de verwachtingen van vrijwilligers en wordt het moeilijker om vrijwilligers te vinden. We proberen dit al te doen met het steunpunt vrijwilligerswerk, maar dit komt nog onvoldoende uit de verf, zo is gebleken. In de toekomst richten we ons met name op: • Doelgroepen in het vrijwilligerswerk, w.o. jongeren • Vormen van vrijwilligerswerk die in deze tijd passen. De nieuwe vrijwilliger is vaak drukbezet en doet graag een afgeronde klus. De nadruk moet daarbij liggen op persoonlijke ontwikkeling. 2.Verbinden en makelen Het verbinden van verwachtingen van maatschappelijke organisaties is een regiefunctie van gemeenten, die nadere aandacht vraagt. Het bij elkaar brengen van vraag en aanbod is een taak die al wordt ingevuld door de vrijwilligersvacaturebank, maar die nog onvoldoende zichtbaar is. In de toekomst richten we ons op: • De vrijwilligersvacaturebank moet verbonden worden met de bestanden van de voormalige vrijwillige hulpdienst, het steunpunt mantelzorg en de maatschappelijke stages. Ook dienen bedrijven/werkgevers aangesproken te worden op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. • De vrijwilligersvacaturebank dient een herkenbare, eigentijdse naam/plek te krijgen • Meer samenwerking tussen formele en informele zorg • Het netwerk van vrijwilligersorganisaties dient versterkt te worden door jaarlijkse bijeenkomsten 3.Versterken Een goede infrastructuur is van groot belang. In Voorst bestaat deze uit een vrijwilligersvacaturebank, mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering en een vrijwilligersverzekering. Naast deze zaken richten we ons in de toekomst op: • Het onderzoeken van de tevredenheid en de wensen van vrijwilligers, eens per drie jaar, met als doel het versterken van het vrijwilligerswerk. 4.Verbreiden
9
Het promoten en waarderen van het vrijwilligerswerk is al een essentieel onderdeel van het beleid. Het Steunpunt vrijwilligerswerk publiceert over het vrijwilligerswerk en waardering vindt plaats in de vorm van de pluim (voor organisaties) een het compliment (voor vrijwilligers). Op de jaarlijkse vrijwilligersdag (NL doet) worden de pluim en het compliment uitgedeeld. In de toekomst richten we ons: • Nog meer op regelmatige promotie van het vrijwilligerswerk en op de ‘nieuwe’ vrijwilliger • De suggestie om nieuwe inwoners al te laten kennismaken met het vrijwilligerswerk in de welkomstgroet, wordt nader uitgewerkt.
5.Verankeren Het vastleggen en borgen van opgedane kennis en ervaring is van groot belang. In het Steunpunt vrijwilligerswerk gebeurt dit al. In de toekomst richten we ons daarom op: • Jaarlijkse bijeenkomsten van vrijwilligersorganisaties om kennis en ervaring te delen, georganiseerd door het steunpunt.
Mantelzorg 1.Informatie Informatieverstrekking vormt de basis om verder te komen en om problemen op te lossen. Via het steunpunt mantelzorg en het Wmo loket is dit goed voor elkaar. Van groot belang voor de toekomst vinden we: • de continuering van de nieuwsbrief en mantelzorggids • doelgroepgerichte informatiefolders • uitwisseling kennis en structureel overleg van organisaties onder regie van steunpunt en gemeente • afstemming en kennisdeling door de diverse lokale steunpunten in de regio • deelname aan het Netwerk Dementie Oost-Veluwe 2.Advies en begeleiding Advies en begeleiding vindt ook plaats vanuit steunpunt en Wmo loket Voor de toekomst vinden we het van belang dat • dit wordt gecontinueerd en vooral gericht is op zelfredzaamheid. 3.Emotionele steun Met name vanuit het steunpunt mantelzorg is hier aandacht voor. Voor de toekomst willen we vooral insteken op het • verbeteren van de signaleringsfunctie. In de Wmo-gedachte van de Kanteling kan via ‘het gesprek’ hier meer aandacht voor komen. 4.Educatie Training en voorlichting voor mantelzorgers is van belang om te kunnen blijven functioneren. Bijeenkomsten van lotgenoten en voorlichting door het steunpunt vinden al plaats en dat zal naar de toekomst toe ook zo blijven. 5.Praktische hulp Praktische hulp kan de mantelzorger ondersteunen. . Er is onvoldoende inzicht in wat de mantelzorger eigenlijk mist of wenst.
10
Voor de toekomst richten we ons op: • het onderzoeken van de tevredenheid en de wensen van mantelzorgers, eens per drie jaar, met als doel het verbeteren van die praktische hulp. • het onderzoeken of combinaties kunnen worden gemaakt met de maatschappelijke stages. 6.Respijtzorg In bescheiden mate worden er mogelijkheden voor respijtzorg (ontspanning en ontmoeting) aangeboden. We vinden dit van belang zodat mantelzorgers niet overbelast raken. In de toekomst moeten we ons meer richten op: • een meer gedifferentieerd aanbod van respijtzorg en vervangende zorg • onderzoeken of en hoe verzekeraars kunnen bijdragen aan respijtvoorzieningen voor mantelzorgers 7.Financiële tegemoetkoming De mogelijkheden zijn er al wel, maar of ze in voldoende mate bij mantelzorgers bekend zijn, is niet bekend. Voorlichting blijft dus een belangrijk punt. 8.Materiële hulp Materiële hulp wordt in diverse vormen aan burgers verstrekt ter ondersteuning. Ook hier blijft voorlichting van belang ook naar de toekomst toe.
Een deel van de voornemens zal opgepakt worden door de regionale coördinator mantelzorg (in dienst van De Kap in Apeldoorn) welke in 2011 nog gefinancierd wordt door de samenwerkende gemeenten. Alle genoemde voornemens zullen met de huidige middelen vormgegeven worden en verder uitgewerkt worden in het nieuwe beleidsplan Wmo (2012).
INVULLING VAN BELEID Het beleidsplan Wmo, de beleidsbrief van het ministerie van VWS, de nulmeting van Spectrum en de bijeenkomst met betrokken organisaties vormen de basis voor deze notitie. Het doel is om het beleid voor de toekomst daarmee nader in te vullen. Ook kan deze notitie helpen om prioriteiten te stellen bij de bezuinigingen op het welzijnsterrein. Vrijwilligerswerk en mantelzorgbeleid vormen wettelijke taken, maar de invulling daarvan is niet nader omschreven. Met deze notitie geven we invulling aan de wet, de basisfuncties en de wensen van lokale organisaties. Met deze notitie geven we tevens invulling aan een beleidsvoornemen uit het beleidsplan Wmo. Deze notitie is besproken met genoemde lokale organisaties en de Cliëntenraad Maatschappelijke Ondersteuning.
11