notitie Witteveen+Bos Van Twickelostraat 2 Postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 www.witteveenbos.nl
onderwerp project opdrachtgever projectcode referentie opgemaakt door goedgekeurd door status datum opmaak bijlagen
notitie landschap en cultuurhistorie EVZ Luisbroekse Wetering en Hedikhuizense Maas waterschap Aa en Maas HT381-2 HT381-2/strg/005 dr.ir. W. Soepboer ir. H.J. Mondeel paraaf definitief 13 december 2011 -
1. INLEIDING Langs de Luisbroekse Wetering en de Middelwaard zal een Ecologische Verbindingszone (EVZ) worden gerealiseerd. Deze notitie gaat in op de landschappelijke en cultuurhistorische waarden in het plangebied en de effecten van de realisatie van de EVZ. In het volgende hoofdstuk wordt eerst ingegaan op het relevante beleid, vervolgens wordt in hoofdstuk 3 een landschapsanalyse uitgevoerd. In hoofdstuk 4 worden de bevindingen en conclusies gepresenteerd. Het plangebied ligt in de gemeenten Heusden en Den Bosch, langs de Luisbroeksche Wetering en de Hedikhuizensche Maas. Het plangebied is aangegeven op afbeelding 1.1. In het plangebied worden oevers verflauwd en poelen gegraven, één en ander afhankelijk van de verworven strook langs de Wetering (10 vs. 40 m breed). In afbeelding 1.2 is ter indicatie aangegeven wat de maatregelen zijn. Het studiegebied voor deze notitie beperkt zich tot het plangebied waar gegraven wordt (in rood in afbeelding 1.1) en een zone van een tiental meters er omheen.
Afbeelding 1.1.
Plangebied
Afbeelding 1.2.
Voorbeeldprofiel oeververflauwing en aanleg poel
2. WETTELIJK EN BELEIDSKADER Nota Ruimte (2006) In de Nota Ruimte zijn 20 Nationale Landschappen benoemd. In en rond het plangebied is geen Nationaal Landschap aanwezig. De Nota Ruimte wordt opgevolgd door de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, in het ontwerp Structuurvisie zijn geen beschermde landschappen opgenomen.
2
Witteveen+Bos, HT381-2/strg/005 definitief d.d. 27 oktober 2011, notitie landschap en cultuurhistorie
Nota Belvedere (1999) In deze nota, die inmiddels feitelijk niet meer van kracht is, is de aanzet gegeven om cultuurhistorie als inspiratiebron voor nieuwe ontwikkelingen te benutten. Het gaat daarbij om behoud door ontwikkeling; nieuwe ontwikkelingen aanwenden om de cultuurhistorische identiteit van een gebied te behouden en te versterken. De nota benoemt Belvedèregebieden, waarvan enkele in de Nota Ruimte (2006) weer zijn benoemd tot nationale landschappen. In het plangebied is geen Belvedèregebied aanwezig. Het gedachtegoed van deze nota heeft de basis gevormd voor regionaal beleid. Wet op de Archeologische Monumentenzorg (2007) Het is wettelijk verplicht om rekening te houden met archeologische waarden in een gebied. Het behoud van archeologische waarden ‘in situ’ is uitgangspunt en legt beperkingen op ten aanzien van het grondgebruik. Naar aanleiding van deze wet is er mogelijk archeologisch onderzoek nodig als er archeologische verwachtingswaarden zijn. Monumentenwet (2008) De wet regelt de wettelijke bescherming van onroerende rijksmonumenten en door het rijk aangewezen stads- en dorpsgezichten. De wet heeft betrekking op gebouwen en objecten, stads- en dorpsgezichten en archeologische monumenten boven en onder water. De wet stelt voorschriften voor het ‘wijzigen, verstoren, afbreken of verplaatsen’ van een beschermd monument. In het plangebied zelf is geen rijksmonument aanwezig. Nota Landijs/Bewogen aarde (2006) Deze nota geeft betekenis van aardkundige waarden aan voor verschillende maatschappelijke functies en de mogelijkheden voor bescherming, beheer en ontwikkeling van deze waarden. Aardkundige waarden zijn onderdeel van het Nederlands erfgoed. In het plangebied is geen aardkundige waarde benoemd. Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) Noord-Brabant (2010) De CHW 2010 bestaat uit drie groepen kaartlagen: 1. Provinciaal cultuurhistorisch belang. Cultuurhistorische vlakken en complexen van cultuurhistorisch belang werken via de Verordening Ruimte direct door naar gemeenten. 2. Erfgoedinformatie van het Rijk met onder andere rijksmonumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten. 3. Erfgoedinformatie uit het CHW 2006, de provincie neemt deze informatie mee in haar eigen beleid en vraagt gemeenten hetzelfde te doen. In afbeelding 2.1 is een uitsnede van de CHW 2010 inclusief de CHW 2006 voor het plangebied gegeven. In en rond het plangebied zijn elementen aanwezig uit bovengenoemde 2e en 3e laag.
Witteveen+Bos, HT381-2/strg/005 definitief d.d. 27 oktober 2011, notitie landschap en cultuurhistorie
3
Afbeelding 2.1.
Uitsnede Cultuurhistorische Waardenkaart 2010 en 2006
Schootsveld Fort
Eendenkooi Hoge Maasdijk
3. OMGEVINGSANALYSE 3.1.
Ontstaan van het natuurlijke landschap
Het plangebied ligt in het rivierengebied in de regio Maaskant [provincie Noord-Brabant, 2010], gekenmerkt door het jonge rivierkleilandschap van de Maas. Aan het einde van de laatste ijstijd, ongeveer 10.000 jaar gelden, veranderde de Maas van een vlechtende (met meerdere geulen) in een meanderende rivier (met een hoofdgeul). Direct naast de meanderende rivier ontstonden twee lage, zandige ruggen: de oeverwallen. In de overstromingsvlakte daarachter werden leem- en kleilagen afgezet (komgebieden). Op het Actueel Hoogtebestand (ahn.nl, zie afbeelding 3.1) is het hoogteverschil te zien dat samenhangt met de geomorfologische kenmerken.
4
Witteveen+Bos, HT381-2/strg/005 definitief d.d. 27 oktober 2011, notitie landschap en cultuurhistorie
Afbeelding 3.1.
Uitsnede Actueel Hoogtebestand Nederland [Bron: ahn.nl]
De Oude Hedikhuizensche Maas is een relict van een ouder rivierenstelsel van de Maas, deze meander is in 1474 afgesneden [Van Opzeeland, 2010]. Geomorfologisch gezien is dit een moerassige laagte. De Luisbroeksche Wetering ligt in een vlakte van rivierklei. In het plangebied zijn tot 1,20 m-mv kalkloze poldervaaggronden aanwezig bestaande uit zavel, lichte klei of zware klei [provincie Noord-Brabant, 2011a]. Mogelijk heeft er langs de Hedikhuizensche Maas ook veengroei plaatsgevonden, maar daar zijn in de bovengrond geen resten meer van aanwezig.
Witteveen+Bos, HT381-2/strg/005 definitief d.d. 27 oktober 2011, notitie landschap en cultuurhistorie
5
Afbeelding 3.2. Uitsnede geomorfologische kaart [provincie Noord-Brabant, 2011a]
3.2.
Bewonings- en ontginningsgeschiedenis
In het jonge rivierkleilandschap is een subtiel hoogteverschil aanwezig, dat het landgebruik heeft bepaald. De hoger gelegen gronden in de regio Maaskant zijn vanouds aantrekkelijke woonplaatsen geweest, ook in de Romeinse tijd (12 vC - 450 nC). De oude dorpen en steden in deze regio liggen op de oeverwallen, rivierduinen en de flanken van de zuidelijkere dekzandrug. De bestaande dorpen waren in ieder geval vanaf 700-1000 nC bewoond. Op de oeverwallen van de Maas vond akkerbouw plaats, onder andere bij Damblok ten westen van Hedikhuizen. De lagere komgebieden werden extensief gebruikt [Haartsen, s.a.]. Bedijking en Beersche Maas In de loop van de 13e en 14e eeuw werd de Maas bedijkt. Telkens als er een stuk dijk langs de Maas was aangelegd werd er een dwarsdijk gelegd naar de hogere zandgronden [Haartsen, s.a.]. Eén van deze dwarsdijken, de Zijdwende of Hoge Maasdijk, liep vanaf Vlijmen langs de westkant van de Hedikhuizensche Maas naar de Maas (zie ook afbeelding 3.3). De bedijking was echter geen definitieve oplossing tegen wateroverlast. Daarom werd in de 16e eeuw het systeem van de Beersche Maas (Beersche Overlaat) ingesteld, een soort ‘groene rivier’. Bij hoge afvoer van de Maas werd een deel van het water in de buurt van Cuijk het binnendijkse gebied binnengelaten. Het water stroomde over de laagste binnendijkse gronden naar het westen om bij ’s-Hertogenbosch, via de Bokhovensche Overlaat, weer in de Maas terecht te komen. Vaak was hier ook wateroverlast, daarom werd in de 1766 bij Drunen de Baardwijksche overlaat gerealiseerd. Hiermee werd het overtollige water naar de Biesbosch afgevoerd [Haartsen, s.a.].
6
Witteveen+Bos, HT381-2/strg/005 definitief d.d. 27 oktober 2011, notitie landschap en cultuurhistorie
In het begin van de 19e eeuw werd het systeem van de Beersche Maas verbeterd door bossen te kappen en singels en houtwallen te verwijderen. Pas in de 20e eeuw werd de situatie van de Maas zodanig verbeterd dat de Beersche Overlaat in 1942 kon worden gesloten [Haartsen, s.a.]. Afbeelding 3.3. Het stelsel van de Beersche Maas en de zijdwendes in de Langstraat [Bron: De Bont, 1993 in Haartsen, s.a.]
3.3.
Landschap
Voor de landschappelijke analyse is onder meer gebruik gemaakt van de informatie in paragrafen 3.1 en 3.2. Er wordt ingegaan op het landschapstype, de ruimtelijk-visuele kenmerken en aardkundige waarden. Ook wordt ingegaan op de statuswaarde van het gebied, dat wil zeggen of de bestaande waarden beleidsmatig of wettelijk zijn beschermd. 3.3.1.
Landschapstype
Het plangebied maakt onderdeel uit van het jonge rivierkleilandschap van de Maas. Kenmerkend voor dit fysisch-geografische landschapstype is het voorkomen van hogere oeverwallen en lage kommen. Ook kunnen er oude rivierarmen aanwezig zijn, zoals de Hedikhuizensche Maas. Het plangebied maakt geen deel uit van een Nationaal Landschap of Belvedèregebied en heeft geen provinciale status als landschappelijke waarde. Wel maakt het volgens het Noord-Brabantse Natuurbeheerplan deel uit van de Ecologische Verbindingszone met de huidige beheerdoeltypen ‘bron en beek’, ‘zoete plas’ en ‘moeras’.
Witteveen+Bos, HT381-2/strg/005 definitief d.d. 27 oktober 2011, notitie landschap en cultuurhistorie
7
3.3.2.
Ruimtelijk-visuele kenmerken
Het landschap rond de Luisbroeksche Wetering is open, zo nu en dan onderbroken door gedeeltelijke laanbeplanting en erfbeplanting. Rond Engelen is een boszoom in ontwikkeling. De openheid is kenmerkend voor het rivierenlandschap. Zoals beschreven in paragraaf 3.3.1 maakt het plangebied geen deel uit van een Nationaal Landschap of Belvedèregebied en heeft het geen provinciale status als landschappelijke waarde. 3.3.3.
Aardkundige waarden
Het plangebied is niet benoemd tot aardkundig monument en heeft door de provincie geen aardkundige waarde toegekend gekregen. 3.4.
Cultuurhistorie
Voor de cultuurhistorische analyse is onder meer gebruik gemaakt van paragraaf 3.2. Er wordt ingegaan op de historische geografie, historische bouwkunde en archeologie van het plangebied. 3.4.1.
Historische geografie
De provincie Noord-Brabant heeft een Cultuurhistorische Waardenkaart. Een uitsnede hiervan is opgenomen in afbeelding 2.1. In onderstaande paragrafen worden de elementen uit afbeelding 2.1 toegelicht. Ontginningstructuur Het komgrondengebied, waaronder het plangebied, werd gebruikt als extensief grasland. Oorspronkelijk lagen hier systematisch ontgonnen, langgerekte percelen, gescheiden door sloten en weteringen. Langs de Luisbroeksche Wetering, o.a. in de Buitenpolder van Hedikhuizen, ligt de ontginningsrichting over het algemeen noord-zuid. In de Luisbroekpolder zelf is juist in oost-westelijke richting ontgonnen (zie afbeelding 3.4 en 3.5). Nadat de Beersche Maas in 1942 werd gesloten, konden komgronden intensiever worden gebruikt. Er werden nieuwe wegen aangelegd, grotere percelen gevormd en nieuwe boerderijen gebouwd. De oorspronkelijke, smalle ontginningstructuur is daarmee grotendeels aangetast, hoewel de ontginningsrichting vaak nog wel zichtbaar is.
8
Witteveen+Bos, HT381-2/strg/005 definitief d.d. 27 oktober 2011, notitie landschap en cultuurhistorie
Afbeelding 3.4. Uitsnede topografische kaart 1870-1874 [provincie Noord-Brabant, 2011b]
Dijkenstructuur De Hoge Maasdijk, daterend uit de middeleeuwen, is ook nog in de huidige situatie zichtbaar. Deze dijk loopt van Vlijmen naar Hedikhuizen, langs de Hedikhuizensche Maas. Eerder liep deze dijk door het gebied de Sompen, parallel aan de Benedenste Zeedijk [kaart uit 1760, brabantinkaart.nl], maar het tracé van de dijk bij het Vergereind is rond 1800 meer in westelijke richting verplaatst. Dit heeft met de dijkdoorbraak van 1795 en 1799 te maken waarbij de wielen in het natuurreservaat Zooislagen zijn ontstaan. De huidige Vergereindse Weg, richting Bokhoven, omvat nog een deel van de vroegere Hoge Maasdijk. De Vergereindse Weg was vroeger een dijk/kade richting Bokhoven. Hierin lag de Vergerendsche Sluis, die de Luisbroeksche Wetering met de Hedikhuizensche Maas verbond. Deze sluis was in ieder geval aanwezig van begin 19e eeuw tot en met het begin van de 20e eeuw (zie ook afbeelding 3.5). De polder Luisbroek werd tot aan de Luisbroeksche Wetering ingesloten door twee zijdijken, de Benedenste en Bovenste Zeedijk. De Bovenste Zeedijk is rond de jaren 1970 afgegraven. Het voormalige dijktracé vormt nog wel de grens tussen de gemeenten Den Bosch en Heusden. De Benedenste Zeedijk is nog wel zichtbaar, zij het enigszins aangetast. Het oostelijke deel van het plangebied, bij het huidige Haverley, loopt langs de voormalige Grintweg/Achterdijk. Ter hoogte van de Luisbroeksche Wetering lag een sluis in de dijk. In afbeelding 2.1 (CHW 2006) staan verschillende dijken aangegeven met een zeer hoge (Hoge Maasdijk) tot redelijke hoge historisch-geografische waarde. Militaire structuur Op de locatie van het huidige Fort Hedikhuizen, net ten westen van het plangebied, hebben vanaf circa 1500 verschillende versterkingen en schansen gelegen. In 1794 is een coupure in de dijk gemaakt om de omgeving van Heusden te kunnen inunderen, deze werd beschermd door een batterij. Fort Hedikhuizen zelf werd in 1862 gebouwd. Het doel van het fort was om de even oude inundatiesluis te beschermen. Deze sluis maakte het mogelijk op een gecontroleerde manier water vanuit de Maas binnendijks te laten stromen, waardoor een groot gebied onder water kon worden gezet om de vesting Heusden te beschermen tegen een aanval [zuiderwaterlinie.nl].
Witteveen+Bos, HT381-2/strg/005 definitief d.d. 27 oktober 2011, notitie landschap en cultuurhistorie
9
Het schootsveld rondom het fort en het inundatieveld maken deel uit van de militaire structuur in het plangebied (stelling van Heusden, stelling van ’s Hertogenbosch). Het schootsveld is opgenomen op de CHW 2006 (zie afbeelding 2.1). Waterstructuur De Hedikhuizensche Maas, in 1474 afgesneden, werd nog tot de negentiende eeuw door scheepvaart verkeer gebruikt als verbinding met de kleine haven van Haarsteeg [provincie Noord-Brabant, 1993]. Deze haven lag aan de zuidkant van de Hedikhuizensche Maas, buiten het plangebied. In de Vergereindse Weg lag de Vergerendsche Sluis, die de Luisbroeksche Wetering met de Hedikhuizensche Maas verbond. Deze sluis was in ieder geval aanwezig van begin 19e eeuw tot en met het begin van de 20e eeuw (zie ook afbeelding 3.5). De locatie van een in 1912 afgebroken poldermolen, die de gecombineerde buitenpolder van Engelen, Vlijmen en Hedikhuizen bemaalde en afwaterde op de Hedikhuizensche Maas, ligt buiten het plangebied (zie afbeelding 3.5 bij W.M.). Overige elementen In het huidige natuurreservaat Zooislagen ligt een eendenkooi uit 1795 [Van Opzeeland]. Een deel van het plangebied ligt binnen het blikveld van de eendenkooi. De eendenkooi heeft een hoge waardering in de CHW 2006 (zie afbeelding 2.1). Afbeelding 3.5. Uitsnede topografische militaire kaart nettekening 1830-1850 [Watwaswaar.nl]
10
Witteveen+Bos, HT381-2/strg/005 definitief d.d. 27 oktober 2011, notitie landschap en cultuurhistorie
3.4.2.
Historische bouwkunde
Fort Hedikhuizen bestaat uit versterkte gebouwen, een aarden wal en een natte gracht. Het fort is nog in vrijwel originele staat. Het fort is een rijksmonument. De uit 1862 daterende inundatiesluis bij fort Hedikhuizen is van rijksbelang vanwege cultuurhistorische (krijgskundige) en architectuurhistorische (relatief zeldzaam) waarde. Het is een rijksmonument [monumentenregister.cultureelerfgoed.nl]. In het natuurresservaat Zooislagen heeft een adellijk slot gestaan. De resten van het kasteel liggen ten zuiden van het plangebied in de ondergrond. De locatie is ten zuidoosten van de Komwiel. Naast het kasteel stonden er enkele huizen en heeft er mogelijk een kerkje gestaan met daarbij een kerkhof. In 2012 zal er door Heemkundekring ”Onsenoort” een vervolgonderzoek plaatsvinden [Van Opzeeland 2011], De locaties liggen niet binnen het plangebied. 3.4.3.
Archeologie
In het plangebied zijn geen archeologische monumenten aanwezig. Verder geldt voor het grootste deel van het plangebied een lage archeologische verwachtingswaarde volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (zie afbeelding 3.6) en de Cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Noord-Brabant (zie afbeelding 2.1). Alleen ter hoogte van Haverley geldt een hoge verwachtingswaarde. Bovengenoemde twee kaarten zijn overzichtskaarten, vaak zijn gemeentelijke kaarten gedetailleerder. De gemeente Den Bosch heeft ook een eigen verwachtingskaart, welke is weergegeven in afbeelding 3.7. Ook hieruit blijkt een middelhoge tot hoge verwachtingswaarde voor het oostelijkste deel van het plangebied. De gemeente Heusden is bezig het archeologische beleid te ontwikkelen. In afbeelding 3.8 is de conceptkaart weergegeven. Hieruit blijkt dat de gemeente ook de oeverwal langs de Hedikhuizensche Maas een hoge verwachtingswaarde toekent.
Witteveen+Bos, HT381-2/strg/005 definitief d.d. 27 oktober 2011, notitie landschap en cultuurhistorie
11
Afbeelding 3.6. Uitsnede archeologische verwachtingskaart en archeologische monumentenkaart [RCE, 2010; 2011]
Afbeelding 3.7. Uitsnede gemeente archeologische verwachtingskaart Den Bosch met plangebied in groen weergegeven
12
Witteveen+Bos, HT381-2/strg/005 definitief d.d. 27 oktober 2011, notitie landschap en cultuurhistorie
Afbeelding 3.8. Uitsnede concept-verwachtingskaart gemeente Heusden
4. EFFECTBEOORDELING In dit hoofdstuk worden de maatregelen beoordeeld aan de hand van de geïnventariseerde waarden op het gebied van landschap en cultuurhistorie. 4.1.
Landschap
Landschapstype Bij de maatregelen worden enkele oevers verflauwd en enkele poelen gegraven. De vergravingen langs de Luisbroeksche Wetering vinden in een laag komgebied plaats. Ruimtelijk-visuele kenmerken Er vanuit gaande dat geen opslag van hout wordt toegestaan, zal het kenmerkende open landschap niet aangetast worden door natuurlijke herinrichting van het gebied. 4.2.
Cultuurhistorie
4.2.1. Historische geografie Door de vergravingen langs de Luisbroeksche Wetering zullen de agrarische percelen korter worden. Aangezien de oorspronkelijke percelering al aangetast is, heeft dit maar een klein negatief effect op de ontginningsstructuur. Voor het overige zijn vanwege de aard en de locatie van de werkzaamheden geen effecten te verwachten op de aanwezige historisch-geografische elementen en structuren, mits opslag van hout wordt vermeden (aantasting schootsveld, inundatieveld, blikveld eendenkooi). 4.2.2. Historische bouwkunde De werkzaamheden vinden op enige afstand van de inundatiesluis en het fort Hedikhuizen plaats. Naar verwachting zullen er geen effecten optreden door de werkzaamheden.
Witteveen+Bos, HT381-2/strg/005 definitief d.d. 27 oktober 2011, notitie landschap en cultuurhistorie
13
4.2.3.
Archeologie
Voor het overgrote deel van het plangebied is een mogelijke aantasting van archeologische waarden te verwachten, gebaseerd op de gemeentelijke archeologische kaarten. Nabij Haverley en langs de Hedikhuizensche Maas zal aanvullend onderzoek moeten plaatsvinden om te kijken of de middelhoge tot hoge verwachtingswaarden bevestigd kunnen worden, of dat het gebied vrijgesteld kan worden van nader onderzoek. 4.3.
Conclusie
In en om het plangebied zijn verschillende landschappelijke en cultuurhistorische waarden aanwezig, zoals bijvoorbeeld het aardkundige element Hedikhuizensche Maas, de historische geografische dijkstructuren en inundatievelden, het bouwhistorische element Fort Hedikhuizen en archeologische verwachtingswaarden nabij Haverley en de Hedikhuizensche Maas. Mits houtopslag in het gebied wordt verwijderd (aantasting open landschap), is alleen een mogelijke aantasting van archeologische waarden nabij Haverley en de Hedikhuizensche Maas niet uit te sluiten. Hiervoor is, ook wettelijk gezien, vervolgonderzoek vereist. Aangeraden wordt om voor het plangebied een archeologische bureaustudie uit te voeren volgens de Kwaliteitsnorm Archeologie. In deze bureaustudie worden een specifieke verwachtingswaarde voor het plangebied vastgesteld en aan de hand van de werkzaamheden een advies voor mogelijk vervolgonderzoek gegeven. Gezien de verwachtingswaarden op de gemeentelijke kaarten valt een verkennend of karterend booronderzoek niet uit te sluiten. In een dergelijk onderzoek wordt vastgesteld of de bodem onverstoord is en of er archeologische indicatoren te vinden zijn die kunnen wijzen op een archeologische vindplaats. Als de bodem verstoord is kan het gebied worden vrijgesteld van verder archeologisch onderzoek. Dit besluit kan alleen genomen worden door het bevoegd gezag. Archeologische vondsten kunnen nooit geheel worden uitgesloten. Indien men tijdens de werkzaamheden vondsten doet die een archeologische vindplaats doen vermoeden, is men wettelijk verplicht dit te melden bij het bevoegd gezag. 5. REFERENTIES -
-
-
-
14
Haartsen, A.J., s.a. CultGIS: beschrijvingen Noord-Brabantse regio’s - Maaskant. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Bureau Lantschap. Via kich.nl. Provincie Noord-Brabant, 1993. Cultuurhistorische inventarisatie Noord-Brabant, M.I.P., gemeente Leusden. Provincie Noord-Brabant, 2006. Cultuurhistorische Waardenkaart 2006. Via http://brabant.esrinl.com/chw/, geraadpleegd september 2011. Provincie Noord-Brabant, 2010. Cultuurhistorische Waardenkaart 2010. Via www.brabant.nl/kaarten/culturele-kaarten/cultuurhistorische-waardenkaart-2010.aspx, geraadpleegd september 2011. Provincie Noord-Brabant, 2011a. Aardkundige waardenkaart. Via www.brabant.nl/kaarten/natuur-en-landschap-kaarten/aardkundige-waardenkaart.aspx, geraadpleegd september 2011. Provincie Noord-Brabant, 2011b. Historische topografische kaarten. Via www.brabant.nl/kaarten/culturele-kaarten/historischetopografische-kaarten.aspx, geraadpleegd september 2011. Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, 2010. Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW).
Witteveen+Bos, HT381-2/strg/005 definitief d.d. 27 oktober 2011, notitie landschap en cultuurhistorie
-
Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, 2011. Archeologische Monumentenkaart (AMK). Van Opzeeland, B., 2010. Historie Sompen & Zooislagen, Hedikhuizensche Maas en Haagsteegs Wiel. Notitie Heemkundekring “Onsenoort”.
Geraadpleegde websites (september 2011) - monumentenregister.cultureelerfgoed.nl - www.ahn.nl - www.brabant.nl/kaarten/culturele-kaarten/historischetopografische-kaarten.aspx - www.brabant.nl/kaarten/natuur-en-landschap-kaarten/aardkundige-waardenkaart.aspx - www.brabant.nl/kaarten/natuur-en-landschap-kaarten/natuurbeheerplan-20112012.aspx - www.brabant.nl/kaarten/culturele-kaarten/cultuurhistorische-waardenkaart-2010.aspx - www.brabantinkaart.nl - www.kich.nl - www.watwaswaar.nl - www.zuiderwaterlinie.nl - hvdol.nl
Witteveen+Bos, HT381-2/strg/005 definitief d.d. 27 oktober 2011, notitie landschap en cultuurhistorie
15