Nota van zienswijzen Bestemmingsplan “Buitengebied 2014” NL.IMRO.0847.BP02013022-VS01 Aangepast naar aanleiding van commissie ruimte van 11 juni 2014 en raadsvergadering 26 juni 2014 Postbus 290 5710 AG Someren Telefoon (0493) - 494888 fax (0493) – 494850
[email protected] www.someren.nl juli 2014
2
1
Inleiding Om aan te tonen dat het bestemmingsplan en de daarin opgenomen ontwikkelmogelijkheden géén negatieve effecten heeft op het milieu is
Het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ vindt zijn aanleiding in het
tevens een milieueffectrapportage (planMER) opgesteld en als bijlage
bestemmingsplan ‘Buitengebied Someren’. Dit plan is vastgesteld door
opgenomen bij het bestemmingsplan.
de gemeenteraad op 29 juni 2011 en heeft vanaf 25 augustus 2011 gedurende zes weken voor beroep ter inzage gelegen. 29 partijen
Op grond van artikel 3.1.1 Bro is overleg gevoerd met de wettelijke
hebben beroep ingesteld tegen het bestemmingsplan, drie daarvan
vooroverlegpartners provincie Noord-Brabant, waterschap De Dommel
hebben hun beroep weer ingetrokken. De overige 26 beroepen zijn op
en waterschap Aa en Maas.
25 en 26 maart 2013 tijdens de hoorzitting bij de Raad van State behandeld.
Het ontwerpbestemmingsplan met de bijbehorende stukken heeft, conform het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening vanaf 27 februari
Op 24 juli 2013 heeft de Afdeling over deze beroepen uitspraak gedaan.
2014 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Kennisgeving heeft
Het grootste deel van het bestemmingsplan is in stand gebleven en als
plaatsgevonden door publicatie in weekblad ’t Contact, op de
gevolg van de uitspraak onherroepelijk geworden. Een deel van de
gemeentelijke website en in de Staatscourant. Het
beroepen is echter gegrond verklaard. Hierdoor zijn delen van het
ontwerpbestemmingsplan was analoog in te zien, maar ook te
bestemmingsplan vernietigd. De belangrijkste vernietigde plandelen zijn
raadplegen via de gemeentelijke website en via
de delen met de bestemming ‘Agrarisch – Agrarisch bedrijf’ en de
www.ruimtelijkeplannen.nl. De publicaties zijn opgenomen in bijlage 1.
aanduidingen ‘intensieve veehouderij’ of ‘specifieke vorm van agrarisch – intensieve veehouderij begrensd’. Voor het overige betreft de
Conform artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening kon een ieder een
vernietiging individuele adressen.
schriftelijke of mondelinge zienswijze omtrent het ontwerp bij de gemeenteraad naar voren brengen.
De afdeling heeft de gemeenteraad opgedragen om voor de vernietigde plandelen een nieuw bestemmingsplan vast te stellen. Dit moet gebeuren binnen 52 weken na verzending van de uitspraak. Het nieuwe plan dient rekening te houden met de overwegingen die de Afdeling bij haar uitspraak heeft betrokken. Met het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ geven we uitvoering aan de uitspraak. Het bevat alle vernietigde plandelen van het bestemmingsplan ‘Buitengebied Someren’.
Er zijn in totaal 23 schriftelijke zienswijzen ontvangen. Deze zijn ingediend door: □
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Brabantlaan 1, 5200 MC ’s-Hertogenbosch, per brief ontvangen, gedateerd 3 april 2014 en ontvangen op 7 april 2014;
3
□
Jan en Riek van Bussel, Hanekampweg 15, 5715 RA Lierop, per brief ontvangen, gedateerd 3 april 2014 en ontvangen 7 april 2014;
Crijns Rentmeesters, Witvrouwenbergweg 12, 5711 CN Someren,
□
De heer A.W.M.C. van den Einden, mevrouw H.M.C. van den Einden-
gedateerd 8 april 2014, ontvangen 9 april 2014;
van Mierlo en Van den Einden Agrop B.V., Achterbroek 26, 5715 BM
□
□
Zuid 19, 5701 PL te Helmond, gedateerd 9 april 2014, ontvangen 9
Driessen Advies & Beheer, Witvrouwenbergweg 12, 5711 CN
april 2014;
Someren, gedateerd 9 april 2014, ontvangen 9 april 2014;
De heer Frans Knoops, Beliënberkdijk 21, 5712 SE Someren,
□
□
Laar & Couperus Holding B.V., Kanaaldijk Zuid 40, 5712 BJ
5701 PL te Helmond, gedateerd 7 april 2014, ontvangen 8 april
Someren, vertegenwoordigd door Goorts & Coppens B.V., Kerkstraat
2014;
Zuid 19, 5701 PL te Helmond, gedateerd 8 april 2014, ontvangen 8
M.C. van Bommel, Hollandseweg 15, 5712 RM Someren, gedateerd
april 2014; □
P.M. Greijmans, Nieuwendijk 100, 5712 EN Someren en Nieuwendijk
A.L.M. van Heugten, M.L.L. van Heugten-Veugelers, B.M.J. van
2014;
Heugten, Houtbewerkingsbedrijf van Heugten V.O.F., Kerkendijk
Knoops Varkenshouderij, Oude Goorenweg 4, 5712 PH Lierop,
154, 5712 EZ Someren, gedateerd 5 april 2014, ontvangen 9 april
Vlaspluim BV (de heer Verhoijsen), Vlasstraat 5, 5712 RP Someren,
2014; □
De heer en mevrouw W.M.J. Looijmans, Kerkendijk 168, 5712 EZ
gedateerd 8 april 2014, ontvangen 8 april 2014;
Someren, vertegenwoordigd door Driessen Advies & Beheer,
Vlaspluim BV (de heer Verhoijsen), Peelweg 9-11 5712 SZ Someren,
Witvrouwenbergweg 12, 5711 CN Someren, gedateerd 9 april 2014,
G.G.M. Vinken, Ravelweg 6, 5712 RW Someren, gedateerd 8 april
ontvangen 9 april 2014; □
2014, ontvangen 7 april 2014; □
Erwin van Heugten, Kerkendijk 152A, 5712 EZ Someren, gedateerd 9 april 2014, ontvangen 9 april 2014;
□
gedateerd 8 april 2014, ontvangen 8 april 2014; □
De heer E. Couperus, Houwenberg 3A, 5958 PE Grashoek en Van de
vertegenwoordigd door Goorts & Coppens B.V., Kerkstraat Zuid 19,
gedateerd 8 april 2014, ontvangen 8 april 2014; □
Hosey B.V. en de heer F.A.M. Smeijers, p.a. Hoijse Hoeve, Hoijserstraat 20, 5711 PV Someren, vertegenwoordigd door
97, 5712 EK Someren, gedateerd 8 april 2014, ontvangen 8 april □
□
A. Dekkers, Berkeindje 9, 5715 RD Lierop, vertegenwoordigd door
Lierop, vertegenwoordigd door Goorts & Coppens B.V., Kerkstraat
8 april 2014, ontvangen 11 april 2014; □
□
G. Driessen, Michelslaan 3, 5712 GK Someren en Lungendonk 14, 5715 PA Lierop, gedateerd 4 april 2014, ontvangen 8 april 2014;
H. van Gennip, Laan ten Boomen 49, 5715 AA Lierop, gedateerd 8 april 2014, ontvangen 9 april 2014;
□
De heer en mevrouw W.J.A. van de Laar, Lieropsedijk 21, 5711 PN Someren, gedateerd 9 april 2014, ontvangen 9 april 2014;
4
□
□
VOF Heuvel – Lierop, Lungendonk 18, 5715 PA Someren, vertegenwoordigd door Bergs Advies, Leveroyseweg 9A, 6093 NE
Hoofdstuk 5 geeft aan of en zo ja welke ambtshalve wijzigingen worden
Heythuysen, gedateerd 8 april 2014, ontvangen 8 april 2014;
doorgevoerd in verbeelding, toelichting en/of regels.
Holding Stienen B.V. en alle daaronder ressorterende Stienen bedrijven c.q. vennootschappen die als huurders mede gebruik
Bijlage 1 geeft de publicaties weer en in bijlage 2 treft u de ingekomen
maken van het bedrijfsperceel Ploegstraat 56-58 Someren, p.a.
zienswijzen aan. Bijlage 3 en 4 gaan specifiek in op de zienswijze over
Boerenkamplaan 21, 5712 AA Someren, vertegenwoordigd door
Achterbroek 26.
Driessen Advies & Beheer, Witvrouwenbergweg 12, 5711 CN Someren, gedateerd 9 april 2014, ontvangen 9 april 2014; □
S.M.P. Tielen-Looijmans, Ruiter 5, 5712 XP Someren, gedateerd 8 april 2014, ontvangen 8 april 2014;
□
P.J.T. Greijmans, Smulderslaan 23, 5712 PN Someren, gedateerd 7 april 2014, ontvangen 9 april 2014.
Alle schriftelijke zienswijzen zijn binnen de gestelde termijn naar voren gebracht en zijn derhalve ontvankelijk. Er zijn geen mondelinge zienswijzen ingediend. In dit zienswijzenverslag worden in hoofdstuk 2 de ingekomen zienswijzen van een gemeentelijke beantwoording voorzien. Hoofdstuk 3 geeft de conclusie voortkomend uit de beantwoording van de zienswijzen weer. Hoofdstuk 4 geeft aan of en zo ja welke wijzigingen naar aanleiding van de zienswijzen worden doorgevoerd in verbeelding, toelichting en/of regels.
5
2
Gemeentelijke beantwoording Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Brabantlaan 1, 5200 MC ’s-Hertogenbosch, per brief ontvangen, gedateerd 3 april 2014 en ontvangen op 7 april 2014
2.1.1 2.1.2
Ten aanzien van de definitie agrarisch loonbedrijf dient
Teneinde de regels van het bestemmingsplan in lijn te brengen met de Verordening
mestbewerking te worden uitgesloten
ruimte 2014, worden de regels op dit punt aangepast.
De Provincie merkt op dat de termen bouwperceel,
Het bestemmingsplan is zodanig aangepast dat de termen consequent worden
bestemmingsvlak en bouwvlak niet consequent worden
gebruikt, waarbij de term ‘bestemmingsvlak’ leidend is.
gebruikt in het bestemmingsplan. 2.1.3
De definitie van ‘zelfstandige bewoning’ ontbreekt.
De opmerking van de provincie is terecht. De definitie wordt toegevoegd en
Daarnaast dient bij huisvesting van tijdelijke werknemers
zelfstandige bewoning wordt bij huisvesting van tijdelijke werknemers uitgesloten.
zelfstandige bewoning te worden uitgesloten. 2.1.4
Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone –
In de voorbereiding op dit bestemmingsplan is de omvang en aanwijzing van
bebouwingsconcentratie’ zijn de gronden onder meer
bebouwingsconcentraties danwel kernrandzones niet heroverwogen. Deze zones zijn
aangewezen als zoekgebied voor woningen in het kader
gebaseerd op het Beeldkwaliteitsplan Buitengebied Someren 2011, wat onderdeel
van de regeling ‘Ruimte-voor-ruimte’. De provincie is van
uitmaakt van het bestemmingsplan Buitengebied Someren, zoals vastgesteld op 29
mening dat niet bij alle locaties op voorhand gesproken
juni 2011. In de Structuurvisie Someren 2028 zijn deze zones nogmaals
kan worden van een bebouwingsconcentratie. Per
herbevestigd. De betreffende gebieden zijn slechts zoekgebieden. Dat houdt in dat
specifiek initiatief zal zij beoordelen of voldaan wordt aan
niet alle locaties op voorhand geschikt zijn voor een ruimte-voor-ruimtewoning. Ook
de artikelen 6.8 en 7.8 van de Verordening ruimte (Vr).
wij zullen per specifiek initiatief beoordelen of de locatie geschikt is. We achten het
In dit licht vraagt de provincie kritisch te kijken naar de
derhalve niet nodig om het bestemmingsplan op dit punt aan te passen.
definities ‘bebouwingsconcentratie’ en ‘kernrandzone’. 2.1.5 2.1.6
De Provincie verzoekt de term ‘grondgebonden
De opmerking van de provincie is terecht. De definitie van ‘grondgebonden
veehouderij’ op te nemen.
veehouderij’ wordt toegevoegd.
Voor wat betreft ontwikkelingen binnen de veehouderij,
Deze opmerking is het gevolg van de gewijzigde vaststelling van de Vr. De ontwerp-
geldt op grond van artikel 25.1, lid 2 van de Vr dat
Vr bevatte een norm van 2,75 GVE, in de vastgestelde Vr is de norm gewijzigd in 2
uitbreiding slechts mogelijk is voor een grondgebonden
GVE. De artikelen 3.6.1.g.6, 3.6.2.j.6, 4.2.3.f, 4.5.1.f, 5.6.1.g.6 en 5.6.2.j.6 worden
6
2.1.7
veehouderij (maximaal 2 GVE).
aangepast.
Artikel 4.7.2 maakt de omzetting van een agrarisch
Deze opmerking van de provincie is terecht. Het plan wordt op dit punt aangepast.
bedrijf naar een woning mogelijk met een oppervlakte voor de woonbestemming van 5.000 m2. Het bestemmingsvlak voor de woning is dan dermate groot dat er geen sprake is van zorgvuldig ruimtegebruik. Provincie verzoekt het plan aan te passen op dit punt en verwijst daarbij naar het verslag vooroverleg, waarin de gemeente heeft aangegeven de maximale omvang te verkleinen naar 2.500 m2. 2.1.8
Het planartikel 22.3 bevat de mogelijkheid om met een
Deze opmerking van de provincie is terecht. Het plan wordt op dit punt aangepast.
omgevingsvergunning af te wijken tot maximaal 10% van in de regels voorgeschreven maten ten aanzien van onder meer oppervlakte en inhoud. Het artikel borgt niet de kwaliteitsverbetering van het landschap en de provincie verzoekt hiervoor een regeling op te nemen. 2.1.9
Voor de locaties Gebergte 9 en Broekkant 12 ontbreekt de Op de locatie Gebergte 9 zit deze aanduiding deels wel, maar deze had op het hele aanduiding ‘Waarde – Groenblauwe mantel’.
perceel moeten zitten. De verbeelding van het plan wordt op dit punt aangepast. Op Broekkant 12 inderdaad niet, maar dat is ons inziens terecht. Op grond van de Vr ligt deze locatie namelijk in ‘Attentiegebied EHS’. Met behulp van artikel 13 van het bestemmingsplan worden deze gebieden beschermd.
2.1.10 De Vr bepaalt in artikel 6.2 dat in de Groenblauwe mantel
Het bestemmingsplan wordt in lijn gebracht met de Vr.
bij (vollegronds)teeltbedrijven, de bouw of de uitvoering van permanent teeltondersteunende voorzieningen binnen het bouwperceel tot ten hoogste 3 hectare kan worden toegestaan. Planartikel 5.6.4 laat onder voorwaarden 4 hectare toe en is daarmee in strijd met de Vr. 2.1.11 De Vr bepaalt in artikel 6.2 dat in de Groenblauwe mantel
Artikel 16 van het bestemmingsplan bepaalt dat op de voor 'Waarde – Groenblauwe
7
uitbreiding van kassen niet is toegestaan.
mantel’ aangewezen gronden geen gebouwen en dus ook geen kassen mogen worden gebouwd. In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Met een omgevingsvergunning kan onder voorwaarden van deze regel worden afgeweken, waarbij onder meer moet worden aangetoond dat de waarden ter plaatse niet worden aangetast. Ons inziens zijn het provinciale belang en de waarde van de Groenblauwe mantel op deze manier voldoende geborgd.
2.1.12 Planartikel 4.7.1 maakt het mogelijk om onder voorwaarden de aanduiding ‘veehouderij’ te verwijderen
Het is van belang het bestemmingsplan in lijn te brengen met de Vr dus op dit punt wordt het plan aangepast.
waarbij omzetting naar een andere agrarische bedrijfsvorm, behoudens een glastuinbouwbedrijf, wordt toegestaan. Gezien de definiëring van ‘agrarisch bedrijf’ in planartikel 1.14 behoren hiertoe ook ‘overig agrarische bedrijven’. De omvang van deze bedrijven is in de Vr beperkt tot 1,5 hectare. 2.1.13 De Vr bevat in artikel 25.1 lid 3c regels omtrent bestaande bebouwing van veehouderijen in gebieden
Het is van belang het bestemmingsplan in lijn te brengen met de Vr dus op dit punt wordt het plan aangepast.
waar de aanduiding ‘beperkingen veehouderij’ ligt. Planartikel 4.2.2 onder ‘e’ van het bestemmingsplan beoogt in een overeenkomstige regeling te voorzien maar komt niet exact overeen. De Provincie verzoekt ons het plan in lijn te brengen met de Vr. 2.1.14 Op verschillende plekken in het bestemmingsplan is een fijnstofnorm van 30
µg/m3. Deze norm stond in de
Het is van belang het bestemmingsplan in lijn te brengen met de Vr dus op dit punt wordt het plan aangepast.
ontwerp Vr maar is bij de vaststelling gewijzigd in 31,2
µg/m3. 2.1.15 Boerderijsplitsing is mogelijk op basis van planartikel 9.6.2. De regeling stelt niet vast dat de splitsing gericht
Naar aanleiding van dit onderdeel van de zienswijze wordt een regeling in het kader van splitsing van woonboerderijen opgenomen in het onderhavige plan. Conform de
8
moet zijn op het behoud en herstel van de
systematiek van de Nota Ruimtelijke Kwaliteit (2012), wordt de inhoud van
cultuurhistorische bebouwing.
woonboerderijen met bijzondere cultuurhistorische kwaliteiten aangemerkt als ‘bestaande inhoud’. Deze woonboerderijen zijn immers vaak groter dan 750 m3 en in sommige gevallen zelfs groter dan 900 m3. De criteria zoals opgenomen in de Nota Ruimtelijke Kwaliteit dienen nageleefd te worden in geval van verbouwingen aan deze woonboerderijen. Herbouw is alleen mogelijk indien dit is gericht op behoud en/of herstel van deze cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.
2.1.16 Planartikel 22.1 biedt de mogelijkheid voor
Als gevolg van behandeling in de commissie Ruimte en op basis van een voorstel
mantelzorgvoorzieningen. De regeling bevat de bepaling
vanuit het college wordt in artikel 22.1 lid a de volgende passage geschrapt: ‘Deze
dat de noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet
laatste eis geldt niet als er sprake is van een eerste lijns familierelatie tussen de
geldt als er sprake is van een eerstelijns familierelatie
bewoners van de woning en die van de afhankelijke woonruimte’. Hiermee wordt
tussen de bewoners van de woning en die van de
beoogd de regeling omtrent mantelzorg zoals die in het bestemmingsplan wordt
afhankelijke woonruimte. Gezien de planregeling kan dit
opgenomen niet meer strijdig te laten zijn met het provinciaal beleid.
leiden tot zelfstandige bewoning van gebouwen hetgeen strijdig is met de Vr, die nieuwe woningen in het buitengebied niet toelaat. 2.1.17 Planartikel 4.5.2 kent een regeling voor huisvesting van
De opmerking van de provincie is terecht. Het plan wordt op dit punt aangepast.
tijdelijke werknemers. In een dergelijke regeling moet zelfstandige bewoning zijn uitgesloten omdat de Vr nieuwe woningen in het buitengebied niet toelaat. 2.1.18 Planartikel 4.7.3 bevat een wijzigingsbevoegdheid om de bestemming ‘agrarisch bedrijf’ om te zetten naar de
Teneinde de regels van het bestemmingsplan in lijn te brengen met de Verordening ruimte 2014, worden de regels op dit punt aangepast.
bestemming ‘bedrijf’ voor het vestigen van een agrarisch verwant bedrijf. Op grond van de Vr mag een dergelijke omzetting in de groenblauwe mantel niet leiden tot een bouwperceel groter dan 5000 m2 en mag de ontwikkeling niet leiden tot een bedrijf behorend tot een milieucategorie 3 of hoger. In gemengd landelijk gebied is
9
een maximaal bouwperceel van 1,5 hectare toegestaan. 2.1.19 De planartikelen 3.3.1 en 5.3.1 bieden onder
Teneinde de regels van het bestemmingsplan in lijn te brengen met de Verordening
voorwaarden de mogelijkheid tot oprichting van een
ruimte 2014, worden de regels op dit punt aangepast. Concreet houdt dit in dat de
schuilgelegenheid voor dieren die hobbymatig worden
definities ‘kernrandzone’ en ‘bebouwingsconcentratie’ in lijn worden gebracht met de
gehouden binnen bebouwingsconcentraties. Op grond van Vr. de Vr is een bebouwingsconcentratie evenwel een ruimer begrip en kan andere gebieden beslaan dan een kernrandzone. De provincie vraagt ons het bestemmingsplan op dit punt aan te passen aan de Vr. 2.1.20 Ter plaatse van de adressen Moorsel 7 en Moorsel 9
De opmerking van de provincie is terecht. Het plan wordt op dit punt aangepast.
ontbreekt de aanduiding ‘ecologische verbindingszone’. 2.1.21 Op de verbeelding zijn gebieden aangeduid als ‘boringsvrije zone’. Er zijn voor deze zones echter geen
De opmerking van de provincie is terecht. Het plan wordt op dit punt aangepast in die zin dat er een planregeling voor deze zones wordt opgenomen.
planregels opgenomen. 2.1.22 Aan een aantal locaties (Gebergte 9, Broekkant 12,
De opmerking van de provincie is terecht. Het plan wordt op dit punt aangepast.
Moorsel 7, Moorsel 9 en Hanekampweg 15) is de aanduiding ‘Waarde – cultuurhistorie’ niet toegekend. Dit had wel gemoeten op grond van de Verordening. 2.1.23 Op Moorsel 7 en Moorsel 9 komen monumentale
Zoals in bovenstaande zienswijze wordt beschreven, wordt aan Moorsel 7 en Moorsel
gebouwen voor. Hiervoor is bescherming via de
9 de bestemming ‘Waarde – Cultuurhistorie’ toegekend. De voor ‘Waarde –
planregeling nodig?
Cultuurhistorie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen(en), mede bestemd voor de instandhouding en versterking van de aanwezige cultuurhistorisch waardevolle elementen. Dit wordt geborgd door middel van een vergunningstelsel voor bouw en sloop van bouwwerken. Voorwaarden voor vergunningverlening zijn onder meer dat cultuurhistorische waarden behouden blijven en dat advies wordt ingewonnen bij de Monumentencommissie. Bovendien zijn beide woningen niet aangemerkt als Rijksmonument of gemeentelijk
10
monument. Wel is Moorsel 7, voor zover ons bekend, geïnventariseerd in het kader van de MIP (Monumenten Inventarisatie Project). De status van deze panden is ons echter niet duidelijk. In tegenstelling tot gemeentelijke- en rijksmonumenten is voor de aanwijzing van MIP-panden geen procedure gevolgd met de mogelijkheid tot het indienen van bezwaar en beroep. Daarmee is naar het idee van de gemeente geen formele status toegekend aan deze MIP-panden. Het bestemmingsplan wordt niet aangepast.
11
1. De heer G. Driessen, Michelslaan 3 5712 GK Someren, d.d. 4 april 2014, ingekomen 8 april 2014; 2. De heer M.C. van Bommel, Hollandseweg 15, 5712 RM Someren d.d. 8 april 2014, ingekomen 9 april 2014, aangevuld op11 april 2014; 3. Knoops Varkenshouderij B.V., Oude Goorenweg 4, 5715 PH Lierop, d.d. 8 april 2014, ingekomen 8 april 2014; 4. De heer P.M. Greijmans, Nieuwendijk 100, 5712 EK Someren, d.d. 8 april 2014, ingekomen 8 april 2014; 5. Peelpluim B.V., de heer J. Verhoijsen, Peelweg 11, 5712 SZ Someren, d.d. 8 april 2014, ingekomen 8 april 2014; 6. Vlaspluim B.B., de heer J. Verhoijsen, Vlasstraat 5, 5712 RP Someren, d.d. 8 april 2014, ingekomen 8 april 2014; 7. De heer G.G.m. Vinken, Ravelweg 6, 5712 RW Someren, d.d. 8 april 2014, ingekomen 7 april 2014, aangevuld op 10 april 2014. 2.2.1
Appellanten verzoeken om nadere definitie van de term
Het is van belang het bestemmingsplan in lijn te brengen met de Verordening ruimte
‘bebouwing voor een veehouderij’, zoals opgenomen in
dus op dit punt wordt het plan aangepast.
artikel 4.2.2. sub e,gelijk te trekken met ‘bebouwing voor het houden van dieren bij een veehouderij’ 2.2.2
In de geconsolideerde versie van de Verordening Ruimte
Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2014 is gebaseerd op de ontwerp
2014 wordt er uitsluitend getoetst aan de
Verordening ruimte zoals die op 8 januari 2014 beschikbaar was op de provinciale
achtergrondbelasting. Verzoek wordt om alle bepalingen
website. Bij de vast te stellen versie van het bestemmingsplan worden de wijzigingen
12
2.2.3
over en voorwaarden gerelateerd aan de
in de Verordening Ruimte 2014 verwerkt, met als gevolg dat de toets aan de
voorgrondbelasting te verwijderen.
voorgrondbelasting verwijderd zal worden.
In de Verordening Ruimte 2014 is de maximaal
Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2014 is gebaseerd op de ontwerp
toelaatbare jaargemiddelde achtergrondconcentratie
Verordening ruimte zoals die op 8 januari 2014 beschikbaar was op de provinciale
fijnstof vastgelegd (maximaal 31,2µg/m³) terwijl in het
website. Bij de vast te stellen versie van het bestemmingsplan worden de wijzigingen
ontwerpbestemmingsplan op diverse plaatsen nog
in de Verordening Ruimte 2014 verwerkt, waaronder de maximaal toelaatbare
uitgegaan wordt van de oude”regeling (maximaal 30
achtergrondconcentratie van 31,2 µg/m³).
µg/m³). Verzocht wordt normstelling aan te passen. 2.2.4
In artikel 4.1.1. sub n is vastgelegd dat ‘de oppervlakte
Het uitgangspunt in de Verordening Ruimte 2014 is dat 10% van het bestemmingvlak
voor bebouwing, verharding en andere voorziening
gebruikt wordt voor landschappelijke inpassing. In het bestemmingsplan
maximaal 90% van het bestemmingsvlak mag bedragen,
Buitengebied 2014 is deze regeling overgenomen. Artikel 20.2 regelt dat, indien
zodat er 10% overblijft voor de groene erfinrichting/
afstanden tot, hoogten, inhoud, aantallen en/ of oppervlakten van bestaande
landschappelijke inpassing. In een aantal gevallen
bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens
bedraagt de oppervlakte van bebouwing, verharding en
de Wabo op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer
andere voorzieningen al meer dan 90%. De feitelijke
respectievelijk minder bedragen dan op basis van de regels is toegestaan, deze
situatie zou dan in strijd zijn met de regels van het
maten als maximaal respectievelijk minder toelaatbaar worden aangehouden. Voor
bestemmingsplan. Er wordt verzocht om aanpassing van
bestaande, vergunde bouwwerken voorziet het plan dus in een regeling.
het artikel 20.2 naar ‘Bestaande maten en hoeveelheden’. Voor erfverharding echter niet. Het aanleggen van erfverharding is binnen de bestemming ‘Agrarisch – Agrarisch bedrijf’ niet vergunningplichtig. Er kan derhalve redelijkerwijs niet worden vastgesteld of de verharding ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan aanwezig was. De zienswijze is op dit punt ongegrond. 2.2.5
In artikel 4.2.5 sub c is als voorwaarde opgenomen dat bij Een bedrijfswoning vormt een samenhang met het bedrijf en wordt om die reden ook herbouw van de bedrijfswoning aangetoond dient te
gekoppeld aan het bedrijf. Om het herbouwen van een bedrijfswoning te koppelen
worden dat deze noodzakelijk is vanuit
aan de bedrijfsvoering wordt voorkomen dat de woning als burgerwoning gebruikt
bedrijfseconomisch oogpunt. Appellanten vinden dat dit
kan gaan worden.
leidt tot onevenredig zware belemmeringen, zeker ook
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van de regels van het bestemmingsplan.
omdat de herbouw kan voortvloeien uit het oogpunt van
13
wooncomfort en/of ruimtelijke kwaliteit. Er wordt dan ook verzocht om de bepaling te verwijderen.
14
Goorts & Coppens Advocaten namens de heer A.W.M.C. van den Einden, mevrouw H.M.C. van den Einden en Van den Einden Agro BV, Achterbroek 26, 5715 BM Lierop, d.d. 9 april 2014, ingekomen op 9 april 2014. 2.3.1
Appellanten stellen dat er geen sprake is van een goede
Dit onderdeel van de zienswijze is niet nader onderbouwd. Wij kunnen derhalve niet
ruimtelijke ordening op grond van artikel 3:46 en 3:47
tegemoet komen aan deze stelling.
van de Algemene wet bestuursrecht. 2.3.2
Voor een deel van het bestemmingsvlak dient
Op grond van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 1998’ had het bestemmingsvlak
teruggevallen te worden op het bestemmingsplan
een oppervlakte van 15.000 m2. De frontbreedte bedraagt daarbij 100 meter en de
‘Buitengebied 1998’. Op grond van dit plan had de
diepte 150 meter. Op grond van het onderhavige plan heeft het bestemmingsvlak een
bedrijfslocatie een veel groter bouwblok dan in het
frontbreedte van 95 meter, maar daar staat tegenover dat de diepte gemiddeld zo’n
onderhavige plan is opgenomen, aldus appellanten.
165 meter bedraagt. Dit betekent dat de stelling van appellant dat het
Volgens appellanten moeten de verschillende
bestemmingsvlak op grond van het voorgaande plan uit 1998 veel groter was dan in
bestemmingsplannen op elkaar worden aangesloten.
het huidige plan, niet juist is. In het plan ‘Buitengebied 2013’ is gepoogd om het bestemmingsvlak, vooruitlopend op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, aan te passen. Dit blijkt helaas nog niet afdoende te zijn geweest. Middels het onderhavige plan is de vergunde bebouwing binnen het bestemmingsvlak gebracht. De frontbreedte van het plan uit 1998 is echter niet aangehouden, waardoor er een strook van circa 5 bij 100 meter buiten het bestemmingsvlak komt te vallen. Deze strook wordt alsnog toegevoegd aan het bestemmingsvlak, maar het vlak wordt niet verder vergroot.
2.3.3
2.3.4
De aanduiding ‘Maatvoering – vrije tekst 2’ is opgenomen
Naar verwachting impliceert deze aanduiding dat er twee bedrijfswoningen zijn
op het bestemmingsvlak. Het is niet duidelijk wat dit
toegestaan op het bestemmingsvlak van appellanten. Dit wordt aangepast op de
betekent.
verbeelding en dit gedeelte van de zienswijze van appellanten is gegrond.
Voor bedrijfsgebouwen geldt dat deze op een minimale
Het bestemmingsvlak wordt niet vergroot om de bestemmingsgrens op 5 meter
afstand van 5 meter van de bestemmingsgrens moeten
afstand van de bestaande bebouwing te situeren. Er is sprake van bestaande
15
worden gebouwd. Dit geldt ook voor bijbehorende
afstanden ten aanzien van vergunde bebouwing. In artikel 20.2 onder a is
bouwwerken, bedrijfswoningen, etc. De
opgenomen dat de bestaande afstand van vergunde bebouwing mag worden
bestemmingsgrens dient volgens appellanten op een
aangehouden als minimale afstand. Hiermee is gewaarborgd dat er geen strijdigheid
minimale afstand van 5 meter van de bestaande en
ontstaat met de bestemmingsregels.
vergunde bebouwing te worden ingetekend. Voor een deel De betreffende bepaling wordt wel nog verduidelijkt, in die zin dat expliciet wordt van de bebouwing is dit niet het geval, waardoor er
opgenomen dat deze ook geldt ten aanzien van de afstand van bestaande en
volgens appellanten strijdigheid ontstaat met de
vergunde bebouwing ten opzichte van de bestemmingsgrens. Dit onderdeel van de
planregels.
zienswijze is gegrond. Wij komen niet tegemoet aan het verzoek om het bestemmingsvlak te vergroten en dit onderdeel van de zienswijze is ongegrond.
2.3.5. Op het bestemmingsvlak ligt de dubbelbestemming
Er is geen sprake van een nieuwe dubbelbestemming, aangezien deze ook al was
‘Waarde-Archeologie’. Dit was niet het geval in het
opgenomen in het bestemmingsplan ‘Buitengebied Someren’ (2011). Ten aanzien van
bestemmingsplan ‘Buitengebied 2013’. Appellanten
deze aanduiding heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
vinden het vreemd dat in het bestemmingsplan 2014 de
(uitspraak 201109822/1/R3, d.d. 24 juli 2013) geoordeeld dat de raad zich bij de
dubbelbestemming wel weer is opgenomen. Appellanten
vaststelling van dit plan terecht heeft gebaseerd op de verrichte onderzoeken en de
kunnen zich hiermee niet verenigen. Zij stellen dat er
beschikbare documenten in het kader van archeologie.
geen ruimte is voor een geheel nieuwe
De toekenning van de archeologische dubbelbestemming heeft geen zwaarwegende
dubbelbestemming, temeer omdat het hier gaat om een
gevolgen voor het bedrijf, omdat er een aanlegvergunningenstelsel is opgenomen.
conserverend plan. Naar mening van appellanten heeft de Het gewone onderhoud en beheer binnen de bestemming ‘Agrarisch – Agrarisch toekenning van de dubbelbestemming zwaarwegende
Bedrijf’ is als gevolg daarvan uitdrukkelijk toegestaan. Er is volgens de Afdeling niet
gevolgen voor hun bedrijf.
voldoende aannemelijk gemaakt door appellanten dat het aanlegvergunningenstelsel onnodig beperkend is. Daarnaast kan een archeologisch onderzoek bij het aanvragen van een omgevingsvergunning achterwege blijven indien naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders voldoende is aangetoond dat er geen archeologische waarden meer te verwachten zijn of kunnen worden geschaad. Deze uitspraak in ogenschouw nemende, is dit onderdeel van de zienswijze van appellanten dan ook ongegrond.
2.3.6. Appellanten stellen voorts vergunningen te hebben aangevraagd in het verleden, waardoor de grond ter
In de uitspraak van de Afdeling d.d. 24 juli 2013 (201109822/1/R3) is expliciet geoordeeld dat niet valt uit te sluiten dat onder bestaande bebouwing ook trefkans
16
plaatse van het bestemmingsvlak reeds is geroerd. Er zijn bestaat op archeologische waarden. Bouw- en aanlegactiviteiten hoeven niet daardoor naar hun mening geen archeologische waarden
noodzakelijkerwijs zo diep in de grond te zijn uitgevoerd dat bij voorbaat aannemelijk
meer aanwezig.
is dat geen archeologische waarden meer zijn te verwachten. Er is dus geen reden om de archeologische dubbelbestemming te verwijderen van het perceel van appellanten en dit onderdeel van de zienswijze is daarom ongegrond.
2.3.7. Binnen het bestemmingsvlak heeft een gedeelte van het
De dubbelbestemming ‘Waarde-Archeologie’ ligt op grond van het bestemmingsplan
perceel een kruisaanduiding gekregen, maar niet de
‘Buitengebied Someren’ (2011) ook niet over het gehele bestemmingsvlak van
daadwerkelijke dubbelbestemming ‘Waarde-Archeologie’.
appellanten heen; de onderste ‘punt’ heeft geen dubbelbestemming. Dit zal worden
Dit leidt ertoe dat volgens appellanten een onduidelijke
aangepast op de verbeelding en de kruisjes worden verwijderd van de onderste punt
situatie ontstaat.
van het bestemmingsvlak. Dit onderdeel van de zienswijze van appellanten is gegrond.
2.3.8. Er bestaat volgens appellanten concrete noodzaak om
Er is weliswaar vooroverleg gevoerd in het kader van de uitbreidingsplannen van
hun bedrijf uit te breiden. Het initiatief is volgens hun
appellant, maar ten tijde van dit overleg is aangegeven dat appellant een
voldoende concreet en uitgewerkt om meegenomen te
principeverzoek moet indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Het
worden in het onderhavige bestemmingsplan. Er is een
plan ‘Buitengebied 2014’ is een conserverend bestemmingsplan en heeft slechts tot
tekening bij de zienswijze gevoegd van de nieuwe loods
doel om voor de vernietigde plandelen van het plan 'Buitengebied Someren'
en het voorgestelde bouwvlak. Appellanten stellen dat
uitvoering te geven en recht te doen aan de uitspraak van de Afdeling. Nieuwe
hun plan dermate concreet is dat de ruimtelijke
ontwikkelingen, waarvan de uitwerking nog niet vaststaat en ten behoeve waarvan
aanvaardbaarheid beoordeeld kan worden en dat er
nog geen onderzoeken zijn verricht en/of geen belangenafweging is gemaakt, worden
ruimte moet worden geschapen bij de vaststelling van het daarbij niet meegenomen. Dit wordt specifiek in de toelichting opgenomen. plan voor de gewenste uitbreiding.
Het initiatief van appellant om het bestemmingsvlak uit te breiden, is aan te merken als een nieuwe ontwikkeling en kan derhalve niet worden meegenomen in het onderhavige bestemmingsplan. Dit onderdeel van de zienswijze is dan ook ongegrond.
17
Goorts & Coppens Advocaten, namens de heer F. Knoops, Beliënberkdijk 21, 5712 SE Someren, d.d. 7 april 2014, ingekomen op 9 april 2014. 2.4.1 Appellanten stellen dat er geen sprake is van een goede
Appellant heeft niet nader gemotiveerd waarom er naar zijn mening geen sprake is
ruimtelijke ordening op grond van artikel 3:46 en 3:47
van een goede ruimtelijke ordening. In het ontwerpbestemmingsplan is de juiste
van de Algemene wet bestuursrecht.
bestemming opgenomen op het perceel van appellant, conform het postzegelbestemmingsplan dat destijds voor zijn locatie is opgesteld. Dit deel van de zienswijze van appellant is niet gegrond.
2.4.2 Het gedeelte van het bouwblok waar appellant zijn bedrijf
In het betreffende postzegelbestemmingsplan ‘Beliënberkdijk 21’ is in de
in decoratietakken exploiteert, is op de verbeelding
bestemmingsomschrijving ook niet expliciet opgenomen dat er een boomteeltbedrijf is
aangeduid als ‘bomenteelt’. In de planregels is dit echter
toegestaan ter plaatse. Sterker nog: er is zelfs geen definitie van boomteelt of
niet opgenomen, waardoor naar mening van appellant
agrarisch bedrijf in het plan opgenomen. Uit de toelichting van het
zijn bedrijf en de daaraan gerelateerde bebouwing onder
postzegelbestemmingsplan en de onderliggende stukken blijkt dat de opslag en
het overgangsrecht worden gebracht.
bewerking van de kronkelhazelaars en –wilgen tot decoratietakken de activiteiten zijn die binnen de loods met de aanduiding ‘bomenteelt’ worden uitgeoefend. Het was dan ook de bedoeling om deze activiteiten planologisch te regelen door middel van het postzegelbestemmingsplan. In feite dekt de aanduiding ‘bomenteelt’ de lading onvoldoende. Wij nemen dan ook in de regels op dat ter plaatse van de specifieke aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch bedrijf- decoratietakken’ de opslag en bewerking van ter plaatse gekweekte takken tot decoratietakken wordt toegestaan, om de activiteiten alsnog te voorzien van een planologische regeling die de lading volledig dekt. De ondergeschikte verkoop van decoratietakken is op grond van de bestemmingsomschrijving van ‘Agrarisch – Agrarisch Bedrijf’ rechtstreeks toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 50 m2. Dit onderdeel van de zienswijze is gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
2.4.3 In artikel 20.2 is een regeling opgenomen voor bestaande
Artikel 20.2 sub a wordt verduidelijkt.
18
afstanden en maten. In dit artikel wordt echter niet
Artikel 20.2 sub a komt als volgt te luiden: ‘indien de afstanden tot de
expliciet aangegeven dat het ook geldt voor de minimale
bestemmingsgrens, hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande
afstand tot de bestemmingsgrens. Omdat de bebouwing
bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de
van appellant op 3 meter afstand van de
Wabo op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer,
bestemmingsgrens ligt (en daarom niet voldoet aan de
respectievelijk minder bedragen dan in gevolge het in hoofdstuk 2 bepaalde, mogen
minimale afstand van 5 meter), verzoekt hij om het
deze maten en hoeveelheden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar
betreffende artikel te wijzigen zodat het ook geldt bij
worden aangehouden’.
overschrijding van de minimale afstand tot de
Dit onderdeel van de zienswijze van appellant is gegrond.
bestemmingsgrens.
19
A. Dekkers, Berkeindje 9, 5715 RD Lierop, vertegenwoordigd door Crijns Rentmeesters, Witvrouwenbergweg 12, 5711 CN Someren, gedateerd 8 april 2014, ontvangen 9 april 2014 2.5.1 Op het bestemmingsvlak plaatselijk bekend Berkeindje 9
Op 3 december 1969 is bouwvergunning verleend voor het oprichten van een
zijn twee bouwvergunningen verleend voor twee
woonhuis plaatselijk bekend Vaarsehoefweg 31. Op 2 juli 1999 is bouwvergunning
verschillende woningen. In het ter inzage liggende
verleend voor het verbouwen van een boerderij tot woning (plaatselijk bekend
ontwerpbestemmingsplan wordt slechts één
Berkeindje 9). Deze tweede bedrijfswoning is mogelijk gemaakt door het verlenen van
bedrijfswoning toegestaan.
een vrijstelling op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De provincie heeft daarvoor op 26 mei 1999 een verklaring van geen bezwaar afgegeven. Vaststaat dat twee bouwvergunningen zijn verleend voor twee verschillende woningen. Legale bouwwerken dienen in beginsel als zodanig te worden bestemd. Dit uitgangspunt kan onder meer uitzondering vinden indien een dienovereenkomstige bestemming op basis van nieuwe inzichten niet langer in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en het belang bij de beoogde nieuwe bestemming zwaarder weegt dan de gevestigde rechten en belangen. Daarnaast moet aannemelijk zijn dat er concreet zicht bestaat op verwijdering van de bouwwerken. Van beide omstandigheden is in dit geval geen sprake. Het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat ter plaatse twee bedrijfswoningen zijn toegestaan.
20
De heer en mevrouw J. van Bussel, Hanekampweg 15, 5715 RA Lierop, d.d. 3 april 2014, ingekomen op 7 april 2014. 2.6.1
Appellanten willen de twee woningen koppelen door
Door het toepassen van de systematiek om voor iedere woning met bijgebouw een
middel van twee aaneengebouwde bijgebouwen. Door het
bestemmingsvlak te hanteren wordt voorkomen dat er onduidelijkheden kunnen
toepassen van de systematiek om voor iedere woning met ontstaan. bijgebouw een eigen bestemmingsvlak te hanteren met inachtneming van de afstandsmaten kan de wens van
Op deze locatie zijn de woningen met bouwvergunning gerealiseerd. Voor het
appellanten geen doorgang hebben. Appellanten geven
bestaande bijgebouw is een bouwvergunning verleend, maar voor het nog te
aan te kunnen leven met twee bestemmingsvlakken,
realiseren bijgebouw niet. Door de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van
maar dan zodanig dat de grens loopt tussen de
de Raad van State op het bestemmingsplan Buitengebied Someren, dienen beide
geschakelde geplande bijgebouwen.
woningen opgenomen te worden in het bestemmingsplan Buitengebied 2014. De wijze waarop de woningen opgenomen worden in het bestemmingsplan is aan de gemeente. Hierbij respecteert de gemeente de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van het Raad van State. Dit betekent dat beide woningen positief bestemd zijn en dat er bij de woning een bijgebouw opgericht mag worden. De systematiek van onze bestemmingsplannen is dat per bestemmingsvlak één woning gerealiseerd mag worden. Voor deze specifieke locatie is het bestemmingsvlak dan ook opgedeeld in twee delen, waarbij er voor gezorgd is dat één woning met het bijbehorende bijgebouw in het ene bestemmingvlak komt te liggen en de andere woning met een nog te realiseren bijgebouw in het andere bestemmingsvlak komt te liggen. Hierbij worden de afstandsmaten tot de bestemmingsgrens in acht genomen. Het bouwen van twee bijgebouwen aan elkaar heeft geen meerwaarde voor de functionaliteit van de bijgebouwen en leidt niet tot een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Door de bijgebouwen op een afstand van minimaal 10 meter (beide bijgebouwen op een afstand van 5 meter van de bestemmingsgrens) van elkaar te plaatsen wordt juist een ruimtelijke uitstraling
21
gecreëerd die wenselijk is in het buitengebied. Het perceel is groot genoeg om bij de twee woningen twee losse bijgebouwen te realiseren. Er is geen dringende noodzaak om aan de zienswijze tegemoet te komen. De zienswijze geeft dan ook geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
22
Hosey B.V. en de heer F.A.M. Smeijers, p.a. Hoijse Hoeve, Hoijserstraat 20, 5711 PV Someren, vertegenwoordigd door Driessen Advies & Beheer, Witvrouwenbergweg 12, 5711 CN Someren, gedateerd 9 april 2014, ontvangen 9 april 2014 2.7.1 Appellant wenst dat zijn uitbreidingplannen opgenomen worden in dit bestemmingsplan.
De gemeente is bekend met de uitbreidingsplannen van appellant. Met een collegeadvies van 6 november 2008 en van 3 juni 2010 heeft het college van burgemeester en wethouders te kennen gegeven in beginsel medewerking te willen verlenen maar dat hiervoor een ruimtelijke onderbouwing dient te worden aangeleverd. Appellant is hierop herhaaldelijk gewezen maar tot op heden is de ruimtelijke onderbouwing nog niet overgelegd. Er is derhalve niet gebleken van concrete bouwplannen, waardoor wij besloten hebben niet meer bouwmogelijkheden in het plan mogelijk te maken. Bij uitspraak van 24 juli 2013 (zaaknummer 201109822/1/R3) heeft de Raad van State ons gevolgd in deze argumentatie.
2.7.2 Appellant heeft bezwaar tegen de lagere goot- en nokhoogte in vergelijking met het vigerende plan.
Het vigerende plan is het plan ‘Buitengebied 1998’. In dit plan zijn de maximaal toegestane bouwhoogte en goothoogte voor bedrijfsgebouwen respectievelijk 8 meter en 4,5 meter. In het plan ‘Buitengebied 2014’ zijn de maximaal toegestane bouwhoogte en goothoogte voor bedrijfsgebouwen respectievelijk 10 meter en 6 meter. Als het gaat om bedrijfswoningen zijn de maximaal toegestane bouwhoogte en goothoogte in het plan ‘Buitengebied 1998’ respectievelijk 10 meter en 6 meter. In het plan ‘Buitengebied 2014’ zijn de maximaal toegestane bouwhoogte en goothoogte voor bedrijfsgebouwen eveneens respectievelijk 10 meter en 6 meter. Ten aanzien hiervan zijn de bouwmogelijkheden dus vergroot in plaats van verkleind. Met een afwijkingsbevoegdheid kan in het plan ‘Buitengebied 2014’ een
23
omgevingsvergunning worden verleend voor een maximale hoogte en goothoogte van respectievelijk 12 meter en 6,5 meter. In het plan ‘Buitengebied 1998’ was dit respectievelijk 12,5 meter en 7,5 meter. Ons is niet gebleken van dringende redenen om de bouwmogelijkheden ter plaatse te verkleinen. Naar aanleiding van de zienswijze wordt het plan op dit punt aangepast en in lijn gebracht met het plan ‘Buitengebied 1998’. 2.7.3 Appellant stelt het op prijs als in de
Appellant geeft niet expliciet aan om welke voorzieningen het precies gaat. Het is ons
doeleindenomschrijving tot uitdrukking wordt gebracht
onbekend wanneer deze voorzieningen zijn geplaatst danwel de activiteiten zijn
dat onder horeca ook valt de bijbehorende speel-, sport-
aangevangen. Het plan ‘Buitengebied 2014’ is een conserverend bestemmingsplan en
en recreatievoorzieningen.
heeft slechts tot doel om voor de vernietigde plandelen van het plan 'Buitengebied Someren' uitvoering te geven en recht te doen aan de uitspraak van de Afdeling. Nieuwe ontwikkelingen, waarvan de uitwerking nog niet vaststaat en ten behoeve waarvan nog geen onderzoeken zijn verricht en/of geen belangenafweging is gemaakt, worden daarbij niet meegenomen. Om bovenstaande redenen is ervoor gekozen het bestemmingsplan op dit punt niet aan te passen.
2.7.4 Appellant stelt dat met artikel 8.4 onder e het gebruik van Artikel 8.4 onder e is inderdaad strijdig met de doeleindenomschrijving en wordt andere bebouwing dan de in dit artikel genoemde
verwijderd. Ons toeristisch-recreatief beleid is verwoord in de beleidsnota ‘De kracht
voorzieningen, worden uitgesloten. Dit is in strijd met de
van toerisme’, vastgesteld door de raad op 15 december 2010. Op grond van de
doeleindenomschrijving van dit artikel. Daarnaast willen
beleidsnota ligt Hoijserstraat 20 in de zone ‘toeristisch-recreatieve zone in combinatie
appellanten de mogelijkheid hebben om ter plaatse in de
met natuur’. Kleinschalig kamperen is in dit gebied beleidsmatig gezien gewenst. Om
toekomst bij het bedrijf te laten kamperen.
deze reden wordt aan artikel 8 een afwijkingsbevoegdheid toegevoegd die het (onder voorwaarden) met een omgevingsvergunning mogelijk maakt te kamperen.
24
De heer E. Couperus, Houwenberg 3A, 5958 PE Grashoek en Van de Laar & Couperus Holding B.V., Kanaaldijk Zuid 40, 5712 BJ Someren, vertegenwoordigd door Goorts & Coppens B.V., Kerkstraat Zuid 19, 5701 PL te Helmond, gedateerd 8 april 2014, ontvangen 8 april 2014 2.8.1 Appellanten stellen dat het perceel op dit moment een
Aan het bestemmingsvlak plaatselijk bekend Kanaaldijk-Zuid 38 is de bestemming
paardenhouderij en een manege worden geëxploiteerd.
‘Agrarisch – agrarisch bedrijf’ toegekend. De betreffende gronden zijn (onder meer)
Bij de paardenhouderij ligt het accent op het
bestemd voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf.
bedrijfsmatig houden en stallen van paarden (paardenstalling en paardenpension) en het
Het bestemmingsplan maakt onderscheid tussen een productiegerichte
voortbrengen, africhten, trainen en verhandelen van
paardenhouderij, gebruiksgerichte paardenhouderij en een manege. Op grond van
paarden. Appellanten stellen bovenstaande activiteiten
artikel 1.140 is een productiegerichte paardenhouderij ‘een paardenhouderij waar
positief zijn bestemd en vragen indien deze conclusie niet
uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan of met paarden worden verricht die
terecht is, om een positieve bestemming van dit gebruik.
primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten, trainen en verhandelen van paarden.’ Een agrarisch bedrijf is, op grond van artikel 1.14, ‘een inrichting die tot een, krachtens artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer behoort en die gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf, een veehouderij, een glastuinbouwbedrijf of een overig agrarisch bedrijf.’ Op grond van bovenstaande definities is een productiegerichte paardenhouderij een vorm van een agrarisch bedrijf. Appellant stelt dat aan Kanaaldijk-Zuid 38 het accent ligt op het bedrijfsmatig houden en stallen van paarden (paardenstalling en paardenpension) en het voortbrengen, africhten, trainen en verhandelen van paarden. Het voortbrengen, africhten, trainen en verhandelen van paarden valt onder de definitie van productiegerichte paardenhouderij en is daarmee passend binnen de bestemming ‘Agrarisch – agrarisch
25
bedrijf. Het (louter) houden en stallen van paarden is echter niet passend binnen de bestemming ‘Agrarisch – agrarisch bedrijf’. In dit kader is de definitie ‘gebruiksgerichte paardenhouderij’ van belang (artikel 1.80): ‘een paardenhouderij waar het accent ligt op het bedrijfsmatig houden en stallen van paarden en pony’s met als ondergeschikte nevenactiviteit het fokken en africhten ervan. Voorbeelden zijn: stalhouderijen en paardenpensions’. Op grond van artikel 1.17 is een gebruiksgerichte paardenhouderij een agrarisch verwant bedrijf en past derhalve niet binnen de bestemming ‘agrarisch – agrarisch bedrijf’. Een manege is op grond van artikel 1.108 ‘een dagrecreatief bedrijf waarvan de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het op eigen terrein binnen of buiten een gebouw gelegenheid geven tot het beoefenen van de paardensport, het geven van instructie in diverse disciplines aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf of aan derden met eigen paarden en het al dan niet bieden van huisvesting en verzorging van paarden, met de daarbij behorende ondergeschikte en ondersteunende functies, voorzieningen en activiteiten.’ Een manege is, gezien de (dag)recreatieve aard van de functie, passend binnen de bestemming ‘recreatie’ en past niet binnen de bestemming ‘Agrarisch – agrarisch bedrijf’. De door appellanten genoemde activiteiten (productiegerichte paardenhouderij, gebruiksgerichte paardenhouderij en manege) vinden alle plaats in een bedrijfsgebouw dat op 5 december 1973 is vergund. Dit gebouw is destijds vergund als broederij en opslagruimte. Omdat het gebouw derhalve niet is vergund ten behoeve van de agrarisch verwante activiteiten en/ of de manege kan hierin geen aanleiding gevonden worden om dit gebruik positief te bestemmen. Appellanten leveren in de zienswijze geen bewijsstukken aan van het omschreven
26
feitelijk gebruik. Niet wordt aangetoond of en hoe lang dit feitelijk gebruik reeds plaatsvindt. Het plan ‘Buitengebied 2014’ is een conserverend bestemmingsplan en heeft slechts tot doel om voor de vernietigde plandelen van het plan 'Buitengebied Someren' uitvoering te geven en recht te doen aan de uitspraak van de Afdeling. Nieuwe ontwikkelingen, waarvan de uitwerking nog niet vaststaat en ten behoeve waarvan nog geen onderzoeken zijn verricht en/of geen belangenafweging is gemaakt, worden daarbij niet meegenomen. Om bovenstaande redenen is ervoor gekozen het bestemmingsplan op dit punt niet aan te passen. 2.8.2 Appellanten verzoeken om in het bestemmingsplan op te
Elementair is de vraag of in het bestemmingsplan terecht de aanduiding
nemen dat reeds gerealiseerde kwetsbare objecten in het
‘veiligheidszone – bevi’ met bijbehorende regels zijn opgenomen. Hiertoe overwegen
bestemmingsplan zijn toegestaan en dus niet onder het
wij het volgende.
overgangsrecht worden gebracht. Op 31 december 2009 is tijdens een controle geconstateerd dat de betreffende propaantank van 18 m3 is verwijderd en is vervangen door een nieuwe propaantank, met een inhoud van 3 m3. De afstand van de tank tot de woning aan Kanaaldijk-Zuid 38 is 5,20 m1. Deze woning behoort tot de inrichting. Omdat de tank een kleinere inhoud heeft dan 13 m3, valt deze niet onder de werkingssfeer van het Bevi. Wel is het Activiteitenbesluit van toepassing. Omdat de tank en de woning plaatselijk bekend Kanaaldijk-Zuid 38 tot dezelfde inrichting behoren, dient de minimale afstand van een object binnen de inrichting tot een propaanreservoir op grond van het Rarim (Activiteitenregeling milieubeheer) en de PGS 19, ten minste 3 m1 te bedragen. Aan deze afstand wordt voldaan. Omdat de tank niet onder het Bevi valt en voldoet aan de vereiste afstand op grond van het Rarim, is besloten de aanduiding ‘veiligheidszone – bevi’ ter plaatse te verwijderen. De zienswijze is op dit punt gegrond.
27
2.8.3 De machinale houtzagerij is in de planregels gekoppeld
Op de verbeelding is de machinale houtzagerij ingetekend op het bestemmingsvlak
aan Kanaaldijk-Zuid 40. Appellanten wensen dat de
dat plaatselijk is bekend als Kanaaldijk-Zuid 38. Het bestemmingsplan wordt naar
houtzagerij gekoppeld wordt aan Kanaaldijk-Zuid 38.
aanleiding van deze zienswijze op dit punt aangepast. De zienswijze is op dit punt gegrond.
28
E. van Heugten (transport Van Heugten), Kerkendijk 152a, 5712 EZ Someren, d.d. 5 april 2014, ingekomen 9 april 2014. 2.9.1 De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is Appellant stelt dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft volgens appellant van mening dat het
geoordeeld dat het melktransportbedrijf kan worden aangemerkt als agrarisch
melktransportbedrijf een agrarisch verwant bedrijf is en
verwant bedrijf. Het had dan ook in de rede gelegen om te onderzoeken of en onder
dat de bestemming ‘Bedrijf’ daarom toegekend had
welke omstandigheden het melktransportbedrijf kon worden toegestaan
moeten worden. Hij kan dan ook niet instemmen met de
(rechtsoverweging 55.4, uitspraak nummer 201109822/1/R3, d.d. 24 juli 2013). Uit
bestemming ‘Wonen+’ die is toegekend op grond van het
deze rechtsoverweging blijkt naar onze mening niet dat het melktransportbedrijf per
ontwerpbestemmingsplan.
definitie aangemerkt moet worden als agrarisch verwant bedrijf. De Afdeling oordeelt immers dat er sprake kan zijn van een agrarisch verwant bedrijf en dat in ieder geval onderzocht had moeten worden of en onder welke omstandigheden het bedrijf kan worden toegestaan. In het kader van het onderhavige bestemmingsplan is alsnog onderzocht of er een planologische regeling opgenomen kan worden ten aanzien van het melktransportbedrijf en onder welke voorwaarden dit mogelijk is. Omdat ‘Wonen+’ niet is bedoeld voor het mogelijk maken transportactiviteiten bij een woonbestemming, hebben we gezocht naar een andere manier om het melktransportbedrijf positief te bestemmen. Een agrarisch verwant bedrijf is als volgt gedefinieerd: ‘een bedrijf met een verwantschap aan de agrarische sector, waarin gebruik wordt gemaakt van land- en tuinbouwmethoden, dieren worden gehuisvest of werkzaamheden voor agrarische bedrijven worden verricht met behulp van landbouwwerktuigen met uitzondering van mestbewerking. Voorbeelden zijn: dierenasiels, -pensions en -klinieken, gebruiksgerichte paardenhouderijen, groencomposteringsbedrijven, hondenkennels, hoveniersbedrijven, paardenpensions, stalhouderijen, inclusief verhuurbedrijven voor landbouwwerktuigen, veehandelsbedrijven en proefbedrijven’.
29
Een melktransportbedrijf valt niet onder deze definitie. Er wordt immers geen gebruik gemaakt van land- en tuinbouwmethoden, er worden geen dieren gehuisvest en er worden geen werkzaamheden voor agrarische bedrijven verricht met behulp van landbouwwerktuigen. Er is echter wel sprake van een verwantschap met de agrarische sector, omdat er een agrarisch product (melk) wordt vervoerd. Vandaar dat er een parallel te trekken is met de regeling die in de vastgestelde versie van de Verordening ruimte 2014 is opgenomen in het kader van agrarisch-technisch hulpbedrijf: ‘bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het leveren van goederen en diensten aan agrarische bedrijven of dat agrarische producten bewerkt, vervoert of verhandelt, zoals loonwerkbedrijven, bedrijven voor mestopslag en –handel, veetransport en veehandel, met uitzondering van mestbewerking’. Hier zou het melktransportbedrijf wel onder geschaard kunnen worden. Wij kennen echter het begrip agrarisch-technisch hulpbedrijf niet, vandaar dat wij de omschrijving voor dit bedrijf specifiek opnemen in het bestemmingsplan. De bestemming ter plaatse van Kerkendijk 152A wordt daarom ‘Bedrijf’. In de tabel met toegestane bedrijfsvormen wordt specifiek opgenomen dat hier alleen een bedrijf is toegestaan voor melkvervoer. De oppervlakte bedrijfsbebouwing wordt begrensd op maximaal 160 m2 met een bouwhoogte van 6,80 meter en een goothoogte van 4 meter. dit komt overeen met de bestaande omvang en maatvoeringen. De zienswijze van appellant is ten aanzien van dit onderdeel gegrond en leidt in zoverre tot aanpassing van het plan. 2.9.2 De begripsomschrijving van een agrarisch verwant bedrijf
Er is geen verschil tussen de begripsomschrijving van ‘agrarisch verwant bedrijf’ in het
is aangepast ten opzichte van het bestemmingsplan
bestemmingsplan ‘Buitengebied Someren’ (2011) en het onderhavige
‘Buitengebied Someren’ (2011).
bestemmingsplan. In de toelichting van het bestemmingsplan van 2011 is in paragraaf 2.3 de definitie van een agrarisch verwant bedrijf opgenomen. Dit is de definitie die letterlijk is
30
overgenomen in de begripsomschrijvingen, dus er is geen verschil tussen de toelichting en de regels. Daarnaast zijn de regels juridisch bindend en is dit ten aanzien van de toelichting niet het geval. Ten aanzien van deze zienswijze kunnen wij appellant niet volgen en dit onderdeel van de zienswijze is ongegrond.
31
A.L.M. van Heugten, M.L.L. van Heugten en B.J.M. van Heugten (Houtbewerkingsbedrijf Van Heugten v.o.f.), Kerkendijk 154 en 156, 5712 EZ SomerenHeide, d.d. 5 april 2014, ingekomen 9 april 2014. 2.10.1
Volgens appellanten had er een bedrijfsbestemming die
In de uitspraak van de Afdeling is aangegeven (rechtsoverweging 18.4, uitspraak
de timmerwerkplaats mogelijk maakt, moeten worden
201109822/1/R3, d.d. 24 juli 2013) dat de raad onvoldoende onderzoek heeft
toegekend. De gemeente Someren was volgens hun op
gedaan naar het toekennen van een bestemming die het timmerbedrijf mogelijk
de hoogte van de bedrijfsactiviteiten en heeft nooit een
maakt. Bij de vaststelling van het onderhavige bestemmingsplan is dit onderzoek
procedure gestart om deze te beëindigen. De Afdeling
alsnog gedaan. Dit heeft echter niet geresulteerd in het aanpassen van de
bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft volgens woonbestemming in een bedrijfsbestemming. appellant aan de raad opgedragen om de bestemming aan te passen.
Er is op verschillende momenten correspondentie geweest over het timmerbedrijf. In 1994 is geconstateerd dat er een timmerbedrijf wordt uitgeoefend en toen is al aangegeven dat de bedrijfsactiviteiten in strijd waren met de geldende agrarische bestemming. Hier is een aanschrijving op gevolgd, waarbij er een termijn van 6 maanden is gegeven om de houtbewerkingsactiviteiten te staken. Appellanten hebben destijds aangegeven dat zij het timmerbedrijf hobbymatig uitoefenen en dat er geen intentie is om bedrijfsmatig aan de slag te gaan. De procedure om het bedrijf te staken was al ingezet, maar appellant heeft toen aangegeven niet bedrijfsmatig te willen gaan handelen en de procedure is naar aanleiding daarvan stopgezet. In 2008 heeft vervolgens wederom een controle plaatsgevonden, waarbij de strijdigheid met de bestemming wederom is geconstateerd. In de betreffende brief is aangegeven dat de gemeente bezig is met voorbereidende werkzaamheden voor de algehele herziening van het bestemmingsplan. De mogelijkheid voor het toekennen van een bedrijfsbestemming wordt in deze brief ook aangegeven. Het college stelt echter niet dat er met zekerheid een bedrijfsbestemming zal worden toegekend. Er kan immers geen enkel recht worden ontleend aan het voornemen, zoals ook in de
32
brief staat. Hierdoor is er geen sprake van een concrete en ondubbelzinnige toezegging dat er een bedrijfsbestemming wordt toegekend aan Kerkendijk 154. De zienswijze is op dit onderdeel ongegrond. 2.10.2
De percelen liggen in de bebouwingsconcentratie,
In de toelichting van het bestemmingsplan ‘Buitengebied Someren’ (2011) is een
hetgeen volgens appellanten inhoudt dat de
paragraaf opgenomen in het kader van de niet-agrarische bedrijvigheid in het
bedrijfsactiviteiten passend zijn in het gebied. Op grond
buitengebied. In deze paragraaf wordt aangegeven dat het uitgangspunt is dat niet-
van de toelichting bij het bestemmingsplan ‘Buitengebied
agrarische en niet-agrarisch verwante bedrijven op het bedrijventerrein thuis horen.
Someren’ (2011) worden timmerbedrijfjes volgens
Voor kleine zelfstandigen die beperkte opslag aan huis hebben en die niet onder een
appellanten genoemd als bedrijvigheid die is toegestaan.
zware milieucategorie vallen, zou in het buitengebied wel mogelijkheid moeten zijn om hun bedrijvigheid uit te oefenen. In de regels is daarom ‘Wonen+’ geïntroduceerd. Deze regeling ziet op de kleine bedrijfjes in de milieucategorieën 1 en 2, waarbij een beperkte opslag aan huis plaatsvindt. Timmerbedrijfjes worden weliswaar genoemd als voorbeeld, maar ten aanzien van een timmerbedrijf is sprake van minimaal milieucategorie 3.1, op basis van de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’. Bij een grotere oppervlakte dan 200 m2 is zelfs sprake van milieucategorie 3.2. Timmerbedrijven waar feitelijke werkzaamheden worden uitgeoefend, en waar dus onder meer geluid wordt geproduceerd, kunnen niet onder categorie 2 vallen. Omdat het bedrijf van appellanten in milieucategorie 3 valt, is het niet passend in het buitengebied. De toelichting van een bestemmingsplan is daarnaast niet juridisch bindend. De regels en verbeelding vormen het juridisch bindend deel van een bestemmingsplan. Op grond van de regels is de vestiging van categorie 3 bedrijven niet toegestaan; bij Wonen+ mag maximaal milieucategorie 2. Appellanten stellen voorts dat er in de omgeving een houtkrullen en houtmotverwerkend bedrijf aanwezig is. Hoewel niet duidelijk aangegeven is welk bedrijf dit betreft, gaan wij ervan uit dat appellant op Martens houtvezels (Nieuwendijk 126) doelt. Dit is echter een bedrijf dat op grond van het
33
bestemmingsplan ‘Buitengebied 1998’ al als zodanig bestemd was. Deze bestemming is overgenomen in het bestemmingsplan ‘Buitengebied Someren’. Dit bedrijf heeft tot slot een eigen bestemmingsplanprocedure doorlopen. Dit onderdeel van de zienswijze is ongegrond. 2.10.3
In de voorbereiding van het bestemmingsplan
Zoals reeds is weergegeven onder 2.10.1, kunnen wij appellanten niet volgen in hun
‘Buitengebied Someren’ (2011) is naar mening van de
stelling dat er nergens in de procedure is aangegeven dat de activiteiten ongewenst
appellanten de indruk gewekt dat de bestemming
zijn. Dit is immers wel het geval. In de brief die is gestuurd in 2008 is namelijk
aangepast zou worden. Appellanten stellen dat er
gesteld dat de activiteiten in strijd zijn met het bestemmingsplan.
nergens in de procedure is aangegeven dat de
Dit onderdeel van de zienswijze is ongegrond.
activiteiten ongewenst zijn. 2.10.4
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Er is geen sprake van vernietiging omdat er een bedrijfsbestemming toegekend had
heeft volgens appellanten het bestemmingsplan
moeten worden. Het bestemmingsplan is ter plaatse van Kerkendijk 154 en 156
vernietigd voor hun perceel omdat er een
vernietigd omdat er geen onderzoek heeft plaatsgevonden naar de mogelijkheden
bedrijfsbestemming toegekend had moeten worden. De
voor het toekennen van een bestemming die het timmerbedrijf toestaat. Dit
activiteiten passen daarnaast naar mening van
onderzoek is alsnog verricht bij de totstandkoming van het onderhavige
appellanten in het buitengebied, het levert geen
bestemmingsplan en wij komen hierbij tot de conclusie dat er geen
noemenswaardige hinder op en het kan gelegaliseerd
bedrijfsbestemming wordt toegekend aan de locatie van appellanten.
worden. Appellanten stellen tot slot dat dit rechten aan
In het kader van de totstandkoming van het bestemmingsplan ‘Buitengebied
hun bedrijf geeft, waarover de Afdeling ook jurisprudentie Someren’ (2011) zijn geen nieuwe ontwikkelingen meegenomen vanwege het heeft gevormd.
conserverend karakter. Dit geldt ook voor het onderhavige bestemmingsplan. Daarnaast is het beleid in het bestemmingsplan geformuleerd dat niet-agrarische of niet-agrarisch verwante bedrijven slechts passend zijn in het buitengebied wanneer zij reeds in het vorige bestemmingsplan als zodanig waren bestemd. Nieuwe nietagrarische en niet-agrarisch verwante bedrijven zijn dan ook niet toegestaan. Uitzondering op deze regel zijn de kleine bedrijfjes in de milieucategorieën 1 en 2, die onder de noemer Wonen+ kunnen worden geschaard. In dit geval is echter geen sprake van een bedrijf in de categorie 1 of 2, maar is sprake van een categorie 3 bedrijf. Dergelijke bedrijven passen niet in het buitengebied en daarom is dit onderdeel van de zienswijze ongegrond.
34
2.10.5. Volgens appellanten is de woning op het perceel
Door de aanduiding ‘noodwoning’ is de bestaande woning aan Kerkendijk 156
Kerkendijk 156 onterecht aangeduid als noodwoning. De
mogelijk gemaakt. Er worden alleen geen uitbreidingsmogelijkheden gegeven. De
boerderij is volgens hun gebouwd als
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de reed in
ontginningsboerderij.
redelijkheid deze aanduiding heeft toegekend. Op grond van het voorgaande plan is de woning ook al aangeduid als noodwoning en deze aanduiding is overgenomen. Daarnaast is er geen bouwvergunning aanwezig voor de noodwoning; een notariële akte is niet met een vergunning gelijk te stellen. Dit onderdeel van de zienswijze is ongegrond.
2.10.6. Naar mening van appellanten heeft de Afdeling gesteld dat de bestemming van Kerkendijk 154 en 156 moet
Wij kunnen appellant niet volgen in deze redenering. De Afdeling heeft geoordeeld (rechtsoverweging 18.4) dat de raad ten onrechte niet heeft onderzocht of er
worden aangepast. Kerkendijk 154 moet volgens hun een mogelijkheden zijn voor een bestemming die het timmerbedrijf toelaat. Zoals in het bedrijfsbestemming krijgen, met de aanduiding
voorgaande uiteengezet, is bij de totstandkoming van het onderhavige
timmerwerkplaats (categorie 3) en Kerkendijk 156 moet
bestemmingsplan alsnog onderzoek verricht en geconcludeerd dat er geen
ook een bedrijfsbestemming krijgen met dezelfde
mogelijkheden zijn voor het toekennen van een bedrijfsbestemming.
aanduiding.
Ten aanzien van de noodwoning (Kerkendijk 156) heeft de Afdeling geoordeeld dat de aanduiding terecht is toegekend. Dit onderdeel van de zienswijze is ongegrond.
35
De heer en mevrouw W.M.J. Looijmans, Kerkendijk 168, 5712 EZ Someren, vertegenwoordigd door Driessen Advies & Beheer, Witvrouwenbergweg 12, 5711 CN Someren, gedateerd 9 april 2014, ontvangen 9 april 2014 2.11.1 Appellanten verzoeken om de loonwerkzaamheden als
Op 6 maart 1997 hebben burgemeester en wethouders bouwvergunning verleend
agrarisch verwant bedrijf te bestemmen. Dit biedt meer
voor een veldschuur. In bijbehorend collegeadvies is vermeld dat het bouwplan is
gebruiks- en herbestemmingsmogelijkheden en spoort
bedoeld voor het loonwerkersbedrijf. Daarom voldoet het bouwplan niet aan het
beter bij het feitelijk gebruik want de heer Looijmans is
bestemmingsplan. Omdat eerder (in 1994) is besloten medewerking te verlenen aan
ook veehandelaar en transporteur.
dit bouwplan en omdat de loonwerkzaamheden mogelijk zouden worden gemaakt in het (destijds) nog vast te stellen bestemmingsplan Buitengebied 1998 is besloten bouwvergunning te verlenen voor de veldschuur van 568 m2. Op 16 oktober 1997 heeft de heer Looijmans een aanvraag bouwvergunning ingediend voor een wasplaats van 255 m2. In het collegeadvies naar aanleiding van deze aanvraag wordt (net als in het collegeadvies van de veldschuur) overwogen dat de aanvraag niet voldoet aan het bestemmingsplan maar dat, vooruitlopend op het nieuwe bestemmingsplan ‘Buitengebied 1998’ medewerking verleend kan worden aan het bouwplan omdat loonwerk als nevenactiviteit zal worden toegestaan. Op 12 december 1997 is de bouwvergunning voor een wasplaats van 255 m2 verleend. Voornoemde vergunningen zijn in dit bestemmingsplan gerespecteerd door in de regels en verbeelding op te nemen dat aan Kerkendijk 168 een loonwerkbedrijf is toegestaan van 823 m2. Appellanten verzoeken om de mogelijkheden ter plaatse te verbreden naar ‘agrarisch verwant bedrijf’. Een agrarisch verwant bedrijf is op grond van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ een ‘bedrijf met een verwantschap aan de
36
agrarische sector, waarin gebruik wordt gemaakt van land- en tuinbouwmethoden, dieren worden gehuisvest of werkzaamheden voor agrarische bedrijven worden verricht met behulp van landbouwwerktuigen met uitzondering van mestbewerking. Voorbeelden zijn: dierenasiels, -pensions en –klinieken, gebruiksgerichte paardenhouderijen, groencomposteringsbedrijven, hondenkennels, hoveniersbedrijven, paardenpensions, stalhouderijen, inclusief verhuurbedrijven voor landbouwwerktuigen, veehandelsbedrijven en proefbedrijven.’ Een agrarisch verwant bedrijf omvat dus veel meer dan ‘alleen’ een loonwerkbedrijf. Mochten we alle mogelijkheden van een agrarisch verwant bedrijf ter plaatse mogelijk willen maken, dan dient eerst een belangenafweging plaats te vinden. Het plan ‘Buitengebied 2014’ is een conserverend bestemmingsplan en heeft slechts tot doel om voor de vernietigde plandelen van het plan 'Buitengebied Someren' uitvoering te geven en recht te doen aan de uitspraak van de Afdeling. Nieuwe ontwikkelingen, waarvan de uitwerking nog niet vaststaat en ten behoeve waarvan nog geen onderzoeken zijn verricht en/of geen belangenafweging is gemaakt, worden daarbij niet meegenomen. De veehandels- en transportactiviteiten zijn niet als zodanig bekend bij de gemeente. Ook hiervoor geldt dat het plan ‘Buitengebied 2014 een conserverend bestemmingsplan is. Het heeft slechts tot doel om voor de vernietigde plandelen van het plan 'Buitengebied Someren' uitvoering te geven en recht te doen aan de uitspraak van de Afdeling. Nieuwe ontwikkelingen, waarvan de uitwerking nog niet vaststaat en ten behoeve waarvan nog geen onderzoeken zijn verricht en/of geen belangenafweging is gemaakt, worden daarbij niet meegenomen. Om bovenstaande redenen is ervoor gekozen het bestemmingsplan naar aanleiding van deze zienswijze niet aan te passen. De zienswijze is derhalve ongegrond.
37
De heer H. van Gennip, Laan ten Boomen 49, 5715 AA Lierop, d.d. 8 april 2014, ingekomen 9 april 2014 2.12.1 Appellanten geven aan dat de regels die in het
De regels die opgenomen zijn in het bestemmingsplan Buitengebied 2014 ten
bestemmingsplan Buitengebied Someren opgenomen
aanzien van een veehouderij komen voort uit de Verordening Ruimte 2014 van de
waren voor de bestemming Agrarisch- Agrarisch bedrijf
provincie Noord-Brabant. Een veehouderij mag alleen nog uitbreiden als deze aan de
met de aanduiding ‘Specifieke vorm van agrarisch-
regels van een zorgvuldige veehouderij kan voldoen. Dit zijn rechtstreeks werkende
intensieve veehouderij beperkt’ ruimer waren dan de
regels. Dit houdt in dat aan deze regels getoetst dient te worden, ongeacht of deze
regels die in het plan ‘Buitengebied 2014’ opgenomen zijn regels zijn overgenomen in het bestemmingsplan. De gemeenten zijn door de voor de bestemming ‘Agrarisch- agrarisch bedrijf’ met de
provincie Noord-Brabant verplicht gesteld om de regels uit de Verordening Ruimte
aanduiding ‘Specifieke vorm van agrarisch- beperking
2014 binnen twee jaar na het in werking treden van de Verordening Ruimte 2014 te
veehouderij’. Het bedrijf kan in het bestemmingsplan
vertalen in hun bestemmingsplannen. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het
Buitengebied 2014 niet meer uitbreiden zonder te
bestemmingsplan en is derhalve ongegrond.
voldoen aan de artikel 4.2.3 zorgvuldige veehouderij terwijl dat dit wel mogelijk was in het bestemmingsplan ‘Buitengebied Someren’. 2.12.2 Door de veranderingen in het bestemmingsplan
Een agrarisch bedrijf moet bij uitbreiding voldoen aan de regels van een zorgvuldige
Buitengebied 2014 kan de bebouwing op het perceel Laan veehouderij. Appellant wordt niet beperkt in zijn bouwmogelijkheden, waardoor de ten Boomen niet meer toenemen. Eventuele planschade
vraag is of er sprake is van planschade. Appellant heeft de mogelijkheid om een
ten gevolge van deze verandering wordt verhaald op de
verzoek tot planschadevergoeding in te dienen nadat het bestemmingsplan
gemeente.
onherroepelijk is geworden. Onderhavige bestemmingsplanprocedure leent zich hier echter niet voor. De zienswijze leidt niet aanpassing van het bestemmingsplan en is derhalve ongegrond.
38
Driessen advies & beheer namens W.J.A. van de Laar, Lieropsedijk 21, 5711 PN Someren, d.d. 9 april 2014, ingekomen 10 april 2014. 2.13.1 Op de verbeelding staat ter plaatse van Lieropsedijk 21
Het is inderdaad juist dat er een oppervlakte van 1.800 m2 is opgenomen, in plaats
een foute inhoudsmaat opgenomen. Er staat volgens
van een inhoud van 1.800 m3. Er zijn in het verleden 2 Ruimte voor Ruimtetitels
appellant 1.800 m2 in plaats van 1.800 m3.
ingezet voor de bouw van de woning aan Lieropsedijk 21, zodat de maximale inhoud van de woning 1.800 m3 mag bedragen. Dit zal worden aangepast op de verbeelding. Het is overigens al als zodanig opgenomen in de toelichting en de regels. Wij komen tegemoet aan de zienswijze van appellant.
2.13.2 Het bestemmingsvlak voor de nog te bouwen woning aan Lieropsedijk 23 is volgens appellant te onvoldoende diep
Het bestemmingsvlak voor de woning aan Lieropsedijk 23 is ontleend aan de tekeningen zoals die door appellanten zijn ingediend in het kader van de ruimtelijke
ingetekend. Door onvoldoende diepte aan te houden, zou
onderbouwing. Op deze tekeningen heeft het bestemmingsvlak een afmeting van 25
de nieuwe woning te ver naar voren moeten worden
x 25 meter. Omdat bestemmingsvlakken aan de weg ontsloten moeten worden, ligt
gebouwd. Appellant verzoekt om de diepte van het
het vlak in dit geval in een ‘punt’.
betreffende bestemmingsvlak te verdubbelen en de
De woning dient binnen de woonbestemming op een afstand van minimaal 15 meter
woning op dezelfde afstand van de weg te mogen bouwen uit de as van de weg te liggen. Daar kan aan worden voldaan. als Lieropsedijk 25.
Wanneer dezelfde afstand aangehouden zou worden als Lieropsedijk bij de nummers 21 en 25, komt de geprojecteerde woning op circa 30 meter uit de as van de weg te liggen. Hoewel appellanten zelf de tekening met daarop het nieuwe bouwvlak hebben aangeleverd, kunnen wij ons vanuit stedenbouwkundig oogpunt indenken dat het bestemmingsvlak verder naar achteren wordt geprojecteerd. Daarom zal voorgevelrooilijn worden opgenomen, waarvan de voorzijde van het vlak gelijk ligt met de voorzijde van de belendende woningen aan Lieropsedijk 21 en 25. Wij komen op deze manier tegemoet aan de zienswijze van appellant.
39
VOF Heuvel – Lierop, Lungendonk 18, 5715 PA Someren, vertegenwoordigd door Bergs Advies, Leveroyseweg 9a, 6093 NE Heythuysen, gedateerd 8 april 2014, ontvangen 8 april 2014 2.14.1 Appellant stelt dat de locatie Lungendonk 11 als
De verleende vergunning waar appellant aan refereert is de milieuvergunning uit
bedrijfswoning bestemd moet worden, gezien de
2001. Tussen de Wet milieubeheer en Wet ruimtelijke ordening was in 2001 geen
verleende vergunning uit 2001.
koppeling opgenomen. Dit betekent dat een milieuvergunning verleend diende te worden ook al was er sprake van strijdigheid met het bestemmingsplan. Daarnaast is zowel in het bestemmingsplan buitengebied 1998 als in 2011 een bestemming opgenomen die burgerwoning toestaat en is er geen koppeling gelegd tussen de locaties Lungendonk 11 en Lungendonk 18. Dit stelt ons op het standpunt om voor de locatie Lungendonk 11 de bestemming ‘wonen’ in stand te laten. De zienswijze is op dit punt derhalve ongegrond.
2.14.2 Appellant verzoekt om de locatie Lungendonk 11 te
Gezien bovenstaand betoog is er geen aanleiding om de bestemming van
bestemmen als plattelandswoning behorende bij het
Lungendonk 11 te wijzigen, ook niet in de bestemming ‘Plattelandswoning’. De
agrarisch bedrijf aan de Lungendonk 18 om daarmee de
genoemde aanleiding door appellant om de gewenste ontwikkeling van de
gewenste ontwikkelingen aan de Lungendonk 18
Lungendonk 18 dan beter mogelijk te maken is niet concreet. Voor de ontwikkeling
uitvoerbaar te maken.
van de Lungendonk 18 is er namelijk op dit moment geen aanvraag voor een omgevingsvergunning. Dit betekent dat de strekking in de zienswijze dat de ontwikkeling van de Lungendonk 18 wordt belemmerd door de burgerwoning aan de Lungendonk 11 een aanname is die niet met berekeningen wordt gemotiveerd door appellant. Ook kan, doordat er geen aanvraag is voor de ontwikkeling van de Lungendonk 18, niet gemotiveerd worden of het woon- en leefklimaat van de Lungendonk 11 voldoende beschermd wordt door de gewenste ontwikkeling in ‘plattelandswoning’. En het plan ‘Buitengebied 2014’ is een conserverend bestemmingsplan en heeft
40
slechts tot doel om voor de vernietigde plandelen van het plan 'Buitengebied Someren' uitvoering te geven en recht te doen aan de uitspraak van de Afdeling. Nieuwe ontwikkelingen, waarvan de uitwerking nog niet vaststaat en ten behoeve waarvan nog geen onderzoeken zijn verricht en/of geen belangenafweging is gemaakt, worden daarbij niet meegenomen. Dit betekent dat wij geen medewerking verlenen aan de bestemming ‘plattelandswoning’ voor de locatie Lungendonk 11 en de bestemming ‘wonen’ gehandhaafd blijft. 2.14.3 Appellanten verzoeken om nadere definitie van de term ‘bebouwing voor een veehouderij’, zoals opgenomen in
Het is van belang het bestemmingsplan in lijn te brengen met de Verordening ruimte dus op dit punt wordt het plan aangepast.
artikel 4.2.2. sub e,gelijk te trekken met ‘bebouwing voor het houden van dieren bij een veehouderij’ 2.14.4 In de geconsolideerde versie van de Verordening Ruimte
Ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied
2014 wordt er uitsluitend getoetst aan de
2014 was de geconsolideerde versie van de Verordening Ruimte 2014 nog niet van
achtergrondbelasting. Verzoek wordt om alle bepalingen
kracht. Bij de vast te stellen versie van het bestemmingsplan worden de wijzigingen
over en voorwaarden gerelateerd aan de
in de Verordening Ruimte 2014 verwerkt, waaronder ook dat er alleen getoetst wordt
voorgrondbelasting te verwijderen.
aan de achtergrondbelasting.
2.14.5 In de Verordening Ruimte 2014 is de maximaal
Ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied
toelaatbare jaargemiddelde achtergrondconcentratie
2014 was de geconsolideerde versie van de Verordening Ruimte 2014 nog niet van
fijnstof vastgelegd (maximaal 31,2µg/m³) terwijl in het
kracht. Bij de vast te stellen versie van het bestemmingsplan worden de wijzigingen
ontwerpbestemmingsplan op diverse plaatsen nog
in de Verordening Ruimte 2014 verwerkt, waaronder ook de maximaal toelaatbare
uitgegaan wordt van de oude”regeling (maximaal 30
achtergrondconcentratie van 31,2 µg/m³).
µg/m³). Verzocht wordt normstelling aan te passen. 2.14.6 In artikel 4.1.1. sub n is vastgelegd dat ‘de oppervlakte
Het uitgangspunt in de Verordening Ruimte 2014 is dat 10% van het
voor bebouwing, verharding en andere voorziening
bestemmingvlak gebruikt wordt voor landschappelijke inpassing. In het
maximaal 90% van het bestemmingsvlak mag bedragen,
bestemmingsplan Buitengebied 2014 is deze regeling overgenomen. Artikel 20.2
zodat er 10% overblijft voor de groene erfinrichting/
regelt dat, indien afstanden tot, hoogten, inhoud, aantallen en/ of oppervlakten van
landschappelijke inpassing. In een aantal gevallen
bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of
41
bedraagt de oppervlakte van bebouwing, verharding en
krachtens de Wabo op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan
andere voorzieningen al meer dan 90%. De feitelijke
meer respectievelijk minder bedragen dan op basis van de regels is toegestaan, deze
situatie zou dan in strijd zijn met de regels van het
maten als maximaal respectievelijk minder toelaatbaar worden aangehouden. Voor
bestemmingsplan. Er wordt verzocht om aanpassing van
bestaande, vergunde bouwwerken voorziet het plan dus in een regeling.
het artikel 20.2 naar ‘Bestaande maten en hoeveelheden’. Voor erfverharding echter niet. Het aanleggen van erfverharding is binnen de bestemming ‘Agrarisch – Agrarisch bedrijf’ niet vergunningplichtig. Er kan derhalve redelijkerwijs niet worden vastgesteld of de verharding ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan aanwezig was. De zienswijze is op dit punt ongegrond. 2.14.7 In artikel 4.2.5 sub c is als voorwaarde opgenomen dat
Een bedrijfswoning vormt een samenhang met het bedrijf en wordt om die reden ook
bij herbouw van de bedrijfswoning aangetoond dient te
gekoppeld aan het bedrijf. Om het herbouwen van een bedrijfswoning te koppelen
worden dat deze noodzakelijk is vanuit
aan de bedrijfsvoering wordt voorkomen dat de woning als burgerwoning gebruikt
bedrijfseconomisch oogpunt. Appellanten vinden dat dit
kan gaan worden.
leidt tot onevenredig zware belemmeringen, zeker ook
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van de regels van het bestemmingsplan.
omdat de herbouw kan voortvloeien uit het oogpunt van wooncomfort en/of ruimtelijke kwaliteit. Er wordt dan ook verzocht om de bepaling te verwijderen.
42
Driessen Advies & Beheer namens Holding Stienen Someren B.V. en alle daaronder ressorterende Stienen bedrijiven c.q. vennootschappen die als huurders mede gebruik maken van het perceel Ploegstraat 56-58 in Someren, p.a. Boerenkamplaan 21, 5712 AA Someren, d.d. 9 april 2014, ingekomen 10 april 2014. 2.15.1 Appellanten stellen dat de bestemming nog steeds onjuist Het perceel is bestemd als agrarisch verwant bedrijf conform eerdere is. Aangegeven wordt dat er geen sprake is van een
bestemmingsplannen. Hetgeen dat is opgenomen in het bestemmingsplan, is
agrarisch verwant bedrijf, maar van een combinatie van
hetgeen dat vergund is. Voor alle overige activiteiten is geen vergunning verleend.
autobedrijf (handel, verhuur en reparatie),
Het plan ‘Buitengebied 2014’ is een conserverend bestemmingsplan en heeft slechts
personenvervoer, takel- en bergingsdienst en
tot doel om voor de vernietigde plandelen van het plan 'Buitengebied Someren'
autotransport, alles met stalling en opslag.
uitvoering te geven en recht te doen aan de uitspraak van de Afdeling. Nieuwe ontwikkelingen, waarvan de uitwerking nog niet vaststaat en ten behoeve waarvan nog geen onderzoeken zijn verricht en/of geen belangenafweging is gemaakt, worden daarbij niet meegenomen. Om bovenstaande redenen is ervoor gekozen het bestemmingsplan op dit punt niet aan te passen.
2.15.2 Appellanten hebben ernstig bezwaar tegen de weigering
Hetgeen waar vergunning voor is verleend is opgenomen in het bestemmingsplan. De
van inpassing van de aanwezige functie na eerdere
overige activiteiten horen op het bedrijventerrein thuis en zijn derhalve niet
verlening van vergunningen.
opgenomen.
2.15.3 Appellanten hebben ernstig bezwaar tegen het (bij
Deze, overigens ongemotiveerde, stelling kan niet worden gevolgd. In lijn met de
herhaling) onder het overgangsrecht brengen van het
uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 24 juli
bestaande gebruik.
2013 overwegen wij op deze plaats dat het bedrijf van appellanten sinds 1981 op het onderhavige perceel gevestigd is en sindsdien zijn bedrijfsactiviteiten heeft uitgebreid. Vast staat dat de huidige bedrijfsactiviteiten op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan “Glastuinbouwgebied Vlasakkers” ter plaatse niet waren toegestaan en daarmee het bedrijf ook niet onder het overgangsrecht van dat plan viel. Gelet daarop, zo heeft de Afdeling in haar uitspraak van 24 juli 2013 bepaald, is
43
het gebruik ook niet toegestaan onder de regels van het bestemmingsplan “Buitengebied Someren” van 2011. Het gebruik valt derhalve niet onder de beschermende werking van het overgangsrecht. Daarmee is dan ook, in tegenstelling tot hetgeen appellanten betogen, geen sprake van het –bij herhaling- onder het overgangsrecht brengen van het bestaande gebruik. 2.15.4 Appellanten stellen dat in het verleden het
Uit geen enkel beschikbaar document, in bezit van de gemeente, volgt dat er
gemeentebestuur het bedrijf actief heeft erkend, dat
vergunningen verleend zijn voor de door appellanten genoemde activiteiten. Hetgeen
verschillende procedures die gevoerd zijn rechtvaardigen
dat opgenomen is in het bestemmingsplan, is hetgeen waar bouwvergunning voor is
dat het bestaande bedrijf een volledig positieve
verleend.
bestemming krijgt, dus niet alleen van de overkapte autostalling die met bouwvergunning werd gebouwd. 2.15.5 Appellanten stellen dat ook voor de andere
De bedrijfsmatige activiteit die vergund is de stalling van beschadigde en in beslag
bedrijfsgebouwen in het verleden vergunning zijn
genomen auto’s. Hiervoor is op 23 december 1986 vergunning afgegeven. Voor de
verleend, waardoor het bestaande bedrijfsmatige gebruik
overige aanwezige activiteiten zijn geen (bouw)vergunningen verleend. Op het
erkend.
gebied van milieu zijn op 14 juni 2005 en op 9 november 2009 meldingen Wet Milieubeheer artikel 8.40 WM activiteitenbesluit geaccepteerd en op 1 september 2005 is een nadere eis AmvB op basis van artikel 8.42 WM geaccepteerd. Op 30 maart 1977 is er een hinderwetvergunning verleend. Deze vergunningen hoefden destijds niet te worden getoetst aan het bestemmingsplan. Dit betekent dat een hinderwetvergunning verleend diende te worden ook al was er sprake van strijdigheid met het bestemmingsplan.
2.15.6 Verbeelding en regels kloppen niet qua aanduiding van het object Ploegstraat 56-58 (sb-47 en sb-48). 2.15.7 De beperking van artikel 6.1 onder a, artikel 6.1 onder b
In de regels is abusievelijk sb-48 opgenomen, dit moet sb-47 zijn. Op dit punt worden de regels gewijzigd. Hetgeen dat is opgenomen is het geen dat vergund is. Dit is geen beperking.
en 6.2.1 onder c is niet aanvaardbaar. 2.15.8 De gevestigde bedrijfsonderdelen takel- en
Er is geen milieucategorie opgenomen, omdat de activiteiten vallen onder
bergingsdienst en het autotransport moeten worden
milieucategorie 2. Dit is gebaseerd op de handreiking “Bedrijven en milieuzonering
geclassificeerd als milieucategorie 3 en moeten op die
editie 2009”. De activiteiten vallen in SBI-2008 451, 452 en 454 en onder 5221.
wijze gecategoriseerd worden binnen een correcte
Deze activiteiten vallen alle onder milieucategorie 2.
44
bestemming voor bedrijfsdoeleinden. 2.15.9 De goot- en bouwhoogte voor gebouwen wordt verlaagd ten opzichte van de vigerende bouwregeling
De maten die zijn opgenomen voor de goot- en bouwhoogte zijn gelijk aan die van bedrijfsgebouwen binnen de bestemming ‘Bedrijf’, zoals ook opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Someren. Er is geen reden om hier een andere bouwregeling te hanteren.
45
Mevrouw S.M.P. Tielen-Looijmans, Ruiter 5, 5712 XP Someren, d.d. 8 april 2014, ingekomen op 8 april 2014. 2.16.1 Appellante wil op het adres Ruiter 5 een stoeterij
Op grond van artikel 4.1.2. onder a mag op bestemmingsvlakken die bestemd zijn als
beginnen. Op grond van het onderhavige
‘Agrarisch – Agrarisch Bedrijf’ een agrarisch bedrijf worden uitgeoefend. Een
bestemmingsplan kent deze locatie de bestemming
agrarisch bedrijf is als volgt gedefinieerd: ‘inrichting die tot een, krachtens artikel
‘Agrarisch – Agrarisch Bedrijf’ en ligt het tevens binnen het gebied ‘specifieke vorm van agrarisch – beperkingen veehouderij’. Appellante wenst de bevestiging dat het oprichten van een productiegerichte paardenhouderij binnen deze bestemming mogelijk is, zonder dat daarvoor een nadere procedure vereist is.
1.1, derde lid, Wet milieubeheer, aangewezen categorie behoort en die gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf, een veehouderij, een glastuinbouwbedrijf of een overig agrarisch bedrijf’. Een paardenhouderij (gericht op het houden, fokken en africhten van paarden) kan worden aangemerkt als een ‘overig agrarisch bedrijf’, omdat deze niet onder de definitie van veehouderij, (vollegronds)teeltbedrijf of glastuinbouwbedrijf valt. Omdat een paardenhouderij onder de definitie van agrarisch bedrijf valt, is er geen separate procedure vereist voor het oprichten van een productiegerichte paardenhouderij binnen deze bestemming. Het bestemmingsplan wordt niet aangepast naar aanleiding van deze zienswijze en dit onderdeel is daarom ongegrond.
2.16.2 Op grond van het voorgaande plan was het volgens
Naar aanleiding van dit onderdeel van de zienswijze wordt een regeling in het kader
appellante mogelijk om bij herbouw van de
van woonboerderijen wederom opgenomen in het onderhavige plan. Conform de
bedrijfswoning, de gehele woonboerderij (inclusief
systematiek van de Nota Ruimtelijke Kwaliteit (2012), wordt de inhoud van
inpandige stal-/bedrijfsruimte) terug te bouwen. Op
woonboerderijen met bijzondere cultuurhistorische kwaliteiten aangemerkt als
grond van het ontwerpbestemmingsplan ontbreekt deze
‘bestaande inhoud’. Deze woonboerderijen zijn immers vaak groter dan 750 m3 en in
mogelijkheid echter en is het alleen mogelijk om de
sommige gevallen zelfs groter dan 900 m3. Een lijst van woonboerderijen met
woning terug te bouwen. Appellante verzoekt om in de
cultuurhistorische kwaliteiten is opgenomen als bijlage bij de Nota Ruimtelijke
regels wederom op te nemen dat bij nieuwbouw/herbouw kwaliteit. van woonboerderijen de totale inhoud van het pand geldt
De criteria zoals opgenomen in de Nota Ruimtelijke Kwaliteit dienen nageleefd te
46
als maximaal toegestane inhoud.
worden in geval van verbouwingen aan deze woonboerderijen. Herbouw van de woonboerderij is alleen mogelijk indien dit is gericht op behoud en/of herstel van deze cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. De regels worden aangepast op dit punt en de zienswijze is in zoverre gegrond.
2.16.3 Appellante stelt dat in artikel 4.2.5. wordt gesproken
Er is geen verschil tussen herbouw en vervangende nieuwbouw. Appellante heeft
over herbouw en vervangende nieuwbouw. Er is naar
gelijk als zij stelt dat het hanteren van één definitie de leesbaarheid van het plan
mening van appellante geen verschil tussen herbouw en
bevordert. In het onderhavige plan wordt ervoor gekozen om ‘herbouw’ te hanteren.
nieuwbouw. Om de leesbaarheid te bevorderen, zouden
Dit onderdeel van de zienswijze is gegrond.
volgens appellante dezelfde bewoordingen gebruikt moeten worden. Wanneer er wel verschillen zijn tussen beide termen verdient het volgens appellante aanbeveling om deze op te nemen in de definities.
47
P.J.T. Greijmans, Smulderslaan 23, 5712 PN Someren, gedateerd 7 april 2014, ontvangen 9 april 2014 2.17.1 Appellant stelt dat het bestemmingsplan niet op deze
In artikel 27 van de Reconstructiewet (hierna ook: Rcw) is bepaald dat er in bepaalde wijze kan worden vastgesteld voor de nog niet begrensde gevallen sprake is van rechtstreekse werking van het Reconstructieplan. De Afdeling gebieden volgens reconstructie plan De Peel: bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bij uitspraak van 16 mei 2007
-
De onbegrensde gebieden moeten aangeduid worden als extensiveringsgebied;
-
De Verordening Ruimte 2014 en de BZV zijn niet van toepassing op de onbegrensde gebieden.
(nummer 200506286/1) in rechtsoverweging 2.17.8 het besluit tot vaststelling van het Reconstructieplan vernietigd, voor zover artikel 27 van de Rcw van toepassing is verklaard op de werking van de integrale zonering voor de intensieve veehouderij. Er is daarna in 2010 wederom een uitspraak gedaan door de Afdeling, naar aanleiding van de correctieve herziening van het Reconstructieplan (24 februari 2010, nummer 200807643/1). De correctieve herziening was het gevolg van de eerdere uitspraak van de Afdeling uit 2007 en beperkt zich tot die onderdelen van de Reconstructieplannen die zijn vernietigd. In rechtsoverweging 2.12.1 overweegt de Afdeling als volgt: ‘de uitvoering van deze uitspraken is in de correctieve herziening verwerkt door artikel 27 van de Rcw niet meer van toepassing te verklaren op de onderdelen ten aanzien waarvan deze bepaling in de Reconstructieplannen van toepassing was verklaard en de vaststellings- en goedkeuringsbesluiten in zoverre zijn vernietigd’. Hier blijkt al uit dat er geen rechtstreekse werking is op grond van artikel 27 Rcw. Daarom is er, in tegenstelling tot wat appellant beweert, van planologische doorwerking geen sprake en zijn de Verordening Ruimte 2014 en daarmee ook de BZV van toepassing.
48
Overigens is inmiddels de wijziging van de WILG in werking getreden per 1 januari 2014. In deze wijziging is de mogelijkheid opgenomen om de Reconstructiewet middels een Koninklijk Besluit in te trekken. Een verzoek hiertoe is inmiddels gedaan door de gezamenlijke Reconstructieprovincies, waar Brabant ook toe behoort. De Rcw zal per 1 juli 2014 worden ingetrokken en PS hebben inmiddels ook besloten (d.d. 7 2.17.2 Appellant stelt dat de specifieke locatie van de
februari 2014) om de Reconstructieplannen in te trekken wanneer aan de orde is. De locatie Brandvenstraat 4 is bestemd als ‘Agrarisch-Agrarisch bedrijf met
Brandvenstraat 4 gezien het betoog over de
aanduiding specifieke vorm van agrarisch-veehouderij’, deze bestemming is
reconstructiewet niet als intensieve veehouderij kan
overeenkomstig de verleende vergunning. Op 21 januari 2014 is de
worden bestemd.
omgevingsvergunning bouwen en milieu neutraal wijzigen verleend om een varkenshouderij op te richten. Door de Rechtbank Oost-Brabant is op 14 april 2014 gelijktijdig uitspraak gedaan in de voorlopige voorziening en het beroep (zaaknummers SHE 14/872 en SHE 14/1009). De omgevingsvergunning van 21 januari 2014 is daarmee onherroepelijk en in werking getreden.
49
3
Conclusie □
P.M. Greijmans, Nieuwendijk 100, 5712 EN Someren en Nieuwendijk
De naar voren gebrachte zienswijzen hebben niet geleid tot een
97, 5712 EK Someren, gedateerd 8 april 2014, ontvangen 8 april
heroverweging van de vaststelling van het bestemmingsplan
2014 ontvankelijk en deels gegrond is;
Buitengebied 2014.
□
Knoops Varkenshouderij, Oude Goorenweg 4, 5712 PH Lierop, gedateerd 8 april 2014, ontvangen 8 april 2014 ontvankelijk en
Gelet op de beantwoording in hoofdstuk 2 concluderen wij dat de zienswijze van: □
deels gegrond is; □
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Brabantlaan 1, 5200 MC
gedateerd 8 april 2014, ontvangen 8 april 2014 ontvankelijk en
’s-Hertogenbosch, per fax ontvangen, gedateerd 10 april 2013 en ontvangen op 10 april 2013 ontvankelijk en deels gegrond is; □
deels gegrond is; □
gedateerd 8 april 2014, ontvangen 8 april 2014 ontvankelijk en
ontvangen, gedateerd 3 april 2014 en ontvangen 7 april 2014
deels gegrond is; □
De heer A.W.M.C. van den Einden, mevrouw H.M.C. van den Eindenvan Mierlo en Van den Einden Agrop B.V., Achterbroek 26, 5715 BM
□
ontvankelijk en deels gegrond is; □
A. Dekkers, Berkeindje 9, 5715 RD Lierop, vertegenwoordigd door
De heer Frans Knoops, Beliënberkdijk 21, 5712 SE Someren,
Crijns Rentmeesters, Witvrouwenbergweg 12, 5711 CN Someren,
vertegenwoordigd door Goorts & Coppens B.V., Kerkstraat Zuid 19,
gedateerd 8 april 2014, ontvangen 9 april 2014 ontvankelijk en
5701 PL te Helmond, gedateerd 7 april 2014, ontvangen 8 april 2014 ontvankelijk en deels gegrond is; □
G. Driessen, Michelslaan 3, 5712 GK Someren en Lungendonk 14, 5715 PA Lierop, gedateerd 4 april 2014, ontvangen 8 april 2014
Zuid 19, 5701 PL te Helmond, gedateerd 9 april 2014, ontvangen 9 april 2014 ontvankelijk en deels gegrond is;
G.G.M. Vinken, Ravelweg 6, 5712 RW Someren, gedateerd 8 april 2014, ontvangen 7 april 2014 ontvankelijk en deels gegrond is;
Lierop, vertegenwoordigd door Goorts & Coppens B.V., Kerkstraat
□
Vlaspluim BV (de heer Verhoijsen), Peelweg 9-11 5712 SZ Someren,
Jan en Riek van Bussel, Hanekampweg 15, 5715 RA Lierop, per brief ontvankelijk en ongegrond is;
□
Vlaspluim BV (de heer Verhoijsen), Vlasstraat 5, 5712 RP Someren,
gegrond is; □
Hosey B.V. en de heer F.A.M. Smeijers, p.a. Hoijse Hoeve,
M.C. van Bommel, Hollandseweg 15, 5712 RM Someren, gedateerd
Hoijserstraat 20, 5711 PV Someren, vertegenwoordigd door
8 april 2014, ontvangen 11 april 2014 ontvankelijk en deels gegrond
Driessen Advies & Beheer, Witvrouwenbergweg 12, 5711 CN
is;
Someren, gedateerd 9 april 2014, ontvangen 9 april 2014 ontvankelijk en deels gegrond is;
50
□
De heer E. Couperus, Houwenberg 3A, 5958 PE Grashoek en Van de
□
vertegenwoordigd door Bergs Advies, Leveroyseweg 9A, 6093 NE
Someren, vertegenwoordigd door Goorts & Coppens B.V., Kerkstraat
Heythuysen, gedateerd 8 april 2014, ontvangen 8 april 2014,
Zuid 19, 5701 PL te Helmond, gedateerd 8 april 2014, ontvangen 8
ontvankelijk en deels gegrond is; □
Holding Stienen B.V. en alle daaronder ressorterende Stienen
Erwin van Heugten, Kerkendijk 152A, 5712 EZ Someren, gedateerd
bedrijven c.q. vennootschappen die als huurders mede gebruik
9 april 2014, ontvangen 9 april 2014 ontvankelijk en deels gegrond
maken van het bedrijfsperceel Ploegstraat 56-58 Someren, p.a.
is;
Boerenkamplaan 21, 5712 AA Someren, vertegenwoordigd door
A.L.M. van Heugten, M.L.L. van Heugten-Veugelers, B.M.J. van
Driessen Advies & Beheer, Witvrouwenbergweg 12, 5711 CN
Heugten, Houtbewerkingsbedrijf van Heugten V.O.F., Kerkendijk
Someren, gedateerd 9 april 2014, ontvangen 9 april 2014,
154, 5712 EZ Someren, gedateerd 5 april 2014, ontvangen 9 april
ontvankelijk en deels gegrond is;
2014, ontvankelijk en ongegrond is; □
VOF Heuvel – Lierop, Lungendonk 18, 5715 PA Someren,
Laar & Couperus Holding B.V., Kanaaldijk Zuid 40, 5712 BJ
april 2014 ontvankelijk en deels gegrond is; □
□
□
De heer en mevrouw W.M.J. Looijmans, Kerkendijk 168, 5712 EZ
april 2014, ontvangen 8 april 2014, ontvankelijk en deels gegrond
Someren, vertegenwoordigd door Driessen Advies & Beheer, Witvrouwenbergweg 12, 5711 CN Someren, gedateerd 9 april 2014, ontvangen 9 april 2014, ontvankelijk en ongegrond is; □
H. van Gennip, Laan ten Boomen 49, 5715 AA Lierop, gedateerd 8
□
De heer en mevrouw W.J.A. van de Laar, Lieropsedijk 21, 5711 PN
S.M.P. Tielen-Looijmans, Ruiter 5, 5712 XP Someren, gedateerd 8 is;
□
P.J.T. Greijmans, Smulderslaan 23, 5712 PN Someren, gedateerd 7 april 2014, ontvangen 9 april 2014, ontvankelijk en ongegrond is.
april 2014, ontvangen 9 april 2014, ontvankelijk en ongegrond is; Someren, gedateerd 9 april 2014, ontvangen 9 april 2014, ontvankelijk en gegrond is;
51
4
Wijzigingen naar aanleiding van de zienswijzen
De ingekomen zienswijzen vormen geen reden om de bestemmingsplannen op onderdelen aan te passen: 4.1
Toelichting Naar aanleiding van zienswijze:
4.1.1 2.3.2
Wordt de toelichting als volgt aangepast: Er wordt een overweging in de toelichting opgenomen ten aanzien van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 1998’.
4.1.2 2.3.8
Aan de toelichting wordt toegevoegd dat het bestemmingsvlak niet wordt uitgebreid naar aanleiding van mogelijke uitbreidingsplannen. Gezien het conserverend karakter van het onderhavige plan, is het niet mogelijk om nieuwe ontwikkelingen mee te nemen. Het doorlopen van een eigen bestemmingsplanprocedure is hiervoor de aangewezen weg.
4.1.3 2.4.2
In de toelichting wordt een overweging toegevoegd waaruit blijkt dat de term ‘bomenteelt’ niet de gehele lading dekt. Naast het kweken van de kronkelhazelaars en –wilgen, worden immers de takken ook opgeslagen in de loods en bewerkt tot decoratietakken. De aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch bedrijf – decoratietakken’ wordt daarom toegekend aan het betreffende gedeelte van het bestemmingsvlak.
4.1.4 2.8.2
In hoofdstuk 3.8 wordt de paragraaf met de aanhef ‘Veiligheidszone – bevi’ gewijzigd in: “Elementair is de vraag of in het bestemmingsplan ‘Buitengebied Someren’ terecht de aanduiding ‘veiligheidszone – bevi’ met bijbehorende regels zijn opgenomen. Hiertoe overwegen wij het volgende. Op 31 december 2009 is tijdens een controle geconstateerd dat de betreffende propaantank van 18 m3 is verwijderd en vervangen door een nieuwe propaantank, met een inhoud van 3 m3. De afstand van de tank tot de woning aan Kanaaldijk-Zuid 38 is 5,20 m1. Deze woning behoort tot de inrichting. Omdat de tank een kleinere inhoud heeft dan 13 m3, val deze niet onder de werkingssfeer van het Bevi. Wel is het Activiteitenbesluit van toepassing. Omdat de tank en de woning plaatselijk bekend Kanaaldijk-Zuid 38 tot dezelfde inrichting behoren, dient de minimale afstand van een object binnen de inrichting tot een propaanreservoir op grond van het Rarim (Activiteitenregeling milieubeheer) 3 m1 te bedragen. Aan deze afstand wordt voldaan.
52
Omdat de tank niet onder het bevi valt en voldoet aan de vereiste afstand op grond van het Rarim, is het niet nodig de aanduiding ‘veiligheidszone – bevi’ ter plaatse op te nemen.” 4.1.5 2.9.1
De toegestane bedrijfsvorm wordt opgenomen en nader omschreven in de toelichting. Dit gebeurt in de paragraaf ‘Partiële herziening – 2014’.
4.1.6 2.13.2
Er wordt een overweging toegevoegd aan de paragraaf ‘partiële herziening – 2014’, waarin de juiste locatie van het bestemmingsvlak wordt toegelicht.
4.2
Regels Naar aanleiding van zienswijze:
Worden de regels als volgt aangepast:
4.2.1
2.1.1
Aan de definitie ‘agrarisch loonbedrijf’ wordt de volgende zinsnede toegevoegd: ‘met uitzondering van
4.2.2
2.1.2
4.2.3
2.1.3
mestbewerking’ Op verschillende plekken wordt het gebruik van de woorden bouwvlak, bouwperceel en bestemmingsvlak aangepast waardoor meer eenduidigheid ontstaat. In artikel 1 wordt de definitie van ‘zelfstandige bewoning’ toegevoegd en die luidt als volgt: “Bewoning met een eigen toegang waarbij de noodzakelijke voorzieningen (keuken, douche en toilet) niet gedeeld hoeven worden met andere bewoners.” 4.2.4
2.1.5
Definitie grondgebonden veehouderij wordt toegevoegd. Deze wordt overgenomen uit de Verordening ruimte 2014 en luidt als volgt: ‘veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie.’
4.2.5
2.1.6
4.2.6
2.1.7
In de artikelen 3.6.1.g.6, 3.6.2.j.6, 4.2.3.f, 4.5.1.f, 5.6.1.g.6 en 5.6.2.j.6 wordt het getal ‘2,75’ gewijzigd in ‘2’.. In artikel 4.7.2 wordt de maximale omvang van het bestemmingsvlak voor ‘wonen’ gewijzigd van 5.000 m2 naar 2.500 m2.
4.2.7
2.1.8
In artikel 22.3 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt: ‘de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 23.2’.
4.2.8
2.1.10
In artikel 5.6.4 onder b wordt het cijfer ‘4’ gewijzigd in ‘3’.
53
4.2.9
2.1.12
In artikel 4.7.1 wordt een sub e toegevoegd waarin staat: ‘indien er sprake is van een omzetting naar een ‘overig agrarisch bedrijf’ bedraagt de omvang van het bestemmingsvlak maximaal 1,5 hectare’.
4.2.10 2.1.13
De huidige tekst van 4.2.2 onder ‘e’ wordt vervangen door ‘ter plaatse van de aanduidingen ‘veehouderij’ en ‘beperkingen veehouderij’ is de bebouwing voor een veehouderij ten hoogste van een zodanige omvang dat deze overeenkomt met de bebouwing ten behoeve van een veehouderij welke op 21 september 2013 aanwezig of in uitvoering was, gebouwd mag worden krachtens een verleende vergunning dan wel gebaseerd is op een voor 21 september 2013 ingediende volledige en ontvankelijke aanvraag omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’.
4.2.11 2.1.14
In artikel 3.6.1, 3.6.2, 4.2.3, 5.6.1 en 5.6.2 wordt de fijnstofnorm aangepast van 30
µg/m3 naar 31,2
µg/m3. 4.2.12 2.1.15
Aan artikel 9.6.2 wordt het volgende subartikel toegevoegd:’de splitsing kan slechts plaatsvinden indien deze gericht is op het behoud en herstel van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing zoals opgenomen in bijlage 2 van de Nota Ruimtelijke Kwaliteit, vastgesteld door de gemeenteraad op 2 november 2011.’
4.2.13 2.1.16
In artikel 22.1 lid a wordt de volgende passage geschrapt: ‘Deze laatste eis geldt niet als er sprake is van een eerste lijns familierelatie tussen de bewoners van de woning en die van de afhankelijke woonruimte’.
4.2.14 2.1.17
In artikel 4.5.2 wordt een lid toegevoegd en dat luidt als volgt: “zelfstandige bewoning van bedrijfsgebouwen en andere niet voor bewoning bestemde gebouwen is niet toegestaan.”
4.2.15 2.1.18
Aan artikel 4.7.3 worden de volgende bepalingen toegevoegd: k. Indien de wijziging plaatsvindt ten behoeve van een agrarisch verwant bedrijf mag het bestemmingsvlak maximaal 1,5 hectare bedragen, behalve als ter plaatse de bestemming ‘Waarde – Groenblauwe mantel’ geldt. Tevens mag de wijziging niet leiden tot een bedrijf behorend tot milieucategorie 3 of hoger; l. Ter plaatse van de bestemming ‘Waarde – Groenblauwe mantel’ 1. mag het bestemmingsvlak waaraan de bestemming ‘bedrijf’ wordt toegekend, niet groter zijn dan 5000 m2; 2. mag de wijziging niet leiden tot een bedrijf behorend tot milieucategorie 3 of hoger.
4.2.16 2.1.19
In artikel 1 wordt de definitie ‘bebouwingsconcentratie/ kernrandzone’ verwijderd. De volgende drie
54
definities worden toegevoegd: Bebouwingsconcentratie: kernrandzone, bebouwingslint of bebouwingscluster. Kernrandzone: overgangsgebied naar het buitengebied, gelegen langs bestaand stedelijk gebied, met daarin relatief veel bebouwing op korte afstand van elkaar en met een ondergeschikte of afnemende agrarische functie. Bebouwingscluster: vlakvormige verzameling van bebouwing buiten bestaand stedelijk gebied. 4.2.17 2.1.21
Er wordt in de planregels een regeling voor boringsvrije zones toegevoegd. Deze luidt als volgt: ‘ter plaatse van de aanduiding milieuzone- boringsvrije zone’ is het verboden de grond te roeren inclusief het verrichten van grondboringen of heiwerkzaamheden dieper dan 3 m1.’
4.2.18 2.2.1
De huidige tekst van 4.2.2 onder ‘e’ wordt vervangen door ‘ter plaatse van de aanduidingen ‘veehouderij’ en ‘beperkingen veehouderij’ is de bebouwing voor een veehouderij ten hoogste van een zodanige omvang dat deze overeenkomt met de bebouwing ten behoeve van een veehouderij welke op 21 september 2013 aanwezig of in uitvoering was, gebouwd mag worden krachtens een verleende vergunning dan wel gebaseerd is op een voor 21 september 2013 ingediende volledige en ontvankelijke aanvraag omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’.
4.2.19 2.2.2
Artikel 3.6.1.g sub 4, 3.6.2. j sub 4, 4.2.3.d, 5.6.1.g sub 4 en 5.6.2.j sub 4 wordt als volgt aangepast: ‘er is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting) op geurgevoelige objecten , in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger dan 20%, tenzij er –indien blijkt dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemde percentages- maatregelen getroffen door de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting, welke ten minste de eigen bijdrage aan de overschrijding van de achtergrondbelasting compenseert.’
4.2.20 2.2.3
In artikel 3.6.1.g sub 5, 3.6.2.j sub 5, 4.2.3.e, 5.6.1. g sub 5 en 5.6.2.j sub 5 wordt de fijnstofnorm aangepast van 30
4.2.21 2.3.4
µg/m3 naar 31,2 µg/m3.
Aan artikel 20.2 sub a wordt toegevoegd dat de bestaande afstand tot de bestemmingsgrens als minimaal aangehouden kan worden. Het artikel komt als volgt te luiden: ‘indien afstanden tot de bestemmingsgrens, hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer
55
respectievelijk minder bedragen dan in gevolge het in hoofdstuk 2 bepaalde mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden’. 4.2.22 2.4.2
Artikel 4.1.2. wordt als volgt aangevuld: ‘ter plaatse van de aanduiding ‘ specifieke vorm van agrarisch bedrijf - decoratietakken’ is tevens de opslag en bewerking van ter plaatse gekweekte takken tot decoratietakken toegestaan’.
4.2.23 2.4.3
Aan artikel 20.2 sub a wordt toegevoegd dat de bestaande afstand tot de bestemmingsgrens als minimaal aangehouden kan worden. Het artikel komt als volgt te luiden: ‘indien afstanden tot de bestemmingsgrens, hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer respectievelijk minder bedragen dan in gevolge het in hoofdstuk 2 bepaalde mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden’.
4.2.24 2.7.2
De afwijkingsbevoegdheid voor goot- en nokhoogte wordt in lijn gebracht met die van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 1998’. Dit houdt in dat onder artikel 8.3.1 van het plan de passage ‘6,5’ wordt gewijzigd in ‘7,5’ en de passage ‘12’ wordt gewijzigd in ‘12,5’.
4.2.25 2.7.4
Artikel 8.4 onder ‘e’ wordt verwijderd.
4.2.26 2.7.4
Aan artikel 8 wordt een artikel toegevoegd, genaamd 8.5, dat als volgt luidt: Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 8.1, ten behoeve van het toestaan van een minicamping. Hierbij gelden ten minste de volgende randvoorwaarden: a.
er zijn maximaal 25 kampeermiddelen toegestaan, waaronder maximaal vijf stacaravans, voor
b.
voor ondersteunende voorzieningen, zoals op sanitair gebied, is maximaal 100 m² bebouwing
zover niet permanent geplaatst; toegestaan. Hiervoor dient gebruik te worden gemaakt van de bestaande (of vergunbare) bebouwing; c.
parkeren vindt plaats binnen het bestemmingsvlak;
d.
er wordt voorzien in voldoende parkeerplaatsen en deze worden in stand gehouden;
e.
de afstand tot de weg is ten minste 20 m¹;
f.
de afstand tot woningen van derden is ten minste 50 m¹;
56
g.
de afstand tot de bestemmingsgrens is ten minste 5 m¹;
h.
er mag geen sprake zijn van een onevenredige aantasting van andere belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
de ruimtelijke kwaliteit en de landschappelijke inpassing wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 23.2 en aangetoond met een erfinrichtingsplan. 4.2.27 2.8.3
4.2.2 onder j wordt ‘Kanaaldijk-Zuid 40’ gewijzigd in ‘Kanaaldijk-Zuid 38’.
4.2.28 2.9.1
In artikel 6.1 wordt Kerkendijk 152a als volgt omschreven: ‘ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf – melktransport’ is een bedrijf toegestaan dat melk transporteert voor agrarische bedrijven’.
4.2.29 2.9.1
In artikel 6.2.1 wordt Kerkendijk 152a toegevoegd als ‘specifieke vorm van bedrijf – 70’ (sb-70). Er is één bedrijfswoning toegestaan en de specifiek toegestane bedrijfsactiviteit is: ‘bedrijf dat is gericht op het vervoeren van melk’ (milieucategorie 2). De maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing bedraagt 160 m2, de maximale goothoogte bedraagt 4 meter en de maximale bouwhoogte bedraagt 6,80 meter. Dit wordt opgenomen in de tabel onder 6.2.1.
4.2.30 2.13.2
In artikel 9.2.2 wordt opgenomen dat indien een gevellijn is aangeduid, het hoofdgebouw en de bijgebouwen slechts achter de gevellijn mogen worden gerealiseerd.
4.2.31 2.14.3
De huidige tekst van 4.2.2 onder ‘e’ wordt vervangen door ‘ter plaatse van de aanduidingen ‘veehouderij’ en ‘beperkingen veehouderij’ is de bebouwing voor een veehouderij ten hoogste van een zodanige omvang dat deze overeenkomt met de bebouwing ten behoeve van een veehouderij welke op 21 september 2013 aanwezig of in uitvoering was, gebouwd mag worden krachtens een verleende vergunning dan wel gebaseerd is op een voor 21 september 2013 ingediende volledige en ontvankelijke aanvraag omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’.
4.2.32 2.14.4
Artikel 3.6.1.g sub 4, 3.6.2. j sub 4, 4.2.3.d, 5.6.1.g sub 4 en 5.6.2.j sub 4 wordt als volgt aangepast: ‘er is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting) op geurgevoelige objecten , in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger dan 20%, tenzij er –indien blijkt dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemde percentages- maatregelen getroffen door de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting, welke ten minste de eigen bijdrage aan de overschrijding van de achtergrondbelasting compenseert.’
4.2.33 2.14.5
In artikel 3.6.1.g sub 5, 3.6.2.j sub 5, 4.2.3.e, 5.6.1. g sub 5 en 5.6.2.j sub 5 wordt de fijnstofnorm
57
aangepast van 30
µg/m3 naar 31,2 µg/m3.
4.2.33 2.15.6
In artikel 6.2.1 onder c wordt in de tabel sb-48 gewijzigd in sb-47.
4.2.34 2.16.2
In de begripsomschrijving wordt de volgende definitie opgenomen van woonboerderij: ‘een gebouw dat bestaat uit een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met de in hetzelfde gebouw opgenomen (voormalige) agrarische bedrijfsruimten van bijzondere cultuurhistorische kwaliteit en zoals aangeduid in de als bijlage 2 opgenomen lijst bij de Nota Ruimtelijke Kwaliteit’, vastgesteld door de gemeenteraad op 2 november 2011.
4.2.35 2.16.2
Aan artikel 4.2.5 (A-AB) wordt een lid toegevoegd dat luidt: ‘voor woonboerderijen geldt de totale inhoud van het pand als de maximaal toegestane inhoud’.
4.2.36 2.16.2
Aan artikel 6.2.4 (Bedrijf) wordt een lid toegevoegd dat luidt: ‘voor woonboerderijen geldt de totale inhoud van het pand als de maximaal toegestane inhoud’.
4.2.37 2.16.2
Aan artikel 9.2.2 (Wonen) wordt een lid toegevoegd dat luidt: ‘voor woonboerderijen geldt de totale inhoud van het pand als de maximaal toegestane inhoud’.
4.2.38 2.16.2
Aan de artikelen 4.2.5, 6.2.4 en 9.2.2 wordt een lid toegevoegd dat luidt: ‘herbouw van een woonboerderij is alleen mogelijk indien dit is gericht op behoud en/of herstel van de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing’.
4.2.39 2.16.3
In de artikelen 4.2.5, 6.2.4, 8.2.2 en 9.2.2 wordt ‘vervangende nieuwbouw’ vervangen door ‘herbouw’.
58
4.3
Verbeelding Naar aanleiding van zienswijze:
Wordt de verbeelding als volgt aangepast:
4.3.1
2.1.9
Het gehele bestemmingsvlak aan Gebergte 9 krijgt de dubbelbestemming ‘Groenblauwe mantel’.
4.3.2
2.1.20
De delen van het bestemmingsvlak Moorsel 7 en 9 die de dubbelbestemming ‘zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen’ hebben, krijgen tevens de gebiedsaanduiding ‘overige zone – zoekgebied EVZ’.
4.3.3
2.1.22
Aan de gebieden die in de Vr de aanduiding ‘cultuurhistorisch vlak’ hebben, wordt in het bestemmingsplan de dubbelbestemming ‘Waarde – Cultuurhistorie’ toegekend.
4.3.4
2.3.2
Er wordt een strook van 5 bij 100 meter toegevoegd aan het bestemmingsvlak, zoals verbeeld op Bijlage 3.
4.3.5
2.3.3
De 2 toegestane bedrijfswoningen worden aangeduid op de verbeelding. De maatvoeringsaanduiding wordt
4.3.6
2.3.7
De kruisjes worden verwijderd van de onderste punt van het bestemmingsvlak, zoals verbeeld op Bijlage 4.
4.3.7
2.4.2
De aanduiding ‘bomenteelt’ wordt verwijderd en de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch bedrijf -
aangepast van ‘vrije tekst 2’ naar ‘maximaal aantal wooneenheden: 2’.
decoratietakken’ wordt toegekend aan het betreffende deel van het agrarisch bouwvlak aan Beliënberkdijk 21. 4.3.8
2.5.1
Aan het bestemmingsvlak plaatselijk bekend ‘Berkeindje 9’ wordt de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden – 2’ toegekend.
4.3.9
2.8.2
Op het bestemmingsvlak plaatselijk bekend Kanaaldijk-Zuid 38 wordt de ‘veiligheidszone-bevi’ verwijderd.
4.3.10 2.9.1
Ter plaatse van Kerkendijk 152a wordt de bestemming ‘Bedrijf’ opgenomen, met de specifieke aanduiding ’sb-70’.
4.3.11 2.13.1
De maximale inhoud van de woning aan Lieropsedijk 21 wordt aangepast naar 1.800 m3. De maximale oppervlaktemaat van 1.800 m2 wordt verwijderd.
4.3.12 2.13.2
Het bestemmingsvlak ten behoeve van de herbouw van de woning aan Lieropsedijk 23 wordt aangepast. Het bestemmingsvlak moet aangesloten blijven bij de openbare weg. Om te voorkomen dat de woning alsnog te ver naar voren wordt gebouwd, wordt een gevellijn opgenomen die gelijk ligt aan de voorzijde van de belendende woningen Lieropsedijk 21 en 25.
4.3.13 2.15.6
Op het perceel Ploegstraat 56-58, wordt het vlak met de functieaanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – stalling auto’s’ verplaatst conform de vergunningstekening uit 1986. Op deze manier wordt recht gedaan aan de betreffende vergunning.
59
5
Ambtshalve wijzigingen
Toelichting 5.1 Paginanummer
Wordt de toelichting als volgt aangepast:
5.1.1 In de toelichting is op dit moment geen paragraaf over externe veiligheid en milieuzonering opgenomen. 5.2
Er wordt een paragraaf 2.4 toegevoegd. Daarin wordt verantwoord hoe in dit plan met externe veiligheid en milieuzonering wordt omgegaan.
Regels Artikelnummer
5.2.1
1.40
De definitie van ‘bestaand gebruik’ is aangepast teneinde leesbaarheid te bevorderen. Deze luidt nu als volgt: ‘Het gebruik van grond en opstallen, zoals dat bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.’
5.2.2
1.69
Aan de definitie van ‘differentiatievlak’ wordt toegevoegd dat ter plaatse, behalve afwijkende functies, ook afwijkende maatvoeringen toegestaan kunnen zijn. De definitie luidt hierna als volgt: ‘een op de plankaart als zodanig aangegeven vlak, waarbinnen van de basisbestemming afwijkende functies en/ of maatvoeringen zijn toegestaan.’
5.2.3
1.95
De definitie van ‘Hydrologisch neutraal ontwikkelen met betrekking tot het grondwater’ was niet correct. Er leek een stuk een tekst weggevallen. Dit is nu hersteld waardoor de definitie als volgt luidt: ‘het in combinatie met bouwwerken, verhardingen en hoge of lage permanente (teelt)ondersteunende voorzieningen zodanig loskoppelen van (een deel van) de hemelwateropvang zodat het hemelwater in voldoende mate via infiltratievoorzieningen op eigen terrein passief in de bodem geïnfiltreerd wordt.’
5.2.4
1.107
Aan de definitie van ‘maaiveld’ wordt toegevoegd dat het om het ter plaatse aanwezige terrein gaat. De definitie luidt nu als volgt: ‘de gemiddelde hoogte van de bovenkant van het ter plaatse aanwezige terrein.’
5.2.5
1.119
Aan de definitie van ‘woning vallend onder het overgangsrecht’ wordt het woord ‘specifiek’ toegevoegd. De definitie luidt nu als volgt: een woning die in het bestemmingsplan ‘Buitengebied 1998’ specifiek was aangeduid als 'woning vallende onder het overgangsrecht'.’
60
5.2.6
1.151
In het geval van tijdelijke huisvesting dient te worden uitgesloten dat er een zelfstandige vorm van bewoning ontstaat. Daarom worden er twee dingen aangepast: 1. aan de definitie ‘structurele voorziening voor tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers’ wordt een passage toegevoegd dat zelfstandige bewoning niet is toegestaan. De definitie luidt hierdoor als volgt: ‘woningen/wooneenheden, hotels, pensions, logiesgebouwen of andere gebouwen, als zodanig bestemd en tevens geschikt en ingericht ten behoeve van tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers waarbij zelfstandige bewoning is uitgesloten.’ 2. er wordt een definitie van zelfstandige bewoning opgenomen. Dit is overigens mede naar aanleiding van de zienswijze van de provincie. Zelfstandige bewoning wordt als volgt gedefinieerd: ‘Bewoning met een eigen toegang waarbij de noodzakelijke voorzieningen (keuken, douche en toilet) niet gedeeld hoeven worden met andere bewoners.’
5.2.7
3.6.1, 3.6.2, 4.2.3, 5.6.1 en 5.6.2
Op verschillende plekken in de regels wordt gesproken over een fijnstofconcentratie. Het is van belang hierbij te melden dat het om PM10 gaat. Dit wordt toegevoegd in de regels bij artikel 3.6.1.g onder 5, 3.6.2.j onder 5, 4.2.3 lid e, 5.6.1.g onder 5 en 5.6.2.j onder 5.
5.2.8
3.6.2 en 5.6.2
Om de leesbaarheid te bevorderen, is de aanhef van artikelen 3.6.2.j onder 7 en 5.6.2.j onder 7 veranderd van ‘er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden’ in ‘er is sprake van sanering van een overbelaste situatie waarbij’.
5.2.9
4.3.2
De ontheffingsbevoegdheid voor de toegestane goothoogte is gewijzigd van maximaal 7,5 meter naar 10 meter. Hiermee wordt beoogd de flexibiliteit van het bestemmingsplan te bevorderen. Uiteraard zal bij ieder verzoek een afweging dienen te worden gemaakt of het beleidsmatig gewenst is gebruik te maken van deze ontheffingsbevoegdheid. Daarvoor wordt advies ingewonnen bij de Adviescommissie voor Agrarische Bouwaanvragen. Het artikel gaat nu als volgt luiden: Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.2, ten behoeve van een afwijkende goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen, met dien verstande dat de goothoogte ten hoogste 10 m¹ mag bedragen en de bouwhoogte maximaal 12,5 m¹ mag bedragen. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden: a.
er moet sprake zijn van een noodzaak vanuit een doelmatige bedrijfsvoering en/of ontwikkeling. Dit moet worden aangetoond door middel van een advies van de AAB;
61
b.
de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van de bedrijfsgebouwen in zijn omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
c. 5.2.10 5.2.1
de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 23.2.
Artikel 5.2.1 lid d beoogt te regelen dat op perceel G2493 een veldschuur is toegestaan met de genoemde oppervlakte- en hoogtematen. Daarbij wordt verwezen naar een bijlage uit de regels. Dit is geen gebruikelijke manier van bestemmen. Daarom wordt lid d aangepast en zal de verbeelding een bouwvlak gaan bevatten. Artikel 5.2.1 lid d komt nu als volgt te luiden: ‘ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden – veldschuur’ is een veldschuur toegestaan van 48 m2 met een goothoogte van 2,20 m1 en een nokhoogte van 3,70 m1.’ Tevens wordt in de regels de definitie van ‘veldschuur’ toegevoegd. Deze luidt als volgt: ‘een vrij in het open veld staande schuur, die wordt gebruikt voor het stallen of het melken van vee, dan wel de opslag van agrarische producten of agrarische werktuigen.’
5.2.11 6.2.2
In artikel 6.2.2 wordt verwezen naar bouwvlakken binnen de bestemming ‘bedrijf’. De in dit bestemmingsplan opgenomen bestemmingsvlakken waaraan de bestemming ‘bedrijf’ toegekend, bevatten echter geen bouwvlakken. Derhalve is het artikel gewijzigd en luidt dit nu als volgt: a.
de afstand tot de bestemmingsgrens is ten minste 5 m1;
b.
de afstand tot de as van de weg is ten minste 20 m1;
c.
de dakhelling dient tussen de 20 graden en 60 graden te zijn;
d.
voor het overige voldaan wordt aan de maatvoeringen zoals aangegeven in de tabel onder 6.2.1.
5.2.12 3.6.1, 3.6.2, 5.6.1 en 5.6.2
In deze artikelen wordt de voorwaarde gesteld dat uitbreiding van de veestapel slechts kan plaatsvinden indien er intern gesaldeerd wordt. Deze voorwaarde sluit uit dat er in de toekomst van de PAS gebruik gemaakt kan worden. Daarom is de voorwaarde algemener opgesteld. Daarom wordt artikel 3.6.1.e, 3.6.2.g, 5.6.1.e en 5.6.2.g verwijderd en wordt de tekst gewijzigd in 3.6.1.d, 3.6.2.f, 5.6.1.d en 5.6.f gewijzigd in ‘Indien er milieuhygiënische belemmeringen zijn, kan uitbreiding van de veestal slechts plaatsvinden indien is aangetoond dat er geen sprake is van een toename van de ammoniakdepositie in een Natura2000-gebied, danwel dat de depositie geen gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura2000-gebied.’
5.2.13 6.6.1
In dit artikel wordt onder lid d verwezen naar artikel 19.6.3. Dit is onjuist en moet 9.6.2 zijn. In lid g van
62
dit artikel wordt eveneens verwezen naar 19.6.3 maar dit moet 23.2 zijn. 5.2.14 4.5.1
In dit artikel wordt onder lid f verwezen naar ‘voornoemde artikelen a tot en met f’. Dit is onjuist en moet ‘voornoemde artikelen a tot en met e’ zijn.
5.2.15 3.3.1
•
In de aanhef wordt ‘behaalde’ gewijzigd in ‘bepaalde’;
•
Onder a wordt de term ‘schuilhut’ gewijzigd in ‘schuilgelegenheid’.
5.2.16 3.6.1 en 5.6.1
In de titel en de aanhef wordt ‘uitbreiding’ gewijzigd in ‘vergroting’.
5.2.17 3.6.3 en 5.6.3
De passage in de aanhef ‘tot ten hoogste’ wordt gewijzigd in ‘tot een oppervlakte van ten hoogste’.
5.2.18 4.5.2
Onder 1 wordt ‘deze wordt ingetrokken’ gewijzigd in ‘de vergunning wordt ingetrokken’.
5.2.19 4.7.2
In lid d wordt het woord ‘boederijsplitsing’ gewijzigd in ‘boerderijsplitsing’.
5.2.20 4.7.3
In lid d wordt ‘bepaalde onder c.’ gewijzigd in ‘het bepaalde onder b.’
5.2.21 10.4.1
In lid i wordt het volgende toegevoegd: ‘waaronder heien’.
5.2.22 11.3.2
Het laatste woord van de eerste alinea ‘verbinding’ wordt gewijzigd in ‘leiding’.
5.2.23 14.4.3
Hier wordt tweemaal verwezen naar artikel 13. Dit moet artikel 14 zijn (14.4.1 en 14.1)
5.2.24 18.1.1
De huidige tekst wordt aangepast in: De voor 'Waterstaat -Reserveringsgebied waterberging' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daaraan toegekende bestemmingen, mede bestemd als reserveringsgebied voor de tijdelijke opvang van water.
5.2.25 22.1
In de aanhef wordt ‘bedrijfsgebouw wordt gebruikt als’ gewijzigd in ‘bedrijfsgebouw als’.
5.2.26 26
De datum ’25 juni 2014’ wordt gewijzigd in ’26 juni 2014’.
5.2.27 21
In artikel zijn algemene aanduidingsregels opgenomen. Niet is vastgelegd dat in geval van strijdigheid van bepalingen de bepalingen van dit artikel gaan vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen die op desbetreffende gronden van toepassing zijn.
5.2.28 25.3
In lid b wordt gesproken over ‘bestaande gebruikers’, terwijl in lid a wordt gesproken over ‘eigenaar’. Om onduidelijkheid te voorkomen, wordt in beide gevallen de term ‘eigenaar’ gebruikt. In lid b wordt ‘bestaande gebruikers’ gewijzigd in ‘bestaande eigenaar’.
5.2.29 14.2.2
In dit lid worden uitzonderingen op het bouwverbod benoemd. Deze zijn echter van toepassing op werken en werkzaamheden en horen hier dus niet thuis. Artikel 14.2.2 komt nu als volgt te luiden: 14.2.2 Afwijken van de bouwregels Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het toestaan van (ver)bouwen conform de andere bestemmingen. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:
63
1. het (ver)bouwen mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden; 2. vooraf wordt advies wordt ingewonnen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg of gemeentelijke monumentencommissie. 5.2.30 22.1
Als gevolg van behandeling in de commissie Ruimte en op basis van een voorstel vanuit het college wordt in artikel 22.1 lid a de volgende passage geschrapt: ‘Deze laatste eis geldt niet als er sprake is van een eerste lijns familierelatie tussen de bewoners van de woning en die van de afhankelijke woonruimte’. Hiermee wordt beoogd de regeling omtrent mantelzorg zoals die in het bestemmingsplan wordt opgenomen niet meer strijdig te laten zijn met het provinciaal beleid.
5.3
Verbeelding
5.3.1
Op het perceel Michelslaan ong., kadastraal bekend sectie G, nummer 2493 wordt ter plaatse van de aanwezige veldschuur een bouwvlak opgenomen.
5.3.2
In artikel 24 van de regels van het ontwerpplan wordt verwezen naar nummers die op de verbeelding zouden voorkomen. Op digitale versie van het plan zijn deze nummers echter niet raadpleegbaar. De nummers worden toegevoegd.
64
Bijlage 1 – Publicaties
65
Pagina 4 Pagina 4
Woensdag 26 februari 2014 Woensdag 14 juli 2010
Gemeentehuis Someren Bezoekadres Wilhelminaplein 1 | 5711 EK Someren
Postadres Postbus 290 | 5710 AG Someren Gemeentehuis Someren
Telefoon (0493) 494 888 | Fax (0493) 494 850
[email protected] | www.someren.nl Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor inOpeningstijden reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. Excepteur loketten sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit anim id est Maandag tot en met vrijdag (alleen op afspraak): 9.00–12.00 uur laborum. Voor een bezoek aan de loketten dient u een afspraak te maken. Dit kan telefonisch via (0493) 494 888 en voor een aantal producten en diensten kunt u een afspraak maken via www.someren.nl Tekst met lijn
SNEL ZAKEN DOEN? ...eenWerk afspraak maken helpt Openingstijden loket Inkomen en Zorg Voor het loket Werk Inkomen en Zorg gelden afwijkende openingstijden. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor inciSpreekuur didunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exerMaandag tot en met vrijdag (op afspraak): 9.00–10.30 uur citation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor Telefonische bereikbaarheid inMaandag reprehenderit in met voluptate velit 9.00-12.30 esse cillum dolore tot en vrijdag: uur eu fugiat nulla pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit anim id est laborum. Lorem ipsum dolor sit Avondopenstelling Publiekszaken Maandag (alleen op afspraak): 17.00–20.00 uur Lorem ipsum sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor Tijdens dezedolor avondopenstelling is het loket Publiekszaken open en kuntinciu op afspraak terecht voor magna reisdocumenten, rijbewijzen, uitnostrud het BRP, aandidunt ut labore et dolore aliqua. Ut enim ad minimuittreksels veniam, quis exervragen van een Verklaring omtrent het gedrag en aangifte van verhuizing bincitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor nen de gemeente. in reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit anim id est laborum.
Openingstijden gemeentehuis en telefonische bereikbaarheid
Excepteur sint occaecat cupidatat non proident. Maandag tot en met donderdag: 8.30–17.00 uur Vrijdag: 8.30–12.30 uur Gedurende deze tijden is de deur van het gemeentehuis geopend en is de geMilieustraat meente telefonisch bereikbaar. Voor de openingstijden van de loketten zie hier-
boven. Bij een bezoek aan het gemeentehuis dient u zich altijd eerst te melden Lorem dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incibij de ipsum receptie. didunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. Excepteur Burgemeester of wethouder spreken? sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit anim id est Indien u een kwestie wilt bespreken met de burgemeester of een van de wetlaborum. houders dan kunt u hiervoor een afspraak maken met het bestuurssecretariaat, tel. (0493) 494 888. Excepteur sint occaecat cupidatat non proident.
Milieustraat
Adres: Holberg 2 in Someren, tel: (0493) 470 025 Klachtenregeling De milieustraat is bedoeld voor afval afkomstig uit huishoudens in Someren en Lorem dolor bedrijfsafval. sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor inciAsten,ipsum dus geen didunt ut labore et dolore aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exerU kunt voortaan metmagna pin betalen. citation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor Hoe Excepteur inWat reprehenderit in voluptate velit esse cillumWanneer dolore eu fugiat nulla pariatur. Inleverstation: Maandag Gratis anim en zonder sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui 13.00 officiauur deserunt mollit id est Blik, papier/karton, drankenkartons, glas doorlopend tot milieupas laborum. plastic verpakkingen zaterdag 17.00 uur Glas, vlakglas, drankenkartons, plastic Maandag t/m vrijdag Gratis met vertoon Excepteur sint occaecat cupidatat verpakkingen, Wit schoon tempex,non proident. van 13.00 -17.00 uur; van de milieupas papier/karton, frietvet, (oud) ijzer/ Zaterdag van 10.00 – metalen/ blikjes, kringloopgoederen, 17.00 uur klein chemisch afval, textiel en schoenen, elektrischeIPSUM apparaten,DOLOR luiers, harde LOREM SIT kunststoffen, kadavers van kleine huisdieren, asbest (max 35 m² per jaar)*, afgewerkte 10 consectetur liter), Lorem ipsummotorolie dolor sit (tot amet, adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incidiautobanden zonder velg (max 5 stuks), dunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitagasflessen tion nim id est laborum. Overig (grof) huishoudelijk afval: Maandag, woensdag Tegen betaling met Per voetganger/fietser € 3,- en vrijdag van 13.00 - vertoon van de Personenauto/busje 2 m³) non € 8,- 17.00 uur; (max milieupas Excepteur sint occaecat cupidatat proident. Zaterdag van 10.00 – Bouw – en sloopafval 0-1 m³ € 8,- 17.00 uur 1-2 m³ € 16,-
Lorem ipsum dolor sit *a ls u asbest wilt aanbieden dan dient u dit van tevoren telefonisch te melden bij de milieustraat, tel. (0493) 470 025
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. • Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation van evenementen, collectes en meldingen voor het optreden van een • Overzicht ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. band in een horeca-inrichting, voor de komende twee weken. • • Evenementen Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incidiDit overzicht is gebaseerd op vergunningaanvragen voor een evenement. Aan de dunt ut laboreinetdit dolore magnakunnen aliqua. op Ut enim minimwijze veniam, quis worden nostrud exercitavermelding overzicht geen ad enkele rechten ontleend. tion nim id est l Excepteur sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui officia 1 maart carnavalsoptocht Lierop deserunt mollit anim id est laborum. veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris 2 maart carnavalsoptocht Someren-Eind 4 maart ex ea commodo consequat. optocht Duis boerenbruiloft Lierop nisi ut aliquip aute irure dolor in reprehenderit.
overzicht ActiviteiteN
• Collectes 9 t/m 15 maart
Reumafonds
Informatie Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling Burger en Bestuur van het gemeentehuis, tel. (0493) 494 888. Meer informatie over evenementen is ook te vinden in de evenementenkalender op www.vvv-someren.nl.
Gemeentehuis gesloten met carnaval
Lorem ipsum dolor sit Lorem ipsum dolor Op maandag 3 maart en dinsdag 4 maart a.s. is het gemeentehuis in verband metsit carnaval gesloten. De avondopenstelling op maandag 3 maart komt ook te vervallen. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et Op 6 en 7 maart a.s.: dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in ea commodo consequat. Op donderdag 6 en vrijdag 7 maart 2014 kunt u geen paspoort of identiteitskaart aanvragen bij de reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu gemeente Someren. Dit heeft te maken met de invoering van de tienjarige geldigheid van de reisdocumenten. fugiat nulla pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat Duis aute irure dolor in reprehenderit in voluptate velit non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit esse cillum dolore nulla pariatur. Excepteur Vanaf 9 maart 2014 zijn het paspoort en de Nederlandwel ophalen bijeu defugiat gemeente. maart se anim identiteitskaart, voor personen die 18 jaar en ouder id est sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui zijn, voortaan tien jaar geldig in plaats van vijf. Er komt Noodpaspoort officia deserunt mollit anim id est een nieuw model van de documenten. De gemeente SoHet aanvragen van een noodpaspoort bij de Koninklijke Lorem ipsum dolor sit meren kan hierdoor op donderdag 6 en vrijdag 7 maart Marechaussee blijft op 6 en 7 maart wel mogelijk. Voor Lorem ipsum geen aanvragen van paspoorten of identiteitskaarten in de sit aanvraag van een noodpaspoort informatie overdolor behandeling nemen. kunt u terecht www.defensie.nl/marechaussee/service/ nooddocumenten. Donat aveia Reisdocumenten eerder aangevraagd? Donat aveia Paspoorten en identiteitskaarten die aangevraagd zijn Meer weten? Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing tot en met woensdag 5 maart kunnen we binnen de Hebt u vragen over de aanvraag van een paspoort of elit, sed do levertijden eiusmod tempor incididunt ut labore Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing gebruikelijke leveren. Die kunt u op 6eten 7 identiteitskaart? Kijk dan op www.someren.nl. dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip dolore magna aliqua. ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in reprehenderit voluptate velit esse cillum dolore eu Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitationOm Door de brandinin 2013 was zwembad De Diepsteeckel drie weken eerder gesloten dan gepland. abonnementhouders van 2013 tegemoet te komen, organiseert hetnisi zwembad een aantalconsedata in fugiat nulla pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat ullamco laboris ut aliquip op ex ea commodo maart een compensatieverkoop in het gemeentehuis. non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit quat. Duis aute irure dolor in reprehenderit in volupTijdens deze krijgen abonnementhouders van 2013 stratielijst staat, ontvangt bevestiging. anim id est data laborum. tate velit esse cillum doloreueueen fugiat nulla pariatur. bij de aankoop van een nieuw abonnement voor 2014 - U betaalt het abonnement voor 2014 contant, pinbetaeen korting van 20% op het reguliere voorverkooptarief. ling is niet mogelijk. sit amet, consectetur Excepteur sint occaecat cupidatat DeLorem kostenipsum van dolor het abonnement (inclusiefadipisicing de korting) - Neem een recente pasfoto mee. non proiden sedeen do kinderabonnement eiusmod tempor incididunt ut en labore zijnelit, voor € 13,50 vooret volwassenen € 28,00. Reguliere verkoop dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis De 10-badenkaarten en zwemleskaarten van 2013 zijn Vanaf 1 april 2014 start de reguliere abonnementennostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip Aguila Non Captet ook geldig in het zwemseizoen 2014. Normaal zijn deze voorverkoop. U kunt vanaf die datum een zwemabonex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in kaarten maar één zwemseizoen geldig. nement aanvragen via www.someren.nl/zwembad. reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing Data ennulla tijden fugiat pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et Denon speciale voorverkoop voor proident, sunt in culpa quiabonnementhouders officia deserunt mollit van dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis 2013 is op de volgende data en tijden: anim id est laborum. nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip - maandag 17 en 24 maart van 17.00 tot 20.00 uur; ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in - woensdag 19 en 26 maart van 14.00 tot 17.00 uur; - vrijdag 21 sint en 28 maartcupidatat van 9.00 totproiden 12.00 uur. Excepteur occaecat non reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat Voorwaarden non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit -U kunt alleen terecht op deze verkoopdata op vertoon Aguila Non Captet anim id est laborum. van uw abonnement van 2013. Dit abonnement is nodig om voor de korting in aanmerking te komen. - BLorem ent u ipsum niet meer bezit van het abonnement? dolorinsithet amet, consectetur adipisicing Duis aute irure dolor in reprehenderit in voluptate velit Stuur dan een e-mail naar
[email protected] met elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. Excepteur daarin naam, adres, woonplaats en geboortedatum dolore magna aliqua. Ut enimAls aduw minim veniam, quisregisint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui van de abonnementhouder. naam op onze nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex officia deserunt mollit anim id est laborum. ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fuExcepteur sint occaecat cupidatat non proide giat nulla pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat Woensdag 26 februari en donderdag 27 februari wordt op de Nieuwendijk in Someren-Eind een verkeersremmer specifiek gerichtmollit op het vertragen van vrachtverkeer. non proident, aangelegd, sunt in culpa qui officia deserunt
Beperkte dienstverlening publiekszaken
Compensatie zwembadabonnement De Diepsteeckel
Aanleg verkeersremmer Nieuwendijk
id est laborum. Lorem ipsum sit van de huidige wegIn anim het kader van het Idop heeft de gemeente SomeDe versmalling komt dolor in de plaats ren samen met de dorpsraad van Someren-Eind een versmalling van betonblokken. De uitvoering van de ontwerp voor een wegversmalling op de Nieuwendijk versmalling vindtdolor dezesitweek De palen met de Lorem ipsum amet,plaats. consectetur adipisicing gemaakt. Het ontwerp is er op gericht om met name borden, die het vrachtverkeer vertragen, worden na de Excepteur sint occaecat cupidatat non proide elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et vrachtverkeer te vertragen. Op de wegversmalling worcarnaval geplaatst. De Nieuwendijk wordt voor het readolore aliqua. den palen met borden geplaatst. Deze borden vertragen liseren vanmagna de wegversmalling op woensdag 26 februari het vrachtverkeer omdat ze op de hoogte zitten van de en donderdag 27 februari afgesloten voor doorgaand spiegels vanipsum een (grote) vrachtwagen. Het ontwerp is verkeer. Hetadverkeer wordt omgeleid viaexercitation de BennenLorem dolor sit Ut enim minim veniam, quis nostrud vorig jaar door de dorpsraad gepresenteerd tijdens een broekstraat. ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo conseopenbare vergadering in de Einder. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing quat. Duis aute irure dolor in reprehenderit in volupelit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et tate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla. dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ea commodo consequat. ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo conseHonderdduizenden Brabanders genieten tijdens carnaval enkele quat. Duis dagen aute irure dolor in reprehenderit in volupmet volle van eeuwenoude volksfeest. Carnaval de laatste Duis auteteugen irure dolor in dit reprehenderit in voluptate velit tateisvelit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. jaren echter óók bij woninginbrekers een populaire periode in het jaar. esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. Excepteur Excepteur sint occaecat cupidatat non proident, sunt sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui in culpa deserunt mollit. Terwijl veel burgers buitenshuis feestvieren, slaat het politie doet qui er officia alles aan om de carnavalsfestiviteiten zo officia deserunt mollit animwaarschuwt id est laborum. dievengilde toe. De politie u datveniam, inbrekers veilig mogelijk te laten verlopen. Ook blijven zij surveildoelgericht op exercitation zoek gaan ullamco naar woningen, waar duidelijk leren in de quis nostrud laboris nisi ut aliquip Duis autewijken. irure dolor in reprehenderit in voluptate velit niemand thuis is. Bij twijfel gaan ze eerder een straatje ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. Excepteur verder. Ook wanneer er onlangs bij u in de straat ingeVoor tips en informatie over het offensief in de strijd reprehenderit voluptate velit esse dolore eu sintwoninginbrekers occaecat cupidatatkunt non proident, sunt culpa qui broken is, loopt in u meer risico om het cillum volgende slachtoftegen u terecht opin de speciale nulla pariatur. officiawww.samentegeninbrekers.nl. deserunt mollit anim id est laborum. ferfugiat te worden. U doet er goed aan uw woning goed af website Ook opveniam, www.pote sluiten en een bewoonde indruk achter te laten. De litiekeurmerkveiligwonen.nl vindt ulaboris preventietips. quis nostrud exercitation ullamco nisi ut aliquip Excepteur sint occaecat cupidatat non proiden ex ea commodo consequat.
Voorkom een kater beveilig je huis tegen inbrekers!
Horeca Someren-Eind verstrekt polsbandjes
sint occaecat cupidatat polsbandjes non proide verstrekt Tijdens de carnaval wordt er door de horeca in Someren-Eind Excepteur bij de volgende ondernemers voor 18+ers: Aguila Non Captet • Cafe Jan van Tieskes • Partycentrum De Platte Vonder • Cafe ’t Eind • OJC Komokus dolorD’end sit amet, consectetur adipisicing Lorem ipsum dolor sit • Lorem Cafe ’tipsum Bruisend elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in redolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis prehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu funostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex giat nulla pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat ea commodo consequat non proident.
Deze week in ’t Contact een special over de veranderingen in de jeugdzorg, Wmo en Participatiewet, zie hiervoor pagina 8 en 9
Woensdag 26 februari 2014
Pagina 5
Vrijdag 28 februari 2014:
Senioren opfriscursus verkeer: “Oppoetsen en bijtanken”
Sleuteloverdracht in de Ruchte
In maart organiseert Veilig Verkeer Nederland in samenwerking met Cursushuis DAS (onderdeel van Onis) een opfriscursus van vier bijeenkomsten voor alle senioren die aan het verkeer deelnemen. Deze cursus is dus ook geschikt voor fietsers en mensen op een scootmobiel. Verkeersregels/verkeerssituaties In de loop der jaren zijn er heel wat verkeersregels veranderd of bijgekomen. Veel wegen en kruispunten zijn ingewikkeld geworden en het verkeer is drukker dan ooit. Reden genoeg eens na te gaan hoe het met uw verkeerskennis is gesteld. Zowel bestaande als nieuwe verkeersregels komen tijdens de cursus uitgebreid aan bod. Ook gevaarlijke en ingewikkelde verkeerssituaties in de gemeente Someren komen ter sprake. Daarnaast is het mogelijk om zelf vragen te stellen over het verkeer.
Wanneer: Waar: Wie: Kosten: Aanmelden:
De cursus wordt gegeven door Harrie Manders, van het gelijknamige taxibedrijf en autorijschool. Hij legt u op een gemakkelijke manier uit wat er in het verkeer allemaal veranderd is in de loop der jaren.
Meer informatie Voor meer informatie kunt u terecht bij Mayke Steeghs van Onis, tel. (0493) 441 242.
Woensdag 19 + 26 maart en 9 + 16 april van 9.30-11.30 uur De Ruchte, Laan ten Roode 71a in Someren Voor alle senioren die aan het verkeer deelnemen Gratis incl. koffie/thee Vóór 12 maart bij Mayke Steeghs, tel. (0493) 441 242 of via
[email protected] of www.cursushuisdas.nl
28 februari 2014
Prins Grard I
Prins Jos I Prins Frans III
Woensdag 19 maart: Gemeenteraadsverkiezingen Op 19 maart mag je stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Dan bepaal je mee wie er in de gemeenteraad komt. Dat lijkt misschien niet interessant, maar is het wel. Omdat de gemeenteraad beslist over je straat, je wijk en je dorp. Dus, neem je de uitnodiging aan en ga je toch maar naar de stembus? Het kost in ieder geval niet veel tijd want er is altijd een stembureau in de buurt en de stembureaus zijn open van 7.30 tot 21.00 uur. We rekenen op je stem!
Prins Cor II
SCC De Ruchte Aanvang 19.30 uur Gratis entree!
Op www.someren.nl staan de kandidaatlijsten, websites van de lokale politieke partijen, waar de stemlokalen zijn en hoe u iemand anders kan laten stemmen als u zelf niet in de gelegenheid bent. De stempassen worden deze week bezorgd.
Uitreiking prijs mooiste buurt 21.30 uur
In ’t Contact van 5 maart 2014 kunt u uitgebreid informatie lezen over de gemeenteraadsverkiezingen in de verkiezingsspecial.
Gemeentelijke belastingen:
Aanslagbiljet 2014 met WOZ-beschikking
De aanslag gemeentelijke belastingen 2014 gecombineerd met de WOZ-beschikking wordt deze week verzonden. De WOZ-beschikking staat vermeld op het aanslagbiljet. Het gaat om een gecombineerde aanslag voor de onroerende-zaakbelastingen, de rioolheffing en de hondenbelasting. Bij het aanslagbiljet treft u een bijsluiter aan. U dient het aanslagbiljet te bewaren. De WOZ-waarde die vermeld staat op het aanslagbiljet heeft u nodig voor de aangifte inkomstenbelasting van de Belastingdienst over 2014. Belastingen Op het aanslagbiljet kunt u de volgende belastingen aantreffen: • Onroerende zaakbelastingen (OZB); • Rioolheffing; • Hondenbelasting. Onroerende zaakbelastingen (OZB) De OZB wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. De percentages voor 2014 zijn door de gemeenteraad als volgt vastgesteld: Eigenaar woning 0,1176 % Eigenaar niet-woning 0,1660 % Gebruiker niet-woning 0,1523 % Rioolheffing Voor het afvoeren van het afvalwater of hemelwater op het rioleringsstelsel en het grondwaterbeheer betaalt u rioolheffing. Belastingplichtig voor de rioolheffing is de eigenaar van een perceel dat aangesloten is op de gemeentelijke riolering. Hiervoor is aansluiting via het buizenstelsel niet noodzakelijk. Er is ook sprake van een belastingplicht wanneer de gemeente zorgtaken heeft voor regenwater of de grondwaterstand. Dit betekent dat objecten als losstaande garageboxen of onbebouwde percelen, in de heffing worden betrokken. Voor dit soort objecten – met een bebouwd vloeroppervlak kleiner dan 40 m2 – is een “kwart” tarief vastgesteld. Ook bouwrijp gemaakte percelen worden aangeslagen voor rioolheffing. In de tariefstelling van de nieuwe rioolheffing wordt onderscheid gemaakt tussen woningen en nietwoningen. Of er sprake is van een woning of niet-woning wordt op dezelfde manier bepaald als bij de OZB. De tarieven voor de rioolheffing bedragen in 2014 per perceel voor: Woningen € 133,40 Niet-woningen € 199,90 Kwart-tarief € 33,30 Hondenbelasting De tarieven hondenbelasting voor 2014 zijn niet veranderd ten opzichte van 2013 en bedragen voor: De eerste hond € 42,60 Elke volgende hond € 64,80 Kennel € 114,00 WOZ beschikking op aanslagbiljet In 2014 is de waarde van uw onroerende zaak opnieuw bepaald. De waarde is vastgesteld naar de waardepeildatum 1 januari
Zaterdag 1 maart a.s.:
Inleverdag klein chemisch afval Op zaterdag 1 maart a.s. kunt u op de volgende locaties in de kerkdorpen uw klein chemisch afval aanbieden: kerkplein van 9.00-10.00 uur Lierop: Someren-Eind: kerkplein van 10.15–11.15 uur Someren-Heide: kerkplein van 11.30–12.30 uur Inwoners van Someren-Dorp kunnen klein chemisch afval gratis naar de Milieustraat aan de Holberg 2 in Someren brengen. Ook de inwoners van de kerkdorpen kunnen daar terecht.
Prins Bart I
2013 en geldt voor het belastingjaar 2014. Uw onroerende zaak is getaxeerd naar de toestand waarin het zich bevond op 1 januari 2013. Heeft in 2013 een verandering plaatsgevonden aan uw onroerende zaak, zoals een verbouwing, aanbouw, sloop of kadastrale wijziging, dan is uw onroerende zaak getaxeerd naar de toestand op 1 januari 2014.
Vrijdag 28 februari a.s. vindt de gezamenlijke sleuteloverdracht plaats in de Ruchte. Bij de sleuteloverdracht zijn alle vijf de carnavalsverenigingen van Someren aanwezig. De verenigingen presenteren zich ieder 15 minuten. Ook het college van B&W zal zich presenteren. Na de officiële sleuteloverdracht door de burgemeester is er de prijsuitreiking van de best versierde buurt. De avond vindt plaats in Cultureel Centrum De Ruchte en begint om 19.30 uur. Het officiële gedeelte is om ca. 21.30 uur afgelopen. De muziekkapellen blijven vervolgens muziek maken tot ca. 23.00 uur. Iedereen is van harte welkom.
Tuitpot tentoongesteld
Taxatieverslagen op internet De onderbouwing van de waarde treft u aan op het taxatieverslag. U kunt het taxatieverslag raadplegen op of downloaden via www.someren.nl met gebruikmaking van het aanslagnummer en het aanslagbedrag. In dit verslag staat uitgelegd hoe de waarde is bepaald. Bezwaar? Wanneer u het niet eens bent met de WOZ-beschikking of één of meerdere aanslagen, kunt u binnen zes weken na dagtekening van het aanslag/beschikkingsbiljet schriftelijk bezwaar maken. U kunt uw bezwaarschrift zenden aan: De heffingsambtenaar van de gemeente Someren Postbus 290 5710 AG Someren Het is niet mogelijk om bezwaar te maken door het versturen van een e-mail. De gemeente wijst u erop dat het indienen van een bezwaarschrift, de verplichting tot betaling niet opschort. Betaling aanslagbiljet: Automatische incasso of acceptgiro Als u reeds gebruik maakt van automatische incasso, wordt het belastingbedrag voor 2014 in zes maandelijkse termijnen van het door u opgegeven bank- of girorekeningnummer afgeschreven op de volgende vervaldata: 31 maart, 30 april, 31 mei, 30 juni, 31 juli en 31 augustus 2014. Als u de gemeente niet heeft gemachtigd tot automatische incasso, dan treft u bij het aanslagbiljet twee acceptgiro’s aan, voor twee betaaltermijnen. Op de eerste vervaldag 31 maart 2014 moet de helft van de aanslag betaald zijn. Het restant moet zijn voldaan op de tweede vervaldag 31 mei 2014. U kunt het gehele bedrag van de aanslag ook ineens betalen. Meer informatie Meer informatie treft u aan in de “Bijsluiter WOZ en gemeentelijke belastingen 2014” Ook op www.someren.nl treft u meer informatie aan. U kunt tijdens kantooruren bellen met de medewerkers belastingen, telefoon (0493) 49 48 88. Voor een bezoek kunt u terecht tijdens de openingstijden van het gemeentehuis.
In het gemeentehuis kunt u tot juni 2014 een tuitpot bezichtigen die is opgegraven bij de Acaciaweg. Eind 2013 heeft een team van archeologen met hulp van archeologievrijwilligers van de heemkundevereniging de Vonder, een bijzondere omgrachte nederzetting uit de Middeleeuwen opgegraven aan de Acaciaweg. Bij het uitgraven van een van de werkputten werden flink wat scherven van een pot aangetroffen. Van deze scherven kon een fraaie schenkkan worden gereconstrueerd. De pot is een zogenaamde tuitpot met een schenktuit en twee oren. Deze werd tussen 1100 en 1200 vervaardigd in een van de middeleeuwse pottenbakkerscentra in Zuid-Limburg (BrunssumSchinveld). Voordat de pot voor verder onderzoek teruggaat naar de VU te Amsterdam, wordt de pot tot juni tentoongesteld in het gemeentehuis in Someren. U kunt de pot bezichtigen tijdens de openingstijden van het gemeentehuis.
Zaterdag 1 maart a.s.:
Textielinzameling Zaterdag 1 maart a.s. wordt door verschillende verenigingen weer textiel ingezameld. In heel Someren wordt ingezameld, dus óók in het buitengebied. Zet de textiel vanaf 9.00 uur aan de straat. Zorg ervoor dat de kleding goed is verpakt en dat schoenen per paar gebundeld zijn. Ook kan men goed bruikbare kleding en schoenen in gesloten vuilniszakken brengen naar comité “Hulp aan Polen”. U kunt hiervoor terecht bij J. Leenen, Dorpsstraat 94a in Someren.
Bekendmakingen •V aststelling wijziging Evenementenbeleid gemeente Someren Op 18 februari jl. is het gewijzigde Evenementenbeleid gemeente Someren vastgesteld. Deze beleidsregel treedt in werking op 1 maart 2014. De wijzigingen hebben onder andere betrekking op: - de mogelijkheid om een evenementenvergunning voor meerdere jaren te verlenen;
Pagina 6
Woensdag 26 februari 2014
Vervolg gemeentenieuws
-d e gewijzigde werkwijze voor de uitleen van gemeentelijk materiaal door samenvoeging van de gemeentewerven van Asten en Someren; -d e wijzigingen in de Drank- en horecawet; - de werkwijze bij het plaatsen van parkeerverbodsborden indien een wegsleepregeling is ingesteld. U kunt het gewijzigde evenementenbeleid raadplegen op www. someren.nl: Voor inwoners -> Meer -> Sport Cultuur en Recreatie -> Evenementen. Ook ligt van 27 februari tot en met 9 april 2014 een exemplaar ter inzage bij het Klant Contact Centrum (KCC) in het gemeentehuis. Het KCC is geopend op maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur. De APV kunt u ook buiten deze openingstijden inzien. Een afspraak daarvoor kunt u maken via telefoonnummer (0493) 494 888. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling Burger en Bestuur.
• Verkeersbeleidsplan Someren Burgemeester en wethouders van Someren maken bekend dat de gemeenteraad het ‘Verkeersbeleidsplan Someren’ heeft vastgesteld. In dit rapport wordt de visie van de gemeente Someren weergeven op de wegenstructuur, de inrichting van wegen en het verkeers(veiligheids)-beleid. Er zijn plannen beschreven voor het gemotoriseerd verkeer, het fietsverkeer, voetgangers en toegankelijkheid en verkeersveiligheid. De doelstellingen van deze plannen zijn hieronder opgesomd: Doelstellingen gemotoriseerd verkeer: Bereikbaarheid kernen en buitengebied waarborgen door een - eenduidige verkeersstructuur voor gemotoriseerd verkeer te realiseren; - Ringstructuur van Someren-Dorp wordt intensief gebruikt door doorgaand verkeer; - Landbouwverkeer maakt gebruik van hetzelfde netwerk als het overige gemotoriseerde verkeer; - Bij de afwikkeling van het gemotoriseerde verkeer wordt extra rekening gehouden met de kwetsbare verkeersdeelnemers; - Bij weginrichting wordt rekening gehouden met toegankelijkheid van openbaar vervoer; - Verkeersveiligheid wordt gewaarborgd volgens de landelijke beleidslijn van Duurzaam Veilig, daarbij is aandacht voor Somerense maat in het wegennet. Doelstellingen fietsverkeer: - Verbeteren utilitaire en recreatie fietsroutes om fietsgebruik blijvend te stimuleren; -E xtra aandacht voor de veiligheid van routes voor de kwetsbare verkeersdeelnemers, waarbij het toenemende gebruik van ebikes en scootmobielen een nieuw aandachtspunt vormen; - Voldoende goede fietsparkeerplaatsen bij openbare voorzieningen en bushaltes. Doelstelling toegankelijkheid: - De openbare ruimte is zo veel mogelijk toegankelijk zodat mensen met een functiebeperking zich zelfstandig kunnen verplaatsen, waarbij we ons uiteraard conformeren aan de landelijke eisen m.b.t. toegankelijkheid. Doelstelling verkeersveiligheid: - Van de nul een punt maken (nul vermijdbare dodelijke slachtoffers) door bewustwording, educatie en ondernemers- en burgerparticipatie. Het verkeersbeleidsplan is een belangrijke basis voor andere uitwerkingsplannen en concrete maatregelen. Daarbij gaat het om zowel infrastructurele als educatieve en voorlichtingsmaatregelen. In het verkeersbeleidsplan is een meerjarenuitvoeringsprogramma met maatregelen/acties opgenomen. Het raadsbesluit ligt met het bijbehorende voorstel en het Verkeersbeleidsplan Someren voor een periode van zes weken vanaf deze bekendmaking ter inzage bij het Klant Contact Centrum (KCC) in het gemeentehuis. Het KCC is geopend op maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur. Voor het inzien van deze stukken buiten openingstijden kan een afspraak worden gemaakt. Een afspraak kunt u maken via telefoonnummer (0493) 494 888.
•O ntwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’, inclusief het bijbehorende planMER Het college van burgemeester en wethouders maakt op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening bekend dat met ingang van 27 februari 2014 het ontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’, inclusief het bijbehorende planMER, ter inzage ligt. Het ontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ is een reparatie van het bestemmingsplan ‘Buitengebied Someren’, dat op 29 juni 2011 door de gemeenteraad is vastgesteld. Tegen dit bestemmingsplan hadden 26 partijen beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (hierna: de Afdeling). Op 24 juli 2013 heeft de Afdeling over deze beroepen uitspraak gedaan. Het grootste deel van het bestemmingsplan is in stand gebleven en als gevolg van de uitspraak onherroepelijk geworden. Een deel van de beroepen is echter gegrond verklaard. Hierdoor zijn delen van het besluit van de gemeenteraad tot vaststelling van het bestemmingsplan vernietigd. De belangrijkste plandelen die vernietigd zijn, zijn de delen met de bestemming ‘Agrarisch – Agrarisch bedrijf’ en de aanduidingen ‘intensieve veehouderij’ of ‘specifieke vorm van agrarisch – intensieve veehouderij begrensd’. Voor het overige betreft de vernietiging individuele adressen. De Afdeling heeft de gemeenteraad opgedragen om voor de vernietigde plandelen een nieuw bestemmingsplan vast te stellen. Dit moet gebeuren binnen 52 weken na verzending van de uitspraak. Het nieuwe plan dient rekening te houden met de overwegingen die de Afdeling bij haar uitspraak heeft betrokken. Met het ontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ geven we uitvoering aan de uitspraak. Het plan bevat alle vernietigde plandelen van het bestemmingsplan ‘Buitengebied Someren’. Om aan te tonen dat het bestemmingsplan géén negatieve effecten heeft op het milieu is tevens een milieueffectrapportage (planMER) opgesteld en als bijlage opgenomen bij het bestemmingsplan.
Stukken ter inzage Het ontwerpbestemmingsplan ligt met de bijbehorende stukken met ingang van 27 februari 2014 gedurende zes weken ter inzage bij het Klant Contact Centrum (KCC). Het KCC is geopend op maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur. De stukken kunt u op afspraak ook buiten de openingstijden inzien. Een afspraak kunt u maken via telefoonnummer (0493) 494 888. Het plan is digitaal te raadplegen via www.ruimtelijkeplannen. nl (onder het tabblad bestemmingsplannen kan de naam of het nummer (NL.IMRO.0847.BP02013022-OW01) van het plan ingevoerd worden en komt het plan naar voren). Via de gemeentelijke website www.someren.nl is het plan als pdf-bestand in te zien. Zienswijze Tijdens de inzagetermijn kan iedereen zowel mondeling als schriftelijk een zienswijze indienen op het ontwerpbestemmingsplan. Schriftelijke reacties dienen te worden gericht aan de gemeenteraad van Someren, Postbus 290, 5710 AG Someren. Voor het indienen van een mondelinge zienswijze moet een afspraak worden gemaakt. U kunt op werkdagen contact opnemen met de heer J. Merkx van de afdeling VROM via tel. (0493) 494 888.
Omgevingsvergunningen Aanvragen omgevingsvergunning en verleende omgevingsvergunningen kunnen bestaan uit diverse activiteiten (bijvoorbeeld bouwen, kap, milieu etc.). De verleende omgevingsvergunningen kunt u op afspraak inzien bij het Klant Contact Centrum (KCC) in het gemeentehuis. Het KCC is geopend op maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur. De stukken kunt u ook buiten de openingstijden inzien. Een afspraak kunt u maken via telefoonnummer (0493) 494 888. Tegen besluiten om vergunning te verlenen kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop de vergunningen aan de aanvrager zijn toegezonden schriftelijk een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient u te richten aan burgemeester en wethouders van Someren, Postbus 290, 5710 AG Someren. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en voorzien zijn van dagtekening, naam en adres. Bovendien dient u duidelijk aan te geven waarom u tegen het besluit bezwaar maakt. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van een besluit niet. Hiervoor moet de indiener van een bezwaarschrift een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank, Postbus 90125, 5200 MA ’s-Hertogenbosch. U kunt uw verzoek om een voorlopige voorziening te treffen ook digitaal indienen. Hoe u dit kunt doen, kunt u lezen op de website: http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht.aspx
•I ngediende aanvragen omgevingsvergunning/verzoek tot (gedeeltelijk) intrekking In de periode van 14 t/m 19 februari 2014 zijn de volgende aanvragen voor een omgevingsvergunning/verzoek tot (gedeeltelijke) intrekking ingediend (datum indiening staat tussen haakjes): -B oerenkamplaan 5a, voor het verhogen van het dak van een bedrijfspand (fase 1) (17-2-2014); - Bonte Beer ongen., voor het plaatsen van een tijdelijke woonunit (14-2-2014); - Bonte Beer ongen., voor het oprichten van een woonhuis met garage (14-2-2014); -D e Meer 22, voor het plaatsen van reclame (17-2-2014); -G roenebeemdweg 59, voor het vervangen van een brandstoftank (18-2-2014); -L iesberg 19 en 21, voor het uitbreiden van een woonhuis door middel van een dakopbouw (18-2-2014); -M ichelslaan ongen., gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning voor het kappen van 216 eiken (de intrekking betreft het afzien van het kappen van 147 bomen) (17-02-2014); -P arallelweg 28, voor het vestigen van een bed & breakfast in bestaande bebouwing (fase 1) (19-2-2014); -V an Dongenstraat 4, voor het veranderen van een woning (16-2-2014).
• Verleende omgevingsvergunningen In de periode van 14 t/m 19 februari 2014 zijn de volgende verleende omgevingsvergunningen verzonden (datum verzending staat tussen haakjes): -L iesberg 23, voor het verbouwen en uitbreiden van een woning (18-2-2014); -S parrestraat 12, voor het uitbreiden van een garage en een buitenberging (18-2-2014).
• Ontwerp omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van Someren maken op grond van artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht bekend dat met ingang van 27 februari 2014 gedurende zes weken ter inzage ligt de ontwerpbeschikking omgevingsvergunning voor: -B onte Beer ong. te Someren, inzake het plaatsen van een tijdelijke woonunit, kadastraal bekend gemeente Someren, sectie/ nummer(s) H 3893. -D orser ong. te Someren, inzake het oprichten van een bedrijfshal, kadastraal bekend gemeente Someren, sectie/nummer(s) H 4022. Activiteiten omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders zijn, voornemens medewerking te verlenen aan dit project door middel van een omgevingsvergunning voor de activiteit(en): 1. Bouw 2. RO (afwijken van de bestemming)
Inzage De aanvraag, de beschikking en de bijbehorende stukken kunt u op afspraak inzien bij het Klant Contact Centrum (KCC) in het gemeentehuis. Het KCC is geopend op maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur. De stukken kunt u ook buiten de openingstijden inzien. U kunt een afspraak maken via telefoonnummer (0493) 494 888. Zienswijze Tijdens de inzagetermijn kan iedereen zowel mondeling als schriftelijk zijn/haar zienswijze(en) kenbaar maken. Schriftelijke zienswijzen kunnen worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders van Someren, Postbus 290, 5710 AG Someren. Voor het indienen van een mondelinge zienswijze dient een afspraak te worden gemaakt. U kunt hiervoor contact opnemen met de afdeling VROM, via tel. (0493) 494 888. De gemeente maakt u erop attent dat in beginsel slechts beroep tegen de uiteindelijke beschikking kan worden ingediend als ook een zienswijze is ingebracht tegen de ontwerpbeschikking en men belanghebbende is.
• Ontwerp omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van Someren maken op grond van artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht bekend dat met ingang van 27 februari 2014 gedurende zes weken ter inzage ligt de ontwerpbeschikking omgevingsvergunning voor: -D orser ong., inzake het oprichten van een bedrijfshal, kadastraal bekend gemeente Someren, sectie/nummer(s) H 4022. Activiteiten omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders zijn, voornemens medewerking te verlenen aan dit project door middel van een omgevingsvergunning voor de activiteit(en): 1. Bouw 2. RO (afwijken van de bestemming) Inzage De aanvraag, de beschikking en de bijbehorende stukken kunt u op afspraak inzien bij het Klant Contact Centrum (KCC) in het gemeentehuis. Het KCC is geopend op maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur. De stukken kunt u op afspraak ook buiten de openingstijden inzien. Een afspraak kunt u maken via telefoonnummer (0493) 494 888. Contactpersoon voor dit dossier is de heer G. van der Kant. Zienswijze Tijdens de inzagetermijn kan iedereen zowel mondeling als schriftelijk zijn/haar zienswijze(en) kenbaar maken. Schriftelijke zienswijzen kunnen worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders van Someren, Postbus 290, 5710 AG Someren. Voor het indienen van een mondelinge zienswijze dient een afspraak te worden gemaakt. U kunt hiervoor contact opnemen met de heer G. van der Kant van de afdeling VROM, via tel. (0493) 494 888. De gemeente maakt u erop attent dat in beginsel slechts beroep tegen de uiteindelijke beschikking kan worden ingediend als ook een zienswijze is ingebracht tegen de ontwerpbeschikking en men belanghebbende is.
Wet milieubeheer De volgende openbare bekendmakingen, van burgemeester en wethouders, liggen gedurende de genoemde perioden ter inzage in het gemeentehuis. De stukken kunt u op afspraak inzien bij het Klant Contact Centrum (KCC) in het gemeentehuis. Het KCC is geopend op maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur. De stukken kunt u ook buiten de openingstijden inzien. U kunt een afspraak maken via telefoonnummer (0493) 494 888. Kopieën van stukken kunnen tevens worden opgevraagd. Hiervoor worden legeskosten in rekening gebracht.
•M aatwerkvoorschriften ingevolge artikel 8.40 Wet milieubeheer Bij de navolgende inrichting(en) wordt overgegaan tot het opleggen van maatwerkvoorschriften ingevolge de artikelen 8.40 en 8.42 van de Wet milieubeheer: -H alf Elfje 8, Henk Timmermans Handelsonderneming. De nadere eisen op grond van het Besluit Algemene regels voor inrichtingen milieubeheer hebben betrekking op het aspect geluid. Beroep Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u hiertegen, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden (25 februari 2014), een beroepschrift indienen onder vermelding van de redenen waarom u het er niet mee eens bent. Het beroepschrift moet u gedateerd, gemotiveerd en ondertekend, sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EH Den Haag. Een beroepschrift schorst de werking van dit besluit niet. Wanneer er sprake is van een spoedeisend belang kunt u daarnaast een voorlopige voorziening vragen aan de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Aan deze procedure zijn kosten verbonden. U kunt uw beroepschrift ook digitaal indienen. Hoe u dit kunt doen, kunt u lezen op de website: http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht.aspx Contactpersoon: mevrouw S. Peeters
Deze week in ’t Contact een special over NIX18, niet roken en niet drinken met de carnaval, zie hiervoor pagina 7
Woensdag 26 februari 2014
NIX18: ook met carnaval Sinds 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens voor alcohol landelijk verhoogd naar 18 jaar. Die regel geldt ook met carnaval. Jongeren onder de 18 mogen geen alcohol meer bij zich hebben of nuttigen op voor publiek toegankelijke plaatsen. Doen ze dat wel, dan riskeren ze een boete. Ook mag er aan jongeren onder de 18 jaar geen alcohol meer verkocht worden.
Consequent zijn Carnaval, de tijd van feest, leut en plezier. Ook een tijd waarin de alcohol rijkelijk vloeit. Hierbij is het belangrijk dat ouders en verstrekkers van alcohol consequent zijn en kinderen onder de 18 geen alcohol laten drinken. Uit onderzoek blijkt immers, dat er dan vaak geen weg meer terug is: ze zijn de bekende drempel over en voelen zich gesterkt door die toestemming voor die ene keer.
Hersenbeschadiging Alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar leidt tot schadelijke gevolgen, bijvoorbeeld hersenbeschadiging. De hersenen blijven zich ontwikkelen tot ongeveer het
Risico’s van drinken Op korte termijn
• Veel alcohol drinken in een korte tijd kan tot een black-out leiden. • Alcohol werkt ontremmend en verdovend; meer kans op agressie, ongelukken en onveilige seks. • Jongeren kunnen in coma raken (alcoholvergiftiging) als ze in korte tijd te veel alcohol drinken.
24 e levensjaar. Rond de puberteit ondergaan de hersenen een groeispurt, waardoor kinderen steeds beter kunnen redeneren, organiseren, plannen, strategisch denken en beslissen. Ook de sociale vaardigheden ontwikkelen zich tijdens de puberteit. Vooral rond de puberteit kan alcohol deze ontwikkelingen verstoren. Dat kan blijvende invloed hebben op het gedrag en karakter van kinderen.
Feest voor jongeren van 15 tot 18 jaar Dus, ben je jonger dan 18 jaar en wil je carnaval vieren? Dan doe je dat zonder alcohol. Cafés en jongerencentra bepalen met carnaval zelf hoe ze omgaan met het toelaten van jongeren. Op zaterdag 1 maart en dinsdag 4 maart 2014 organiseert Carnavalsvereniging De Klot voor de jongeren van 15 tot 18 jaar uit Asten en Someren speciale alcoholvrije feesten. Op zaterdag duurt het feest van 20.30 tot 1.30 uur en op dinsdag van 19.30 tot 0.30 uur. Voor meer informatie zie www.deklot.nl. Veel plezier!
Ouders hebben wél invloed Denkt u als ouder dat u minder invloed hebt als uw kind ouder wordt? Niets is minder waar! Kinderen blijven het belangrijk vinden wat hun ouders denken. Uw kind heeft regels nodig bij het verkennen van zijn/haar grenzen. Juist in de puberteit. Hoe kunt u dit het beste aanpakken?
Een paar tips 1 Stel regels over roken, drinken en drugs Geen alcohol tot ten minste 18 jaar. Het is bewezen dat kinderen daardoor later met hun eerste drankje beginnen. Maak geen uitzondering omdat er een feestje of speciale gelegenheid is. Probeer duidelijk en consequent te zijn.
2 Bespreek het op tijd Bespreek het voordat uw kind nieuwsgierig is en een sigaret drankje, of joint uitprobeert. Een goed moment is bijvoorbeeld voordat uw kind naar de brugklas gaat.
3 Leer uw kind om nee te zeggen
Wist u dat
e 14 n hu op al d el d • jongeren gemid beginnen met drinken uik van hun kind br ge nk ra d t he s er d ou • ? vaak fors onderschatten
Een kind met zelfvertrouwen staat steviger in zijn schoenen en kan makkelijker voor zichzelf opkomen. En dat is nodig om nee te zeggen tegen drinken, roken en blowen.
4 Geef zelf het goede voorbeeld Kinderen kijken naar volwassenen en doen hun gedrag na. Het is daarom belangrijk om zelf het goede voorbeeld te geven. Voor alcohol geldt het advies: drink niet teveel en niet elke dag.
5 Weet wat uw kind doet
Op lange termijn
• Slechtere schoolprestaties of zelfs schooluitval. • Meer kans op verslaving. • Verstoring van de ontwikkeling van de hersenen. • Verstoring van de hormoonhuishouding. • Ernstige schade aan lever, hart en maag.
Pagina 7
Zonder alcohol toch plezierig uitgaan! Onderzoeken wijzen al jaren uit dat veel jongeren op te jonge leeftijd beginnen met het drinken van alcohol. En dat overmatig alcoholgebruik bij jongeren blijvende gezondheidsproblemen kan opleveren. De gemeente wil jongeren en hun ouders bewust maken van deze gezondheidsrisico’s. Met het project Laat je niet flessen zijn we de afgelopen jaren regelmatig in gesprek gegaan met jongeren en ouders. Dat heeft er gelukkig toe geleid dat veel jongeren pas op iets latere leeftijd beginnen met het drinken van alcohol. Nu de regering heeft besloten de leeftijdsgrens voor alcohol te verhogen naar 18 jaar, blijven wij het belangrijk vinden om goede voorlichting te geven over alcoholgebruik. Laat vooral het belang van je goede gezondheid de doorslag geven bij de keuze wel of geen alcohol te nuttigen. Voorkom dat het misgaat met je gezondheid. Het is misschien even wennen, maar ook zonder alcohol kun je plezierig uitgaan!
Kinderen op de middelbare school worden zelfstandiger. Door interesse te tonen en vragen te stellen, zal uw kind makkelijker vertellen wat hem of haar bezighoudt. In het algemeen, maar ook als het om roken, drinken of blowen gaat.
6 Praat erover met andere ouders Kinderen zeggen: “Iedereen mag het, behalve ik”. Vaak blijkt dat dit niet waar is. Praat er eens over met andere ouders. Bijvoorbeeld op een ouderavond op school of tijdens de sportwedstrijd van uw kind. Meer weten? Kijk op www.hoepakjijdataan.nl of www.uwkindenalcohol.nl.
TIP: Wijs uw kind op de kennistest www.watdoetdrank.nl die uitlegt wat alcohol met je kan doen.
Pagina 8
Woensdag 26 februari 2014
Veranderingen in de jeugdzorg en Wmo en de nieuwe Participatiewet Vanaf 1 januari 2015 gaat er in Nederland veel veranderen op het gebied van jeugd, zorg en werk. De gemeente wordt verantwoordelijk voor bijna alle ondersteuning aan mensen die het alleen niet redden op het gebied van zorg, welzijn, opvoeding, jeugdzorg en werk & inkomen. Het komende jaar willen we u zo goed mogelijk informeren over de veranderingen en wat dit voor u betekent. De gemeenten Someren en Asten doen dit met het logo en de slogan ‘Eigen Kracht, Samen Sterk, Gewoon Doen!’.
Jeugdzorg Het is belangrijk dat kinderen kunnen opgroeien zonder ernstige problemen, zodat ze hun school kunnen afmaken en een goede toekomst hebben. Gelukkig gaat het met de meeste kinderen goed. Ouders en kinderen die wel problemen hebben, moeten snel goede hulp krijgen om te voorkomen dat problemen groter worden. Met de nieuwe regels willen we ervoor zorgen dat jongeren en gezinnen gemakkelijker hulp kunnen krijgen. Dat ze bij één instantie terecht kunnen, die dan bekijkt wat mensen zelf of met hulp van elkaar kunnen.
Jeugdzorg beter organiseren
Wethouders Jac Huijsmans Theo Maas
Eigen Kracht, Samen Sterk, Gewoon Doen! “De komende jaren krijgen we te maken met een nieuwe manier van werken op het gebied van jeugdzorg en Wmo en er komt een nieuwe Participatiewet. Zowel voor de gemeenten als voor inwoners is eigen kracht steeds belangrijker. Uzelf redden en elkaar helpen. De gemeente bekijkt samen met u hoe u uw probleem zelf of samen met hulp uit de omgeving kunt oplossen. Samenwerking wordt steeds belangrijker: samen kunnen we de veranderingen aan. Daarom werken de gemeenten Asten en Someren samen aan jeugdhulp, Wmo en de Participatiewet. En deze samenwerking valt binnen de samenwerking van de Peelregio. Met z’n allen staan we sterk bij deze veranderingen. We kunnen elkaar ondersteunen en u waar nodig hulp bieden. Er komt veel op ons af de komende jaren, maar de beste manier om hiermee om te gaan is gewoon doen! Gelukkig kunnen we in Someren en Asten constateren dat er veel eigen kracht aanwezig is en dat inwoners samen aan de slag gaan om ervoor te zorgen dat iedereen kan meedoen in de veranderende samenleving. Vanuit de gemeente denken we mee en kijken we hoe we uw initiatieven kunnen ondersteunen.” Theo Maas (wethouder gemeente Someren) Jac Huijsmans (wethouder gemeente Asten)
Vanaf 2015 zijn de gemeenten volledig verantwoordelijk voor alle jeugdzorg. De gemeenten in de Peelregio (Asten, Someren, Deurne, Helmond, Gemert-Bakel en Laarbeek) werken samen om dat goed te organiseren. Dit doen we samen met professionele partijen en ervaringsdeskundigen (ouders en jongeren). Samen maken we van de gelegenheid gebruik om jeugdzorg te verbeteren. We gaan de hulp dichter bij huis organiseren. Daardoor krijgen kinderen en opvoeders één aanspreekpunt en gemakkelijker en sneller toegang tot de juiste hulp. We gaan ook beter kijken wat mensen zelf of met hulp van elkaar kunnen.
Opvoedondersteuners in wijken en dorpen Als u vragen of problemen hebt bij het opvoeden en opgroeien, dan kunt u terecht bij opvoedondersteuners. Zij werken voor het Centrum voor Jeugd
en Gezin (CJG) en zijn zo veel mogelijk aanwezig in de wijk, bij scholen en komen ook bij u thuis. Ze kijken samen met het gezin wat er aan de hand is. Samen maken ze een gezinsplan om de problemen op te lossen. Vaak lukt dat met hulp van familie, buren of vrienden. Als dat niet lukt, kunt u gespecialiseerde hulp krijgen.
Nieuwe aanpak gestart in 2014
De opvoedondersteuners werken al sinds januari 2014 in de wijken en dorpen in de Peelregio, en dus ook in Asten en Someren. Ze zijn het eerste aanspreekpunt voor jeugdhulp in de thuissituatie. Hiervoor is dan geen indicatie meer nodig van Bureau Jeugdzorg. 2015 is een overgangsjaar. Gezinnen die al zorg krijgen en een indicatie voor zorg hebben die doorloopt in 2015, houden het recht op die zorg tot uiterlijk eind 2015. Daarna bekijkt de gemeente wat er verder nodig en passend is.
Wmo De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt dat u zo lang mogelijk zelfstandig kunt blijven wonen en mee kunt blijven doen in de samenleving, eventueel geholpen door vrienden, familie of bekenden.
Andere taken gemeente
Nieuwe taken die de gemeente er vanaf 2015 bij krijgt, zijn de begeleiding, dagbesteding en kort verblijf van mensen met een beperking of een chronische aandoening. Deze taak gaat van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Wmo. De gemeenten in de Peelregio werken samen aan plannen om dit goed te organiseren. Dit doen we samen met professionele partijen en ervaringsdeskundigen.
Zo lang mogelijk zelfstandig wonen
De meeste inwoners van Asten en Someren willen zo lang mogelijk zelfstandig wonen en leven. Als zij daarbij hulp nodig hebben, vinden ze die vaak in hun eigen omgeving. Soms is dat niet voldoende en is er extra ondersteuning nodig. Dan kunnen zij een beroep doen op de gemeente. Samen bekijken we wat inwoners nog zelf kunnen en waar zij hulp bij nodig hebben.
Huishoudelijke hulp als het echt nodig is
Om de kwaliteit zo hoog en betaalbaar mogelijk te houden, gaan we huishoudelijke hulp anders organiseren. Zodat mensen die deze hulp heel hard
nodig hebben en dit niet zelf kunnen regelen de juiste hulp krijgen.
Elkaar helpen
Om goede zorg te kunnen blijven bieden aan mensen die het echt nodig hebben, moet er iets veranderen. Mensen moeten meer voor zichzelf en voor elkaar zorgen. Hulp uit de directe omgeving is vaak veel prettiger en persoonlijker. Dus deze verandering heeft ook voordelen. Er zijn nu al veel inwoners en organisaties met ideeën en initiatieven om ervoor te zorgen dat niemand aan de zijlijn staat en dat iedereen mee kan doen. De gemeenten juichen dat toe en willen deze ideeën waar nodig ondersteunen.
Wat gebeurt er met de AWBZ?
De huidige AWBZ bestaat straks niet meer. Hiervoor in de plaats komt een nieuwe wet voor langdurige zorg. Deze is er alleen nog is voor mensen die niet meer thuis kunnen wonen, maar in een instelling moeten verblijven. De gemeenten en zorgaanbieders worden verantwoordelijk voor de hulp voor mensen die wel zelfstandig kunnen wonen. De gemeenten organiseren voor deze groep begeleiding en dagbesteding. De zorgverzekeraars regelen de medische zorg en persoonlijke verzorging.
Woensdag 26 februari 2014
Pagina 9
Participatiewet Op 1 januari 2015 gaat de Participatiewet in. In deze wet voegt de overheid de WWB (Wet Werk en Bijstand), Wsw (Wet sociale werkvoorziening) en een deel van de Wajong samen. De gemeente is vanaf dan verantwoordelijk voor alle mensen die kunnen werken en daarbij ondersteuning nodig hebben. De gemeenten in de Peelregio gaan samenwerken met de Atlant Groep, het UWV en met werkgevers en werknemers in nog te vormen regionale Werkbedrijven om dat goed te organiseren.
Iedereen aan de slag
De bedoeling is dat meer mensen – ook mensen met een arbeidsbeperking – aan de slag kunnen. Voor mensen met een arbeidsbeperking komen er nieuwe mogelijkheden om werk te vinden, bijvoorbeeld garantiebanen, loonkostensubsidie en beschut werk. Deze mogelijkheden zijn bedoeld voor mensen die niet in staat zijn het wettelijk minimum loon te verdienen of die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking veel extra
Aan het werk in het Repair Cafe
Wajong
Voor kleine reparaties aan kapotte spullen kunnen inwoners van Asten gratis terecht bij het Repair Café. Diverse vrijwillige vaklieden staan klaar: een elektricien, een klusjesman en een naaister helpen gratis bij alle mogelijke reparaties. Ook gereedschap en materialen zijn aanwezig. Het Repair Café is bedoeld om de afvalberg te verkleinen en ook om buurtbewoners met elkaar in contact te brengen. Tijdens deze middag kunt u zelf ook een handje helpen bij de reparatie van een kapot artikel van een buurtgenoot. Samen repareren kan leiden tot leuke contacten in de buurt. Kom gerust een keer langs. Op woensdag 12 maart tussen 14.00 en 16.00 uur is het volgende Repair Café in de kantine van Voetbalclub NWC aan de Beatrixlaan in Asten.
beschikbaar voor mensen die nooit kunnen werken en op jonge leeftijd al een ziekte of handicap kregen. Wie geen recht heeft op Wajong, kan bij het Werkplein Regio Helmond vragen om hulp bij het vinden en houden van werk en/of een bijstandsuitkering. Hiermee wil de overheid bereiken dat jonggehandicapten die kúnnen werken ook daadwerkelijk aan het werk gaan.
De Wajong-uitkering die nu nog bestaat voor jonggehandicapten, is vanaf 1 januari 2015 alleen nog
Huiskamerproject in Someren-Dorp
Eigen Kracht: Repair Café
EIGEN KRA SAMEN STECHT, GEWOON DRK, OEN!
begeleiding en aanpassingen op de werkplek nodig hebben. De gemeente gaat zorgen voor ondersteuning zodat zij wel kunnen werken. Werkgevers moeten in de toekomst meer mensen aannemen met een arbeidsbeperking, zodat deze mensen ook aan de slag kunnen.
Samen Sterk: Huiskamerproject in Someren-Dorp en koffieuurtje in Heusden Zowel in Someren-Dorp als in Heusden is er de mogelijkheid om voor een kopje koffie en een gezellig praatje binnen te lopen. Ouderen kunnen iedere maandag van 9.30 tot 11.30 uur in de Ruchte in Someren terecht bij het huiskamerproject van de KBO. Onder het genot van een kopje koffie of thee gezellig kletsen, een kaartje leggen of een spelletje spelen. In Heusden vindt iedere vier weken op woensdagochtend een koffie-uurtje plaats in ontmoetingsplaats D’n Hoeksteen. Voorafgaand aan het eetpunt kunnen ouderen tussen 10.00 en 11.30 uur terecht voor een kopje koffie of thee. Met regelmaat komt hier ook een gastspreker langs om over een onderwerp een toelichting te geven.
Vragen stellen over opvoeden
Gewoon Doen: Centrum voor Jeugd en Gezin Begin 2014 volgde een aantal jongeren vanaf de brugklas via het CJG een oppascursus. Ze leerden zich goed te presenteren naar de kinderen en hun ouders, een flesje klaarmaken, luiers verschonen en wat de belangrijke aandachtspunten zijn bij kinderen van verschillende leeftijden. Zowel ouders als jongeren kunnen bij het CJG terecht met alle vragen over opvoeden en opgroeien. Het netwerk van het CJG is overal aanwezig. U kunt uw vragen dus gewoon stellen op school, bij het consultatiebureau of aan een jongerenwerker. Er is altijd iemand die u direct verder kan helpen bij vragen. Kijk voor meer informatie op www.cjgasten-someren.nl.
T, EIGEN KRACHK, R E SAMEN ST EN! GEWOON DO
EIGEN KR SAMEN STACHT, GEWOON ERK, DOEN!
Meer informatie
Hebt u vragen over welke ondersteuning mogelijk is of vragen rondom welzijn, wonen en zorg, dan kunt u terecht bij: Jeugd Wmo-loket en Participatiewet Asten Wmo-loket en Participatiewet Someren
Centrum voor Jeugd en Gezin Asten-Someren | I www.cjgasten-someren.nl | T 0800 – 55 66 555 T (0493) 671 212 | E
[email protected] T (0493) 494 888 | E
[email protected]
STAATSCOURANT
Nr. 5296 26 februari 2014
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
Ontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’, inclusief het bijbehorende planMER, Someren
Het college van burgemeester en wethouders maakt op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening bekend dat met ingang van 27 februari 2014 het ontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’, inclusief het bijbehorende planMER, ter inzage ligt. Het ontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ is een reparatie van het bestemmingsplan ‘Buitengebied Someren’, dat op 29 juni 2011 door de gemeenteraad is vastgesteld. Tegen dit bestemmingsplan hadden 26 partijen beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (hierna: de Afdeling). Op 24 juli 2013 heeft de Afdeling over deze beroepen uitspraak gedaan. Het grootste deel van het bestemmingsplan is in stand gebleven en als gevolg van de uitspraak onherroepelijk geworden. Een deel van de beroepen is echter gegrond verklaard. Hierdoor zijn delen van het besluit van de gemeenteraad tot vaststelling van het bestemmingsplan vernietigd. De belangrijkste plandelen die vernietigd zijn, zijn de delen met de bestemming ‘Agrarisch – Agrarisch bedrijf’ en de aanduidingen ‘intensieve veehouderij’ of ‘specifieke vorm van agrarisch – intensieve veehouderij begrensd’. Voor het overige betreft de vernietiging individuele adressen. De Afdeling heeft de gemeenteraad opgedragen om voor de vernietigde plandelen een nieuw bestemmingsplan vast te stellen. Dit moet gebeuren binnen 52 weken na verzending van de uitspraak. Het nieuwe plan dient rekening te houden met de overwegingen die de Afdeling bij haar uitspraak heeft betrokken. Met het ontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ geven we uitvoering aan de uitspraak. Het plan bevat alle vernietigde plandelen van het bestemmingsplan ‘Buitengebied Someren’. Om aan te tonen dat het bestemmingsplan géén negatieve effecten heeft op het milieu is tevens een milieueffectrapportage (planMER) opgesteld en als bijlage opgenomen bij het bestemmingsplan.
Stukken ter inzage Het ontwerpbestemmingsplan ligt met de bijbehorende stukken met ingang van 27 februari 2014 gedurende zes weken ter inzage bij het Klantencontactcentrum (KCC). Het KCC is geopend op maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur. De stukken kunt u op afspraak ook buiten de openingstijden inzien. Een afspraak kunt u maken via telefoonnummer (0493) 494 888. Het plan is digitaal te raadplegen via www.ruimtelijkeplannen.nl (onder het tabblad bestemmingsplannen kan de naam of het nummer (NL.IMRO.0847.BP02013022-OW01) van het plan ingevoerd worden en komt het plan naar voren). Via de gemeentelijke website www.someren.nl is het plan als pdfbestand in te zien.
Zienswijze Tijdens de inzagetermijn kan iedereen zowel mondeling als schriftelijk een zienswijze indienen op het ontwerpbestemmingsplan. Schriftelijke reacties dienen te worden gericht aan de gemeenteraad van Someren, Postbus 290, 5710 AG Someren. Voor het indienen van een mondelinge zienswijze moet een afspraak worden gemaakt. U kunt op werkdagen contact opnemen met de heer J. Merkx van de afdeling VROM via tel. (0493) 494 888.
1
Staatscourant 2014 nr. 5296
26 februari 2014
66
Bijlage 2 – Ingekomen zienswijzen
67
68
Bijlage 3 – Weergave van het definitieve perceel Achterbroek 26
69
Strook 5 x 100 meter toevoegen aan bestemmingsvlak.
70
Bijlage 4 – Dubbelbestemming Waarde - Archeologie
71
Achterbroek 26 BP Buitengebied 2014
Achterbroek 26 BP Buitengebied 2011