Nota van Aandachtspunten Stap 1: Structuurvisie Doetinchem 2035
Versie: concept 1.1 Datum: 04 oktober 2011
1
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ..................................................................................................................................... 2 1. Waarom een structuurvisie?................................................................................................... 3 1.1. Aanleiding ........................................................................................................................... 3
2.
3.
4.
5.
1.2.
Wat is een Nota van Aandachtspunten ...................................................................... 4
1.3.
Wat volgt er dan nog? ..................................................................................................... 4
Welke trends signaleren we?.................................................................................................. 5 2.1. Bevolkingsontwikkeling ................................................................................................... 5 2.2.
Digitalisering ...................................................................................................................... 6
2.3.
Toename belang van beleving ........................................................................................ 6
2.4.
Maatschappij wordt complexer/ netwerksamenleving ............................................ 7
2.5.
Verschuivingen in de wereldeconomie ....................................................................... 7
2.6.
Verduurzaming .................................................................................................................. 8
2.7.
Kwaliteit vs kwantiteit..................................................................................................... 9
Visie op de gemeente Doetinchem: Welke thema’s vinden we belangrijk? ............. 10 3.1. Beherend ontwikkelen van Stad en Platteland ....................................................... 10 3.2.
Economische kansen..................................................................................................... 12
3.3.
Doetinchem Stad in de regio...................................................................................... 13
3.4.
Kwaliteit en beleving - ontmoeten ............................................................................ 15
Een bijzondere structuurvisie in bijzondere tijden ......................................................... 17 4.1. Waarom een bijzondere structuurvisie? ................................................................. 17 4.2.
Krimp betekent schaarste ........................................................................................... 17
4.3.
Crisis betekent onzekerheid over uitgangssituatie ............................................... 17
Samenvatting: welke vragen willen we in de structuurvisie beantwoorden? ........... 19 5.1. De inhoud: trends en thema’s .................................................................................... 19 5.2.
2
De vragen voor de structuurvisie? ............................................................................ 21
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
1. Waarom een structuurvisie? 1.1. Aanleiding De gemeente en de stad Doetinchem staan er goed voor. Er kan goed gewerkt, gewoond, gesport en gecreeerd worden in de gemeente en bewoners zijn over het algemeen tevreden (zie de stadsfoto in het kader van de GSO-monitor). Dit college is helder over haar toekomstbeeld van de gemeente. Daarbij wordt gekeken naar het belang van de inwoners van onze eigen gemeente maar ook naar het belang van Doetinchem als centrumstad voor de regio. Doetinchem is ook in de toekomst een gemeente waarin bewoners, ondernemers en gemeente samenwerken aan een prettige, vitale leef- en werkomgeving met de dagelijkse behoefte direct in de buurt. Veiligheid maakt een integraal onderdeel uit van leefbaarheid. Gevolgen financiele en economische crisis De gemeente Doetinchem heeft te maken met de gevolgen van de economische crisis, ook op ruimtelijk vlak. Door de recessie vallen bouwprojecten stil, is er minder geld voor investeringen, wordt er bezuinigd op welzijn, sport, cultuur en voorzieningen komt ook het niveau van beheer en onderhoud van de openbare ruimte onder druk te staan. Daarnaast vinden meer trendmatige ontwikkelingen plaats zoals bevolkingskrimp, vergrijzing en ontgroening, energietransitie, veranderingen in de landbouw etc. Ook deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Doetinchem. Veel onze maatschappelijke partners en marktpartijen maken heroverwegingen op de inhoud van hun taken, de werkprocessen en de wijze waarop ze klanten/gebruikers benaderen. Dit mede in het licht van de trendmatige ontwikkelingen. De crisis zorgt ervoor dat financiele overwegingen nadrukkelijker een rol zullen spelen in de wijze waarop diensten worden georganiseerd. Dit heeft mogelijk effecten voor de wijze waarop verschillende sectoren ruimtelijk zijn georganiseerd. Waar zit fysiek de zorginstelling of de sportvereniging? Hoe dichtbij of ver weg is dat? Zijn er ook ruimtelijke effecten? De inwoners van onze gemeente zullen hierdoor hun woon- en werkomgeving zien veranderen. Misschien verdwijnen er voorzieningen uit de directe woonomgeving, liggen locaties langer braak of krijgen deze tijdelijk een andere functie. Ook kan meer leegstand ontstaan, waardoor de leefbaarheid onder druk komt te staan. Hoe kunnen wij hier het best op anticiperen en mee omgaan? Daarbij moeten we ons ervan bewust zijn dat in gebiedsontwikkeling een omslag in het denken plaats vindt. Groei is niet meer automatisch. Meer vierkante meters zijn als moneymaker niet meer vanzelfsprekend. Er zal meer en meer gezocht moeten worden naar het toevoegen van kwaliteit. Het wordt nog belangrijker dat de ruimtelijke organisatie (functies, locaties, uitstraling etc.) aansluit op de wensen van de gebruikers van de ruimte zoals bedrijven, instellingen en bewoners. Wijzigingen van die ruimtelijke organisatie zullen minder vaak en minder grootschalig plaatsvinden. Met de structuurvisie willen wij als gemeente aangeven op welke wijze wij ons ruimtelijk beleid vorm willen geven om te komen tot een logische ruimtelijke organisatie van de stad. Dit in het licht van de trendbreuk van de bevolkingsontwikkeling en de gevolgen van de crisis op korte 3
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
termijn. Ofwel een ruimtelijke organisatie van functies die zoveel mogelijk overeenkomt met de wensen van gebruikers. 1.2. Wat is een Nota van Aandachtspunten Ruimtelijk beleid is volgend op en deels faciliterend voor economische, maatschappelijke en sociale doelen. Daarom begint de structuurvisie in eerste instantie als een ‘brede’ toekomstvisie. Sociale, economische en maatschappelijke ontwikkelingen worden beschouwd en daarin worden gemeentelijk accenten aangebracht. De structuurvisie moet echter wel focussen. Focussen op ruimtelijk relevante ontwikkelingen en op de hoofdtrends en thema’s waar we mee te maken krijgen. Deze Nota van Aandachtspunten is ervoor bedoeld om de inhoud van de structuurvisie in te kaderen en waar mogelijk al richting mee te geven. De gemeenteraad stelt deze vast. De Nota van Aandachtspunten start met een weergave van de trends die we signaleren. Dit zijn mondiale en landelijke trends. Langdurige, relatief constante ontwikkelingen waar we ook als Doetinchem mee te maken hebben. In deze nota leggen we vast welke trends we zullen verkennen en op welke manier wij denken dat Doetinchem ermee te maken krijgt. Vervolgens geeft de Nota van Aandachtspunten en visie op de gemeente Doetinchem; De visie van het gemeentebestuur op de manier waarop wij graag zouden zien dat mensen kunnen wonen en werken op de gemeente. Dat zijn de onderwerpen die we belangrijk vinden. Deze visie is neergelegd in 4 thema’s. Tot slot wordt in de Nota van Aandachtspunten aangegeven op welke wijze we de structuurvisie willen gebruiken/toepassen als gemeente. Dit heeft gevolgen voor de inhoud en de uiteindelijke vormgeving.
1.3. Wat volgt er na de Nota van Aandachtspunten? In de vervolgstappen in het proces om te komen tot de structuurvisie worden de trends cijfermatig onderbouwd. Hieruit volgen de ‘programma’s ‘die we als Doetinchem willen realiseren op het gebied van woningbouw, kantoren, bedrijventerreinen, sport, onderwijs, zorg, welzijn en cultuur. De thema’s worden nader geconcretiseerd in beleidsdoelen op economisch, sociaal en maatschappelijk vlak. Dit zullen vooral al bestaande beleidsdoelen zijn, aangevuld met de beleidsdoelen die hier fysiek uit voortvloeien. Denk hierbij aan groen, water, rode functies en infrastructuur. De sectorale programma’s worden op verschillende wijzen in Doetinchem ruimtelijk vertaald. De uitkomst van deze ruimtelijke vertalingen wordt getoetst aan de beleidsdoelen die we per thema hebben geformuleerd. Op deze manier wordt duidelijk met welke ruimtelijke dilemma’s de gemeente te maken gaat krijgen en welke keuzes hierbij gemaakt moeten worden. De laatste stap is om dit vervolgens naar opgaven voor gebieden en ruimtelijk instrumentarium te vertalen. Op dat moment komen ook de relatie met de Grexwet en de Wet op de Ruimtelijke Ordening terug. De gemeente is volgens die wet verplicht een integrale structuurvisie voor het gehele grondgebied van de gemeente te hebben. 4
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
2. Welke trends signaleren we? Trends zijn ontwikkelingen die over een langere termijn een min of meer constante richting vertonen. Het zijn macro ontwikkelingen waar we niets aan kunnen doen maar die ons overkomen. Welke trends zijn voor de structuurvisie Doetinchem 2035 van belang? 2.1. Bevolkingsontwikkeling Voor de verwachte bevolkingsontwikkeling voor de langere termijn voor de gemeente Doetinchem houden we de provinciale cijfers aan. Dit zijn prognoses die zijn gebaseerd op het zgn. PRIMOS-model. De prognoses laten nog een bevolkingstoename zien voor de gemeente Doetinchem tot 2020. Daarna is er sprake van een toenemende krimp. Dit is opvallend en een regelrechte trendbreuk ten opzichte van de ontwikkeling van Doetinchem sinds de 2e wereldoorlog. De beroepsbevolking zal in de periode 2008-2035 met 20% afnemen. Een afname in de bevolking betekent een afname van de behoefte aan allerlei voorzieningen. Wat per beleidsveld (volkshuisvesting, werkgelegenheid, onderwijs etc.) de effecten zijn moet nader worden bepaald. Hoeveel woningen zijn er nodig tot 2035, hoeveel ruimte voor scholen, bedrijven en sportvoorzieningen etc. Hieruit volgt een wenselijk ruimtelijk programma voor de langere termijn. Dit is een puur kwantitatieve vraag. totale bevolking
2008 56.253
2020 57.438
2030 56.632
2035 55.240
0-24 25-64 65-74 75+
16.362 31.187 4.772 3.932
15.133 29.346 7.218 5.741
14.144 27.132 7.229 8.127
13.702 25.343 7.423 8.772
ontgroening Beroepsbevolking Vergrijzing
De bevolkingssamenstelling laat ook een ingrijpende verandering zien, namelijk een toenemende ontgroening en vergrijzing. De ontgroening slaat op de afname die wordt voorzien in de leeftijdscategorie 0-25 jaar van ca. 15% tussen 2008 en 2035. De impact van de vergrijzing is vele malen groter. De leeftijdscategorie tussen de 65 en de 74 jaar wordt anderhalf keer zo groot tussen 2008 en 2035. De leeftijdscategorie van 75+ zal tot 2035 meer dan verdubbelen. Vooral deze laatste twee ontwikkelingen kunnen ingrijpend andere programma/ruimtevragen opleveren. Zo is dit jaar vastgesteld dat de gemeente Doetinchem behoefte heeft ca. 2200 woningen tot 2020 ( waar eerder de gedachte was dat ca. 4500 woningen afgezet zouden worden). Deze ontwikkelingen samen zorgen voor de volgende verhouding in de samenstelling van de Doetinchemse bevolking in 2035 Verhouding jongeren-beroepsbevolking-ouderen In 2008 In 2035
5
0-24 / 25-64 / 65+ 0-24 / 25-64 / 65+
2 staat tot 4 staat tot 1 1 staat tot 2 staat tot 1,2
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
De verwachting is overigens dat op de veel langere termijn (na 2040-2045) de bevolkingspiramide qua samenstelling weer normaliseert maar de krimp doorzet. De beleidsterreinen wonen, onderwijs, zorg en sport worden geraakt door deze ontwikkeling. Onderwijs krijgt te maken met een verminderde vraag. In de zorg zal de vraag toenemen. Er is meer behoefte aan woningen en de woonomgeving die ouderen aanspreekt. Maar ook het beleidsterrein verkeer krijgt hiermee te maken. Niet alleen qua inrichting gericht op veiligheid, andere modaliteiten maar ook qua spitsbelasting. De verwachting is dat de drukte in het verkeer zich meer over de dag zal gaan verspreiden. De structuurvisie zal de krimp, ontgroening en vergrijzing (samen de bevolkingstransitie) vertalen naar de ruimtelijk gewenste programma’s voor de periode tot 2035.
2.2. Digitalisering Met de digitalisering wordt de toenemende afhankelijkheid van informatietechnologie en toegang tot snel internet bedoeld. De digitalisering heeft ook in Doetinchem effecten. Waar denken we aan: -
-
-
Digitale bereikbaarheid: Het is voor bedrijven in Doetinchem in toenemende mate van belang dat er goede digitale verbindingen zijn. Dit om ervoor te zorgen dat bedrijven kennis, personeel en klanten kunnen bereiken. Winkels: Het doen van inkopen via internet blijft toenemen. Dit zorgt voor een concurrerend aanbod t.o.v. de fysieke winkels in het centrum, maar ook meer postverzendingen/koeriersbewegingen, detailhandel op plekken in de woonwijk, op bedrijventerreinen en in het buitengebied. Ofwel een andere ruimtelijke organisatie van de functie detailhandel. Nieuwe sociale netwerken/verbanden: Mensen weten elkaar via internet sneller te vinden. Er komen meer groepjes van belangstellenden voor specifieke onderwerpen. Het werkt diversificatie en specialisatie in de hand en vergroot de behoefte aan fysieke ontmoeting. Het nieuwe werken: Flexibeler omgaan met werktijden en werklocaties. De bedrijven die acteren in ‘de nieuwe economie’ vragen een ander vestigingsmilieu dan de ‘oude economie’. Welke is dat en kan Doetinchem die bieden? Maar ook: worden werknemers minder afhankelijk van de werklocatie? Zorg op afstand: De informatietechnologie zal mogelijk in de zorg het effect kunnen hebben dat er meer op afstand zorg gepleegd kan worden. Er is meer domotica en er is contact via internet. Dit verandert de ruimtelijke organisatie van deze sector enorm.
De structuurvisie zal mogelijke wijzigingen in de ruimtelijke organisatie verkennen. Vooral voor de functies detailhandel, werken en voorzieningen (zoals scholen, zorg en welzijn). 2.3. Toename belang van beleving Onder invloed van digitalisering hebben mensen en bedrijven de beschikking over meer informatie en een grotere belevingswereld. Maar ook een vluchtiger belevingswereld. De previews op internet bepalen welk restaurant/plek/product ‘hot’ is. Reputaties kunnen met 1 slechte preview worden afgebroken. 6
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
Mensen komen niet alleen meer naar Doetinchem omdat er veel verschillende winkels zijn maar omdat de winkelbeleving ze wel of niet bevalt. Een specifieke plek of een gebouw, een evenement of zelfs een belevenis bepaalt meer en meer het imago, de beleving bij een plek. Een soort ‘virtuele werkelijkheid’ is daarmee mede bepalend voor de waarde ontwikkeling van ene plek en van vastgoed. Imago wordt echter ook vluchtiger. Marketing op basis van een vast ‘concept’, een bepaalde functie brengt risico met zich mee. Daar doen we niets aan. De kunst is om dit in ons gemeentelijk ruimtelijk beleid een plekje te geven. De beleving wordt voor een groot deel bepaald door de kwaliteit van de fysieke, gebouwde en omgeving en de relatie met de functie die er gebruik van maakt. Hierbij is ook de veiligheidsbeleving een aandachtspunt. Wettelijke eisen en normen zien toe op een veilige inrichting van de openbare ruimte. Deze moet voldoen aan een gemeentelijk veiligheidsprofiel. De structuurvisie zal moeten proberen die belevingswereld van Doetinchem op dit moment zichtbaar te maken. Op zoek naar verhalen waaraan mensen identiteit ontlenen en die te vertalen naar de gewenste ruimtelijke kwaliteit van de gebouwde en ongebouwde omgeving.
2.4. Maatschappij wordt complexer/ netwerksamenleving Veranderingen gaan sneller. Burgers worden geacht zelfstandig te zijn, zelf een schifting te kunnen maken in de kwaliteit van de informatie, en elkaar steeds meer op te zoeken en zelf te organiseren. Werk, recreatie, sport en privé loopt steeds meer door elkaar. Sociale netwerken worden steeds meer divers, geografisch groter en dynamischer. Ze veranderen sneller en zijn minder vast. Mensen zijn meer gericht op het individu maar zoeken ook naar de identiteit van een groep. Burgers worden geacht hierin zelfstandig en actief te participeren in allerlei netwerken. Je hoort niet meer bij een groep (kerk, dorp etc.) maar bij meerdere groepen. Die groepen zijn meer en meer horizontaal georganiseerd. Dus niet van geboorte tot sterfte dezelfde groep maar per leeftijdscategorie, levensstijl, en/ of interessegebied. De ruimtelijke organisatie maakt ontmoeting, participatie en organisatie mogelijk en ondersteunt deze. Daar zit een bepaalde logica in. Maakt die logica dat ook de ruimtelijke organisatie meer divers, gespecialiseerder en vluchtiger wordt? Of geeft de ruimtelijke organisatie structuur?. Hoe kunnen we in het ruimtelijk beleid hiermee omgaan? Het gaat hierbij dus om voorzieningen. Op welke schaalniveau is bereikbaarheid en nabijheid van voorzieningen van belang. De structuurvisie doet hierover uitspraken op drie schaalniveaus namelijk: de wijk, de gemeente en de regio. Welke voorzieningen willen wij graag op wijkniveau terug zien en welke voorzieningen hebben een regionale functie? En welke locatie hoort daar dan bij?
2.5. Verschuivingen in de wereldeconomie Het zwaartepunt van de wereldeconomie verschuift van de westerse wereld naar zuidoost Azië. Daar vindt de grootste bevolkingsgroei de grootste technologische ontwikkeling plaats. En zijn de productiekosten nog relatief laag. Deze ontwikkeling heeft ook gevolgen voor de 7
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
positie van Nederland en de Achterhoek op de wereldmarkt en de kansen en bedreigingen die daaruit voortvloeien. Zo is het voor de maakindustrie niet gemakkelijk om op de markten van massaproducten op prijs te concurreren. Dat soort bedrijven zien we verdwijnen uit de regio en uit Nederland. Wel is nu al zichtbaar dat de bedrijven die kennis en innovatie toepassen in industriële nichemarkten zich in de Achterhoek goed kunnen ontwikkelen. Juist voor hen is de bereikbaarheid van wereldmarkten van levensbelang evenals een goede thuisbasis. Voor de landbouw betekent dit dat massaproductie en schaalvergroting op de lange termijn in Nederland niet de weg is om uiteindelijk de concurrentiestrijd op de wereldvoedselmarkt aan te kunnen. Wel liggen er mogelijkheden in meer regionale markten en toepassing van kennis om meer opbrengst per m2 te realiseren. Als gevolg van deze trend is ook de verwachting dat de economische groei in Nederland achter zal blijven bij die van de laatste decennia. Het te boven komen van de effecten van de crisis zal daardoor langer duren is de verwachting. Dit heeft gevolgen voor het herstel van de woningmarkt, de vraag voor ruimte op de kantorenmarkt en de bedrijventerreinen. En dit betekent dat we met andere verdienmodellen rekening moeten houden. We moeten uitgaan van structurele budgetten vanuit productieopbrengsten en minder van ‘snelle’ winsten uit automatische waardeontwikkelingen. De structuurvisie gaat op zoek naar de ruimtelijke eisen van de Achterhoekse ondernemers en de wijze waarop we die kunnen faciliteren.
2.6. Verduurzaming De overheid heeft een verantwoordelijkheid om de samenleving te verduurzamen. Waar hebben we het dan over? - het teruglopen van de reserves van fossiele brandstoffen het oplopen van de bijbehorende kosten, - de effecten van de klimaatverandering - het zuinig omgaan met natuurlijke grondstoffen - de wereldvoedselcrisis: er is te weinig voedsel, dit is ongelijk verdeeld en met de huidige productiewijzen treden serieuze gezondheidsproblemen op. Dit zijn allemaal lange termijn effecten en problemen die uiteindelijk alleen op wereldschaal opgelost kunnen worden. Het vinden en uitvoeren van oplossingen op lokale en regionale schaal lijken echter kansrijker en hebben ook direct effect. ‘Denk groot, acteer klein’. Zo zijn er al tendensen zichtbaar in de Achterhoek gericht op een meer regionale energievoorziening en/of een regionale voedselmarkt. - De Achterhoekse Gemeenschappelijke Energie Maatschappij (AGEM) - De regionale coöperatieve infrastructuur rond Biovergisting - Realiseren zonneparken om lokaal energie op te wekken en led-verlichting om energieverbruik te verminderen.
8
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
Doetinchem wil in de structuurvisie aandacht besteden aan het ecologisch duurzaam inrichtingen van de ruimte. Kansen scheppen voor bedrijven die actief zijn in kennis- en productontwikkeling op die terreinen. En de gevolgen van klimaatverandering in beeld brengen.
2.7. Kwaliteit vs. kwantiteit De effecten van de crisis, de bevolkingstransitie, het belang van beleving en de trend van digitalisering hebben een belangrijk effect, namelijk het toenemende belang van kwaliteit. De focus in de structuurvisie moet dus ook liggen op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Uiteraard is een kwantitatieve analyse van de ontwikkelingen de basis voor de programma’s maar de wijze waarop die programma’s een plekje krijgen in Doetinchem en de condities waaronder dat gebeurd zorgen voor een vitale stad. Dit betekent dat veel meer dan de afgelopen decennia de vraag van eindgebruiker meer bepalend moet zijn voor de inrichting van de ruimte. Die wensen of eisen moeten dwingender zijn voor het programma op een bepaalde locatie. Vierkante meters zijn hieraan ondergeschikt. Er moet zorgvuldig opgegaan worden met vernieuwing. Het aantal kansen om het goed te doen neemt af. De structuurvisie zal daarom aandacht besteden aan een beschrijving van de gewenste kwaliteit van de gebouwde en ongebouwde omgeving op locatieniveau maar ook op het niveau van de stad, het landelijk gebied en de dorpen.
9
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
3. Visie op de gemeente Doetinchem: Welke thema’s vinden we belangrijk? Doetinchem is een bijzonder prettige, leefbare stad in een mooie landelijke omgeving. Mensen kunnen hier wonen, werken, recreëren en tot rust komen. De gemeente ontwikkelt de structuurvisie vanuit de gedachte dat de bevolking die nu in Doetinchem woont minimaal diezelfde kwaliteit van leven in 2035 in Doetinchem kan aantreffen. Vitaliteit is daarbij het sleutelwoord. In de vitaliteit van de regio Achterhoek vervult Doetinchem haar rol als grootste voorzieningenkern. Voor de vitaliteit van de regio en de stad in de toekomst zijn economische kansen van groot belang en daarnaast de kwaliteit van de voorzieningen, de omgeving en de beleving die daarbij hoort. Met het doel om ook in 2035 de centrale, vitale kern te zijn van de regio Achterhoek en al haar bewoners richt de gemeente zich op de volgende 4 thema’s: -
Beherend ontwikkelen van Stad en Platteland Economische kansen Stad in de regio Kwaliteit en beleving
3.1. Beherend ontwikkelen van Stad en Platteland De dominante trend is de trend van de bevolkingstransitie. De bevolkingskrimp die volgens de trend rond 2030 in Doetinchem intreedt zorgt, voor een verminderde vraag op langere termijn naar allerlei functies en ruimte. Dit heeft effect voor je ruimtelijk beleid als gemeente. Grootschalige structuuringrepen in de gemeente Doetinchem voorzien wij niet voor de komende jaren. Enerzijds ontbreken daarvoor de middelen, anderzijds de noodzaak. Van een ruimtelijk beleid gericht op groei en het accommoderen van nieuwe functies en meer van dezelfde functies gaat de gemeente Doetinchem over op een focus op het verbeteren van de bestaande functies. We noemen dat beherend ontwikkelen. De kwaliteit van de stad en het landelijk gebied moet goed worden beheerd, zowel qua fysieke als ook sociaaleconomische kwaliteit. De stad en het landelijk gebied ontwikkelen zich nog steeds. De ruimtelijke organisatie zal zich daaraan aanpassen. Dit betekent dat gebouwen en de fysieke omgeving zoveel mogelijk afgestemd worden op de kwalitatieve vraag van de gebruikers. We denken daarbij meer in meer structurele middelen in plaats van grondexploitaties en ‘lange-termijn-doelen’ in plaats van projectresultaten. Maar het is geen stilstand. En er blijven plekken die vragen om vernieuwing. Kansen die zich voordoen willen we dan nog steeds pakken. Ontwikkelen is op dat moment geen doel maar middel om zorgvuldig te beheren. Beherend ontwikkelen betekent dat er ruimtelijke transformatie en optimalisatie plaatsvindt in de vorm van kleinschalige ontwikkelingen, zogenaamde acupunctuur- investeringen. Deze zijn gericht op kwaliteitimpulsen voor de stad, de wijk, het dorp, het bedrijventerrein en het landelijk gebied met als motto: ‘less is more’. . De stad Doetinchem In de stad zijn deze betekenisvolle plekken op gemeenteniveau de Oude IJsselzone, de stationsomgeving, het Ei en de Schil. Opgaven die hier voor de toekomst liggen zijn; 10
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
- de bereikbaarheid van het centrum en de vergroting van de belevingswaarde van het centrum, - ontwikkel/bewegingsruimte in de stad. Het Masterplan schil vraagt een programmatische actualisatie en een visie op gebieden binnen de schil die buiten de grote projecten vallen, - het aantrekkelijk zijn van de stad voor mensen van diverse opleidingsniveaus, leeftijden en gezinssamenstelling. De stad is divers en straalt dynamiek uit, afgewisseld met rustige gebieden. - het beheer van bestaande wijken waarbij in eerste instantie vooral aan de wijken in Doetinchem-Noord wordt gedacht evenals de Huet. De dorpen. De dorpen staan er goed voor. Het is er prettig wonen en de sociale vitaliteit is goed. Het verenigingsleven bloeit en er is gemeenschapszin. Zo heeft de dorpsraad van Gaanderen zelf met behulp van de inwoners recentelijk een eigen dorpsvisie opgesteld. Wel verwachten wij dat de dorpen te maken krijgen met een verminderd draagvlak voor voorzieningen. De gemeente voorziet geen echte leefbaarheidproblemen maar wil wel aandacht voor de aanwezigheid van ontmoetingsplekken in de dorpen. Ook voor de dorpen gaan wij uit van het behoud van de huidige bevolkingsamenstelling. Dit betekent dat incidenteel woningbouw mogelijk moet zijn en dat er minimaal 1 voorziening (supermarkt, school, buurthuis etc.) aanwezig moet blijven om als ontmoetingsplek te kunnen functioneren. Het landelijk gebied De landbouw zorgt daarnaast voor het onderhoud van een groot gedeelte van ons landelijk gebied. Onze beheerder van het landschap krijgt in de komende jaren te maken met een terugval in Europese subsidiegelden. Dit zal ervoor gaan zorgen dat bedrijven worden beëindigd. Bestaande bedrijven nemen hun plaats over en worden groter of er komen andere functies in het buitengebied. De gemeente Doetinchem voorziet beide ontwikkelingen. Daar mag de waarde van ons landschap niet teveel onder lijden. De economische tendens van schaalvergroting lijkt te kunnen botsen met de kleinschaligheid van het landschap, een belangrijke ruimtelijke kwaliteit. Het economisch belang wordt echter zo groot geacht dat de landbouw ontwikkelruimte behoord te krijgen. Het is dus zoeken naar de wijze waarop dit ingepast en vormgegeven kan worden in een waardevol landschap. Met de verbreding van de landbouw en het herbestemmen van agrarische gebouwen worden meer stedelijke functies verwacht in het landelijk gebied. De dynamiek en de diversiteit van functies zal daarom toenemen. Dit vraagt om heldere kaders. Dit omdat het landschap en de recreatiefunctie van het platteland ook economisch van belang zijn. Verhouding stad en platteland De aantrekkelijkheid van het platteland zit voor een deel in de nabijheid van de stad. De aantrekkelijkheid van de stad zit voor een deel in de landschappelijke setting waar het in ligt. Onmiskenbaar hebben stad en platteland met elkaar te maken. De tendens is dat er steeds meer stedelijke functies de ruimte in het landelijk gebied zullen opzoeken en voor een deel steeds meer agrarische functies een industrieel karakter krijgen. Het platteland ‘verstadst’ daarmee, de verschillen tussen stad en platteland worden functioneel minder. Zowel de kwaliteit van het landschap als de functies in het landelijk gebied zijn van economisch belang voor de stad. De nabijheid van voorzieningen in de stad wordt van toenemend belang voor het landelijk gebied. Stad en omliggend platteland hebben dus meer en meer met elkaar te maken en raken meer en meer functioneel met elkaar verweven. Het ruimtelijk beleid dient hierop in te spelen en waar nodig kaders te stellen. 11
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
In de structuurvisie zullen we op de drie schaalniveaus (gemeente, kern en wijk) op zoek gaan naar de betekenisvolle locaties/gebieden voor de kwaliteit in Doetinchem. Daarnaast zijn er locaties met de potentie om meer betekenis te hebben voor de kwaliteit in de stad en de gebieden en locaties waar we dynamiek verwachten. Vervolgens gaan we uit van gerichte investeringen, in een combinatie van publiek en privaat geld, in kleinschalige ontwikkelingen met een groter effect. De structuurvisie zal verkennen welke functie waar het beste gedijt en zal een evenwicht moeten vinden in de landschappelijke/stedelijke kwaliteit en economische en leefbaarheidbelangen. 3.2. Economische kansen De arbeidsmarkt als kritische factor De Achterhoek is van oudsher een industriële regio. De maakindustrie is nog steeds de economische dieselmotor van de regio. Zo ook in Doetinchem. Die maakindustrie bestaat tegenwoordig uit gespecialiseerde bedrijven die opereren in de niche markten op wereldschaal. Van groot belang voor deze bedrijven is een goed vestigingsklimaat. De aanwezigheid van arbeidskracht is cruciaal. Niet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief is de macht tussen vraag en aanbod van arbeidskrachten in de toekomst een punt van zorg. De maakindustrie heeft in de toekomst meer hoger opgeleiden, technisch, creatieve en innovatieve arbeidskrachten nodig. Doetinchem zal deze groep aan moeten spreken als woonen werkgebied. Kansen voor de arbeidsmarkt worden gezien in de zorgsector en toerisme en recreatie. De zorgsector is nu al de grootste werkgever in de gemeente Doetinchem. Aantrekkelijk vestigingsmilieu Naast het aanbod aan arbeidskrachten is voor bedrijven ook het vestigingsmilieu van belang. De bedrijven en kantorenlocaties in Doetinchem zijn van een hoog kwalitatief niveau en divers qua functies. Voor ‘vieze’ industrie is geen ruimte in de stad. Doetinchem ontwikkelt in regionaal verband het regionaal bedrijventerrein A18. Dat wordt gereserveerd voor bedrijven die niet direct in de stedelijk omgeving inpasbaar zijn. De dienstensector is in Doetinchem goed vertegenwoordigd. De dienstensector is verzorgend voor de bevolking van de regio Achterhoek. Er zal ruimte gaan ontstaan op de bedrijventerreinen en de kantorenlocaties. Dit zal moeten leiden tot transformaties van gebouwen en locaties. Doetinchem ziet graag werklandschappen ontstaan. Dit zijn gemengde bedrijventerreinen waar kantoren, bedrijven en ondersteunende functies, zoals gezinsvoorzieningen en/of sportvoorzieningen mogelijk moeten zijn. Innovatie als kans De kracht van de Achterhoek is het ondernemerschap. Innovatie is hier een onderdeel van. Daar ziet Doetinchem de kansen zowel voor de maakindustrie als de landbouw. Voor innovatie zijn verbindingen met kenniscentra nodig en de bereikbaarheid van niche markten op wereldschaal. Van belang is een goede bereikbaarheid van deze bedrijven en van de rest van de wereld voor deze bedrijven. Doetinchem is de hub. Een aanzet voor innovatie is al zichtbaar bij de bedrijvigheid die bezig is met de productie van technologie ten behoeve van nieuwe duurzame energie
12
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
De landbouw is en blijft een belangrijke economische sector en verdient daarom ook ontwikkelingsmogelijkheden. Ook hier is innovatie een van de speerpunten. Zowel in de productietechnieken voor grondgebonden landbouw en veeteelt als in de verduurzaming van de sector. De tendens van schaalvergroting lijkt te kunnen botsen met de kleinschaligheid van het landschap. Dit is een belangrijke ruimtelijke kwaliteit. Tevens zien we economische kansen in functieverbreding zoals de energietransitie, recreatie en toerisme. De landbouw in de Achterhoek zou bij uitstek kunnen inspelen op dierenwelzijn maar ook de gecontroleerde, overzichtelijke voedselketen. De kansen liggen daarbij meer op regionale schaal, denk aan Streekproducten, korte afzetketens maar ook de relatie met AGEM. Duurzaamheid als ambities, en kans Duurzaamheid is een verantwoordelijkheid van de overheid. Het is onmiskenbaar van algemeen belang. Doetinchem investeert echter alleen in duurzaamheid die op de langere termijn economisch rendabel is te exploiteren of die een direct effect heeft op de leefkwaliteit. De verwachting is dat door de oplopende energiekosten het aandeel energie in de totale kosten van levensonderhoud, maar ook als vestigingsplaatsfactor, fors toeneemt. Het streven is om de ecologische voetafdruk van Doetinchem te minimaliseren. Enerzijds door energiebesparende maatregelen, maar ook door zelf energie op te wekken en door materialen te gebruiken die opnieuw gebruikt kunnen worden. Daar hoort het hergebruik van locaties en gebouwen bij. Maar ook flexibiliteit bij het bouwen. Kun je het gebouw of de ruimte voor meer functies gebruiken? De structuurvisie gaat op zoek naar de locaties waar de nieuwe economische kansen al worden opgepakt en welke locaties zich daar nog voor lenen. En op welke wijze zijn die locaties daar dan geschikt voor? Hierbij gaat het vooral op het landelijk gebied en de bedrijvenlocaties. De focus is op kennisclusters en duurzaamheidclusters 3.3. Doetinchem Stad in de regio Doetinchem is het grootste dorp in de regio. Doetinchem is de plek bij uitstek waar een ‘stads’ woon en leefmilieu gerealiseerd kan worden. Deze tweeslachtigheid van Doetinchem kenmerkt ook de rol die zij als regionaal centrum vervult. Doetinchem is heel erg Achterhoek maar ook een uitzondering in de Achterhoek. Doetinchem voorziet een toename van de verschillen tussen de grootste kern en de regio voor wat betreft de economische dynamiek en de aanwezigheid van voorzieningen. Regionaal centrum Doetinchem ziet haar verantwoordelijkheid als sociale stad. Er is een blijvende trek van kansarmen naar de stad. Een grote goedkope woningvoorraad en de voorzieningen zorgen voor een aantrekkingskracht. We zien een toename in de complexiteit van de problematiek die deze groep mensen met zich meebrengt. Dit vraagt om meer specialistische voorzieningen. De Achterhoek vergrijst. Vitale en minder vitale ouderen wonen graag dicht bij de voorzieningen. Voor deze doelgroepen wil Doetinchem ook de voorzieningen realiseren en in stand houden, hoewel dat een financiële wissel trekt op de Doetinchemse begroting. Doetinchem is de winkelstad van de Achterhoek. Regionale grootschalige winkels zal zij ook in de toekomst zoveel mogelijk faciliteren. Voorts heeft het centrum een impuls nodig. De belevingswaarde moet omhoog. De recreatieve/culturele functie van het centrum moet sterker om het centrum ook buiten openingstijden van de winkels een aantrekkelijk gebied te laten 13
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
zijn. Regionale horecafuncties horen daarbij, evenals evenementen. Het gaat om de marketing van de stad met een herkenbaar profiel. Ook zal de toeristische functie van Doetinchem nog wat kunnen groeien, o.a. door meer hotelaccommodaties. Agenda 2020 De agenda 2020 kent vier overkoepelende thema’s. In elk thema heeft Doetinchem haar rol als centrum van de Achterhoek. Het doel van de Agenda 2020 is een verregaande samenwerking tussen de gemeenten onderling en de overheid, organisaties en ondernemers. 1 Slim en snel verbinden Dit gaat over bereikbaarheid. Een belangrijke voorwaarde voor de aantrekkelijkheid van de Achterhoek als woon- en werkomgeving en cruciaal om mensen hier te houden. De stationsomgeving van station Doetinchem is van regionaal belang. Een opwaardering van de kwaliteit van deze locatie is noodzakelijk. De lobby om het spoor te verdubbelen blijft doorgaan. Met de ontwikkeling van een kantorenlocatie heeft Doetinchem de 1e stap gezet. Voorts is er qua regionale auto-ontsluiting in de richting van de plaatsen in de gemeente Bronckhorst sprake van een aantal knelpunten in Doetinchem. Dit zijn regionale knelpunten. 2 Innovatieve economie Doetinchem is de plek waar de bundeling van kennis plaats zal vinden die nodig is voor innovatie, zowel in de maakindustrie en de landbouw. Hier kunnen kenniscentra van de grond komen en is een bundeling van bedrijven mogelijk. Als voorbeeld: Ook in Doetinchem is er ruimte voor een grote biovergister. Bij voorkeur bij het hoofdkantoor van de toekomstige AGEM. Tegelijkertijd zou een bedrijf dat de techniek voor biovergisting maakt niet misstaan op het A18 bedrijvenpark. 3 Vitale leefomgeving Vitaal betekent economisch gezond, sociaal-maatschappelijk in evenwicht en een goede balans in dynamiek en rust. In de omgeving kan gewerkt, gewoond, gecreëerd en gesport worden. In de toekomst voorzien we een relatieve toename van het aantal gewenste arbeidskrachten met een hogere opleiding. De regio zal een aantrekkelijk leefgebied moeten creëren voor deze doelgroep. Voor de mensen die landelijk willen wonen, dicht bij voorzieningen zijn er voldoende mogelijkheden in de regio. Doetinchem kan een voor de Achterhoek bijzonder woonmilieu bieden, namelijk een min of meer dorps woonmilieu dicht bij stedelijk voorzieningen. Ook dit is van regionaal belang. Voor de vitaliteit van de Achterhoek als geheel zullen we ervoor moeten waken dat voorzieningen uit de Achterhoek vertrekken omdat ze geen goed vestigingsklimaat treffen. Doetinchem zal meer en meer de plek zijn waar regionale voorzieningen en winkels zich, nog willen, vestigen. De top en centrale voorzieningen (lees regionale hoofdvestigingen) zitten in Doetinchem. Daar is de massa, zijn de arbeidskrachten, is een bundeling van kennis en is de bereikbaarheid het grootst. . Dit betekent niet dat alle voorzieningen in Doetinchem zouden moeten zitten. Regionale afstemming behoort plaats te vinden. Vanuit deze voorzieningen behoort de nabijheid en bereikbaarheid voor de gehele regio te worden georganiseerd. Ten slotte is de regionale aantrekkelijkheid van het centrum van Doetinchem als winkelcentrum van belang voor de vitaliteit van de regio. 4 Natuur en Landschap De Zumpe, landgoed Slangenburg en het gebied rondom het voormalig Klooster Bethlehem zijn bijzonderheden in het landschap op regionale schaal. Daarbij gaat het om natuurwaarde, 14
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
cultuurhistorische en toeristische waarden. Doetinchem zal meer aansluiting zoeken bij de ontwikkelingen van samenhangende gebieden in en met naburige gemeenten. In de structuurvisie geeft Doetinchem aan welke regionale verbindingen en regionale voorzieningen zij belangrijk vindt en op welke wijze deze in de gemeente Doetinchem gefaciliteerd kunnen worden. Dit met oog voor de belangen met de buurgemeenten en met een regionale bril op. De nadruk ligt daarbij op onderwijs, zorg, bereikbaarheid en economie. 3.4. Kwaliteit en beleving - ontmoeten Een belangrijk speerpunt van de gemeente is de kwaliteit van leven in Doetinchem. Dit komt terug in het coalitieakkoord en de voorjaarsnota 2011. De gemeente wil de goede kwaliteit van leven zoveel mogelijk op peil houden of nog versterken. De gemeente herkent een toename van de complexiteit en de dynamiek in de maatschappij. Er wordt meer van burgers zelf verwacht, de verschillen tussen actieven en inactieven worden groter en sociale verbanden worden ‘losser’. De individuele problematiek (achter de voordeur) wordt echter complexer. De rol van de gemeente is regisseur van voorzieningen. Tegelijkertijd nemen we waar dat de beleving bij een plek, bij je directe leefomgeving belangrijk is. Mensen identificeren zich met de plek waar ze wonen, waar ze werken. Het imago, de marketing van een locatie, een buurt een stad is daarmee van directe invloed op het ‘welzijn’gevoel van de mensen. Wat kunnen we met die beleving in de structuurvisie? In ieder geval fysiek en qua regelgeving ruimte bieden voor eigen initiatief in de straat. Kwaliteit van leven De stadsfoto van Doetinchem 2010 geeft een overwegend positief beeld van Doetinchem. Problemen op het gebied van overlast, onveiligheid en verloedering doen zich minder vaak voor dan in de benchmarksteden. Vooral de woonomgeving is goed verzorgd. Wel is er aandacht nodig voor de verschraling die optreedt op het voorzieningenniveau. Het gaat om de dagelijkse behoeften in de directe woonomgeving. Dit is dan ook een speerpunt in de structuurvisie. Doetinchem ziet daar haar verantwoordelijkheid voor de topvoorzieningen en de organisatie van voorzieningen in de wijk. Doetinchem herbergt als grootste kern van de Achterhoek een aantal topvoorzieningen op het gebied van cultuur, sport, onderwijs en zorg. Denk daarbij aan het Graafschap College, HBO Iselinge, Sportpark Zuid, de Gruitpoort, theater Amphion en het Slingelandziekenhuis. Doetinchem is ook in de toekomst zuinig op dit soort voorzieningen. Vanuit de visie dat investeringen in topvoorzieningen ook altijd ten goede komen aan de organisatie van voorzieningen in de breedte. Die breedtevoorzieningen komen terug in de directe leefomgeving. Er wordt een bepaald basisniveau gecreëerd van voorzieningen. Zorg, sport en welzijn spelen daarin een grote rol. De problematiek van jongeren en ‘achter de voordeur’ wordt complexer. Dit vraagt om nabijheid. Het minimale basisniveau moet in de volgende stap van de structuurvisie worden beschreven. Eventuele initiatieven die leiden tot een plus op dit basisniveau zullen waar mogelijk worden ondersteund. Bij dit basisniveau is het faciliteren van horizontale verbanden leidend. Verschillende functies voor dezelfde doelgroep/leeftijdscategorie kunnen elkaar versterken. Mensen kunnen elkaar ontmoeten.
15
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
Beleving De ‘belevingskaart’ van Doetinchem kunnen we tekenen. Mensen identificeren zich met de kern Doetinchem Gaanderen of Wehl maar ook met de buurt of wijk waarin ze wonen. Die identiteit kan gelegen zijn in een ruimtelijk sterk samenhangende buurt (denk aan de Hoop), de ligging aan een park of de aanwezigheid van een bijzonder gebouw of voorziening. De gemeente Doetinchem heeft aandacht voor die belevingswaarde en gaat op in de structuurvisie op zoek naar die verhalen en plekken die de belevingswaarde het best weergeven. De structuurvisie zal de kaders formuleren voor pleinen, steegjes, parken en de gebouwde omgeving, uiteraard in aansluiting op de welstandsnota die op dit moment wordt voorbereid. De kaders krijgen de vorm van inspiratie in plaats van regels. Een logische ruimtelijke ordening: Ruimtelijke schaalniveaus We streven een logica na in de ruimtelijke organisatie. Dit begint bij een goede ‘leesbaarheid’ van de stad op structuurniveau. In de wijk ligt de ‘uitgang’ op een logische plek en vanaf daar is het helder waar ik de stad kan verlaten dan wel het centrum kan vinden. Vanaf de toegang van de stad ligt er een heldere structuur die de bewoner en de bezoeker naar bedrijventerreinen, voorzieningen en het centrum leidt. Op elke plek is ook het ‘ritme’ van de stad in meer of mindere mate te ervaren. Een logische ruimtelijke organisatie is een ruimtelijk organisatie van functies die aansluit bij de belevingswereld van de mensen. Een belangrijke opgave voor de structuurvisie is daarom de inventarisatie van de ruimtelijke organisatie van Doetinchem in de beleving van de bewoner. De ‘professioneel’ vormgegeven ruimtelijke organisatie van Doetinchem zal hier zoveel als mogelijk logisch op afgestemd moeten worden. De structuurvisie doet uitspraken over knelpunten en kansen op dit terrein en aanbevelingen voor sectoraal beleid op het vlak van cultuur, sport, onderwijs, zorg en welzijn. De schaalniveaus die daarbij worden onderscheiden is de gemeente, de stad en de dorpen en de wijk en de buurten. Op straatniveau wordt de verantwoordelijkheid bij de burger neergelegd. Kwaliteit van gebouwde en ongebouwde omgeving Beleving wordt gestimuleerd door de functie maar meer dan anders ook door de vormgeving van de ruimte en gebouwen. Vormgeven en functies van deze ruimten zullen op elkaar moeten worden afgestemd en helderheid geven over het tempo op die plek. Er zullen voldoende plekken moeten zijn waar mensen even niet het gevoel van moeten ervaren maar even kunnen 'ont’moeten. Maar ook zal er aandacht moeten zijn voor de veiligheidsbeleving van die omgeving door mensen. Dit betekent ook dat het kwaliteitsniveau niet overal hetzelfde hoeft te zijn. Verrommeling moet worden tegengegaan maar liever een plek van een hoge kwaliteit omringd door het basisniveau kwaliteit, dan een heel gebied met een middelmatige kwaliteit. De structuurvisie geeft inzicht in de verschillende belevingswerelden en de relatie met de professionele ruimtelijke organisatie. Door de professionele ruimtelijke organisatie zoveel mogelijk bij de belevingswereld aan te laten sluiten wordt een logisch ruimtelijk beleid nagestreefd. Hierbij gaat het primair op het niveau van de directe leefomgeving, de wijk. Tevens geeft de structuurvisie randvoorwaarden om tot een betere leesbaarheid van de stad te komen (verkeer en stedenbouw komen hier samen) en inspiratie voor de kwaliteit van de openbare ruimte en de gebouwde omgeving. 16
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
4. Een bijzondere structuurvisie in bijzondere tijden 4.1. Waarom een bijzondere structuurvisie? De samenloop van de bijzondere omstandigheden gekoppeld aan de economische crisis op korte termijn met een belangrijke trendbreuk op lange termijn maakt het nodig om een bijzondere structuurvisie op te stellen Een structuurvisie die: - Ruimte laat maar ook richting geeft, - Die dereguleert maar ook heldere kaders geeft, - Die beschrijft en plaats van voorschrijft, - Die helder is over wat we willen en ruimte laat voor hoe het gerealiseerd kan worden 4.2. Krimp betekent schaarste De vraag naar kantoren, bedrijventerreinen en woningen is bijzonder laag. De verwachting is wel dat die vraag er wel zal komen maar niemand weet wanneer en in welke omvang. En we gaan er vanuit dat de puur kwantitatieve vraag na 2030 als gevolg van de krimp afneemt. Krimp betekent schaarste niet van aanbod maar van de vraag. Dit vraagt om een ander sturingsmodel. Nederlandse planologen zijn opgeleid om beleid te ontwikkelingen vanuit de sturingsgedachte van schaarste van het aanbod. Het aanbod heeft de gemeente middels de toekenning van bestemming zelf grotendeels in handen. We konden daarmee sturen. De vraag kan de overheid niet sturen. Het ruimtelijk beleid moet meer dan ooit gericht zijn op het mogelijk maken van nu nog onbekende ontwikkelingen met behoud van op dit moment bekend en belangrijk geachte kwaliteiten. 4.3. Crisis betekent onzekerheid over uitgangssituatie Visie is bepalen waar je naar toe wilt, maar om de weg er naartoe te kunnen bepalen moet je ook weten waar je vandaan komt. Processen in verschillende beleidsvelden veranderen. Veel van onze partners, (net als wijzelf), trekken zich terug op kerntaken. De overheid wordt kleiner en wendbaarder. Financieringsmodellen veranderen. De gevolgen voor organisatie zelf worden langzaam duidelijk, gevolgen voor ruimtelijke organisatie zijn nog lastig in te schatten. Gaan economische motieven (schaalvergroting/centralisatie) doorslag geven of leefbaarheidmotieven (nabijheid/decentralisatie/spreiding)? De onzekerheid op lange termijn is te vangen in modellen en scenario’s. Daar hebben we ervaring mee. De onzekerheid waar deze structuurvisie mee te maken heeft is veel lastiger. Wat is nu eigenlijk de uitgangspositie? De 0-situatie? We zullen dus meer tijd met elkaar moeten steken in een goede analyse van de knelpunten en kansen in de huidige ruimtelijke structuur.
17
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
Gevolgen voor de structuurvisie 1
2
3
4
5
18
Beschrijvend/inventariserend: De structuurvisie beschrijft niet de toekomstige ontwikkeling die we voorstaan op een bepaalde plek/locatie. De structuurvisie zal meer dan in het verleden een beschrijving van de gehele gemeente in brede zin moeten zijn. Om vervolgens te komen tot de locaties en gebieden waar het meest waarschijnlijk en wenselijk is dat kwaliteit wordt toegevoegd. Geduld: Belangrijkste wat we waarschijnlijk moeten leren is geduld. Niet meer sturen op tijd. De markt bepaalt wanneer kans ook daadwerkelijk verzilverd kan worden. Pas als de vraag zorgt voor een waarde die de ‘restwaarde’ in de huidige functie overtreft is er een mogelijkheid van herontwikkeling. Niet alleen: Van de gemeente mag verwacht worden dat ambities worden aangegeven (bij voorkeur met enig realisme) en dat visie wordt getoond. Wat vinden we belangrijk. Het formuleren van antwoorden en de wijze waarop de ambities waargemaakt kunnen worden zal meer dan ooit samen met de maatschappij plaats moeten vinden. De structuurvisie zal daarom opgaven voor gebieden formuleren en dynamische locaties aanwijzen maar zich nog niet vastpinnen op de combinatie tijdstip, functie en locatie in projectdefinities. Met regelmaat tegen het licht houden: De structuurvisie zal met enige regelmaat tegen het licht gehouden moeten worden. De onderwerpen die nu belangrijk zijn kunnen morgen minder belangrijk zijn en de belangrijke onderwerpen van morgen kennen we nog niet. De langetermijnvisie zal over het algemeen niet snel veranderen. De onderwerpen op dit moment wel. Het doel bij deze visie is niet primair om volledig te zijn maar wel om de belangrijkste onderwerpen te vangen. Dit ook met de wetenschap dat de structuurvisie in een vaste jaarlijkse cyclus kan worden opgenomen. Aan de hand van de voorjaarsnota’s kan bekeken worden of belangrijk onderdelen van de thema’s veranderen en of dit vraagt om andere keuzes. Een complete herziening zal niet nodig zijn. Flexibel De structuurvisie moet ruimte bieden voor functieverandering, clustering van verschillende functies en aanpassingen in bereikbaarheid. In kunnen spelen op ontwikkelingen die we nu niet kunnen voorspellen. Zowel fysieke ruimte als ruimte in de regelgeving.
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
5. Samenvatting: welke vragen willen we in de structuurvisie beantwoorden? Aan de visie op Doetinchem en de beschreven trends hangen een grote hoeveelheid vragen en keuze die het bestuur van een gemeente moet maken. Veel van deze keuzes op inhoudelijke deelterreinen zijn medebepalend voor het ruimtelijk beleid. Toch kunnen deze vragen niet allemaal binnen deze structuurvisie beantwoordt worden. De structuurvisie is uiteindelijk toch een kaderdocument voor het ruimtelijk beleid. In de structuurvisie houden we rekening met een aantal trends (lange termijn ontwikkelingen) en de visie op Doetinchem nu en in de toekomst vertaald in inhoudelijke integrale thema’s. De thema’s geven een inkleuring van de wijze waarop we met een bepaalde trend om willen gaan. 5.1. De inhoud: trends en thema’s De trends zijn de volgende: 1 Bevolkingsontwikkeling De structuurvisie zal de krimp, ontgroening en vergrijzing (samen de bevolkingstransitie) vertalen naar de ruimtelijk gewenste programma’s voor de periode tot 2035. 2 Digitalisering De structuurvisie zal mogelijke wijzigingen in de ruimtelijke organisatie verkennen. Vooral voor de functies detailhandel, werken en voorzieningen (zoals scholen, zorg en welzijn). 3 Toename belang van beleving De structuurvisie zal moeten proberen die belevingswereld van Doetinchem op dit moment zichtbaar te maken. Op zoek naar verhalen waaraan mensen identiteit ontlenen en die te vertalen naar de gewenste ruimtelijke kwaliteit van de gebouwde en ongebouwde omgeving. 4 Maatschappij wordt complexer Het gaat hierbij dus om voorzieningen. Op welke schaalniveau is bereikbaarheid en nabijheid van voorzieningen van belang. De structuurvisie doet hierover uitspraken op drie schaalniveaus namelijk: de wijk, de gemeente en de regio. Welke voorzieningen willen wij graag op wijkniveau terug zien en welke voorzieningen hebben een regionale functie? En welke locatie hoort daar dan bij? 6 Verschuivingen in de wereldeconomie De structuurvisie gaat op zoek naar de ruimtelijke eisen van de Achterhoekse ondernemers en de wijze waarop we die kunnen faciliteren. 7 Verduurzaming Doetinchem wil in de structuurvisie aandacht besteden aan het ecologisch duurzaam inrichten van de ruimte. Kansen scheppen voor bedrijven die actief zijn in kennis- en productontwikkeling op die terreinen. En de ruimtelijke gevolgen van klimaatverandering in beeld brengen. 8 Kwaliteit i.p.v. kwantiteit De structuurvisie zal daarom aandacht besteden aan een beschrijving van de gewenste kwaliteit van de gebouwde en ongebouwde omgeving op locatieniveau maar ook op het niveau van de stad, het landelijk gebied en de dorpen. De thema’s zijn: 1 Beherend ontwikkelen van stad en platteland 19
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
In de structuurvisie zullen we op drie schaalniveaus (gemeente, kern en wijk) op zoek gaan naar betekenisvolle locaties/gebieden voor de kwaliteit in Doetinchem. Daarnaast zijn er locaties met de potentie om meer betekenis te hebben voor de kwaliteit in de stad en de gebieden en locaties waar we dynamiek verwachten. We gaan uit van gerichte investeringen, in een combinatie van publiek en privaat geld, in kleinschalige ontwikkelingen met een groter effect. De structuurvisie zal verkennen welke functie in het buitengebied past of in de stad hoort en zal een evenwicht moeten vinden in de landschappelijke/stedelijke kwaliteit en economische en leefbaarheidbelangen. 2 Economische kansen De structuurvisie gaat op zoek naar de locaties waar de nieuwe economische kansen al worden opgepakt en welke locaties zich daar nog voor lenen. En op welke wijze zijn die locaties daar dan geschikt voor? Hierbij gaat het vooral op het landelijk gebied en de bedrijvenlocaties. De focus is op kennisclusters en duurzaamheidclusters. 3 Stad en de regio In de structuurvisie geeft Doetinchem aan welke regionale verbindingen en regionale voorzieningen zij belangrijk vindt en op welke wijze deze in de gemeente Doetinchem gefaciliteerd kunnen worden. Dit met oog voor de belangen van buurgemeenten en met een regionale bril op. De nadruk ligt daarbij op onderwijs, zorg, bereikbaarheid en economie. 4 Kwaliteit en beleving De structuurvisie geeft inzicht in de verschillende belevingswerelden en de relatie met de professionele ruimtelijke organisatie. Door de professionele ruimtelijke organisatie zoveel mogelijk bij de belevingswereld aan te laten sluiten wordt een logisch ruimtelijk beleid nagestreefd. Hierbij gaat het primair op het niveau van de directe leefomgeving, de wijk. Tevens geeft de structuurvisie randvoorwaarden om tot een betere leesbaarheid van de stad te komen (verkeer en stedenbouw komen hier samen) en inspiratie voor de kwaliteit van de openbare ruimte en de gebouwde omgeving.
20
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11
5.2. De vragen voor de structuurvisie? Welke vragen willen we in de volgende fase van de structuurvisie beantwoorden? En in welke gebied van de gemeente speelt dit voornamelijk? Thema
stad Ei
Schil
Werkgebieden
Wijken
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x
x
Dorpen
Landelijk gebied
x
X
x
x
x
x
Beherend ontwikkelen van stad en platteland Wat betekent omslag van ontwikkeling naar beherend ontwikkelen in ruimtelijke zin? Wat zijn betekenisvolle plekken in de stad? Welke locaties hebben potentie op stedelijk/wijkniveau? Welke locaties vertonen dynamiek? Hoe zorgen we dat het centrum aantrekkelijk en bereikbaar blijft? Hoe handhaven wij de leefbaarheid van de dorpen en wijken? Welke ontmoetingsmogelijkheden willen we daar garanderen? Is bevolkingstoename een middel dat hieraan kan bijdragen? Op welke wijze kunnen schaalvergroting in de landbouw en een kwalitatief hoogwaardig (kleinschalig) landschap samengaan? Welke stedelijke functies komen ingepast worden in het landelijk gebied, zodanig dat de kwaliteit van het landelijk gebied versterkt wordt? Welke eisen stelt de veiligheid en veiligheidsbeleving aan de inrichting van de openbare ruimte en de ruimtelijke organisatie (bijv. bij grootschalige evenementen)?
21
20110901_SV_NvA_EP
x x
21-10-11
x
Thema
stad Ei
Dorpen
Landelijk gebied
Schil
Werkgebieden
Wijken
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Economische kansen Welk programma draagt bij aan het beter aansluiting van de arbeidsmarkt bij de economische ontwikkeling en hoe kunnen we dit ruimtelijk faciliteren? Wat vraagt een aantrekkelijk vestigingsmilieu aan ingrepen in huidige gebouwen en gebieden? Hoe maken wij letterlijk en figuurlijk ruimte voor innovatie? Op welke wijze kan duurzaamheid bijdragen aan de economische ontwikkeling? Op welke plek? Op welke wijze kan de ecologische voetafdruk van Doetinchem worden verminderd en waar dan?
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Stad in de regio Welke voorzieningen en locatie zijn bepalend in onze verantwoordelijkheid als centrumstad? Welke functies in het centrum willen wij versterken om de belevingswaarde te verhogen? Op welke wijze verbinden wij het centrum en de rest van Doetinchem met de regio en daarbuiten? Hoe bundelen we kennis voor innovatie in de maakindustrie en in de landbouw en op welke plek? Hoe creëren we ook een aantrekkelijk en vitaal leefgebied voor
22
20110901_SV_NvA_EP
x x
x
21-10-11
x x
x x
x
x
goed opgeleiden, ouderen en gezinnen? Thema
stad Ei
Schil
Werkgebieden
Wijken
Dorpen
Landelijk gebied
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Kwaliteit en beleving Welke verantwoordelijkheden voor de fysieke omgeving kunnen wij bij de burgers/ondernemers neerleggen Hoe bereiken we een optimale ruimtelijke mix van top- en breedtevoorzieningen in Doetinchem bij zo weinig mogelijke verschraling van het aanbod? Hoe ziet de belevingskaart van Doetinchem eruit? Hoe zorgen we dat de ruimtelijke organisatie van functies op een logische manier aansluit bij de belevingswereld van de mensen? Welke kwaliteitsniveaus hanteren we om de belevingswaarde van Doetinchem te optimaliseren? Op welke wijze faciliteren wij woonruimte en leefomgeving voor bijzondere woondoelgroepen?
23
20110901_SV_NvA_EP
21-10-11