Eersteenlustrum Noord-Hollands Archief Mode kleding in archieven Een kaartsluiting van Schoten uit de 16de eeuw Tijdelijke studiezalen
nummer 14 • april 2011
In dit nummer onder meer:
n h a
NHA nieuws
noord-hollands archief
n h a 20
Inhoudsopgave pagina Een kaartje van het Noord-Hollands Archief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1 2005-2010: eerste lustrum Noord-Hollands Archief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 Driehonderd Vrienden van het Noord-Hollands Archief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 De Engelse kerk te Haarlem in de 17de eeuw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 Nieuwe aanwinsten voor de beeldcollectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 Activiteiten van het Noord-Hollands Archief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 Het archief van de Stichting Huize Spaar en Hout . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 Een kaart van Schoten uit de 16de eeuw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 Historisch Café ‘Haarlem, een stad vol lezers’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19 Honderd jaar gebak smullen in Haarlem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Nieuwe archieven en collecties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
Colofon
Noord-Hollands Archief
NHA nieuws is het kwartaalblad van het Noord-Hollands Archief. De auteurs van de artikelen in dit nummer zijn allen medewerker van het Noord-Hollands Archief, tenzij anders is vermeld.
Postbus 3006 2001 DA Haarlem www.noord-hollandsarchief.nl
[email protected]
Redactie: Hans van Felius, Annabella Meddens - van Borselen en Ed Sewalt Eindredactie: Maarten Brock Vormgeving: Mediabureau Haarlem Druk: Drukkerij Damen Grafia Oplage: 800 ISSN: 1871-6326
Locatie Jansstraat Jansstraat 40 2011 RX Haarlem T: (023) 517 27 00 F: (023) 517 27 20
Voorzijde omslag:
Prijs losse nummers € 1,00 Vrienden van het Noord-Hollands Archief ontvangen NHA nieuws gratis.
n h a
Locatie Kleine Houtweg Kleine Houtweg 18 2012 CH Haarlem T: (023) 517 27 00 F: (023) 517 27 20
Het westelijk tuinbouwgebied, aquarel door Johannes Visser, 1938.` Achterzijde omslag: Het Hoogovencomplex in 1957, tekening door Poppe Damave.
Een kaartje van het Noord-Hollands Archief Speciaal voor jongeren heeft het Noord-Hollands Archief een serie kleurrijke ansichtkaarten laten maken met de (dubbelzinnige) kreet 'Zoek het lekker zelf uit!'. Op de achterzijde staat de tekst: 'Wil je meer weten over de geschiedenis van je huis, straat of buurt? Ben je op zoek naar een oude bouwtekening of foto? Moet je een werkstuk of scriptie
maken? Kom dan naar het Noord-Hollands Archief of kijk op www.noord-hollandsarchief.nl.' De kaarten zijn gratis verkrijgbaar bij het Noord-Hollands Archief, zolang de voorraad strekt.
Zoe k he Zoek het t lek ker lekker z Zoek elf het ze uit! lf uit! lekk er zelf uit!
n h a 1
door Lieuwe Zoodsma
2005-2010: eerste lustrum NoordHollands Archief In 2010 vierde het Noord-Holland Archief zijn eerste lustrum. Op 1 februari 2005 trad de 'gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum in Noord-Holland' in werking. Lieuwe Zoodsma, directeur van het Noord-Hollands Archief en rijksarchivaris in de provincie Noord-Holland en gemeentearchivaris van alle deelnemende gemeenten en partnergemeenten, blikt terug.
Het Noord-Hollands Archief was het resultaat van een langdurig fusieproces van het Rijksarchief in Noord-Holland en de Archiefdienst voor Kennemerland, het regionaal archief voor een groot aantal gemeenten in de regio's Midden- en Zuid-Kennemerland en Amstel- en Meerlanden. Het algemeen bestuur benoemde per 1 april 2005 de eerste directeur van het Noord-Hollands Archief. Met ingang van 1 januari 2006 traden alle overige medewerkers in dienst van het Noord-Hollands Archief. Eveneens in 2006 werd een meerjarenbeleidsplan voor het Noord-Hollands Archief opgesteld, waarin voor de jaren 2007 tot en met 2010 een aantal ambitieuze doelstellingen werd geformuleerd.
Partners en deelnemers Bij de fusie van het Rijksarchief in NoordHolland en de Archiefdienst voor Kennemer-
n h a 2
land tot het Noord-Hollands Archief kenden wij partners en deelnemers. Partners zijn de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling: het Rijk (het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en de gemeenten Haarlem en Velsen. De partners vormen ook gemeenschappelijk het algemeen bestuur in een verhouding van drie bestuursleden namens het Rijk, twee namens de gemeente Haarlem (waaronder qualitate qua de burgemeester van Haarlem als voorzitter) en één namens de gemeente Velsen. De directeur van het Noord-Hollands Archief treedt op als secretaris van het bestuur. Deelnemers zijn de gemeenten en waterschappen die door middel van een dienstverleningsovereenkomst verbonden zijn aan het NoordHollands Archief. Bij de fusie in 2005 waren dat de gemeenten Aalsmeer, Bennebroek, Beverwijk, Bloemendaal, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Uithoorn en Zandvoort en de
waterschappen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en Hoogheemraadschap van Rijnland. Per 1 januari 2009 fuseerden de gemeenten Bennebroek en Bloemendaal tot een nieuwe gemeente Bloemendaal. Het aantal deelnemende gemeenten bij het Noord-Hollands Archief bleef evenwel op tien staan door de deelname van de gemeente Haarlemmermeer, eveneens per 1 januari 2009. Met de deelname van Haarlemmermeer werd het Noord-Hollands Archief het gemeentearchief voor alle gemeenten in het zuidwestelijk deel van Noord-Holland, met een totaal inwonertal van circa 560.000. De met de gemeente Haarlemmermeer gesloten dienstverleningsovereenkomst is in zoverre afwijkend van die met de andere deelnemende gemeenten dat alle archieven en collecties van de gemeente Haarlemmermeer blijven berusten in een speciaal daartoe verbouwde, aan alle vereisten van de Archiefwet 1995 vol-
In september 2010 opende wethouder Steffe Bak van de gemeente Haarlemmermeer een studiezaal in het raadhuis in Hoofddorp waar het Historisch Archief Haarlemmermeer kan worden geraadpleegd. Foto: Lydia Lucke.
doende, archiefbewaarplaats onder het raadhuis in Hoofddorp. Voor de fysieke raadpleging van deze archieven en collecties werd in september 2010 in het raadhuis een prachtig verbouwde studiezaal geopend.
Ambities Het Noord-Hollands Archief presenteerde zoals gezegd in 2006 een ambitieus meerjarenbeleidsplan voor de periode 2007-2010. Belangrijke kernpunten in dit plan waren het
uitbouwen en intensiveren van samenwerking met andere archief- en erfgoedinstellingen, de verdergaande automatisering van de informatievoorziening en digitalisering van de archieven en collecties en een vergroting van het publieksbereik tot 20.000 fysieke bezoekers per jaar, onder meer door een sterkere positionering van het Noord-Hollands Archief als speler in het culturele en cultuurhistorische veld in Haarlem en de regio. De samenwerking werd onder meer gezocht in de oprichting en uitbouw van de erfgoedcoa-
litie Haarlem, een samenwerkingsverband van een groot aantal cultuurhistorische en erfgoedinstellingen in Haarlem. Deze erfgoedcoalitie organiseert niet alleen succesvolle activiteiten als de Erfgoednacht, maar heeft ook een bekroond en zeer succesvol erfgoededucatieproject ontwikkeld, 'Wie wat bewaart heeft wat', bestemd voor de verschillende groepen van het basisonderwijs. Op regionaal en provinciaal gebied werd intensief samengewerkt met de historische verenigingen in het werkgebied van het Noord-
n h a 3
Eric Coolen maakte deze illustratie van de Janskerk, het publiekscentrum van het Noord-Hollands Archief, voor de speciale jubileumwijn.
Hollands Archief en met het erfgoedhuis Cultureel Erfgoed Noord-Holland en de provincie Noord-Holland. Het ingebrachte materiaal ten behoeve van 'Oneindig NoordHolland' van de provincie Noord-Holland, vormde een van de pijlers van dat grote digitale erfgoedproject. Op basis van een nieuw ontwikkeld informatieplan en een daaraan gekoppeld digitaliseringplan voor het Noord-Hollands Archief zijn de afgelopen vijf jaar veel middelen geïnvesteerd in de realisatie van een professi-
n h a 4
onele, interactieve website en in de keuze en realisatie van een geautomatiseerd archievenbeheer- en bibliotheeksysteem. Ook werd een publieksvriendelijke beeldbank in gebruik genomen. Onderzoek werd gedaan naar de realisatie van een virtuele studiezaal. Daarnaast werkt het Noord-Hollands Archief landelijk samen met het Nationaal Archief en andere regionale historische centra bij de ontwikkeling van een nationaal e-depot voor het beheer van digitale archieven. In het meerjarenbeleidsplan van het NoordHollands Archief was een ambitieus cijfer van 20.000 fysieke bezoekers opgenomen, die in het laatste jaar van de beleidsperiode een bezoek aan de studiezaal of andere activiteiten van het Noord-Hollands Archief moesten brengen. Hoewel het fysieke bezoek aan de studiezalen een jaarlijkse daling te zien geeft, vertoonde het bezoek aan de andere activiteiten van het Noord-Hollands Archief (lezingen, tentoonstellingen, symposia en educatieve manifestaties) een dermate explosieve groei dat reeds in het eerste jaar van de beleidsperiode de grens van 20.000 bezoekers ruimschoots werd overtroffen. In het net afgelopen boekjaar 2010 bedroeg het totale aantal fysieke bezoekers circa 24.000. Met de realisatie van deze doelstellingen heeft het Noord-Hollands Archief aangetoond dat het zich na de openstelling van de Janskerk in 2007 als publiekscentrum heeft ontwikkeld tot een belangrijke speler in het culturele en cultuurhistorische veld in Haarlem en de Haarlemse regio.
Toekomst In de loop van 2010 maakten de afzonderlijke partners in het Noord-Hollands Archief ingrijpende bezuinigingsmaatregelen bekend. De gemeente Haarlem wil zijn bijdrage aan het Noord-Hollands Archief in de periode 2012 tot 2018 korten met in totaal 15 procent. De gemeente Velsen heeft aangekondigd zijn bijdrage in 2012 te willen inkrimpen met 5 procent. Het Rijk (het Ministerie van OCW) spant de kroon: in het in september 2010 gesloten regeerakkoord van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV werd de decentralisatie van de regionale historische centra naar de provincies aangekondigd met een korting op de rijksbijdrage per 1 januari 2012 van in totaal 25 procent. In hoeverre de aangekondigde bezuinigingen ook daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden valt, met het oog op de bepalingen in de gemeenschappelijke regeling, nog te bezien. Duidelijk is echter wel dat daar waar de eerste periode van zo’n vijf jaar NoordHollands Archief gekenmerkt werden door een strak, maar verantwoord financieel beleid, waarbij veel van de gestelde ambities konden worden gerealiseerd, de tweede periode van vijf jaar een periode zal zijn van op zijn best consolidatie, waarbij de ambities in negatieve zin dienen te worden bijgesteld en in overeenstemming moeten worden gebracht met de beperkte financiële, gebouwelijke en personele middelen.
door Wim Cerutti
Driehonderd Vrienden van het NoordHollands Archief De Stichting Vrienden van het Noord-Hollands Archief is de laatste jaren langzaam maar zeker gegroeid. Het aantal donateurs bedraagt op dit moment ruim driehonderd. Daarmee zijn we een van de grootste vriendenclubs van archieven in het land. Maar onze ambities reiken verder! Eind volgend jaar zouden we graag de vijfhonderdste donateur verwelkomen. Hoe meer donateurs, hoe beter we het Noord-Hollands Archief kunnen steunen. En het archief heeft, gelet op alle bezuinigingen die eraan komen, onze steun hard nodig. We roepen lezers op het belangrijke doel van onze stichting onder de aandacht van vrienden, kennissen of relaties te brengen. Brochures over de Stichting Vrienden van het Noord-Hollands Archief zijn verkrijgbaar op beide locaties van het archief. Onze stichting werkt, ook in financiële zin, mee aan de organisatie van het Historisch Café, dat een zeer succesvolle formule is gebleken. Op initiatief en met een subsidie van de stichting werd een deel van de zeer waardevolle glasplaten- en fotocollectie Pijnacker Hordijk uit het begin van de vorige eeuw gedigitaliseerd en op de beeldbank van het Noord-Hollands Archief gezet. In april 2010 werd een goed bezochte donateursbijeenkomst gehouden over de oorlogscollectie
van Henk Wieringa, waarmee ook een tentoonstelling was ingericht. Het NoordHollands Archief bestond vorig jaar vijf jaar. Ter gelegenheid daarvan schonk de stichting een houten bank met inscriptieplaatje, die nabij de ingang van het publiekscentrum aan de Jansstraat een plaats heeft gekregen. Vorig jaar verscheen ook deel 1 van de serie publicaties van de Stichting Vrienden van het Noord-Hollands archief, waarin de lezingen gehouden tijdens het symposium 'Wetenschapsarchieven in het Noord-Hollands Archief' zijn gebundeld. In 2010 organiseerde de stichting, samen met het Noord-Hollands Archief en het Nationaal Archief, een symposium onder de titel 'Holland, geschiedenis en archieven van provincies(s) en gewest'. Ook hiervan zal, in de loop van 2011, een bundel verschijnen. Bij dit nummer van het 'NHA nieuws' is een acceptgiro gevoegd voor uw donatie over 2011. Maak het onze penningmeester gemakkelijk en betaal alstublieft snel. Over activiteiten van de Vriendenstichting de rest van
het jaar zullen we u bij aparte brief, via 'NHA-nieuws' of langs elektronische weg berichten. De Stichting Vrienden van het NoordHollands Archief: uw donatie waard!
De Stichting Vrienden van het Noord-Hollands Archief heeft op vrijdag 10 september 2010 een bank geschonken ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van het Noord-Hollands Archief. De bank heeft een plaatsje gekregen buiten naast de toegangsdeur tot het publiekscentrum van het NoordHollands Archief aan de Jansstraat. Bezoekers van de studiezaal kunnen op de bank een sigaretje roken of zomaar genieten van het zonnetje. Op de foto wordt de bank onthuld door twee bestuursleden van de Stichting Vrienden van het NoordHollands Archief, Hans Krol en Joan Patijn.
n h a 5
door Hans van Felius
De Engelse kerk te Haarlem in de 17de eeuw Tot voor kort was volstrekt onbekend dat Haarlem ook in de 17de eeuw gedurende korte tijd een Engelse gemeente heeft gekend. Door gebrek aan gegevens moet de geschiedenis van deze gemeente helaas zeer schetsmatig blijven. Als we tegenwoordig spreken van een Engelse kerk in Haarlem, dan hebben we het over de anglicaanse gemeente die kerkt in de oud-katholieke kerk aan de Kinderhuissingel. Deze ontstond tijdens de Eerste Wereldoorlog door toedoen van miss Wills, de Schotse gezelschapsdame van mevrouw van Vliet van Duinlust in Overveen. Aanvankelijk werd daar in de eetzaal gekerkt, maar toen die ruimte te klein werd verhuisde men eerst naar het wijkgebouw van de hervormde gemeente Haarlem in de Leidsestraat, en na de Tweede Wereldoorlog naar de eerder genoemde oud-katholieke kerk. We horen voor het eerst over een Engelse kerk in de burgemeestersresoluties van 11 april 1664. Er is een verzoek ingekomen van enige Engelsen om diensten in hun eigen taal te houden, en daar de Weeskerk voor te gebruiken. Aan burgemeester Jacob Druijvesteijn wordt opdracht gegeven dit nader met hen te bespreken en de uitkomst
n h a 6
te rapporteren. Blijkbaar is het gesprek goed verlopen, aangezien op 11 mei van dat jaar aan Eduwardus Richardtsoone, Engels predikant wonende in de Gulden Berghs Poort, toestemming wordt verleend om voorlopig vijf tot zes weken in het Engels te preken in de Weeskerk, elke zondag twee diensten: een in de ochtend, en een in de middag. Edward Richardson was een Engelse predikant, voor wie de grond in zijn vaderland te heet onder de voeten was geworden. Zijn manier van preken, en vooral zijn oppositie tegen de regering van koning Charles II, vielen niet in goede aarde. Vandaar zijn vestiging in Haarlem. Daar kocht hij op 6 mei 1666 zijn poorterrecht, waarvoor hij ook de eed aflegde; als borg voor zijn 'getrouwelijckheijt' stond ene Jan Proon.
Financiële problemen Een erg florissant bestaan zal de gemeente niet geleid hebben, want vrijwel de enige keren dat Richardson genoemd wordt, is
omdat hij blijkbaar in financiële problemen verkeerde. Op 17 november 1665: 'Op propositie bij den president burgemeester Gaeff Fabritius gedaen, is verstaen dat den Engelschen predicant in sijn groote armoede bij provisie gesubsidieerd sal werden met hondert car: guldens uijt het Rapsodium.' In 1666 werd hem weer een bedrag van 100 gulden toegekend, en op 23 december 1669 zelfs een bedrag van 300 gulden. Het preken voor zijn gemeente was blijkbaar geen vetpot. Blijkens een advertentie in de 'Opregte Haerlemsche Courant' van 28 juni 1664 probeerde hij ook zijn preken te slijten: 'two sermons preached by him on the Inner Love and Life Power'. Het lijkt er dus niet op dat de gemeente een bloeiend bestaan heeft geleid, en zeker is dat zij het niet lang volgehouden heeft. Het besluit tot ondersteuning van de predikant van 23 december 1669 is het laatste schriftelijke bewijs van het bestaan van deze gemeente. Toch moet een zekere structuur aanwezig zijn geweest, want er is ook sprake
van een koster van de Engelse kerk. Dat blijkt uit een aantal notities in de burgemeestersresoluties van Haarlem uit 1667, waar sprake is van de vrouw van de koster. Op 12 en 18 januari blijkt dat er nogal wat klachten over haar zijn binnengekomen; zij zou mogelijk krankzinnig zijn. In opdracht van de burgemeesters zijn de stadsdoctoren en chirurgijn op onderzoek uitgestuurd, en die kwamen
tot de conclusie dat het 'meer quaetwillicheijt als crancksinnicheijt' was, hoewel er mogelijk ook wel wat 'mallicheijt soude onder lopen'. De buren van de koster verklaarden 'dat sijn vrouw dickmaels haer seer vreemt aenstelt, ende dat dienvolgende daer wel in diende te werden versien'. Dat voorzien duurde overigens nog tot 18 november 1667; toen werd namelijk afgesproken dat de
vrouw opgenomen moest worden in het dolhuis. Hieruit blijkt wel dat er niet veel over het bestaan van de Engelse gemeente van Haarlem te vinden is; dat verklaart mogelijk ook dat tot op heden niet bekend was dat deze stad in de 17de eeuw een dergelijke gemeente rijk was geweest.
Heilige Geesthuis door Cornelis van Noorde, 1768. Een mooie gekleurde afbeelding, waarop de kapel aan de Krocht te zien is die werd gebruikt voor de diensten van de Engelse kerk in de 17de eeuw.
n h a 7
door Frans Tames
Nieuwe aanwinsten voor de beeldcollectie Voor de laatste keer bied ik u een bloemlezing van de meest recente aanwinsten voor de beeldcollectie van het Noord-Hollands Archief, voorheen de Kennemer Atlas.
De eerste afbeelding is een aquarel van de in 1896 in Deventer geboren kunstenaar Marten Ykes (Max) Nauta. Zijn opleiding genoot hij tot 1913 aan de ambachtsschool in Alkmaar, misschien nog net in het gebouw dat uit die tijd stamt en nu wordt verbouwd tot huisvesting van het Regionaal Archief Alkmaar, en aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Hij maakte veel buitenlandse reizen waardoor hij allerlei invloeden meekreeg. Zijn oeuvre bestaat onder meer uit voorstellingen met architectuur en folkloristische onderwerpen, portretten (onder meer van leden van het Koninklijk Huis en van Churchill, uit eind jaren 1930) en ontwerpen voor glas-in-loodramen, die hij maakte in nauwe samenwerking met Haarlemse glazeniers. De door het NoordHollands Archief verworven tekening betreft een Haarlems hofje, namelijk het Hofje van Loo in de Barrevoetestraat. Een van de weinige hofjes waarvan de binnenplaats vanaf de straat direct zichtbaar is. Het onheilspellende kleurgebruik (er dreigt kennelijk nog meer sneeuw te vallen) is misschien terug te voeren tot de Engelse schilder
n h a 8
William Turner door wiens werk Nauta onder meer werd beïnvloed. Max Nauta overleed in 1957 in Amsterdam. In de nummers 5 en 8 van ’NHA nieuws’ hebt u kennis kunnen maken met de graficus Frans Jacob IJserinkhuijsen, in 1892 geboren en in 1959 overleden te Amsterdam. Het
Noord-Hollands Archief kocht recentelijk weer een ets van hem. Het betreft een gezicht vanaf de Zeestraat in het Wijk aan Duin van 1944. Wijk aan Duin was een tuindersdorp en bestaat tegenwoordig niet meer als aparte kern, maar vormt een groot deel van Beverwijk-West. Hier bevindt zich ook de Wijk aan Duinerweg. Een groot deel van het
duingebied ten noorden van deze Zeestraat tussen Wijk aan Zee en Beverwijk behoort nu tot het fabrieksterrein van Tata Steel, de voormalige Hoogovens.
Een aantal jaren geleden is het NoordHollands Archief in het bezit gekomen van enkele inkjetprints van Joost Swarte en Joost Veerkamp. Deze prenten worden tegenwoordig ook wel 'giclées' genoemd. Recentelijk hebben we ter aanvulling op deze afbeeldingen, waarvan een aantal in de stijl is van de Kuifjeprenten van Hergé, een print gekocht van Joost Veerkamp uit 1997 met het gebouw van V&D en het pand van Van der Pigge. Vooral de etalages heeft Veerkamp in de schijnwerpers gezet, terwijl de sfeer van het geheel die is van een behoorlijk dreigende onweersbui.
n h a 9
Van de in 1929 naar Canada geëmigreerde Hongaarse kunstenaar Nicholas Hornyansky (1896-1965) kocht de toenmalige Archiefdienst voor Kennemerland in 2002 een kleurets van de molen de Adriaan met op de achtergrond de toren van de Bakenesserkerk. Van dezelfde graficus kocht het NoordHollands Archief onlangs een prent van de voormalige percelen Bakenessergracht 83-89, met op de achtergrond weer de Bakenesserkerk, eveneens te dateren rond 1920. Van dit rijtje huizen resteren alleen, maar dan wel sterk verbouwd, het lage pand (nr. 83) en nr. 87, zij het dat dit al lang geen halsgevel meer heeft, maar een lijstgevel. Op de plaats van het rechter pand staan nu moderne appartementen. Nr. 85 is het poortje of steegje dat naar de achterliggende bebouwing leidt, waar zich de fabriek bevond van de Perolin Company. In het adresboek van 19271928 vinden wij achtereenvolgens de volgende adressen: Noë & Co., N.V. Oliefabrieken, importeurs van oliën en vetwaren, groothandel in koloniale waren, kantoor Bakenessergracht 83-93. The Brillo Company, Bakenessergracht 85-87 en de Perolin Company op hetzelfde adres. Het bedrijf Perolin bestaat nog steeds, het is alleen niet meer gevestigd op de Bakenessergracht, maar aan de erachter gelegen Bakenesserstraat op nummer 14. In het appartementencomplex in deze straat prijkt een gevelsteen met de naam van de firma en het stichtingsjaar 1902. Er worden geen smeer- of poetsmiddelen (Brillo!) meer gefabriceerd, maar er worden nu van hieruit
n h a 10
horecabenodigdheden geleverd, welke uitbreiding van de firma na de oorlog werd gerealiseerd, zoals de handel in borden, koper en bestek. Later werd het assortiment uitgebreid met koffie- en afwasmachines, glas-
werk, serviezen, vaatwasmiddelen e.d. In de fotocollecties van het Noord-Hollands Archief bevindt zich één foto, gedateerd 1906, waarop de naam Noë & Co te lezen is. Die naam staat niet op de prent van Hornyansky.
Wat op zijn prent wel staat - Perolin - staat echter niet op de foto. Zo vullen foto en prent elkaar aardig aan. De kunstenaar Johannes Visser werd geboren in het Friese Sloten in 1873 en woonde en werkte voornamelijk in Haarlem, waar hij in 1941 overleed. Van zijn hand bevinden zich in de beeldcollectie reeds een aantal topografische tekeningen van de Haarlemse binnenstad. Het Noord-Hollands Archief kocht
onlangs een aquarel aan die het westelijk tuinbouwgebied tussen de stedelijke centra en de duinrand weergeeft en die de voorzijde van deze aflevering van ‘NHA nieuws’ siert. Omdat Visser voornamelijk in Haarlem werkte, is het aannemelijk dat het hier gaat om een gezicht op de tuinderijen tussen Haarlem en Bloemendaal. De tekening is gedateerd 1938 en geeft een goed beeld van het landelijke karakter van de westrand.
Ten slotte verwierf het Noord-Hollands Archief een tekening in pen en penseel in kleuren van een deel van het Hoogovencomplex uit 1957, waarop een interessant lijnenspel is te zien van de gashouder, verschillende ketels en pijpen (zie de achterzijde van deze ‘NHA nieuws’). Het is alleen niet gemakkelijk te achterhalen waar Poppe Damave (1921-1988), de maker van de tekening, heeft gestaan of gezeten om de schets te maken.
Na ruim 40 jaar te hebben gewerkt bij het Noord-Hollands Archief, heeft Frans Tames op maandag 21 februari 2011 (de dag waarop hij 65 werd) afscheid genomen. Frans Tames kreeg in 1980 de topografisch-historische atlas onder zijn beheer en heeft zich met name toegelegd op het ontsluiten van deze beeldcollectie. Daarnaast heeft hij voor tal van tentoonstellingen en publicaties beeldmateriaal uitgezocht en aangeleverd. Foto: Jos Fielmich.
n h a 11
Activiteiten van het Noord-Hollands Archief Symposium 'Holland' Het Nationaal Archief, het Noord-Hollands Archief en de Stichting Vrienden van het Noord-Hollands Archief organiseerden gezamenlijk op maandag 13 december 2010 een symposium onder de titel 'Holland, geschiedenis en archieven van provincie(s) en gewest'. Het symposium werd bijgewoond door 120 personen en vormde de opmaat naar een overzicht van de belangrijkste archieven van Noord- en Zuid-Holland, dat in 2011 verschijnt bij Uitgeverij Verloren. De sprekers,
onder wie algemeen rijksarchivaris en directeur van het Nationaal Archief Martin Berendse (zie foto), gingen onder meer in op de provinciale geschiedenis in nationaal perspectief, op de plaats van Haarlem in de provincie, op het nut van een canon voor Noorden Zuid-Holland en op de archiefsituatie in beide provincies. Daarnaast werden de auteurs van de nog te verschijnen biografieën van de koningen Willem I, II en III geïnterviewd over hun relatie met Holland.
Oneindig Noord-Holland gelanceerd met biermiddag Gadegeslagen door een grote waterwolf op de binnenplaats van de Janskerk werd op zaterdagmiddag 15 januari, ter gelegenheid van de lancering van de website www.oneindignoordholland.nl, een speciale biermiddag georganiseerd. Ruim 70 mensen bezochten die dag de tentoonstelling 'Proost! Bierbrouwen in Haarlem 1650-2010' en luisterden naar een lezing van samensteller Hans van Felius over Haarlems roemrijke brouwersverleden.
Foto: Robert van Vuuren.
Het Ampzing Genootschap bracht enkele bijzondere bierliederen ten gehore (zie foto). Ter afsluiting konden de bezoekers in het Archiefcafé proeven hoe het Haarlems biervan-toen nu smaakt.
Foto: Jos Fielmich.
n h a 12
De onbedwingbare waterwolf Op woensdag 8 september 2010 verrichte wethouder Steffe Bak van de gemeente Haarlemmermeer (rechts op de foto) de officiële opening van de tentoonstelling 'De onbedwingbare waterwolf... - de lange weg tot de droogmaking van het Haarlemmermeer' in de Janskerk, het publiekscentrum van het Noord-Hollands Archief. Op de tentoonstelling was onder meer een van de oudst bekende plannen voor de droogmaking te zien, uit 1629 van Jan Adriaenss Leeghwater. Het zou nog ruim 200 jaar duren voordat de grootste Hollandse waterplas daadwerkelijk werd drooggemaakt, met behulp van stoomgemalen.
Verborgen verleden
Foto: Rob de Jong.
In het tv-programma 'Verborgen verleden' gaan bekende Nederlanders op zoek naar hun familiegeschiedenis. De voorouders die zij in hun stamboom tegenkomen, hebben allemaal een eigen verhaal, dat ook iets vertelt over de persoonlijkheid van de hoofdpersonen zelf. In de aflevering van zondag 15 februari stond acteur Arjan Ederveen centraal. Opnamen voor deze aflevering vonden onder andere plaats bij het Noord-Hollands Archief. Op de foto geeft hoofd studiezaal Nico Vriend een toelichting op een archiefstuk.
n h a 13
door Dick van der Fluit
Het archief van de Stichting Huize Spaar en Hout Op maandag 18 oktober 2010 tekende voorzitter Ivo Kanbier namens het bestuur van de Stichting Huize Spaar en Hout de overeenkomst van bruikleen. Daarmee kwam het 5,55 meter grote archief van deze instelling officieel in beheer bij het Noord-Hollands Archief. Stichting Weeshuis der Doopsgezinden, die ook het initiatief had genomen. De verbouwing van het totaal verwaarloosde huis stond onder leiding van de Heemsteedse architect Karel Jonkheid. Het park rond het huis werd heringericht door de doopsgezinde tuinarchitect Leonard A. Springer. Het rusthuis opende zijn deuren officieel op 20 mei 1930.
Van rusthuis tot zorgcentrum
Huize Spaar en Hout ten tijde van de oplevering, 1930.
Stichting Huize Spaar en Hout kocht eind december 1927 van de gemeente Haarlem de buitenplaats Spaar en Hout, gelegen aan de Kleine Houtweg, en verbouwde het tot Huize
n h a 14
Spaar en Hout, een rusthuis voor 'ouden van dagen uit den beschaafden stand, in het bijzonder van Doopsgezinde huize'. De koop en verbouwing werden gefinancierd door de
Vanwege de steeds strengere eisen die door de overheid gesteld werden aan ouderenhuisvesting moest het rusthuis in 1985-1986 ingrijpend verbouwd worden. De huisvesting werd toen tevens uitgebreid met Den Hout, vijftien aanleunwoningen aan de Spijkermanslaan op het terrein van Spaar en Hout, bestuurd door Stichting Den Hout. Het archief van Den Hout is niet overgebracht naar het Noord-Hollands Archief maar berust in de archiefruimte van Spaar en
Hout. In 1996 werd Stichting Middelhout opgericht en werden er 36 seniorenwoningen gebouwd op het zuidelijke gedeelte van het terrein. Het archief van Middelhout berust eveneens in de archiefruimte van Spaar en Hout. Teneinde een passende spreiding van zorgfuncties te realiseren in de regio Haarlem en omstreken ging de Stichting Huize Spaar en Hout per 1 januari 1997 een fusie aan met de Stichting Evangelisch Luthers bejaardencentrum Vitae Vesper. Daartoe werd de Stichting Zwaan en Hout
opgericht, waarin Spaar en Hout en Vitae Vesper samenwerkten. De fusie was geen succes en Zwaan en Hout werd per 1 januari 1998 opgeheven en omgezet in de Stichting Spaar en Hout Zorg. Vanaf 1998 functioneren Stichting Huize Spaar en Hout (onroerend goed) en Stichting Spaar en Hout Zorg (exploitatie). Spaar en Hout Zorg huurt het gebouw met de gehele inventaris van Huize Spaar en Hout. Het rusthuis werd een zorgcentrum. Vanaf januari 2006 is de zorg in Spaar en Hout overgenomen door de vereni-
ging Pro Senectute. De inventarisatie van het archief is uitgevoerd door Mechteld Gravendeel in de periode februari-maart 2010. Het grootste deel van het archief is altijd aanwezig geweest in rusthuis Spaar en Hout. De periode van het archief beslaat de jaren 1927-2005, met enkele stukken van na 2005. De inventaris van het archief van de Stichting Huize Spaar en Hout vindt u op www.noord-hollandsarchief.nl.
Het bestuur van de Stichting Huize Spaar en Hout en overige betrokkenen bij de ondertekening van de bruikleenovereenkomst. Foto: Jos Fielmich.
n h a 15
door Alexander de Bruin
Een kaart van Schoten uit de 16de eeuw Manuscriptkaarten uit de eerste helft van 16de eeuw zijn bijzonder zeldzaam. De weinige die bekend zijn zitten hoofdzakelijk in archiefcollecties. Slechts zelden verschijnen manuscriptkaarten uit deze periode op de markt. Op 25 november vorig jaar heeft het Noord-Hollands Archief een zeer bijzondere manuscriptkaart weten te verwerven op de najaarsveiling van veilinghuis Bubb Kuyper. Het betreft een kaart van het grondgebied van Schoten, dat nu deel uitmaakt van de gemeente Haarlem.
De kaart, met het westen boven, meet drieënveertig bij tweeënvijftig centimeter, is getekend met een pen en ingekleurd met aquarelverf, en is geheel omgeven door een zwarte rand. Door gebruik en vouwen ontbreekt de linker benedenhoek. Op de versozijde staat in een contemporain handschrift geschreven Caert van Schoten.
Pagina met papierwatermerken uit ‘Les filigranes’ van C.M. Briquet. Aan de hand hiervan kan de ouderdom van het papier waarop de kaart is getekend worden bepaald op de periode 1525-1550.
n h a 16
Op de kaart zelf staan, eveneens in contemporain handschrift, de belangrijkste geografische identificatoren aangegeven, zoals vaarwegen, straten, plaatsen en dorpen. Zo zien we Het Spaeren (het Spaarne), Scoeten uiteraard (Schoten), maar ook Velser brouck (Velserbroek), en Sant poert (Santpoort). Bovendien staat wat toen nog kasteel Brederode was duidelijk aangegeven, evenals de molen bij Santpoort. Wat dit laatste betreft zou het weleens de oudste afbeelding kunnen zijn van de voorganger van molen de Zandhaas.
Oudste kaart van Schoten Het papier heeft een watermerk van een wapenschild gedekt door een kroon. Door de kroon en de achterzijde van het schild steekt een scepter, bekroond door een vierpas of klavertje vier en met aan de onderzijde afhangend twee nog niet geïdentificeerde initialen. Het veld van het schild is in het onderste deel doorsneden met twee diagonale balken. Dit watermerk komt overeen met een type watermerk dat voorkomt in de periode tussen 1525 en 1550. De kaart is echter nog nauwkeuriger te dateren, omdat de Jan Gijzenvaart erop staat getekend. Deze vaart dankt haar naam aan Jan Gijssen van Blanckeroort. In 1537 kreeg deze van de heer van Brederode vergunning om een vaart te graven door de heerlijkheid Brederode tot aan de Delft en verder over zijn eigen land richting het Spaarne, ten behoeve van het vervoer van duinzand naar
n h a 17
Amsterdam. Dit gegeven maakt dat de kaart is te dateren tussen 1537 en circa 1550. Hiermee is de kaart de oudst bekende afbeelding van het grondgebied van de heerlijkheid Schoten.
Functie: mogelijk een proceskaart Hoewel we over de herkomst en het hoe en waarom van de kaart in het duister tasten, biedt de kaart zelf een mogelijke aanwijzing. Linksboven op de kaart staat de volgende zin geschreven: 'Die Velsers segghen dit ist scheijt tusschen Aelbersberg en Velsen' oftewel: 'De Velsers zeggen dat dit de grens is tussen de heerlijkheid Aelbertsberg en Velsen'. Deze formulering kan erop duiden dat de reden waarom de kaart gemaakt is, verband houdt met een grensgeschil. Vergelijkbare formuleringen treffen we ook aan op een andere beroemde kaart, namelijk de kaart die gemaakt is in 1539 ten behoeve van het tapgeschil tussen de stad Haarlem enerzijds en de caféhouders in de heerlijkheid Heemstede en de ambachtsheer van Heemstede anderzijds.
De Haarlemse proceskaart uit 1539 Achtergrond van deze kaart was dat bier getapt in Heemstede goedkoper was door een lagere accijns dan in Haarlem. Het Haarlemse stadsbestuur zag zich gesteld voor mogelijke inkomstenderving. Ter voorkoming hiervan trachtte Haarlem het pro-
n h a 18
bleem uit de wereld te helpen door een algeheel tapverbod binnen 500 roeden van de stad uit te vaardigen. Dit betekende dat ook op grondgebied van de heerlijkheid Heemstede, waar Haarlem niets over te zeggen had, niet meer mocht worden getapt. Aldus werd met Roelant, heer van Heemstede, in 1535/1536 een regeling getroffen, waarbij was vastgesteld in welk gebied niet meer getapt mocht worden. Toen de schout van Haarlem in 1538 ontdekte dat er toch werd getapt, werden de overtreders zwaar beboet en werd hun inboedel verbeurd verklaard. Op hun beurt wendden zij zich tot de Grote Raad van Mechelen, toentertijd het hoogste rechtsorgaan in de Nederlanden, omdat zij de overeenkomst en de rechtsmacht van Haarlem betwistten. Speciaal voor de bewijslast had Haarlem een kaart laten maken om de rechters van de Grote Raad inzicht te geven in de situatie. Op deze kaart staat een gebied afgebakend tussen twee zwarte lijnen, waarbij onder andere geschreven staat 'up dese zwarte linije beginht den ban Heemstede in’t noorden' en dat tussen de twee lijnen niet getapt mag worden volgens de overeenkomst met de heer van Heemstede. Hoewel de Heemsteedse tappers vonden dat de kaart geen goed beeld gaf van de situatie, oordeelde de Grote Raad toch dat deze aan de processtukken mocht worden toegevoegd. Helaas voor Haarlem mocht dit niet baten. De Grote Raad besliste in het voordeel van de uitbaters van de tapperijen en veroordeelde Haarlem tot schadeloosstelling.
Veel onbeantwoorde vragen Hiermee hebben we allesbehalve ontrafeld wat de achtergrond is van de kaart van Schoten. Sterker, het roept alleen nog maar meer vragen op. Als het al een proceskaart is over een grensgeschil tussen Velsen en Aelbertsberg, waarom is dan het hele grondgebied afgebeeld van de heerlijkheid Schoten? Uit onderzoek in de dossiers van de Grote Raad van Mechelen is tot nu toe geen geschil aangetroffen tussen Velsen en Aelbertsberg, noch tussen Velsen en Schoten of Schoten en Aelbertsberg. De directeur van het Noord-Hollands Archief, Lieuwe Zoodsma, stelt voor degene die met het antwoord komt op de vraag naar de achtergrond van de kaart, een facsimile van de kaart beschikbaar én een fles NoordHollands Archief Johannieterwijn.
De kaart van Schoten staat op de beeldbank van het NoordHollands Archief: www.beeldbank.noord-hollandsarchief.nl (vul in bij 'Zoeken naar': 51-001797). Hier is het mogelijk tot in detail in te zoomen op de kaart.
Historisch Café 'Haarlem, een stad vol lezers'
Foto: Van den Berg.
Op maandagavond 18 april is er weer een Historisch Café in de Janskerk in Haarlem, het publiekscentrum van het NoordHollands Archief. Het thema is deze keer 'Haarlem, een stad vol lezers'. Tijdens deze avond gaat historica Boudien de Vries in op de leescultuur van Haarlem in de periode 1850-1922. Zij zal het eerste exemplaar van haar boek 'Een stad vol lezers' aanbieden aan Lotte Sluyser, directeur van de Bibliotheek Haarlem en omstreken. Wim Vogel, kenner van de Haarlemse literatuur, brengt 'de ande-
re kant van de medaille' in beeld en vertelt over schrijvers in (en over) Haarlem in deze periode. Tot slot schetst de Haarlemse boekhandelaar Rob Luckerhof in een gesproken column een beeld van de leescultuur in Haarlem anno 2011. De muzikale omlijsting van het geheel wordt verzorgd door Joost Mulder en pianist Teke Bijlsma. U bent vanaf 20.00 uur van harte welkom in de Janskerk voor een kopje koffie of thee. Het programma start om 20.30 uur en wordt afgesloten met een gezellige borrel in het
Archiefcafé. De toegang tot het Historisch Café bedraagt € 2,50. Reservering is verplicht. U kunt reserveren via de website van het Noord-Hollands Archief of door te bellen met (023) 5172700. Het Historisch Café wordt georganiseerd in samenwerking met de Historische Vereniging Haerlem, de Stichting Historisch Schoten, het Historisch Museum Haarlem en de Stichting Vrienden van het NoordHollands Archief.
n h a 19
door Annabella Meddens-van Borselen
Honderd jaar gebak smullen in Haarlem Honderd jaar geleden waren er in Haarlem wel 52 banketbakkers gevestigd. Dat zijn er tegenwoordig een stuk minder. Gelukkig zijn ze niet allemaal verdwenen.
Al ruim honderd jaar worden in de Grote Houtstraat op nummer 173 chocolade, koekjes en taartjes met een verfijnde smaak en van een superieure kwaliteit verkocht. In 1910 verwierf de Haarlemse banketbakker François Hellingman (1867-1918) het bouwterrein aan de Grote Houtstraat 173. Eerder werd daar een klein pand gesloopt waarin de rijtuigsmederij was gehuisvest van A.A. Cortie. Hij was grofsmid, hoefsmid en kachelsmid. In het Noord-Hollands Archief is een foto bewaard uit circa 1870 waarop dit pand nog is te zien. Hellingman kreeg een vergunning om op deze plek een groot pand met een winkel, bakkerij en woonhuis te laten bouwen. Architect J.C. van den Berg uit Haarlem maakte het ontwerp. De bouwtekening van het pand is bewaard gebleven in het Noord-Hollands Archief. De gemeente Haarlem gaf Hellingman een vergunning voor de inrichting van een oven voor de bakkerij. Op 25 oktober 1910 was de inrichting voltooid en in werking gesteld. Dit betekent dat al vanaf eind oktober 1910 de Haarlemmers hier hun taarten en chocolade konden kopen. François Hellingman kwam zelf niet uit een banketbakkersfamilie: hij werd in de Beemster geboren als zoon van een timmerman. In 1892 was hij in zijn geboorteplaats getrouwd met de Haarlemse Johanna Cornelissen. Zij gingen na hun huwelijk in Haarlem wonen. Ze woonden eerst in de Brouwerstraat 57, waar in 1894 een tweeling, Maarten François en Cornelia Johanna, werd geboren. In 1895 verhuisden zij naar de Grote Houtstraat 29, hoek Anegang. Daar werkte François in de winkel van de firma H.C. Louwerse & zoon. Hendrik Carel Louwerse (1818-1897) was een Haarlemse koekbakker. Rond 1906 was Hellingman een van de eersten in Haarlem die een telefoon nam.
n h a 20
Een deel van de bouwtekening van het pand Grote Houtstraat 173.
Hij had telefoonnummer 63. De banketbakkerswinkel aan de Grote Houtstraat 29 werd na de opening van het nieuwe pand op nummer 173 voortgezet door W.A. Wakker.
Familiebedrijf Banketbakkerij Hellingman was een familiebedrijf. Zoon Maarten en neef Dirk Hellingman werkten als banketbakker en de nichtjes Neeltje en Maartje Hellingman werkten als verkoopster in de winkel.
Rond 1870 stond er op nummer 173 in de Grote Houtstraat een smederij.
De familie Hellingman woonde boven de zaak. Toen François Hellingman in 1918 overleed, werd het bedrijf voortgezet door zijn zoon en neef. In 1932 verhuisde zoon Maarten Hellingman naar de Jan van Goyenstraat 22 te Heemstede, waar een filiaal gevestigd was. In 1934 deed hij de banketbakkerij in Haarlem over aan zijn neef, die de naam veranderde in 'Banketbakkerij Glory'. In juli 1938 verkocht Dirk Hellingman de zaak aan de Hagenaar Cornelis Marie Wilhelmus (Kees) Krul. Kees Krul (1887-1951) kwam uit het beroemde banketbakkers- en chocoladefabrikantengeslacht Krul, dat al sinds 1835 aan het Noordeinde te Den Haag een banketbakkerij dreef. Kees Krul kwam uit een gezin van elf kinderen: hij had negen zussen en een oudere broer. Tot 1938 voerde hij samen met zijn broer Anton Krul (18781942) de directie over de chocoladefabriek Krul en alle Haagse filialen van Maison Krul. In 1938 verhuisde Kees Krul met zijn vrouw en drie kinderen - Adolf, Treesje en Tiny naar de Grote Houtstraat te Haarlem en wijzigde de naam van de zaak in 'Confiserie Chocolaterie Krul'. In april 1950 verkocht Kees Krul zijn zaak aan Odulfus Veldt. Acht jaar later nam Herman Stroet de winkel en bakkerij over. Hij verbouwde de winkel en voegde er samen met zijn vrouw in 1965 een tearoom aan toe. De zaak heette sindsdien 'Tearoom en Banketbakkerij Herman Stroet'. Na het overlijden van Herman Stroet in 1987 zette mevrouw Stroet de zaak nog enkele jaren voort. Stroet stond bekend als een van de
n h a 21
Het pand Grote Houtstraat 173, een eeuw na de oplevering. Foto: Paul Maessen, 2010.
beste banketbakkers van Haarlem. Begin 1990 kocht Hans Frank de winkel. In mei 2003 namen Michel en Ilse Jansen de zaak over en veranderden ze de naam in 'Patisserie Chocolaterie Michel'. Zij voeren een eigen huisstijl met veel roze en rood. In 2005 ontvingen zij de prijs voor de beste winkel in Haarlem. Het prachtige winkelpand, met een ronde etalageruit en een interieur waarin veel hout is verwerkt, is in al die jaren grotendeels ongewijzigd gebleven. Mw. Stroet in de bakkerij.
n h a 22
door Helen van der Eem
Nieuwe archieven en collecties Bij het Noord-Hollands Archief zijn de afgelopen maanden diverse nieuwe archieven binnengekomen. In deze rubriek aandacht voor enkele van die archieven, die inmiddels te raadplegen zijn in de studiezaal. Archief van Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland, (1971) 1980-1989 (1995), omvang 10,05 m De Directie Noord-Holland is een van de regionale directies van Rijkswaterstaat. Tot de taken van de regionale directies behoort de uitvoering van de rijkswaterstaatstaken in de onderscheidene provincies voor zover daarmee geen andere directies of diensten van Rijkswaterstaat zijn belast. De Directie Noord-Holland is ook verantwoordelijk voor het onderhoud, het beheer en de aanleg van snelwegen en hoofdvaarwegen in de provincie Noord-Holland. In overleg met medewegbeheerders wordt zorggedragen voor een vlotte en veilige doorstroming van het verkeer. Het Koninklijk Besluit nr. 36 van 25 juli 1816 regelde de definitieve organisatie van het Corps Ingenieurs van de Waterstaat en der Publieke Werken. Hierdoor werd het land verdeeld in zestien waterstaatsdistricten. Het noordelijke deel van Holland (huidige provincie Noord-Holland) vormde samen met de provincie Utrecht het eerste district. In 1817 werd dit district verdeeld in drie arrondissementen: Alkmaar, Haarlem en Utrecht. De provincie Utrecht werd in 1822 afgesplitst van het district met als gevolg ook het arrondissement Utrecht. Eind 1843 werd het district Noord-Holland verdeeld in de arrondisse-
menten Alkmaar, Amsterdam en Purmerend. Er vond opnieuw een herverdeling van de arrondissementen plaats met ingang van 1 januari 1855. Het district Noord-Holland werd verdeeld in de arrondissementen Alkmaar, Haarlem, Hoorn en Nieuwediep. Nieuwediep werd in mei 1857 opgeheven, waarbij het werk werd overgenomen door de arrondissementen Alkmaar en Hoorn. Het District Noord-Holland (vanaf 1903 Directie Noord-Holland) werd met ingang van 1901 verdeeld in vier arrondissementen: Alkmaar, Haarlem, Hoorn en Noordzeekanaal. Het arrondissement Amsterdam werd opgeheven en het gebied werd verdeeld over de arrondissementen Haarlem en Noordzeekanaal. In de Directie Noord-Holland werden met ingang van 1975 alle vier arrondissementen opgeheven en vervangen door functioneel bepaalde afdelingen, ingepast in het centrale apparaat van de directie. Gebruiksinfo: de inventaris is te raadplegen op www.noord-hollandsarchief.nl en in de studiezaal. Locatie voor raadplegen archief: Kleine Houtweg. Archieven van Landschap Waterland en Bestuurscommissie Hemmeland te Haarlem, (1976) 1983-1998 (2001), omvang 3,25 m
Het veenweidelandschap Waterland is gelegen tussen Amsterdam-Noord, Zaandam, Hoorn en het Markermeer. In 1983 werd de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Waterland aangegaan door de provincie Noord-Holland, de gemeente Amsterdam en het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Waterland. De naam Recreatieschap Waterland is per 1 maart 1996 gewijzigd in Landschap Waterland. Het Landschap Waterland is een samenwerkingsverband van de gemeenten Edam-Volendam, Beemster, Zeevang, Graft-De Rijp, Landsmeer, Wormerland, Waterland, Oostzaan, Zaanstad, Purmerend, Amsterdam en de provincie NoordHolland. Het doel van het Landschap Waterland is het zo goed mogelijk in stand houden van het Waterlandse landschap met zijn karakteristieke bebouwing, openheid en bijzondere planten en dieren. Daarnaast wil het schap een evenwichtige ontwikkeling van de openluchtrecreatie bevorderen. Begin 1965 werd het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland geïnformeerd over de plannen van de gemeente Monnickendam om de buitendijkse polder Hemmeland in te richten als recreatiegebied. In een bestuurlijk overleg, gehouden in augustus 1975, viel het besluit een ontwerp-gemeenschap-
n h a 23
pelijke regeling voor het Recreatieschap Waterland op te stellen en te starten met de aanleg van een jachthaven op Hemmeland. Bij de aanvang van het zomerseizoen 1977 is de haven in gebruik genomen. Vooruitlopend op de inbreng van het recreatieproject Hemmeland (jachthaven en dagrecreatieterrein) in het te vormen recreatieschap Waterland besloot de gemeenteraad van Monnickendam op 13 januari 1977 het beheer van de jachthaven tijdelijk te laten waarnemen. Daartoe werd de Beheerscommissie Jachthaven Hemmeland in het leven geroepen, die was belast met de voorbereiding en uitvoering van de begroting, het beleid en het beheer. Met het oog op de naderende overdracht van het dagrecreatiegebied Hemmeland en de aangrenzende jachthaven aan het Recreatieschap Waterland besloot het algemeen bestuur op 17 maart 1989 tot de instelling van de Bestuurscommissie Hemmeland. Als taken kreeg deze commissie opgedragen: het opstellen van een beheersplan voor het totale project Hemmeland (jachthaven en dagrecreatieterrein), het opstellen van begrotingen en meerjarenplanningen en het uitvoeren van beheerstaken. Opheffing van de Bestuurs-commissie Hemmeland had plaats met ingang van 1 januari 2001. Gebruiksinfo: de inventaris is te raadplegen op www.noord-hollandsarchief.nl en in de studiezaal. Locatie voor raadplegen archief: Kleine Houtweg. Archief van het Collège Bourguignon te Haarlem, 1957-2008, omvang 0,05 m Op 17 september 1957 werd door Hans Voeten
n h a 24
(1935-2008) en Jacques de Groote het Collège Bourguignon (confrérie viniculturelle) opgericht. Het bestuur, le Conseil Suprême, werd jaarlijks gekozen door de gewone leden en bestond uit een Président, Premier Chambellan en Premier Chancelier. Naast gewone leden kende het Collège Bourguignon ook ereleden. Er werden geen vrouwen toegelaten tot het wijngenootschap. In 1957 waren er zes leden, in 1962 was het aantal leden verdubbeld en in 1971 telde het wijngenootschap 18 leden. Het ceremonieel tenue bestond uit een rokkostuum met bandelier en zilveren wapenschildje. Gedurende het bestaan van het Collège Bourguignon kwam men bijeen op diverse locaties. Vanaf november 1961 tot halverwege 1966 kwamen de leden bijeen in 'De Oude Kamer' aan de Grote Markt 4. Van 1969 tot 1976 zetelden men in de Hoofdwacht, Grote Markt 17. In 1994 kreeg men de beschikking over een ruimte in het veilinghuis van Bubb Kuyper aan de Jansweg. Als er niet de beschikking was over een eigen onderkomen was men te gast bij leden. In de jaren 1976-1986 leidde het Collège Bourguignon een slapend bestaan. In 1986 vormde zich een nieuw Conseil Suprême en werden twee proeverijen per jaar georganiseerd. Dit in tegenstelling tot de de periode 1957-1976 toen tien bijeenkomsten per jaar werden gehouden, bestaande uit twee proeverijen, zeven sociëteitsavonden en een jaarvergadering. In 2007 werd nog het 50-jarig bestaan gevierd, in 2008 werd het Collège Bourguignon opgeheven. Gebruiksinfo: de plaatsingslijst is te raadplegen op www.noord-hollandsarchief.nl en in de studiezaal. Locatie voor raadplegen archief: Jansstraat.
Collectie van Chr.H. Cornegoor als banketbakker te Haarlem, 1925-1938, omvang 0,10 m Christoffel Hendrik Cornegoor, geboren op 7 juni 1905 te Haarlem als zoon van Jan Willem Cornegoor en Clazina Johanna Stelte, was banketbakker. De banketbakkerij, firma W. Cornegoor, was gevestigd in de Grote Houtstraat 120a te Haarlem. Gebruiksinfo: de plaatsingslijst is te raadplegen op www.noord-hollandsarchief.nl en in de studiezaal. Locatie voor raadplegen archief: Jansstraat. Aanvulling op het archief van het Haarlemsche Muziekfonds te Haarlem, 1878-1953 (2007): nrs. 10-13, omvang 0,05 m Het Haarlemsche Muziekfonds werd op 1 februari 1878 uit een legaat van Carl Gottfried Voorhelm Schneevoogt (1802-1877) gesticht om de muziekbeoefening in Haarlem te bevorderen. Het fonds geeft bijdragen aan zang- en muziekverenigingen, voor tournees en muziekinstrumenten, aan muziekscholen, aan jonge talenten, aan bijzondere concerten en andere muzikale manifestaties, zoals bijvoorbeeld Bevrijdingspop en het Prinses Christina Concours. Het bestuur van het fonds bestaat uit vijf personen. De burgemeester van Haarlem is de voorzitter van het bestuur. Gebruiksinfo: de plaatsingslijst is te raadplegen op www.noord-hollandsarchief.nl en in de studiezaal. Locatie voor raadplegen archief: Jansstraat.