N
Het is ergens in 2000 geweest. Ik zat gewoon achter mijn bureau in ‘Hebron’, het wijkgebouw van de Noorderkerk in Amsterdam. Maar het voelde als een schokkende ontdekking, alsof me een visioen gegeven werd.
Nieuwe vormen
Vier jaar was ik bezig als evangelist van de Noorderkerkgemeente. Die periode evaluerend drongen ineens twee dinIr. P.C.H. Smits is gen tot me door. Het eerste was ronduit in dienst van de onthutsend: via al het evangelisatieIZB, vereniging werk in ‘Hebron’ in de Spaarndammervoor zending in buurt was slechts een handvol mensen Nederland, en is als evangelist verbonden toegetreden tot de Noorderkerk. Het andere was hoopgevend en maakte aan de Noorderme werkelijk enthousiast: rondom kerkgemeente te verschillende activiteiten in ‘Hebron’ Amsterdam. Samen met zijn vrouw geeft tekende zich een nieuwe gemeenschap in de kiem af. Die dubbele constatering hij leiding aan het is startpunt geworden van een nieuwe project ‘missionaire koers voor het missionaire werk vanuit gemeenschapsvorde Noorderkerk. Een nieuwe koers ming Hebron’ zonder garantie op succes – maar wel gekozen en gegaan in het geloof dat de heilige Geest ons deze weg wees. Een koers die, achteraf gezien, inderdaad tot het ontstaan van een nieuwe geloofsgemeenschap heeft geleid. Een multiculturele gemeenschap die in haar kwetsbare gestalte opvalt vanwege haar rijke veelkleurigheid. Welk effect heeft deze nieuwe vorm gehad op de oude, bestaande gemeente? Peter Smits
eerste plaats is dat de ‘open maaltijd’, een wekelijkse activiteit met een diaconaal karakter; een vorige evangelist was begonnen eenvoudige maaltijden te houden samen met eenzame buurtbewoners die hij tegenkwam tijdens het bezoeken van ‘kaartenbakleden’. Een vrouw van het eerste uur bezoekt nu, ruim vijfentwintig jaar later, nog steeds de maaltijden in ‘Hebron’. Haar twee kinderen wonen in Almere en Lelystad, haar Amsterdamse netwerk is beperkt tot drie vrienden. De open maaltijd in Hebron bood en biedt haar meer dan gezelligheid alleen; het is ook haar kerk geworden!
Vorm Destijds waren het vooral drie activiteiten die aan de wieg stonden van een nieuwe gemeenschap. In de OuderlingenBlad, juni 2014, nummer 1049
27
In de tweede plaats denk ik terug aan de bijbelkring, waarin op een eenvoudige manier de Bijbel aan het woord kwam. Met zes tot twaalf deelnemers namen we plaats rond de tafel; we zongen, lazen, spraken en baden met elkaar – en gingen geïnspireerd naar huis. Een prachtig vervolg, eens in de veertien dagen, op de open maaltijd: voedsel voor lichaam en ziel! In de derde plaats noem ik het kinderwerk, dat in de loop van de jaren was gaan bloeien. Een kinderbijbelclub op woensdagmiddag, een kinderkamp in de zomer, toenemende contacten met de ouders. Het vormde een basis voor relaties waarin het heel gewoon werd om ouders en kinderen uit te nodigen voor een kerstfeest, een paasbrunch, een pinksterpicknick, de (kinder)kerk...
Nieuw? Met en voor mensen die via deze en andere activiteiten op onze weg kwamen, zijn we ‘kerk in Hebron’ gestart. De kerkenraad van de Noorderkerk had groen licht gegeven, al waren er aanvankelijk best reserves: trekken ‘vrijere’ diensten in ‘Hebron’ de jeugd niet weg uit onze eigen avonddienst,
28
was er zo een. Dankbaar en integer hebben we gebruik gemaakt van de experimenteerruimte die ons geboden werd. Met enkele buurtbewoners zijn we naar Capelle aan den IJssel en Rotterdam geweest: hoe werden daar ‘diensten voor de buurt’ vormgegeven? Uiteindelijk zijn we in 2002 begonnen met een zondagse samenkomst, van meet af aan elke week: hoe weten mensen in de buurt anders of er deze zondag wel of geen kerkdienst is? De liturgie week eigenlijk niet zoveel af van wat in de Noorderkerk gebruikelijk is. Ja, een hedendaage bijbelvertaling gebruikten we en wat eenvoudiger liederen kwamen in de plaats voor de psalmen die qua taal en muziek niet aansloten bij de mensen in ‘Hebron’. Vanwege de kleinschaligheid was er ruimte om vragen te stellen of gebedspunten te noemen. Geen zondag ging voorbij zonder koffiedrinken na afloop van de dienst. Zo ontstond een kerkvorm in de Spaarndammerbuurt die in zekere zin nauwelijks nieuw te noemen is ten opzichte van de bestaande gemeente; en toch ook weer heel nieuw en onbevangen: mensen uit de gemêleerde buurt waardeerden het multiculturele en de warmte, de ruimte
OuderlingenBlad, juni 2014, nummer 1049
Je weet je geen buitenbeentje
voor persoonlijke aandacht en het ontbreken van een sfeer waarin je je een buitenbeentje voelt.
Ontwikkeling Met een lange adem is het werk in en aan de ‘kerk in Hebron’ voortgezet. Op een gegeven moment kwam er vrouwenwerk bij. Eerst een koffie-ochtend, waar de ontmoeting centraal staat. Vervolgens een bijbelstudiekring, vrouwenpastoraat en contacten met moslimvrouwen. Het vrouwenwerk is inmiddels een belangrijke pijler van de ‘kerk in Hebron’ geworden. Heel wat geïmmigreerde vrouwen hebben er nieuwe ‘familie’ gevonden. Voor sommige vrouwen werd ‘Hebron’ een weg om uit een sociaal isolement te raken. Heel
wat alleenstaande moeders vonden hier bemoediging en praktische steun. Vorig jaar herontdekten we de bijbelse betekenis van de maaltijd voor de opbouw van de christelijke gemeente. De open maaltijd bestaat nog steeds en in de kerkdiensten vieren we enkele keren per jaar het avondmaal. Nu is daar een ‘agapèmaaltijd’ op de eerste dinsdag van de maand bijgekomen: samen eten en samen bidden. Daar is ruimte voor ontmoeting met elkaar en ontmoeting met God. Daar komen behalve senioren ook tieners, die graag helpen bij het bedienen. En terwijl de volwassenen een kringgebed doen, genieten deze tieners van hun eigen moment: een filmpje en een kort gesprek, aandacht en een kort gebed – zo eenvoudig is het.
OuderlingenBlad, juni 2014, nummer 1049
29
High teas en tapasavonden
Effect Welk effect heeft deze nieuwe vorm van kerkzijn gehad op de bestaande gemeente? Om te beginnen zie ik dat gemeenteleden zich verwonderen en verheugen: het is niet alleen maar krimp en kerksluiting wat de klok slaat. Tegen de trend in blijken ook nieuwe gemeenschappen te kunnen ontstaan: nieuwe plekken waar gedoopt wordt, waar de Bijbel opengaat, waar leerling van Jezus zijn concreet handen en voeten krijgt. Het heeft dus in de eerste plaats het geloof wakker geschud dat de Geest waait. Dat heeft vervolgens nieuw élan gegeven om ook in de wijk rond de Noorderkerk, de Jordaan, missionair present te zijn. Verbeeld ik het me, of heb ik inderdaad aspecten uit de ‘nieuwe vorm’ ingebed zien worden in de bestaande gemeente? Gastvrijheid is meer en meer een wezenskenmerk geworden. Wijkgericht kinderwerk vanuit de Noorderkerk heeft een naam gekregen in de Jordaan. High teas en tapasavonden vormen een geslaagde manier om mensen uit wijk en gemeente met elkaar te verbinden. Diverse concepten die in ‘Hebron’ vruchtbaar bleken, hebben – vertaald naar de context van de Jordaan – vorm gekregen in het kerkzijn van de Noorderkerkgemeente. En ook binnen de gemeente zie ik een ontwikkeling waarbij aan ‘maaltijd’ en ‘ontmoeting’ bewust meer ruimte wordt gegeven. Sterk vind ik dat dit in de Noorderkerk ingevuld wordt op een manier die híer past: een ‘borrel voor 20-ers en 30-ers’ bijvoorbeeld. Een ander effect zie ik als het gaat om diaconaat. Tien, vijftien jaar geleden lag de focus nog sterk op het lenigen
30
van nood ver weg óf juist binnen de eigen kerkelijke gemeente. Nu is daar echt een verandering in gekomen. Wat vraagt de wijk van ons? Hoe kunnen wij ingaan op noden die zich in onze directe omgeving aandienen? Meedoen aan een plaatselijke voedselbank bijvoorbeeld. Of samen met een alleenstaande moeder in kaart brengen welke ondersteuning haar helpt om de boel weer op de rails te krijgen. Ik heb bij de diakenen van de Noorderkerk mede dankzij ‘Hebron’ een wereld zien opengaan. Menig diaken is meerdere keren mee geweest op kinderkamp: kun je je een mooiere introductie op het diakenambt indenken? Tot nu toe is het verhaal wel heel positief. Er zijn natuurlijk ook kritischer noten te kraken. Laat ik er een paar noemen.
Lastig Bloeiend kinderwerk vraagt om follow up. Zo kwam er in ‘Hebron’, kort na de start van een tienerclub voor tieners uit de Noorderkerk, ook ‘Rock Solid’ (genoemd naar een flitsend tienerprogramma van Youth for Christ). Gelet op de samenstelling van de bevolking werden dat al gauw twee aparte Rock Solid clubs: één voor jongens om lekker te voetballen in de gymzaal, één voor meiden – met alleen vrouwelijke leiding zodat ook Turkse en Marokkaanse meiden mogen komen. De waarde van Rock Solid ligt vooral in de relationele sfeer. De leiders fungeren als rolmodellen voor de tieners: een stoere politieagent en automonteur, een vlotte student, een lieve maatschappelijk werkster, een Surinaamse psychologe uit de eigen buurt.
OuderlingenBlad, juni 2014, nummer 1049
Maar in het Rock Solid concept zit niet zoveel ruimte om vanuit de Bijbel iets mee te geven aan de tieners. De gestage ontwikkeling van de ‘kerk in Hebron’ vroeg echter wel om meer (geloofsop) voeding van de tieners uit de wijk. Aanhaken bij de tienerclub van de Noorderkerk leek een mooie optie. Maar de praktijk is weerbarstiger. De leiding zit met de handen in het haar: al gaat het om één soort tieners, de twee groepen uit de gemeente en de buurt (b)lijken niet zomaar te matchen. Dan toch maar eigen tienerwerk in, van en voor de nieuwe geloofsgemeenschap?
Moeder en dochter Een tweede punt vormt de onderlinge verhouding tussen ‘moederkerk’ en ‘dochtergemeente’. Net als bij mensen is ‘moederen’ niet de beste houding voor een gezonde ontwikkeling van
de dochtergemeente. Maar wat is dan wel een goede manier van met elkaar verbonden zijn? En wat is verantwoord als er best zorgen zijn over de draagkracht van de nieuwe vorm? Dat brengt me bij een laatste punt: in Amsterdam heeft de krimpende Protestantse Gemeente ‘durfkapitaal’ opzij gezet om pioniersplekken een kans te bieden. Dat is prachtig, maar tegelijk vraag ik me af: hebben we werkelijk het lef om in nieuwe geloofsgemeenschappen te investeren, ook als er geen goed verdienende leden garant staan voor continuïteit na afloop van de aanvankelijk gesubsidieerde projectperiode? Houden we met al ons pionieren als het erop aankomt toch niet vast aan onze oude, vertrouwde kerkvorm(en)? Durven we echt ongebaande wegen te (blijven) gaan, als de Geest ons die wijst? Nieuwe vormen stellen ons soms ook lastige vragen... ▪
OuderlingenBlad, juni 2014, nummer 1049
31
Natuurlijk zijn er ook kritischer noten te kraken