Nieuwtjes_RYHUYYM
Ben Verstreyden
((11,(8: (8523((6 -(8*'%(/(,' ((19(51,(8:'.$'(59225(8523(6( 6$0(1:(5.,1*23+(79/$.9$1-(8*' Voor het jeugdbeleid in de Europese Unie breekt een nieuwe tijd aan. In april 2009 werd een nieuwe Jeugdstrategie voorgesteld door de Europese commissie en op 27 november beslisten de EU-ministers voor jeugd over dit nieuwe kader voor een Europees jeugdbeleid voor de periode 2010-2018. Er zitten heel wat aanknopingspunten in voor een lokaal jeugdbeleid. Daarom willen we jullie graag informeren over de grote lijnen van dit nieuwe Europese samenwerkingskader in jeugdzaken. Maak ons gelukkig en snuffel er eens in rond!
februari 2010 • p I
RYHUYYM_Nieuwtjes
We zoomen arbitrair in op een paar onderdelen die voor een Vlaams jeugddienstmedewerker sterk herkenbaar zullen zijn. Vanuit de jeugddienst bruggen slaan naar andere, voor jongeren belangrijke levensdomeinen bijvoorbeeld, heb je daar ook zo’n moeite mee? Arbeid en tewerkstelling, ondernemerschap, onderwijs of cultuur, met welke smoes kom je er binnen? De Europese Unie denkt met je mee en levert het kruit om je categoriaal beleidskanon schietklaar te maken. Het nieuwe kader snijdt door acht verschillende sectoren - met zowel korte- als langetermijnacties - die voor de jongeren in Europa van belang zijn. De resolutie omschrijft ook een aantal maatregelen die een betere uitvoering van het jeugdbeleid op EU-niveau mogelijk moeten maken. Belangrijk en nieuw is ook de rol die aan jeugdwerk wordt gegeven. In de volgende Dropzone staan we stil bij de belangrijke en nieuwe rol die Europa heeft weggelegd voor het jeugdwerk. De Vlaamse Jeugdraad en het Steunpunt Jeugd presenteerden op het recente JET-congres een geactualiseerde identiteit voor het jeugdwerk in Vlaanderen en volgende keer houden we die tegen het licht van dit Europese kader..
EUROPEES JEUGDBELEID IN EEN NOTENDOP Voor we in de acht domeinen van het Europese jeugdbeleid duiken, staan we eerst even stil bij wat Europa over ‘de’ jeugd te zeggen heeft, wat voor jeugdbeleid de Europese jeugd nodig heeft én welk doel het Europees jeugdbeleid nastreeft. Waarom bestaan er geen ‘Europese Richtlijnen voor Jeugdbeleid’? Voor we ingaan op de inhoud van dit nieuwe Europese jeugdbeleid, toch nog kort het volgende. Jeugdbeleid valt niet onder de wetgevende bevoegdheid van de Europese Unie. Wel is er een bevoegdheid van de Europese Commissie om de lidstaten te ondersteunen. Sedert 2001 werken de lidstaten op het jeugdterrein samen via de zogenoemde Open Coördinatie Methode (OCM). Deze werkwijze houdt in dat na consultaties van de partners in het veld prioritaire onderwerpen worden benoemd waarop wordt samengewerkt. Die samenwerking behelst ondermeer uitwisselen van informatie en leren van goede praktijkvoorbeelden. Voor de periode 2010-2018 komt er een meer flexibele, aangepaste versie van die OCM die meer impact zou moeten hebben op het concrete beleid. (voor meer info over de OCM, zie kadertekst achteraan)
Wat voor jeugdbeleid heeft de Europese jeugd nodig? Jongeren stellen vriendschap, respect, tolerantie en solidariteit op prijs en de huidige generatie is misschien de hoogst opgeleide, technisch meest onderlegde en meest mobiele ooit. Zoals de rest van de samenleving worden jongeren echter met meer individualisme en competitiedruk geconfronteerd. Bovendien krijgen niet alle jongeren noodzakelijkerwijze dezelfde kansen. Uit een grondige raadpleging in heel Europa is gebleken dat jongeren zich vooral zorgen maken over onderwijs, werkgelegenheid, sociale inclusie en gezondheid. Europese jongeren moeten kansen kunnen benutten op het gebied van politieke en burgerparticipatie, vrijwilligerswerk, creativiteit, ondernemerschap, sport en wereldwijd engagement. Door problemen op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, sociale inclusie en gezondheid – gecombineerd met moeilijkheden op het gebied van financiën, huisvesting en vervoer – hebben jongeren het moeilijk een zelfstandig leven te leiden waarbij ze over de nodige middelen en kansen beschikken om hun leven zelf te organiseren, ten volle aan het maatschappelijk leven deel te nemen en onafhankelijk beslissingen te nemen. Nog een pijnlijke vaststelling hierbij is dat de jonge generatie krimpt. Maakt ze nu nog 20% van de bevolking uit, tegen 2050 zal haar aandeel zijn gedaald tot 15%. Daarom erkent het nieuwe Europese kader dat net jongeren in de huidige economische en financiële crisis één van de kwetsbaarste groepen in de samenleving vormen en dat zij tegelijkertijd in onze vergrijzende samenleving een waardevolle bron of ‘resource’ zijn. Welk doel heeft dit Europees jeugdbeleid ? Het algemene doel wordt als volgt geformuleerd: • Voor alle jongeren meer en gelijke kansen creëren in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. • Bevorderen van actief burgerschap en sociale inclusie van en solidariteit onder alle jongeren. Deze doelstellingen wil Europa realiseren binnen “acht belangrijke gebieden waarin initiatieven moeten worden genomen”, met “een tweeledige aanpak” en op basis van drie “leidinggevende beginselen.” We horen je al zachtjes kreunen, maar blijf er even bij want het zit allemaal behoorlijk straf in elkaar. De tweeledige aanpak komt er op neer dat lidstaten naast het nemen van specifiek op jeugd gerichte beleidsmaatre-
p II • ((11,(8:(8523((6-(8*'%(/(,' april 2008
Nieuwtjes_RYHUYYM
gelen ook initiatieven nemen die het jeugdbeleid ‘mainstreamen’ binnen andere beleidsdomeinen met een impact op het leven van jongeren. Bij het uitwerken van dat beleid zijn er drie leidinggevende, te respecteren beginselen. Zo moeten maatregelen de gelijkheid van vrouwen en mannen bevorderen en elke vorm van discriminatie bestrijden. Ze houden rekening met de grote diversiteit aan attitudes, behoeften en aspiraties van jongeren (die toe te schrijven zijn aan heel verschillende levensomstandigheden en achtergronden) met een bijzondere aandacht voor diegenen die minder kansen krijgen. En ze gaan uit van het feit dat jongeren een hulpbron zijn voor de samenleving, en daardoor ook het recht hebben om het beleid voor die samenleving mee vorm te geven.
DE ACHT DOMEINEN VAN HET EUROPESE JEUGDBELEID Bij het beschrijven van deze domeinen zien we ons gedwongen – omwille van leesbaarheid – onvolledig te zijn en een paar bochten af te snijden. Er zijn drie domeinen die ons in een Vlaamse context van lokaal jeugdbeleid extra relevant lijken: participatie, vrijwilligersactiviteiten en sociale inclusie. Die werkterreinen geven we hier iets meer aandacht. Om een volledig beeld te krijgen van alle beoogde effecten en doelstellingen in alle domeinen zal je er het volledige document moeten bijnemen. Participatie Zet je even schrap want met dit domein voelt een rechtschapen jeugdconsulent zich innig verbonden, ja toch? De analyse van waaruit Europa vertrekt en de doelstellingen die ze eraan koppelt, kan je volgens ons bijna letterlijk vertalen naar de gemeentelijke context. In de EU-Strategy on Youth (een voorbereidend document van de Europese Commissie uit april 2009) formuleert men het zo: “De volledige participatie van jongeren aan het maatschappelijk en politiek leven vormt een steeds grotere uitdaging in het licht van de kloof tussen jongeren en de instellingen. Uit de uitvoering van de huidige gemeenschappelijke doelstellingen voor participatie en informatie blijkt dat er nog ruimte voor verbetering is, met name wat de steun aan jeugdorganisaties, de participatie aan de representatieve democratie en ‘leren participeren’ betreft. De beleidsmakers moeten op een voor jongeren toegankelijke manier leren communiceren – ook over burgerschap en Europese thema’s – om vooral ongeorganiseerde of achtergestelde jongeren te bereiken.”
In de uiteindelijke resolutie van de Raad van de Europese Unie over het Europees Kader voor jeugdbeleid vind je de volgende doelstelling: “de participatie van jongeren aan de representatieve democratie en de civiele samenleving op alle niveaus en in de samenleving als geheel, moet worden ondersteund.“ Uit de initiatieven die Europa voorstelt onthouden we zeker de volgende. Europa wil een dialoog met jeugd ontwikkelen in het nationale (bij ons Vlaamse) jeugdbeleid. Ze streeft naar nieuwe richtsnoeren die de kwaliteit van inspraak en participatie moet verzekeren. Plaatselijke en bovenlokale jeugdraden moeten beleidsmatig en financieel gesteund worden en hun belangrijke rol in de democratie moet erkend worden. Informatie- en communicatietechnologieën moeten doeltreffend gebruikt worden zodat de deelname van jongeren verbreed en verdiept kan worden. ‘Leren participeren’ wordt gestimuleerd en ondersteund, via zowel formeel onderwijs als niet-formeel leren. Vrijwilligersactiviteiten Als we nu in Vlaanderen over iéts fier zijn, is het zeker onze werkingscultuur en ons ondersteuningsbeleid naar vrijwilligers. Hier liggen permanent grote uitdagingen en we lezen dan ook met extra interesse hoe Europa ernaar kijkt in haar jeugdbeleid. De EU stelt zich als doel de vrijwilligersactiviteiten van jongeren meer te steunen en te waarderen als belangrijke vorm van niet-formeel leren. Hinderpalen voor het vrijwilligerswerk moeten worden weggenomen en de grensoverschrijdende mobiliteit van jongeren moet worden bevorderd. Maatregelen die worden voorgesteld zijn het vergemakkelijken van de erkenning van vaardigheden (vaak omschreven als EVC, Elders Verworven Competenties) opgedaan bij vrijwilligerswerk. Onlangs nog werd ‘Oscar’ voorgesteld in Vlaanderen, een nieuwe tool voor de erkenning van die vaardigheden, ontwikkeld door het Vlaams Steunpunt Jeugd en Socius, het Steunpunt voor sociaal-cultureel volwassenenwerk. 2011 wordt trouwens het Europees jaar van de vrijwilliger. Europa wil jongeren ook uitdagen om vrijwilligerswerk te doen in een ander land van de unie en ze wil dat elke land hier werk van maakt. Vlaanderen doet het in die zin goed, met het werk dat JINT vzw hier al jaren verzet, en waarvoor ze respect afdwingen bij andere nationale agentschappen. JINT stelt wel nog vast dat – net zoals bij het andere jeugdwerkaanbod in Vlaanderen – maatschappelijk kwetsbare jongeren minder gebruik maken van de mogelijkheden, en ze wil hier extra op inzetten. In het ontwikkelen van vrijwilligerswerk ten slotte, vraagt Europa initiatieven die de intergenerationele solidariteit bevorderen.
((11,(8:(8523((6-(8*'%(/(,' april 2008 • p III
RYHUYYM_Nieuwtjes
Sociale inclusie De samenleving moet solidair zijn met jongeren, en vooral met achtergestelde jongeren. Twintig procent van alle 16- tot 24-jarigen liep in 2006 het risico in armoede verzeild te raken. Uitsluiting kan het gevolg zijn van vele zaken: van werkloosheid, een handicap, de houding van de samenleving en individuele personen ten aanzien van migratie, discriminatie, lichamelijke en/of mentale gezondheid, verslaving, misbruik, gezinsgeweld of een strafblad. Uitsluiting kan ook leiden tot radicalisering en geweld. Het doorbreken van de intergenerationele armoede en uitsluiting staat hoog op de Europese politieke agenda. In haar jeugdbeleid wil Europa sociale uitsluiting en armoede van jongeren en de intergenerationele overdracht van deze problemen voorkomen. De wederzijdse solidariteit tussen de samenleving en jongeren moet worden versterkt. Er moet worden gezorgd voor gelijke kansen voor iedereen en alle vormen van discriminatie moeten worden bestreden. Bij de maatregelen die Europa voorstelt aan de lidstaten valt de vraag op om ‘optimaal gebruik’ te maken van jeugdwerk en jeugdcentra om inclusie te bevorderen. Om sociale uitsluiting van jongeren te verminderen vraagt de EU ook een grensoverschrijdende aanpak te hanteren, door verbanden te leggen bijvoorbeeld tussen onderwijs, werkgelegenheid en de sociale inclusie van jongeren. Er moet een intercultureel bewustzijn en interculturele competenties voor alle jongeren ontwikkeld worden en jongeren moeten intensiever bij het inclusiebeleid betrokken worden. Onderwijs en opleiding Formeel klinkt de doelstelling van de EU als volgt: “De gelijke toegang van jongeren tot onderwijs en opleiding van hoge kwaliteit op alle niveaus en tot mogelijkheden voor een leven lang leren moet worden gesteund. Ter aanvulling van formeel onderwijs moet niet-formeel leren voor jongeren worden gepropageerd en erkend en moeten betere koppelingen tussen formeel onderwijs en niet-formeel leren worden ontwikkeld. De overgang van jongeren van onderwijs en opleiding naar de arbeidsmarkt moet worden vergemakkelijkt en ondersteund en schooluitval moet worden beperkt.” Europa bevestigt hiermee dat je vaardigheden ook buiten de school verwerft, via jeugdwerk en het gebruik van nieuwe technologieën. Een concrete maatregel waartoe Europa oproept is om participatiestructuren in het onderwijs te ontwikkelen die de samenwerking tussen scholen, gezinnen en plaatselijke gemeenschappen bevorderen. Goed om weten, want het breed werken binnen onderwijs vertaalt zich
p IV • ((11,(8:(8523((6-(8*'%(/(,' april 2008
bijvoorbeeld ook in de aandacht die we kennen voor het concept Brede School, aandacht die ook terug te vinden is in het Vlaamse regeerakkoord. Op het terrein zien we al samenwerking tussen scholen en jeugddiensten en mogelijk kan de aandacht voor ‘Brede School’ een aantal zaken nog bestendigen of stimuleren.
Werkgelegenheid en ondernemerschap De overgangsperiode tussen onderwijs en werk is voor jongeren aanzienlijk langer en complexer geworden. De jeugdwerkloosheid is procentueel gemiddeld minstens dubbel zo hoog als de totale werkloosheid. Daarom formuleert Europa een paar doelstellingen hieromtrent in haar jeugdbeleid. “De integratie van jongeren in de arbeidsmarkt, als werknemers of als ondernemers, moet worden ondersteund. De overgang van onderwijs en opleiding of van werkloosheid of inactiviteit naar de arbeidsmarkt moet worden vergemakkelijkt en ondersteund. De mogelijkheden om werk en gezin te combineren, moeten worden verbeterd. De Lissabonstrategie voor de periode na 2010 moet een jeugdperspectief bevatten, en de werkzaamheden in het kader van het Europees pact voor de jeugd moeten worden voortgezet. “ Een opmerkelijke verwachting in de maatregelen die Europa voorstelt is dat geïnvesteerd wordt – ook door het jeugdwerk – in de verwerving van vaardigheden waar op de arbeidsmarkt vraag naar is. Tijdens een infomoment in Vlaanderen enkele maanden geleden, kwam hierop wel wat reactie. Wij – Vlaamse jeugdwerkpuristen – waarschuwden al snel voor het instrumentaliseren van het jeugdwerk. Een begrijpelijke reflex in onze context, in een aantal andere Europese landen staan jeugdwerkers en –organisaties hier enigszins anders tegenover. Gelukkig laat Europa de ruimte aan de lidstaten om binnen de eigen context zaken te ontwikkelen. Paniek of verkrampte reacties zijn dus volgens ons niet aan de orde. Creativiteit en cultuur Het Europees Kader voor jeugd zegt dat “de creativiteit en het innovatievermogen van jongeren moeten worden ondersteund door hen van jongs af aan een betere kwaliteit te bieden wat betreft de toegang tot en de participatie in cultuur en cultuuruitingen en aldus bij te dragen tot persoonlijke ontwikkeling, een beter leervermogen, interculturele vaardigheden, begrip en eerbied voor culturele diversiteit en ontwikkeling van nieuwe en flexibele vaardigheden voor toekomstige mogelijkheden op de arbeidsmarkt.” Sleutelwoorden in de voorgestelde maatregelen zijn een ‘kwaliteitsvolle toegang’ tot cultuur en ‘de mogelijkheid cre-
Nieuwtjes_RYHUYYM
eren voor jongeren’ om binnen of buiten de school cultuur te ervaren en ‘hun creativiteit te uiten en te ontwikkelen’. Het inzetten op nieuwe technologieën is een expliciet aandachtspunt voor de EU. Jeugdwerkers zouden ook gespecialiseerde vorming moeten volgen op het vlak van cultuur, nieuwe media en interculturele vaardigheden. In de context van ons gemeentelijk jeugdbeleid met haar prioriteit ‘jeugd en cultuur’ klinkt dit geenszins exotisch of naast de kwestie. Gezondheid en welzijn Heel arbitrair van ons, maar dit domein laten we even onderbelicht. We beperken ons tot het vermelden van de doelstelling zoals die in de Europese resolutie staat: “De gezondheid en het welzijn van jongeren moeten worden ondersteund. Daarbij moet vooral aandacht worden geschonken aan de bevordering van de geestelijke en seksuele gezondheid, sport, lichamelijke activiteit en gezonde leefstijlen, alsook de preventie en de behandeling van letsel, eetstoornissen, verslavingen en middelenmisbruik.”
HOE GAAT EUROPA DIT AMBITIEUZE JEUGDBELEID AANPAKKEN? De “Resolutie van de Raad voor een nieuw kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken (2010-2018)” omschrijft een aantal instrumenten en doelen die ervoor moeten zorgen dat dit ambitieuze beleid ook kan worden gerealiseerd. De diehards kunnen er meer over lezen in het document zelf (zie kadertekst). Een eerste sleutelbegrip hier is een sectordoorsnijdende aanpak met een doeltreffende coördinatie, volgens ons ook de grootste uitdaging wanneer we kijken naar de bescheiden realisaties in die zin in Vlaanderen. Verder zet Europa in op een doorgedreven en permanente dialoog met jongeren, wat niet in alle lidstaten een verworven recht is, en da’s zacht uitgedrukt. Een systeem van peer learning tussen de zevenentwintig lidstaten moet ervoor zorgen dat de lidstaten leren van elkaars aanpak, elkaars instrumenten en knowhow. Ten slotte gaat er veel aandacht naar onderzoek over jeugd en jeugdbeleid, wat er bijvoorbeeld voor moet zorgen dat de competenties van jeugd en jeugdbeleid beter hun weg kunnen vinden naar andere beleidsdomeinen.
Jeugd en de wereld Jonge Europeanen maken zich veel zorgen over wereldproblemen zoals de schending van grondrechten, de economische ongelijkheid en de verloedering van het milieu. En zij willen er ook iets aan doen. Daarom formuleert Europa ook over deze materie een doelstelling en doet ze een voorzet van maatregelen die de lidstaten kunnen nemen. Europa wil “de participatie van jongeren in en hun bijdrage aan de mondiale beleidsvorming, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie ondersteunen met betrekking tot vraagstukken zoals de klimaatverandering, de VN-millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, mensenrechten… De samenwerking van jongeren met regio’s buiten Europa, moeten worden ondersteund.” Manieren om dit te doen zijn: investeren in de promotie van groene consumptie- en productiepatronen bij jongeren, het ondernemerschap en vrijwilligerswerk in gebieden buiten Europa bevorderen alsook de ontwikkeling van jeugdwerk in andere werelddelen. We stellen tevreden vast dat meer en meer Vlaamse steden en gemeenten zich een vergelijkbaar doel stellen. De jeugddienst van Gent bijvoorbeeld investeert in de bouw en opstart van lokale jeugdcentra in hun partnerstad Mangaung in Zuid-Afrika. Sint-Truiden ondersteunt Vlaamse jongeren die vrijwilligerswerk opzetten in de partnerstad in Nicaragua, Maasmechelen werkt een vormingstraject uit voor lokale jeugdambtenaren uit Tshwane, over lokaal jeugdbeleid, maar evengoed over milieu en ecologie. En er zijn nog veel andere voorbeelden.
VVJ IS FAN VAN DEZE EUROPESE JEUGDSTRATEGIE, EN WEL OM VOLGENDE REDENEN
In àlle domeinen streeft Europa naar een versterkte samenwerking met lokale en regionale autoriteiten Europa stelt ook een aantal initiatieven voor die ze wil waarmaken voor alle acht domeinen. De belangrijkste vinden wij het aangaan of versterken van samenwerking tussen makers van jeugdbeleid en makers van ander beleid. De boodschap is: wissel kennis en deskundigheid uit en ondersteun de participatie van jongeren en jongerenorganisaties in alle fases van dat beleidswerk. Jeugdonderzoek en kennisnetwerken moeten uitgebreid en verbeterd worden en dat geldt ook voor de toegang die jongeren hebben tot kwaliteitsinformatie. Jeugdwerk is heel waardevol: de ontwikkeling ervan moet ondersteund en erkend worden. Waar nodig moet het jeugdbeleid worden afgestemd op het kinderbeleid, omdat het leven en de toekomst van jongeren in grote mate worden bepaald door hun mogelijkheden en ontwikkeling in de kinderjaren. En, hier zat je op te wachten, de samenwerking met lokale en regionale autoriteiten moet versterkt worden. Een uitnodiging van Europa om geïntegreerd te werken kan misschien meer effect hebben dan een wet of decreet? Mooi aan de strategy is ook dat Europa nu ook expliciet oproept tot een ‘cross-sectoraal’ jeugdbeleid dat verschillende
((11,(8:(8523((6-(8*'%(/(,' april 2008 • p V
RYHUYYM_Nieuwtjes
partners in verschillende domeinen samen wil brengen met een positieve invalshoek. Iets waar we in Vlaanderen al een tijdje voor ijveren, en waarvoor we tot nog toe weinig harde resultaten kunnen voorleggen. In vele lidstaten zal deze tekst heel revolutionair zijn en ook voor Vlaanderen is het een hefboom om onze minister en onze regering aan te manen kei hard te gaan voor zo’n brede aanpak. En hopelijk werkt een ‘uitnodiging’ van Europa sterker dan wetgevende alinea’s in een decreet, ook voor het lokale niveau.
WAT TE DOEN MET DE WETENSCHAP VAN DIT NIEUWE EU-JEUGDBELEID? Goeie vraag. Het lijkt niet echt een goeie zet om deze tekst te gebruiken als sfeerbrenger bij de volgende bijeenkomst van de jeugdraad en ook menig schepen gaat het in Keulen horen donderen. Het is uiteraard een kader dat geschetst wordt, een kader dat op het niveau van staten – 27 heel verschillende staten – is geschreven en dat zijn vertaling moet vinden naar een Vlaamse en ook een lokale context. Wanneer je de tekst op die manier leest, vinden wij hem alvast heel sterk, heel relevant, ook voor onze Vlaamse context. Pluk er naar lieve lust uit voor je eigen winkel en VVJ maakt zich sterk om werk te maken van de vertaling naar de gemeentelijke of stedelijke context.
(XUREORJ Vlaamse jongeren weten bijna niks over Europa. Daarom gaan zes jonge internetreporters van Jeugdwerknet, Javi en REC Radiocentrum vanaf 25 februari twaalf dagen lang op tocht door Europa met maar één missie: aantonen welke invloed Europa heeft op het dagelijkse leven van jonge mensen. Hun zoektocht zal hen in alle uithoeken van Europa brengen. In totaal staan acht Europese steden op het programma: Brussel, Amsterdam, Helsinki, Tallin, Berlijn, Istanbul, Londen, Lille. De reporters krijgen elke morgen een Youtube fimpje te zien waarin een bekende Vlaming hen een opdracht geeft of een vraag stelt. Daarmee gaan ze aan de slag in woord, beeld én geluid. Euroblog.be wordt tijdens die twaalf dagen het platform waarop ze bloggen over hun ervaringen en de antwoorden die ze vinden… of niet vinden.
EUROBLOG, van do 25/2 tot ma 8/3, te volgen via www.euroblog.be
p VI • ((11,(8:(8523((6-(8*'%(/(,' april 2008
Nieuwtjes_RYHUYYM
+HW%HOJLVFK(8YRRU]LWWHUVFKDS MXOLGHFHPEHU HQMHXJGEHOHLG
België is EU-voorzitter van 1 juli tot en met 31 december 2010. Ons land, met Vlaanderen in een leidende rol voor de jeugdagenda, zet haar beste beentje voor in dit voorzitterschap om dit Europese jeugdbeleid verder te lanceren. Doorheen het voorzitterschap ontrollen zich drie rode draden. • Een eerste belangrijke rode draad draait rond jeugdwerk. Zo is het de bedoeling om in dit voorzitterschap een resolutie te laten aanvaarden door de Europese ministers van jeugd: eentje rond jeugdwerk met speciale aandacht voor de toegankelijkheid voor de armste kinderen en jongeren en hen conclusies te laten formuleren als antwoord op een studie van de Commissie over de toegankelijkheid van cultuur voor jongeren. België gaat een paar grote thematische conferenties organiseren: — eentje over de geschiedenis van het Europees jeugdwerk en –beleid, die doorgaat in Gent van 5 tot 7 juli; — eentje over jeugdwerk (in zijn breedste betekenis), eveneens in Gent van 7 tot 9 juli; — De Franstalige Gemeenschap zal een conferentie hosten die ingaat op de mobiliteit van maatschappelijk kwetsbare jongeren. • Een tweede rode draad ontwikkelt zich aan de hand van het thema jeugdwerkgelegenheid. Samen met de teamvoorzitterschapspartners Spanje en Hongarije, heeft België hier geprobeerd vorm te geven aan de gestructureerde dialoog. — België organiseert in het kader hiervan een EU jeugdconferentie en een bijeenkomst van de directeurs-generaal jeugd omtrent de implementatie van de EU Jeugdstrategie van 1 tot 5 oktober in Leuven. • Een laatste prioriteit is het afstemmen op Europees niveau van de agenda rond kinder-, jeugd- en kinderrechtenbeleid. De organisatie van de expertmeeting ‘L’Europe de l’Enfance’ vindt plaats in dit kader in Antwerpen van 8 tot 12 september. Een andere datum die we terugvinden in de voorzittersagenda is 12 augustus. Dit is al een aantal jaren de ‘Internationale Jeugddag’ en naar aanleiding van het voorzitterschap wil België hier ‘iets mee doen’. Al bij al een ambitieuze agenda voor jeugd, we hadden niets anders verwacht. De meest actuele informatie kan je krijgen bij Lieve Caluwaerts van de cel Internationaal jeugdbeleid van de afdeling Jeugd –
[email protected] – tel. 02-553 42 30.
0HHULQIRUPDWLHRYHUKHWMHXJGEHOHLGYDQGH(8 • • • •
De Nederlandstalige tekst van het Europees kader voor samenwerking in jeugdzaken: http://www.vvj.be/docs/Resolutie_EU_kader_samenwerking_jeugd_27112009.pdf Jongerenwebsite van de Europese Commissie: http://ec.europa.eu/youth/index_en.htm Jongerenportaal: http://europa.eu/youth/index.cfm EU-jeugdverslag: http://ec.europa.eu/youth/index_en.htm ((11,(8:(8523((6-(8*'%(/(,' april 2008 • p VII
RYHUYYM_Nieuwtjes
2&0" De OCM biedt een nieuw kader voor samenwerking tussen de lidstaten met het oog op de verwezenlijking van bepaalde gezamenlijke doelstellingen waarvoor een grotere convergentie tussen hun nationale beleid nodig is. Bij deze intergouvernementele methode worden de lidstaten door andere lidstaten beoordeeld (‘peer pressure’) en is de rol van de Commissie beperkt tot toezicht. Het Europees Parlement en het Hof van Justitie zijn vrijwel niet bij het OCM-proces betrokken. De open coördinatiemethode wordt toegepast op gebieden die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen, zoals werkgelegenheid, sociale bescherming, sociale insluiting, onderwijs, jeugd en beroepsopleiding.
p VIII •
februari 2010