www.pwc.com/dutch-caribbean
juni 2014
Nieuwsflits Belastingregeling Nederland - Curaçao Samenvatting van belangrijkste wijzigingen Dividendbelasting Het huidige Nederlandse tarief van 8,3% zal worden verlaagd naar 0% als de aandeelhouder een hierna genoemde (rechts)persoon is. • Overheid van Curaçao; • Pensioenfonds; • Beursgenoteerd lichaam of een lichaam waarvan meer dan 50% van de aandelen worden gehouden door beursgenoteerd lichamen; • Hoofdkantoor of een concernfinancieringsentiteit; • Lichaam met ten minste drie gekwalificeerde werknemers; • Lichaam met reële bedrijfsactiviteiten; • Lichaam waarvan de aandelen in handen zijn van inwoners van Curaçao of Nederland. Met uitzondering van de overheid en pensioenfondsen moet ten minste voor 10% worden deelgenomen in het lichaam dat het dividend uitkeert. Aanmerkelijk belang Nederland en Curaçao zullen tot tien jaren na emigratie bevoegd blijven om op basis van de eigen wetgeving de voordelen uit aanmerkelijk belang te belasten voorzover het gaat om op het tijdstip van emigratie reeds aanwezige winsten. Nederland tot het aldaar geldende tarief van 25% en Curaçao tot het eigen tarief van 19,5%. De oude regeling blijft gelden voor personen die reeds voor 5 juni 2014 zijn geëmigreerd. Successie- en schenkingsrecht Nederland zal ten aanzien van inwoners die op of na 5 juni 2014 naar Curaçao emigreren tot vijf jaren na emigratie bevoegd blijven om te heffen ingeval van overlijden of een schenking. Pensioenen Nederland en Curaçao mogen als bronland particuliere pensioenen van emigranten belasten tot ten hoogste 15%. Het andere land geeft daarvoor een aftrek. Dit geldt uitsluitend voor personen die op of na 5 juni 2014 emigreren. Hybride entiteiten Hybride entiteiten zijn lichamen die in het ene land als transparant worden aangemerkt en in het andere land als niet-transparant. Bij hybride entiteiten zal in het algemeen worden aangesloten bij de status van het lichaam in de woonstaat. Voor gevallen waar geen voldoende oplossing is zullen de landen onderling overleg voeren.
Inleiding De belastingregeling voor het Koninkrijk regelt de heffingsbevoegdheid tussen de landen van het Koninkrijk. Tot 10 oktober 2010 waren dit Nederland, Aruba en de Nederlandse Antillen. Vanaf die datum gaat het om Nederland, Aruba, Curaçao en St. Maarten. Daarnaast is er inmiddels de Belastingregeling voor Nederland waarin de heffingsbevoegdheid wordt geregeld tussen Nederland en Caribisch Nederland, de eilanden Bonaire, St. Eustatius en Saba, ook wel de BES genoemd. Met name in verband met de nieuwe staatkundige verhoudingen groeide de wens om te komen tot een nieuwe belastingregeling. Uiteindelijk is daarbij de keus gemaakt om niet langer een multilaterale regeling tussen alle landen vast te stellen maar om bilaterale regelingen af te spreken waarbij telkens twee landen de onderlinge verhoudingen kunnen regelen evenals dat bij bilaterale belastingverdragen het geval is. Naast de staatkundige wijzigingen waren er ook andere redenen om de oude belastingregeling te willen wijzigen. De nieuwe Belastingregeling zoals deze nu tussen Curaçao en Nederland is ondertekend vertoont meer overeenstemming met de laatste ontwikkelingen bij bilaterale belastingverdragen. Hierna worden de belangrijkste wijzigingen besproken en nader toegelicht, voorafgegaan door een samenvatting van de belangrijkste wijzigingen.
1
Vaste inrichting nu ook voor diensten in het andere land
Oud: Winst uit een vaste inrichting in de bronstaat is aan de bronstaat toegewezen. Bij uitvoering van werken wordt in elk geval aangenomen dat sprake is van een vaste inrichting als de werkzaamheden langer duren dan 183 dagen in een tijdvak van twaalf maanden. Dit gold niet voor het langer dan 183 dagen verrichten van diensten. Nieuw: Zowel bij uitvoering van werken als bij het verrichten van diensten wordt, als de werkzaamheden langer duren dan 183 dagen in een tijdvak van 12 maanden, ervan uitgegaan dat sprake is van een vaste inrichting en is de heffing toegewezen aan de bronstaat. 1.1 Toelichting Evenals in de oude formulering moet het gaan om eenzelfde voortdurend werk, project of dienst. Als een buitenlandse ondernemer derhalve twee geheel los van elkaar staande diensten verricht voor lokale afnemers en die diensten duren elk korter dan 183 dagen zal geen sprake zijn van een vaste inrichting in de zin van de nieuwe bepaling, ook als de duur van beide diensten samen wel de 183 dagen overschrijdt. Andersom zal een buitenlandse ondernemer die met andere ondernemers samenwerkt aan een groot project en in dat kader diensten verleent aan een lokale afnemer wel geacht kunnen worden hier een vaste inrichting te hebben als het project, en de dienstverlening door buitenlandse ondernemers samen, langer duurt dan 183 dagen.
2
PwC Dutch Caribbean - BRK Nieuwsflits
2 Dividendbelasting Oud: De bronstaat mag over dividenden 8,3% belasting heffen op deelnemingsdividenden, dat wil zeggen ingeval het lichaam dat het dividend ontvangt een belang heeft van ten minste 25% in het lichaam dat het dividend uitkeert. In overige gevallen mag de bronstaat 15% heffen. Nieuw: In een aantal gevallen geldt, naast het algemene tarief van 15% ook een nultarief. Het nultarief geldt in elk geval voor pensioenfondsen en overheidslichamen. Daarnaast geldt het 0% tarief voor een lichaam dat een belang houdt van ten minste 10% in een in het andere land gevestigd dividenduitkerend lichaam en dat tevens aan een of meer van de volgende voorwaarden voldoet: • het is beursgenoteerd; • het merendeel van de aandelen is in eigendom van beursgenoteerde lichamen; • het is het hoofdkantoor van een multinational; • het heeft ten minste 3 gekwalificeerde personen in dienst; • het heeft reële handels- of bedrijfsactiviteiten maar heeft minder dan drie gekwalificeerde werknemers in dienst en het dividend houdt verband met de handels- of bedrijfsactiviteiten; • Het lichaam heeft reële activiteiten maar minder dan drie gekwalificeerde werknemers en op verzoek van het lichaam stelt de bevoegde autoriteit van de bronstaat vast dat het voornaamste doel van de oprichting en instandhouding van dit lichaam of het door dit lichaam gehouden belang niet is het in aanmerking komen voor de voordelen uit hoofde van de belastingregeling; • de aandelen zijn voor meer dan 50% in handen van in Nederland of Curaçao wonende natuurlijke personen. Uitzondering BES eilanden Indien het dividend betalende lichaam op een van de BES eilanden is gevestigd is de heffing altijd 5%. 2.1 Toelichting nultarief Opmerking verdient dat onder de nieuwe regeling een verlaagd tarief geldt als sprake is van een belang van 10% in plaats van 25%. Aangezien Curaçao geen dividendbelasting kent heeft deze bepaling uitsluitend betekenis in geval een in Nederland gevestigd lichaam dividend betaalt aan een in Curaçao gevestigd lichaam. Wij gaan in de hierna volgende bespreking dan ook uitsluitend daarvan uit. We benadrukken dat in elk van deze gevallen sprake moet zijn van een deelneming van ten minste 10%. 2.2 Beursnotering Aan de voorwaarde van beursnotering kan zowel direct als indirect worden voldaan. Het nultarief geldt in elk geval als het op Curaçao gevestigde dividend ontvangende lichaam zelf genoteerd is aan een erkende effectenbeurs en de aandelen regelmatig worden verhandeld. Als het op Curaçao gevestigde lichaam zelf niet beursgenoteerd is dan heeft het toch recht op het nultarief als ten minste de helft van de eigen aandelen in handen zijn van een of meer beursgenoteerde lichamen. Daarbij moet dan aan één van de volgende eisen worden voldaan. De beursgenoteerde aandeelhouder moet dan: a. zelf ook inwoner zijn van Curaçao of Nederland; of b. inwoner zijn van een ander land dat met Nederland een verdrag heeft gesloten op basis waarvan Nederland het nultarief zou moeten geven. Het nultarief geldt ook als Nederland en het land waar het beursgenoteerde lichaam inwoner van is beiden partij zijn bij een multilaterale regeling op basis waarvan Nederland het nultarief moet geven. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de aandeelhouder is gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie en aan de voorwaarden van de Moeder-Dochterrichtlijn wordt voldaan. Daarvoor is dan wel nodig dat sprake is van een deelneming van ten minste 25%.
PwC Dutch Caribbean - BRK Nieuwsflits
3
- Erkende effectenbeurs: Als erkende effectenbeurs geldt in elk geval: • alle effectenbeurzen in lidstaten van de Europese Unie; • de te Curaçao gevestigde Dutch Caribbean Securities Exchange (DCSX); • de NASDAQ en elke effectenbeurs in de Verenigde Staten die aldaar bij de SEC als nationale effectenbeurs geregistreerd is; • de effectenbeurzen van Mexico, Chili en Toronto. Deze lijst kan op een later tijdstip door Nederland en Curaçao gezamenlijk worden uitgebreid. 2.3 Hoofdkantoor Het nultarief geldt ook als het op Curaçao gevestigde lichaam een hoofdkantoorfunctie vervult van een multinationale groep van vennootschappen. Hiervoor moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: 1. Het hoofdkantoor moet onafhankelijke en discretionaire bevoegdheden hebben voor de uitoefening van ten minste een van de volgende functies: a. een wezenlijk deel van het algemene toezicht op en het bestuur van de groep of van de administratie ervan; b. een wezenlijk deel van de financiering van de groep. 2. De groep van vennootschappen waarvoor het hoofdkantoor actief is moet bestaan uit ondernemingen die: a. inwoner zijn van ten minste vijf landen of groepen van landen; b. zich in die landen bezighouden met bedrijfsmatige activiteiten en deze activiteiten moeten per land ten minste 10% van het bruto-inkomen van de groep opleveren. 3. Niet meer dan 50% van het bruto-inkomen van het hoofdkantoor mag afkomstig zijn uit Nederland. 4. Het hoofdkantoor mag in Curaçao geen gebruik maken van een bijzonder belastingregime dat is gericht op financiële dienstverlening, royaltybetalingen en verzekeringsactiviteiten. De deelnemingsvrijstelling is geen bijzonder regime. Het exportregime lijkt ook mogelijk te moeten zijn omdat het beschikbaar is voor een breed scala aan bedrijfsmatige activiteiten. 2.4 Ten minste 3 gekwalificeerde werknemers Het nultarief is ook van toepassing als het dividendontvangende lichaam ten minste drie in Curaçao wonende personen in dienstbetrekking heeft en die personen over voldoende kennis beschikken voor de uitoefening van de bedrijfsmatige activiteiten van het lichaam. Deze voorwaarde is vergelijkbaar met die welke geldt voor de vestigingsplaatsfictie in art. 5.2. van de Belastingwet BES. 2.5 Bedrijfsmatige deelneming Als de deelneming een actieve onderneming drijft en de Curaçaose aandeelhouder de deelneming houdt in het kader van haar eigen bedrijfsactiviteiten is het nultarief ook van toepassing. Hiervan kan bijvoorbeeld ook sprake zijn ingeval het Curaçaose lichaam een tussenhoudster is van een buitenlandse moedermaatschappij, de bedrijfsactiviteiten van de deelneming in lijn liggen met die van de moeder en de Curaçaose tussenhoudster een schakelfunctie vervult. Van een dergelijke schakelfunctie voor de tussenhoudster te Curaçao kan ook sprake zijn als de moedermaatschappij een tophoudstermaatschappij is die een wezenlijke functie vervult in de bedrijfsuitoefening van de groep en de deelneming een actieve onderneming drijft. 2.6 Toepassing nultarief is niet voornaamste reden voor de structuur Als niet aan de voorgaande eisen wordt voldaan kan het nultarief toch van toepassing zijn ingeval de overheid van de bronstaat, Nederland, vaststelt dat het lichaam te Curaçao en de Nederlandse deelneming niet zijn opgericht, instandgehouden of verworven met als voornaamste doel om in aanmerking te komen voor nultarief. Uit de toelichting blijkt dat Nederland daarbij zal uitgaan van de substance criteria die Nederland ook toepast bij de beoordeling van in Nederland gevestigde lichamen.
4
PwC Dutch Caribbean - BRK Nieuwsflits
2.7 Natuurlijke personen Het nultarief is ook van toepassing als de aandelen van het te Curaçao gevestigde lichaam voor ten minste 50% in handen zijn van natuurlijke personen die in Nederland of Curaçao wonen.
Overgangsregeling
Voor lichamen die niet voldoen aan de voorwaarden voor het nultarief maar die op 5 juni 2014, het tijdstip waarop de nieuwe belastingregeling is ingediend bij het parlement, in Curaçao gevestigd waren en een deelneming van ten minste 25% hielden in een in Nederland gevestigd lichaam geldt een overgangsregeling. Op basis van die overgangsregeling geldt voor deze lichamen tot en met 2019 een tarief van 5% in plaats van het oude 8,3% tarief. Daarna vallen deze lichamen terug op het algemene tarief van 15%.
3
Rente en royalty
Oud: Rente en royalty zijn belast in de woonstaat. Het bronland heeft geen heffingsbevoegdheid. Nieuw: Rente en royalty’s zijn belast in de woonstaat. ingeval een betaling wegens de bijzondere verhouding tussen schuldenaar en gerechtigde de rente of royalty hoger is dan deze zonder die bijzondere verhouding zou zijn is deze bepaling niet van toepassing op hetgeen meer is betaald als gevolg van die bijzondere verhouding. Het meerdere mag in de beide landen worden belast overeenkomstig de eigen wetgeving van Nederland en Curaçao. 3.1 Toelichting Ingeval wegens een onzakelijke verhouding een Nederlandse schuldenaar 120 betaalt terwijl in zakelijke verhoudingen 100 zou zijn betaald, zal Nederland in het algemeen geen aftrek verlenen voor 20. Indien het gaat om een rente of royaltybetaling door een deelneming aan de aandeelhouder zal Nederland over de 20 dividendbelasting kunnen berekenen. Dit bedrag zal daarentegen te Curaçao niet als rente of royalty worden aangemerkt maar als dividend welke indien aan de voorwaarden wordt voldaan onbelast blijft op basis van de deelnemingsvrijstelling.
4
Aanmerkelijk belang en emigratie
Oud: De heffing over inkomsten uit aandelen of winstbewijzen is toegewezen aan de woonstaat, zij het dat de bronstaat op dividenden en winstuitkeringen een bronheffing mag inhouden van 15%. Voordelen uit vervreemding van aandelen of winstbewijzen die tot een aanmerkelijk belang behoren worden belast in de woonstaat, zij het dat de bronstaat nog tot vijf jaar na emigratie bevoegd is. In dat geval verleent de woonstaat een verrekening. Nieuw: De heffing over inkomsten uit aandelen of winstbewijzen is toegewezen aan de woonstaat, zij het dat de bronstaat op dividenden een bronheffing mag inhouden van 15%. In afwijking van de hoofdregel mag de oude woonstaat tot 10 jaren na emigratie inkomstenbelasting heffen over zowel dividend en winstuitkeringen als vermogenswinsten op aandelen of winstbewijzen voor zover het gaat om de meerwaarde die op het tijdstip van emigratie reeds aanwezig is. Dat betekent dat Nederland gedurende deze periode 25% mag heffen als deze inkomsten door naar Curaçao geëmigreerde personen worden genoten. Andersom mag Curaçao 19,5% heffen als het gaat om een emigrant naar Nederland. In beide gevallen geeft de woonstaat een verrekening voor de belastingheffing van de bronstaat, maar ten hoogste tot het bedrag dat de woonstaat zelf zou heffen.
PwC Dutch Caribbean - BRK Nieuwsflits
5
4.1 Toelichting Hoofdregel bij heffing over een voordeel uit aanmerkelijk belang is dat de woonstaat mag heffen. Onder de oude regeling was na emigratie de oude woonstaat nog gedurende vijf jaren bevoegd om inkomstenbelasting te heffen over de voordelen uit vervreemding van een aanmerkelijk belang. Na die periode was de oude woonstaat daartoe niet meer bevoegd. Over dividend en winstuitkeringen mocht uitsluitend de 15% bronheffing worden toegepast. Met de nieuwe regeling is de hoofdregel, bronheffing van 15% toegewezen aan de bronstaat en inkomstenbelasting aan de woonstaat, gehandhaafd. De regeling voor heffing na emigratie is echter gewijzigd. De oude woonstaat heeft nu nog gedurende 10 jaren het recht om inkomstenbelasting te heffen over voordelen uit aanmerkelijk belang, zowel over dividend en winstuitkeringen als vermogenswinsten, voor zover het gaat over op het tijdstip van emigratie reeds aanwezige meerwaarde. Zou de aandeelhouder de aanwezige meerwaarde reeds binnen enkele jaren uitkeren dan mag over latere dividenden uitsluitend nog de bronheffing van 15% worden geheven, ook al zou de tienjaarstermijn nog niet geheel voorbij zijn. De woonstaat geeft gedurende deze periode een verrekening voor de heffing van de bronstaat.
Overgangsregeling
Op basis van de overgangsregeling wordt de periode waarbinnen de oude woonstaat zowel over dividenden en winstuitkeringen als over vermogenswinsten mag heffen beperkt tot vijf jaren. Gedurende deze periode geldt derhalve wel het hogere tarief van 25% inkomstenbelasting in Nederland en 19,5% in Curaçao in plaats van de bronheffing van 15%, waarbij de woonstaat verrekening geeft voor de heffing in de bronstaat. De overgangsregeling geldt uitsluitend voor personen die op 5 juni 2014 reeds in Curaçao woonden.
5
Pensioen en lijfrente
Oud: Voor particulier pensioen is de heffing toegewezen aan de woonstaat. Overheidspensioen is zoals gebruikelijk altijd toegewezen aan de bronstaat. Afkoop van pensioen is altijd belast in de bronstaat. Nieuw: Voor particulier pensioen geldt een gedeeld heffingsrecht met een bronstaatheffing van 15% en verrekening door de woonstaat. Voor reeds ingegane in Nederland opgebouwde pensioenen aan personen die bij de inwerkingtreding reeds in Curaçao wonen geldt een eerbiedigende werking. Zij blijven alleen belast in de woonstaat. Voor overheidspensioen blijft de bronstaat bevoegd. De heffingsbevoegdheid geldt nu ook voor lijfrente-uitkeringen. Afkoop van pensioen blijft altijd belast in de bronstaat. 5.1 Toelichting Nederland heeft aangekondigd bij onderhandeling over nieuwe belastingverdragen een bronheffing te wensen op particulier pensioen en lijfrenten. De achterliggende gedachte is dat de pensioenpremie door belastingaftrek ten laste is gekomen van de bronstaat en dat het daarom redelijk is om een bronheffing toe te passen op pensioenuitkeringen aan emigranten. Volgens de nieuwe belastingregeling zal Nederland 15% mogen blijven heffen over de door een inwoner van Curaçao genoten pensioenuitkeringen uit in Nederland opgebouwd pensioen. Deze bronheffing kan worden verrekend met de belasting die Curaçao over het pensioen heft. Andersom heeft Curaçao dezelfde bevoegdheid tot heffen over de pensioenuitkering van in Nederland wonende personen die een pensioen uit Curaçao ontvangen. Curaçao kent op dit moment niet de mogelijkheid om op basis van de eigen wetgeving belasting te heffen over lijfrente-uitkeringen aan niet-ingezetenen.
Overgangsregeling
De nieuwe bronheffing geldt niet voor wie op 5 juni 2014 al op Curaçao woonde en op dat moment een pensioen of lijfrente uit Nederland geniet. 6
PwC Dutch Caribbean - BRK Nieuwsflits
6
Sporters en artiesten
Oud: De bronstaat is bevoegd tot heffing van inkomstenbelasting. Bij artiesten wordt in veel gevallen hiervoor een bronheffing ingehouden. Bij sporters is dat niet het geval. In alle gevallen zou dan door de sporter of artiest nog een aangifte inkomstenbelasting moeten worden ingediend. Nieuw: De bronstaat is bevoegd een bronheffing toe te passen over de beloning van sporters en artiesten. De woonstaat moet hiervoor verrekening geven. Hiermee wordt de heffing belangrijk vereenvoudigd. 6.1 Toelichting Onder de oude regeling waren Curaçao en Nederland bevoegd om inkomstenbelasting te heffen op het inkomen van sporters en artiesten die in het eigen land tegen betaling sporten of optreden. Zo heft Curaçao veelal 10% loonbelasting over de beloning van buitenlandse artiesten. Formeel zou de artiest op Curaçao ook nog een aangifte voor de inkomstenbelasting kunnen / moeten indienen en hiervoor een aanslag krijgen onder verrekening van hetgeen reeds werd ingehouden aan loonbelasting. De nieuwe regeling is eenvoudiger en stelt dat het land waar wordt gesport of opgetreden een bronheffing mag toepassen. Nederland geeft een verrekening voor de bronheffing die in Curaçao wordt geheven. Aangezien Nederland in deze situatie in het algemeen niet heft, zal Curaçao in dat geval ook geen verrekening geven. Op deze wijze wordt zowel dubbele heffing als onbelastbaarheid vermeden.
7
Successie- en schenkingsrecht
Oud: Bij overlijden is de woonstaat bevoegd tot heffing van successiebelasting. Bij schenking is de oude woonstaat bevoegd om tot een jaar na emigratie schenkingsrecht bij te heffen tot het bedrag wat in de oude woonstaat verschuldigd zou zijn, onder aftrek van de heffing in de nieuwe woonstaat. Nieuw: Nederland is tot vijf jaar na emigratie bevoegd tot heffing van successie- en schenkingsrecht. De woonstaat geeft dan een vermindering. Als een ingezetene van Curaçao naar Nederland emigreert verliest Curaçao direct elke heffingsbevoegdheid. Curaçao kent namelijk in de eigen wetgeving niet de mogelijkheid om iemand na emigratie nog te volgen voor het successie- en schenkingsrecht. 7.1 Toelichting Als iemand naar Curaçao emigreert en daarna een schenking doet mag Nederland onder de oude regeling nog successiebelasting heffen tot een jaar na de emigratie. Als de emigrant komt te overlijden mag onder de oude regeling alleen Curaçao successiebelasting heffen. Onder de nieuwe regeling blijft Nederland bevoegd om tot vijf jaar na de emigratie te heffen, zowel in geval van schenking als bij overlijden. De emigrant wordt voor toepassing van het successie- en schenkingsrecht geacht nog in Nederland te wonen. Curaçao mag als woonland ook heffen maar moet de Nederlandse heffing verrekenen met de eigen successie- of schenkingsbelasting.
Overgangsregeling
Ingeval iemand 5 juni 2014 reeds in Curaçao woont wordt de termijn van vijf jaren na emigratie beperkt tot een jaar na emigratie. Dat betekent effectief dat dit alleen geldt voor iemand die minder dan een jaar voor inwerkingtreding van de nieuwe regeling naar Curaçao verhuisde. Wie eerder emigreerde wordt ook onder de nieuwe regeling niet meer getroffen door de Nederlandse heffing.
PwC Dutch Caribbean - BRK Nieuwsflits
7
8
Hybride entiteiten
Oud: Elk land bepaalt zelf of een entiteit voor de toepassing van de eigen belastingregels als transparant of niet-transparant wordt aangemerkt. Nieuw: Voor de toepassing van de belastingregeling wordt in het algemeen aangesloten bij de behandeling van het lichaam en de deelnemers in dat lichaam in de woonstaat. 8.1 Toelichting Onder de oude belastingregeling wordt voor de vraag of een rechtspersoon transparant is uitsluitend gekeken naar de eigen regels daarvoor. Zo zal bijvoorbeeld een Curaçaose transparante vennootschap op basis van de in Nederland geldende criteria kunnen worden aangemerkt als een niet-transparante vennootschap. Nederland zou dan slechts dat lichaam in aanmerking nemen voor toepassing van de belastingregeling. Onder de nieuwe belastingregeling wordt aangesloten bij de beoordeling van het ontvangende lichaam in de woonstaat. Voorbeeld: een te Curaçao gevestigd transparant lichaam met Nederlandse achterliggende rechthebbenden. In geval van inkomsten die door tussenkomst van het transparante lichaam worden genoten, zoals dividend, rente of royaltybetalingen, worden deze zowel door Curaçao als Nederland toegerekend aan de achterliggende rechthebbende. Nederland zal de belastingregeling toepassen ten aanzien van de rechthebbenden als ware het hun inkomen. Enkele voorbeelden: Een Nederlandse BV keert dividend uit aan een in Curaçao gevestigd lichaam dat aldaar als transparant wordt aangemerkt. Curaçao belast de deelnemers in dat lichaam rechtstreeks, dan hebben zij , indien ze aan de voorwaarden voldoen, recht op vermindering van de Nederlandse dividendbelasting. Andersom, als Nederland het lichaam in Curaçao als transparant aanmerkt en dus potentieel niet de bescherming van de belastingregeling zou bieden maar Curaçao het lichaam als niettransparant rechtstreeks belast, dan heeft het lichaam ook in Nederland recht op toepassing van de belastingregeling. Hetzelfde geldt ingeval het lichaam winst uit bedrijf behaalt. Zou een door Curaçao als transparant aangemerkt lichaam in Nederland een vaste inrichting hebben waarmee een bedrijf wordt uitgeoefend dan zal Nederland niet het lichaam zelf maar de deelnemers rechtstreeks belasten voor de winst uit de vaste inrichting. Uitzondering hierop is de situatie dat een in Nederland gevestigd lichaam door Curaçao als transparant wordt aangemerkt. Nederland zal dan mogen heffen bij het lichaam en Curaçao mag de aldaar wonende deelnemers in het lichaam belasten.
8
PwC Dutch Caribbean - BRK Nieuwsflits
9 Arbitrage Oud: Ingeval van verschil van mening tussen de woonstaat en de bronstaat kan een belanghebbende aan het land van inwoning verzoeken om arbitrage. Indien beide landen niet tot overeenstemming komen kan sprake zijn van dubbele heffing. Nieuw: Beide landen zijn verplicht om op basis van arbitrage tot een gezamenlijk oordeel te komen zodat een belanghebbende in dit geval niet met een onoplosbare dubbele heffing achterblijft. 9.1 Toelichting Onder de oude regeling is het mogelijk dat de belastingdienst in Nederland een ander standpunt inneemt dan de Curaçaose belastingdienst over bijvoorbeeld transacties tussen een Curaçaose en een Nederlandse vennootschap. Dit kan dubbele belasting tot gevolg hebben. De beide landen zijn namelijk niet verplicht om tot een gezamenlijk standpunt te komen. Onder de nieuwe regeling zal bij verschil van mening dit verschil door arbitrage moeten worden opgelost en zal de heffingsbevoegdheid aan een van beide landen worden toegewezen, waarmee dubbele heffing kan worden voorkomen.
10 Inlichtingenuitwisseling Oud: Beide landen wisselen inlichtingen uit voor zover dat nodig is ten behoeve van de heffing van de belastingen waarop de belastingregeling van toepassing is. Nieuw: Beide landen zullen inlichtingen uitwisselen op basis van de internationale standaard. Gezien de recente ontwikkelingen van de OECD zal dit naar verwachting betekenen dat niet alleen op verzoek maar ook spontaan en zelfs automatisch inlichtingen zullen worden uitgewisseld. Automatische uitwisseling vindt veelal plaats bij specifiek daarvoor aangewezen inkomstenbronnen of handelingen. 10.1 Toelichting Onder de oude regeling is de inlichtingenuitwisseling in het algemeen beperkt tot gegevens die de landen in het belang van de heffing aan elkaar vragen. Zo kan Nederland aan Curaçao vragen om specifieke informatie te verzamelen en aan Nederland ter beschikking te stellen. Deze vorm van uitwisseling is in de loop der jaren toegenomen. De nieuwe belastingregeling maakt het mogelijk dat niet alleen op verzoek maar ook spontaan en automatisch inlichtingen worden uitgewisseld. Zo kan Curaçao bijvoorbeeld bepaalde informatie aan Nederland verstrekken als men denkt dat Nederland daar belang bij zou kunnen hebben. Ook kan nader aan te wijzen informatie automatisch worden uitgewisseld. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan rente en dividenden, maar ook aan pensioen- of lijfrenteinkomsten.
PwC Dutch Caribbean - BRK Nieuwsflits
9
PwC Dutch Caribbean Als u meer wilt weten over de belastingregeling voor het Koninkrijk, kunt u uiteraard contact opnemen met één van de belastingadviseurs van PwC Dutch Caribbean of stuur een email naar
[email protected] PwC Curaçao P.O. Box 360 Julianaplein 38 Willemstad Curaçao T: +599 (9) 430 0000 F: +599 (9) 461 1119 Website: www.pwc.com/dutch-caribbean Steve Vanenburg (Tax partner) T: +599 (9) 430 0211
[email protected]
Zuleika Lasten (Tax partner) T: +599 (9) 430 0001
[email protected]
Lennart Huijsen T: +599 (9) 430 0006
[email protected]
Ingemara Bak T: +599 (9) 430 0127
[email protected]
Rene Kempkes T: +599 (9) 430 0010
[email protected]
Arne Kattouw T: +599 (9) 430 0455
[email protected]
Farine Torres Larmonie T: +599 (9) 430 0004
[email protected]
Jorik Julsing T: +599 (9) 430 0013
[email protected]
Laat ons weten wat u van Tax News vindt en over welke onderwerpen u graag meer zou willen weten. Stuur een email naar
[email protected]
© 2014 PricewaterhouseCoopers Curaçao. All rights reserved. PwC refers to the Dutch Caribbean member firm, and may sometimes refer to the PwC network. Each member firm is a separate legal entity. Please see www.pwc.com/structure for further details.
10
This content is- for general information purposes only, and should not be used as a substitute for consultation with professional advisors. PwC Dutch Caribbean BRK Nieuwsflits