nieuwsbulletin | september 2013
De Scoop op....
Zeeland 2040
… Vier Scenario’s … Voedselrijk … Ondernemend … Deltaland … Avontuurlijk …
inhoud Column 3 Met kennis van zaken naar Zeeland 2040 3 Zeeland 2040 4 Bevolkingsontwikkeling Zeeland: van nu tot 2040 6 Zorg dat het bruist 8 Kijk vooral ook naar de Delta in zijn geheel. Stop niet bij je provinciegrens 10 Zet de mens centraal en kies voor kwaliteit en beleving 12 We zijn sterker als we flexibel zijn 14 Maak gebruik van elkaars mogelijkheden 16 Als je kiest voor duurzaamheid zijn alle scenario’s te combineren 18 Nieuwe vormen van maatschappelijk samenspel 20 Slotimpressie 22
Van de redactie Hoe wonen en werken Zeeuwen in 2040? Hoe ziet Zeeland er dan uit? Door nu deze vragen te stellen kan Zeeland ook straks nog een regio zijn waar het leven goed is. De gesprekken over deze vragen willen antwoorden opleveren die tot keuzes leiden. En krachten gebundeld kunnen worden. Opdat Zeeland zich op zijn sterkste punten profileert. Onder de noemer ‘Zeeland 2040’ laten Provinciale Staten van Zeeland een toekomstvisie ontwikkelen. Die moet richting geven aan de ontwikkeling van Zeeland op lange termijn. Zeeland 2040 verkent via vier scenario’s verschillende ontwikkelingsrichtingen. Het gaat om: ‘Voedselrijk Zeeland’, ‘Ondernemend Zeeland’, ‘Zeeland Deltaland’, en ‘Avontuurlijk Zeeland’. Deze zomer vinden in de verschillende Zeeuwse regio’s bijeenkomsten plaats waarop iedereen mee kan denken en praten. Dit najaar kiezen PS dan de meest kansrijke en gewenste ontwikkelingsrichting voor Zeeland tot 2040, een visie waarvan men hoopt dat die door alle partijen in Zeeland wordt gedragen. Op 21 juni 2013 organiseerde SCOOP, met CBK, BNA, HZ en UCR het Zeeland 2040 laboratorium. Wij nodigden kunstenaars en architecten, wetenschappers en andere professionals betrokken op de thema’s uit om de tot nu toe ontwikkelde scenario’s van ideeën te voorzien. De opbrengst presenteren wij in deze ‘SCOOP op’, die voor het grootste deel bestaat uit interviews met deelnemers aan het Zeeland-2040-laboratorium. Zo hopen ook wij bij te dragen aan een mooie toekomst voor Zeeland. Veel leesplezier! Vergeet vooral niet uw eigen bijdrage aan de discussie te leveren op de bijeenkomst voor maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven in oktober of via de website www.zeeland2040.nl
Column Wat een prachtige scenario’s hebben Provinciale Staten laten bedenken. Ik zou in alle vier wel willen leven. Als ik deze ‘SCOOP op’ lees, begrijp ik dat ik niet de enige ben. Zeeland moet kiezen voor stapelen en combineren van die vergezichten zeggen geïnterviewde experts. Biomassa telen op de grens van land en water of op eilanden die de in 2040 al op leeftijd zijnde Stormvloedkering gaan vervangen. Die ook meteen bronnen van getijdenenergie zijn én toeristische attractie. Maar in 2040 zijn er echt niet genoeg Zeeuwen om dat allemaal te bedienen, te onderhouden en te managen. En elders kampen ze ook met vergrijzing. Toch zie ik kansen. In één van de scenario’s kwam ik een zorgrobot tegen, wit glanzend, met een hoofd als een motorhelm. Zou ik daar op mijn 90e door verschoond willen worden? Of hulp aan vragen bij het invullen van mijn belastingaangifte? Nee dus. Maar nu zag ik onlangs in Madame Tussaud goed gelijkende beelden van bekende mensen. En op Discovery leerde ik dat je elke vorm kunt maken uit soepele kunststof. Dus wat gaan we doen? Lieve, mooie, stoere Zeeuwse robots maken. Die veel meer kunnen dan alleen maar zorgen! In een leegstaande aluminiumfabriek bijvoorbeeld. Hun uiterlijk laten we ontwerpen door de aan de Roosevelt gelieerde kunstacademie, de techniek wordt verzorgd door de afdeling robotica van de HZ. Voor de productie trekken we personeel aan van de gesloten kerncentrale en de sterk ingekrompen Delta. We betrekken de hele Zeeuwse bevolking erbij, via een prijsvraag waaruit de Zeeuwen worden gevonden die model staan voor één van de vele typen van deze robot. Dus je kunt in 2040 bijvoorbeeld je tuin laten aanharken door Danny Vera. Die zag er op zijn trouwfoto best aardig uit. Zijn geliefde Esha zie ik dan terug als rondleidster op dat innovatieve Stormvloedkering vervangende eiland. En omdat Karla Peijs de populairste Commissaris der Koningin ooit was, zie je haar in de meest uiteenlopende bezigheden en outfits overal in Zeeland terug. En waar halen we de investeringen vandaan? Via crowdfunding natuurlijk. Doet u mee? Ik heb een bankrekening in een belastingparadijs, dus er blijft niets aan de strijkstok hangen!
Met kennis van zaken naar Zeeland 2040 Dit is mogelijk de laatste ‘SCOOP op’. We gaan komend jaar fuseren met de Zeeuwse Bibliotheek. Om niet alleen kennis te ‘maken’ vanuit onze onderzoeksafdeling, maar die kennis nog breder te verspreiden dan voorheen. Natuurlijk door publicaties en via onze website, symposia, lezingen, debatten en advisering. Maar ook door films, via Twitter, de media en in het bijzonder door samenwerking met PZC en Omroep Zeeland. Door dit alles willen wij samen met u kijken naar, denken over en werken aan de toekomst van onze provincie. Daar past deze Scoop op Zeeland 2040 uitstekend in. Bij de interactie rond de informatie over vele aspecten van de Zeeuwse samenleving is Kennispunt Zeeland de trechter. Kennispunt Zeeland plaatst kennis in een context, speelt in op de actualiteit en op trends en ontwikkelingen. De komende periode richten we ons in elk geval op de sociale agenda, energie, water en duurzaamheid. Voor een optimaal aanbod werken we onder andere samen met de UCR, de HZ, de OnderwijsAutoriteit Zeeland, de GGD, Economische Impuls Zeeland, ZMf en Zeeuwse fondsen. Dit jaar zijn we gestart met ZEEpeil, hét online opinie panel voor en over Zeeland. Panelleden kunnen een paar keer per jaar via smartphone, tablet of computer deelnemen aan een kort onderzoek over Zeeland. Met deze informatie zullen overheden en instellingen hun beleid en dienstverlening kunnen verbeteren. U kunt ook uw mening geven en u opgeven via www.zeepeil.nl. Verder hebben we de afgelopen maanden met onze ZB-collega’s ervaring opgedaan met het gebruik van een videowall in ons gebouw. Daarop is snel Zeeuws nieuws en achtergrondinformatie te zien. Binnenkort starten we de gesprekken om deze vorm van informatievoorziening in openbare ruimtes te kunnen aanbieden verspreid over de hele provincie. U hoort, ziet en leest van ons, ook over Zeeland 2040. En voor die tijd hopen we u vaak te ontmoeten, bij u in de buurt of hier in ons gebouw! Dick van den Bout
Zeeland 2040 Inspirerende toekomstvisie als kompas
4
In de Statenvergadering van juni 2012 is een voorstel aangenomen om een toekomstvisie te laten ontwikkelen. Zeeland 2040 verkent, via thematische scenario’s, vier verschillende ontwikkelingsrichtingen. Elk scenario is uitgewerkt door een eigen team, samengesteld uit deskundigen van de provincie, andere overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en culturele en onderwijsinstellingen. De scenario’s zijn bediscussieerd in de verschillende Zeeuwse regio’s. Eind 2013 maken Provinciale Staten de keuze voor de meest kansrijke en gewenste ontwikkelingsrichting voor Zeeland tot 2040.
Zeeland 2040 Vier scenario’s, vier ontwikkelingsrichtingen. Zeeland 2040 kijkt ver vooruit. De keuzes van straks bouwen voort op die van nu. Wat zou centraal moeten staan? En wat betekent dat voor de keuzes vandaag en morgen? Wordt Zeeland dé plek waar nieuwe teelten de hele wereld over gaan? Samen met de kennis erover? Of zijn we over een paar decennia een woon- en leefparadijs voor ondernemers die van hieruit hun mondiale zaken regelen? Maar is het niet beter om alle kaarten te zetten op de ligging in - en aan het water? Of van Zeeland één groot vakantiepark te maken? Wat dat kan betekenen leest u hier. Voedselrijk Zeeland Waterbouwers, innovators, handelaren en kennisproducenten zijn de landbouwers van 2040. Mensen wonen in de steden. Dat zijn vestigingsplaatsen voor handel, kennis- en opleidingsinstituten, conferentieoorden, laboratoria en toeristische (of culinaire) pleisterplaatsen. De dorpen zijn tijdelijke verblijfplaatsen voor internationale experts en toeristen. Alles wat in Zeeland wordt geteeld op water of land is voedselproductie. Het aantal nieuwe gewassen neemt toe met een kleurrijk landschap als gevolg. Op industrieterreinen wordt in grote laboratoria restafval omgezet in alternatieve fossiele brandstoffen, plastics en eiwitten. Typische Zeeuwse producten zijn trekpleister en exportproduct en wereldwijd worden de in Zeeland ontwikkelde technieken en kennis vermarkt. Zeeuwse boeren krijgen niet langer subsidie krijgen voor ‘gewone’ producten. Landbouw, die gericht is op één product wordt verboden. Het open en weidse landschap verdwijnt. Ondernemend Zeeland Ondernemers kiezen voor Zeeland vanwege het vestigingsklimaat. Werken in ruimte en rust van het landschap en tegelijkertijd verbonden zijn met het wereldwijde netwerk van verbindingen over het water en de uitstekende supersnelle digitale netwerken. Ook (openbaar) vervoer over de weg is uitstekend. Ondernemers wonen en werken in het luxe Zeeuwse landschap, dichtbij familie. Ze hebben de kennis en het geld om zaken als basisonderwijs en zorg zelf te organiseren. Hun werkterrein ligt centraal tussen de metropolen Rotterdam en Antwerpen, steden met moderne, duurzame industriecomplexen. Technologische ontwikkelingen hebben mogelijk gemaakt dat onderwijs niet noodzakelijk aan een vaste locatie gebonden is. De bewoners en werkers in de dorpen en op het platteland organiseren de scholing van hun jonge kinderen zelf.
Dit betekent geen overheidssubsidie meer voor maatschappelijke voorzieningen in het landelijk gebied. Daar komen evenmin nieuwe wegen. De Zeeuwse steden groeien niet en de logistiek neemt fors toe. Zeeland Deltaland In de dynamische Delta van Zeeland krijgen zout water en getijden meer ruimte en kun je wonen in een drijvend 3D geprint huis, met uitzicht op je eigen landgoed op zee. Mensen werken in de Zeeuwse havens of bij de Watercoöperatie. De energie die nodig is komt van de wind- en getijdenmolens op zee. Die kun je kopen. De Zeeuwse Delta is de meest gezonde en zuivere delta. Superslim, vitaal en veilig. Een blauw hart van het Europese waternetwerk met groei van watergebonden activiteiten, meer havens en 50% meer scheepvaart. Door de dynamiek in de Delta te gebruiken krijgt Zeeland een gezond ecosysteem, delta-onderwijs, meer water-werkgelegenheid en een veel spannender leefomgeving. Het Zeeuwse landschap is verrijkt met zilte teelten en kent veel meer variatie dan nu. En daarmee biedt deze delta een fantastische leefkwaliteit. Dit betekent geen gebieden kunstmatig droog houden. De energie is duurder, maar wel duurzaam. Landbouwgrond verdwijnt en zoet water wordt schaars en duur Avontuurlijk Zeeland Mensen kiezen in 2040 voor Zeeland om hier in hun vrije tijd optimaal te genieten van eilanden en water. Zeeland prikkelt alle zintuigen en biedt avontuur, maar ook rust, ver weg van het drukke stadse leven. De kwaliteit en exclusiviteit in eten, slaapplekken, activiteiten en bereikbaarheid is onderscheidend en sluit perfect aan bij de wens van de toerist. Niet alleen zee en strand, maar ook de kreken, meren en kanalen zijn onderdeel van de belevingseconomie. De behoeften van de toerist staan centraal bij de inrichting van het landschap, met een uitgebreid netwerk van fiets- en wandelpaden en een groot recreatief waternetwerk. Zeeland groeit uit tot een grote, gastvrije club met mobiele verblijfsplekken en themaparken. Met een ‘ticket Zeeland’ bepaal je zelf jouw eigen unieke vakantie; alleen op een eiland of samen in een ‘hotspot’; een themapark waar bijvoorbeeld shoppen, gezondheid of watersport centraal staat. Het delen van een vakantiewoning is sterk in opkomst. Dit deeltijd gebruik van faciliteiten zorgt voor een enorm scala aan (betaalbare) recreatiemogelijkheden. Traditionele huisjesparken zijn verdwenen, evenals de landbouw. Er worden geen nieuwe hoofdwegen aangelegd en er komt geen extra ruimte voor natuur.
5 >>
Bevolkingsontwikkeling Zeeland:
VAN NU TOT 2040 6
Vier uitdagende scenario’s schetsen spannende perspectieven voor de Zeeuwse bevolking in 2040. Moet je de scenario’s afstemmen op de beroepsbevolking van straks? Hoe ziet die bevolking er tegen die tijd uit? De vergrijzing neemt toe. In 2040 is bijna 1/3 van de Zeeuwen 65+. Mikken we op een senioreneconomie? En versterkt dat de in de scenario’s voorgestelde streefbeelden of lopen we tegen uitdagingen aan? Scoop-/ZB-medewerker Hans Clement reikt gesprekstof aan voor een te voeren discussie.
Bevolkingsontwikkeling zeeland: van nu tot 2040
“De bevolking in Zeeland vergrijst en neemt in aantal af”. Aldus luidt de kernboodschap van het door SCOOP en GGD in 2012 uitgebrachte rapport Demografische en sociaal-economische gegevens van Zeeland. De afname van de Zeeuwse bevolking - in combinatie met de vergrijzing, de eilandenstructuur (= gebrekkige bereikbaarheid) en het vertrek van veel jongeren kan op langere termijn een bedreiging betekenen voor sommige voorzieningen. De uitdaging voor de toekomst zal er dan ook in bestaan om de bereikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van de voorzieningen op peil te houden. Opmerkelijk is dat door de vergrijzing de vraag naar zorgvoorzieningen weliswaar zal toenemen, maar dat men op dit punt geen drama’s verwacht. Wél kan de veranderende verhouding tussen leeftijdscategorieën leiden tot tekorten op de Zeeuwse arbeidsmarkt. Aan het boven genoemde rapport van SCOOP en GGD, samen met de nota Provinciale bevolkings- en huishoudensprognose 2012, kunnen enkele feiten worden ontleend die onmiddellijk betrekking hebben op de Zeeuwse bevolkingsontwikkeling van nu tot en met 2030/40: • Het aantal 80-plussers zal in 2030 bijna 70% hoger liggen dan in 20091. • Een blik op de leeftijdsopbouw voor de jaren 2011 en 2030 levert op dat met name de generatie 35-55 jaar substantieel kleiner wordt. De generatie 55-plus wordt beduidend groter in 2030 dan in 2011. De ontgroening vindt vooral plaats tot 2020, daarna is de leeftijdsgroep tot 15 jaar redelijk stabiel. • Volgens de prognose stijgt de bevolkingsomvang van de provincie Zeeland licht tot het jaar 2016 (382.866 inwoners) waarna een gestage daling wordt ingezet. Tot 2030 zal de bevolkingsomvang dalen met ongeveer 5000 inwoners (-1,5%) en tot 2040 met 22.000 inwoners (-5,9%). In 2040 zal Zeeland volgens de prognose uitkomen op een bevolkingsomvang van ongeveer 360.000 inwoners, ongeveer het niveau van begin jaren negentig van de vorige eeuw. • Aan de stijging van de beroepsbevolking lijkt een einde te zijn gekomen. Zeeland maakt zich op voor een daling op
de middellange termijn. Tussen 2020 en 2030 gaat het om een daling van 16.297 (bijna 10% in 10 jaar). Dit betekent enerzijds dat de factor arbeid schaars wordt en daardoor beter zal worden betaald; werkloosheid zal minder snel ontstaan. Anderzijds zal het voor werkgevers (nog) moeilijker worden om aan voldoende geschikt personeel te komen. Scholing en innovatie zal harder nodig zijn om economische groei te behouden. • In alle regio’s blijft het aantal huishoudens tot 2020 stijgen. Tussen 2020 en 2030 is de groei in elke regio veel kleiner en voor wat betreft Zeeuws Vlaanderen en SchouwenDuiveland negatief. • De groei van het aantal huishoudens kan worden gezien als een indicator hoeveel woningen er nog moeten worden gebouwd. Er wordt rekening gehouden met bestaande leegstand/woningoverschot dat de afgelopen jaren is ontstaan. Sloop of een andere vorm van onttrekking aan de woningvoorraad zal daarom een hogere plaats krijgen op de agenda om nieuwbouw mogelijk te maken – en daarmee ook de verbetering van de kwaliteit van de Zeeuwse woningvoorraad. Demografische transities in Zeeland vragen om een heel andere benadering van thema’s als wonen, werken, zorg, onderwijs en openbaar vervoer. Niet voor niets houdt de Provincie Zeeland in haar beleidsnota Op pad! (2009) een pleidooi voor de overgang van een zogeheten groei- naar een krimpdenken. Als Zeeuwen zijn we gewend om te denken in termen van bevolkingsgroei. Decennialang was bevolkingsgroei een vanzelfsprekendheid in ons denken en handelen. Bevolkingskrimp daarentegen werd enkel aan de Tweede Wereldoorlog en de watersnoodramp van 1953 gerelateerd. Dat gaat dus in de toekomst, gegeven de genoemde feiten, drastisch veranderen. Volgens de Provincie moeten we op dit punt onze oude reflexen afleren. Alleen dán namelijk zijn we volgens haar in staat om adequaat te anticiperen op alle demografische en daarmee samenhangende ontwikkelingen. Hans Clement
1. Wat dat betekent komt uitvoerig aan bod in: A. Smit e.a., Actieve ouderen in Zeeland nu en in de toekomst, Middelburg: SCOOP, 2012.
7 >>
Rosalinde Schenau
Zorg dat het bruist En maak gebruik van de creativiteit van kunstenaars
8
Rosalinde van Ingen Schenau is beeldend kunstenaar en fervent watersporter. Zij verruilde haar geboorteplaats Ridderkerk voor Zeeland en voelt zich hier als een vis in het water. Zij denkt en werkt graag mee aan het Zeeland van de toekomst, Waarbij de scenario’s volgens haar geen dogma moeten zijn.
Zorg dat het bruist
“Het is goed dat de scenario’s er zijn omdat je er kritiek op kunt leveren. Aan de hand daarvan kun je aangeven wat je dan wel wilt. Nu wordt de indruk gewekt dat het gaat om óf het een óf het ander, om ‘voedselrijk’ of ‘avontuurlijk’, om ‘ondernemend’ of om ‘Deltaland’. Maar er kan veel naast elkaar. Je moet hìer creëren wat ergens anders nodig is. Als je nu kijkt waar vis gekweekt wordt, in zo’n grote waterbak, dat is hartstikke innovatief. In Zeeland gebeurt zo ontzettend veel. Nieuwe teelt of bijzondere waterprojecten kunnen ook als toeristische trekpleister werken. Laat het zien, bied een blik achter de schermen! Het gaat er om dat je kijkt wat je hebt en dat je je van daaruit ontwikkelt. De scenario’s zijn daar een hulpmiddel bij. En je moet ook beseffen dat 2040 nog een eind weg is. Je weet niet wat voor innovaties er nog komen. Dus houd ruimte om je doelen tussentijds bij te stellen.” Denken buiten kaders ”Wat me meteen opviel is dat kunst en cultuur in de scenario’s niet aan bod komen. Wat je ook gaat doen in 2040, het moet vormgegeven worden. En in de vormgeving kun je als kunstenaar een andere kijk op de zaak geven. Als je bijvoorbeeld een groot windmolenpark gaat maken, dan kan kunst bijdragen aan een leefbare omgeving door te zorgen dat het in het landschap past. Maar ook in abstracte zin is kunst belangrijk bij het denken over de toekomst. Als kunstenaar ben je gewend voortdurend vragen te stellen en buiten kaders te denken. In het uitwerken van een toekomstvisie kunnen kunstenaars andere mensen die specifieke expertise hebben prikkelen en uitdagen, waardoor zij tot andere inzichten kunnen komen dan wanneer die vragen niet gesteld zouden worden. Ik schilder voornamelijk en heb me afgevraagd of ik ook een bijdrage kan leveren aan dat vormgeven van Zeeland 2040. Ik weet dat op het moment dat je gaat praten over de uitvoering van iets, het maakt niet uit wat, ik meteen mogelijkheden zie. Van daaruit kan ik bijdragen. Ook aan kunstonderwijs in Zeeland. Ik zie wat er aan creativiteit op een middelbare school zit.
Daar kun je meer mee. Talent behouden of zelfs aantrekken. Dat doet het Roosevelt University College ook. Daar zou je mee samen kunnen werken. Het probleem is wel dat studenten hun masters elders doen en dan niet terugkeren. Maar dat hangt ook af van wat voor kennis we in Zeeland gaan ontwikkelen. Daar moeten we goed over nadenken. Kennis moet je hier maken. Dan kun je mensen houden en zelfs aantrekken.” Zeeuwse herkenbaarheid ‘Tijdens het Zeeland-2040-Lab hebben we een prioriteitenlijst samengesteld. Ik heb daar de ‘guneconomie’ aan toegevoegd. Elkaar wat gunnen, samenwerken in plaats van concurreren. Je eerst richten op de interactie tussen mensen en pas daarna op het geld. Dat levert op den duur meer op! Zeeland is hartstikke herkenbaar. Behoud die herkenbaarheid met haar tradities en authentieke kwaliteit en maak Zeeland daarnaast de proeftuin van de wereld, wat meer dan alleen met landen tuinbouw te maken heeft. Zeeuwen zijn weliswaar trots op wat ze doen, maar ze promoten het niet voldoende, terwijl er hier zoveel bijzonders gebeurt en kan. Neem bijvoorbeeld dat je gratis kunt parkeren op de Brouwersdam, zo dicht bij het water, en dat je in Vlissingen over de Boulevard kan rijden. Denk aan het magische licht en koester de no-nonsense mentaliteit. Plak eens een stempel op alles wat uit Zeeland komt, ook aan ideeën. En denk in kansen en niet in problemen. Je kunt wel krampachtig doen over vergrijzing, maar je kunt er net zo goed mogelijkheden in zien. Mensen die met pensioen zijn kunnen vrijwilligerswerk doen wanneer ze dat zouden willen. Of misschien zelfs langer doorwerken. En als het nodig is moet je ook goede zorg bieden natuurlijk. Daarin kun je als Zeeland vooroplopen. Nieuwe manieren vinden en uitproberen. Samen met de kennisinstellingen. Bedenk en ontwikkel het hier, zorg dat het bruist!”
9 >>
Alexander Herrebout
Alexander Herrebout:
“Kijk vooral ook naar de Delta in zijn geheel. Stop niet bij je provinciegrens“ 10
“Dat mensen meer zelf gaan regelen, zelf meer organiserend zijn, de overheid terug treedt, dat is overal. Je moet wel ruimte geven aan initiatieven. Ik zie de overheidsrol als het garanderen van een bepaalde veiligheid, dat er goede wegen zijn, dat het watersysteem op orde is. Daarnaast moet de overheid het gesprek aanjagen tussen mensen, die vervolgens samen met die overheid lijnen gaan trekken.“
”Kijk vooral ook naar de Delta in zijn geheel. Stop niet bij je provinciegrens“
Kennis en diversiteit Alexander Herrebout, landschapsarchitect. Werkt in tweemansbureau LINT aan kleine en grote plannen. Geboren in Vlissingen, gestudeerd in Wageningen, gewoond in Amsterdam, bewust terug naar Zeeland, neergestreken in Middelburg. Zijn werkplek is in Vlissingen, zijn opdrachten vindt hij in heel Nederland.”Inzet op kennisontwikkeling is goed. Met de Delta Academy van de HZ kun je dat verder uitbouwen en een schakel zijn tussen onderzoek en praktijk. In New York zijn na de storm Catharina 10 partijen uitgenodigd om visies te maken. 7 of 8 partijen komen uit Nederland. Delta’s zijn een groeimarkt. Het is belangrijk als Zeeland je rol te weten binnen die wereldwijde ontwikkelingen. Kennis heeft pas betekenis als die voortdurend in de praktijk wordt toegepast. Zoiets als de zandmotor, het opspuiten van platen in de Oosterschelde, hoe je omgaat met de verdieping van de Westerschelde. We moeten nadenken over de opvolging van de Deltawerken. Het gaat om meer kennis opbouwen van de systemen waar we toch mee aan de gang moeten. Je zit hier midden in het gebied waar alles plaatsvindt.“ “Het uitsluitend kiezen voor één oplossingsrichting is naar mijn idee een vorm van achterhaald modernistisch denken. Het gaat om systemen, kringlopen, waarbij het een profiteert van het ander. Het land is het kapitaal. Daarin zijn landbouw en recreatie heel goed te combineren. Recreatie is nu nog een beetje ‘bulk aan de kust’. Je zou dat veel meer landinwaarts kunnen brengen. Die hele dijkzone vanaf Vlissingen tot aan Rilland bijvoorbeeld, als je kijkt wat voor potentie daar in zit….. Zeeland is niet alleen zon, zee en strand. Daar achter zit ook nog wat. Je kunt denken aan minicampings, je kunt boeren een rol geven bij waterberging: zoet water gaat in Zeeland belangrijker worden. Er kan natuurontwikkeling bij zitten, kleinschalige recreatie in het landschap. Wat belangrijk is is dat overheden aansluiten bij die kleinschaligheid en investeren in fietsnetwerken en dergelijke.” We gaan meer met water te maken krijgen. Er zal in het landschap meer dynamiek komen, zeker op de grensvlakken van land en water, mede door de combinatie van verschillende scenario’s.Ook de teelten zullen veel meer van elkaar verschillen, afhankelijk van hoe zout of hoe zoet de bodem is. Ik denk ook dat je door de klimaatsverandering andere teelten kunt krijgen.
Er kunnen andere dijkbeplantingen komen en misschien meer zandmilieus. De diversiteit zal toenemen op alle gebied, zowel in de landbouw als in de industrie en bedrijvigheid en in het toerisme. Voor mij is de vraag heel belangrijk ‘waar gaat dat dan gebeuren? Waar ga je wat doen? Voedselrijk is prima, maar ik stel me bij voedselrijk in Zeeuws-Vlaanderen iets anders voor dan in de zak van Zuid Beveland. Die beide voedselrijk kunnen zijn, maar beide een eigen uitstraling en eigen product hebben. Krimp, kwaliteit en keuzes “De termijn 2040 vraagt er ook om krimp goed te doordenken. Hoe pak je dat op met voorzieningen in gemeenten? Je hebt een andere bevolkingssamenstelling dan nu, dus je moet wel condities scheppen voor de bevolking van die tijd, en je richten op een bepaalde woon- en leefkwaliteit. Vragen stellen. Hoe kom je naar school? Wat voor wijken heb je? Wat gebeurt er met leegstaande woningen in de Kanaalzone? Het verdwijnen van dorpen is een onderdeel van Zeeland, dat hoort er gewoon bij. Als je dat nu weet kun je daar keuzes in gaan maken, dat je hier wel investeert en daar niet. Die uitbreidingswijken of dorpen in de jaren ’60, daarvan moet je afvragen hoeveel moeite je moet doen om die te behouden. Je krijgt ook constructies dat mensen ruim buiten wonen en daarmee ook het landschap in stand houden, zoals in Landgoed Rijckholt in Geersdijk.“ “Ik vind dat de huidige overheid zich vaak opstelt als boekhouder. Blauwdrukplanning dat kan niet meer, maar als overheid moet je je oren ook niet laten hangen naar wat mensen denken. Mensen denken vanuit eigen belang. Collectief belang daar moet je als overheid goed op letten. De provinciale overheid die deze discussie start zou mogen en moeten zeggen: op grond van de gesprekken die we nu gevoerd hebben betekent Zeeland 2040: water centraal, ondernemen inclusief landbouw, toerisme en industrie, diversiteit centraal om een breder, aantrekkelijker spectrum van activiteiten te krijgen en interactie tussen de sectoren centraal, waardoor wat zich in de ene sector afspeelt wordt opgepikt door de andere zodat je een hechter geheel krijgt. Hoe je dat dan per plek gaat doen moet je verder uitzoeken. En kijk vooral ook naar de Delta in zijn geheel. Stop niet bij je provinciegrens. Je moet je ervan bewust zijn wat er in je ruimere omgeving is.“
11 >>
Kathrin Ginsberg
Kathrin Ginsberg:
“Zet de mens centraal en kies voor kwaliteit en beleving” 12
“Leefomgeving gaat verder dan alleen de ruimte, het is ook hoe je ermee omgaat, vanuit welke waarden je leeft. Kies niet alleen op cijfers maar kies ook op andere waarden die met leven en levenskwaliteit te maken hebben. Je zou in de scenario’s de menselijke maat en de menselijke rol duidelijker moeten maken. Denken in termen van welbevinden, werken aan een samenleving waar het goed toeven is”
”Zet de mens centraal en kies voor kwaliteit en beleving” Mensen, identiteit, ruimte en beleving. Kunst, vormgeving en architectuur. Het zijn voor CBK-directeur Kathrin Ginsberg sleutelbegrippen in haar kijk op Zeeland 2040.”De scenario’s schetsen streefbeelden voor heel Zeeland. Kenmerkend voor Zeeland is juist het verschil tussen de voormalige eilanden. Daar moet je rekening mee houden of het zelfs als uitgangspunt nemen. Zo versterk je de identiteit van de plek. Een scenario als streefbeeld moet je toetsen aan dat deel van Zeeland waar je het op wilt loslaten. En dan zou het in het ene deel van Zeeland een ander accent kunnen krijgen dan in het andere. Verder moeten we er goed over nadenken wat de spelers die er al mee bezig zijn ervan vinden. We hebben hier binnenkort het symposium ‘Zoet Zout Zee Land’. Vijf multidisciplinaire ontwerpteams hebben de toekomst van aquacultuur en de invloeden daarvan gevisualiseerd en daar komen prachtige dingen uit. Maar het zijn uiteindelijk de ondernemers die bepalen hoe het efficiënt en effectief kan. Spannend is als je deze beide werelden bij elkaar brengt” Ruimte voor oplossingen “De overheid kan stimuleren, faciliteren en doen, maar in praktijk bepalen mensen zelf wat ze aanpakken. Het gaat erom dat de inwoners van Zeeland zich bewust zijn van de mogelijkheden. Alles wat we doen moet gericht zijn op het welbevinden van de mens. Er is wereldwijd een tendens naar verstedelijking. Zeeland kan nooit zo verstedelijken als de Randstad of als Antwerpen. In welke mate moet Zeeland 2040 aspecten van stedelijkheid in zich dragen? Floreert de Zeeuw van 2040 beter in een drukke stad waar je dicht op elkaar zit, waar je creatiever zou worden? Of kies je juist voor de ruimte, de stilte en het contemplatieve? Dat is ook een individuele keuze. Als je in 2040 minder Zeeuwen hebt, heeft dat gevolgen voor de inrichting van je leefgebied. In het project ‘Krot of kans’ laten we dat ter plekke onderzoeken. Architecten, kunstenaars, vormgevers, schrijvers en andere experts logeren een tijdje in een doorsnee woning in een kern. Steeds meer van die woningen komen leeg te staan. Wat zijn de sterke en zwakke punten in een gebied? Hoe kun je er de leefbaarheid overeind houden of verbeteren? Dat soort praktische vragen spelen bij het doordenken van alle scenario’s. Moet je afbreken, inbreiden, levensloopbestendig bouwen? Andere manieren van ontmoeten organiseren? Daar komt de creativiteit om de hoek kijken. Er ontstaat nu ruimte om oplossingen te vinden voor plekken die eigenlijk afgeschreven zijn.”
Durven experimenteren “Hoe Zeeland er in 2040 uitziet heeft natuurlijk ook veel te maken met de samenstelling van de bevolking. Je kunt niet zonder jonge mensen. Om die te houden of naar hier te halen is het je richten op kennis zo belangrijk! Als Middelburg geen universiteit had gehad zou je er veel minder jonge mensen zien. Ze hoeven hier niet geboren en getogen te zijn. Het is belangrijk dat jonge mensen die hier studeren Zeeland hebben ervaren. Later zie je een deel van hen terugkomen. We moeten kiezen voor kennis die specifiek is voor Zeeland. En slimme combinaties maken van kennis en productie. We hebben twee goede opleidingen voor hoger onderwijs. Er zou een derde bij kunnen, in de geest van de Roosevelt. Maar leg ook verbindingen met andere, grotere (creatieve) opleidingen. Op een aantal gebieden is in Zeeland alles aanwezig voor een proeftuin, waarin geëxperimenteerd kan worden. Kun je bijvoorbeeld zeeweringen multifunctioneel maken? Versterk de kennisinfrastructuur en biedt leer- en werkplekken aan die onderscheidend zijn, waardoor je hier voortdurend jonge mensen aan de slag hebt.” ”Architectuur ligt aan de basis van leefbaarheid. Architectuur organiseert de ruimte om mensen te laten wonen, werken en recreëren, maar schept en stimuleert ook de beleving. Wat doe je om Zeeland tot een unieke plek te maken? Kijken naar het eigene en dan kiezen voor kwaliteit. Kijk bijvoorbeeld naar de Veerse Poort in Middelburg. Dat is een wijk die zich onderscheidt en goed in elkaar zit. Mensen willen verblijven in een omgeving waar ook kunst te vinden is. Zeeland heeft sterke locaties. Kijk naar wat het Zeeland Nazomerfestival ermee doet en trek die lijn door naar beeldende kunst We hadden ’Façade 2012’ in Middelburg en straks komt ‘LINKS 2014’ in Terneuzen. Je kunt de identiteit van Zeeland versterken met land art, zoals dat nu gebeurt in de Wilhelminapolder. Kunstenaar Michael Beutler ontwierp negen betonnen beelden, die over ruim duizend hectare landbouwgrond verspreid staan. Je wordt zo de hele polder door geleid en ervaart de kracht en schoonheid van een gebied waar je anders niet gauw komt. Zo breng je werken en je recreëren samen. Weef dat soort dingen door de scenario’s. Zo versterk je het woonklimaat én het imago van Zeeland.”
13 >>
Don Monfils
Don Monfils:
“We zijn sterker als we flexibel zijn” “Een
14
Don Monfils, architect is geboren en getogen in Zeeland. Gewend om vooruit te kijken, Maar ook vertrouwd met de spanning tussen idee en werkelijkheid.”Het is goed dat er scenario’s zijn opgeschreven. Maar eigenlijk zou het juist moeten gaan om het scenario dat ingaat op hoe je uitkomt waar je in 2040 wilt zijn. En zou je als bestuurder voortdurend het gesprek moeten stimuleren met alle geledingen van de bevolking om scherpte te ontwikkelen op de keuzes die voor ons liggen.”
”We zijn sterker als we flexibel zijn” Eigenheid en innovatie Voor Don Monfils zijn in het denken over Zeeland in 2040 een paar dingen belangrijk. Wat is de kracht van Zeeland en wat is er nodig om die te benutten?”Het gaat erom elementen, die al in en op de Zeeuwse klei aanwezig zijn, in ons denkraam een plek te geven. En die in de gaten te houden bij alles wat we willen aanpakken. Ons steeds afvragen: past het bij ons? Kunnen we het verbinden met het wezen van Zeeland? In mijn jeugd gingen we op de slikken zeekraal zoeken. Als Zeeuwen weten we wat dat is, we weten van eb en vloed. Dat soort kennis moeten we op een andere manier inzetten, ook in de landbouw. Overal in de wereld wordt graan geteeld. Ik denk dat we naar dingen toe moeten die dichtbij ons liggen, die eigen zijn.” “In Yerseke zitten twee instituten met wetenschappers die nadenken over de zee, het water, en wat er in leeft en hoe dat moet. Die kennis is hier en die kun je verder brengen. We hebben de stormvloedkering. Die heeft geen eeuwig leven. We moeten leren om gaan met de dynamiek van de zee. En in 2040 oplossingen hebben waarin we de dingen zien als één geheel. Waarin verdediging tegen het water samengaat met werken met en wonen aan of op het water. Tegen die tijd zijn misschien alleen de hoge gebieden geschikt om op te wonen. Dan bouw je in een soort lagune en krijg je een stedelijke dichtheid. Samen met het warme klimaat dat onze kant op komt zou Zeeland zo in 2040 Miami-achtige aantrekkingskracht hebben met een strip waar aan twee kanten water ligt.” Inspiratie en experiment “Het is gevaarlijk om te stellen dat je weet hoe 2040 er precies uit ziet. Daarom zijn we sterker als we flexibel zijn. Ooit heb ik, samen met Johan de Koning, een prijsvraag gewonnen over de toekomstige stadsuitbreiding van Kopenhagen. Ons uitgangspunt was: ‘We kunnen niet bedenken hoe de stad er over 30 jaar uitziet. We geven jullie een doos dia’s met verbeeldingen van hoe bepaalde plekken zouden kunnen zijn. Op het moment dat je eraan toe bent, pak je zo’n dia, laat je inspireren en ga je er wat mee doen’. Scenario’s zijn net zo: beelden die je voor ogen hebt en waarheen je je kunt bewegen als daar aanleiding of mogelijkheden voor zijn. We moeten oppassen voor een beleid dat zich gedraagt als een mammoettanker die alsmaar door vaart.”
“Kennis is heel belangrijk voor Zeeland, nu en straks. Op het Delta instituut van de HZ werken studenten aan de ‘harde waterbouw’ en combineren dat met bijvoorbeeld aquacultuur. Ze experimenteren met nieuwe vormen van dijken. Je kunt zeewier onderaan de dijk laten groeien, en dan blijkt die goedkoper in onderhoud te zijn. Dat zeewier kun je gebruiken als biomassa of in andere producten verwerken. Ik heb ooit een voorstel gemaakt voor een wedstrijd die ging over polders. Het moet toch te doen zijn om in een polder een gat in de dijk te maken en hem te laten volstromen. Dan ontstaat er een beheerst watergebied, waar je met drijvende huizen op kunt wonen en dingen kunt doen. Dat water kan er ook weer uit lopen, en als je in die doorgang een schoepenrad zet, levert dat energie op. Daarvan kunnen dan bewoners hun lampen laten branden en hun kachels stoken. De kennis die we daarmee opdoen, is ook weer te exporteren.” Reflecteren en zelf doen “We hebben in Zeeland veel kleine gemeenschappen. Die kunnen vaak snel dingen samen regelen. Hier en daar zie je dan ook coöperaties ontstaan. We zijn het een beetje zat dat al die hele grote organisaties alles voor ons regelen en wij er weinig of niets over te vertellen hebben. We gaan het weer zelf doen. En dat is goed voor de sociale ontwikkeling van Zeeland. En we doen ook weer kennis en ervaring op.” “Zeeland 2040 moet ook vorm krijgen. We hebben een aantal krachtige beelden vanuit het verleden, die zouden we op eigentijdse manier ook naar 2040 toe moeten realiseren. Heel belangrijk is, dat we landschapsarchitecten in Zeeland hebben, die nadenken over de ruimte en hoe je die zou kunnen inrichten. Het leuke van de crisis is, dat er bijna niets meer gebouwd wordt. Nu kan er worden nagedacht. We hebben als architecten weinig geld, maar veel tijd. En we kunnen ons nu buigen over vragen als hoe we waarden kunnen creëren via architectuur. Wat is in 2040 de waarde van Zeeland en hoe maken we die?”
15 >>
Lia Hector
Lia Hector:
“Maak gebruik van elkaars mogelijkheden”
16
“Probeer de maatschappelijke ontwikkelingen voor te zijn. Ik heb het gevoel dat we grote sprongen aan het maken zijn. We moeten stoppen ons aan dingen vast te houden die we eigenlijk moeten loslaten. Accepteren dat wat we doen soms niet meer bij nu en straks past en op zoek gaan naar nieuwe dingen. Dat moeten we samen doen, stap voor stap.”
“Maak gebruik van elkaars mogelijkheden”
Uitdagen en inspireren
Kansen
Galeriehoudster Lia Hector is één van de initiatiefnemers van
“Het is duidelijk dat we meer voor onszelf moeten gaan zor-
de Kunst- en Cultuurroute Middelburg en staat aan de wieg
gen. Kinderen gaan weer voor ouders zorgen, ouders voor
van ‘Middelburg rozenstad’. Samen de dingen laten groeien,
kinderen. En voor kleinkinderen. Dat zal mensen ook meer bij
zorgen dat er een basis is en een doel. Dan komt Zeeland er
elkaar brengen. De steden zullen veranderen. Er zijn minder
wel. “Zeeland en wat hier nodig is, kun je eigenlijk vergelijken
winkels nodig. Je kunt gemakkelijk alles op internet kopen. Het
met wat je als mens nodig hebt. Je moet inkomen hebben,
gaat meer om de beleving. Winkelen zal in de toekomst steeds
gezond zijn en je welzijn moet op orde zijn. Eigenlijk geldt het-
meer een uitje zijn. Er zijn straks ook minder mensen. Dus als
zelfde voor een provincie, voor een stad of een dorp. Met het
je in blijft zetten op behoud van je huidige winkelbestand, loop
verschil dat je met veel verschillende mensen rekening moet
je tegen een muur aan. Je zult andere vormen van winkelen
houden. Ik denk dat je eerst moet kijken hoe je Zeeland ge-
moeten ontwikkelen en omdat Zeeland relatief kleinschalig is
zond maakt en hoe je mensen met elkaar in contact brengt.
heb je hier meer kansen om dat in een flink tempo voor elkaar
We hebben een jongerenprojectgroep die iets doet met rozen.
te krijgen. Je kunt hier vanuit een wij-gevoel versneld werken
Met een paar studenten, een modeontwerper, een fotograaf.
aan een vernieuwd winkelaanbod.”
De eerste keer dat zij bij elkaar kwamen kenden ze elkaar niet. Wat er op zo’n bijeenkomst tussen die jongeren ontstond was
“Al 10 jaar praten we in Zeeland over Florida, over stimuleren
geweldig en inspirerend. Zet mensen die er voor open staan
van instromen van mensen die niet meer hoeven te werken. Er
bij elkaar en bevraag ze op waar ze mee bezig zijn. En daag ze
is vaak verzet. Het zou hier een soort ‘ouwe-mensen economie’
uit om van daaruit samen iets nieuws te bedenken waardoor
worden. Maar als je ervoor zorgt dat je hier een fantastische
je sterker wordt.”
omgeving hebt waar ouderen zich de laatste 20 jaar van hun
“Maak daarbij gebruik van elkaars mogelijkheden. Dat heeft
leven thuis voelen, krijg je vanzelf jongeren er omheen. Richt je
ook te maken met het woordje ‘guneconomie’. Dat als je sa-
je op kwaliteit dan leidt dat ook tot werkgelegenheid. Ouderen
menwerkt, ook de ander gunt dat hij scoort met iets. Schep
trekken jongeren aan. Ouderen die naar Zeeland trekken krij-
ruimte waardoor de krachten die er zijn, elkaar kunnen vinden.
gen kinderen en kleinkinderen op bezoek. Het is belangrijk dat
Houd nou eens op met het maken van hele grote plannen,
ouderen zodanig wonen dat kinderen het fantastisch vinden
maar benoem vanuit de kernkwaliteiten van Zeeland, het DNA,
om naar Zeeland te komen. “
zaken die versterkt kunnen worden en breng mensen daarop
“Je kunt ook meer actieve vakanties bedenken voor Zeeland,
met elkaar in contact. En als er dan bij een bepaalde groep
studievakanties en aanbod voor mensen die zich hier laten bij-
iets naar boven komt wat je een ‘wauw’-gevoel geeft, waar
scholen bijvoorbeeld. Ik krijg veel Duitsers in mijn galerie die
je bewoners en bezoekers mee kunt trekken, dan geef je dat
hier Nederlands hebben geleerd. We hebben hier nog een
de ruimte. Je moet mensen iets geven wat Zeeland de moeite
aantal bijzondere dingen nodig waardoor mensen van buiten
waard maakt om naartoe te komen. Wat ik erg jammer heb ge-
Zeeland en ook uit het buitenland het de moeite waard vinden
vonden, is dat het Huis van Europa niet door is gegaan. Dat zou
om hier te komen werken en hier te verblijven. Wat is nu het
een plek in Zeeland zijn waar alle Europese landen zich konden
meest voor Zeeland eigene wat zich daar het best voor leent?
presenteren. Als provincie zou je ieder jaar een ander gastland
De delta, het water, is daarbij natuurlijk erg belangrijk. En dat
hebben. Op zo’n moment krijg je vanuit dat land ook aandacht
moet je versterken waar je kunt. Je moet ook niet afwijzend
voor de provincie. Maar ik kan me ook voorstellen dat mensen
staan tegenover het naar binnen halen van bedrijven en orga-
vanuit Nederland het geweldig vinden om naar ‘Het jaar van’
nisaties van mensen van buiten. Zorg dat je vernieuwend bent,
te komen. Dan heb je ieder jaar vernieuwing. “
ga niet iets herhalen. “
17 >>
Ro Koster
Ro Koster:
“Als je kiest voor duurzaamheid zijn alle scenario’s te combineren” 18
Ro Koster is architect en partner in een tweemansbureau. Sinds dit voorjaar woont hij in Zeeland.”Een paar jaar geleden stelden we ons de vraag: ‘Waarom doen we dit eigenlijk?’ Ik zei: ‘ik wil de wereld wel redden.’ Mijn partner zei: ‘Dat is niet genoeg, het moet ook leuker en mooier.’ Op dat moment kwam ‘Cradle to Cradle’ langs. En zijn we een andere markt ingerold. In 2008 begon de eerste crisis, maar de duurzaamheid waar we met ons hart voor hadden gekozen werd ons vangnet.”
”Als je kiest voor duurzaamheid zijn alle scenario’s te combineren”
Stapel de scenario’s “De scenario’s zijn indrukwekkend, breed, zoomen in op het kleine, en zoemen uit op wereldniveau. Het zijn vehikels om een richting aan te geven. Maar de echte richting die je moet gaan is duurzaamheid. Het moet gaan over zelforganiserende en zelf onderhoudende systemen waarin het bewegend evenwicht leidraad is. Al die thema’s zijn daaraan eigenlijk ondergeschikt. Het moet gaan om de interactie tussen de scenario’s. We moeten vooral niet kiezen.”
En dan ook letterlijk biobased, waarin de materialen die we gebruiken geen negatieve voetprint hebben. We kunnen een biobased epoxy maken waar geen fossiele onderdelen in zitten, met kennis die in Zeeland is ontwikkeld. Dat geeft ook de boeren die het moeilijk hebben perspectief. En we hebben een stukje nieuwe economie gecreëerd. We werken ook samen met wegenbouwer Rasenberg. De Provincie Zeeland ziet er het belang van in en draagt bij via subsidie.”
“Op het moment dat je duurzaamheid als uitgangspunt neemt, kun je een meerwaarde creëren door die scenario’s te stapelen, als een smakelijke sandwich. Zodat er niet alleen meer bedrijvigheid is en toerisme, maar ook een versterking van cultuur, natuur en gezondheid. Als je voor één scenario gaat en er verschijnt een prijsvechter die je voor 50 euro naar de Maldiven vliegt, dan valt een flink deel van de poot massatoerisme waar je nu nog deels van afhankelijk bent, weg. Als je scenario op één poot gericht is ben je ontzettend kwetsbaar. Als toerisme onderdeel is, van een hele dikke sandwich, kun je gewoon dat ene plakje eruit halen. Want er is nog een gezond landbouwsysteem, een schone industrie en een gezond leefmilieu. Kies dus niet voor één scenario, kies voor onderdelen en ga morgen beginnen. Als je met logistiek bezig bent in de havens vraag je dan af hoe je kunt zorgen dat die duurzamer wordt en dat wat je doet zo weinig mogelijk interfereert en zoveel mogelijk samenspeelt met andere aspecten van ons bestaan.”
Kennis ontwikkelen en toepassen “We leven op de grens van land en water. Wat zou er gebeuren als we de kosten die we maken om veiligheid te creëren, zouden optellen en dat geld investeren in natuurlijke systemen? Maak daar dan proeftuinen van waarin kennis wordt opgedaan. Waarin die kennis wordt vertaald naar productieve technieken en waarin de kennis ook gebruikt wordt als exportproduct. Als je voedsel gaat telen in het getijdengebied tussen land en water, en je doet dat op een slimme manier, dan kan dat gebied een rol spelen als beveiliging tegen overstromingen. En stel dat je een voor de kust drijvend eiland maakt, dat als golfbreker functioneert, waarop voedsel en energie geproduceerd kan worden en waar je ook kan recreëren. Wat betekent dat drijvende eiland als er een hotel op komt? En wat doet dat in een economisch systeem van toerisme? Wat doet datzelfde eiland voor de veiligheid en wat kan je er plukken om van te eten?”
Duurzaam is niet moeilijk “Hoe krijgen we een systeem dat kan produceren en in harmonie is met onze natuurlijke grondstoffen? Het moet gaan over het vergroten van je positieve voetprint. Dat werkt met een aantal heel eenvoudige regeltjes.Wat je gebruikt en doet moet schoon zijn, wat je erin stopt moet er schoon eruit komen. Maar ook: je stopt er geld in en er moet meer geld uit komen. We zijn met een paar dingetjes bezig waarin we proberen dat te doen. We werken aan een biobased brug. Is door toeval ontstaan. Bij een lezing die we gaven zat iemand van Van de Bilt Zaden en Vlas in de zaal. Die vroeg ons of we wat met vlas konden. Na een rondleiding door de fabriek kwamen we erop dat het geweldig zou zijn als je een brug zou kunnen maken met materiaal wat in Zeeland gegroeid is.
“Duurzaamheid heeft ook met bevolkingsopbouw te maken. Je ziet dat de jeugd tussen 18 en 25 wegtrekt. Het zou goed zijn als je de diversiteit in leeftijdsopbouw zou kunnen vasthouden. De combinatie van duurzaamheid, onderwijs en werkgelegenheid in een schone en mooie leefomgeving biedt kansen. En zorg er dan voor dat het onderwijs dat je hier geeft, dieper gaat dan de drie jaar van een universitaire opleiding. Dat je die jeugd ook daarna houdt. We hebben nu oplossingen. Die moeten we herzien vanuit een ander concept, dat goed te combineren is met doelen en wensen uit andere domeinen. Dan zijn we innovatief en duurzaam bezig, wat tot kennisvermeerdering leidt, wat economische impulsen kent en export. Dan maken we onze natuurlijke habitat tot een proeftuin en levensgebied samen waarin we een heel erg mooie toekomst hebben.”
19 >>
Eddy de Serrano
Eddy de Seranno:
“Nieuwe vormen van maatschappelijk samenspel” 20
“De scenario’s gaan iets te veel uit van het oude paradigma van de maakbare samenleving. Als je op die vier perspectieven iets wilt bereiken moet je eigenlijk een vijfde perspectief ontwikkelen. Dat gaat dan over sociale innovatie. Over hoe je overheden en burgers samen brengt. Over het faciliteren van burgerinitiatieven. Over de samenwerking in en tussen bedrijven en organisaties. En over het inspelen op de nieuwe business modellen die aan het ontstaan zijn.”
”nieuwe vormen van maatschappelijk samenspel” Draagvlak “Ik kom hier net binnen in de ZB en ik zie op een groot scherm dat je kunt meedoen aan Zeepeil, een online panel over ontwikkelingen in Zeeland. Dat illustreert een andere manier waarop overheden en maatschappelijke organisaties communiceren met burgers. Hoe gaan we mensen betrekken bij de perspectieven van 2040? Daar moeten we beleid op zetten. Dat vraagt steeds om aanpassingen, we weten nog niet hoe de sociale media dan werken bijvoorbeeld. Laten we vooraan gaan met alle manieren die er zijn om elkaar te vinden. Er zijn aanknopingspunten. De gemeente Schouwen-Duiveland staat heel ver wat betreft het betrekken van burgers bij beleid. En de dorpsraad Oostkapelle heeft het initiatief genomen om met inwoners, organisaties en ondernemers zelfstandig het dorpsplan Oostkapelle 2030 op te stellen. Maar daarbij hebben ze de overheid wel betrokken. Vaak maken experts en overheden nog steeds de plannen en moeten ze daarna op zoek naar draagvlak. Als participatie, zoals in Oostkapelle, werkelijk gebaseerd is op deelname van alle groepen in die gemeenschap ontstaat er een veel groter draagvlak dan in de klassieke manier van plannen maken. En dat is nodig wil je nieuwe ontwikkelingen aanjagen.” “Mensen zijn niet gewend om over hun eigen plaats en moment heen te kijken. Toen ze Henry Ford vroegen of hij marktonderzoek had gedaan voordat hij met zijn T-Ford op de markt wilde komen, zei hij ‘Nee, want ik zou als antwoord hebben gekregen dat mensen een sterker paard willen’. Geef visionaire doeners de ruimte, kijk dan hoe er op wordt gereageerd en laat vandaaruit iets laten ontstaan. Door het organiseren van pilots en het aanreiken van heldere informatie kun je mensen leren om verder te kijken dan het hier en nu. Het feit dat je zo’n studie maakt over Zeeland in 2040 en daarbij al diverse geledingen betrekt is een aanpak die illustreert dat die omslag al bezig is. Op deze manier nodig je mensen uit, daag je ze uit om mee te denken en dat opent dat in de hoofden van mensen de contouren ontstaan van wat er allemaal mogelijk zou zijn met behoud van wat er al is.”
Samenspel “Het samenspel rond toekomstontwikkelingen begint bij het opbouwen van goede relaties. In het havenbedrijf Rotterdam Rijnmond hebben ze een mooie aanpak. Elk bedrijf in dat gebied heeft een omgeving, daar wonen burgers. Vroeg of laat komt het belang van zo’n bedrijf in botsing met het belang van burgers. Breng dat bedrijf en die omgeving met elkaar in contact en zorg dat je elkaar leert kennen. Doe dat niet als er een probleem is ontstaan, maar doe dat op een moment dat er juist niets aan de hand is. Als er dan ontwikkelingen zijn, zoals een bedrijfsuitbreiding die mensen mogelijk als een probleem ervaren, heb je een basis om er met elkaar over te spreken. Als zo’n bedrijf ook zorgt dat de eigen werknemers trots kunnen zijn dat ze er werken, worden ze vanzelf ambassadeurs in de omgeving, waar ze zelf wonen. Zo werk je aan samenspel en draagvlak.” “Op dit moment zijn we nog niet zo ver met de sociale innovatie dat die levendige interactie die nodig is om draagvlak te vinden gemeengoed is. Bij het uitkomen van een rapport over Zeeland 2040 zal er daarom meer weerstand zijn dan nodig is. Het is dus maar de vraag hoeveel meters je kunt maken. Overheden zijn gewend om dingen voor mensen te regelen en te beslissen, beleid te maken en daarvoor verantwoordelijkheid te nemen. Burgers verwachten dat ook vaak en dat belemmert een ander samenspel. Er moeten nog veel drempels worden geslecht om die houding van beide partijen te veranderen.” “Bij het werken aan de toekomst van Zeeland is ook een open oog voor nieuwe businessmodellen nodig. Klassieke business modellen zijn op geld gebaseerd. In de nieuwe modellen speelt geld niet meer de hoofdrol. Het gaat over waarde creëren, ook in tijd en in aandacht, in zorg, in participatiekansen. Daar kun je ook een soort banken voor maken, dat is al bezig, allerlei variaties van ruilhandel en allerlei variaties op lokale munteenheden. Er is bijvoorbeeld een organisatie die vraag en aanbod bij ZZP-ers bij elkaar brengt. Wat je inbrengt wordt uitgedrukt in credits die je bij een collega ZZP-er kunt besteden. Je helpt elkaar zonder dat er geld mee gemoeid is. Dat sluit ook aan bij het idee van de microkredieten, waarbij vertrouwen de plaats in neemt van een onderpand. Als we investeren in nieuwe vormen van maatschappelijk samenspel kunnen we met talent dat in Zeeland aanwezig is een voorsprong ontwikkelen!”
21 >>
Slotimpressie
Ga door met het gesprek Ga uit van het Zeeuwse DNA en combineer scenario’s
22
Zeeland Lab 2040. Een zinderende sessie in juni en zeven interviews. Met mensen uit de wereld van kunst, vormgeving en architectuur. En een expert in samenwerkingskunde. Wat is de opbrengst? Wat hebben Provinciale Staten eraan? Wat heeft Zeeland eraan? De samenstelling van dit ensemble kleurt de onderwerpen. Het gaat over participatie en draagvlak; maakbaarheid; het Zeeuwse DNA; mensen en leefbaarheid; bevolkingsontwikkeling; stapelen van scenario’s; water; kennis; architectuur en duurzaamheid. Een slotimpressie
Slotimpressie Participatie en draagvlak Het is zinvol en nodig dat Provinciale Staten het gesprek over de toekomst van Zeeland hebben aangejaagd. Maar het is een begin. “Als bestuurder zou je voortdurend het gesprek moeten stimuleren met alle geledingen van de bevolking om scherpte te ontwikkelen op de keuzes die voor ons liggen.” zegt Don Monfils. Eddy de Seranno trekt dat door: “ Als je op die vier perspectieven iets wilt bereiken moet je eigenlijk een vijfde perspectief ontwikkelen. Dat gaat dan over sociale innovatie. Over hoe je overheden en burgers samen brengt. Over het faciliteren van burgerinitiatieven. Over de samenwerking in en tussen bedrijven en organisaties. En over het inspelen op de nieuwe business modellen die aan het ontstaan zijn. Als beleid werkelijk gebaseerd is op deelname van alle groepen in die gemeenschap ontstaat er een veel groter draagvlak dan in de klassieke manier van plannen maken. En dat is nodig wil je nieuwe ontwikkelingen aanjagen.” Ik hoorde ook pleidooien voor samendoen, ruimte geven aan initiatieven, ontwikkelingen van onderop laten komen. Dat vraagt een andere bestuursstijl en een ander samenspel van burgers, ondernemers, maatschappelijke organisaties en overheden. Meer naar elkaar luisteren, elkaar respecteren als partners met eigen expertise en verantwoordelijkheden. Dat sluit aan bij het zoeken naar andere business modellen, waarin geld niet meer de hoofdrol speelt, maar waarden, zoals tijd, aandacht, zorg en participatiekansen. Waarin je het samen doet in de sfeer van dienst-wederdienst. Het is verleidelijk te kiezen voor één scenario. Dat sluit veel uit en is overzichtelijk. Maar het staat haaks op de realiteit. Die is veel complexer en rijker. Alle gesprekspartners waren het daarover eens. Rosalinde van Ingen Schenau verwoordt het zo: “Het is goed dat de scenario’s er zijn omdat je er kritiek op kunt leveren. Aan de hand daarvan kun je dan aangeven wat je dan wel wilt. Nu wordt de indruk gewekt dat het gaat om óf het een óf het ander…. Maar er kan veel naast elkaar.” Het woord ‘stapelen’ valt vaak. Het gaat dan om het combineren van elementen uit scenario’s. “De scenario’s zijn indrukwekkend, breed, zoomen in op het kleine, en zoomen uit op wereldniveau”, vindt Ro Koster. “Het zijn vehikels om een richting aan te geven. Maar de echte richting die je moet gaan is duurzaamheid. Het moet gaan over zelforganiserende en zelf onderhoudende systemen waarin het bewegend evenwicht leidraad is. Al die thema’s zijn daaraan eigenlijk ondergeschikt. Het moet gaan om de interactie tussen de scenario’s. We moeten vooral niet kiezen.”
Als je de grens tussen land en water minder scherp trekt kun je in 2040 wonen in een drijvend huis, in een polder waarin het water via getijden voor energie zorgt en gebruikt wordt voor zilte teelt, terwijl bezoekers vanaf de naburige ook drijvende minicamping met hun kano een prachtige tocht kunnen maken over de voor hen aangelegde waterwegen. En onderweg in een bijzonder vormgegeven watercafé van de nieuwste Zeeuwse producten kunnen genieten, met uitzicht op een akkergebied met land art. Daarbij kun je niet heen om de verschillen tussen delen van Zeeland. Kathrin Ginsberg stelde dat je die juist als uitgangspunt moet nemen: “Zo versterk je de identiteit van de plek. Een scenario als streefbeeld moet je toetsen aan dat deel van Zeeland waar je het op wilt loslaten.” Kennis en water Twee begrippen die ook steeds terugkomen in de gesprekken: kennis en water. De al ingezette beweging van leven met het water krijgt veel aandacht. De noodzaak om nieuwe oplossingen te vinden voor de waterveiligheid biedt wereldwijd mogelijkheden voor het samenspel van kennis en productieve, commerciële toepassingen. Don Monfils schetst het volgende beeld: “We hebben de stormvloedkering. Die heeft geen eeuwig leven. We moeten om leren gaan met de dynamiek van de zee. En in 2040 oplossingen hebben waarin we de dingen zien als één geheel. Waarin verdediging tegen het water samengaat met werken en wonen aan of op het water. Tegen die tijd zijn misschien alleen de hoge gebieden geschikt om op te wonen. Dan bouw je in een soort lagune en krijg je een stedelijke dichtheid. Samen met het warme klimaat dat onze kant op komt zou Zeeland zo in 2040 Miami-achtige aantrekkingskracht hebben met een strip waar aan twee kanten water ligt.” Wat je ook kiest het zou altijd om mensen en leefbaarheid moeten gaan. “Kies niet alleen op cijfers maar kies ook op andere waarden die met leven en levenskwaliteit te maken hebben. Denken in termen van welbevinden, werken aan een samenleving waar het goed toeven is.” zo vat Kathrin Ginsberg het samen. Daarbij blijft het zaak de veranderende bevolkingssamenstelling in het oog te houden.
23 >>
Postadres
bezoekadres
Postbus 407
Kousteensedijk 7
4330 AK Middelburg
4331 JE Middelburg
T: (0118) 682500 E:
[email protected] www.scoopzld.nl Twitter: @scoopzld
De Scoop op.... is een uitgave van Scoop Mede mogelijk gemaakt door Provincie Zeeland Nummer 11: september 2013 Met dank aan: Kathrin Ginsberg Lia Hector Alexander Herrebout Ro Koster Don Monfils Rosalinde Schenau Eddy de Serrano
Redactie: Nico Out (samenstelling en eindredactie) Linda Franken Nellie Oosthoek Auteurs: Hans Clement Nico Out Met medewerking van: Dini Houmes Sibylla Held Farida Winter
Fotografie: CBK Zeeland Flickr.com Nico Out Project Zeeland 2040, BVR Rijkswaterstaat Vormgeving: Nicole Dekkers Druk: Grafimedia Partners