NIEUWSBRIEF ZEN GROEP BREDA Herfst 2012
Agenda Wat is dat, een sangha? – Tom Geluk – Harry Zazen and trees – Andrew Illusie – Harry Dwaasheid, al dat zoeken – Tom
Veel leesgenoegen.
Zen Groep Breda - agenda Laat het maar komen. Ga ergens een groepje beginnen, als je die behoefte voelt, doe dat, naar je hart. Zit desnoods alleen maar in stilte met een paar mensen. Als het groeit, dan is het dat een wonder, het samen tot uitdrukking brengen van een ontmoeting. Dan kan er iets groeien tegen alle onwaarschijnlijkheid in. Heel langzaam, niet forceren, je kan het niet oproepen maar het gebeurt. Elke keer weer samen de stilte ingaan. Ton Lathouwers, Steyl, 12 juli 2009
Zondag 11 november: 3 jaar Zen Groep Breda, vanaf 6.30 uur, in stilte, licht zien worden en daarna feestelijk ontbijt.
Maandag 31 december Zitten voor de vrede: 11.00 - 12.00 uur Daarnaast zitten we elke maandag avond van 20.00 – 21.45 uur. Alle activiteiten vinden plaats bij Ad Ballon. Meer informatie is te vinden op onze website: www.zengroepbreda.nl
Iedereen is van harte welkom. Voor de Zendagen en activiteiten graag opgeven bij Tom Jumelet (
[email protected] ) of Mayke Haarhuis (
[email protected] ).
Wat is dat, een sangha?1 Tom
Laat het maar komen. Ga ergens een groepje beginnen, als je die behoefte voelt, doe dat, naar je hart. Zit desnoods alleen maar in stilte met een paar mensen. Als het groeit, dan is dat een wonder. Het samen tot uitdrukking brengen van een ontmoeting. Dan kan er iets groeien tegen alle onwaarschijnlijkheid in. Heel langzaam, niet forceren. Je kunt het niet oproepen, maar het gebeurt. Elke keer weer samen de stilte ingaan. Ton Lathouwers, Steyl, 12 juli 2009
Deze woorden van Ton kwamen binnen, alsof er in een dikke muur plots een luikje openging. Het vormde de start van onze sangha in Breda.
In die teisho van 12 juli 2009 probeerde Ton dichter bij de vraag te komen wat een sangha is. Mijn samenvatting van die teisho:
Wat is dat, je toevlucht nemen tot de sangha? Wat betekent dat woord van Boeddha, Samutpada, onderling verbonden zijn? Wat betekent mutual enquiry, het samen de vraag stellen, voor een gemeenschap? Hoe breng je dat in praktijk? Hoe kan je, zonder dwang, heel langzaam, niet forceren, “iets” laten gebeuren? Open zijn, in de ruimste zin van het woord. Vanuit het unieke, dat je niet kan vinden bij wie dan ook, waarmee je alleen bent. En toch, juist vanuit dat alleen zijn elkaar ontmoeten, van hart tot hart, als een vonk tussen twee polen, een vonk die je niet kan oproepen, die vanzelf komt, als een wonder. Zonder plaatjes te maken, alleen maar buigen voor het andere, dat je nooit zal begrijpen. Hoe verschillend we allemaal ook zijn, in de ontmoeting kan iets groeien dat we een sangha mogen noemen. En het belangrijkste: dat we elke keer weer samen de stilte in gaan, met alle vragen die we hebben.
Vragen die ook weer uit de stilte komen: Hoe voorkom je, voorkomen wij, dat het samenzijn hetzij als los zand uit elkaar valt, hetzij in vaste gewoontes blijft steken? Zonder een hiërarchie en zonder gestolde uitspraken die als dogma’s doorgegeven worden. Hoe houd je het open, met respect voor ieders unieke inbreng, met een levende discipline?
1
geschreven naar aanleiding van 25 jaar Maha Karuna, en 3 jaar Zen Groep Breda
2
Hoe blijf je bij het buigen, bij een ontmoeting met open hart, zonder oordeel? Hoe ga je om met woorden? Hoe blijf je bij de essentie die je juist niet kan verwoorden, die voorbij alles is wat we kunnen vastpakken?
Zittend op je kussen, in eenzaamheid, vol twijfel: waarom zit ik, pas ik hier wel, zoveel mensen om me heen, waarom doe ik dit? Zittend in een groep, in Steyl of waar dan ook, kun je je soms zo verschrikkelijk alleen en eenzaam voelen, als de bodem dreigt te verdwijnen, de muur om je heen geen centimeter wil wijken. Soms wijkt de muur even, diep verzonken op je kussen. Of ’s morgens vroeg in Steyl, lopend van de broeders naar de zusters. Soms mag je het wonder van de ontmoeting in stilte ervaren: hoe je met elkaar een band krijgt door samen in stilte te zitten. Soms springt die vonk even over naar je buurvrouw of buurman. Soms komt de bezorgdheid boven over de continuïteit van ons samen zitten, “slechts” geïnspireerd door het vertrouwen dat Ton uitstraalt en verwoordt in zijn teisho’s en persoonlijke ontmoeting. En door zijn geloof in het wonder dat kan ontstaan door in stilte te zitten en te blijven bij de vraag. Dat zo mooi wordt uitgedrukt als Ton na het zingen de diepe dankbaarheid uitspreekt voor al de levende wezens die dat geloof en verlangen hebben doorgegeven aan elkaar, inclusief zelfs het kleinste grasje. Hoe kunnen we de bloem in onszelf ontdekken die Ton aan ons “doorgeeft”, al is er niets door te geven? En die bloem samen delen, al is er niets te delen? Wat is mijn reactie en hoe reageren we samen? Durf ik ja te zeggen, toevlucht te nemen en dat ja vast te houden? En bij de vraag, in de paradox, te blijven? En van daaruit, alleen en toch samen, op pad gaan, op die smalle middenweg, zonder naar links of rechts te gaan om te schuilen; noch in regels en vastigheid, noch in een ijl isolement met gelijkgestemden. Geduld hebben om heel langzaam, met volle 100% inzet, zonder te forceren, te groeien. Waarbij iedereen de sangha draagt, ieder op zijn eigen manier.
Samen vorm geven aan die vreemde eerste gelofte. Bevrijding die iedereen omvat en begint bij mij en de ander, op deze plaats, vlakbij. Elkaar bevrijden, is dat mogelijk? Wat betekent onze sangha in een samenleving die lijkt te desintegreren, het roer kwijt is? Zijn we wakker? Kunnen we het diepe verlangen naar bevrijding van je ware zelf en een wereld bouwen waarin iedereen waarachtig en in heelheid kan leven, in al onze onbeholpenheid en tekortkomingen, een heel klein beetje vorm geven? In de wereld, dag na dag? Als sangha?
3
Verlangen naar de genade die bloem in jezelf te ervaren en dat te delen. En van daaruit te functioneren in de maatschappij, op de overvolle ‘marktplaats’. En ook daar bij de vraag te blijven: wat ga ik doen?
Telkens weer proberen de tak van de boom los te laten. Het lijkt vaak onmogelijk, en toch: steeds weer opnieuw proberen. Vanuit vertrouwen, vol twijfel en met een open hart. Met alle risico’s en valkuilen. Met de pijn van niet begrepen worden, teleurgesteld zijn in jezelf en in de ander. En dan toch de moed “krijgen” om te blijven zitten en je weer open te stellen. Samen zingen, soms naar elkaar luisteren in het donker langs de Maas, een glimlach op de gang en elke keer weer samen de stilte in gaan, met alle vragen die we hebben. Eindeloos samen op pad en onuitsprekelijk thuis.
4
Geluk Harry
Ons hele leven staat in het teken van zoeken naar het geluk. Iedereen zoekt geluk. We streven daarvoor verschillende doelen na, bijv. een carrière, gezondheid, het verdienen van een goed salaris, een fijne relatie, kinderen, een mooi huis en mooie spullen. Uiteindelijk hopen we dat deze dingen ons gelukkig zullen maken. Dat streven naar geluk is menselijk. Dieren doen dat niet, die leven gewoon. Ik ken geen mens die niet gelukkig wil zijn. De grootste boef wil dat. Die kiest misschien wel de verkeerde weg, maar hij denkt toch dat hij er gelukkiger van wordt. We denken vaak dat we alleen gelukkig kunnen worden als mensen en spullen (geld) er aan willen meewerkten. Je hebt bijvoorbeeld een geliefde nodig om gelukkig te zijn. Die moet er mede voor zorgen dat je gelukkig kan worden. Of een nieuwe auto maakt je gelukkig, of dat huis, of die leuke vakantie. “Als ik nou maar veel vrienden of genoeg geld heb”, denk je soms. En als dat dan toch niet schijnt te helpen willen we meer, steeds maar meer. We vinden vaak dat de omstandigheden belangrijk zijn, de mensen om ons heen. Als dat allemaal maar goed zit. Maar in de praktijk zijn die juist onzeker, veranderlijk en niet door ons te sturen, of in de hand te houden. Spullen gaan kapot of raken zoek. Mensen gaan hun eigen weg of stellen ons teleur. Kunnen niet meer aan onze verwachtingen voldoen of gaan weg uit ons leven.
Steeds weer vinden we een beetje geluk. Proberen het vast te houden en raken het dan weer kwijt. Het lijkt wel of elk geluk naar verloop van tijd weer gevolgd wordt door verdriet of teleurstelling. Als ik goed kijk bij mijzelf, heb ik altijd blijvend gelukkig willen zijn, in ieder geval zo lang mogelijk. Daarbij was het belangrijkste mijn geluk: mijn gezondheid, mijn kinderen, mijn vriendin, mijn huis, mijn vrienden, mijn spullen, mijn financiën, mijn toekomst.
5
Maar ook…. mijn spirituele weg, mijn levenspad, mijn leraar, mijn overtuigingen. Het klinkt confronterend, maar als ik eerlijk bent, gaat het bij mij ongemerkt nogal eens om mijzelf. En als er in die dingen van mij iets fout gaat, zit ik er maar mooi mee. Praat daar dan honderd over uit en wil er alle aandacht voor. Mijn gedachten blijven er aan vast zitten. Maar ook mijn zorgen, verdriet, teleurstelling, boosheid, al die nare dingen. Gaat het zo niet min of meer bij ons allemaal ? Laten we het nu eens anders proberen, want misschien zitten we wel op de verkeerde weg, net als die boef die ook gelukkig wil zijn. We kunnen het altijd proberen niet? Dan weten we dat tenminste. We draaien het om, slaan een andere weg in. Het draait nu niet meer op de eerste plaats om mij, maar om jou, om jouw geluk. Niet ik ben voortaan het aller belangrijkste in mijn leven maar jij en jij is iedereen die ik tegen komt. Dus niet één speciaal persoon, maar iedereen. Ik wil voortaan niet meer afhankelijk zijn van al die uiterlijke omstandigheden waarin ik leef, van al die spullen en mensen, en me daar soms erg druk om maken. Ik wil er van genieten en er goed voor zorgen zolang ze er zijn en als ze er niet meer zijn: ook goed. Dan geniet ik van iets anders, geniet ik er bijvoorbeeld van dat jij gelukkig bent. Dat vraagt wel, dat ik niet op de automatische piloot leef, want dan zal ik onherroepelijk vervallen in het oude patroon. Ik moet opmerkzaam blijven bij wat ik doe, alles doen met aandacht. De dingen die ik doe, moeten niet alleen meer op mezelf gericht zijn, ook niet toch nog stiekem een beetje. Onbaatzuchtig dus. Ik hoef er niets voor terug. Want het gaat nu voortaan op de eerste plaats om jou. Ik zeg geen dingen meer die jouw geluk belemmeren. Ik roddel niet over jou, spreek ook geen kwaad over je, en klets niet zomaar wat over jou. Ik wil juist handelen en juist spreken. (8-voudige pad) In het woordenboek betekend beoefenen, zich toeleggen op. Ik ga dit beoefenen, doe jij ook mee ? Het zal niet meevallen hoor. We zullen vaak weer in het oude patroon terugvallen. Maar we blijven het proberen. Misschien worden we alle twee blijvend gelukkig.
6
Zazen en bomen Andrew
Vanachter mijn houten bureau kijk ik door het venster van de protestantse dorpskerk uit op groene weiden met de statige volgroeide eikenbomen. Het is herfst en de bladeren kleuren geel en oranje. Dit Gelderse dorp ligt in een gebied dat bekend staat om zijn eiken. Het gadeslaan van deze stille rustige verandering van het seizoen en mijn afstemming op het ritme ervan wordt algemeen beschouwd als Keltisch in het Keltische boeddhisme. Het is de ervaring van de verbinding met de natuur, die voortdurend in beweging is - een manier om eenvoudig te leren er in mee te bewegen en zelfs te vieren als de dans van de vergankelijkheid in de mandala van de natuur .
De Kelten bereikten in die tijd over het algemeen geen hoge leeftijd maar hierdoor werden zij niet fatalistische of depressief. In hun cultuur en hun kunst wordt hiervan getuigenis afgelegd. Het waren krijgslieden die gewend waren te vechten om te overleven, ze kenden de dreiging van oorlog en vijanden, en hun liederen en legenden hadden een brutale, snoevende toon van een volk dat prat ging op zijn roofzucht en hield van zijn eigen welbespraaktheid. Voor hen waren het leven en de dood nauw met elkaar verweven, met veel ‘ijle plekken’ tussen deze beide. Zij hebben zich over geheel Europa verspreid en hebben ook eens hier in Gelderland tussen de oude eiken geleefd.
Ik moest denken aan de tijd toen ik nog als trappist in Noord Ierland leefde, naar de abdij winkel liep en bij de ingang een poster zag hangen met wel twintig gezichten van waterspuwers. De ondertitel luidde: ‘De riviergoden van Ierland’. Hoe was het in godsnaam mogelijk dat een degelijke poster in een winkel van een Rooms katholieke abdij in Ierland hing. En van wie waren deze gezichten en waar leefden zij?
Wijlen Chogyum Trungpa, een invloedrijke boeddhistische meditatie leraar en stichter van het Keltische boeddhisme zag deze plaatselijke energieën als het westerse equivalent van de oorspronkelijke Tibetaanse godsdienst Bon genaamd. Zij worden geassocieerd met bepaalde plaatsen in de natuur, in de rivieren en in de lucht. In Tibet staan de meer oorlogszuchtige goden bekend als dralas. Het woord drala heeft een relatie met het woord
7
godheid (deity) en staat voor een natuurkracht die tegelijkertijd werkzaam is in de wereld van de verschijnselen maar ook een aspect is van ons eigen zuivere bewustzijn. Trungpa was zielsbedroefd door het verlies van de grote drala tradities in Europa. In zijn traditie wordt het spirituele pad afgebeeld als een strijdveld met valkuilen die gelijkstonden aan het type bedreigingen waar de Keltische helden in hun heldhaftige krachtmetingen mee te maken kregen: het gif van de arrogantie, de valstrik van de twijfel, de hinderlaag van de hoop en de pijl van de onzekerheid. Hier is de vijand het ego en zijn projecties. Het machtigste wapen is de openheid dat samen met het eindeloze geduld onmiddellijk resultaat oplevert. Fe overwinning is de overwinning op oorlog en agressie. Keltische stammen waren oorlogsstammen en het is deze basis houding van moed die het Keltisch boeddhisme bovenal opnieuw wil aanwakkeren voor de spirituele ontwikkeling in het huidige moderne leven. Het leven is al zo kort en aan een proactieve strijdbare moed heeft men dan het meest.
In het sjamanistische aspect van het Keltisch boeddhisme werkt men met spirituele realiteiten van een andere orde. De sjamaan bij de oude Kelten was bekend als een druïde. De naam druïde wordt vertaald als ‘ kenner van de eik’ Er wordt gezegd dat het leerlingschap van een druïde wel twintig jaar kon duren. Een vraag die op deze zonnige herfstochtend, kijkend naar de indrukwekkende eiken bij mij opkomt is: wat duurde er nou precies zo lang?
Het druidisme is dikwijls gekarakteriseerd en terzijde geschoven als een fantasierijke hobby van excentriekelingen. Maar wat leraren in die tijd mondeling hebben doorgegeven aan hun leerlingen is nog steeds een levende spirituele, toegankelijke werkelijkheid. Als waardige gids was de druïde in staat om zijn angst opzij te zetten en zijn of haar wezen in volledige openheid aan de student te tonen. Door zo’n radicale daad van moed bestond de mogelijkheid dat er een plotselinge leemte in het normale denkpatroon van de student kon optreden. Je zou dit de ‘ijle plek’ van de geest kunnen noemen, daar waar de Geest plotseling kucht en het denkproces onderbreekt. Het resultaat is kennis van het niet-weten, een verheven kennis, die ware kennis is. Het is de kennis van leven en dood tegen een achtergrond van het onoverwinnelijk innerlijk licht dat het vermogen heeft een radicale omslag in het denken, zelfs in de woordenschat te bewerkstelligen. Deze wijsheid is de basis van de maatschappij en de tradities van het Oosten. Maar de Boeddhistische monniken trokken al naar het pre -Christelijke Keltische europa, zoals ook bekend is dat de druïden en de Kelten tenminste tot aan Griekenland hebben gereisd.
8
Zen -boeddhistische scholen gebruiken zelfs nu nog raadsels en verhalen als devies om tegenstribbelende monniken uit hun gewone dualistische denken te halen. Een zo’n raadsel wordt ‘de eikenboom in de tuin,” genoemd. Een monnik vroeg aan meester Chao Chou:’Wat is de betekenis van de komst van de patriarch naar het westen? Chao Chou antwoordde: ‘De eikenboom in de tuin.’Later stelde de monnik dezelfde vraag opnieuw en Chao Chou gaf hetzelfde antwoordde maar voegde er krachtig aan toe:‘Kijk ernaar!’
Het Keltische Boeddhisme maakt gebruik van deze mondelinge traditie om de specifieke druidische manier van kijken en zien te onderrichten. Hierdoor wordt het mogelijk om naar de werkelijkheid te kijken voorbij de vorm en een non-dualistische interpretatie van de wereld vast te stellen. Kijken op een nieuwe manier betekent ook denken op een nieuwe manier over de wereld en over de plaats van de mens in die wereld. Maar deze ogenschijnlijke nieuwe manier van kijken is in feite een oude, vergeten manier, die de kern van de spiritualiteit van de Kelten vormde en van de wijsheid, die de druïden bezaten. Terwijl zij probeerden deze met allen te delen vraagt een individuele kennis om discipline, oefening en de moed van een krijger die het spirituele pad is toegewijd. Het vraagt om de confronterende vertrouwelijkheid die inherent is aan de juiste leraar-leerling relatie..Wanneer je de wereld ziet vanuit een plaats, aan de wereld en aan de vergankelijkheid voorbij zijn alle schepselen dralas. We kunnen er op uit gaan om hen te ontmoeten en met hen te werken als ‘verlichte krijgers’ of we kunnen ervoor kiezen onwetend te blijven en onze eigen schaduw overal op te blijven projecteren. Maar door het geduldig aanleren van stilte en intensiever kijken naar het ritme van de natuur, hoeft het leven en de dood ons niet in de greep van de angst te houden. In deze moderne, draadloze tijd waarin de nakomelingen van de Kelten zich wijd en zijd over de aarde hebben verspreid, blijft de eik toegankelijk en onveranderd, zijn wortels reiken diep tot in de zachte, vruchtbare aarde van ons collectieve geheugen, de non-dualistische geest. De geestesstroom van Chogyam Trungpa wordt nu nog steeds over het graf heen aan ons overgedragen en kan ons meenemen voorbij aan de angst.
www.longinglook.org
9
Illusie
column van Harry
Ik heb een open haard gekocht en in de huiskamer geïnstalleerd. Heel gezellig. Heb ik altijd al graag gewild. Vuurtje wat brandt. Echt een lekker sfeertje. Ik geniet er echt van, elke dag weer………. Nou ja, het is niet echt een open haard, als ik eerlijk ben. Het is namelijk niet open, want er zit een glasplaat voor. Je ziet het vuur dus achter een glasplaat. Dat is wel beter hoor, geen brandgevaar. Nou ja, het is ook geen echt vuur. Ik heb namelijk geen schouw in mijn flatje. Dus geen afvoer. Ook geen gas. Alles is hier elektrisch . Dus is het vuur van de open haard ook elektrisch. Het is dus geen echt vuur, geen echte vlammen. En ik kan het met een knop aan en uit zetten. Erg gemakkelijk . Mijn open haard is een perfecte illusie en ik geniet er volop van. En … de illusie is voor mij niet minder dan echt hoor. Het is een heerlijke illusie. En met een knop zet ik de illusie weer uit. Er blijft dan iets heel anders achter die zwarte glazen plaat, dan wat ik eerst zag. Maar het is in ieder geval geen vuur. Ik ben op deze aarde geboren, door mijn ouders ‘geïnstalleerd’ en als onafhankelijk, zelfstandig persoon geprogrammeerd en opgevoed. Prima, ik geniet er van, van dit leven. Nou ja, ik ben niet echt een onafhankelijk persoon natuurlijk. Ik ben helemaal afhankelijk van de mensen en de dingen om me heen. Zonder andere dingen en mensen kan ik er niet zijn. Stel je voor dat ik er alleen was en verder niets, dat kan natuurlijk niet. Je ziet mijn “onafhankelijkheid” dus eigenlijk alleen maar in een context en in afhankelijkheid van al dat andere. Ik ben er één mee. Als “onafhankelijk ik” ben ik een illusie. Een perfecte illusie. Gezien door een andere perfecte illusie, dat ben jij. Samen versterken we die illusie. Samen zijn we de geweldige illusie van twee onafhankelijke personen, die ik niet zou willen missen. Maar wat blijft er als deze knop wordt omgedraaid……… De illusie verdwijnt in het niets en alles blijft zoals het echt is, altijd.
10
Dwaasheid, al dat zoeken Tom
Twee gedichten van Beckett naast Koan 41 en een uitspraak van Linji.
Mijn zoektocht naar de Geest. Ondervinden wat dat niet is, niet zoeken maar loslaten. Ervaren, door alles los te laten, één brok twijfel te worden en bij de vraag te blijven. Wie ik ben, waarom ik ben en waartoe ik ben. Voorbij de ratio, de woorden, de symbolen, de rituelen, in de werkelijkheid die je ziet, hoort, voelt. De schat in jezelf vinden voorbij alle zoeken. Bij de paradox blijven. Zonder oordeel ja zeggen, vrij zijn én verbonden zijn met de hele kosmos: de eikenboom, de strontstok, de deurposten, een hoop vlas, een te zwaar hemd of wat dan ook op dat moment werkelijk aanwezig is. En, terwijl ik dit opschrijf, zit ik er naast, dit is het (ook) niet.
Het hele oeuvre van Beckett draait rond die vraag: wie, waarom en waartoe ik ben, wij zijn. Door alle ballast te verwijderen tot er (bijna)niets overblijft. Beckett lijkt nooit de poortloze muur te passeren. Hij lijkt elke keer opnieuw te falen, en blijft proberen. Beide gedichten heeft hij oorspronkelijk in het frans geschreven, de eerste met de titel: “La”, “Daarginds”, welk woord de twee gedichten verbindt. Daarginds en tegelijkertijd er al zijn. Het tweede gedicht heeft de titel “Comment dire”, “Hoe het te zeggen”. Ik volg in mijn vertaling zijn engelse versie: “Go where never before” en “What is the word”.
Onderweg en toch thuis Eindeloos onderweg, toch je thuis nooit verlaten. Je thuis verlaten en toch niet onderweg. Wie van de twee? Linji
Ga waar nooit eerder geweest Niet eerder daar dan daar altijd Doet er niet toe waar niet geweest Niet eerder daar dan daar altijd Beckett
11
Waar is mijn geest, wat is het woord? ‘De geest van uw leerling heeft nog geen vrede. Ik smeek u, breng hem tot rust ’Breng me je geest en ik zal hem vrede geven!’ ‘Ik heb naar mijn geest gezocht , maar ik kon hem niet vinden’ ‘Ik heb hem volledig voor je tot rust gebracht.’ Bodhidharma en de vrede van de geest, koan 41 uit de Mumonkan
Als je ’s nachts in eenzaamheid wanhopig naar het plafond staart of twijfelend blijft zoeken, hoor je dan die innerlijke stem, die je uitnodigt een stap te zetten? Terwijl je niet in staat bent je te laten vallen in dat stille midden, maar blijft hangen, loerend, links van je een schuilplaats in het donker, rechts een schuilplaats in de mist. Ga je dan toch naar geen van beiden. Blijf je tastend voorwaarts gaan, in het donker, naar binnen, naar thuis en naar buiten, onderweg.
Dwaasheid lijkt het, om keer op keer toch te proberen door de muur heen te breken, dat (keer)woord te vinden, langzaam, met uiterst kleine stapjes, weggezakt in een vage innerlijke dialoog, niet zozeer denken maar scheppen, vanuit het bijna onderbewuste, uiterst zorgvuldig een woord kiezen. Dwaasheid lijkt het, om, terwijl je om je heen kijkt, te verlangen naar, de behoefte te voelen om, toch, zo lijkt het, een niet meer dan nauwelijks vluchtig te noemen indruk te krijgen, van wat ver weg daarginds, van, wat? Dwaasheid? Daarginds en er al zijn? Bij de vraag te blijven? Toegeven dat je het niet weet? “Ik weet het niet, ga terug naar je plaats, en doe de afwas”. opnieuw proberen, opnieuw falen? Of geen van beiden: scheppen uit het niets. Of, zoals Linji zei: Wanneer je niet zoekt hoor je de mysterievolle klanken in je oren.
Eindeloos samen op pad en onuitsprekelijk thuis.
Wat is het woord, een gedicht om langzaam, hardop, te lezen, het onnoembare voorbij de woorden te ervaren en daarna lang stil zitten.
12
dwaasheid – dwaasheid om te – om te – wat is het woord – dwaasheid om vanuit dit – al dit – dwaasheid om vanuit al dit – gegeven – dwaasheid gegeven al dit – gezien – dwaasheid gezien al dit– dit – wat is het woord – dit dit – dit dit hier – al dit dit hier – dwaasheid gegeven al dit – gezien – dwaasheid gezien al dit dit hier – om te – wat is het woord – zien – een glimp ontwaren – meent een glimp te ontwaren – de behoefte te menen een glimp te ontwaren – dwaasheid de behoefte te menen een glimp te ontwaren – wat – wat is het woord – en waar – dwaasheid de behoefte te menen een glimp te ontwaren van wat waar – waar – wat is het woord – daar – daarginds – verweg daarginds – in de verte – in de verte verweg daarginds – vaag – vaag in de verte verweg daarginds wat – wat – wat is het woord – gezien – al dit dit – al dit dit hier – dwaasheid om te zien wat – een glimp ontwaren – meent een glimp te ontwaren – vaag in de verte verweg daarginds wat – dwaasheid de behoefte te menen een glimp te ontwaren van vaag in de verte verweg daarginds wat – wat – wat is het woord – wat is the woord –
13