Maandblad : Jaargang 25
09
September2009
Afinas Uitgeverij BVBA Afgifte Aalst Mail
DEZE MAAND p 4. Aandelen aan toonder p 4 Limited Compagnie p 6 Uw Pensioen p 8 De Euro Obligatiemarkt p 12 Gestructureerde belegging met gegarandeerd kapitaal p 12 Eeuwigdurende obligaties p 14 Verhoging tewerkstellingspremie voor 50+ p 14 De fiscus en de bedrijfswagens
Vaste rubrieken: P2 P3
Technische analyse Economisch overzicht Maandoverzicht / topic van de maand P 15 Portefeuille
AFINAS Financiële Planning infolijn : 053/ 78. 00. 52 E-m ail :
[email protected] Voor al Uw persoonlijke vragen
Aalst Boudewijnlaan 137 b3 9300 Aalst Tel : 0475/83.44.35 Fax : 053/70.25.72
[email protected]
Zoektocht naar 20 miljard euro We hebben sinds lang toch één punt waar alle regeringen van dit land het over eens zijn: de begrotingstekorten moeten tegen 2015 weggewerkt zijn. Uiteraard is het veel belangrijker niet te kijken naar de cijfers maar naar wat erachter ligt. Laat ons éénmalige ingrepen vermijden, we hebben structurele hervormingen nodig! De Wetstraat roept dat de verantwoordelijken voor de crisis de rekening moeten betalen: de banken. Dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan: zijn het alle banken, ook de spaarinstellingen, hypotheekkantoren,..? Vergeet niet dat het geld dat de regering in de banken heeft gestopt een fikse kostprijs heeft: doorgaans is dat aan een rente van 8% én heeft de overheid aandelenparticipaties gekregen. Na de recente beurshausse kunnen deze aandelen al met winst verkocht worden. Men mikt ook een bijdrage van de energiesector maar GDF Suez heeft (terecht) al aangekondigd zich hierbij niet neer te leggen. De derde denkpiste is een beperking van de notionele intrestaftrek. Hierbij wordt geredeneerd dat een groot deel van het fiscale voordeel naar de banken vloeit. Vergeten we niet dat de notionele intrest in het leven werd geroepen als compensatie van de afschaffing van de coördinatiecentra. Laat ons realistisch zijn: ons land heeft nood aan investeringen, wie steekt er nu nog geld in België als de belastingsdruk tot de wereldtop behoort en de diverse regeringen de gekst mogelijke taksen blijft invoeren. We verwijzen hierbij dikwijls naar het zieltogende Ierland van 10 à 15 jaar geleden. Toen daar de bedrijfsbelastingen beperkt werden tot 10% kon men de investeringen niet meer bijhouden. Nu nog zijn de grootste research en productiecentra van Europa van bijvoorbeeld Microsoft, Intel en Novartis in dat land te vinden, goed voor tienduizenden banen. Ons land staat alleen sterk in ter dood opgeschreven industrie- takken: na de steenkool en staal industrie verliezen we onze autobedrijven! Alleen de farma blijft over! Elke job brengt de staat 20.000 euro op, een werkloze kost ons 15.000 euro. Een belastingverlaging betaalt dus zichzelf! Ondertussen moet men het geld halen waar het zit: bij de staat en niet bij de mensen of de bedrijven!! Maak van alle overheden en overheidsdiensten (ook de vakbonden) NV’s met een open boekhouding. Je hoeft geen crisismanager te zijn om milarden te besparen!! Vervolg pagina 16
Nieuwsbrief voor UW financiële planning
Technische Analyse DJ EUROSTOXX 50 (2.887,24) Bekijken we de beursgrafiek van vóór de financiële crisis: de beurs steeg sinds maart 2003 tot juli 2007. Eind 2007 kwamen de eerste berichten van economische groeivertraging en we vielen terug tot 3680, de opvering tot 3880 werd gevolgd door de berichtgeving over de instortende huizenmarkt in de VS zodat we in juni zakten naar 3160. Toen de crisis zich uitstrekte tot de rest van de wereld zakten we naar 3080. De bankencrisis bracht ons in twee bewegingen naar 1800. De eerste stijging (tot 2550) is dus niets meer dan het terugwinnen van de liquiditeitstekorten die ontstonden doordat de banken elkaar niet meer vertrouwden. De tweede beweging van 2300 tot heden toont dat de markt méér vertrouwen krijgt in de economie. Er ligt nu weerstand op 3080 maar we zien de koers doorstoten tot 3450.
DOLLAR (14717,) De USD verzwakt en ging door een dubbele top (1,44). De weerstand staat nu op 1,4830. De fikse opstoot die volgde op een patroon van diverse hoger bodems zorgt ervoor dat een trendommekeer het moeilijk zal krijgen.
KORTE TERMIJNRENTE (0,762) De rente blijft nog altijd dalen. We zagen het stijgingpercentage al terugvallen maar er is nog altijd geen consolidatie te zien. Er komt een opstoot maar eerst kunnen we nog lichtjes lager.
OLIE (71,25) Ondanks een dalend dollar blijft de olieprijs stabiel: dus tov de sterke munten is de prijs gezakt! De top van half juni werd na een ‘valse’ reactie doorbroken maar we consolideren. De kans op een verder doorbraak is groot. Conclusie: De beurzen zullen hoger gaan. De korte termijn rente kan niet veel meer lager. De dollar is op kort termijn te fel verzwakt zodat een stabilisatie zich opdringt. De olieprijs houdt zich gereed om verder te stijgen. Als het economische hertsel zich doorzet kan de beurs nog 20% hoger en zal ook de rente aantrekken. Afinas Persoonlijke Financiële Planning
september 2009
2
ECONOMISCH OVERZICHT KOERSEN TABEL BEL 20 DJ eurostoxx 50 Amsterdam: AEX Amerika : Dow Jones Ind Amerika : Nasdaq Composite Tokyo Nikkei Rente: EUR libor 3 m Rente : USD 3 m T Bill Rente : Euro 10 j BRD Rente : VS 30 j Deviezen: EUR/USD Olie : Brent (USD/vat) Goud : (USD/ounce)
18/09/2009 2.499,45 2.887,24 313,63 9.820,20 2.132,86 10.370,54 0,762 0,08 3,368 4,185 1,4717 71,25 1.010,55
MAANDOVERZICHT Hoewel heel wat marktanalisten vinden dat de beurzen te snel en te krachtig stijgen sinds maart 2009 blijft de tendens positief. Diezelfde partijen waarschuwden ons eerder al dat men te rap vooruitloopt op een economisch groeiherstel. We gaan hiermee niet akkoord: de beurs heeft tot heden alleen maar zijn ‘liquiditeits’ premie teruggewonnen die men verloor in het bankendebacle (zie p2)! In april hadden we een koersdoel van 2850 vooropgesteld voor de Eurostoxx 50 we verhogen dat doel nu naar 3.360 binnen 6 maand. Opmerkelijke deze maand is de verzwakking van de dollar. Opmerkelijk want terwijl de rente in Europa verder daalt stabiliseert die in de VS. We vermoeden dat de FED naar een goedkope dollar streeft om de export van de VS aan te zwengelen en zo de zwalpende economie te steunen. Ondanks die goedkope USD blijft de olieprijs hangen. Er is nog te veel voorraadafbouw.
TOPIC VAN DE MAAND: Einde recessie in Europa? De EU verwacht dat dit jaar de economie zal krimpen met 4%. Dit cijfer is hetzelfde als in de laatste prognose van mei ll. Terwijl men nu ziet dat de krimp in het eerste semester verder ging dan verwacht lijkt de tweede jaarhelft het beter te doen dan werd aangenomen. Alleen in Spanje zal de economie verder verzwakken in kwartaal drie en vier. Ook NeAfinas Persoonlijke Financiële Planning
1/01/2009 1980,77 2536,47 258,23 9034,69 1632,21 8859,56 2,86 0,05 3,67 2,81 1,39 40,15 874,5
1/01/2008 4114,46 4339,25 509,77 13043,96 2609,62 15307,78 4,66 3,28 4,67 4,45 1,47 94,3 846,75
1/01/2007 4368,18 4182,12 501 12474,52 2415,29 17354 3,72 4,88 4,17 4,78 1,33 60,49 639,75
derland blijft dit kwartaal verzwakken. De laatste studie die zich beperkt tot de grotere landen ziet men de Duitse economie met 5,1% achteruitgaan, de Italiaanse met 5%, Spanje met 3,7%, Frankrijk met 2,1% en Nederland met 4,5%. Commissaris van Economische Zaken Almunia zegt dat de situatie verbetert danzij de ongeziene geldbedragen die de overheden en centrale banken in de economie pompen. De herstelmaatregelen en de hervormingen van de financiële sector moeten ook in 2010 worden verdergezet. Belangrijk hierbij is dat het de banken mogelijk wordt gemaakt om tegen redelijke voorwaarden kredieten te verstrekken zodat zowel ondernemingen als families hun investeringen kunnen doorvoeren. Daarnaast moeten de overheden geloofwaardig overkomen door met een gecoördineerde (Europese) strategie de overheidsfinanciën te saneren en de nodige middelen vinden om de groei van Europa aan te wakkeren en zo ook de werkloosheid naar benden te krijgen. Experts raden aan tot voorzichtigheid want als de economie alsnog terugvalt kan het pas ontluikende optimisme snel omslaan. Anderen (waaronder Afinas) verwachten dan weer dat het herstel én het vertrouwen sneller zal terugkeren. Conclusie: De beurzen kunnen verder stijgen hoewel een tussentijdse (weliswaar beperkte)correctie niet valt uit te sluiten. Het is wachten op een stabilisering én stijging van de Europese rente. Indien daarvóór de dollar rente niet is gestegen naar pakweg 0,75 kan de dollar zwak blijven. september 2009
3
AANDELEN AAN TOONDER Veel familiebedrijven maken zich zorgen over de verdwijning van aandelen aan toonder. Men kan zich afvragen of deze bezorgdheid wel gerechtvaardigd is. Schenkingen moeten volgens het Burgerlijk Wetboek normaal gebeuren via notariële akte. Dit brengt met zich mee dat er schenkingsrechten verschuldigd zijn. Deze regel geldt niet voor aandelen aan toonder, die om deze reden van oudsher een ereplaats in de successieplanning van familiale ondernemers innemen. Vermits aandelen aan toonder zogenaamde lichamelijke roerende goederen zijn, kunnen zij immers het voorwerp uitmaken van een handgift. Fundamenteel kenmerk van een handgift is dat er geen schenkingsrechten op verschuldigd zijn waardoor het één van de goedkoopste planningstechnieken is. Hoogstens is een vast recht van 25 EUR verschuldigd op het bewijs dat van de handgift wordt opgemaakt en dat ter registratie wordt aangeboden. Indien de handgift , ondermeer door deze registratie of door andere technieken zoals het opmaken van bankdocumenten, een (semi) vaste datum heeft verworven, volstaat het dat de schenker nog drie jaar leeft na de handgift opdat het vermogen kosteloos van de ene generatie naar de andere overgaat. Indien er tussen schenking en overlijden drie jaar overbrugd wordt, zijn er ook geen successierechten meer verschuldigd. De handgift is echter geen lang leven meer beschoren. Vanaf 1 januari 2008 mogen al geen nieuwe aandelen aan toonder meer uitgegeven worden. Bestaande aandelen aan toonder moeten verdwijnen tegen 31 december 2012 (als ze uitgegeven zijn tussen 23 december 2005 en 1 januari 2008) of 31 december 2013 (als ze uitgegeven zijn voor 23 december 2005). Betekent de verdwijning van aandelen aan toonder – een oude socialistische droom – echter dat er helemaal geen schenkingen meer kunnen doorgevoerd worden zonder dat er schenkingsrechten verschuldigd zijn ? Dit is niet het geval. Er zijn nog heel wat goedkope technieken ter beschikking van diegene die zijn successieplanning wil regelen via schenking van aandelen op naam. Afinas Persoonlijke Financiële Planning
Vooreerst blijft de schenking voor een buitenlandse notaris een valabel alternatief. Vooral de Nederlandse route, die met zich meebrengt dat er geen schenkingsrechten verschuldigd zijn, zal populair blijven. Enige kost is het ereloon van de Nederlandse notaris. Wat subtieler is de onrechtstreekse schenking van aandelen op naam. Bij onrechtstreekse schenking grijpt meestal eerst een verkoop van aandelen plaats, die gevolgd wordt door een kwijtschelding van de schuld. De verkoop moet wel reëel zijn. Ook op dergelijke operatie zijn er geen schenkingsrechten verschuldigd. De vraag is evenwel of alle technieken, waarbij geen schenkingsrechten betaald worden, op vandaag nog aangewezen zijn. Bij alle schenkingen zonder betaling van schenkingsrechten moet de schenker immers nog drie jaar in leven blijven. Anders zullen er bij overlijden binnen de drie jaar na de schenking meestal successierechten verschuldigd zijn. In Vlaanderen kan er tussen personen die zich in rechte lijn tot elkaar bevinden geschonken worden via een notariële akte waarbij slechts 3 % schenkingsrechten verschuldigd zijn. Groot voordeel van deze schenking is dat er na de betaling van de 3 % schenkingsrechten hoe dan ook geen successierechten meer verschuldigd zijn, ongeacht of de schenker nog drie jaar leeft. Voor familiebedrijven is financiële planning gewoon een must! Toch hebben de meeste families nog geen enkele stap gezet. Waarom wachten tot 2012? Onze Belgische politiek, toch geen voorbeeld van continuiteit en standvastigheid kan immers alle achterpoortjes verder sluiten!! Er zijn meer dan genoeg mogelijkheden om je aandelen over te dragen mét behoud van de volledige controle, vruchtgebruik enz...
LIMITED COMPANY Sinds een aantal jaren zou volgens sommige boekhoudkantoren de vennootschapsvorm «limited company» de ideale oplossing voor de toekomst zijn om de verdwijning van de anonimiteit van de deelne mingen in de vennootschappen naar Belgisch recht op te vangen. De laatste jaren wordt de Engelse limited company (ltd) vaak voorgesteld als het ideale vehikel, inzonderheid voor dienstverleners.
september 2009
4
Het is immers nuttig om weten dat het sinds september 2003 mogelijk is om in België een onderneming op te zetten in de vorm van een limited company. In een arrest van het Europees Hof van Justitie van 23 september 2003 (C167/01) werd beslist dat alle vennootschappen van de Europese Unie op voet van gelijkheid staan. Onder bepaalde voorwaarden is het dus mogelijk een limited company (ltd) bij de Belgische KBO in te schrijven, die op ons grondgebied alsdanig zal erkend worden. We wijzen erop dat de wettelijke toestemming daartoe is ingeschreven in het Wetboek van Vennootschappen (Boek IV, Titel V, Het Bijkantoor – art. 81 en volgende). Dit vennootschapstype is in België dus perfect mogelijk en de exploitant ervan zal over een Belgisch ondernemingsnummer beschikken. Er geldt geen persoonlijke aansprakelijkheid van de oprichters, zoals in de andere vennootschapsvormen naar Belgisch recht. Dit vennootschapstype lijkt een optimale bescherming voor de vennoten en een scheiding tussen de privé- en professionele belangen te bieden. Artikel 81 van het Wetboek van Vennootschappen bepaalt dat alle buitenlandse vennootschappen die onder het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie vallen en een bijkantoor oprichten in België, een aantal stukken en gegevens moeten neerleggen, waaronder : -de oprichtingsakte en de statuten;-de naam en de rechtsvorm van de vennootschap; – het adres en de werkzaamheden van het bijkantoor, alsmede de naam indien deze niet met die van de vennootschap overeenstemt; – de naam en de identiteit van de personen die de be voegdheid hebben de vennootschap te verbinden; –… Artikel 82 bepaalt dat elke buitenlandse vennootschap die valt onder het recht van een andere staat dan een lidstaat van de Europese Unie en een bijkantoor opricht in België, vóór de opening van het bijkantoor, bepaalde gegevens en stukken moet neerleggen, waaronder het adres van het bijkantoor, de werkzaamheden van het bijkantoor, de oprich tingsakte en de statuten, de naam van de vennootschap en de identiteit van de verantwoordelijke persoon, enz. Overeenkomstig artikel 84 worden de hiervoor beoogde stukken en gegevens openbaar gemaakt door neerlegging ter griffie van de rechtbank van koophandel, met uitzondering van de jaarrekening en geconsolideerde rekening die bij de Nationale Bank moeten worden neergelegd. De stukken waarvan sprake worden opgesteld of vertaald in de taal of in één van de officiële talen van de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen het bijkantoor is gevestigd. Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen, brieven, orders en andere stukken uitgaande van bijkantoren in België moeten onder meer de volgen de gegevens vermelden : de naam van de vennootAfinas Persoonlijke Financiële Planning
schap, de rechtsvorm, de nauwkeurige aanduiding van de zetel van de vennootschap, het register waar in de vennootschap is ingeschreven, in voorkomend geval, het feit dat de vennootschap in vereffening is, enz. Zij die met het bestuur van een bijkantoor in België zijn belast, zijn gehouden de in de voorgaande artikelen voorgeschreven openbaarmakingsformaliteiten te vervullen. Voordelen en nadelen Wat vaststaat, is dat het oprichtingskapitaal en de oprichtingskosten van een limited company veel lager zijn dan die van een vennootschap naar Belgisch recht. De regels op het stuk van de aansprakelijkheid van de bestuurders zijn minder streng. Er mag niet uit het oog worden verloren dat het feit dat er geen financieel plan is, in tegenstelling tot het Belgisch recht, de oprichters niet aansprakelijk stelt. Het is evenmin vereist dat de limited company activiteiten ontplooit in het Verenigd Koninkrijk. Ten slotte is het ook niet onbelangrijk dat een eventueel beroepsverbod wegens bedrieglijk bankroet of een andere strafrechtelijke veroordeling geen beletsel vormen voor het bestuur van een limited company. Al deze gegevens betreffende het gebrek aan aansprakelijkheid binnen een vennootschap van dit type, worden door de oprichters van dergelijke vennootschap stellig in overweging genomen. Wij moeten u niet vertellen welk drama dat voor de eventueel betrokken derden kan betekenen… Het moet ook niet gezegd worden dat een onder deze vorm opgerichte vennootschap zeker geen al te groot vertrouwen zal opwekken wanneer, bij behoefte aan liquiditeiten, eventuele kredietverschaffers worden aangesproken. Vaak wordt, ten onrechte, beweerd dat wie in België onder de vorm van een limited company actief is, geen belasting zou verschuldigd zijn op het grondgebied. Hoewel het waar blijkt te zijn dat in het Verenigd Koninkrijk geen belasting verschuldigd is indien geen activiteit wordt verricht, geldt dat niet in België. Het plan om een limited company op te richten wordt momenteel vaak in overweging genomen als een antwoord op de afschaffing van de effecten aan toonder, met andere woorden, om de anonimiteit van het aandeelhouderschap te bewaren. Het is echter belangrijk om weten dat die toestand slechts geldt voor zover de limited company in regel is met een aantal bepalingen van het Engels vennootschaps recht, namelijk : – het aanhouden van een zetel in Verenigd Koninkrijk («registered office»); – de inschrijving van de limited company bij een «Company House»; – de betaling van een jaarlijkse bijdrage; – de benoeming van een secretaris; – de jaarlijkse opstelling van een annual return waarin de belangrijke wijzigingen in het beheer en het aandeelhouderschap worden meegedeeld; – de jaarlijkse neerlegging van een beknopte balans, hetgeen heel wat bijkomende kosten teweegbrengt. september 2009
5
Parlementair antwoord De Minister van Justitie heeft onlangs bevestigd dat artikel 58 van het Wetboek van Vennootschappen de buitenlandse vennootschappen erkent, zodat die buitenlandse vehikels in het Belgisch recht erkend zijn en hier rechtsgeldige activiteiten kunnen ontwikke len. Volgens de Minister is het echter vereist dat in het buitenland opgerichte vennootschappen aldaar hun voornaamste inrichting hebben en dat het vennootschappen betreft die naar het recht van het land van hun voornaamste inrichting geldig bestaan. Maar vóór dergelijke vennootschap in België een bijkantoor opent, moet ze, op straffe van niettegenstelbaarheid, overeenkomstig de hiervoor vermelde bepalingen van de artikelen 81 en 82 van het Wetboek van Vennootschappen, haar oprichtingsakte neerleggen. Indien de vennootschap naar buitenlands recht haar hoofdactiviteiten in België uitoefent, zal ze, overeenkomstig artikel 110 van Wetboek van Vennoot schappen, trouwens aan het Belgisch recht worden onderworpen. Volgens recente geschriften is de Minister van Justitie van oordeel dat zich geen wijziging van het Wetboek van Vennootschappen of van de faillisse mentswet opdringt. Fiscaal regime Op boekhoudkundig vlak moet een buitenlandse vennootschap met een bijkantoor in België, jaarlijks en uiterlijk zeven maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar, haar jaarrekening en geconsolideerde rekening indienen in de officiële taal van het rechtsgebied waar het bijkantoor is gevestigd. De openbaarmaking moet gebeuren bij de Nationale Bank van België. De jaarrekening van het Belgisch bijkantoor moet blijkbaar niet worden gepubliceerd. In antwoord op verscheidene parlementaire vragen onderstreepte de Minister van Financiën dat een wijziging van de belastingwetgeving niet noodzakelijk is, aangezien het Wetboek van de Inkomstenbelastingen reeds een aantal specifieke bepalingen bevat betreffende buitenlandse rechtspersonen die in België werkzaamheden uitvoeren (cf. artikel 2, § 1, 5° WIB 1992). Als de fiscale administratie kan aantonen dat de maatschappelijke zetel, voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer in België is gelegen, zal de Belgische entiteit in de Belgische vennootschapsbelasting op haar wereldinkomen worden belast. Conclusies Het is duidelijk dat dit vennootschapstype aantrekkelijk lijkt te zijn, al was het maar om een zekere anonimiteit van het aandeelhouderschap te hervinden. Een tweede argument waarom gedacht wordt dat dit type van vennootschap aantrekkelijk zou kunnen zijn, is waarschijnlijk de kwestie van de aansprakelijkheid, zowel van de oprichters als van de bestuurders van de vennootschap. Maar wanneer het vertrouwen dat deze vennootschapsvorm bij derden inboezemt, of de eventuele fiscale voordelen, van zodra de vennootschap haar Afinas Persoonlijke Financiële Planning
voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer in België is gelegen, van naderbij worden beschouwd, moet ernstig voorbehoud worden gemaakt. Haar fiscale toestand zal dezelfde zijn als die van een vennootschap naar Belgisch recht. .Om te zien of het sop de kool wel waard is kan pas als alle alternativenen tegelijk worden vergeleken en dat doe je best met je advieseur of planner!
Pensioenhervormingen Uw wettelijk pensioen is niet alleen uw zorg, maar
UW PENSIOEN ook die van de overheid. Naar aanleiding van de problematiek heeft de regering zelfs een heuse ‘Nationale Pensioenconferentie’ in het leven geroepen. Die moet de pensioenen hervormen én versterken. In afwachting van grote aanpassingen, werden er al enkele concrete maatregelen ingevoerd. Zo werd de inkomensgarantie - een uitkering voor bejaarden die niet over voldoende middelen beschikken - in juni al met 0,8% verhoogd. Op 1 januari 2010 komt daar nog eens 1,2% extra bovenop. Ook de minimumpensioenen werden in juni met 3% opgetrokken. De zelfstandigen zagen hun minimumpensioen stijgen met 3% vanaf augustus. Meer centen én meer bijverdienen Andere reeds besliste bijsturingen zijn: -alle pensioenen die ingaan tussen 1 januari 1988 en 31 december 2003 kregen in september 2008 een aanpassing aan de welvaartsevolutie van 2%; - vanaf juni 2009 werden de rustpensioenen van de werknemers die sinds meer dan 15 jaar zijn ingegaan, met 2% opgetrokken; - alle andere pensioenen stijgen met 1,5%. De zelfstandigenpensioenen kregen een verhoging van 3% in augustus; - verder werd de solidariteitsbijdrage met ingang van 1 juli 2008 afgeschaft voor de pensioenen die kleiner zijn dan 2.053,05 EUR bruto (zonder gezinslast) en 2.373,58 EUR bruto (met gezinslast) per maand. En tot slot werden de grenzen met betrekking tot de toegelaten beroepsactiviteit met 25% verhoogd voor de rust- en overlevingspensioenen na de wettelijke pensioenleeftijd en met 8% voor de overlevingspensioenen vóór de leeftijd van 65 jaar. U kunt dus méér bijverdienen dan vroeger. De pensioenbonus: wat, wanneer en vooral: hoe-
september 2009
6
veel? Langer werken aantrekkelijker maken. Dat is de bedoeling van de pensioenbonus, een idee dat het levenslicht zag in het veelbesproken Generatiepact. Die pensioenbonus, die bovenop het wettelijk pensioen komt, krijgt u natuurlijk niet zomaar, u moet hem verdienen aan het einde van uw loopbaan. De opbouw van de pensioenbonus gaat ten vroegste in vanaf het jaar waarin u 62 wordt of vanaf het moment waarop uw loopbaan minstens 44 jaar duurt. Vanaf dan stopt de overheid voor elke dag die u extra werkt een bedrag van 2,1224 EUR (geïndexeerd) in een spaarpotje. Welkom extraatje De opbouw van de pensioenbonus is uiteraard beperkt in de tijd. Hij stopt op de laatste dag van de maand die voorafgaat aan de maand waarin uw wettelijk pensioen ingaat en uiterlijk de laatste dag van de maand waarin u 65 jaar wordt. Als uw loopbaan op dat moment nog geen 45 jaar telt, kunt u verder pensioenbonus opbouwen tot 31 december van het jaar waarin het 45ste loopbaanjaar bewezen wordt. De bonus wordt bij het pensioen gevoegd en evolueert ook net als het pensioen: zo is hij gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex. Jaarlijks kunt u zo meer dan 2.500 EUR extra aan uw wettelijk pensioen toevoegen. Verder is de pensioenbonus belastbaar en onderworpen aan de sociale inhoudingen. De wet op het Generatiepact voorziet ook een pensioenbonus voor zelfstandigen en statutaire ambtenaren. Die laatsten hebben al recht op een pensioenbonus vanaf hun zestigste. Hoeveel mag u als (brug)gepensioneerde bijverdienen? Als (brug)gepensioneerde mag u gerust bijklussen, maar toch zitten er enkele addertjes onder het gras. Vooral bruggepensioneerden moeten twee keer nadenken. Zij ontvangen immers een werkloosheidsvergoeding van de RVA én een aanvullende uitkering van de ex-werkgever. Van zodra bruggepensioneerden opnieuw aan de slag gaan, verliezen ze sowieso hun werkloosheidsuitkering. De andere vergoeding blijft behouden. Maar wat als uw nieuw loon groter is dan uw werkloosheidsuitkering? Dat lijkt op het eerste gezicht interessant: uw inkomen gaat er namelijk op vooruit. Het grote gevaar schuilt echter in de berekening van uw wettelijk pensioen... Denk (en reken) twee keer na Afinas Persoonlijke Financiële Planning
In principe houdt het wettelijk pensioen rekening met het loon dat u verdiende vóór uw brugpensionering. Maar als u later opnieuw aan de slag gaat, vervalt die berekeningsbasis en wordt er uitgegaan van uw nieuw loon. Mogelijk bent u daardoor een heel stuk slechter af. Ook gepensioneerden moeten uitkijken: als de beroepsinkomsten een bepaalde grens overschrijden, dan kan het wettelijk pensioen verminderd of zelfs geschorst worden. Het bedrag van de toegelaten beroepsinkomsten verschilt naargelang de aard van de beroepsactiviteit (zelfstandig of niet), de leeftijd van de gepensioneerde en/of van zijn echtgenoot, de aard van het pensioen, of er al dan niet een kind ten laste is en de ingangsdatum van het pensioen. Gaat u aan de slag als werknemer dan gelden volgende grenzen (bruto per jaar, in EUR): Wettelijke pensioenleeftijd Vóór Erna Geen kinderen ten laste 7.421,57 21.436,50 Met gezinslast 11.132,37 26.075,00 Gaat u aan de slag als zelfstandige dan gelden volgende grenzen (bruto per jaar, in EUR): Vóór wet ps leeftijd erna Geen kinderen tan laste 5..937,25 17.149,19 Met gezinslast 8.905,89 20.859,98 Wanneer ‘fiscaalvriendelijk’ met pensioen gaan? Zelfstandigen die vóór de wettelijke pensioenleeftijd van 65 hun activiteit willen stopzetten, denken best twee keer na. Want wie vroeger stopt met werken, ontvangt een gereduceerd wettelijk pensioen: het verlies kan zelfs oplopen tot 25%! Voor elk jaar dat de zelfstandige vroeger met pensioen gaat, wordt het bedrag met een bepaald percentage verminderd. Dat cijfer schommelt tussen 3% en 7% per jaar. Bijvoorbeeld: wie op 60 jaar met pensioen wil, zal 25% van zijn wettelijk pensioen moeten inleveren, namelijk 7% voor het eerste jaar vervroeging, 6% voor het tweede jaar, 5% voor het derde jaar, 4% voor het vierde jaar en 3% voor het vijfde jaar vervroeging. Zelfstandigen die stoppen op hun 62ste, zien hun pensioen dalen met 12% (namelijk 5% voor het eerste jaar vervroeging, 4% voor het tweede jaar en 3% voor het derde jaar). Lang genoeg gewerkt Toch bestaat er een uitzondering op deze regel: zelfseptember 2009
7
standigen kunnen ‘ongestraft’ vervroegd met pensioen gaan als ze voldoende loopbaanjaren gepresteerd hebben. Wie vanaf 1 januari 2009 op pensioen wil, zal 42 loopbaanjaren moeten bewijzen. Alle jaren komen daarvoor in aanmerking, dus ook diegene die u als ambtenaar of werknemer gepresteerd hebt, zowel in België als in het buitenland. Anderzijds tellen ‘gecumuleerde’ jaren maar één keer mee voor de berekening van de loopbaanvoorwaarde. Een jaar waarin u zowel als zelfstandige als werknemer pensioenrechten hebt opgebouwd, telt dus maar voor één jaar mee, niet voor twee. Bonus! Ook zelfstandigen kunnen, net als werknemers, profiteren van een pensioenbonus. Wie langer werkt, krijgt dus een extraatje. Voor elk kwartaal dat u langer werkt dan uw 62 jaar ontvangt u een pensioenbonus van 165,56 EUR per kwartaal of 662,24 EUR op jaarbasis. Wie tot zijn 65 jaar verder werkt, kan maar liefst 1.986,72 EUR extra per jaar verdienen of maandelijks 165,56 euro bovenop het wettelijk pensioen. "Euro-obligaties" (of "Eurobonds") zijn obligaties die vaak in meerdere Europese landen tegelijk worden uitgegeven. De emittenten zijn vaak grote internationale instellingen, bedrijven of soms publieke overheden. Het voorvoegsel "euro" duidt enkel op de
De Euro Obligatiemarkt
teiten zal regelen. Daarbij dienen tal van parameters ingevuld, waarvan de belangrijkste zijn: het bedrag van de uitgifte, de looptijd, de munteenheid, de coupon en de intekenprijs Het bedrag van de uitgifte ("issue size"): dit is het totale bedrag dat de emittent wenst op te halen op de primaire obligatiemarkt. Een veel voorkomende "issue size" op de eurobondmarkt is 100 miljoen €. De looptijd van de obligatie wordt tevens bepaald door de emittent. Die schommelt veelal tussen 3 en 10 jaar. De munteenheid: een euro-obligatie kan in alle mogelijke munten worden uitgegeven. De "coupon": dit is de periodieke (vaak jaarlijkse) rentevoet die de belegger zal ontvangen op het nominaal geinvesteerde bedrag. De intekenprijs: dit is het percentage van de nominale waarde waartegen de obligatie op de "primaire markt" wordt uitgegeven. Voorbeeld: General Motors wenst een euro-obligatie uit te geven. Samen met de zakenbankier wordt overeengekomen dat de uitgifte op de primaire markt volgende karakteristieken zal hebben: Bedrag van de uitgifte: 150.000.000€ - Looptijd: 7 jaar — Munteenheid: € - Coupon: 5,25% - Intekenprijs: 101% Gedurende een beperkte periode (de zogenaamde "inschrijvingsperiode", vaak 4 à 6 weken) kunnen beleggers dus inschrijven ("inschrijving op de primaire markt") op de obligatielening van General Motors. Voor een nominale belegging van 10.000€, dient een belegger wel 10.100€ te betalen (101%). Gedurende 7 jaar zal deze obligatie op elke couponverjaardag een rente opbrengen van 525€ (5,25% van 10.000€) vóór afhouding van roerende voorheffing. Op eindvervaldag (na 7 jaar) ontvangt de belegger zijn 10.000€ terug.
plaats van uitgifte van de obligaties (nl. Europa) en niet op de nationaliteit van de emittent of de munteenheid van de emissie. Een eurobond kan dus perfect worden uitgegeven door een Japans bedrijf in Amerikaanse Dollar. Naast de "euro-obligatiemarkt" bestaat er ook nog de markt van de binnenlandse of "domestic" obligaties. Dit zijn obligaties die enkel in het thuisland van de Secundaire markt van euro-obligaties emittent worden uitgegeven (bvb. een obligatieleEénmaal de inschrijvingsperiode van een nieuwe ning van General Motors die in de Verenigde Staten obligatielening voorbij is, kan er niet meer worden wordt uitgegeven). ingeschreven tegen de oorspronkelijke intekenprijs. De obligatie noteert dan niet meer op de "primaire De uitgifte van obligaties ("primaire markt") markt". Dit betekent echter niet dat een geïnteresEen emittent (bvb een multinational) die in het kaseerd belegger deze obligatie niet meer kan kopen! der van zijn bedrijfsfinanciering een obligatielening Inderdaad, daags na de afsluiting van de inschrijwenst uit te schrijven, zal zich tot een gespecialiseervingsperiode "verhuist" de obligatielening van de de bankier wenden die de uitgifte in al haar formaliAfinas Persoonlijke Financiële Planning
september 2009
8
primaire naar de secundaire markt. De secundaire markt van euro-obligaties is dus niets anders dan een markt van reeds bestaande euroobligaties. Op deze markt zijn permanent kopers en verkopers actief, waardoor er permanent een prijsvorming optreedt. Een belegger, die een obligatie op de primaire markt heeft gekocht, kan die dus in principe steeds op de secundaire markt verkopen. De actieve belegger kan tevens op de secundaire obligatiemarkt op koopjesjacht gaan naar interessant geprijsde obligaties. In tegenstelling tot de aandelenmarkt, gebeuren de meeste transacties op euro-obligaties echter niet via de beurs, maar rechtstreeks tussen professionelen (bankiers, wisselagenten,...). Vaak zijn de euroobligaties wel beursgenoteerd (veelal op de Luxemburgse beurs), maar om redenen van beperkte liquiditeit, wordt het merendeel der transacties OTC ("over the counter" = tussen professionelen) afgehandeld. Dit betekent dat, in tegenstelling tot de aandelenhandel, de eurobond handel een puur professionele handel is. Basisbegrippen bij het beleggen in euro-obligaties Waarom zou ik beleggen in obligaties, hoe veilig is een obligatie-belegging, hoe kies ik een goede obligatie, waarop moet ik letten,….? 1/ De tegenstelling: "Risico" en "Rendement" Vanzelfsprekend wenst elke belegger steeds de onmogelijke combinatie van "grote veiligheid" en "hoog rendement" op al zijn beleggingen. Jammer genoeg gaat veiligheid meestal nooit samen met hoog rendement. Hoge rendementen houden meestal hogere risico's in. Deze universele vuistregel is van toepassing in het ganse beleggingslandschap, dus ook in de obligatiemarkt a/Kwaliteit en Rating. De kwaliteit van de emittent wordt vaak uitgedrukt door zijn zogenaamde "rating". De rating van een emittent geeft een idee over zijn kredietwaardigheid. Hierbij wordt de vraag gesteld: hoe zeker is de obligatiehouder (de belegger dus) dat de emittent aan al zijn verplichtingen zal voldoen? Naast de periodieke betaling van de interesten, dient de emittent vanzelfsprekend in staat te zijn om op de vervaldag het noAfinas Persoonlijke Financiële Planning
minale bedrag van de obligatie terug te betalen aan de belegger. Er bestaan meerdere "ratingbureaus", die een objectief oordeel vellen over de kredietwaardigheid van emittenten op de obligatiemarkt. De meest gekende ratingbureaus zijn Standard&Poors ("S&P") en Moody's. Na een grondige analyse van de emittenten, geven deze bureaus een zogenaamde "creditrating", die een aanduiding is van de kredietwaardigheid van deze emittenten. Indien Standard&Poors een "AAA"-rating toekent aan een emittent, dan is dit een aanduiding dat deze emittent uiterst solvabel is. Het equivalent van "AAA"-rating van Standard&Poors is de "Aaa"rating van Moody's. Obligaties die een rating hebben die lager is dan "BBB" (volgens de S&P rangschikking) of "Baa3" (volgens Moody's) worden algemeen als speculatief aanzien. Ratings Standard &Poors / Moody’s : - AAA / Aaa AA / Aa1tot 3 A / A1 tot 3 Er zijn geen tot zeer weinig risico’s dat de uitgever niet aan zijn verplichtingen zal kunnen voldoen - BBB / Baa1 tot 3 BB / Ba1 tot 3 - B / B1 tot 3 Hoewel momenteel de uitgever geen problemen heeft zijn er marktomstandigheden, bedrijfsonzekerheden die in de toekomst wél problemen kunne geven. Idem voor C (het risico dat de uitgever niet aan zijn verplichtingen kan voldoen is (zeer) groot. Alleen een fikse marktverbetering kan onheil voorkomen. bij CCC is er een concordaat of faillissement aangevraagd zonder dat er al een niet betaling is geweest en D (=default, de uitgever heeft aan een uitbetaling niet voldaan) Vanzelfsprekend zal een obligatie uitgegeven door een zeer goede debiteur (met een hoge rating, bvb AA of A2) een lager rendement opleveren, dan een obligatie met dezelfde karakteristieken, waarvan de emittent in slechte financiële papieren zit (en die daardoor bvb een rating B of B2 heeft). Let dus bij het vergelijken van rendementen steeds september 2009
9
op de rating van de obligaties! b. Duurtijd In normale marktomstandigheden zal een langlopende obligatie steeds een hoger rendement opleveren dan een kortlopende obligatie. Een langlopende obligatie houdt echter wel hogere risico's in: er is een hoger renterisico en aangezien de toekomst nooit voorspelbaar is, is de kans dat iets fout loopt met een emittent vanzelfsprekend groter naarmate de looptijd langer is. c. Munteenheid Sommige obligaties kunnen een zeer aantrekkelijk rendement vertonen, zonder dat het daarom om slechte debiteuren gaat! De reden kan gewoon zijn dat de obligatie is uitgegeven in een hoge-rendementsmunt. Vergeet echter niet dat wisselkoersen evolueren en dus een risico inhouden! Indien u absoluut geen wisselrisico wenst te nemen, dient u enkel in € te beleggen. Het rendement van obligaties in € is dan misschien wel lager dan in sommige andere munten (bvb Hongaarse Forint), maar u neemt dan ook geen wisselkoersrisico. Wenst u echter bvb te speculeren op een stijging van de Amerikaanse Dollar, kan het wel interessant zijn om obligaties in Amerikaanse Dollar te kopen. B: Interestvoet en Coupon De coupon is de periodieke interestbetaling die je als obligatiehouder ontvangt. Meestal betalen euroobligaties een jaarlijkse vaste coupon uit, maar halfjaarlijkse of trimestriële coupons komen ook voor.Het couponbedrag wordt bepaald door de nominale interestvoet te vermenigvuldigen met het nominale bedrag van de obligatie. Voorbeeld: Een obligatie heeft een nominale interestvoet van 5,25% per jaar. Een belegger kocht 10.000 € en betaalde daar 10.400 € voor. Hij zal elk jaar 5,25% van 10.000 € als coupon ontvangen: 5,25% x 10.000 = 525 €. Naast de obligaties met vaste rentevoet, bestaan ook obligaties met veranderlijke rentevoet. De rentevoet van deze obligaties wijzigt periodiek gedurende de ganse looptijd van de obligatie (veelal wordt de rente trimestrieel aangepast). Meestal wordt deze "vlottende rente" gekoppeld aan één of andere marktrentevoet, zoals de Euribor-rente. Deze obligaties worden in het vakjargon ook vaak "Floating Rat e N o t e s " g e n o e m d . Voorbeeld: een "Floating Rate Note" heeft een looptijd van 4 jaar en betaalt een trimestriële coupon die wordt vastgesteld op "Euribor 3 maand + 0,50%". Er bestaan tevens zogenaamde "zero-coupon obligaties". Zoals de naam al laat vermoeden betalen deze Afinas Persoonlijke Financiële Planning
obligaties geen periodieke coupon uit. Dit betekent echter niet dat een belegging in een zero-coupon oninteressant zou zijn. Inderdaad: het karakteristieke aan een zero-coupon obligatie is dat deze "onder pari" wordt uitgegeven. Dit betekent dat als een belegger een zero-coupon obligatie koopt, hij minder betaalt dan de terugbetalingsprijs van de obligatie. Zijn rendement wordt gevormd door het verschil tussen de terugbetalingsprijs (vaak 100% van het nominale bedrag) en de prijs die de belegger betaalde. Voorbeeld: een "zero-coupon obligatie" heeft een looptijd van 5 jaar en noteert aan 75%. De terugbetalingsprijs is 100%. De belegger zal gedurende 5 jaar géén coupons ontvangen, maar zijn investering van 75% wordt na 5 jaar terugbetaald aan 100%. Prijs en rendement In het voorbeeld hierboven ontvangt de belegger een jaarlijkse coupon van 5,25%. Deze coupon wordt berekend op het nominale bedrag van de obligatie die hij kocht (10.000 €) en niet op de prijs die hij betaalde (10.400 €). Derhalve is het rendement, dat de belegger haalt op zijn invester i n g , l a g e r d a n 5 , 2 5 % ! Zijn "direct rendement" bedraagt slechts 525/10.400 = 5,05%. Dus: hoe hoger de prijs van een obligatie, hoe lager zijn rendement. Professionele beleggers hanteren echter quasi nooit het begrip"direct rendement", maar wel het zogenaamde "actuariele rendement". Het actuariële rendement is het rendement op jaarbasis van een obligatie waarbij niet alleen rekening wordt gehouden met de couponrente, maar ook met andere elementen zoals coupondatum, de eindvervaldag, de huidige prijs en de terugbetalingsprijs van de o b l i g a t i e . Hernemen we even het voorbeeldje van hierboven. Stel dat de belegger deze obligatie had gekocht net één jaar voor eindvervaldatum. Hij betaalde dus 104% (10.400 € voor 10.000 € nominaal) en zal na één jaar aan 100% (of 10.000 €) worden terugbetaald. Na één jaar maakt de belegger zijn rekening: enerzijds ontving hij 5,25% coupon maar hij verloor 4% op zijn belegging (hij kocht aan 104% en werd aan 100% terugbetaald). Zijn netto-rendement bedraagt dus slecht 1,25%. Stel nu dat de belegger deze obligatie net twee jaar voor vervaldag had gekocht, eveneens aan 104%. Na afloop maakt de belegger opnieuw zijn rekening: hij ontving 2 coupons van 5,25%, hetzij 10,50%, en hij verloor 4% op zijn belegging. Na twee jaar heeft hij dus een netto-rendement van 10,50%-4% = 6,50%, september 2009
10
hetzij ongeveer 3,25% per jaar. Deze rendementsbenadering geeft een veel preciezer beeld van het werkelijke rendement van een obligatiebelegging dan het eenvoudige "directe rendement". Professionelen berekenen dit rendement echter met technieken van de actuariële wiskunde (het voorbeeld hierboven is sterk vereenvoudigd!), waardoor men spreekt over het "actuariële rendement". Speciale terugbetalingsformules Meestal worden obligaties gewoonweg (in geld) terugbetaald tegen de nominale waarde. Dit hoeft echter niet steeds het geval te zijn. Sommige obligaties worden automatisch terugbetaald in aandelen; bij andere obligaties heeft de belegger de keuze om op de eindvervaldag te worden terugbetaald hetzij in aandelen, hetzij in cash. Voor nog andere obligaties is de terugbetaling gekoppeld aan een beursindex. Waarborgen/Rangorde Er wordt algemeen aangenomen dat obligaties tamelijk veilige beleggingen zijn. De kans dat een obligatie van een goede emittent niet wordt terugbetaald is tamelijk klein. In het geval een emittent in faling zou gaan, bestaat immers een volgorde waarin de schuldeisers van deze emittent zullen worden terugbetaald. Eerst worden gepriviligeerde schuldeisers terugbetaald (bvb de Staat, de hypothecaire schuldeisers,...). Vervolgens worden de gewone schuldeisers terugbetaald (in deze groep zitten de meeste obligatiehouders). Als allerlaatste worden de achtergestelde schuldeisers terugbetaald (de aandeelhouders, de achtergestelde obligatiehouders,...). Het is dus van belang dat de waarborgen en de rangorde bij faling van de obligaties worden beoordeeld alvorens men als belegger een obligatie aankoopt. Waarborgen: In tegenstelling tot "secured bonds" worden "unsecured bonds" uitgegeven zonder specifieke waarborgen. Bij multi-nationals wordt de emissie van een obligatie vaak gewaarborgd door het moederbedrijf ("Company Guarantee" of als het om een bankgroep gaat "Bank Guarantee") Sommige obligatie-emissies zijn "asset backed": dit betekent dat er specifieke activa werden geblokkeerd die als garantie dienen voor de terugbetaling van de obligatielening Rangorde: Een "subordinated bond" (achtergestelde obligatie) wordt in geval van faillissement nà alle andere obliAfinas Persoonlijke Financiële Planning
gatiehouders betaald, maar net voor de aandeelhouders. Een "senior bond" is een gewone obligatie, die niet is achtergesteld en dus veiliger is dan een "subordinated bond". Verlopen interesten De meeste eurobonds betalen een jaarlijkse coupon. Elke dag, dat een belegger een obligatie aanhoudt, verdient hij dus in principe 1/365 ste aan deze jaarlijkse coupon. Stel nu dat de belegger een obligatie koopt op de secundaire markt, en dat deze obligatie binnen 7 maand zijn jaarlijkse coupon uitbetaalt. Anders gesteld: sinds de laatste couponbetaling zijn 5 maanden verlopen. In deze obligatie zitten dan 5 maanden verlopen interesten. Deze interesten komen aan de verkoper van deze obligatie toe. De koper van de obligatie zal die dus moeten betalen. De koper zal echter wel op coupondatum (binnen 7 maand) de volledige coupon ontvangen. De verlopen interesten worden berekend door een breuk toe te passen op het couponbedrag: de teller van deze breuk is gelijk aan het aantal dagen verlopen interest, de noemer is het aantal dagen in één jaar. Deze breuk (ook wel de "accrual basis" genoemd) kan verschillen van obligatie tot obligatie. De meest voorkomende "accrual basis" zijn: -ACT/ACT: De teller drukt het effectieve aantal dagen ("actual") uit tussen de laaste coupondatum en de valutadatum. De noemer drukt het effectief aantal dagen in het jaar aan (365 of 366) -ACT/360: De teller drukt het effectief aantal dagen uit tussen de laatste coupondatum en de valutadatum. De noemer wordt op 360 dagen bepaald. -30/360: Er wordt uitgegaan dat elke maand dertig dagen telt. Voorbeeld:Een obligatie heeft volgende karakteristieken: laatste coupon werd betaald op 23 februari 2003 de coupon bedraagt 6% per jaar. de accrual basis is ACT/ACT Een belegger koopt 10.000 € in deze obligatie op valutadatum 19 september 2003. Het exact aantal dagen tussen 23/2/2003 en 19/9/2003 bedraagt 208 dagen. De verkoper van de obligatie heeft dus recht op 6% x 10.000 x 208 / 365 =341,92 € aan "verlopen interesten". De koper zal die dienen te betalen aan de verkoper. De koper zal echter wel op 23/2/2004 (eerstvolgende coupondatum) de volledige coupon ontvangen, nl: 6% x 10.000 = 600 €.
september 2009
11
TIP : laat Uw obligatieportefeuille evalueren, zeker nu de rente zo laag staat zijn en de spreads tussen lange termijn en staats- versus bedrijfsobligaties voor heel wat opportuniteiten zorgt. Afinas is met zijn verleden van beleggingsblad hiervooor uitstekend geplaatst. Geef een seintje!
Kies zelf uit: 5%, 6%, 7,5% of 10% rente! Spaarrentes nemen af, veel termijndeposito's lopen af en effectieve rendementen van bedrijfsobligaties staan onder druk. Zoekt U een beleggingsalternatief voor uw geld? The Royal Bank of Scotland introduceerde de Royal AEX Obligaties. Deze obligaties hebben een looptijd van vijf jaar en bieden een mogelijke rente die afhankelijk is van de stand van de AEX Index. Op de afloopdatum bieden Royal AEX Obligaties in ieder geval 100% hoofdsomgarantie. Er zijn vier Royal AEX Obligaties beschikbaar.
Gestructureerde belegging met gegarandeerd kapitaal Deze bieden u de keuze uit een mogelijke rente van: 5%, 6%, 7,5% of 10%. De uitbetaling van deze rente is afhankelijk van de koers van de AEX Index. Kiest u bijvoorbeeld voor een rente van 5%, dan hoort daarbij een AEX koers van 220 punten. Staat de AEX op de jaarlijkse peildatum op of boven deze koers, dan ontvangt u voor dat jaar 5% rente. Zo niet, dan ontvangt u voor dat jaar geen rente. De Royal AEX Obligaties met een mogelijke rente van 6%, 7,5% en 10% kennen AEX-niveaus van respect ie ve l i jk 2 60, 300 en 340 pu nt e n. Royal AEX Obligaties zijn sinds 31 augustus dagelijks verhandelbaar via Euronext Amsterdam van NYSE Euronext, en kunnen dus overall gekocht worden. Op de website www.rbs.nl/markets vindt U meer informatie over de werking en voor de brochure, het basisprospectus en de definitieve voorwaarden. Met Royal AEX Obligaties kiest u zelf een zogenaamde rentegrens. Deze rentegrens bepaalt of u de jaarlijkse rente ontvangt. Staat de AEX op de jaarlijkse peildatum op of boven de rentegrens, dan ontvangt u voor dat jaar de rente. Staat de index lager, dan ontvangt u voor dat jaar geen rente. Hoe hoger u Afinas Persoonlijke Financiële Planning
de AEX inschat, hoe hoger uw mogelijke rendement. Denkt u bijvoorbeeld dat de AEX Index de komende vijf jaar niet onder 220 punten zal staan? Dan maakt u met de Royal AEX 220 5,00% 31 augustus 2014 jaarlijks kans op een rente van 5%. Wie een hoge rente zoekt kan eeuwigdurende obligaties kopen (perpetuals). Rendementen van meer dan 10% met grootbanken als uitgever zijn geen uitzonderingen!! De populaire ING 8% perpetual (eeuwigdurende obligatie(of is het toch een aandeel) stond in maart op 37%. Verleden maand topte de koers op 94%. Vandaag schommelt de marktwaarde rond de 80%, ofwel in korte tijd een 15%-correctie. Andere perpetuals kregen met nog sterkere koersdalingen te maken. De Royal Bank of Scotland (RBS) preferente aandelen (of zijn het toch obligaties?) verloren vanaf de top begin augustus inmiddels 30%
Eeuwigdurende obligaties: voorbeeld: ING Vennootvan hun waarde. Staan de perpetuals aan de vooravond van een nieuwe grote koersdaling, stabiliseert deze markt van hybride producten zich, of is er na de huidige correctie een verdere opgaande beweging? Prangende, maar helaas moeilijk te beantwoorden vragen. De markt gaat haar eigen weg en als we iets geleerd hebben van de financiële crisis, is het de onvoorspelbaarheid van de beurs. Nieuwe, strenge eisen Uiteraard is er een uitleg voor de koers van deze hybride producten. De directe aanleiding van de koersdaling van de perpetuals was de downgrading door ratingbureaus als Moody’s en Fitch. Beide kredietbeoordelaars gaven de hybride ING-producten een lagere status, zelfs onder investment grade. Dat betekent dat veel professionele beleggers niet meer in deze producten mogen beleggen. Bovendien hebben de beoordelaars aangegeven dat een verdere afwaardering mogelijk is. Waarom zijn ze negatiever geworden over hybride obligaties? Dat komt door de strenge eisen die de Europese Commissie (EC) stelt aan staatssteun. Het is niet onwaarschijnlijk dat de EC bepaalt dat banken geen rente op hybride producten mogen uitseptember 2009
12
keren, zolang er staatssteun wordt ontvangen. Hoe schadelijk is een dergelijke eis? Dat hangt in eerste plaats af van het type obligatie: · Een overgeslagen rente-uitkering op een nietcumulatieve lening wordt op een latere datum niet ingehaald. De gemiste couponrente is de belegger kwijt. Dat kan flink oplopen, als de uitkering een aantal jaren wordt stopgezet. Dit kan bijvoorbeeld gaan gelden voor de RBS perpetuals. · Bij een cumulatieve obligatie wordt een niet uitgekeerde coupon op een later tijdstip alsnog uitgekeerd, als de rentebetalingen worden hervat. Dat zou bijvoorbeeld voor de 8% ING perpetual kunnen gaan gelden. Koersen lopen uiteen Als blijkt dat ING over een aantal jaren de financiële storm goed heeft doorstaan, zitten de perpetualhouders van deze bank goed. Op een koers van 80% is het couponrendement 10%, eventueel uitgestelde coupons worden alsnog uitgekeerd en mogelijk volgt vervroegde aflossing in 2013 (of later) op 100%. De vraag is of ING gezond uit de crisis komt. Aandeelhouders zijn kennelijk positief getuige de sterke koersstijging van het aandeel. Tot nu toe liep het koersverloop van de aandelen parallel aan dat van de perpetuals. Beleggers zagen dit hybride product kennelijk als een aandeel. Nu loopt de koersbeweging uit elkaar. Zou de markt de perpetuals nu beoordelen als een (veiliger en saaie) obligatie en er vanuit gaan dat het aandeel op termijn meer rendement oplevert? Dat is op zichzelf een positief signaal voor de perpetuele obligatiehouders. Een ander positief punt is het hoge kredietoordeel voor ING: een acceptabele A-rating.
vraagd. In dat geval kan het voortbestaan van de bank wel degelijk samengaan met verlies op obligatieposities. (we geloven evenwel niet echt in dit scenario. Bescherming Tocharg umenteren we dat, hoewel de bank too big to fail is niet automatisch impliceert dat obligatiehouders altijd veilig zijn. Er zijn via de optiemarkt nog andere strategiën mogelijk: Stel, u verwacht uiterlijk eind 2010 duidelijkheid over de afloop van de financiële crisis en de gevolgen daarvan voor ING. · U kunt de put ING december 2010 put ING december 20107,20 euro kopen. De kostprijs is ongeveer 0,80 euro (= 80 euro per optiecontract), precies gelijk aan de coupon van ING. Zo slaat u vrijwillig een coupon over, maar hebt u wel enige dekking als voor die tijd zich toch ernstige problemen voordoen. · Stel, de koersverhoudingen zouden eind 2010 dezelfde zijn als in maart van dit jaar (perpetual 37%, ING 2,90 euro. Het verlies op de perpetual is dan 430 euro (= 80% -37% per 1000 nominaal), terwijl de winst op de optie 350 euro is. · Ervaren beleggers kunnen de put zelfs financieren door het schrijven van een call optie. Maar daar moet u alleen aan beginnen als het in uw visie past en u alle consequenties daarvan overziet. Perpetuals: de vorige jaren werden er heel wat langlopende obligaties uitgegeven, vooral door financiële instellingen. In de bankencrisis vorig jaar waarbij de markt heel wat bankfaillissementen vreesde vielen de prijzen van deze obligaties als een steen naar beneden. Toen de overheden massaal ingrepen en het duidelijk werd dat men de grote (Europese) banken niet zou laten vallen herstelden de koersen. Toch blijft de spread opvallend groot: terwijl de staatsleningen op 30 jaar nog geen 4% rente geven helen we gemakkelijk rendementen van 8 à 10% (of zelfs meer) met emittneten zoals Fortis, ING ; BNP Paribas, Deutsche bank, Société Génerale, Aegon, Axa,..... Uiteraard mag je al je geld niet in deze producten zetten!! Een goede asset allocatie met risicobeheersing is steeds nodig. En laat dat nu juist één van de specialiteiten van Afinas zijn!
Is een en belegging in de ING 8% perpetual een manier om met weinig risico een prachtig rendement te behalen? We horen vaak het argument dat dit inderdaad zo is, want ze laten ING, als er echt problemen komen, toch niet vallen. Ook wij denken dat de overheid ING niet zal laten vallen. Als het echt nodig is, krijgt de bank nieuwe steun. Maar er is een onderscheid tussen de bank als instelling en de financieel belanghebbenden, zoals aandeel- en obligatiehouders. Tot nu toe gingen de reddingsoperaties (deels) ten koste van de aandeelhouders. De obligatiehouders bleven goeddeels buiten schot. Stel, er komen toch weer nieuwe (grote) problemen. Het is goed mogelijk dat bij nieuwe steun ook van Neemt u als ondernemer 50-plussers in dienst, dan (perpetuele) obligatiehouders een offer wordt ge- wordt u daar financieel voor beloond met een teAfinas Persoonlijke Financiële Planning
september 2009
13
werkstellingspremie. Daardoor komen de loonkosten van vijftigplussers een pak lager te liggen. De regeling bestaat al langer, maar door de crisis valt er sinds begin 2009 nog meer voordeel te rapen voor alerte ondernemers. De maatregel geldt onder bepaalde voorwaarden. Zo moeten geïnteresseerde ondernemingen een exploitatiezetel hebben in het Vlaams Gewest of er zich binnen de vijf kwartalen na de bewuste indienstneming komen vestigen. Bovendien moet het gaat om aanwervingen van onbepaalde duur. De betrokken werknemer moet op het ogenblik van de indiensttreding 50 jaar of ouder zijn en bij de VDAB ingeschreven staan als ‘nietwerkende werkzoekende’. Verder mag hij of zij niet als werknemer bij de onderneming in dienst zijn ge-
Verhoging tewerkstellingspremie 50+ weest tijdens de zes maanden die aan de aanwerving voorafgaan. Hoelang en hoeveel? De loonkostenvermindering geldt voor vier kwartalen en is afhankelijk van het werkelijk betaald brutoloon in een kwartaal. Bij een deeltijdse tewerkstelling is er dus geen omrekening naar een volt i j d s l o o n . Voor de indiensttredingen vanaf 1 januari 2009 gelden volgende premies: 1.200 EUR per kwartaal voor een brutoloon van 2.400 tot 4.200 EUR per kwartaal 2.100 EUR per kwartaal voor een brutoloon van 4.200 tot 6.000 EUR per kwartaal 3.000 EUR per kwartaal voor een brutoloon van 6.000 tot 10.500 EUR per kwartaal 4.500 EUR per kwartaal voor een brutoloon hoger dan 10.500 EUR per kwartaal
aftrekbaarheid van bedrijfswagens op basis van de CO2-uitstoot is het aangewezen uw wagenpark even met een kritische blik te bekijken. De aftrek van de kosten wordt berekend volgens onderstaande CO2verdelingstabel, opgesplitst naargelang het om een diesel- of benzinewagen gaat:
De fiscus en de bedrijfswagens CO2-uitstoot diesel CO2-uitstoot benzine
Aftrek%
<105g < 120 g 90% 105 à 115g 120 à 130 g 80% 115 à 145 g 130 à 160 g 75% 145 à 175 g 160 à 190 g 70% > 175 g > 190 g 6 0 % Conclusie? Dat deze nieuwe regeling de balans doet uitslaan in het voordeel van wagens met weinig CO2-uitstoot, is overduidelijk. Met het inzetten van ‘schone’ wagens kunt u een flink fiscaal voordeel doen ten opzichte van de vroegere regeling. Helaas zijn het vooralsnog vooral kleine stadsautootjes (met uitzondering van de zogenoemde hybride wagens) die in de voordeligste categorie vallen. Het wordt uitkijken naar de inspanningen van de autoconstructeurs om ook de grotere modellen onder de lagere CO2-drempels te krijgen…
De Programmawet van 27 april 2007 introduceerde een progressieve verlaging van de kostenaftrek voor bedrijfswagens in functie van hun CO2-uitstoot. De bottom line: meer CO2-uitstoot wordt fiscaal gestraft met een lagere kostenaftrek voor de onderneming. Tot 1 april 2008 waren de kosten van personenwagens aftrekbaar voor 75% in de vennootschapsbelasting (dus ongeacht het type wagen), met uitzondering van kosten van brandstof, interesten en mobilofoon, die voorlopig nog altijd voor 100% aftrekbaar zijn. Met de komst van de nieuwe wetgeving op de Afinas Persoonlijke Financiële Planner
september 2009
14
FONDSEN : PORTEFEUILLES Beide portefeuilles zetten het herstel verder. Alleen het total returnfonds van MAN bleef achter omdat ze een verlies optekenden op de forex posities. Zoals vorige week bepaald verkopen we aan de volgende maandkoers. Ook Invesco Asian Infrastructure brengt niet wat we verwachten en werd recent verkocht, we wachten op het verkoopsborderel. De herbelegging zal gebeuren in aandelen van de emerging markets voor de dynamische portefeuille. Voor de defensieve portefeuille zal de nieuwe
aaa berekening van de volatiliteit uitmaken of we meer naar aandelen dan naar obligaties gaan. De aandelefondsen zijn immers stukken minder volatiel dan pakweg 2 à 6 maand geleden. toch houden we ons klaar om het risico van de defensieve portefeuille te verlagen. Een vergelijkende studie tussen de converteerbare obligatiefondsen verhoogde onze verkooplimiet van UBAM tot 1288.
koers aantal prijs aankoop eenheden aankoop
DEFENSIEF
koers munt waarde 18/09/2009 koers 18/09/2009
Credit Suisse Bond Fund Tops
EUR
100,79
88,13
8882,62
113,23
1
9.978,96
PAM Bonds Higher Yield
EUR
124,56
120,42
14999,52
76,65
1
9.230,19
Credit Suise Bond Higher Yield
EUR
92,34
108,29
9999,50
78,79
1
8.532,17
Ubam Convertible Europe
EUR
1.386,36
7,21
9995,66
1273,81
1
9.184,17
UBS Bond Fund Convertible Europe EUR
125,13
79,91
9999,14
116,69
1
9.324,70
MAN AHL Diversified Markets
EUR
35,72
280
10001,60
31,42
1
8.797,60
Superfund A
EUR
8.764,11
1
8764,11
6769
1
6.769,00
Invesco Asian Infrastructure
EUR
10,12
494,07
4999,99
8,47
1
4.184,77
SGAM Eq Euroland Financials
EUR
15,37
350
5379,50
12,03
1
4.210,50
Carmignac Investissement BGF World Mining
EUR EUR
5.812,00 29,30
1,4 175
8136,80 5127,50
7505,38 40,72
cash
EUR
147,63
143,01
totaal
EUR
100000,00
10.507,53 7.126,00 1
143,01 87.988,60 -12,01
DYNAMISCH Ubam Convertible Europe
EUR
1.386,36
5,77
7999,30
1.273,81
1
7.349,88
UBS Bond Fund Convertible Europe EUR
125,13
55,94
6999,77
116,69
1
6.527,64
MAN AHL Diversified Markets
EUR
35,72
220
7858,40
31,42
1
6.912,40
Superfund A Invesco Asian Infrastructure
EUR EUR
8.764,11 10,12
0,75 988,14
6573,08 9999,98
6769 8,47
1 1
5.076,75 8.369,55
DWS Brazil
EUR
134,94
55,58
7499,97
124,78
1
6.935,27
East Capital Eastern Europe
SEK
49,97
1371,82
7499,98
31,99 10,112
4.339,85
Ohra Milieu Technologie Black Rock Global Fd New Energy
EUR EUR
18,50 9,2
405,4 815,21
7499,90 7499,93
12,77 6,53
1 1
5.176,96 5.323,32
Pictet Generics
USD
119,14
57,07
4999,5
110,62 1,4705
4.293,15
SGAM Eq Euroland Financials Carmignac Emergents
EUR EUR
15,37 403,77
350 15
5379,5 6056,55
12,03 502,57
4.210,50 7.538,55
BGF World Mining
EUR
29,3
250
7325
40,72
cash
EUR
57,57
944,24
totaal
100000,00
1
10.180,00 1
944,24 83.178,06 -16,82
Afinas Persoonlijke Financiële Planning
september 2009
15
Vervolg van p 1
Belastingen op de banken of de energiebedrijven zullen worden afgeschoven naar de consument die extra zal moeten betalen. Ook een absurde taks op pensioensparen zal contraproductief werken. Nu al betaalt een belegger 1 à 1,5% minder als hij zijn beleggingsfondsen in het buitenland koopt doordat daar geen taks gerekend wordt. Efficiëntie is ook een woord dat we nergens terug vinden bij de overheid. Als de grote ministeries nog geen computerverbindingen hebben, als de ene dienst niets afweet van de andere, maak je hoe dan ook méér kosten. Alleen al in de afdeling fraudecontrole kan zo een veelvoud van de huidige opbrengsten worden verdiend. Het onoverzichtbare bos van allerhande belastingen zorgt voor méér uitgaven dan inkomsten. Een voorbeeld: naast Sabam is er een taks ‘billijke vergoeding’. Heel wat kleine verenigingen worden zo op hun activiteiten extra belast. Gevolg: het sociale leven kent al heel wat minder activiteiten dan vroeger. En voor wat? Zo ondervonden we aan den lijve dat op een zaterdagavond een inspectieteam van twee personen werd afgevaardigd om een billijke vergoeding van 68 euro op te leggen. Hiervoor moeten men wel twee man à weekendtarief minimaal twee uuur betalen plus de 70 km verplaatsingvergoeding. En verder: weet u dat Afinas onderworpen is aan een ‘verpakkingstaks’, omdat we Uw maandblad opsturen per enveloppe? Rekenen we geen abonnementgsgeld dan is die taks
niet verschuldigd! Oh ja deze taks bedraagt amper 30 à 40 euro. Hiervoor werd een stapel papier, met dure fardes en full color folderrs, opgestuurd die in volume een equivalent zijn van duizenden enveloppes! Het ganse verhaal kan zo toch niets opbrengen!! Ons land wordt sinds decennia rechtgehouden door zijn hardwerkende KMO’s maar die worden het kotsbeu. Ook de arbeiders en bedienden zien dat 60% van hun loon naar de fiscus gaat. Indirect is dat zelfs nog meer met autotaksen, BTW enz... Het is dan ook niet verwonderlijk dat de sociale affectie tegenover werklozen, vreemdelingen, .. afneemt. Als arbeid en ondernerszin niet méér wordt beloond staat onze economie voor moeilijke tijden. De wereldwijde economische groei komt momenteel uit de ’goedkopere’ arbeidslanden en de goedkope dollar zal ook Amerika rapper op de sporen krijgen ten koste van West Europa. Meer dan ooit wordt onze export belangrijk. Maar met een negatieve handelsbalans hebben we nog een hele weg af te leggen. Omdat nu ook de kas van de overheid leger is dan ooit wordt het moeilijk!! Er is nood aan zéér drastische maatregelen, we denken aan een nieuwe fiscale regularisatie of aan de koppeling van (bedrijfs)belasting aan werkgelegenheid: wie voor jobs zorgt betaalt geen of weinig belastingen. Zo kan men investeerders binnenhalen. Maar méér dan ooit: laat de staat eens orde scheppen in HAAR huishouding.!!
AFINAS: PLATFORM FINANCIËLE PLANNING HOOFDZETEL AALST Boudewijnlaan 137 bus 3 - 9300 AALST tel: 053 78 00 52 fax: 053 70 25 72 email:
[email protected]
Afinas Financiële Planner verschijnt maandelijks telkenmale de 15de van de maand. Er zijn 12 nummers per jaar. Abonnementen gaan in door overschrijving op rekeningnummer : 393-0037286-30 ten voordele van AFINAS UITGEVERIJ - AALST. Abonnementsprijzen: jaar: 65 euro - buitenland: 80 euro. Abonnees krijgen toegang tot de (gratis) telefoon-infolijn voor korte adviezen. U kan telefoneren op maandag, woensdag en donderdag tussen 9u30u en 12u00u op 053/78 00 52. Er mag ook gemaild worden via
[email protected] Gelieve steeds uw abonneenummer mee te delen (op de omslag boven uw naam). Onze informatie steunt op betrouwbare bronnen en zorgvuldige analyse. Succes in deze materie kan echter nooit gewaarborgd worden. Grafieken: VLAM 22 professional. Verantwoordelijke uitgever: E. Viersé - Afinas Uitgeverij B.V.B.A - Boudewijnlaan 137 bus 3 - 9300 Aalst. Telefoon 053 78 00 52 Fax 053 70 25 72. BTW 452.296.053 - email:
[email protected] - website: www.afinas.be NIETS UIT DEZE UITGAVE MAG WORDEN VERVEELVOUDIGD OP WELKE WIJZE OOK ZONDER TOESTEMMING!
Nieuwsbrief voor UW financiële planning
aLa société civile immobilière (SCI):de burgerlijke vastgoedvennootschap :
Een interessante vorm voor het verwerven van vastgoed in Frankrijk, is het oprichten van een SCI. De vennootschap wordt alsdan aanzien als de eigenares van het gebouw, en de vennoten beschikken over de aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Een SCI is een burgerlijke vennootschap, en ze mag bijgevolg geen handel drijven (bijvoorbeeld: een maatschappelijk doel dat voorziet in de aankoop van gebouwen om ze weer te verkopen, is verboden). Er bestaan verschillende soorten van SCI’s. De voornaamste zijn: La SCI de gestion ou de location: de SCI van beheer en verhuur, die voornamelijk wordt opgericht om de overdracht van een familiepatrimonium te vergemakkelijken. Het familiegebouw wordt verworven door de vennootschap, en haar leden beschikken over de maatschappelijke deelbewijzen (aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen), die ze gemakkelijk kunnen verkopen of schenken. Een S.C.I. kan bijzonder interessant zijn voor de organisatie van je nalatenschap en vooral om de fiscale druk der successierechten te verlichten. Weet dat bij het overlijden van de eigenaar van een onroerend goed in Frankrijk, zelfs wanneer deze in België gedomicilieerd is, er belast zal worden door de Franse Staat onder de Franse wetgeving der successierechten. Sedert 1 januari 2006, mag je om de 6 jaar 50.000 € per kind schenken per ouder, zonder het betalen van rechten. Heb je dus 3 kinderen dan kan het echtpaar om de 6 jaar voor 300.000 € schenken, zonder belastingen te betalen. Deze bedragen kunnen vertegenwoordigd zijn door deelbewijzen in een SCI, wat zeer belangrijk is. Meestal ligt de waarde van de aandelen lager dan de werkelijke waarde van het gebouw. Bovendien kun je je erfgenamen bevoordeligen door middel van een SCI bezwaard met schulden. De successierechten worden immers berekend op het netto-actief van de SCI, ttz. op de waarde van het gebouw na aftrek van de schulden (leningen en voorschotten in rekeningcourant). Voorbeeld: Mijnheer en Mevrouw Peters hebben twee kinderen. Ze staan op het punt een vakantiehuis in Frankrijk te kopen, en beslissen een SCI op te richten met een Afinas Persoonlijke Portefeuille Adviser
maatschappelijk kapitaal van 16.000 €. Elk kind brengt in geld 4.000 € en de ouders 8.000 € in de SCI. De SCI koopt het vakantiehuis door de storting van 200.000 € door de ouders op de rekeningcourant van de SCI. Na 5 jaar wordt beslist het vakantiehuis te verkopen voor 500.000 €, en de SCI te ontbinden. Hoe gebeurt de verdeling ? De ouders krijgen 208.000 €, en de kinderen elk 4.000 €. Het te verdelen saldo bedraagt aldus 284.000 €. De ouders krijgen 50% of 142.000 € en de kinderen elk 25% of elk 71.000 €. Besluit: de kinderen ontvangen een gelijk voordeel als de ouders, daar waar deze laatsten voor 96% de operatie gefinancierd hebben. Hoe een SCI oprichten ? Op juridisch vlak bestaat er geen enkele specifieke reglementering, zodat de algemene beginselen van de burgerlijke vennootschappen van toepassing zijn ( artikel 1835 van de Code civil). Er dienen statuten opgesteld te worden, onderhands of notarieel. Alhoewel aangewezen, is de tussenkomst van een notaris niet vereist. De notariële tussenkomst is wel verplicht wanneer er in de SCI onroerende goederen in natura worden ingebracht ( wanneer een vennoot een gebouw inbrengt in de SCI, waarvan hij reeds eigenaar is ). Onder hoofdstuk 13 vind je modelstatuten van een SCI terug. Wat moet er in de statuten staan ? het doel van de vennootschap : geen handelsactiviteiten haar benaming : de naam van de vennootschap moet voorkomen op alle akten en brieven naar derden toe. het adres van de maatschappelijke zetel : de plaats waar de effectieve leiding van de vennootschap plaatsgrijpt (plaats waar de algemene vergaderingen gehouden worden). de duur : maximaal 99 jaar. de vermelding met betrekking tot de vennoten: twee echtgenoten kunnen beiden deel uitmaken van dezelfde SCI ongeacht hun huwelijksvermogensstelsel. Minderjarigen zijn uitgesloten. het maatschappelijk kapitaal : bestaat uit de inbrengen der vennoten die zowel in geld als in natura (een gebouw) kan zijn. De wet legt geen minimumkapitaal op. Het is niet aangewezen een laag maatschappelijk kapitaal te voorzien, want anders riskeer je een hoge meerwaardebelasting te moeten januari 2009
P 16
AANGEPASTE WETGEVING OP SPAARBOEKJES De
Afinas Persoonlijke Financiële Planning
januari 2009
P 15