Nieuwsbrief van d.d. 18-03-2010 Nummer: 05—2010
Tweede Kamer neemt Wetsvoorstel flexcontract jongeren (27-) toch aan Eerder informeerden wij u over de voortgang van het wetsvoorstel (nr. 32 058) dat ruimte biedt aan werkgevers om met werknemers jonger dan 27 jaar 4 arbeidsovereenkomsten aan te gaan voor een periode van maximaal 4 jaar. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel inmiddels aangenomen. Daarbij heeft de PvdA toch met het wetsvoorstel ingestemd en het ingediende amendement ingetrokken.
De Jager tekent belastingverdrag met Zwitserland Minister van Financiën Jan Kees de Jager heeft op 26 februari 2010 een nieuw belastingverdrag getekend met Zwitserland. Het belangrijkste onderdeel van dit verdrag is de uitwisseling van fiscale informatie. Het Zwitserse bankgeheim staat het opvragen van informatie over zwartspaarders niet langer in de weg. De Jager tekende het verdrag in Den Haag met de Zwitserse ambassadeur Alder. De overeenkomst met Zwitserland regelt dat beide landen op verzoek informatie in belastingzaken uitwisselen. Hiermee kan belastingontwijking worden tegengegaan. Nederland kon tot nu toe alleen fiscale informatie bij de Zwitsers opvragen als er sprake was van belastingfraude. Voortaan kan de Nederlandse Belastingdienst echter alle informatie opvragen die zij relevant acht en die betrekking heeft op de periode na 1 maart 2010. In het nieuwe
verdrag is geregeld dat Zwitserse autoriteiten de bevoegdheid hebben om de gevraagde informatie van hun banken op te vragen en door te geven aan Nederland. Het Zwitserse bankgeheim staat de Nederlandse fiscus het opvragen van informatie over zwartspaarders dus niet langer in de weg. Het nieuwe verdrag bevat ook aangepaste regels ter voorkoming van dubbele belastingheffing over inkomen en vermogenswinsten. Zo mag er door Zwitserland voortaan geen bronbelasting meer worden ingehouden op rentebetalingen (dit was 5%) en is er een arbitrageregeling bij overlegprocedures opgenomen. Het verdrag moet nog worden geratificeerd door de parlementen in beide landen.
Fiscaal boekjaar volgens 52/53-wekenstelsel niet toegestaan Het fiscale boekjaar van een vennootschap loopt vaak gelijk met het kalenderjaar. Het staat een vennootschap echter in beginsel vrij om een van het kalenderjaar afwijkend boekjaar (ook wel: gebroken boekjaar) te hanteren. In dat geval dient wel aan een aantal voorwaarden te worden voldaan. Een van die voorwaarden is dat sprake moet zijn van geregelde jaarlijkse afsluitingen. Het fiscale boekjaar is relevant voor de bepaling van het resultaat en het belastbare bedrag. Onlangs heeft Rechtbank Breda zich uitgesproken over een zaak waarin sprake was van een van het kalenderjaar afwijkend boekjaar. De vennootschap in kwestie hanteerde het zogenoemde 52/53-wekenstelsel, dat inhield dat het boekjaar in het algemeen werd afgesloten na 52 weken en eenmaal in de vijf à zes jaar na 53 weken. Het onderhavige boekjaar liep van 29 december 2003 tot en met 2 januari 2005. De inspecteur accepteerde het afwijkende boekjaar niet en corrigeerde de belastbare winst volgens het kalenderjaar 2004. Rechtbank Breda stelde de inspecteur in het gelijk. Volgens de rechtbank wordt met de voorwaarde dat sprake moet zijn van geregelde jaarlijkse afsluitingen bedoeld dat in beginsel in ieder opvolgend kalenderjaar een boekjaar wordt afgesloten. Het systeem van de vennootschap voldeed daar niet aan, omdat systematisch eens in de vijf of zes jaar een kalenderjaar werd overgeslagen. Als gevolg daarvan moest de belastbare winst worden bepaald per kalenderjaar. Commentaar: Dit is slechts een uitspraak van de Rechtbank. Het blijft dus nog de vraag hoe het Gerechtshef en de Hoge Raad hierover denken. Ook wij hanteren afsluiting jaarrekening per einde week 52 en eens in de 6/7 jaar per einde week 53 en niet alleen wij, maar ook A.H. en vele andere supermarkten en detailhandelszaken (V&D etc.) die werken met een 4 weekse periode systeem. Wij gaan dus gewoon door en mocht ook het Gerechtshof en de Hoge Raad uitkomen met eenzelfde uitspraak dan is er nog geen vuiltje aan de lucht en kan je e.e.a. simpel
corrigeren door het ene jaar het inkomen te vermogen van 1/7 dagen en daarna te verlagen met 6/7 dagen. In totaal maakt het natuurlijk niets uit.
Geen wijziging van heffings- en invorderingsrente in tweede kwartaal De heffings- en invorderingsrente is voor het tweede kwartaal van 2010 op 2,5% vastgesteld. Dit was ook het percentage in het eerste kwartaal 2,5%.
De Jager versoepelt urencriterium in verband met crisis
Minister De Jager van Financiën geeft zelfstandigen zonder personeel (ZZP'ers) een extra steuntje in de rug. Om het urencriterium voor de zelfstandigenaftrek te kunnen halen mogen ook uren worden meegerekend die worden besteed aan acquisitie, scholing en het bijhouden van de administratie. In de praktijk was het lastig om te bewijzen hoeveel uren hieraan besteed waren. De Jager heeft aangegeven dat inspecteurs hier soepel mee zullen omgaan voor 2009 en 2010. De Jager: 'Ik heb mij altijd sterk gemaakt voor de belangen van ondernemers. Met deze maatregel geef ik gehoor aan de signalen dat zelfstandigen zonder personeel door de crisis vaak zwaar worden getroffen. Ik reken er op dat de overgrote meerderheid van deze groep hierdoor alsnog in aanmerking komt voor de zelfstandigenaftrek.' Door de crisis kampen veel ZZP'ers met minder opdrachten, zodat ze moeite hebben met het halen van de norm van 1.225 uur om de zelfstandigenaftrek te mogen claimen. ZZP'ers die minder omzet hebben, besteden relatief meer tijd aan acquisitie en scholing en die uren tellen ook mee. Dit geldt ook voor andere niet-declarabele activiteiten zoals het bijhouden van de administratie. De maatregel geldt voor de belastingaangifte over 2009 en 2010.
De Jager versoepelt regels dividendnota voor DGA Minister de Jager van Financiën heeft besloten dat uitreiking van de dividendnota achterwege kan blijven bij dividenduitkeringen aan een directeur-grootaandeelhouder (DGA). DGA's hoeven bij een dividenduitkering van de eigen BV niet langer een dividendnota aan zichzelf te sturen. Het schrappen van miljoenen papieren dividendnota´s per jaar moet leiden tot een aanzienlijke administratieve lastenverlichting.
Denk aan deadline aanmelding eigenriscodragen WGA Sinds 1 januari 2010 kunnen publiek verzekerde werkgevers elk jaar per 1 januari of 1 juli eigenrisicodrager voor de WGA worden. Zij moeten zich daarvoor wel tijdig aanmelden. De aanvraag om per 1 juli 2010 eigenrisicodrager te worden, moet vóór 1 april 2010 bij de Belastingdienst zijn ingediend. Eigenrisicodragers WGA zijn geen gedifferentieerde premie WGA verschuldigd, maar meestal wel premie voor een private verzekering tegen eventuele uitkeringslasten. Werkgevers moeten er op letten dat in private polissen de volgende kosten zijn meeverzekerd: 1. de kosten van externe reïntegratie, zolang de (ex-)werknemer een WGA-uitkering ontvangt met een maximum van 10 jaren; en
2. de kosten van rechtsbijstand die de werkgever zal moeten maken, indien de werknemer gaat procederen tegen door de werkgever (namens het UWV) opgelegde sancties op de WGA-uitkering. Achmea verzekert deze kosten in ieder geval niet mee. Verder merken we in dit kader nog het volgende op. Diverse marktpartijen - veelal in de verzekeringsbranche - hebben gepubliceerd dat werkgevers op dit moment zouden moeten kiezen om eigenrisicodrager WGA te worden, omdat zij anders bij gehele privatisering van de WGA met zogenoemde 'staartlasten' van resterende publieke WGAuitkeringen zouden worden geconfronteerd. Minister Donner heeft dit in zijn brief van 23 december 2009 (nr. IVV1/2009/27623) aangemerkt als premature en misleidende informatie. Daarnaast is duidelijk dat de afspraak uit het Regeerakkoord dat de WGA op termijn zal worden geprivatiseerd, door de val van het kabinet geen geldend beleid meer is en een nieuw kabinet na 9 juni 2010 daarover al dan niet nieuw beleid zal bepalen.
Toch geen versnelde afschaffing partnertoeslag AOW voor partners jonger dan 55 jaar Volgens de huidige regels krijgt de oudste AOW-gerechtigde partner voor zijn (haar) partner die nog geen 65 jaar is en geen of weinig inkomen heeft, een toeslag van maximaal 50% van het netto minimumloon. In 1996 is al besloten om deze partnertoeslag in 2015 af te schaffen. De Minister had echter als bezuinigingsmaatregel besloten om de toeslag van de gehuwde/samenwonende AOW-er met een jongere, niet werkende partner al vanaf 2011 gedeeltelijk af te schaffen. Vanaf dat moment zou de toeslag alleen nog voor partners van 55 jaar en ouder worden uitgekeerd. Overigens werd ook voorgesteld om vanaf 2011 de AOW-partnertoeslag al met 6% per jaar te korten. Op 16 februari 2010 heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) besloten de partnertoeslag toch niet al vanaf 2011 gedeeltelijk af te schaffen. Ter compensatie wordt de korting op de AOW-partnertoeslag wel verhoogd naar 8%.
Weinig kennis over bankspaarregeling bij consumenten Nederlanders zijn maar weinig bekend met de bankspaarregeling, een extra opbouwmogelijkheid voor bijvoorbeeld een aanvullend pensioen.
Slechts 15 procent van de 2191 respondenten noemde de bankspaarregeling spontaan als mogelijkheid. Bij mensen die zich oriënteren op een pensioen of een hypotheek ligt dat percentage iets hoger. Uit het onderzoek blijkt verder dat Nederlanders die sinds
2008 een bankspaarregeling hebben afgenomen, tevreden zijn met de bankspaarregeling: gemiddeld beoordelen ze de regeling met het cijfer 7.6. Bankspaarregeling Bij de bankspaarregeling kunnen mensen geld sparen om hun pensioen aan te vullen. ‘Het idee is niet nieuw. Voor 2008 kenden we al bijvoorbeeld de lijfrente en de kapitaalverzekering, maar die kon je alleen bij een verzekeraar afsluiten. Om concurrentie te stimuleren, besloot de overheid om per 1 januari 2008 meer concurrentie toe te staan en ook banken tot het systeem toe te laten. Die werken niet met provisies via tussenpersonen en hebben bovendien een grotere massa waardoor ze goedkoper kunnen werken. Overigens zie je dat verzekeraars door de toegenomen concurrentie hun kosten ook zijn gaan verlagen.’ Rol van bedrijven Bedrijven kunnen ook een rol spelen bij het bekend maken met de bankspaarregeling: ‘Veel medewerkers bouwen minder pensioen op dan ze verwachten. Ze denken dat ze 70 procent van hun laatste loon gaan krijgen, maar dat valt vaak tegen. Daarom is het goed om te sparen voor een aanvulling. Bedrijven kunnen medewerkers bijvoorbeeld laten zien dat wanneer ze vrijkomend spaarloon doorstorten op hun bankspaarregeling, ze twee keer belastingvoordeel hebben. Eén keer bij het spaarloon, en één keer bij de bankspaarregeling. Wanneer je zo 50 euro spaart, kost het je maar ongeveer 13 euro, afhankelijk van de belastingschaal waarin je zit. Het is een heel soepele manier om iets aan je eigen voorziening te doen, en werkgevers kunnen daarover voorlichten.’ Commentaar: Niet alleen werknemers en bedrijven hebben een beperkte kennis over banksparen maar vooral de BANKEN zelf. Deze willen gewoon geen kennis hebben over banksparen en blijven proberen de consument een lijfrenteproduct aan te smeren als deze informatie vragen over banksparen. De banken zijn natuurlijk provisie gericht i.p.v. klantgericht. Hoogachtend, R.A.M. van der Velden b.v. Oostveenseweg 7-b 2636EC Schipluiden k.v.k. nummer 27231863 telf. nr. 015-3808141 fax. Nr. 015-3808095 Hoewel aan de inhoud van deze nieuwsbrief de uiterste zorg wordt besteed, kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onverhoopte onjuistheden. Aanmelden nieuwsbrief, c.q. afmelden en e-mailadres wijzigen:
[email protected]
