G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Inhoud Voorwoord.........................................................................................2 Lezersbrieven....................................................................................3 Postoperatieve zelfverzorging ........................................................7 Een transformatie van 70 jaar geleden.........................................13 Zelfhulpbijeenkomsten...................................................................15 Zitdagen...........................................................................................16 Discussieplatform...........................................................................17 Transseksualiteit en kinderen .......................................................18 Boeken.............................................................................................24 Voorstel ...........................................................................................26 Venus ...............................................................................................27 Transvriendelijk Toerisme .............................................................28
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 1
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Voorwoord Nieuwsbrief oktober 2000, jaargang 11 – nr. 4. Laatste boekje van dit millennium, een collectoritem als het ware. “Het is er nog eentje van de vorige eeuw”, zullen verzamelaars volgend jaar kunnen zeggen. En verzamelaars, dat zijn ook ondergetekenden, ieder kwartaal proberen we immers wat op het menu van dit boekje staat zo gevarieerd mogelijk te maken: voorgerechtje, hoofdschotel en dessert worden u in de vorm van artikels opnieuw warm geserveerd. We werden hierbij opnieuw dankbaar geholpen door freelance koks die ieder hun eigen potje kookten en het u als lezer willen laten proeven. Maar goed, we willen uw appetijt niet ten top drijven, elk weet dat hij moet eten wat hij aankan, op zijn/haar eigen tempo en de tijd nemen om het rustig te laten verteren. Zelfs al maak je er een winters hutsepotje van om de koude en donkere dagen die reeds weer in het verschiet liggen mee door te komen, wij willen niet nalaten iedereen smakelijk eten toe te wensen en wie nadien een tandenstokertje wenst, geef maar een seintje aan ons adres. Enfin, veel leesplezier, daar komt het dus op neer…! Waar het verder nog op neer komt is dit: Debbie heeft haar job bij de genderstichting omgeruild voor een job bij het Service en Ontmoetingscentrum (evenzeer een onderdeel van het CAW Artevelde), wat hier vlak naast de deur is. Veel geluk voor haar!! Marie-Anne heeft ondertussen terug plaats genomen aan haar vertrouwde bureau en zij staat voortaan terug tot uw dienst. Met haar gaat het opperbest, en dat is ook zo voor de rest van haar gezin. M.a.w. zij ziet het weer zitten om er terug in te vliegen en ze heeft plechtig beloofd nu een jaar of 10 te wachten vooraleer ze er nog eens tussenuit muist… Koen & Marie-Anne Wat betreft het abonnement op uw nieuwsbrief, onderaan het adresetiket staat het tijdstip vermeld waarop U de laatste NB zult ontvangen indien U niet tijdig Uw abonnement verlengt. In de gaten houden is de boodschap dus!!!
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 2
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Lezersbrieven Mijn weg Na een geslachtsoperatie (G.O.) en het expliciet afstand nemen van de mannenrol die ik vergeefs probeerde in te vullen op sociaal en intiem vlak, ben ik nog altijd onderweg. Afscheid nemen van beiden, gesymboliseerd in een nieuwe voornaam, betekende voor mij helemaal niet ten koste van mezelf absoluut een (bio)vrouw te willen worden. Het was een eerste bewuste maar nogal ongewone stap als mens verder te groeien. Na negen jaar ben ik meer overtuigd dat mijn transseksualiteit een teken was van een dieper anders zijn. Een gemiddelde man kan zich, gelukkig maar, goed terugvinden in de man-vrouw relaties, in de vaderrol en in zijn beroepsleven. Zonder woorden verstaan volwassen mannen de intenties van andere mannen, andere vrouwen. Dit geldt ook voor de meeste vrouwen. Mijn geschiedenis… Anno 1991 kon ik psychisch niet langer werken in een arbeidssysteem dat noch met het heil van de klanten, noch met dat van de medewerkers inzat. Vraag en aanbod en winst overheersten. Sociaal nut en het goede gevoel van het personeel interesseerden de bazen dus helemaal niet. In dezelfde periode had ik net een leeg geworden relatie achter de rug. Als vriendin kon ik een vrouw heel goed verdragen. Ik wenste ook wat praktische solidariteit. Zij heeft me in de relatie getrokken waarvan ik de intieme en lichamelijke spraak helemaal niet begreep. Ik werd depressief. Voor het eerst voelde ik dat ik zo’n relatie niet wilde omdat ik er geen enkele taal voor heb. In vroegere relaties besefte ik dit nooit. Ik ben blijkbaar een persoon die in zijn/haar hersens weinig emotionele taal heeft. Ik ken wel vreugde en verdriet, ook angst en woede. Ik ben blij andere mensen te ontmoeten, activiteiten te delen. Op een verfijnde manier emoties uitwisselen kan ik totaal niet. Ik noem me tegenwoordig: een primitief mens. Daardoor verloor ik me in die kortstondige relatie.
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 3
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Toch wilde ik in die twee levensaspecten, namelijk een duidelijke geslachtsrol én een seksuele relatie –waarmee weinig mensen moeite hebben – slagen. Snel ben ik uit die relatie gestapt. Maar hoe moest het nu verder? Ik wenste absoluut niet meer in zulke situaties te komen en ik wilde na zovele jaren van mijn dwangmatig gedrag te aanzien van mijn eigen seksualiteit, af. Dit gedrag gaf me veel lijden. Om uit die duivelscirkel te geraken, heb ik dan maar heel bewust het zogenaamde detransseksualisatieproces aangevraagd. Ik ben heel blij dat ik anno 1996 in de kliniek verlost ben geworden van die seksuele dwangbuis. U zal misschien zeggen: “Kon u zichzelf dan niet beter controleren?” Neen! De laatste jaren stel ik zeer duidelijk vast dat mijn controlesysteem neurologisch heel slecht werkt. Zintuiglijke en inwendige prikkels brengen me relatief snel tot een overprikkeltoestand. Op dat moment helpt alleen maar afzondering van de buitenwereld én inwendige rust zoeken, ondermeer door shriftelijk mijn gedachten te ordenen. Hyperactieve en autistisch geaarde mensen verliezen zich eveneens snel in een prikkelrijke omgeving. G.O. heeft me dus uit een cirkel bevrijd. Dit wil niet zeggen dat ik nu een soepeler mens geworden ben. Ik heb mezelf wel beter leren kennen en stel vast dat ik sprongsgewijze groei. Dagen weken, maanden kan ik in eenzelfde cirkel ronddraaien. Het begint gelukkig omdat alles nieuw is of zo lijkt, nadien wordt de herhaling vervelend, pijnlijk. Het lijden neemt toe. Kost wat kost moet ik uit die cirkel, moet ik mezelf bevrijden. Het is dan telkens springen in het onbekende naar de volgende cirkel. G.O. was dus voor mij helemaal niet het bevrijden van een vrouw die in mijn lichaam opgesloten zat. Ik heb het evenmin als een wedergeboorte ervaren. Het is voor mij gewoon een hulpmiddel geweest om die sprong uit die verstikkende cirkel handiger te kunnen maken, naast eigen inzet, soepelheid van vrienden en familie en de houding van vele mensen, namelijk: “Ik respecteer iedereen”. Mijn fysieke voortplantingsmogelijkheden heb ik moeten afgeven. Een verlies. Dus pijn. Maar misschien is het wijs geen eigen kinderen te hebben. Ik ben dol op kinderspontaniteit.
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 4
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Toch denk ik voor hen een ongewild te afstandelijke en te koele ouder te zijn. Reeds verschillende jaren leef ik nu zogenaamd als vrouw. Beste lezers, zo voel ik mijn leven/mijn aard echter niet aan: in mij zat geen (opgesloten) vrouw. Ikzelf was opgesloten. Langzaam aan groei ik in en uit mezelf. Ik heb allesbehalve een helder geslachtidentiteitsgevoel. Hebben andere mensen dit onafhankelijk van de buitenwereld? Omdat ik een overgevoelig iemand ben (in dit verband voel ik me sterk verwant met vrouwen, hoewel er ook zeer harde en akelige vrouwen bestaan), geen penis doch een (pseudo)vagina bezit, en men anno 2000 nog steeds een geslacht moet kiezen, heb ik maar voor de vrouwenrol gekozen. Juridisch is dit geen probleem. Sociaal een dwaas doel: de mensen bekijken je terecht ook met je verleden; op straat krijg je agressieve opmerkingen in verband met je apart uiterlijk; en uiteindelijk begrijpen alleen maar betrokken hoe je van een geslachtsrol een totale aversie kunt krijgen. Bovendien besef je heel goed dat een gemiddelde biovrouw sociaal, fysiek en psychisch over meer vaste grond en mogelijkheden beschikt als jijzelf. Beeld ik me in gelijkaardig aan een biovrouw te zijn, dan heb ik toch vaak inwendige wrevel. Ik ervaar dit als een vlucht naar voren. Terug naar de mannenrol zou even gek zijn. Neen, laat me naar de officiële wereld toe wat verder in een clowneske situatie staan, een beetje bedriegen. Men vraagt er trouwens ook om. Ik ben van een andere orde. Geen hogere of lagere. Eén met minder en meer mogelijkheden in deze wereld. Geen engel, geen eunuch, geen castraat, wel gecastreerd qua voortplanting. Gewoon anders. Nood aan een derde classificaties meer.
geslacht? Een
vierde?
Neen, geen
Ik ken mijn verleden met al zijn frustraties. Maar ook met veel kinderlijk plezier. Dit genieten ben ik gelukkig niet kwijtgeraakt: fratsen, lange rokken, de wind, de zon, dieren, landschap,…
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 5
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
G.O. doet men absoluut niet uit vrije wil. Zoals gezegd: het leven en levenservaringen dwingen je uiteindelijk voor jezelf te kiezen, zelfs met verlies van mogelijkheden. Maretakken moeten soms ook van de bomen weggehaald worden. Waar ik naartoe geleid wordt weet ik niet. Een soort engelenleven? Misschien! In ieder geval moet ik maatschappelijk verder roeien met de middelen die ik actueel heb: mijn voornaam An, een juridisch vrouwelijk geslacht, maar belangrijker, mijn mogelijkheden en mijn gebreken. A. Juli 2000 P.S. Ik lever graag mijn bijdrage aan de Nieuwsbrief alleen maar met de bedoeling dat er ook publiekelijk minder stereotiep gesproken wordt. Het valt me op dat ANCIENS vaak hun pen, ook hun mond (?), naa de G.O. aan maarten geven. Ook medici die ons geholpen hebben, staken hun interesse. Gebrek aan tijd? Of blijft het hun allemaal eender? Uiteindelijk weten wij betrokkenen het beter als we onszelf tenminste eerlijk benaderen.
Wetenswaardig nieuws uit binnen-of buitenland, nieuwe publicaties
omtrent
genderdysforie,
lezersbrieven
of
oproepen, mogen steeds aan het adres van de Genderstichting gestuurd worden, gefaxt op 09/225.31.66 of per e-mail naar
[email protected]
Tekstbestanden mogen
ook altijd (liefst) op diskette worden opgestuurd, Word voor Windows 7.0 - compatibel. Voor de volgende nieuwsbrief graag Uw bericht binnen tegen 15 september 2000
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 6
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Postoperatieve zelfverzorging Voor man-naar-vrouw transseksuelen Het grote moment is dan uiteindelijk toch aangebroken. Je mag het ziekenhuis binnen voor die verlossende operatie, je bent op alles voorbereidt en je hebt er echt naar uitgekeken. Maar die tiental dagen in het ziekenhuis zijn ook al snel weer voorbij en dan mag je terug huiswaarts. Daar heb je niet meer de zorg van het verplegend personeel, maar ben je vooral op jezelf aangewezen om je te verzorgen en te soigneren. Al wie reeds de ‘grote operatie’ achter de rug heeft weet inmiddels reeds dat die zelfverzorging van groot belang is, in de eerste plaats om het resultaat van de operatie in optimale staat te houden, maar niet in het minst om je echt comfortabel en op je gemak te kunnen voelen. In het ziekenhuis krijg je reeds een aantal tips rond hoe je die zelfverzorging in goeie banen kunt leiden, maar vaak blijft je eigen nazorg nogal afhankelijk van je eigen creativiteit en improvisatie. In de Nieuwsbrief van juli dit jaar kon U reeds het eerste gedeelte van dit artikel lezen. Het tweede gedeelte handelt specifiek over dilatatie. Dilatatie Nu zijn we aan het stuk gekomen dat blijkbaar iedereen verontrust: het geduchte dilateren. Laat ons eerlijk zijn: het is een tijdrovende, meestal oncomfortabele en soms pijnlijke aangelegenheid. Maar naast een goeie hygiëne is het HET BELANGRIJKSTE wat je kunt doen om het succes van je operatie te garanderen. Niet dilateren kan resulteren in ernstige schade of het niet behalen (behouden) van een adequate diepte en breedte van de vagina. Met wat hulp en richtlijnen van onze kant, en wat oefening van jouw kant kom je er echter wel. Volg in ieder geval de instructies die je hierrond van je chirurg kreeg. Het uiteindelijk doel is een volledige vaginadiepte te bereiken (afhankelijk van persoon tot persoon), zonder dat het je
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 7
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
bloed zweet en tranen kost. Je zult geleidelijk aan vooruitgang boeken en op den duur zelf kunnen beoordelen of je het aantal dagelijkse sessies kunt verminderen of niet. Maar wees er je bewust van dat meer dialteren nog steeds beter is dan minder!! In de eerste plaats zul je er voor zorgen dat alles wat je nodig hebt, voor handen is: je dilatatieprothese(s), glijmiddel, een waterbestendige doek, of een grote handdoek en een kleine handdoek of een washandje. Was je handen grondig!. Leg je waterbestendige doek of grote handdoek op je bed, ga gemakkelijk liggen. Een kussen onder je heupen kan helpen. Het is de bedoeling dat je je kunt ontspannen, en dat zeker rond je lies en onderbuik. Wat relaxerende muziek (of meditatie) kan je hier wel wat bij helpen. Je zult zo relaxed mogelijk moeten kunnen liggen om ongemakken te voorkomen. Een veelvoorkomend misverstand is het idee dat de VERKEERD!!! benen zo wijd mogelijk gespreid dienen te worden. Zo echter worden de spieren van de billen en onderbuik opgespannen, waardoor het dilateren bemoeilijkt wordt. Een correcte houding is de volgende: Zet je voeten in het verlengde van je bekken, dus ongeveer even wijd uit elkaar als de breedte van je heupen en plooi je knieën in een hoek van ongeveer 45 graden. Je knieën hoeven enkel zover uit elkaar te staan, zodanig dat je je hand er tussen kunt bewegen. Als je problemen hebt om tot aan je vagina te geraken, duw dan jezelf niet op met behulp van je buikspieren, maar gebruik een kussen ter ondersteuning van je hoofd en schouders.
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 8
G
e
n
d
e
r
s
CORRECT
t
i
c
h
t
i
n
g
Nu kun je de dilatatieprothese gaan insmeren met het glijmiddel. Veel van het glijmiddel zal echter van de prothese geduwd worden wanneer je de vagina binnendingt. Daarom is het goed om reeds wat glijmiddel in de vagina zelf aan te brengen vooraleer je de prothese inbrengt. Je kunt dit met je vingers doen of met behulp van een apparaatje dat je bijgeleverd krijgt bij sommige vaginale gels.
Nu kun je de top van de dilatatieprothese rustig beginnen inbrengen. De prothese moet onder een juiste hoek worden ingebracht om te vermijden dat de vaginawand wordt geschonden.
Breng de dilatatieprothese nooit in onder een neerwaarts gerichte hoek!!!
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 9
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Breng de prothese altijd in onder een platte of lichtjes naar bovengaande hoek, net alsof die gericht wordt naar de navel!!!
Het kan nodig zijn om met je duim of vinger licht op de top van de dilatatie-prothese te drukken zodat die gemakkelijk onder het schaambeen door kan. Breng de prothese echter nooit onder een neerwaarts gerichte hoek in, om onder het schaam-been te geraken!!!
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 10
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Wanneer je een rechte dilatator gebruikt, dan kun je beginnen met die voorzichtig te laten roteren door ze telkens een kwart tot een halve toer heen en terug te draaien in beide richtingen en dit terwijl je lichtjes drukt op het uiteinde van de prothese, zodanig dat die comfortabel in de vagina glijdt. Een alternatief is om de prothese slechts in één richting te draaien. Het ronddraaien zal het inbrengen van de prothese vergemakkelijken. Wanneer de dilatator de vagina binnendringt, zul je merken dat het inbrengen en roteren wat moeilijker begint te gaan. Dit kan twee dingen betekenen: ofwel ben je niet ver genoeg onder het schaambeen, ofwel stuit je op de PC-spier. (Wanneer de chirurg de vaginaholte creëerde, diende hij een opening te maken in deze spier, om de vagina te kunnen laten passeren. Deze spier is er niet vertrouwd mee dat er tegen geduwd of in gepookt wordt en in het begin zal deze als in een reflex beginnen samentrekken. Dit zorgt ervoor dat je het gevoel krijgt dat de dilatator niet verder kan. Ontspannen zal je hierin veel helpen, maar het kan ook dat je de spier wilt helpen om te relaxeren. Ga met een vinger in de vagina en probeer bij die plek te komen waarvan je voelde dat de prothese er niet meer verder kon. Je kunt die plaats nu voorzichtig beginnen masseren en dan de prothese opnieuw proberen in te brengen. De PC-spier zal al snel getraind geraken om de dilatator te leren aanvaarden, zodanig dat je hier al snel geen problemen meer mee zult hebben. Ga verder met het al heen en weer draaiend inbrengen van de prothese in de vagina, tot je de volledige diepte hebt bereikt. Hoewel het gevoel dat hiermee gepaard gaat moeilijk te omschrijven is, zul je het merken wanneer je de volledige diepte hebt bereikt. Eens op volle diepte blijft je de dilatator roteren, terwijl je het uiteinde lichtjes naar binnen blijft drukken. De wrijving die je zult voelen bij het ronddraaien van de prothese zal de rekbaarheid van het weefsel ten goede komen. Wanneer het ronddraaien wat moeilijker wordt, dan haal je de prothese er voorzichtig weer uit, doe je nog wat glijmiddel op de top ervan, en breng je eventueel nog wat gel aan in de vagina zelf.
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 11
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Eens de dilatator is ingebracht, dan ga je je benen relaxeren door je knieën samen te brengen en je benen zoveel als mogelijk te gaan strekken, zodanig dat ze zo goed als plat op het bed komen te liggen. Indien gewenst, kun je je ook op je zijde rollen met je knieën lichtjes opgetrokken. Een nauwkeurige meting van de diepte van de vagina kan gebeuren direct na dilatatie. Verwijder de prothese en veeg het er nog aanklevend glijmiddel af. Breng de dilatator opnieuw in tot maximum diepte en draai in één richting een drie à viertal keer. Er zal nu glijmiddel dat nog in de vagina aanwezig was op de prothese komen te zitten. Haal de dilatator er terug uit en meet over welke lengte er nu glijmiddel op zit. Na dilatatie dien je de vagina te reinigen zoals besproken werd in het eerste deel van deze tekst (NB juli). De dilatatieprothese ga je nu reinigen met water en zeep en een ontsmettingsmiddel. Om het eventuele pijnlijke of ongemakkelijke gevoel dat je hebt na dilatatie wat te verlichten, kun je bijvoorbeeld een bad nemen, of een warme vochtige doek op je onderbuik leggen. Een probleem waar velen onder ons mee te maken krijgen is het volhouden van de frequentie van dilatatie eens men terug gaat werken. Sommigen hebben afspraken gemaakt rond het gebruik van de ziekenboeg op het werk, anderen gebruikten hiertoe het een ruimte van het vrouwentoilet…Dit is een situatie waaraan je best denkt vóór de operatie., want bedenk dat je de dilatatie best zo lang als mogelijk blijft uitvoeren, om de vagina in zijn beste vorm te krijgen en te houden.
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 12
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Even belangrijk als de vorm en diepte van de vagina, zijn de vragen rond het functioneren ervan. “Zal ik gevoel hebben in de vagina, zal ik nog seksueel opgewonden kunnen geraken, zal ik geslachtsverkeer kunnen hebben, een orgasme…?” In een derde deel gaan we in op deze vragen. U leest het in de Nieuwsbrief van januari 2001. ©2000, Intelligence Engineering, LLC Bron: internet: htpp://www.intelleng.com/zen.html Oorspronkelijke titel: ‘Zen and the art of post-operative maintainance Vrije vertaling: Koen Taillieu
Een transformatie van 70 jaar geleden Een kunstenares moet een levensgroot portret schilderen van een Deense zangeres. Op een dag komt haar model niet opdagen en omdat de opdracht binnen niet te lange tijd gereed moet zijn, besluit zij dan maar de rok en benen te schilderen. Daartoe vraagt zij haar man of hij voor een keer een paar dameskousen en -schoenen wil aantrekken en voor een goed overzicht ook de japon, die de zangeres heeft achtergelaten. De man doet het, zij het niet van harte, maar eenmaal omgekleed voltrekt zich in een hem een zeldzame verandering. Alsof een dijk is doorgebroken, zo voelt hij zich van dat moment aangetrokken tot een metamorfose tot vrouw. Met dit voorval begint het boek ‘Lili, het Deense meisje’ van David Ebershoff, dat onlangs is verschenen bij Anthos-Amsterdam en Bosch en Keuning-Antwerpen. Een roman, die zich in vier fasen afspeelt tussen 1925 en 1931. Lang geleden dus, maar het geromantiseerde verhaal
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 13
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
berust dan ook op werkelijkheid. Ebershoff, een Amerikaan naar het schijnt, stuitte een aantal jaren geleden op een krantenbericht uit 1931 over wat later zou blijken de eerste transseksueel ter wereld te zijn. Geïntrigeerd door dit bericht ging hij op zoek naar verdere informatie en zo ontdekte hij het dagboek van de man Einar Wegener, die de vrouw Lili Elbe zou worden. Op deze informatie inspireerde hij zijn boek, een geromantiseerd verhaal inderdaad, waarin mensen voorkomen die misschien nooit hebben bestaan, maar die wel wezenlijk zijn voor het tekenen van de sfeer. Want de schrijver heeft zich mooi ingeleefd in wat Einar-Lili moet hebben bewogen, zijn/haar verlangen naar geslachtsverandering, dat altijd in het onderbewuste moet hebben bestaan en opeens doorbrak. Dat zoiets van het ene op het andere moment gebeurt door als schildersmodel wat kleren aan te trekken, lijkt me sterk, maar de sneeuwbal die daarna gaat rollen krijgt er extra kracht mee. Tenslotte moeten wij er van uitgaan dat een boek als dit allereerst in handen komt van mensen die totaal geen begrip hebben van wat zo’n transformatie voor iemand kan betekenen. De Lili uit het boek is helemaal vrouw, daarover bestaat geen twijfel en wanneer zijn eigen echtgenote het eenmaal heeft onderkend, laat ze het proces zijn gang gaan, al is dat niet altijd van harte. Intussen worstelt de Lili-in-wording met wat het boek noemt de chaos in zijn leven, inclusief de gedachte aan zelfdoding. Er volgt een lange, vaak ontmoedigende tocht langs artsen, psychiaters, specialisten op allerlei terrein, die de vreemdste methoden willen toepassen om de patient van zijn ongelukkige kwaal af te helpen. Zo bezien zij dit nu eenmaal, want zelf staan ze ook voor een totaal onbekend verschijnsel. Maar Lili zet door, laat zich een eerste keer opereren in Dresden, krijgt op niet verklaarde manier borsten, blijkt als vrouw-in-aanleg zelfs ontvankelijk te zijn voor eierstokken -die worden getransplanteerd van een zojuist overleden meisje- en gaat op het eind zelfs terug naar Dresden om ook een baarmoeder te kunnen krijgen. Of dat gelukt laat boek in het midden en dat is eigenlijk maar goed ook, want het verhaal zou er niet geloofwaardiger door zijn geworden. Op de laatste pagina aangekomen weet je dus niet echt of het goed of slecht afloopt, maar dat is niet erg, want het gaat om het totale proces van de geslachtsverandering die ook een verandering van psyche is: zelfs in hun denken en herinneren zijn Einar en Lili twee totaal andere wezens. Bij alle kritiek die er kan worden aangevoerd is ‘Lili, het Deense meisje’ in elk geval de moeite van het lezen waard. P.
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 14
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Zelfhulpbijeenkomsten
~Gent~ Dinsdag 24 oktober vanaf 20 uur in
de Genderstichting Pekelharing 2
Op vraag van een aantal mensen om ook eens in Gent een bijenkomst te hebben op een niet publieke plaats, wordt op deze avond een samenkomst voorzien in de gebouwen van onze dienst
~Antwerpen~ Dinsdag 28 november vanaf 20 uur in
‘Atthis’ Geuzenstraat 27
Naar aanleiding van de vragenronde waarover sprake was in de NB van april, komen op die avond een aantal ‘anciens’ af die bereidt zijn op Uw vragen te antwoorden. Zij zullen spreken vanuit hun ervaring met de zaken waarover u vragen wenst te stellen.
~Gent~ Dinsdag 19 december vanaf 20 uur in ’t Vosken – Sint-Baafsplein 19 zaal op het 1ste verdiep Op deze avond komt Professor Monstrey, plastisch chirurg van het genderteam verbonden aan het UZ Gent, spreken over geslachtsoperaties en eventuele hieruit voortvloeiende complicaties (zie bijeenkomsten voor de vrouw-naar-man transseksuelen)
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 15
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
~Gent~ Dinsdag 19 december vanaf 20 uur in ’ t Vosken – Sint-Baafsplein 19 zaal op het 1ste verdiep Op deze avond komt Professor Monstrey, plastisch chirurg van het genderteam verbonden aan het UZ Gent, spreken over geslachtsoperaties en eventuele hieruit voortvloeiende complicaties. Twee vrouw-naar-man transseksuelen zullen vanuit hun ervaring spreken over meegemaakte complicaties na een ingreep
Zitdagen Wanneer het bereiken van onze dienst te Gent te moeilijk is voor u, dan kunt u ons steeds vinden op volgende zitdagen: Donderdag 5 oktober, 2 november, 7 december 2000 en donderdag 4 januari 2001 Vanaf 14u30 in Klaproos Centrum voor levensvragen, relaties en seksualiteit Mgr. Van Wayenberghlaan 1 (2de verd.) 3000 LEUVEN Wie met het openbaar vervoer komt, kan vanaf het station de bus richting Gasthuisberg nemen en afstappen in de Van Waeyenberghlaan. Aanbellen aan de voordeur
Een gesprek op onze zitdag in Leuven kan enkel wanneer voorafgaand een afspraak is vastgelegd met onze dienst in Gent. Gelieve de dag van afspraak en dit vóór 11 uur te bevestigen of U aanwezig zult zijn. Zoniet veronderstellen we dat Uw afspraak vervalt!
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 16
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Discussieplatform U heeft het reeds gemerkt of niet, maar sinds kort beschikt de Genderstichting op zijn internetsite ook over een discussieplatform. Dit platform is er gekomen op vraag naar mogelijkheden van on-line contact met anderen en is een alternatief voor een Nieuwsgroep (wat bij ons niet echt haalbaar is). Hoe werkt het? Al wie een oproep heeft, met anderen anoniem wil in contact komen via het net, een oproep wenst te doen of iets interessants te melden heeft, kan hiervoor terecht op dit platform. Meer info vind je op het discussieplatform zelf, onder de link: ‘een woordje uitleg’. Je vindt de internetsite van de Genderstichting op: http:// users.belgacom.net/genderstichting
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 17
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Transseksualiteit en kinderen In de Nieuwsbrief van januari dit jaar publiceerden we reeds een artikeltje over dit onderwerp. Toen werd de vraag gesteld hoe er het best werd omgegaan met het onderwerp van transseksualiteit en het bekend maken hiervan aan kinderen. Uit het artikel bleek dat er heel wat meer moeilijkheden te verwachten zijn wanneer men alles in een sfeer van stilzwijgen hult. In ditzelfde artikel werd ook verwezen naar een onderzoek van Dr. R. Green, die in de jaren 70 reeds een onderzoek deed naar de invloed van het gegeven transseksualiteit op de kinderen van transseksuelen. Ondervinden kinderen een nefaste invloed van de transseksualiteit van één van de ouders op hun ontwikkeling? In wat hier volgt kunt U lezen wat een vervolgonderzoek van Dr. Green op zijn onderzoek uit 1978 aan materiaal opleverde. In 1978 publiceerde ik een artikel over seksueel atypische en gender atypische ouders en hun kinderen (Green 1978). Ik beschreef 21 kinderen die werden opgevoed door lesbische moeders en 16 kinderen met een transseksuele ouder. Sinds de verschijning van dat artikel 20 jaar geleden werd niets meer gepubliceerd rond kinderen van transseksuelen. Het gebrek hieraan verklaard waarom mijn bewuste artikel als een alleenstaand geval werd geciteerd in een rechtszaak die een vrouw-naar-man transseksueel voor het Europees Hof voor de rechten van de mens voerde om het ouderschap (zaak van X, Y en Z, versus het Britse Koninkrijk, 1997). Een transseksueel vóór of na geslachtsaanpassing, krijgt vaak veel tegenkanting wanneer het gaat om het blijven uitvoeren van een ouderlijke rol. Dit komt deels voort uit de bezorgdheid dat ook kinderen hierdoor verwarring rond hun eigen genderidentiteit zullen ervaren, en dit vooral gedurende de kritieke periode van psychoseksuele ontwikkeling. Hoewel die bezorgdheid om een vermeende impact begrijpelijk is – immers elke ontwikkelingsperiode is een moeilijk gebeuren – worden de eerste levensjaren echter als de delicaatste periode voor een kind gezien. Dit is gedurende het vormen van een basisgenderidentiteit en het
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 18
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
oplossen van een vermoed oedipus-complex. Beginnende puberteit, wanneer de seksuele oriëntatie zich begint te ontwikkelen is nog zo’n kwetsbare periode. Een tweede punt van bezorgdheid omtrent de ontwikkeling van kinderen van transseksuelen, is de reactie van hun leeftijdsgenoten. Zullen zij door hen geplaagd, gepest of getreiterd worden omwille van de transseksualiteit van hun ouders? Maar naast deze veronderstelde, via testonderzoek na te gaan zaken, is er nog meer. Er zijn gevoelens van verraden zijn, verlaten zijn en vijandigheid bij de niet-transseksuele ouder. Velen zijn zo kwaad op de transseksuele ouder dat ze hardnekkig elk contact van het kind met de transseksuele ouder proberen tegen te werken. Als behoedende ouders gaan sommige niettransseksuele ouders een verstoord en/of negatief imago van de afwezige (of zelden aanwezige) transseksuele ouder proberen te installeren bij hun kinderen, het ‘ouderlijk vervreemdingssyndroom’ (Gardner 1978). Na verloop van tijd zal ook het kind zich gaan verzetten tegen contact met, of vernieuwing van het contact met die ouder. De bezorgdheid van een rechtbank dat het conflict en trauma dat het kind kan ondervinden van een geforceerd contact met één ouder wanneer de andere ouder buiten spel wordt gezet, is groter dan de bezorgdheid wanneer er een einde zou komen aan het contact.
Vraag is of bovengenoemde aandachtspunten aangaande de genderidentiteit van de kinderen en de reactie van leeftijdsgenootjes als losstaand van deze ‘ouderstrijd’ moet gezien worden. Beter niet. Onderzoek wijst uit dat een objectieve basis voor bezorgdheid over het welzijn van de kinderen als een direct gevolg van de transseksualiteit van een ouder ontbreekt, wat meteen deze ouderlijke strijd enigszins irrationeel maakt. Er dient minder juridisch gewicht aan gegeven te worden wanneer gerechtelijke beslissingen hieromtrent dienen te gebeuren.
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 19
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
In de voorbije vier jaar heb ik transseksuele ouders in het Charing Cross Hospitaal in Londen geïnterviewd. Velen hadden hun kinderen in jaren niet meer gezien. Verschilenden deden afstand van hun ouderlijke rol omdat ze vreesden dat hun transseksualiteit schadelijk zou zijn voor het kind, anderen omdat hun voormalige echtgenote strikt tegen contact met het kind was en de transseksuele ouder dacht dat een juridisch gevecht hierover een hopeloze zaak was. Er zijn ook andere families, waar de transseksuele ouder tijdens de omschakeling verder bleef leven bij het kind (kinderen) en de partner, of die contact bleven houden met de kinderen terwijl ze bv. alleen gingen leven. Over deze laatste kinderen gaat het hieronder. Er zijn 18 kinderen. Ze zijn van 9 families, 10 jongens en 8 meisjes. Zes transseksuele ouders zijn vrouw-naar-man, drie man-naar-vrouw. De leeftijd van de kinderen ligt tussen 5 en 16 jaar (4 kinderen tussen de leeftijd 5-7, 6 tussen 8-10, 4 tussen 1113 en 4 tussen 14-16). De focus van het interview met de kinderen lag op de reeds gemelde aandachtspunten: hun eigen genderidentiteit en de druk van leeftijdsgenoten. Genderidentiteit Geen van de kinderen komt in de buurt van de DSM IV of ICD 10 criteria voor “genderidentiteitsstoornissen. Eén jongen en één meisje hadden kortstondige gedachten rond het veranderen van geslacht wanneer ze werden ingelicht over de transseksualiteit van hun ouder, maar hun nieuwsgierigheid leidde niet naar een verlangen om van geslacht te veranderen en hun nieuwsgierigheid bleef niet lang bestaan. Geen klinisch significant gedrag van het andere geslacht werd gerapporteerd. Leeftijdsgenoten Drie kinderen waren selectief in het inlichten van hun vriendjes over de transseksualiteit van een ouder. Ze vertelden het enkel aan die waarvan ze dachten dat het wel veilig was om zoiets te vertellen en ze er niet gingen door geplaagd worden. Drie kinderen werden wat gepest. Het gepest was echter van
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 20
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
voorbijgaande aard of het werd besproken. De overigen vertelden geen problemen te hebben ondervonden. Het begrijpen van de ouder Drie kinderen herinneren zich de ouder niet in zijn/haar geboortegeslacht. De anderen kwamen op de hoogte van de transseksualiteit één tot drie jaar voor mijn interview. De kinderen hebben een redelijk begrip van de genderdysforie van hun ouder en het behandelingsproces. Enkele voorbeelden van hun idee over hun ouders volgen hier.
Zevenjarige jongen met man-naar-vrouw transseksuele ouder (vader) “Linda wil een vrouw zijn. Linda wil een nieuw leven beginnen. Ze wil graag als een vrouw leven. Ik denk dat dat een fijne zaak is voor haar. Eerst (toen ik 4 ½ was) begreep ik er niet veel van. Toen ik ouder werd begreep ik dat ze wellicht gelukkig moet zijn om als vrouw te kunnen leven, dus ik accepteer het maar”. “Heeft Linda een penis?” “Ze zal die laten verwijderen.” “Wat is jouw bezorgdheid?” “Wel, waar ik me zorgen om maak is dat hij misschien wel eens de verkeerde dosis hormonen zou kunnen krijgen en dat er dan iets ergs zou kunnen gebeuren… Is er een kans dat hij zal sterven door de operatie?” Negenjarige jongen met vrouw-naar-man transseksuele ouder (moeder) “Ze zal veranderen in een man via plastische chirurgie.” “Waarom?” “Mijn vader (biologische moeder) denkt dat God een vergissing moet hebben begaan toen hij werd geboren. Zevenjarig meisje met man-naar-vrouw transseksuele ouder (vader) “Waarom kleedt je vader zich als een vrouw?” “Omdat het een beter leven is.”
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 21
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Zestienjarige jongen vrouw-naar-man transseksuele ouder (moeder) “Jim is een vent. Het enige wat hij mist is een penis.” Tienjarige jongen man-naar-vrouw transseksuele ouder (vader) “Wat denk je hierover?” “Het is OK.” “Waarom doet je vader dit?” “Hij is niet graag een man.” Elfjarige zuster: “Mijn vader ondergaat een geslachtsverandering.” “Waarom?” “Hij voelt zich een vrouw.” “Hoe voel jij je hierbij?” “Ik voel me er wel goed bij.” Veertienjarige dochter met vrouw-naar-man transseksuele ouder (moeder): “Mijn moeder is niet gelukkig met haar lichaam. Zij is veel gelukkiger sinds ze is beginnen leven als wie ze wil zijn. Toen ik 13 was zei ze me, ‘ik wil een man zijn, heb je daar problemen mee?’ Ik zei neen, zolang je vanbinnen maar dezelfde persoon blijft en me graag blijft zien. Het doet er niet toe wat je aan de buitenkant bent…Het is net als met een lat chocolade, er zit wel een nieuw papiertje rond, maar het blijft steeds dezelfde chocolade.” Tienjarige broer: “Jim (moeder) is mijn vader omdat hij een geslachtsverandering zal ondergaan. Ik heb er geen problemen mee. Als het Jim gelukkig maakt, dan ben ik ook gelukkig.”
Conclusie Er is geen aantoonbaar bewijs dat de bezorgdheid omwille van de vermeende negatieve impact van transseksualiteit op kinderen terecht is. Contrasterend hiermee is er uitgebreid klinisch bewijs dat kinderen veel nadeel ondervinden van een verbroken contact met één van de ouders omwille van bv. een echtscheiding. Kan er iets gedaan worden om deze familiebanden te blijven behouden? Rechters kunnen gewezen worden op bevindingen van onderzoek inzake deze materie. Transseksuele ouders kunnen
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 22
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
voordeel halen uit het samen met hun kinderen consulteren van een therapeut vóór of gedurende hun omschakeling, en waar vragen kunnen worden gesteld of bezorgdheden geuit. Ook het consulteren van een therapeut samen met de partner kan de vijandigheid van de niet-transseksuele ouder verminderen. Hopelijk kunnen de gevoelens van ontgoocheling, verlies of kwaadheid bekeken worden tegenover het voordeel dat kinderen halen van contact met beide ouders. Kinderen kunnen ook iets hebben aan professionele hulp wanneer ze bv. na de geslachtsoperatie van een ouder in de knoop geraken. De hier aangehaalde gevallen en die van 20 jaar terug, tonen aan dat transseksuele ouders volwaardige ouders kunnen blijven en dat kinderen de transseksualiteit kunnen begrijpen en er begrip voor tonen. Ze tonen ook aan dat genderidentiteitsstoornissen bij deze kinderen niet voorkomen en dat pesten hierom geen groter probleem is dan het gepest worden om duizenden andere redenen. Het welzijn van kinderen wordt niet gediend door de poging van één ouder om het contact van het kind met beide ouders te proberen te verhinderen. Scheiding van partners omwille van transseksualiteit van één van beide kan onvermijdelijk zijn, maar scheiding van ouder en kind dient niet onvermijdelijk te zijn. Dr. R. Green, Onderzoeksdirecteur en hoofd van de ‘Gender Identity Clinic’, Departement psychiatrie van het Charing Cross Hospitaal London, W6 8RF – UK Gepubliceerd in het International Journal of Transgenderism, volume 2, nr. 4, oktober - december 1998, http://www.symposion.com/ijt/ijtc0601.htm Vrije vertaling: Koen Taillieu
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 23
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Boeken De voorbije maanden werd de bibliotheekkast van de Genderstichting terug aangevuld met een aantal interessante boeken, die U vanaf heden kunt uitlenen aan de prijs van 25 bef en dit voor één maand. Body Alchemy – Transsexual Portraits (Loren Cameron) In dit van vele zwart-wit foto’s voorziene boek, bracht Loren Cameron – zelf een Amerikaans vrouw-naar-man transseksueel – zichzelf en een aantal andere vrouw-naar-man transseksuelen in beeld. De foto’s tonen zowel het lichaam van de transseksueel, operatieresultaten als alledaagse portretten en worden aangevuld met teksten over emoties, vreugde en verdriet die gepaard gaan met het outen van de transseksualiteit, het leven in de nieuwe geslachtsrol, relaties.
Uit een oude jas vol stenen – de geboorte van een vrouw (Renate Stoute) Een autobiografisch verhaal van een man die na veertig jaar worstelen met de eigen genderidentiteit zichzelf overwon en besloot de loodzware met stenen gevulde oude jas in te ruilen voor een nieuwe. Het verhaal vertelt het complete omschakelingsproces met veel openheid en zonder valse sentimenten, over de schaamte , pesterijen en misverstanden, over haar lichaam en liefdes. Ook de geschiedenis van de hulpverlening aan transseksuelen in Nederland, de solidariteit, de desinteresse vanuit feministisch kamp, de coming-out van trans-vrouwen en de langzaam veranderende houding van de buitenwereld komen aan bod.
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 24
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
The White Book – a trans man’s survival guide (Stephen Whittle) De bijbel voor de man-naar-vrouw transseksueel zo u wilt. Het boek werd geschreven, opgesteld enz. door Stephen Whittle, coördinator van het UK FTM Network. Hij werd hierbij geholpen door heel wat mensen die hun medewerking aan het boek verleenden onder de vorm van artikelen allerhande. Het boek beoogt zowat alles te behandelen waarover U zich maar vragen kunt stellen wanneer U zelf een man-naar-vrouw transseksueel bent: wat is transseksualiteit, welke behandeling, hormoontherapie, chirurgie, wat mag je verwachten van je dokter, hoe vertel je ‘het’ aan een partner, wens je kinderen, kun je huwen, seksleven met je partner, interessante boeken… een greep uit de onderwerpen die in dit boek op een klare en duidelijke manier worden uitgelegd. Behoorlijk wat artikelen hebben betrekking op de engelse situatie (juridische kwesties, de gezondheidszorg, prijzen enz.), doch dit zorgt er niet voor dat de inhoud er voor ons minder interessant op wordt. Een aanrader! Enkel in het engels beschikbaar.
M/V* *Doorhalen wat niet past (Karin Spaink) Dit boek is eigenlijk een verzameling van essays van de hand van Karin Spaink die eerder reeds afzonderlijk gepubliceerd werden. Alle in dit boek samengebrachte stukken hebben gemeen dat ze handelen over gangbare opvattingen, vooroordelen en taboes rond de indeling in seksen. Spaink, zelf de zus van een man-naar-vrouw transseksueel, besteedt hierbij ook aandacht aan travestie, transgenderisme en transseksualiteit. Aan de hand van een brede kijk op de onderwerpen tracht zij op heldere wijze één en ander in vraag te stellen over onze gebruikelijke zienswijze op sekse, gender en maatschappelijke rol.
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 25
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Voorstel Mijn naam is Philippe Caekelberghs. Ik ben zelf geen transseksuele persoon, maar omwille van persoonlijke redenen ben ik in mijn leven veel bezig met epilatie en dit reeds jaren. Ik ben al bij heel wat verschillende mensen en diensten geweest om mezelf te laten epileren, zowel met elektrische al laserepilatie. Nergens kreeg ik echter de garantie dat men mij een blijvend resultaat kon garanderen. Ik besloot dus maar om mezelf een professioneel toestel aan te schaffen om me met elektrische epilatie permanent te ontharen. De firma bij wie ik het toestel kocht stelde wel als voorwaarde van verkoop dat ik een opleiding zou volgen om met het toestel te leren werken. Dit deed ik en van die firma kreeg ik een officieel getuigschrift dat ik bekwaam ben om met het toestel te werken. Jezelf epileren is niet zo gemakkelijk, dus moest ik ook andere mensen aanspreken om mee samen te werken, m.a.w. elkaar leren epileren. Aangezien epileren pijnloos is, vraagt het wat doorzettingsvermogen om dit te ondergaan. Dit bleek al snel het punt te zijn waarop mensen die ik aangesproken had afknapten. Tot ik in contact kwam met een transseksueel iemand. Bleek dat die persoon over heel veel doorzettingsvermogen beschikte om het uiteindelijke doel te bereiken: van die lastige gezichtsbeharing af geraken. Zij heeft ondertussen geen behoefte meer aan epilatie. Ik epileerde haar en ik leerde haar om mij op een correcte manier te epileren. Dit bleek wonderwel te lukken. Het aantal keren dat zij mij reeds epileerde, daarmee heb ik ondertussen reeds mijn investering voor de aankoop van het toestel terug verdient. En de kost voor haar was twee keer niets: enkel wat verdovende zalf en wat verzorgende crème voor na het epileren. Gezien dit voor mij een fantastische samenwerking betekende doe ik daarom graag aan het doelpubliek van de Genderstichting dit voorstel: Wanneer U geïnteresseerd bent om door mij geëpileerd te worden en ook door mij wenst onderricht te worden in het epileren zelf, dan kunt U mij bereiken via onderstaand telefoonnummer. Dit is alleen gericht aan ernstige, punctuele en gemotiveerde mensen. Info en test: Philippe Caekelberghs: (bij afwezigheid kunt u uw bericht nalaten op het antwoordapparaat.
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 26
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Venus Venus bestaat voor transseksuelen, transgenderisten, travesties en hun partners. Venus heeft als doel: Lotgenoten in geruststelling aangekleed de namiddag en avond te laten doorbrengen in een huiselijke sfeer. Omkleden ter plaatse is mogelijk Een losse babbel slaan Informatie verstrekken Morele hulp en steun bieden Helpen in de verdere ontwikkeling Wat verwacht Venus? Een eerste kennismakingsgesprek Geheimhouding van de identiteit van lotgenoten Per bijeenkomst 300 Bef. pp. om de onkosten van drank en voeding (ruim voorzien) te helpen dragen Vanaf 01/01/2000 wordt er lidgeld (250 Bfr.) gevraagd van zodra men een tweede bijeenkomst bijwoont. Voor de leden is vier maal per jaar een boekje voorzien Wat verbiedt Venus? Negatief gerichte personen Ongewenste intimiteiten en seksuele daden Enz…. Hoe contact opnemen met Venus? Telefonisch op Per e-mail op Wanneer zijn de bijeenkomsten van Venus? Iedere eerste zaterdag van de maand van 16 uur tot… We heten jullie van harte welkom
Noot: Venus Junior ligt momenteel tijdelijk stil
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 27
G
e
n
d
e
r
s
t
i
c
h
t
i
n
g
Transvriendelijk Toerisme
Nieuwsbrief oktober 2000
pag. 28