Nieuwsbrief nummer 92
maart 2015
De extra lange nieuwsbrief van deze maand staat volledig in het teken van de zoektocht naar de geschiedenis van de houten drukpers die sinds kort in de collectie van de Historische Drukkerij opgenomen is. Geniet mee van deze boeiende zoektocht…
Een terugblik naar de negentiende eeuw… Zoektocht naar de geschiedenis van de houten drukpers
De houten drukpers in de vernieuwde opstelling van de Historische Drukkerij.
Afgelopen zomer sprak een directeur van een Brusselse drukkerij me aan met de mededeling dat hij nog een houten drukpers in het magazijn van zijn bedrijf had liggen. En of ik eens wilde komen kijken. Ik stond erg sceptisch tegen de melding dat het hier om een oude houten drukpers zou gaan, maar maakte toch een afspraak om naar zijn bedrijf te komen. Je weet maar nooit…
Mijn verwondering was dan ook groot toen bleek dat het inderdaad om een houten drukpers ging, die volledig gedemonteerd in een magazijnrek lag opgeslagen. Enkele maanden en verschillende gesprekken later kwamen we tot een akkoord en kon de pers naar de Historische Drukkerij verhuizen. Op dat ogenblik startte de zoektocht naar de geschiedenis van deze houten pers. Vele vragen moeten worden ingevuld, maar kunnen worden herleid tot twee kernvragen: Welke is de levensloop van deze pers en wie heeft de reconstructie van het binnenwerk van deze pers gemaakt? Hellinga Een eerste en meest logische stap bij het opduiken van een houten pers is het doornemen van het artikel ‘Inventaire des presses typographiques en bois conservées aux Pays-Bas et en Belgique’. Deze studie, van de hand van professor Frans A. Janssen, verscheen in 1980 in Hellinga en bevat foto’s en beschrijvingen van al de op dat ogenblik in België en Nederland bekende houten drukpersen. Al snel blijkt dat de gezochte pers opgenomen is in deze lijst als zijnde ‘pers nr. 13’. Deze publicatie verklaart dat ze afkomstig is van de Chambre Syndicale des Maîtres Imprimeurs de Bruxelles. (Later werd deze vereniging samengevoegd met Unigra en vormde hiermee het huidige Febelgra, de Federatie voor de Belgische Grafische sector). Als referentie vermeldt prof. Janssen dat een afbeelding van de pers op de omslag van een uitgave van Unigra met als titel ‘Mijlpalen in de geschiedenis van de drukkunst’ staat. Consultatie van dit boekje gaf echter geen nieuwe informatie. Nergens staat enige vermelding over de houten pers die op de cover van het boekje prijkt.
Unigra opdrachtgever zijn geweest voor de reconstructie van de ontbrekende delen van de pers. Maar met het doorsnuffelen van het archief kwam wel andere interessante informatie naar boven. Zo blijkt de pers in 1948 deel uitgemaakt te hebben van de stand van Unigra op de ‘nationale tentoonstelling van de arbeid in de grafische bedrijven en de boeknijverheid’. In Graphica, het tijdschrift van Unigra, wordt uitgebreid verslag gedaan van deze tentoonstelling. Diverse krantenartikels tonen eveneens de stand van Unigra met als blikvanger de houten pers. Een foto met de houten drukpers op een kar geeft aan dat er eveneens een optocht plaatsvond waarbij de houten pers op een praalwagen door een stad werd getrokken. Vermoedelijk werd deze optocht in Brussel gehouden, maar hiervan is nog geen bewijs gevonden.
Cover van het boekje ‘Mijlpalen in de geschiedenis van de drukkunst’.
Een andere vaststelling die Janssen in zijn studie maakt is dat verschillende onderdelen van de pers het resultaat zijn van een restauratie in 1962. Janssen stelt zich dan verder ook de vraag in hoeverre de pers nog authentiek is. Tussentijdse conclusie: voordat de pers bij onze Brusselse drukker terecht kwam was deze in het bezit van de Chambre Syndicale des Maîtres Imprimeurs de Bruxelles. Een restauratie, waarbij de ontbrekende metalen delen werden vervangen door houten onderdelen naar vroeg 16de eeuws model, zou volgens Janssen hebben plaatsgevonden in 1962. Archief Unigra Het Drukkerijmuseum van de Koninklijke Bibliotheek in Brussel bewaart archief van Unigra. Een zoektocht in de correspondentie en verslagenboeken bracht geen duidelijkheid over de datum van aanschaf van de houten pers. Evenmin kon hier de bevestiging gevonden worden als zou
Tussen de collectie foto’s van Unigra duikt plots nóg een bijzondere foto op. De foto zelf toont de houten drukpers zoals deze in het gebouw van Unigra opgesteld stond. De achterzijde geeft echter alweer een geheim prijs. Hierop staat in potlood geschreven ‘de primitieve handpers der drukkerij Collée’. Dit zou wel eens een doorbraak in de zoektocht kunnen betekenen. In de catalogus van de Koninklijke Bibliotheek de zoekfunctie ‘Collée’ ingeven bij uitgever/drukker gaf onmiddellijk diverse publicaties van deze drukker die klaarblijkelijk in Tongeren gevestigd was. Onder: Praalwagen met de houten pers tijdens een optocht.
Tussentijdse conclusie: Vermoedelijk heeft de Chambre Syndicale des Maîtres Imprimeurs de Bruxelles de houten drukpers overgenomen van drukkerij Collée in Tongeren. De bewering van professor Janssen als zou de pers in 1962 gerestaureerd zijn blijkt onjuist aangezien de drukpers op foto’s van 1948 reeds identiek is aan zijn huidige toestand. Navraag bij Janssen met betrekking tot het dossier dat hij destijds van deze pers opstelde geeft aan dat het dossier onvindbaar is. Hierdoor kan niet worden nagegaan waarop zijn bewering van destijds gestoeld is. Het lijkt redelijk om aan te nemen dat de pers gerestaureerd werd naar aanleiding van de feestelijkheden in 1948, maar vooralsnog is hiervan geen bewijsmateriaal gevonden.
De tijdspiegel Met de kennis dat drukkerij Collée in Tongeren gevestigd was ging ik verder op zoek. De catalogus van de Koninklijke Bibliotheek leidde me naar een artikel in ‘De tijdspiegel’, een cultureel maandblad voor Limburg. In het nummer van april 1953 met als titel ‘Drukkerijen in Tongeren’ staat onder meer een beschrijving met de geschiedenis van drukkerij Collée. Het artikel is afkomstig van Henry Baillien. Het gedeelte met betrekking op drukkerij Collée wil ik op de volgende pagina integraal overnemen en de lezer meenemen in de boeiende geschiedenis van een merkwaardige dame.
Onder: stand van Unigra op de Nationale tentoonstelling in 1948
De volgende openingsdagen zijn zondag 29 maart en 12 april. Open van 13 tot 17 uur, gratis toegang
De Tijdspiegel, een cultureel maandblad voor Limburg, april 1953 De familie Collée woonde sinds 1820 te Tongeren. Op 16 juni 1838 stierf er Jan-Peter Collée, geboren te Rukkelingen-a.d.-Jeker. Zijn weduwe, Anna-Maria Paquay, opende dan, om in het onderhoud van haar vijf kinderen te voorzien, een Librairie catholique et classique in de Hasseltse straat (alsdan nummer 2). Nog vóór ze zich drukkerijmateriaal kon aanschaffen, wilde ze reeds een krant uitgeven. De Tongersche born; ze liet dit blaadje door J. Finoelst van Hasselt drukken en stuurde hem het plaatselijk nieuws en de aankondigingen door. Het verscheen echter slechts gedurende een half jaar, van 10 januari tot in juli 1847. Deze tegenvaller bracht haar niet van de wijs; in 1848 kocht ze een oude houten handpers, formaat 45 x 25 cm., die te voren, zoals me verteld werd, tot het drukken van L’indépendance te Brussel gediend had. Haar eerste bescheiden lettermateriaal bestond uit 4 à 5 korpsen tekst met cursief, magere en smalle kapitalen in 4 grootten, twee korpsen biljetletters met cursief, alsmede enkele fantasieletters en grote houten biljetletters. Een kleine studie van haar eerste uitgaven maakte het ons mogelijk dit overzicht te geven. Als bijkomstige benodigdheden noemen we slechts een inkttafel met inktbak voor de handpers en een soort schroefbank, die tot het gelijkschaven van de snede van brochures dienen moest. Toen de drukkerij in 1942 verkocht werd stonden deze dingen nog op de zolders. Op 6 december 1848 trad de twintigjarige August Kempeneers, drukker, van St.-Truiden, bij haar in dienst; zij verschafte hem tevens onderdak. Ook de letterzetter Fernand Högen van Maastricht woonde van 6 augustus 1851 af bij haar in. Op 23 december 1848 verscheen het eerste nummer van de nieuwe Vedette du Limbourg, als voortzetting van het krantje te voren door E. Allognier uitgegeven. Deze Vedette werd later als vrijzinnige krant door Demarteau gedrukt, en wel met voortzetting van de jaargangnummering… In 1852 woonde ze reeds op de Grote Markt, hoek Hondsstraat, en begon met het uitgeven van boeken, o.m. het Bulletin de la société scientifique et littéraire du Limbourg. De eerste twee jaargangen van dit tijdschrift werden nochtans bij Carmanne te Luik gedrukt, vermits de naam van die firma op de overdrukjes te lezen staat. Vervolgens kocht de weduwe een metalen handpers van groter formaat en begon op 7 januari 1854 de uitgave van het katholieke weekblad De Postrijder der provincie Limburg, dat ook een Franse editie kende, Le courrier du Limbourg. De Courrier bleef tot in 1914 verschijnen, terwijl de Postrijder, die een tijdlang zelfs driemaal per week uitkwam, het tot in 1939 uithield. Van 1861 af was Mathias-Frans Collée, haar zoon, geboren op 15 september 1828, de bestuurder van de drukkerij, die hoe langer hoe meer uitbreiding nam. Hij huwde Anna-MariaCarolina Delvoie, vernieuwde het lettermateriaal in 1865 en kocht in 1872 een machinale pers. Hij bracht de drukkerij naar de hoek van Koninksempoort en Koning Albertlaan over en stierf op 18 oktober 1902. Zijn zoon, Jean-Pierre-Victor Collée, geboren op 2 januari 1861, huwde Maria-Christina-Elisa-Cecilia Coart en schafte zich op zijn beurt in 1905 een nieuwe verzameling letters aan. Na de dood van deze laatste richtten zijn zoons de drukkerij als een naamloze vennootschap in en gaven van 1924 af een nieuw weekblad, De Landbouwverdediger uit, dat samen met de Postrijder in 1939 ophield te verschijnen. In 1942 werd de oude drukkerij geliquideerd. Henry Baillien
Foto: De houten pers in het gebouw van Unigra. Op de achterzijde van de foto staat geschreven ‘primitieve houten pers van drukkerij Collée’.
Bij bovenstaand artikel staat in het tijdschrift de afbeelding van de houten drukpers met als bijschrift ‘De primitieve handpers der drukkerij Collée, thans in ’t bezit van Unigra, de beroepsvereniging voor meester-drukkers te Brussel. Deskundigen schatten ze gebouwd te zijn omstreeks 1540”. Voorlopige eindconclusie: In feite is er op geen enkele van de twee kernvragen een definitief antwoord gekomen in voorliggend onderzoek. Met zekerheid weten we dat de drukpers een twintigtal jaren in een magazijnrek van een Brusselse drukker heeft gelegen, en dat ze voordien gedurende ongeveer 35 jaar eigendom was van de beroepsvereniging Unigra. Om een garantie te krijgen dat de pers van de zolder van drukkerij Collée vandaan komt moet het bronnenmateriaal van de schrijver van het artikel over de Tongerse drukkerijen, Henry Baillien, worden opgespoord. De data liggen kort bij elkaar, in 1942 stopt de drukkerij, in 1948 is de pers in bezit van Unigra, en in 1953 verschijnt het
artikel van Baillien. Heeft hij gebruik gemaakt van documenten die de oorsprong en geschiedenis van deze pers kunnen staven, of gaat het over mondelinge overlevering? Mocht de pers inderdaad afkomstig zijn van drukkerij Collée lijkt het logisch dat de incomplete pers tussen 1942 en 1948 in bezit is gekomen van Unigra. Vervolgens hebben ze de ontbrekende elementen laten reconstrueren naar voorbeeld van een vroeg 16de eeuwse pers. Het schatten van de ouderdom van de vele originele onderdelen van de pers is erg moeilijk. Geen enkele specialist waagt zich hieraan. Is het inderdaad deze pers die Collée kocht van de Brusselse drukker van het tijdschrift L’independance? Dit boeiende verhaal is hiermee niet tot een einde gekomen, maar behoeft verder onderzoek. Wordt dus zeker vervolgd!
HISTORISCHE DRUKKERIJ TURNHOUT Steenweg op Mol 84 – 2300 Turnhout Telefoon: +32 (0) 14 42 00 34 e-mail:
[email protected]
www.historischedrukkerij.be