NIEUWSBRIEF Nieuwsbrief 8, 2014
In deze nieuwsbrief • Programma Congres NVSHV op vrijdag 14 november 2014 • Altijd actie op agressie • Zorginstituut wil snel impasse SEH doorbreken • Onderzoek naar preventief dotteren • Ebola-artsen willen afzondering • Transport kinderen met helikopter is veilig • Zelfmoordhulplijn 113 moet bekender worden
Beste collega’s, Dit jaar organiseert de NVSHV haar jaarlijkse congres samen met de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie. Het congres wordt gehouden op 14 november a.s. in de Amsterdam RAI. Naast onderwerpen over trauma ook lezingen over ouderen en kinderen. Inschrijven kan via de site van de NVSHV (www.nvshv.nl). Frans de Voeght, voorzitter NVSHV
Programma Congres NVSHV op vrijdag 14 november 2014 08.00
Aanvang ontvangst en registratie
09.00 – 09.10 Opening door P. Van Eerten, voorzitter Congrescommissie 2015 en F. De Voeght MHA, voorzitter NVSHV
Forum Lounge E 102 zaal
Voorzitter: P. De Haan E 102 zaal 09.10 – 09.40 Een dag mee met het MMT Drs. B. van Wageningen; traumachirurg Radboudumc Nijmegen 09.40 – 10.10 Behandeling van traumapatiënten met levensbedreigend bloedverlies Dr. L. Geeraerdts; traumachirurg VUMC Amsterdam 10.10 – 10.45 Pauze & Postersessie & Bezoek bedrijven
Forum Lounge
10.45 – 11.15 Amputatie in de trauma setting Prof.dr. J.H.B. Geertzen; revalidatiearts UMC Groningen 11.15 – 12.15 De ernstig gewonde oudere patiënt in Nederland Dr. K.W. Wendt: traumachirurg UMC Groningen 12.15 – 12.45 Casus Een bijzondere Co intoxicatie M. Veen; SEH-arts KNMG Medisch Centrum Haaglanden Den Haag 12.45 – 13.45 Lunch & postersessie & bezoek bedrijven
Forum Lounge
13.45 – 14.05 Distale humerus fracturen bij kinderen Dr. M. Heeg; Orthopedisch chirurg Wilhelmina Ziekenhuis Assen
E 102 zaal
14.05 – 14.25 Het kind met koorts op de spoedeisende hulp: do’s & don’ts Drs. M. Ruige, kinderarts & J.M.H. Keus AIOS kindergeneeskunde; Haga Ziekenhuis Den Haag 14.25 – 14.45 Een drukkend verband na K-draadfixatie als behandeling van supracondylaire humerus fracturen bij kinderen S.C.M. van der Linden, G.D.J. van Olden, Meander MC Amersfoort B.J.M. Thomeer; Jeroen Bosch Ziekenhuis ‘s- Hertogenbosch 14.45 – 15.30 Herkenning van ouderenmishandeling Dr. S. Berben, Coördinator Research Group Acute Zorgregio Oost 15.30 – 16.00 Pauze & Postersessie & Bezoek bedrijven 16.00 – 16.30 Intoxicaties en corpora alinea op de pediatrische spoedeisende hulp Dr. R.W.J. Leunissen; Kinderarts MC Haaglanden Den Haag 16.30 – 17.00 Sedatie en pijnstilling bij kinderen 17.00 – 18.00 One for the road !
Forum Lounge
Altijd actie op agressie Op agressie tegen een zorgverlener moet altijd snel actie ondernomen worden, ook als de agressie te maken heeft met het ziektebeeld van de patiënt of cliënt. Dat is de gezamenlijke boodschap van werkgevers en vakbonden in de zorg en jeugdzorg. Vanaf 9 september gaat de nieuwe campagne ‘Over de grens’ van start. Bij sommige cliënten – bijvoorbeeld die met vergevorderde dementie – heeft direct aanspreken weinig effect. De zorginstelling zal dan moeten proberen op andere wijze het gedrag van patiënt of cliënt te veranderen, bijvoorbeeld door het wijzigen van de begeleiding, de behandeling of de omgeving. Bewust Waar zinvol wordt er wel gehandeld richting de cliënt. In ieder geval door hem of haar aan te spreken op de agressie, eventueel door aangifte te doen of schade te verhalen. “Actie kan dan het best plaatsvinden binnen 48 uur na het incident, want dan zijn cliënten over het algemeen nog goed bewust van hun gedrag”, aldus Jacqueline den Engelsman, landelijk vakbondsbestuurder bij NU’91 en stuurgroeplid van actieplan ‘Veilig Werken in de Zorg’. - See more at: http://www.skipr.nl/actueel/id19608-altijd-actie-opagressie.html#sthash.tF5CuR8y.dpuf Agressiewijzer Een snelle, gerichte actie werkt ook naar de werknemer toe. Medewerkers kunnen aan de hand van de ontwikkelde Agressiewijzer gezamenlijk bepalen wat ontoelaatbaar gedrag is en hoe ze het kunnen stoppen. “En instellingen moeten ook de mogelijkheden bieden om aangifte te doen, dat maakt andere maatregelen effectiever”, zo vindt Den Engelsman. “Als laatste stap in het traject kan de werknemer samen met leidinggevenden en collega’s zijn eigen positie ten opzichte van deze cliënt of patiënt bekijken. Na elk ernstig incident moet er ook worden stil gestaan bij de vraag of de huidige hulpverlener nog steeds de aangewezen persoon is om de behandeling of begeleiding voor te zetten bij deze patiënt of cliënt.” ‘Wees duidelijk over agressie’ is een campagne van sociale partners uit de zorg en jeugdzorg in het kader van het actieplan ‘Veilig Werken in de Zorg’. Initiatiefnemers zijn Abvakabo FNV, ActiZ, BTN, CNV Publieke Zaak, FBZ, GGZ Nederland, Jeugdzorg Nederland, NFU, NU’91, NVZ en VGN, met ondersteuning van het ministerie van VWS.
Zorginstituut wil snel impasse SEH doorbreken Zorginstituut Nederland vraagt patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en zorgaanbieders om zo snel mogelijk gezamenlijke kwaliteitsstandaarden voor spoedeisende hulp te formuleren. Het kwaliteitsinstituut hoopt zo de impasse rond de omstreden concentratie van de spoedeisende hulp te doorbreken. Het kwaliteitsinstituut verwacht al dit jaar belangrijke stappen, zodat er in de loop van 2015 daadwerkelijk kwaliteitsstandaarden voor
spoedeisende hulp zijn. Als de veldpartijen er niet uitkomen, zal het Zorginstituut zelf een expertcommissie instellen om voorstellen te doen. Indien nodig kan het Kwaliteitsinstituut zijn ‘doorzettingsmacht’ gebruiken om de voorstellen geaccepteerd te krijgen. Onafhankelijke positie Met de oproep aan het veld reageert het Zorginstituut op een rechtstreeks verzoek van Zorgverzekeraars Nederland (ZN). De branchevereniging van zorgverzekeraars vroeg onlangs om kwaliteitsstandaarden voor zeven categorieën van spoedeisende hulp. “Niet elke partij in de zorg kon met alle voorstellen voor standaarden instemmen”, aldus het Zorginstituut. “Zorginstituut Nederland is vervolgens door ZN verzocht om vanuit zijn onafhankelijke positie de impasse te doorbreken. Wat Zorginstituut Nederland betreft, zullen de kwaliteitsstandaarden waar alle partijen het wél over eens zijn, nog dit jaar in het register bij het Zorginstituut worden opgenomen. Voor de standaarden waarover nog geen overeenstemming bestaat, wil Zorginstituut Nederland dat deze in de loop van 2015 worden geregistreerd.” De noodzaak van zorgstandaarden voor de SEH is extra urgent door een recente beoordeling van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Die stelde medio juli dat de plannen van de zorgverzekeraars voor concentratie van de SEH mogelijk strijdig zijn met de mededingingswet. De ACM wil om die reden dat de zorgverzekeraars hun plannen met onafhankelijke en goed onderbouwde kwaliteitsstandaarden onderbouwen. “Zonder onafhankelijke en goed onderbouwde kwaliteitsstandaarden voor spoedeisende zorg zijn zorgverzekeraars niet in staat om aan te tonen dat de geclaimde voordelen voor de patiënt en verzekerde opwegen tegen het wegvallen van de keuzemogelijkheden”, aldus de ACM. Negatieve effecten Ook Zorginstituut Nederland pleit er nu voor om snel duidelijkheid te scheppen over wat kwalitatief goede zorg is bij complexe spoedeisende hulp en hoe deze kwaliteit gemeten kan worden. “De ontstane impasse is een maatschappelijk probleem dat negatieve effecten heeft op de kwaliteit van spoedeisende hulp”, aldus het Zorginstituut. “Het Zorginstituut heeft daarom voorstellen gedaan om er met alle partijen snel uit te komen.” Als eerste stap verzoekt Zorginstituut Nederland de patiëntenfederatie NPCF, de zorgaanbieders verenigd in de NFU, NVZ, OMS en ZN om vast te stellen over welke standaarden men het wel en niet eens is. De standaarden waarover partijen het eens zijn, kunnen dan voor 1 november 2014 door alle partijen bij Zorginstituut Nederland worden ingediend en kort daarna geregistreerd. Deze standaarden dienen dan meteen ook als norm voor inkoop door zorgverzekeraars. De voorstellen voor standaarden waarover partijen met elkaar van mening blijven verschillen, zullen door een groep van experts op het gebied van SEH apart worden onderzocht op hun wetenschappelijke onderbouwing. Daarna kunnen ze alsnog worden geregistreerd, eventueel aangevuld of vervangen worden door nieuwe standaarden.
Onderzoek naar preventief dotteren Er zijn aanwijzingen dat het dotteren van alle vernauwingen in de kransslagaders tijdens een acuut hartinfarct beter is dan alleen dotteren van de afgesloten kransslagader die het infarct veroorzaakte. Het precieze effect van dit ‘preventief dotteren’
is het onderwerp van de MODERN-studie onder leiding van VUmc-cardioloog Robin Nijveldt. ZonMw ondersteunt deze Europese studie met een beurs van 160.000 euro. Bij patiënten met een acuut hartinfarct die direct gedotterd worden, blijken in 40 tot 60% van de gevallen meerdere belangrijke vernauwingen in andere kransslagaders te zitten. Deze patiënten krijgen later vaker hartklachten en hebben een kortere levensverwachting dan patiënten zonder afwijkingen in de andere kransslagaders. Volgens de richtlijnen mogen echter alleen de andere kransslagaders gedotterd worden in de acute procedure als de patiënt in shock is. Vaak worden deze patiënten later in de opname alsnog gedotterd, meestal na aanvullend onderzoek om eerst eventueel zuurstoftekort in het hart aan te tonen. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat preventief dotteren van alle vernauwingen tijdens het acute hartinfarct mogelijk een beter resultaat oplevert en dat patiënten die deze behandeling ondergaan later minder hartklachten hebben. In de MODERN-studie gaat Nijveldt onderzoeken of het direct dotteren van alle belangrijke vernauwingen in de kransslagader beter is dan later dotteren. Aan het onderzoek zullen ongeveer twaalf medische centra in Europa en 1200 patiënten meedoen. Ook wordt gekeken of deze aanpak scheelt in de zorgkosten.
Ebola-artsen willen afzondering
De Nederlandse artsen werkten in het Lion Heart Medical Centre in Yele, Sierra Leone
De twee Nederlandse artsen die mogelijk zijn besmet met ebola, kiezen ervoor om het restant van de incubatietijd in afzondering te verblijven. Dat zegt Pien Bax van de Lion Heart Foundation, de organisatie waarvoor de twee in Sierra Leone waren. De artsen verblijven momenteel uit voorzorg op een geïsoleerde afdeling van het Leids Universitair Medisch Centrum. Ze vertonen geen ziekteverschijnselen. Als dat 15 september nog steeds zo is, mogen ze in principe naar huis. Eigen maatregelen De artsen maken echter een andere keus. “Ze gaan ergens naartoe waar ze in afzondering kunnen zitten”, zegt Bax, die de artsen zondag sprak in het LUMC. “Ze zouden het zelf eigenlijk ook anders willen,
maar ze hebben hun eigen maatregelen getroffen om de kans op eventuele besmettingen zo klein mogelijk te houden. Ze willen daarom voorlopig geen contact met familie en vrienden.” Het gaat de artsen momenteel goed, volgens Bax. “Ze zijn opgelucht dat ze weer in Nederland zijn. Ook als organisatie zijn we enorm blij dat we met eigen ogen kunnen zien dat ze in orde zijn. Maar pas als over twee weken de incubatietijd voorbij is, kunnen we echt opgelucht ademhalen.” De Lion Heart Foundation is tevreden over de manier waarop de artsen zijn opgevangen. “De repatriëring is erg goed verlopen. Iedereen heeft enorm zijn best gedaan om dit te bewerkstelligen. Ook de opvang in het LUMC is fantastisch,” zegt Bax. Reguliere zorg “Wat de twee artsen nu het ergste vinden, is dat ze de mensen daar in de steek hebben moeten laten”, zegt Bax. “Wij zijn daar om de gezondheidszorg in Sierra Leone op een hoger peil te trekken en we kunnen daar ons werk niet doen. Ebola is afschuwelijk, maar er gaan in Sierra Leone nog dagelijks mensen dood aan alles wat niet ebola is. Malaria, tyfus, cholera, dat gaat gewoon door. Er is daar enorm veel behoefte aan reguliere zorg en die kunnen we nu niet bieden.”
Transport kinderen met helikopter is veilig De traumahelikopter is een veilig middel om ernstig zieke kinderen te vervoeren. Dat melden Joost Peters en collega’s van het Radboudumc in Air Medical Journal (2014;33:112-4). Traumahelikopters leveren in Nederland ziekenhuiszorg op locatie. Soms is toch transport noodzakelijk, maar onderweg zijn de behandelmogelijkheden beperkt, omdat het in de helikopter nogal krap is. Om erachter te komen of helivervoer van kinderen veilig is, bestudeerden de auteurs de gegevens van alle 16-minners die in 2007-2012 naar een traumacentrum vlogen met de Radboudumc-heli (n = 83). De helikopter vervoerde alleen gesedeerde en geïntubeerde kinderen met een spontane circulatie. De redenen voor inzet van de traumahelikopter waren onder andere verkeersongevallen (40%), hart- en ademstilstand (15%), vallen van hoogte (12%) en paardrijdongevallen (7%). De auteurs vonden slechts 1 onbedoelde extubatie bij het in de helikopter tillen van een 10-jarige patiënt. De zorgverleners merkten dit onmiddellijk op en intubeerden het kind opnieuw, zonder complicaties. Dat de tube eruit glipte had meer te maken met het verplaatsen van de patiënt dan met het vervoer per helikopter, aldus de auteurs. Geen van de kinderen kreeg tijdens de vlucht hart- of longproblemen.
Zelfmoordhulplijn 113 moet bekender worden Als het aan minister Schippers van Volksgezondheid ligt, worden de zelfmoordhulplijn 113 en de bijbehorende website bekender dan ze nu zijn. Bij de minister en de tweede kamer bestaan grote zorgen over het stijgend aantal mensen dat zelfmoord pleegt.
Het aantal zelfmoorden in Nederland is van 1.435 in 2008 gestegen tot 1.753 in 2012, een stijging van ruim 20 procent. De grootste stijging doet zich voor bij mannen en vrouwen tussen de 50 en 55 jaar en bij mannen en vrouwen tussen de 65 en 70 Bij 113 online (0900-113) kunnen mensen met zelfmoordgedachten aankloppen voor een goed gesprek. De stichting geeft ook trainingen aan mensen om signalen van zelfmoordgedachten beter te herkennen. Risicogroepen Mensen met een uitkering plegen acht keer vaker zelfmoord dan mensen met een baan, zei Schippers. Onder lesbische en homojongeren liggen de zelfmoordcijfers hoger dan bij heterojongeren. Zelfdoding komt verder bij mannen twee keer zo vaak voor als bij vrouwen. Rond de 200 van de 1500 zelfmoorden jaarlijks worden op het spoor gepleegd. (ANP)
Dankzij de sponsorbijdrage van onderstaande bedrijven kan de NVSHV een aantal van haar activiteiten realiseren.