Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
mei 2010
Nieuwsbrief
75
Nieuwsbrief no 75 pag. 1
Mei 2010
Beste Vrienden, In verband met hun leeftijd willen Tineke Spijker en Henk Scheepens met hun activiteiten stoppen, helaas. Het bestuur bedankt ze uitbundig voor de jaren geweldige inzet! En dan hartelijke gefeliciteerd Pierre van Zeijl met de koninklijke onderscheiding! Er zijn heel veel activiteiten geweest waar we aan meegewerkt hebben. De Vrijheidstrein stond 25 April in den Haag. De gastdocenten Riet Kastelein,Thea Meulders, Mieke Huijsman en Hein Marchant hebben geweldig geholpen en de reizigers die langs kwamen heel instructief bij de banieren informatie gegeven, ook onze CD-roms zijn uitgedeeld en het leek een succes. Aantallen zijn moeilijk te schatten. In de debatruimte hebben 4 mensen in het kort hun verhaal verteld. Het was een grote eer voor me om op 4 mei samen met Hans Liesker een krans te leggen voor de omgekomen burgers in Azië. Beiden waren we niet onder de indruk van de calamiteit omdat we direct hoorden dat er geen schoten vielen, zoals enkelen geloofden toen de dranghekken omvielen. Willen jullie vast noteren dat de landelijke dag gepland is op 5 Oktober Kumpulan Bronbeek. Tijdens de Tong-Tong fair van 19-30 mei zullen Tineke van Ommen (25e mei) en Joop Lefrandt (28e mei) geïnterviewd worden. Je vindt ook een stukje van het regio verslag van Zuid-Noord Holland en Zeeland en een enquête die Ruud Greve hield. De tentoonstelling in Schoonhoven heeft speciale openingstijden zie verder. Verder nog allerlei artikelen en aankondigingen van tentoonstellingen, nieuwe boeken, tentoonstellingen en uitnodigingen voor de viering van 15 Augustus. Een boek springt er uit en vermeld ik hier; het is van Tineke van Ommen ; Luxe Schoolschrift met de titel: “Je hoeft niet naar school, want het is oorlog—hoera!”.Het zijn herinneringen uit de Japanse periode je kunt het aanschaffen, maak een bedrag van 11.50 euro over (incl.porto) aan AC van Ommen-Douwes den Dungen giro 3114643 en ze stuurt het op. Een exemplaar van “Geen Requiem”van Marion Bloem, uitgave St.Herdenking 15.8.45 en St. Indisch Herinneringscentrum, is zolang de voorraad strekt tegen betaling van portokosten te verkrijgen via www.indischherinneringscentrum.nl Mede namens het bestuur hartelijke groet,
Inhoud Van uw Bestuur .....................................................2 Herdenking van de Japanse capitulatie.................2 Tentoonstelling in Schoonhoven ...........................2 Gedwongen prostitutie...........................................3 PROJECT “VERGETEN OORLOG” .....................6 AAN DE RAILING. .................................................7 Holocaust ..............................................................7 Vergeet 15 augustus niet.......................................8 Boek: De Koloniale Staat 1854-1942. ..................8
Boek: Nederlands-Indië 1946-1949 .......................... 9 Boek: NEDERLANDS-INDIË IN OORLOG ................ 9 Boek: Koloniale oorlog 1945-1949. ........................... 9 De schaamte blijft ..................................................... 10 Emah ........................................................................ 11 Antonetha, Mardiyah, Paini, Niyem .......................... 12 Boek: Je hoeft niet naar school, want het is oorlog . 13 'Javaanse beul' wordt Nationale Held ...................... 13 Regiobijeenkomst 17 mrt 2010 - Almelo .................. 14 Kunsthal Rotterdam -Troostmeisjes -Jan Banning.. 14
Onze activiteiten worden mede mogelijk gemaakt door de opbrengsten uit de Giroloterij en de Bankloterij. Uw deelname aan de Giro- c.q. Bankloterij wordt daarom van harte aanbevolen.
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
Nieuwsbrief no 75 pag. 2
mei 2010
Van uw Bestuur Voortaan treft u in elke Nieuwsbrief een stukje aan van het Bestuur. Gewoon, om u even bij te praten over waar we mee bezig zijn. Een keer per jaar op de landelijke dag (de volgende is 5 oktober 2010) doen we dat ook. Maar niet iedereen is daarbij en zo hoort u ook wat vaker van ons. De Toekomst houdt ons bezig. Zowel financieel als inhoudelijk. Wij spreken over de periode 2010-2015 en over wat daarna? Om ons heen heffen Indische verenigingen van de eerste generatie zich nu op. En wij? Energie en mobiliteit worden bij sommigen van ons wat minder. Dierbare gastdocenten ontvallen ons en de verstrekking van toekomstige financiële middelen is niet gegarandeerd. Hoe nu verder? Het Veteranenfonds is momenteel onze enige grote subsidieverstrekker. Andere grote subsidieverleners zoals de landelijke overheid hebben een ander beleid ingezet en zijn inmiddels afgehaakt. Ook het V-fonds heeft ondertussen nieuw beleid waarbij zij niet meer de structurele kosten van het onderhouden van een organisatie willen financieren maar veel meer eenmalige projecten. Hun uitgangspunten bij dat laatste zijn: • Veteranenzorg • Begrip creëren voor veteranen en oorlogsgetroffenen. • Herdenken van oorlog en vieren van vrijheid • Actuele lessen uit het verleden via educatieve projecten en oorlogs- en verzetmusea • Stimuleren van betrokkenheid bij democratie en rechtsstaat • Aandacht voor Nederlandse betrokkenheid bij de Internationale rechtsorde
10 mei 2010 hebben wij met het Veteranenfonds om de tafel gezeten. Eind juni valt hun besluit over de toekenning over 2010 waarbij zij het lesgeven als ‘ons project’ zullen aanmerken. Het is daarom UITERST BELANGRIJK DAT U AL UW GEGEVEN LESSEN AAN CONNIE RAPPORTEERT met aantal leerlingen/ toehoorders, welke school, instantie, etc. Deze kwantificering is namelijk de enige basis voor toekenning voor het V-fonds nieuwe stijl. Hoe nu verder? Krijgen we nog subsidie als we onze eigen zonen en dochters opleiden om het verhaal van hun ouder(s) te vertellen? Of is alleen nog maar vastlegging op een een website van onze eigen verhalen voor als we er niet meer zijn, de toekomst? Moeten wij onszelf opheffen, gaan we samenwerken en, zo ja, met wie? Met die verkenning is het Bestuur de laatste jaren bezig. Ondertussen is o.a ook diverse malen. gesproken met Het Indisch Herinnerings Centrum Bronbeek. Zij hebben echter geen opslagruimte voor onze Indische spulletjes behorende bij onze verhalen noch op dit moment middelen om intensief met ons samen te werken. Het IHCB heeft slechts een kleine begroting en zij zijn pas januari 2010 met de benoeming van een nieuwe directeur van start gegaan. Daarom beperkt hun taak zich nu tot het fatsoeneren van de bestaande museale ruimte op Bronbeek en het voor geïnteresseerden inrichten van een (internet) webportal met verwijzingen naar websites. Onze gesprekken met de diverse organisaties gaan door en wij houden u daarvan op de hoogte.
<<<>>>
Herdenking van de Japanse capitulatie Op zondag 15 augustus wordt in Bilthoven voor de 15e keer, de Japanse capitulatie van 15 augustus 1945 herdacht. Het is dan precies 65 jaar geleden. De herdenking wordt gehouden voor het oorlogsmonument bij het gemeentehuis, Soestdijkseweg 173. Aanvang: 13.30 uur precies. De Biltse herdenking -de enige in deze regio- wordt al vele jaren gehouden, en er komen elk jaar meer mensen. Ook jongeren, en mensen die de oorlog daar niet hebben meegemaakt. Het is bemoedigend te zien dat begrip en erkenning zo zijn gegroeid. Tijdens de herdenking worden rode rozen in vazen geplaatst, voor elk jaar één. Daarna wordt, door iemand van de vierde generatie, een witte roos tussen de rode gezet; voor de toekomst. Dit jaar dus 64 rode rozen, en één witte. Na het blazen van de Last Post en de officiële kranslegging is er gelegenheid om zelf bloemen te leggen bij het monument. De muzikale omlijsting wordt verzorgd door de Koninklijke Landmacht. Na afloop is er koffie en thee met spekkoek en kwee lapis. Nadere inlichtingen bij mevrouw J. Hildering, tel. 030-2202505.
Openingstijden van de tentoonstelling in Schoonhoven: Basisbibliotheek Krimpenerwaard Spoorstraat 3a te 2871 TN Schoonhoven tel. 0182385406, toont de tentoonstelling "Nederlands-Indië in de Tweede Wereldoorlog". Geopend van 1 - 31 mei 2010 Openingstijden: Ma en Do 14.00-17.00 uur.— Di en Vrijdag 14.00 - 20.30 uur— Wo 10.00 - 12.00 en 14.00 -17.00 uur — Za 10.00 - 13.00 uur. secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
mei 2010
Nieuwsbrief no 75 pag. 3
meisjes. Het aantal verbruikte Zoals u in de aankondiging geleGedwongen prostitutie meisjes wordt op 300 000 gezen hebt zal ik het over gedwonschat, waarvan de helft uit Korea. Ongeveer 25% werd gen prostitutie hebben. De naam troostmeisjes is daarna nog vermoord door Japanse militairen bij het weliswaar ingeburgerd in de Nederlandse taal maar is terugtrekken van het leger. Toch had in die tijden Jahet voor de mensen zelf onaanvaardbaar. Ik zal probepan niet genoeg ruimte voor de grote bevolkingsexploren een overzicht te geven van de ontwikkeling en de sie en vroeg om Nederlands Nieuw Guinea te mogen Japanse legerbordelen ,maar moet daarvoor een krijgen en daar hun overbevolking heen te sturen. In beetje geschiedenis vertellen over Japan en de sa1933 werd toen maar alvast op de schooltassen van menhang van de legerprostitutie. Ik ga dan over tot het de kinderen Frans Indo China, Thailand, Filippijnen, ronselen van vrouwen in Japan en het buitenland van Nederlands-Indië en nog wat landen als Japans grondJapan, het oppakken in Nederlands-Indië van deze gebied aangegeven, aanzet tot agressie waartoe de vrouwen binnen en buiten de kampen. We komen dan keizer had opgeroepen. tot het lange zwijgen, waar Jan O’Herne meegeholpen In 1937 valt Japan China binnen. De Volkerenbond heeft dit te doorbreken en het na 50 jaar wereldwijd veroordeelt Japan voor het gebruik van gifgas, bombekend werd. Dit heeft geleid tot het Asian Women men met typhus, cholera en pestdragende vlooien.In Fund in Japan. Tot slot nog enkele voorbeelden van September 1937 worden naar schatting 200 000 burvrouwen die misbruikt zijn, de nasleep en het Tokio gers in Nanking vermoord, zorgvuldig voorbereid en Tribunaal. gevierd in Japan. Volgens het Tokio-tribunaal later de zwaarste oorlogsmisdaad uit Wereldoorlog 2. Daarbij Gebruikte literatuur: werden in Nanking de vrouwen gruwelijk verminkt en -Vademecum der gastdocenten WO 2 ZO-Azië -Geschiedenis van JapanJW Hoegen vaak verkracht. -Japan en het ontbreken van een politiek centrum- Prof.K. van Wolferen -Het geschonden beeldWin Rinzema-Admiraal -The other NurembergArnold C.Brackman -50 years of silenceJan Ruff-O’Herne -Gedwongen prostitutie- drs.M.Hamer-Monod de Froideville -Romusha van JavaWin Rinzema-Admiraal -Comfort Women Post Colonial Memory in Korea and JapanC.Sarah Soh
De Japanse bevolking hangt voornamelijk het Shintoisme aan.Uit dit geloof stamt de afwezigheid van zonde besef en berouw.Dit is belangrijk om te begrijpen hoe ze tot legerbordelen kwamen, Het leven wordt in Japan niet als iets bijzonders ervaren en de zorg voor de doden is voor de Japanner een grotere zedelijke plicht dan het verzorgen van de levenden.Mismaakte mensen worden buiten de maatschappij gezet, de slachtoffers van de atoombom met zichtbare verminkingen hadden geen recht op maatschappelijke hulp. De kern van dit geloof is reinheid en vruchtbaarheid, dat wil zeggen elke vorm van onreinheid wordt gevreesd. De vrouw is weliswaar het symbool van de vruchtbaarheid, maar wordt ook gevreesd:. als onreine macht. Ook is volgens het Shintoisme Nippon geschapen, vóór dat de rest van de wereld geschapen werd en het Japanse volk kreeg een godsdienstige openbaring die slechts voor hun volk bestemd was/is.Daarom eisen de Japanners respect van andere mensen en geringschatten zij andere mensen. In 1930 bij de herdenking dat Japan 25 jaar geleden Rusland versloeg riep keizer Hirohito op tot verdere Japanse agressie. De economische terugval zette toen wereldwijd in. Japanse legerofficieren richtten daarom een genootschap op om een einde te maken aan de pro westerse invloed. De officieren probeerden in de bezette gebieden (Korea was hun kolonie), maar ook in Manstjoerije en China zelf geld te genereren door monopolisering van het gokken en de prostitutie. Ze ronselden daartoe in die jaren 70 000 Japanse meisjes in de leeftijd van 14-20 jaar. Toen deze meisjes alle besmet waren met geslachtsziekten werden ze vervangen door plaatselijke en Koreaanse
Ronselen van vrouwen Terugkomend op de prostitutie, het was voor het Japanse leger normaal om de vrouwen te ronselen en te gebruiken, de manschappen konden dan beter onder controle gehouden en gevrijwaard worden van geslachtsziekten dacht men. Nadat het Japanse leger Pearl Harbor gebombardeerd had op 8 december 1941, verklaarde Nederland Japan de oorlog evenals Engeland en andere geallieerden.Dit brengt voor de hele bevolking grote veranderingen, de oorlog is aan de gang. Dat zal ik u niet schilderen. Op 8 maart 1942 capituleert Nederlands-Indië. Het betekent voor de bevolking dat er met een Japanse vlag gevlagd moet worden op de verjaardag van de keizer. Voor iedere Japanner moet gebogen worden, er komt een avondklok, er komt een samenscholingsverbod, er mag geen Nederlands meer gesproken worden, de Japanse jaartelling en Japanse tijd wordt ingevoerd en de scholen moeten dicht. Militairen worden geïnterneerd en al gauw alle burgermannen en jongens Om de westerse invloedsfeer te breken worden vrouwen en kinderen ook geïnterneerd Alles bij elkaar 300.000 mannen,vrouwen, kinderen. Japan voerde een rassenscheiding in. Er moesten pendaftarans =persoonsbewijzen gekocht worden en daarin kon men aangeven of men een aziatische opa of oma had. Dan hoefde men niet het kamp in, reine rassendiscriminatie. Er zijn vrouwen geweest die met hun gedeelde Aziatische afkomst toch het kamp in zijn gegaan. Er was immers geen salaris meer, en gedeelde smart is halve smart dacht men. Bovendien werden deze mensen door de volbloed Indonesiërs met scheve ogen aangekeken, velen van de Indonesiërs hadden voor Japan gekozen en men moest om een baan te houden ook ondertekenen dat men de Japanse keizer trouw zou zijn. Daar hield men niet van men voelde zich solidair met Nederland. Maar het Japanse leger bleef prostituees nodig hebben. In eerste instantie werden er Japanse vrouwen overgebracht en daarbij plukte het Japanse leger ge-
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË woon jonge vrouwen/meisjes van de straat om naar het bordeel gebracht te worden.Uit onderzoek komt naar voren dat inheemse meisjes onder valse voorwendselen geronseld werden .Een aanbod van een studiebeurs in Japan, vooral gold dat aanbod aan aristocratische families van Midden Java. Ze kwamen echter terecht in bordelen in Semaring/Java in plaats van naar het beloofde land Tokio. De Kenpetai=geheime militaire politie heeft hieraan ook meegeholpen. Het was een schok voor mij toen ik jaren later hoorde , dat de Kenpetai hieraan meewerkte, wat een geluk dat ik met mijn 12 jaren een armoedig scharminkel was, toen wij in 1944 door de Kenpetai opgepakt werden. Hetzelfde met een uitspraak van een Kenpetai-officier dat ze alleen landverraders oppakten, dit was over TV ongeveer in 1990, mijn zusjes waren toen 5 en 2 jaar in 1944 een bizarre eer om als landverrader betiteld te worden. Van de straat geplukte inheemse meisjes ging vaak met bruut geweld gepaard: het wordt geschat op 60 000. Maar naarmate de oorlog vorderde en er gebrek aan voeding en alles kwam waren de beeldige inheemse meisje niet meer zo aantrekkelijk en het leger begon elders te kijken. Wat is er dan makkelijker om in de kampen rond te kijken? Makkelijke prooi en westerlingen! Onder valse voorwendselen werden in 1944 jonge meisjes uit de kampen in de gelegenheid gesteld om buiten het kamp te komen en te werken als serveerster in een hotel. Ze moesten eerst in het kamp aantreden om gekeurd te worden door een Kenpetai man. De honger had inmiddels toegeslagen en sommigen hadden er wel oren naar. In enkele kampen werden de vrouwen achterdochtig in andere weer niet. Je wist niet wat je te wachten stond en zou een hoge officier liegen? Er zijn kampoudsten die geweigerd hebben om mee te werken, er waren ook “oudere”vrouwen die wel wilden ruilen met de uitgezochte meisjes. In andere kampen weer kwam het tot een overeenkomst. De meisjes moesten tekenen dat ze vrijwillig meekwamen. Je vraagt je af in hoeverre vrijwillig? Verstond en begreep ieder het Japans of Maleis? Niets van serveerster worden, ze kwamen allemaal in een bordeel terecht. Ongeveer 400 vrouwen/meisjes in de leeftijd tussen 16 en 25 werden zo meegenomen. Eenmaal opgesloten was er geen ontkomen meer aan. In de jaren 40 was de seksuele voorlichting eigenlijk nihil en de angst van deze meisjes wat er met hen gebeurde moet ontzettend geweest zijn. De dagelijkse gang van zaken verliep volgens een vast patroon, overdag hadden de soldaten toegang en ’s avonds de officieren. Het voorgeschreven condoom werd vaak vergeten.Om de zoveel tijd werden de meisjes wel door een Japanse arts gecontroleerd op geslachtsziekten. Vaak werden ze eerst ontmaagd door de controlerende Japanse arts. Was men onwillig, hetgeen vaak voorkwam dan werd men keihard gestraft. Bekend geworden is dat een vrouw , die rebelleerde, op een houten kruis werd vastgebonden en aan de lopende band verkracht, Bij een andere werd een arm gebroken, een bewerking met een gebroken fles hoorde er allemaal bij. Deze meisjes uit de kampen bleven ongeveer 3 tot 6 maanden en werden dan weer herenigd met hun moeders in een apart kamp, maar niet altijd. Het was een extra trauma dat de andere kamp-
mei 2010
Nieuwsbrief no 75 pag. 4
genoten ze vaak met de nek aankeken omdat ze met de Jap geheuld hadden. Men durfde niet over de vernederingen te spreken en dus niet voor zichzelf op te komen. In de 50 tribunalen, waaronder het Batavia-tribunaal in de jaren 1945 tot 1951 zijn er Japanse officieren berecht en veroordeeld voor hun aandeel tot dwang. Eén officier is ter dood veroordeeld en geëxecuteerd. Het Batavia-tribunaal is het enige tribunaal dat gedwongen prostitutie als oorlogsmisdaad heeft erkend en de schuldigen steng gestraft. Het lange zwijgen En waarom is dit dan pas na 50 jaar openbaar en wereldwijd bekend geworden?Voor een groot gedeelte door de Aziatische mentaliteit en de hoge mortaliteit. Ongeveer 25% van de in leven zijnde meisjes pleegde zelfmoord na het opheffen van de bordelen door de capitulatie van Japan. Meisjes en vrouwen die geronseld waren konden vaak niet meer naar het land van oorsprong terug. Ook niet terug naar de familie, men zou onmiddellijk uitgestoten worden als het bekend werd. Er werd dus beslist niet over gesproken door de vrouwen zelf. Het is ook bekend dat meisjes die uit de kampen kwamen en terug in de familie niet meer welkom waren, ze kregen een kommervol bestaan in het land van oorsprong.. Dit is één van de oorzaken, een andere oorzaak is de opvatting in Japan dat een vrouw er niet meer toe doet (zeker vroeger en nu?) En voor de Japanse regering was het een zorg want hieruit konden natuurlijk claims ontstaan. Wereldwijd waren de opvattingen over misbruik tijdens oorlogssituaties drastisch veranderd, dit bleek een zorg voor de regering van Japan. Naar schatting zijn tenslotte 200.000 nog in leven zijnde vrouwen slachtoffer geworden van dit systeem. In 1992 is Korea begonnen interdepartementaal actie te ondernemen nadat een Koreaanse vrouw genaamd Kim Hak Soon haar verhaal openbaar gemaakt had. Ook in dat jaar was er al langer behoefte naar goede documentatie omtrent gedwongen prostitutie, maar het kwam nog niet allemaal boven water. Dit kwam onder andere doordat de stukken van het Batavia-tribunaal slechts met toestemming ingezien mogen worden. Pas vanaf 2025 mogen ze openbaar gemaakt worden .Ze liggen in het Algemeen Rijksarchief. Deze Koreaanse vrouw heeft met nog 2 andere vrouwen een rechtszaak aan gespannen tegen de Japanse regering. Zij eisten dat Japan zijn verantwoordelijkheid nam en hen zou compenseren en excuses aan zou bieden .Deze vrouw was zelf als enig slachtoffer aanwezig toen de rechtszaak in Japan speelde. De pers berichtte dit wereldwijd en de schok was groot. De grootste Japanse krant, de Asahi Shimbun publiceerde hierop de documentatie van Professor Yoshiahi Yoshin die hij achterhaald had. Er werd onomstotelijk bewijs geleverd van de betrokkenheid van de Japanse militairen inzake gedwongen prostitutie. Een week na het verschijnen van dit bericht bood de toenmalige premier van Japan hiervoor zijn excuses aan, dit was de eerste keer! Ook voor de internering van vrouwen en kinderen was nog nooit een woord van spijt geval-
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË len zijdens de Japanse regering. Door dit wereldwijd bekend worden voelde zich Jan Ruff-O’Herne geroepen om ook haar verhaal te vertellen.Zij was indertijd ook in een kamp terecht gekomen in het kamp Ambarawa (Midden Java) met moeder en zusjes In februari 1944 was ze 21 jaar en kwam ze na een selectieprocedure in een Japans legerbordeel. Ongeveer 400 meisjes en jonge vrouwen trof ditzelfde lot.Maar ook buiten de kampen werden Indonesische meisjes van de straat geplukt en meegenomen, hiervan is het aantal veel hoger,maar onbekend exact hoeveel. .Dit hangt samen met het zwijgen, anders werden die jonge vrouwen immers verstoten. Hierop kwam een stroom van verhalen los van Japanse, Koreaanse, Filippijnse, Chinese, Nederlands-Indische vrouwen en nog andere nationaliteiten. Ettelijke van deze vrouwen waren blijvend invalide geraakt door de brute wijze van handelen in de bordelen. Er zijn ook meisjes zwanger geraakt sommige kinderen zijn geboren bij andere is de zwangerschap afgebroken omdat men het meisje nog niet verbruikt achtte. Vele verhalen kwamen nu naar boven en Jan Ruff heeft de gedwongen prostitutie onder de kamp-ingezetenen bespreekbaar gemaakt. Asian Women Fund en Project Implementaion Committee Netherlands Mede door de pers in Japan en de aanklacht van enkele vrouwen die Japan voor het gerecht daagden, voelden enkele Japanse vrouwen zich solidair en besloten het Asian Women Fund op te richten, een particuliere stichting. Het bijzondere weer dat een man de voorzitter was. Men wilde voor de vele nog in leven zijnde vrouwen iets doen. Men kon giften storten, ook anoniem om iedereen in de gelegenheid te stellen hierin bij te dragen. De Japanse regering hield zich uiteraard op de achtergrond, bang voor claims Op een goed moment beloofde de Japanse regering het opgehaalde geld te verdubbelen. Nu was het zaak om dit ook uit te keren. Het bestuur van het Asian Women Fund zocht nu in de betroffen landen naar een samenwerking om het leed van deze vrouwen te kunnen verzachten en te compenseren. In Nederland werd dat het Project Implementation Committee Netherlands= PICN op 15 Juli 1998. De voorzitter hiervan werd eerst Generaal b.d. G.Huyser en later mevr. M.Hamer-Monod de Froideville die tevens vertrouwenspersoon werd van de mannen en vrouwen. Ik heb ook in het bestuur gezeten. Voor mij betekende het zoveel mogelijk ruchtbaarheid geven aan dit project. Omdat ik wist dat vele vrouwen niet naar Nederland gekomen waren maar over de hele wereld verspreid leefden heb ik de Nederlandse Ambassades gevraagd om dit aan de Nederlanders mee te delen . De oproep luidde: “Bestemd voor de oorlogsslachtoffers, die gedurende de jaren 1942-1945 door de Japanse bezettingsmacht in Z.O.-Azië werden gedwongen tot prostitutie en dientengevolge uiterst pijnlijke ervaringen opdeden en aan wie lichamelijk en/of geestelijk onherstelbare schade werd berokkend. Deze slachtoffers moeten toen de Nederlandse nationaliteit gehad hebben. In verband met voorgenomen voorzieningen door het Asian Women’s Fund (AWF) in het kader van een Pro-
mei 2010
Nieuwsbrief no 75 pag. 5
ject ter verbetering van de levensomstandigheden, ten behoeve van bovengenoemde groep oorlogsslachtoffers, doet de Stichting PICN (Project Implementation Committe in the Netherlands) thans met klem een oproep aan betrokkenen, die tot deze groep behoren en die zich nog niet hebben aangemeld bij de vertrouwenspersoon van de Stichting, om zich d.m.v. een brief zo spoedig mogelijk, echter niet later dan 15.1.1999, aan te melden bij de vrouwelijke vertrouwenspersoon PICN. Aanmeldingen na 15.1.1999 kunnen niet meer in behandeling genomen worden. Gelieve de brief te richten aan: De vrouwelijke vertrouwenspersoon PICN Postbus 65916 2506 EE den Haag. Elke vrouw/man die meende hiervoor in aanmerking te komen schreef aan de vertrouwenspersoon = mevrouw Hamer haar/zijn verhaal. Zij heeft het geanonimiseerd en ons voorgelegd of dit kon kloppen of niet. Intussen waren er met secretarissen van de Japanse Ambassade af en toe een vergadering om te weten hoever we al waren. Ze wilden graag een paar verhalen ook lezen. Na ongeveer 3 verhalen ingeleverd te hebben merkten we dat ze hebben geprobeerd deze vrouwen te achterhalen. Heel slim heeft mevr. Hamer toen steeds 3 verhalen of zo door elkaar gebruikt wel met de juiste gegevens maar zo kon men nooit erachter komen om wie het ging. Tenslotte was de deadline voor opgave verstreken en kon men uitgaan tot uitbetaling. Dit gaf opnieuw moeilijkheden, de Japanse Ambassade wenste aankoopbonnetjes te zien van de betroffenen. Het ging tenslotte om hen het leven te vergemakkelijken. Dus kocht je een wasmachine of zo iets dan werd een bonnetje verwacht, maar daar staan namen op van de winkels en de plaatsen, eventueel de namen van de betroffenen . Het hele vrijwillige bestuur van de PICN heeft toen gezegd helemaal op te stappen als ze dat eisten. Er is toen een soort lijst gemaakt met aankoopmogelijkheden waar men iets kon aanstrepen, zonder naam. Er zijn even vele lijsten ingediend als personen die uitgekeerd werden. We hadden tenslotte 77 personen die een uitkering zouden krijgen van 57.450 gulden. Daarbij zou een brief met excuses bijgevoegd worden. Het wonderlijke van de Japanse politiek is dat een politiek centrum ontbreekt, er is geen politieke eenheid die aanspreekbaar is, en niemand kan spreken uit naam van de regering. Dus de excuses van een Minister of Minister-President hangen vrijwel in de lucht en de regering in zijn geheel is er niet verantwoordelijk voor, het is niet gesanctioneerd. Het hele project is in januari 2001 afgesloten .Bij het Ministerie van Financiën in Nederland is bij de uitbetaling een vrijwaring geregeld voor sociale hulpgevallen. Niet dat dan de sociale dienst opeens de uitkering stop zou zetten. Sommige sociale diensten hebben we hier extra op moeten wijzen. Gevraagd is aan de betreffende wat met de verhalen te doen? Een derde wilde dat mevrouw Hamer het zou terugsturen, een derde wilde het verbrand hebben (het thuisfront mocht het niet weten bij sommigen) een derde heeft het eigen verhaal aan het NIOD ter beschikking gesteld. Ik zal nog even memoreren waar alle mensen toen woonden: 54 in Nederland, 2 in Engeland, 8 in Indonesië, 2 in Canada, 5 in de USA, 6 in Australië, 1 in India. Op 19 April 2001 heeft het PICN een brief gestuurd
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË naar het Kabinet in Nederland om te protesteren dat de gedwongen prostitutie uit de Japanse schoolboeken verwijderd werd. We hebben gevraagd dit over te brengen aan de Japanse regering. Een citaat uit de brief aan de minister president luidt als volgt: Excellentie, Met klem vragen wij Uw aandacht voor het volgende: Het is bekend, dat de Japanse Regering het voornemen heeft om het onderwerp “gedwongen prostitutie” geheel uit de Japanse schoolboeken te verwijderen. Tevens is bekend dat de regeringen o.a. van ZuidKorea, China en Taiwan hiertegen inmiddels officieel protest hebben doen uitgaan naar de Japanse overheid. Nederland zou in deze echter niet achter mogen blijven omdat ook een groot aantal Nederlandse vrouwen (toen nog jonge meisjes/vrouwen in de leeftijd van 8! Tot 30 jaar gedurende de 2e wereldoorlog in Z.O.Azië door leden van de Japanse bezettingstroepen tot prostitutie gedwongen zijn. Het trauma dat deze vrouwen hierdoor hebben opgelopen is immens en hun leed duurt voort tot op de dag van vandaag. Hierna volgt een gedeelte over het Project Implementation Committee in the Netherlands. Dan gaat de brief verder Wij verzoeken u dan ook, om namens de Nederlandse Regering een zeer dringen protest in te dienen bij de Japanse Regering tegen het voornemen van het in gebruik nemen van dergelijke schoolboeken. U dankend voor uw aandacht verblijven wij met gevoelens van de meeste hoogachting Mevr. Drs HamerMonod de Froideville en Generaal b.d. G.Huyser. Er werden ook nog wat krantenartikelen bijgesloten. Bij het afscheid van het Asian Women Fund en het opheffen van de PICN, tijdens een lunch met toespraken etc., kreeg mevrouw Hamer het consigne niet te vertellen dat er ook mannen geweest waren die een uitkering hadden gekregen. Dit mocht niet verteld worden! Er zijn ook vrouwen geweest die geen geld wilden hebben van het Asian Women Fund, ze wilden uitsluitend geld en excuses ontvangen direct van de Japanse regering. Dit heeft het PICN natuurlijk gerespecteerd. Jan Ruff is er één van, evenals Ellen van der Ploeg. Eén vrouw wilde wel het geld krijgen want ze voelde zo mee met de gedwongen prostituée’s.
mei 2010
Nieuwsbrief no 75 pag. 6
Eén vrouw, een dochter heeft het geld van haar moeder in eigen zak gestoken, waar men later achter is gekomen, hiervan is aangifte gedaan van valsheid in geschrifte en oplichterij. Zover ik weet is het in Indonesië anders gelopen. Door het zwijgen van de vrouwen is er een ruwe schatting gemaakt van de gedwongen prostituées ongeveer 60.000 zijn er geregistreerd, maar men heeft voor een andere weg gekozen. Er zijn een stuk of wat huizen gebouwd voor oudere vrouwen, die hier dan van een onbezorgde levensavond konden genieten. Maar u kunt zich voorstellen , dat ook toen niet door de desbetreffende vrouwen aangegeven werd dat ze eens gedwongen prostituée geweest waren. Bij de registratie in de oorlog werd alleen het aantal van de te werk gestelden door de Japanners genoteerd en niet de namen. Ik vrees dat deze huizen nu bevolkt worden door oudere dames die zich met wat smeergeld ingekocht hebben. HET TOKIO TRIBUNAAL Het Tokio tribunaal is enorm gepolitiseerd maar heeft uiteindelijk het oorlogsrecht wel intact gehouden. Hoewel Japan in 1932 het “International Labour Treaty” had getekend inzake dwangprostitutie, bestond er binnen het keizerlijke leger nog geen consensus om het als oorlogsmisdaad te beschouwen.Hoewel de verkrachting tijdens het Tokio Tribunaal als oorlogsmisdaad werd gezien, is het niet als zodanig behandeld. Ook binnen de westerse wereld bestaan er vage juridische regels zonder eenduidige consequenties. De eerste veroordeling van massale verkrachting vond pas plaats in 1998 door het Haagse Tribunaal. Wel werd de Kenpetai tijdens de rechtsgang bij de temporaire krijgsraad in Batavia veroordeeld voor medeplichtigheid bij het ophalen van meisjes uit de kampen om ze in groepsverband naar bordelen te voeren. De uitspraken van 12 november 1945/46 betroffen alle verdachten met een beroep op conventionele oorlogsmisdaden. De rol van Hirohito werd niet beoordeeld. Het enige winstpunt was de erkenning van de noodzaak van oorlogsrecht.. Connie Suverkropp
<<<>>>
PROJECT “VERGETEN OORLOG” - KERNREACTIES Reacties van 114 kinderen op voordracht over Japanse concentratiekampen in Indonesië. WAT VINDEN JULLIE HET ERGSTE? Praktisch 100% zonder je ouders in zo'n kamp te zijn, een aantal angst voor het onbekende en honger lijden. WAT ZOUDEN JULLIE MEE NEMEN NAAR EEN KAMP, naast kleren, max.4 voorwerpen De meeste kinderen kozen voor foto's familie album, toiletartikelen (make-up), spelletjes zoals opblaasbare voetbal, tekenboek, hun knuffel (geeft zekerheid) en eten! De derde school was kennelijk zeer modern. Veel leerlingen kozen voor mobieltjes + oplader, laptop en het meenemen van lievelingsdieren, hond, kat, cavia. Veel spontane vragen, heb jij je ouders later nog teruggezien, heb je vriendjes verloren (dood), wist je hoe het in Holland was (Duitse bezetting), waren er ook aardige Japanners, wat deed je het eerst na de bevrijding. CONCLUSIE De jeugd van rond 12 jaar is geïnteresseerd in de geschiedenis van de vergeten oorlog. 5 april 2010. Ruud Greve.
<<<>>> secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
AAN DE RAILING.
mei 2010
Nieuwsbrief no 75 pag. 7
Holocaust
Beste vrienden. Je zult je wel afvragen waarom de titel “Aan de railing” Deze brief is een groet aan jullie. Aan mensen bij wie ik mij begrepen voelde. Mensen, die net als ik, nog steeds aan de railing staan van die boten die ons naar een land brachten waar wij van nature helemaal niet thuis hoorden, turend naar de laatste contouren van het geboorteland dat zich langzaam oplost in de mist van het verleden. Wij zullen in de geest altijd met elkaar verbonden blijven. Een ieder die geboren werd in het land van Du Perron is betoverd door de goden van Insulinde; het land dat - met de woorden van Multatuli - "zich rond de evenaar windt gelijk een gordel van smaragd...". Vaak hoor ik zeggen: ".Waarom zijn jullie toch nog steeds bezig met dat verdwenen Indië. Die naam komt niet eens meer op de wereldkaart voor. Wie kan Indië nog vinden?...". Wees toch gewoon een Nederlander...". Juist omdat ik, net als jullie,aangeraakt ben door de goden kan ik nooit meer een "gewone Nederlander" zijn! Als wij niet meer praten over Indië wie zal het dan doen? De politiek, die ons onderwijs manipuleert, wil niet dat het "Engelengezicht" van braaf Nederland beschadigd wordt door de waarheid over de eigen koloniale geschiedenis. Hypocrisie is de uitweg van leugenaars! Daarom zullen wij blijven vertellen, omdat wij daar hebben geleefd. "...een volk dat ophoudt te vertellen, is een volk dat ophoudt te bestaan..." (Tjalie Robinson) De tijd is meedogenloos in haar continuïteit. Eens zal er geen generatie meer zijn die het Indiëverhaal nog kent. Zij zullen niet eens meer weten hoe de woorden "nasi" en "sambal" de Nederlandse taal zijn binnengeslopen. Maar zolang wij ademen, zo lang zullen wij spreken.
AMSTERDAM - Een op de vijf geschiedenisdocenten in de vier grote steden heeft wel eens meegemaakt dat hij of zij de Holocaust niet of nauwelijks ter sprake kon brengen omdat vooral islamitische leerlingen er moeite mee hebben. Dat blijkt uit een enquête onder geschiedenisdocenten in het voortgezet onderwijs door weekblad Elsevier en onderzoeksbureau Research Ned. Vooral docenten op vmboscholen stuiten op weerstand. Dat meldt Elsevier.nl vandaag. De docenten constateren dat vooral de vmbo-docenten in de vier grote steden qua interesse van allochtone leerlingen achterblijven bij die van autochtone. Er is ook goed nieuws: het idee dat de oorlog wordt vergeten en jongeren die niets meer weten over de Tweede Wereldoorlog blijkt onzin. Scholieren in het voortgezet onderwijs vinden de Tweede Wereldoorlog juist erg interessant. Acht op de tien docenten zeggen dat van alle tijdvakken in de geschiedenis de leerlingen die van de wereldoorlogen het interessantst vinden. Op verre afstand volgen de tweede helft van de twintigste eeuw en de Grieken en Romeinen. De joden vervolging leeft het meest, de verovering en bezetting van Nederlands-Indië door Japan het minst. Volgens acht op de tien docenten helpt de Tweede Wereldoorlog leerlingen te begrijpen wat de gevolgen zijn van onverdraagzaamheid jegens andere mensen. Volgens zeven op de tien helpt de Tweede Wereldoorlog leerlingen de waarden onderkennen van democratie, vrijheid en grondrechten.
<<<>>>
Ik moet nu leven in dit Waterland Maar sta nog steeds aan de railing, turend naar uw contouren. Want U had ik lief Mijn Zonneland Wij zien elkaar nog wel op de landelijke regio dag. SAMPAI KETEMOE.
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
Vergeet 15 augustus niet. Een speciaal ochtendprogramma voor kinderen van 8 tot 12 jaar in het Museon. Georganiseerd door de Stichting Herdenking 15 augustus 1945, Museon en de Stichting Gastdocenten WO II. Het Museon ligt vrijwel naast het World Forum en is met de auto en openbaar vervoer goed bereikbaar. De kinderen gaan na het ochtendprogramma vanuit het Museon met een speciale bus naar het monument. Na de kranslegging zien ouders en kinderen elkaar weer in het World Forum! Wat gaan we doen in het Museon: 9.45 uur
Verzamelen in het Museon, Stadhouderslaan 37, Den Haag
9.50 uur
Welkom door Bert Molsbergen directeur van het Museon Ad Fermin werd als kind geïnterneerd en vertelt daarover met een powerpointpresentatie
9.55-10.20 u
Pauze met consumptie 10.30-10.50 u Joke van Grootheest, de samensteller van de tentoonstelling Achter de kawat, vertelt het bijzondere verhaal van Charles en Sophie Burki. 10.50-11.10 u Bekijken van de tentoonstelling Achter de kawat met tekeningen van Charles Burki, die zijn kampleven tekende. 11.10-11.25 u De keuze is: een kaartje met tekening en tekst om te versturen of een kaartje met een wens en tekening voor aan de bloem die bij het monument wordt gelegd. 11.30 u Vertrek met de bus naar het Monument, waar alle kinderen een bloem leggen. In de bus krijgt iedereen een lunchpakket! Zin om te komen? Geef je dan snel op via www.indieherdenking.nl of bel 070 3305145
Kranslegging 2010 en verdere jaren: Krans 1 Krans 2
HM Indische Gemeenschap: namens alle aangesloten en voormalig aangesloten organisaties door een vertegenwoordiging uit de le, 2e en 3e generatie Krans 3 Voorzitters le en 2e Kamer namens Staten Generaal; gezamenlijk Krans 4 MP namens de Koninkrijksregering Krans 5 Commandant der Strijdkrachten Krans 6,7,8, 9 en 10 : de ambassadeurs van Indonesië, Verenigde Staten van /Amerika, Verenigd Koninkrijk, Australië en Nieuw Zeeland; tegelijk Krans 11 Burgemeester Gemeente Den Haag en een leerling van het Vrijzinnig Christelijk Lyceum Den Haag; gezamenlijk.
<<<>>>
Boek:
mei 2010
Nieuwsbrief no 75 pag. 8
De Koloniale Staat 1854-1942.
De Indonesische archipel wordt gekenmerkt door een enorme culturele diversiteit. En niet alleen Nederland, maar bijvoorbeeld ook China, India, Portugal en de Arabische wereld hebben hun stempel op dit gebied gedrukt. De koloniale archieven in het Nationaal Archief vormen een unieke toegang tot die rijkdom. De Koloniale Staat 1854-1942 Deze fraai vormgegeven onderzoeksgids is het vervolg op de in 1983 verschenen “Sources of the history of Asia and Oceania in the Netherlands, 17961949” (samengesteld door F.G.P. Jaquet en uitgegeven door de Internationale Archiefraad). In dat eerste overzicht van Nederlandse archieven voor desbetreffende regio is een prominente plek ingeruimd voor de “Indische” archieven van het Nationaal Archief - en met name voor het archief van het ministerie van Koloniën”. Duizenden brieven, adviezen en rapporten, waarin het ingrijpend proces is vastgelegd van de bouw aan de koloniale staat door generaties - vanuit Nederland naar ‘de Oost’ gezonden - bestuursambtenaren, tezamen met de Indonesische bestuurlijke elite. Het Nationaal Archief beheert honderden particuliere archieven van deze ambtenaren. Zij vormden de schakel tussen de - geleidelijk aan steeds krachtiger wordende centrale overheid en de bevolking van voormalig Nederlands-Indië. Een geslaagde opzet Al met al een schat aan historisch materiaal, door Francien van Anrooij makkelijk toegankelijk gemaakt door te kiezen voor een institutionele invalshoek. Taken en bevoegdheden van bestuursorganen, gouvernementsdiensten en functionarissen zijn gekoppeld aan rubrieken in de indices van het archief van het ministerie van Kolonien. De ordening van dit archief wordt in een apart hoofdstuk toegelicht. Bedrijven (v.n. cultuurondernemingen) zijn hoofdzakelijk behandeld vanuit koepelorganisaties zoals de Ondernemersraad. Particuliere archieven bieden mogelijkheden voor onderzoek vanuit een persoon, een regio of vanuit een specifiek vraagstuk. Vandaar uit kan verder worden gewerkt in het archief van het ministerie van Koloniën. Verschillende hoofdstukken bevatten een verwijzing naar gedrukte overheidspublicaties, zoals de Handelingen van de Volksraad - waarin soms ook bestuursambtenaren zitting hadden. De Koloniale Staat 1854-1942 is een bijzondere uitgave, waarmee een geslaagde poging is gedaan inzicht te geven in de verscheidenheid aan functies en in de structuren van navenante archieven. Evenals in de samenhang hiertussen. Francien van Anrooij: “De Koloniale Staat 1854-1942.“ “Gids voor het archief van het ministerie van Koloniën. De Indonesische archipel “ Uitgegeven door het Nationaal Archief, Den Haag; december 2009 272 pagina’s, geïllustreerd. ISBN 978 90 74920 25 4 Verkrijgbaar bij het Nationaal Archief (€ 7,50) 9 februari 2010
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
mei 2010
Nieuwsbrief no 75 pag. 9
Nederlands-Indië 1946-1949 Auteur: Astrid Manders-van der Burg. ISBN: 978-90-8834-238-7
Boek:
In 1946 vertrok Ad van der Burg (Maassluis, 1927) als "broekie" van 18 jaar naar het toenmalige NederlandsIndië. Daar was hij tot 1949 in actieve dienst als oorlogsvrijwilliger op zowel Java als op Sumatra. Alle brieven die hij in die tijd aan zijn oudere broer Leen schreef, zijn bewaard gebleven. Ze geven een indringend beeld van die periode en hoe Ad die tijd beleefde. Zijn dochter Astrid kreeg de brieven, samen met diverse foto’s en papieren, na het overlijden van haar vader in haar bezit. Zij stelde dit mooie tijdsdocument samen. Het boek is te bestellen bij uitgeverij Boekscout.nl en staat in de ‘Boekwinkel’ van www.boekscout.nl. Ook via alle erkende boekhandels. Het boek is geïllustreerd en kost 14,95 excl. verzendkosten. Voor bestellingen met boekhandelkorting ifno.boekscout.nl .
<<<>>>
NEDERLANDS-INDIË IN OORLOG Correspondentie van 10 mei 1940 tot december 1949 P.R.Bulterman Boek: Uigave : De Nederlandse Postzegelveiling Weesp Het is eigenlijk een Filatelistisch boek, maar staat vol (elke blz.!) met bijzonder interessante gegevens, Rode Kruis formulieren, brieven, kaarten etc, in kleur. Het zal wel een kostbaar boek zijn door de vele illustraties, (ca € 47,50) (Overigens al zijn derde boek over postzegels en poststukken uit Ned-Indië, van zowel de Japanse bezettingstijd als daarvoor en daarna) Zie ook: http://www.dainippon.nl/nl/publicaties/
dainippon-publications.php#books-dutch-east
[email protected].
<<<>>>
van Soekarno. Hoog tijd om onbekende archiefbeelden te bundelen tot een waardevol fotoboek dat een indringend beeld geeft van een bijna vergeten episode in de Nederlandse geschiedenis. "Op deze foto zien we Nederlandse mariniers die een Indonesiër hebben gepakt en onder schot houden. De foto is gemaakt op 15 juli 1946 op Oost-Java, tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog, door de Nederlandse frontfotograaf Hugo Wilmar. Hij trok mee met de troepen en was in dienst van de Mariniersbrigade", vertelt Zweers. "De foto is toentertijd niet verschenen in de media, want de Nederlandse Legervoorlichtingsdienst in Batavia (Jakarta) hield dat tegen. Deze dienst selecteerde en distribueerde alleen bepaalde foto's richting persbureaus en censureerde dus naar hartelust. Wat mensen wél te zien kregen, waren mariniers die humanitaire hulp verleenden. Maar het beeld van mariniers die strijden, of beelden van gewonde en gedode mensen werden niet gedistribueerd. Men wilde het thuisfront niet verontrusten. De koloniale oorlog moest in de beeldvorming geen al te heftig conflict worden. En veel Nederlandse media volgden de richtlijnen van de censuur. Pas vele jaren later doken dit soort foto's weer op uit archieven." Louis Zweers is sinds 2003 als docent verbonden aan de master Media en Journalistiek. Hij doet momenteel promotieonderzoek naar Nederlandse voorlichtingsdiensten en (internationale pers en de (foto) verslaggeving over de koloniale oorlog. DR
<<<>>>
'Koloniale oorlog 1945-1949. Van Indië naar Indonesië', René Kok, Erik Somers, Louis Zweers; Uitgeverij Carrera, € 24,90 Dit is een van de vele foto's uit het boek Koloniale oorlog 1945-1949. Van Indië naar Indonesië dat docent fotojournalistiek Louis Zweers samen met twee andere auteurs heeft samengesteld. Het is een fotoboek dat een beeld van deze oorlog toont dat we nog niet kenden. Afgelopen december was het zestig jaar geleden dat de onafhankelijkheid van Indonesië werd erkend. En zestig jaar na de oorlog waarin Nederland het opnam tegen de Indonesische vrijheidsstrijders
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
'Troostmeisjes' worden ze genoemd. De verhullende term kan de pijn niet wegnemen. Het taboe is hardnekkig, ook na 65 jaar. beeld Jan Banning - tekst Hilde Janssen
De schaamte blijft De tachtigjarige vrouw tegenover mij glimlacht verontschuldigend. We zitten op het grasveld van een uitgestorven hotel aan de voet van een vulkaan op Midden-Java. Haar ogen schieten schichtig heen en weer. Ze wil het liefst verdwijnen en verstopt haar hoofd in mijn armen. Ze was nog een meisje, pas dertien jaar, toen ze tijdens de Tweede Wereldoorlog door Japanse soldaten als dwangarbeidster regelmatig seksueel werd misbruikt in de kazerne in haar dorp. Ze kan het woord 'verkrachting' nauwelijks over haar lippen krijgen. Wat doe ik de vrouwen aan door het oorlogsverleden op te rakelen dat ze al decennialang proberen te vergeten? Waarom? Die vragen schieten geregeld door mijn hoofd sinds ik in 2007 samen met fotograaf Jan Banning besloot de levensverhalen van voormalige troostmeisjes in Indonesië in woord en beeld vast te leggen. Schaamte, stigmatisering en schuldgevoel hebben de vrouwen de mond gesnoerd. Terwijl zij nog steeds worstelen met de gevolgen, zijn de Japanse daders vrijuit gegaan. Zoveel leed mag niet zomaar worden weggestopt. In de Nederlandse oorlogsgeschiedenis van het toenmalige Nederlands-Indië zijn de vijftig miljoen 'inlanders' slechts figuranten. Ook de Indonesische geschiedenisboeken besteden nauwelijks aandacht aan de slachtoffers van de Japanse bezetting. Dat werd ons in 2002 al duidelijk toen Jan Banning voormalige dwangarbeiders van de Birma- en Pakanbaroe-spoorlijn portretteerde voor zijn boek Sporen van Oorlog. De lotgevallen van miljoenen dwangarbeiders zijn doodgezwegen. De Indonesische troostmeisjes vergaat het niet anders, blijkt in 2007 als het onderwerp ineens weer wereldnieuws is. De Indonesische kranten beschrijven uitgebreid de ervaringen van de naar schatting 200.000 voornamelijk Koreaanse en Chinese vrouwen die door het Japanse leger tot prostitutie zijn gedwongen. Over de 20.000 lotgenoten uit eigen land wordt met nauwelijks gerept. Het is het offer dat ze moeten brengen voor de onafhankelijkheid, zei de eerste Indonesische president Soekarno al. De Japanse bezetter is immers ook de bevrijder die de natie heeft verlost van het Nederlandse koloniale bestuur. „Jullie moeten niet met je zonde te koop lopen", krijgen de Indonesische troostmeisjes in de jaren negentig van de regering te horen wanneer ze eindelijk hun stem laten horen, aangemoedigd door de belofte van financiële genoegdoening. Het geld van het Japanse Asian Women Fund verdwijnt in de overheidskas, in een bouwfonds voor bejaardenhuizen. De vrouwen zien geen cent. De frustratie over het uitblijvende smartengeld hakt er diep in, realiseren we ons telkens weer terwijl we kriskras door de archipel reizen. De vrouwen zijn kop-
mei 2010
Nieuwsbrief no 75 pag. 10
schuw geworden. De netwerken van de belangenorganisaties die duizenden voormalige troostmeisjes op Java, Sumatra en andere eilanden registreerden, zijn doodgebloed. Contacten zijn verwaterd, documenten weggegooid of aangevreten door termieten. Als ik na veel speuren eindelijk een paar regionale contactpersonen weet op te sporen, blijkt soms dat ze geld willen zien omdat ze de vrouwen niet met lege handen onder ogen durven te komen. Velen hebben geen boodschap aan het feit dat wij de geschiedenis willen optekenen. Voor de vrouwen geldt hetzelfde. Ze hebben vaak geen behoefte om hun oorlogsverleden op te rakelen of proberen het nog steeds verborgen te houden voor hun familie en dorpsgenoten. Uiteindelijk hebben we in een tijdsbestek van twee jaar op Java, Sumatra, Kalimantan en de Molukken zo'n vijftig vrouwen kunnen interviewen en portretteren. Vaak weten hun kinderen en buren dat ze een 'Japans afdankertje' zijn, maar kennen ze niet de details, omdat beide partijen het te pijnlijk en te gênant vinden om erover te praten. Tegenover buitenstaanders zoals wij gaat hun dat soms beter af. Maar dan wel bij voorkeur in een hotel. Want de schaamte blijft, ook ruim zestig jaar later. Voor de Japanse bezetter was het troostmeisjessysteem een pragmatische maatregel: gecontroleerde seks gold als een probaat middel tegen geslachtsziekten en grootschalige verkrachtingen. De vrouwen zouden vrijwillig in de staatsbordelen werkzaam zijn. De geïnterviewde en geportretteerde vrouwen vertellen een ander verhaal. Veel vrouwen waren nog minderjarig, soms pas elf, twaalf jaar. Ze werden onder dwang of met valse beloften van straat gerukt, thuis opgepakt of via dorpshoofden opgetrommeld om vervolgens systematisch verkracht te worden in legerbordelen, maar ook in fabrieksloodsen, tentenkampen en treinstellen waar ze vele maanden onder dwang seksuele diensten verleenden. Voor de meeste vrouwen is de oorlog nooit opgehouden, hoezeer ze ook hun best hebben gedaan de sporen van het verleden te wissen. Sommigen hebben de vernederingen en de pijn diep weggestopt. Anderen worden er bijna dagelijks mee geconfronteerd: door hun kinderloosheid, de mislukte huwelijken, de armoede. Ze doorbreken het stilzwijgen, omdat ze genoegdoening eisen en het beloofde smartegeld. Maar ze willen ook dat wij hun geschiedenis optekenen, opdat nieuwe generaties vrouwen niet opnieuw het slachtoffer worden van seksueel geweld. Troostmeisjes / Comfort Women, fotoboek van Jan Banning met tekst van Hilde Janssen, uitgegeven door Ipso Facto Utrecht/ Seltmann+Söhne Lüdenscheid, prijs €25,00. Schaamte en onschuld, door Hilde Janssen, uitgeverij Nieuw Amsterdam, € 16,95. NRC WEEKBLAD 24-30 april 2010, P.23
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
mei 2010
Nieuwsbrief no 75 pag. 11
Kuningan, West Java. Emah werd van huis weggehaald en drie jaar lang tot prostitutie gedwongen in verschillende kazernebordelen in Cimahi Ze kreeg de Japanse naam Miyako en moest elke dag zeker tien mannen bedienen gewone soldaten en officieren. In het kantoortje waar de militairen betaalden, lagen foto's van de meisjes die ze konden kiezen, „Iedereen wilde mij. Ze bleven maar komen, de een na de ander." Ze verfoeide haar schoonheid „ik was zo graag lelijk geweest, want de lelijke meisjes stuurden ze weg. De mooie moesten blijven." Ze bleef in het bordeel tot het einde van de oorlog. Bij thuis komst bleken haar ouders te zijn gestorven van verdriet. Ze trouwde met een oudere man van Javaanse adel. „Toen hij vier jaar later stierf, ben ik nooit meer hertrouwd, ook al had ik nog veel aanbidders." Ze heeft nooit kinderen kunnen krijgen en adopteerde twee kinderen van haar broer. Ze verdiende tot op hoge leeftijd de kost met medicinale massages.
<<<>>> NRC WEEKBLAD 24-30 april 2010, P 22
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
mei 2010
Nieuwsbrief no 75 pag. 12
Antonetha, 1929, Emplawas, Babar, Zuid-Molukken. Tijdens een wraakactie van Japanse militairen op haar dorp Emplawas verloor Antonetha haar ouders en drie broers. Zijzelf werd samen met een oudere zus en tientallen andere meisjes meegenomen als oorlogsbuit. Ze was vijftien toen ze bijna een jaar lang tot prostitutie werd gedwongen in een kazernebordeel. „Ik was nog klein, ik had nog geen borsten. Maar die mannen wilden allemaal seks. Ze noemden mij Yoriko en mijn zus Akemi. We hadden ieder onze eigen kamer. Zij was tevens de bijzit van de dokter en hij onderzocht ons elke week. „Op zondag nam de dokter ons allemaal mee naar de kerk in het dorp." Na de oorlog keerde ze terug naar haar dorpen, ze is vrij snel getrouwd. Ze kreeg twee zonen.
<<<>>>
Mardiyah, 1926, Banyubiru, Midden-Java. Een Japanse korporaal nam de al getrouwde Mardiyah onder valse voorwendselen mee naar de kazerne en dwong haar als bijzit tot seksuele dienstverlening. Ze moest ook kleren wassen en helpen bij de aanleg van wegen en loopgraven. Mardiyah kreeg een miskraam toen ze stenen sjouwde. „Ik wist niet eens dat ik zwanger was, maar toen ik die bloeding zag, voelde ik me opgelucht. De schande van een Japans kind was me tenminste bespaard gebleven." Aan het eind van de oorlog wist ze te ontsnappen. Haar man bleek als dwangarbeider in Kalimantan terechtgekomen en daar hertrouwd. „Ik kreeg een brief van hem waarin hij schreef: 'Ga jij maar naar Japan als je wilt.' Ze bleef in het dorp en trouwde nog twee keer. Met haar derde man kreeg ze drie kinderen.
<<<>>> Paini, 1930, Getasan, Midden Java Paini verrichtte vanaf haar dertiende dwangarbeid in een lokale kazerne. Eerst moest ze samen met een groep militairen voedsel verzamelen in de omliggende dorpen, later loop graven delven en in de keuken werken. 's Avonds, na haar werk, werd ze van huis meegenomen naar de kazerne en daar veelvuldig verkracht. Haar oudere zus werd eveneens tot prostitutie gedwongen, op een andere locatie in de buurt. De man met wie een huwelijk voor Paini gearrangeerd was, wilde na de oorlog niets meer niet haar te maken hebben. Het tweede gearrangeerde huwelijk, met een oude weduwnaar, strandde al na vijf maanden. Ze werkte daarna een tijdlang als huishoudelijke hulp voordat ze met haar derde man een gezin stichtte. „Ik heb hem verteld dat ik 'gebruikt' was, maar hij vond me toch leuk. We konden samen erg genieten. Daarom heb ik nu veel kinderen en kleinkinderen.'' <<<>>>
Niyem, 1933, Karangmojo, Yogyakarta. Als kind van tien werd Niyem tijdens het spelen ontvoerd en in een vrachtauto vol vrouwen naar een militair tenten kamp in West-Java gebracht. Niyem deelde met twee andere meisjes een klein tentje, waar soldaten hen in het bijzijn van anderen verkrachtten „Ik was nog zo klein, mijn lijf was binnen twee maanden helemaal kapot. Ik was maar een speeltje, als mens betekende ik niks." Na twee maanden wist Niyem te ontsnappen „Ik durfde thuis niemand te vertellen dat ik verkracht was, ik wilde mijn ouders geen pijn doen. Maar mensen scholden me toch uit voor 'Japans afdankertje". Ze trouwde op latere leeftijd met een oude weduwnaar. Ze is zeer dankbaar dat ze toch nog aan de man kwam en vijf kinderen heeft gekregen: zonder kinderen heb je geen geschiedenis."
<<<>>> secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË Boek
Nieuwsbrief no 75 pag. 13
mei 2010
Tineke van Ommen-Douwes
Je hoeft niet naar school, want het is oorlog... hoera! Persoonlijke herinneringen over de tweede wereldoorlog in Nederlands-Indië, nasleep en toekomst. EPILOOG Terugkijkend zeg ik: Wat heeft oorlog mij gebracht? Angst, geen pappie, geen geld, honger, onzekerheid, verdriet, volwassen moeten zijn, alles alleen moeten verwerken, dat is met geen pen te beschrijven. Toch met dit verhaal het wel geprobeerd. En ik heb het overleefd.
Tineke van Ommen-Douwes, geboren 8 juni 1934 te Tandjung Pandan, op het eiland Billiton, Sumatra. Opgegroeid in Salatiga even boven Semarang (MiddenJava) tussen 1935-1946, daarna als 'displaced' persoon naar Batavia getransporteerd. Daar lagere school en hbs gevolgd, bij de BPM gewerkt, verliefd,getrouwd, kinderen, verhuisd naar een suikerfabiek in West-Java en pas in 1961 naar Nederland "gevlucht" wegens Soekarno-politiek.
Mijn levensregel: Benader het leven positief. Neem het leven zoals het je dagelijks geschonken wordt. Pak die kans die je geboden, gegeven wordt. Want je leeft! Werk in jezelf aan vrede, probeer in harmonie verder te gaan! Omzien in wrok en zelfmedelijden is verspilling van energie voor je verdere leven. Geloof in jezelf, geef vrijheid door. NU desperandum - Wanhoop nooit!
Ze woont nu in het Brabantse Den Dungen.
<<<>>>
'Javaanse beul' wordt Nationale Held Generaal Sarwo Edhie leidde massamoord op communisten SARWO EDHIE, LUITENANT-GENERAAL, VERANTWOORDELIJK VOOR BLOEDIGE ZUIVERINGEN. Een half mil-joen Indonesiërs kwamen om. Een groep prominente Indonesiërs heeft een twintigste-eeuwse massamoordenaar voorgedragen als Nationale Held van Indonesië. Luitenantgeneraal Sarwo Edhie Wibowo gaf in 1966 leiding aan een eliteeenheid die ermee was belast de communistische partij op Java te helpen uitroeien. Hierbij kwamen naar schatting een half miljoen Indonesiërs om het leven. De in 1989 overleden Sarwo Edhie is voorgedragen door legerofficieren en voormalige studentenactivisten van de generatie 1966. Zij besloten daartoe op 10 januari jongstleden, tijdens de 44ste herdenking van Tritura'. De Tritura kort voor Tri Tuntutan Rakyat - waren de drie eisen die de verenigde anticommu-nistische studenten in 1966 stelden: • ontmanteling van de communistische partij pki, • wijziging van het kabinet van Soekarno en • verlaging van de rijstprijzen. De aanwezigen tijdens de reünie, onder wie voormalig legeropperbevelhebber Sutarto Endriartono, prezen Sarwo Edhie voor zijn aandeel in de bestrijding van de pki. Tijdens de bloedige zuiveringen van 1966 trainde zijn elite-eenheid RPKAD lokale moslimmilities om korte metten te maken met de ‘kafir harbi’: de 'oorlogszuch-tige ongelovigen'.
Door zijn kritiek op het regeringsbeleid raakte Sarwo Edhie al snel uit de gratie bij de nieuwe president, Soeharto. Die stuurde hem in 1969 naar West-Papoea, waar hij als legercommandant de supervisie had over de omstreden volksraadpleging. Die resulteerde in de Indonesische inlijving van het gebied. Alleen de Indonesische regering kan iemand tot Nationale Held benoemen. De invloedrijke Partai Demokrat (PD) heeft inmiddels zijn steun toegezegd. De PD is de regeringspartij van president Yudhoyono, Sarwo Edhies schoonzoon. De president zat begin jaren zeventig als jonge kadet op de militaire academie in Magelang, waarvan Sarwo Edhie toen het hoofd was. Hij ontmoette er de derde dochter van Sarwo Edhie, Kristiani Herrawati, zijn latere echtgenote. In 1973 studeerde Yudhoyono af als beste van zijn lichting. De massamoorden van 1965-1966 liggen nog erg gevoelig in Indonesië. Begin januari verbood het Indonesische Openbaar Ministerie de publicatie van vijf boeken over het onderwerp, waaronder Pretext for Mass Murder van de Amerikaanse schrijver John Roosa. Ook een nieuw Indonesisch boek over het communistisch gezinde cultuurbureau Lekra in de jaren vijftig en zestig staat op de zwarte lijst. Jan Lepeltak is correspondent in Jakarta.
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
mei 2010
Nieuwsbrief no 75 pag. 14
Regiobijeenomst 17 mrt 2010 te Almelo.
<<< >>>
Kunsthal Rotterdam - Troostmeisjes - Jan Banning De directeur van de Kunsthal Rotterdam heeft het genoegen u uit te nodigen voor de opening van de tentoonstelling
Troostmeisjes Jan Banning op vrijdag 23 april 2010 om 15.00 uur De opening wordt verricht door Marguerite Hamer-Monod de Froideville tot 2002 vertrouwenspersoon slachtoffers gedwongen prostitutie in Nederlands-lndië. De tentoonstelling duurt tot en met 29 augustus 2010. Vijfenzestig jaar na de Tweede Wereldoorlog reizen fotograaf Jan Banning en journaliste Hilde Janssen door de Indonesische archipel. Zij bezoeken voormalige troostmeisjes. Janssen tekent hun verhalen op en Banning geeft hen een gezicht. De Kunsthal presenteert deze bijzonder indrukwekkende portretserie Tijdens de opening worden gepresenteerd: Troostmeisjes / Comfort Women'. Jan Banning. Ipso Facto Utrecht / Seltmann+Söhne Lüdenscheid: 'Schaamte en onschuld. Het verdrongen oorlogsverleden van troostmeisjes in Indonesië', Hilde Janssen, Nieuw Amsterdam Museumpark. Westzeedijk 341, 3015 AA Rotterdam telefoon 010-4400300 www.kunsthal.nl fax 010-2417638
[email protected] Openingstijden:
dinsdag t/m zaterdag 10.00-17.00 uur zon- en feestdagen 11.00-17.00 uur Koninginnedag en 5 mei gesloten
foto: Jan Banning, Wainem. 1925, Mojogedang, Midden-Java <<<>>> secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)