Nieuwsbrief mei 2014
In deze nieuwsbrief: - Onafhankelijk financieel advies - Rechtsbijstand in het geding! - Business Continuity Plan ( BCP ) - Beleggen - Pensioendossier!
Onafhankelijk financieel advies Door met name de woekerpolisaffaire is de regelgeving voor de assurantietussenpersonen, verzekeraars en banken behoorlijk veranderd. Wat hierbij opvalt is dat de consument van alle kanten wordt beschermd. Dat het advies wat wordt gegeven aansluit op de behoefte van de klant. Een andere opvallende verandering was het provisieverbod. Het verbod is op dit moment van toepassing op zogenaamde complexe producten (b.v. hypotheken, levens- en arbeidsonge-schiktheidsverzekeringen). Inmiddels heeft de advieswereld ook nog eens te maken met een nieuw vakbekwaamheidsstelsel. Dit betekent dat elke adviseur opnieuw de schoolbanken in moet om te voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. De vraag die hierbij gesteld kan worden is natuurlijk in hoeverre de consument en bedrijven hierbij gebaat zijn. Zowel de aanbieders als de adviseurs hebben moeite om een juiste invulling te geven aan alle veranderingen. Maar ook de afnemers c.q. de consument en de bedrijven moeten nog wennen aan deze nieuwe wereld, waarbij de verkoop niet meer leidend is maar juist het advies op de voorgrond moet staan. Opmerkelijk daarbij is dat advies en verkoop elkaar in de weg staan. Enerzijds zou de wetgever juist willen dat advies en verkoop los van elkaar staan, anderzijds zegt diezelfde wetgever dat aanbieders uitsluitend zaken kunnen doen met partijen die zijn aangesloten. Kortom: onafhankelijk advies is op basis van de huidige uitvoering van de wet financieel toezicht praktisch niet uit te voeren. Aanbieders zouden open moeten staan voor onafhankelijk advies en de mogelijkheid moeten bieden om consument en bedrijven rechtstreeks te bedienen, zonder dat daar een aangesloten intermediair tussen zou moeten zitten. Daar waar de consument behoefte heeft aan advies zou deze ingevuld moeten worden door de onafhankelijke adviseur. Zolang aanbieders deze mogelijkheid niet bieden is onafhankelijk advies uitgesloten. Rechtsbijstand in het geding! Op 7 november 2013 heeft het Europese Hof een uitspraak gedaan over de vrije advocaatkeuze. Door deze uitspraak krijgt iedere klant van een rechtsbijstandverzekeraar recht op vrije advocaatkeuze als er een juridische procedure gevoerd moet worden. Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor de kostenbeheersing van de verzekeraars, omdat er bij het inschakelen van externe advocaten meer kosten worden gemaakt. De vraag die hierbij speelt is natuurlijk: is de klant van een rechtsbijstandverzekering hiermee beter af? Om daarover een zinnig antwoord te kunnen geven is het van belang om een aantal zaken op een rijtje te hebben. - De rechtsbijstandverzekering heeft rechtshulpverlening mogelijk gemaakt voor een grote groep mensen. - Verzekeraars hebben juristen, die gespecialiseerd zijn op bepaald gebied.
-
Alleen bij procedures voor de rechtbank, waarbij advocaten verplicht zijn, of in geval van zeer specialistische kwesties werden externe advocaten ingeschakeld. De rechtshulp vindt voor ca. 95% plaats met eigen juristen. Het vooroordeel dat verzekeraars uitsluitend gebruik maakten van net afgestudeerde juristen hoor je steeds minder. Verzekeraars hebben zich bewezen!
Door de nieuwe situatie die nu is ontstaan door de hierboven genoemde uitspraak kunnen verzekeraars geconfronteerd worden met veel hogere kosten. Als de consument op zoek gaat naar dure advocaten worden de kosten voor de verzekeraars natuurlijk veel hoger. Een aantal maatschappijen hebben om die reden de voorwaarden van de verzekering aangepast. De meeste zijn nog niet overgegaan om de premies ook te verhogen. In de voorwaarden wordt opgenomen dat het maximaal te betalen bedrag aan advocaatkosten wordt beperkt tot een bepaald bedrag en er worden eigen bijdragen gevraagd indien men kiest voor een extern advocaat. Niet alle verzekeraars hebben al besloten om voorwaarden aan te passen of premies te verhogen. Er zijn er ook die nog even afkijken wat de gevolgen zijn. Het lijkt er dus op dat de consument niet beter af is met deze nieuwe situatie. Het inschakelen van een externe advocaat, voor zaken die de juristen van de verzekeraar ook goed kunnen behandelen, gaat meer geld kosten. En er is niet mee gezegd dat een advocaat betere resultaten haalt dan de juristen van de verzekeraars. Business Continuity Plan ( BCP ) Een bedrijf dat wordt getroffen door een grote brand en daardoor met stagnatie te maken krijgt, heeft er belang bij dat haar klanten hiervan zo min mogelijk merken. Maar dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. De meeste bedrijven hebben een uitgebreide brandverzekering voor de opstallen, inventaris en goederen. Daarnaast is er meestal ook een bedrijfsschadeverzekering, welke het omzetverlies dekt na de schade. Meestal wordt zo’n verzekering afgesloten voor de periode van twee jaar. Daarna zou het bedrijf weer opgebouwd kunnen zijn en weer op volle toeren kunnen draaien. Op zich lijkt dit verhaal logisch, maar de werkelijkheid is heel anders. De factor tijd is de meest onderschatte zaak, die na een grote calamiteit mee gaat spelen. Het is ook de reden dat een groot aantal bedrijven na een schade er niet meer bovenop komen. Overigens geldt dit niet alleen voor brand maar eigenlijk voor alle calamiteiten waar bedrijven mee te maken kunnen krijgen. De continuïteit van een bedrijf is niet louter en alleen te regelen door verzekeringen af te sluiten. Nee; de continuïteit van bedrijf is afhankelijk van haar klanten. Als een bedrijf voor langere tijd niet kan voldoen aan de vraag van haar klanten, dan zoeken zij andere wegen en dat zou kunnen betekenen dat zij die klanten definitief kwijt zijn. Een zichzelf respecterend bedrijf zal dus voor haar continuïteit zorgen dat zij een plan hebben, welke bij een calamiteit ervoor kan zorgen dat de klanten daar zo min mogelijk van gaan merken. Het Business Continuity Plan, kortweg BCP, kan uitkomst bieden. Wat is het doel van het Business Continuity Plan? Bedrijfscontinuïteit- of calamiteitenplan is een instrument om de gevolgen van een calamiteit te beheersen met als doel om de continuïteit van het bedrijf zo veel mogelijk te waarborgen. Het maken van een dergelijk plan is maatwerk en voor elk bedrijf ziet dat er anders uit. Echter de weg naar het uiteindelijke plan en de systematiek is voor iedereen gelijk.
Op de eerste plaats gaat het om het inventariseren van de bedrijfsprocessen. Vervolgens wordt een analyse gemaakt van de bedreigingen, mogelijke stagnaties en calamiteiten waar men mee te maken kan krijgen. En vooral wat men kan doen en organiseren om schade te voorkomen of zo beperkt mogelijk te houden. En hoe kan men de klanten blijven bedienen, zonder dat zij contact zoeken met de concurrentie? Op basis van de analyse wordt een plan gemaakt en er wordt een manager benoemd voor de uitvoering. Communicatie is waarschijnlijk wel het belangrijkste middel om direct bij een calamiteit in te zetten. Communicatie is dan ook een belangrijk onderdeel in een BCP. Als laatste is het belangrijk dat het plan regelmatig tegen het licht wordt gehouden. Constant vinden er wijzigingen plaats in de bedrijfsprocessen, de toeleveranciers en personeel. Het BCP is dan ook aan onderhoud onderhevig en de manager zal ervoor dienen te zorgen dat het plan up to date blijft. Een uitdaging voor elk bedrijf dat zich nog niet heeft bezig gehouden met deze materie, maar wellicht nog belangrijker: het helpt bedrijven de continuïteit van het bedrijf te beheersen.
Beleggen. Het beleggen is door de woekerpolisaffaire en de financiële crisis een onderwerp dat in mindere mate in de belangstelling is komen te staan. Omdat beleggen een belangrijk onderdeel is geworden in het adviestraject en er zeker mogelijkheden zijn om hier op een evenwichtige manier mee om te gaan, is het goed om te weten hoe beleggingen zich ontwikkelen. Fonds
BND Wereld Indexfonds BND Euro Obligatiefonds (lang) AEX
Koers 01-01-2014
Koers 01-04-2014
Resultaat 2013
Resultaat 01-01/01-04
14,43
14,54
27,36%
0,76%
9,99
10,61
-5,93%
6,21%
399,77
403,21
16,65%
0,86%
Goris & Ladru Vermogensbeheer Defensief profiel
5,18%
4,7% (1-1/1-3)
Neutraal profiel
6,47%
5,0% (1-1/1-3)
Offensief profiel
6,97%
5,4% (1-1/1-3)
Verzekeringsfondsen Aandelen fonds
26,07
26,40
19,53%
1,27%
Nederland fonds
18,77
18,90
21,80%
0,69%
EuropaRente fonds (obligatiefonds)
11,49
11,88
1,23%
3,39%
Goris & Ladru is een bedrijf dat is gevestigd in Buitenkaag (oude Rabobank gebouw). Zij beleggen volgens de MAX-strategie, waarbij zij de wereldwijde trends op de internationale effectenbeurzen volgen. Zij beleggen met een laag risico en met een redelijk rendement ( zie www.glvb.nl ).
Het eerste kwartaal van 2014 begon goed en half januari bereikte de AEX de stand van 408,93 punten. Dit was ook gelijk de hoogste stand van het kwartaal, want daarna daalde de index fors en bereikte het dieptepunt van 382,65 punten. Op 31 maart stond de index toch weer ruim boven de 400 punten. Onder druk van de dreigingen in Oekraïne en de Krim stonden de wereldmarkten onder grote druk, wat gevolgen had voor de beursindexen. Inmiddels lijkt de storm wat geluwd, zodat de markten zich hopelijk kunnen stabiliseren en verder kunnen ontwikkelen. De aandelenfondsen laten kleine plusjes zien. Wat opvalt zijn de stijgingen van het obligatiefonds en het EuropaRente fonds. Overigens is dit laatste fonds ook samengesteld uit Europese staatsobligaties en bedrijfsobligaties.
Pensioendossier! Als er één onderwerp is geweest dat de afgelopen jaren in het nieuws heeft gestaan dan is het wel het pensioen. En ook de komende jaren zal dit nog zo blijven. De regering heeft aangekondigd dat er met ingang van dit jaar een brede discussie op gang moet komen over de toekomst van ons pensioenstelsel. Reden voor mij om een dossier aan te gaan leggen en u daar regelmatig over te gaan informeren. Het afgelopen kwartaal is het pensioenvraagstuk zeker weer onder de aandacht geweest. De politiek heeft belangrijke beslissingen genomen en ook vanuit de pensioenwereld zelf zijn belangrijke signalen gegeven. Pensioenakkoord; De Tweede Kamer heeft inmiddels ingestemd met het pensioenakkoord en het woord in nu aan de Eerste Kamer om verder te oordelen. Kort gezegd komt het pensioenakkoord er op neer dat de opbouwpercentages voor pensioenen worden verlaagd en inkomens boven de 100.000,= euro geen gebruik meer kunnen maken van de omkeerregeling. Deze omkeerregeling zorgt ervoor dat pensioenaanspraken niet worden belast, maar de pensioenuitkering te zijner tijd wel. Als compensatie zou daar een netto pensioenaanvulling in de tweede pijler tegenover kunnen staan. Onduidelijk was in hoeverre zo’n aanvulling wel mogelijk is en de Tweede Kamer had de staatssecretaris dan ook opdracht gegeven dit verder uit te zoeken. Volgens o.a. VU-hoogleraren Herman Kapelle en Erik Lutjens, die dit vraagstuk alvast hebben onderzocht, is het voorstel goed en is dit te realiseren binnen de huidige wetgeving (bron VVP online). Waarom zijn de uitspraken van Kapelle en Lutjens zo belangrijk? Even terugkomen op de vorige nieuwsbrief. Wat was ook weer de 2e pijler? In ons pensioenstelsel is de 1e pijler de AOW, de 2e pijler pensioen overeengekomen tussen werkgever en werknemer en 3e pijler pensioen wat men zelf regelt (ondernemer, zzp’ers en aanvullingen). Het gaat dus in deze casus over het pensioen hetwelk door de werkgever wordt toegezegd aan de werknemer. Als compensatie voor de hierboven omschreven maatregelen om de pensioenopbouw te verlagen, mag een werkgever een netto pensioenaanvulling overeenkomen met zijn werknemers. Men heeft het over arbeidsvoorwaardelijke pensioenafspraken tussen werkgevers en werknemers. Daarop is de Pensioenwet van toepassing en het maakt daarin niet uit of het gaat om fiscaal bruto of netto pensioen.
Ook de Wet op loonbelasting verhindert een netto pensioen niet. Kortom; de hoogleraren kijken positief aan tegen de opbouw van netto pensioenaanspraken. Zij adviseren nog wel om deze aanspraken vrijstelling te verlenen in box 3 van de Wet op de inkomstenbelasting. Het lijkt er dus werkelijk op dat er naast de reguliere pensioenregelingen, mogelijkheden zijn voor werkgevers om werknemers extra pensioen toe te zeggen. Het gaat beter met de pensioenfondsen; Het aantal pensioenfondsen dat het pensioen verlaagt, omdat zij anders niet kunnen voldoen aan de verplichtingen, valt lager uit dan aanvankelijk in januari werd verwacht. Er zijn op dit moment nog 29 fondsen die pensioenen verlagen. In januari had men de verwachting dat dit zou gaan om 37 fondsen. Ook het ABP, één van de grootste fondsen van ons land, heeft aangekondigd om de verlaging van de pensioenen te beëindigen. Er zijn ook een aanzienlijk aantal pensioenfondsen die de pensioenopbouw geheel of gedeeltelijk laten meestijgen met loon- of prijsontwikkelingen.