Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juni 2013
Nieuwsbrief
89
Nieuwsbrief no 89 pag. 1
juni 2013
Beste vrienden, Peter van Toorenenbergen en ik doen ons best om nog want rond te sturen in een nieuwsbrief. Sommige stukken lijken misschien wat minder interessant, maar wel belangrijk voor de geschiedenis. Het bestuur is hard bezig om voor de 25e September alles wat een paar bestuursleden betreft af te bouwen, maar zijn met de opbouw hard bezig hetgeen lijkt te lukken en dan kan de Stichting Gastdocenten gewoon weer doorgaan! Wat mij betreft zou ik dat super vinden. Veel meer wil ik eigenlijk niet kwijt behalve dat ik nu graag meer zonnige dagen zou willen om wat in mijn tuin te kunnen doen. Mede namens het bestuur hartelijke groet
Inhoud. Troostmeisjes pure noodzaak .......................................................... 2 Excuus troostmeisjes op losse schroeven ........................................ 2 The act of killing .............................................................................. 2 Stille Tocht, aanbieden v.d. Petitie Indische Kwestie ....................... 3 Tjina mindring .................................................................................. 4 Bali is een verademing .................................................................... 5 Herdenking Gevallenen en Slachtoffers Ned.-Indië. ......................... 6 Taboe op Texel ............................................................................... 7 US lawmakers press Japan on 'comfort women' ............................. 8 Indisch Herinneringscentrum lanceert online museumtour ............... 9 Proefschrift over de Japanse kampen (Dr.D. van Velden)....................9 In Memoriam Dora van Velden 1909-1997....................................... 10 Kolonialisme hip bij jonge Indonesiërs ............................................. 11 Japanners: de blanken van Azië? .................................................... 12
Onze activiteiten worden mede mogelijk gemaakt door de opbrengsten uit de Giroloterij en de Bankloterij. Uw deelname aan de Giro- c.q. Bankloterij wordt daarom van harte aanbevolen.
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juni 2013
Nieuwsbrief no 89 pag. 2
’Troostmeisjes pure noodzaak’ TOKIO, woensdag Volgens Toru Hashimoto, de burgermeester van de Japanse miljoenenstad Osaka, was het systeem waarbij meisjes en vrouwen gedwongen werden om zich te prostitueren bij de Japanse troepen tijdens de Tweede Wereldoorlog ’simpelweg een noodzaak’. „In omstandigheden waarin kogels je om de oren vliegen, liepen de dappere soldaten voortdurend het risico hun leven te verliezen. Als je wil dat ze ook momenten van rust zouden hebben, dan is een systeem met troostmeisjes noodzakelijk. Iedereen begrijpt dat”, aldus de bij het volk populaire Hashimoto. Naar schatting 200.000 vrouwen werden in de door Japan bezette gebieden gedwongen om als seksslaaf in de militaire bordelen van het Japanse keizerlijke leger te werken. De meeste van hen waren afkomstig uit China en het Koreaanse schiereiland, maar ook uit Nederlands-Indië en de Filipijnen. China reageert geschokt op de uitlating van de Japanse burgermeester. „De gedwongen prostitutie was een zware misdaad”, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken in Peking. De Telegraaf, Woensdag 15 mei 2013
<<<>>> Nieuwsmagazine, mei 2013
Excuus troostmeisjes op losse schroeven De Japanse regering van premier Shinzo Abe wenste een excuus uit 1993 over gedwongen seksslavernij uit de Tweede Wereldoorlog mogelijk herzien. Dat blijkt uit uitlatingen van de kabinetssecretaris van de in december 2012 aangetreden conservatieve regering. Nog steeds lopen de emoties hoog op over de 'troostmeisjes', zoals de seksslavinnen die te werk werden gesteld in bordelen van het leger eufemistisch worden genoemd. Met name de Chinese en Zuid Koreaanse regeringen zijn van mening dat er nooit ruimhartig compensatie is geboden aan de Comfort Women. Pas na een uitgebreid historisch onderzoek maakte de Japanse regering in 1993, 48 jaar na het einde van de oorlog, zijn excuses aan slachtoffers van seksueel geweld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toenmalig kabinetssecretaris Kono erkende namens de regering dat vrouwen inderdaad gedwongen waren tot seks door het Japanse leger en maakte 'oprechte excuses' aan de slachtoffers. Deze zogenaamde Kono-verklaring is nationalistische politici in Japan een doorn in het oog. Rechtse critici stellen onder meer dat vrouwen niet gedwongen werden tot seks met Japanse soldaten en dat er geen bewijs is voor stelselmatig misbruik. Tijdens de lijsttrekkerscampagne van de conservatieve LDP speelde Abe in op dit nationalistische sentiment. Abe riep toen ook al op tot herziening van de Kono-verklaring. Daarop uitten buurlanden direct hun bezorgdheid over het gevaar van een meer nationalistische koers van Japan. Ook Nederlandse vrouwen werden tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië slachtoffer van seksueel geweld door Japanse soldaten. De stichting Japanse Ereschulden komt op voor het lot van Nederlandse slachtoffers van de Japanse bezetting. Voorzitter Jan van Wagtendonk is verrast door het nieuws dat het excuus uit 1993 mogelijk wordt herzien. "Ik ben geschokt en verdrietig. We wisten dat er voor onze achterban zware tijden zouden aanbreken onder premier Abe, maar ik had er niet op gerekend dat hij direct deze koers zou inslaan. Trouw, Wouter van Cleef, 29 december 2012
<<<>>> Inmiddels werd op vragen van Amnesty International tijdens de 22ste vergadering van de Human Rights Commissie door Abe zelf geantwoord dat hij dit niet van plan is en dat hij de Kono resolutie onderschrijft.
’THE ACT OF KILLING’ „Na het doden dronk ik, nam ik drugs en luisterde ik muziek. Daar werd ik weer vrolijk van.” Aan het woord is Anwar Congo, leider van een doodseskader dat na de militaire coup van 1965 in Indonesië honderden vermeende communisten, intellectuelen en etnische Chinezen vermoordde. In The act of killing daagt regisseur Joshua Oppenheimer hem uit zijn rol tijdens de genocide in filmscènes na te spelen. De beul – in eigen land nog steeds een held en voorbeeld voor de paramilitaire jeugd – stemt in. Wat volgt is een even verbijsterende als schokkende documentaire waarin Congo en zijn trawanten zich vol overgave op hun nieuwe carrière als acteur storten. Ze geven zichzelf de hoofdrol, zoeken locaties, casten acteurs en passen kostuums. Onderwijl worden aan de grimetafel vol trots en bijna weemoedig herinneringen aan hun gruweldaden opgehaald. Over de beste moordmethoden en over het dragen van donkere ’executiekleding’ die bloedspatten verhulde. The act of killing , mede geproduceerd door Werner Herzog ( Rescue dawn ), is een huiveringwekkende documentaire over een vergeten holocaust. Een belangrijk document ook dat gezien móet worden. Eric le Duc. De Telegraaf, Donderdag 23 mei 2013
<<<>>> secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juni 2013
Nieuwsbrief no 89 pag. 3
Nieuwsmagazine, mei 2013
Stille Tocht en aanbieden van de Petitie Indische Kwestie Op 19 maart 2013 werden de petities over de Indische Kwestie aangeboden aan de Tweede Kamer. Meer dan 10.660 personen hadden hun naam gezet onder de petitie "De Indische Kwestie". De regering wordt hierin verzocht om de onderhandelingen met de Nederlanders uit Indië te heropenen en met hen tot een oplossing te komen. Het niet willen bespreken en het alsmaar afhouden om te erkennen dat de opeenvolgende Nederlandse regeringen de gelijke rechten voor de Nederlanders uit Nederlands-Indië hebben genegeerd noopte Het Indisch Platform tot de actie om door middel van een Petitie aandacht te vragen voor de nog steeds niet opgeloste problemen. Het negeren van de Nederlanders uit Indië is de langst lopende en nog steeds niet opgeloste kwestie die speelt in de Tweede Kamer. Al ruim zevenenzestig jaar vraagt men om gelijke behandeling met de andere Nederlanders die de Tweede Wereldoorlog in Europa hebben meegemaakt. De Nederlanders uit Indië kwamen bijvoorbeeld niet in aanmerking voor de wet vergoeding in het kader van de Wet voor de Materiële Oorlogsschade. Bij het Traktaat van Wassenaar werd niet meer gesproken over de salarissen van de ambtenaren en de militairen van het KNIL.'Hoewel de Nederlandse regering deze achterstallige betaling aan Indonesië had overgedragen, werd daarover in 1966 bij het afwikkelen van de schulden en verplichtingen tussen Nederland en Indonesië, niet meer gerept. Op verzoek van de Tweede Kamer is door het NIOD (Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie) onderzoek gedaan. Dit was aanleiding tot de rapporten "Indische rekening" door Hans Meijer verschenen in 2005 en "Sporen van vernieling" door Peter Keppy, verschenen in 2006. Tot nu toe zijn de resultaten van deze onderzoeken in de Kamer niet aan de orde geweest. Dit was aanleiding om actie te ondernemen en door het ondertekenen van de Petitie Indische Kwestie nogmaals aandacht te vragen voor het negeren van de groep Nederlanders uit Indië. Het initiatief kwam van Hans Vogelsang van de Stichting Nederlands Indisch Cultureel Centrum, aangesloten organisatie bij het IP. De organisatie van de Stille Tocht bij het aanbieden van de Petitie 'Indische Kwestie' werd verricht door de tweede en derde generatie die erg boos is omdat de Nederlandse regering
het al 67 jaar laat afweten. Men kwam in actie nadat op 28 juni 2011 in de Tweede Kamer de motie Dijkstra werd afgewezen (met slechts één stem verschil). Deze groep onder leiding van 'One Big Agency' heeft eveneens en website gelanceerd, waar men de inmiddels overledenen kan herdenken. Daarnaast is er een film gemaakt "Countdown - Indische Kwestie" voor You Tube, waarin opeenvolgende Minister Presidenten aantallen noemen van personen waaraan de regering nog vergoeding schuldig is. Uiteraard is dit een aflopende reeks. Dit geeft een duidelijk beeld over de houding van de opeenvolgende Nederlandse regeringen. Stichting Het Indisch Platform Actueel De Stille Tocht werd begeleid door de Politie Haaglanden die het verkeer regelde, zodat de deelnemers ongehinderd van het Vredespaleis tot aan Het Plein bij de Tweede Kamer hun weg konden vervolgen. Onderweg werd bij het Monument op Plein 1813 (200 jaar Koninkrijk der Nederlanden) en krans gelegd. 'Keep them Rolling' begeleide de stoet met voorop een oude ziekenwagen, waarin de Petities lagen, en een aantal oude leger-voertuigen en motorfietsen. Deze groep heeft vrijwillig haar medewerking verleend. Vervolgens trok de stoet verder langs Paleis Noordeinde alwaar voor de hekken van het Paleis luid en duidelijk de woorden "Erkenning, Excuses, Compensatie voor Oorlogsschade en Back Pay salarissen" in koor werden geroepen. De Petities werden aangeboden aan de Vaste Kamer Commissie voor VWS en de delegatie kreeg de gelegenheid om hierbij haar verzoek om de Indische Kwestie op te lossen nader toe te lichten. Het resultaat is dat de Tweede Kamer aan de Staatssecretaris heeft gevraagd om met een reactie te komen op de NIOD rapporten en wel nog voor het meireces. Daarna wordt er over de NIOD rapporten een Algemeen Overleg gepland waarbij de Staatssecretaris en de Kamer met elkaar van gedachten zullen wisselen. De Stille Tocht en de Petitie hebben de Indische Kwestie weer op de agenda gekregen. Langs het Voorhout kwam men aan op Het Plein. De stoet was inmiddels al een stuk langer geworden
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË door de mensen die zich onderweg hadden aangesloten. Zij werden toegesproken door de voormalige voorzitter van het IP Herman Bussemaker en de huidige voorzitter Silfraire Delhaye, die allen bedankten voor hun steun en medewerking. Daarna werd de Indisch Platform delegatie ontvangen
juni 2013
Nieuwsbrief no 89 pag. 4
door de Vaste Kamer Commissie voor een besloten hoorzitting, nadat de Petities het gebouw van de Tweede Kamer werden binnengedragen op een brancard vanuit de Ziekenwagen. 14 nieuwsmagazine april 2013
<<<>>>
Nieuwsmagazin, mei 2013
"TJINA MINDRING" Herinnert u zich nog de "Tjina Mindring"? De persoonlijke Chinese Bank keliling De man op de fiets in zwarte kleding Voor de Indonesische bevolking een uitkomst, de persoonlijke lening. Om zijn middel droeg hij een zwarte, brede leren riem Waar geld in werd bewaard, in grote vakken, voor iedereen te zien, Beroving bestond toen nog niet De geldschieter bleef waar hij was, hij ging niet "mentiet" De rente was meestal 100 Procent En werd eerlijk terug betaald tot de laatste cent De wereld bankingsysteem, de oude wijze is voorbij De mensen staan nu met plastikkaart in de rij De AFM is er nu, bent u niet blij? En toch, je gaat er over nadenken, waren er toen meer eerlijke mensen? Of was men achterlijk, met niet zoveel dure wensen want beroving en moord is nu een dagelijks gebeuren Burgers zijn gewapend en zitten achter gesloten deuren, Zelf zijn wij ook veranderd, wij leven in herinnering Van lang vervlogen tijd en de "TJINA MINDRING"
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juni 2013
Nieuwsbrief no 89 pag. 5
Elsevier, 5 januari 2013
‘Bali is een verademing’ Advocaat Theodoor Bakker (60) vestigde zich in 1984 in Jakarta en adviseerde de Indonesische regering over het nieuwe rechtsstelsel Jan Lepeltak in Jakarta
Tijdens een zeiltochtje op het IJsselmeer vroeg een oudere partner van het advocatenkantoor waar Theodoor Bakker destijds werkte, Loeff & Van der Ploeg, of hij geïnteresseerd was in uitzending naar Indonesië. Dat is 29 j aar geleden. ‘Wanneer kan ik vertrekken?’ luidde Bakkers antwoord. Het kantoor van Ali Budiardjo, Nugroho, Reksodiputro was gevestigd in een klein omgebouwd woonhuis in de drukke wijk Tanah Abang, in het centrum van Jakarta. Het archief was opgeslagen in de badkamer en de advocaten lunchten op straat. Bakker volgde een partner op die in opdracht van Loeff & Van der Ploeg de beursgang van Unilever in Indonesië ging begeleiden. ‘Ik zou maar drie tot vier jaar blijven. Waarom ik hier nog ben? Het antwoord is vrij simpel: de praktijk en de mensen’. ‘De gemiddelde Nederlander, als die al bestaat, heeft in Indonesië een goede naam,’ vertelt Bakker in een vijfsterrenhotel in Jakarta. ‘Nederlanders staan bekend om hun stelregel “een man, een man, een woord, een woord”. Ze lopen niet gauw weg van een contract dat slecht voor hen uitpakt. Tegelijkertijd, als een Nederlander iets fout doet, wordt dat hem hier meer kwalijk genomen. “Jij als Hollander zou toch beter moeten weten,” hoor je dan.’ Indonesiërs zien de koloniale periode volgens Bakker inmiddels als iets uit het verleden. ‘Vanaf het moment dat ik in Indonesië aankwam, zag ik de generatie die vloeiend Nederlands sprak kleiner worden. Steeds minder mensen konden de Nederlands-Indische regelgeving lezen en interpreteren, ook door het tekortschietende onderwijs in Indonesië. Er is nog steeds behoefte aan juristen die achtergrondkennis hebben van het eigen recht. Ons kantoor telde in het begin ook veel voormalige Indonesische overheidsfunctionarissen, zoals een oud-directeur-generaal van het ministerie van Justitie. Velen van hen kwamen uit voorname Javaanse families. Het probleem was dat zij vonden dat alles wat zij zeiden per definitie wet was. Dit leidde soms tot grote spanningen tussen de klant en de Indonesische advocaat, die ik dan moest wegnemen.’ Jurist worden, was voor Bakker een logische keuze. Zijn vader was voor de oorlog een van de weinige Nederlandse advocaten met een overwegend internationale praktijk. Hij werkte op een klein kantoor aan de Nassaulaan in Den Haag, Bakker, Kist+Nijgh, dat een goede repu-
tatie had. Ook de grootmoeder van Bakker was jurist, net als zijn grootvader. Bakkers familie had geen bijzondere band met Indonesië. Alleen de broer van zijn grootvader, met de familienaam Van Bosse, maakte in de negentiende eeuw naam in Nederlands-Indië als bouwkundig ingenieur. ‘Hij ontwierp de eerste versie van de Tanjung Priok-haven in Jakarta en was een excentriek persoon. Zo liet hij - met toestemming van zijn echtgenote - eens per maand de zon- dagslunch serveren door een vrouwelijke bediende met ontbloot bovenlichaam.’ De interessantste periode voor Bakker kwam in 1997 en 1998, toen een financiële crisis de val van Soeharto inluidde. Onder grote druk van het Internationaal Monetair Fonds moest Indonesië kiezen tussen het oude Nederlandse recht en het Amerikaanse insolventierecht, dat in de omringende landen werd gebruikt. Bakker werd door de Indonesische overheid direct betrokken bij de ontwikkeling van het nieuwe Indonesische rechtssysteem. De hervormers in de regering leunden zwaar op de kennis van Bakker, die veel waardering kreeg voor zijn werk. ‘Het is opmerkelijk dat de Indonesische politiek leiders in 1998 tijdens de grootscheepse bestuurlijke hervormingen van die tijd toch kozen voor voortzetting van het Nederlandse burgerlijk recht. Better the devil you know than the devil you don’t know, zal de gedachte zijn geweest.’ Ondanks de eveneens verstrekkende politieke hervormingen in die periode blijft corruptie een enorm probleem in Indonesië. Ook de Indonesische advocatuur heeft hiermee te maken. ‘Je bent volstrekt ongeloofwaardig als je ontkent dat corruptie bestaat. Maar er is verandering merkbaar. Er zitten nu hoge overheidsfunctionarissen in de gevangenis, en vooral de opstelling van de jongere generatie geeft mij hoop. Ons kantoor hanteert van oudsher zero tolerance.’ Bakker heeft een jong gezin in Hongkong. Zijn vriendin, een Indonesische chief stewardess bij luchtvaartmaatschappij Cathay Pacific, en zijn zesjarige dochter wonen in een comfortabel, appartement vlak bij het vliegveld van Hongkong. ‘Ik kom daar elke twee weken en kan dat goed combineren met bezoeken aan mijn klanten. Achttien jaar geleden ontmoette ik mijn vriendin op een vlucht naar Jakarta. Afgezien van mijn abominabele carbon footprint, wegens al het vliegen, werkt het prima. En op het eiland Bali heb ik een rustig pied-a-terre. Dat is een verademing ten opzichte van het chaotische Jakarta.
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juni 2013
Nieuwsbrief no 89 pag. 6
Stichting Herdenking Gevallenen en Slachtoffers in Nederlands-Indië Email:
[email protected] www.indieherdenkingamstelveen.nl
PERSBERICHT Woensdag 14 augustus 2013 om 19.20 uur vindt de regionale herdenking van gevallenen en slachtoffers in Nederlands-Indië weer plaats bij het Indiëmonument in het Broersepark te Amstelveen. Op 14 augustus 1945 capituleerde Japan na atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Nederlands-Indië was een dag later vrij. Het einde van de oorlog in Azië betekende ook het einde van de Tweede Wereldoorlog. Prof. Dr. Ruud Lapré vertelt ons waarom herinneringen koesteren en gedenken na zoveel jaren zinvol zijn. Hij is auteur van het boek Terra Incognita, waarin het verhaal van Nederlands-Indië kort voor, tijdens en kort na de oorlog aan de hand van tastbare ‘Indische schetsen’. Ook spreken vertegenwoordigers van de gemeente Amstelveen (Burgemeester Van Zanen), Bond van Wapenbroeders (Willem van Lith) en de voor de jaarlijkse organisatie verantwoordelijke Stichting Herdenking Gevallenen en Slachtoffers in Nederlands-Indië te Amstelveen (Clemens Bouwens). Voor verdere informatie: Conchita Willems, bestuur Stichting Herdenking Gevallenen en Slachtoffers in Nederlands-Indië Telefoon: 06-13550099 Email:
[email protected]
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË De Telegraaf, Zaterdag 06 april 2013
Dat is in toenemende mate te merken. In het bijzonder bleek dit al in de gemeente Bronckhorst, waar men van plan is op 4 mei eer te bewijzen aan gesneuvelde Duitse soldaten die in Vorden begraven liggen. Voor Nederlanders die de Tweede Wereldoorlog persoonlijk hebben meegemaakt of die vrienden en familieleden hebben verloren door het wrede optreden van de nazi’s, is dat moeilijk te accepteren. Vorig jaar nog wilde het Nationaal Comité 4 en 5 Mei Auke de Leeuw, een jongen van 15 jaar, een door hemzelf gemaakt gedicht, getiteld Foute Keuze , tijdens de Dodenherdenking laten voorlezen. Het gedicht ging over de oudoom van Auke die als lid van de Waffen-SS op de puinhopen van Berlijn was gesneuveld. Het Auschwitz Comité heeft toen het optreden van Auke kunnen verhinderen. Ook destijds had het Comité 4 en 5 Mei leden die de Tweede Wereldoorlog niet hadden meegemaakt en die ook onvoldoende geschiedenisles op school hadden gehad. Thans speelt zich iets dergelijks af op het eiland Texel. Ook daar functioneert een 4/5 Mei Comité, waarvan de voorzitter, mevrouw Francine Giskes (D66), tevens burgemeester van het eiland is. Vorig jaar heeft het comité onder haar leiding de zoon van de NSB-burgemeester Rijk de Vries uit de jaren 1942-1945, gevraagd op 4 mei een rede op Texel te houden. Die zoon, genaamd Ewout de Vries, woont al heel lang in Florida (VS). Hij heeft geheel afstand genomen van de politieke ideeën van zijn foute vader. Hij hield ook een uitstekende toespraak.
Overtocht Tot dusver is er niets aan de hand. Maar de gemeente Texel betaalde wél de overtocht uit de Verenigde Staten en de verblijfskosten, en dat steekt de oudIndiëveteranen op het eiland, die al jarenlang vragen éénmaal op die 4e mei het woord te mogen voeren ter herdenking van hun in voormalig Nederlands Oost-Indië gesneuvelde kameraden. Dat waren er meer dan 6000. 120.000 Nederlandse dienstplichtigen werden in de jaren 1947-1951, samen met 20.000 oorlogsvrijwilligers en 40.000 man van de KNIL (Koninklijk Indisch Nederlands
Nieuwsbrief no 89 pag. 7
Leger), naar onze vroegere kolonie gestuurd. De leider der Indische nationalisten, Soekarno, had op 17 augustus 1945 de Republiek Indonesië uitgeroepen.
Taboe op Texel Net als andere gemeenten in Nederland bereidt het eiland Texel zich al wekenlang voor op de organisatie van de 4 en 5 mei-herdenking. Tientallen jaren gaf dat eigenlijk nooit problemen. Maar met het verstrijken van de tijd zijn velen uit de oorlogsgeneratie overleden of in ieder geval uit de organisatiecomités verdwenen. Daar zitten nu mensen die de Tweede Wereldoorlog niet meer zelf hebben meegemaakt en die heel andere ideeën hebben over herdenken dan de oudere generatie.
juni 2013
Indoctrinatie Maar dat reusachtige land werd destijds geterroriseerd door jeugdige Indonesiers die tijdens de drieënhalf jaar durende Japanse bezetting (1942-1945) en indoctrinatie een diepe haat hadden ontwikkeld tegen alles wat blank was. In het bijzonder haatten ze Nederlanders. Die zogenaamde Indonesische ’vrijheidsstrijders’ waren meestal niet meer dan jonge terroristen, die rampokkers, pemoeda’s of peloppers werden genoemd. Ze vergrepen zich aan Nederlandse burgers die ziek, verzwakt en uitgehongerd uit de Japanse concentratiekampen kwamen. Deze zogenaamde bersiapperiode kostte duizenden onschuldige landgenoten het leven. Vandaar dat onze overheid toen meer dan 180.000 militairen naar het destijds nog Nederlandse Indië stuurde om orde op zaken te stellen. Duizenden jonge soldaten hebben daar enige van de beste jaren van hun leven moeten doorbrengen. Velen van hen keerden psychisch getraumatiseerd terug. Meer dan 6000 van hen liggen thans nog in Indische grond begraven. Van talrijke Nederlandse soldaten is nooit meer iets teruggevonden. Ze zijn door fanatici in stukken gehakt en in de rivieren gedumpt. Het is dan ook onrechtvaardig deze veelal zeer jonge militairen te bestempelen als ’koloniale moordenaars’, zoals in sommige politiek linkse kringen nogal eens gebeurt.
Gebrek Kennelijk speelt zulk een gebrek aan inzicht ook een rol op Texel, waar nooit een Indië-veteraan zijn strijdmakkers of ’sobats’ officieel op 4 mei heeft mogen herdenken. ’ Daar zijn de Indië-gedenkdagen voor in augustus’ , zei comitévoorzitter en burgemeester Francine Giskes. Maar zij beseft niet dat de nederlaag en de overgave van Japan in augustus 1945 iets totaal anders was dan de politionele acties van Nederland tussen 1947 en 1951. Volgens alle officiële richtlijnen moeten ook de tijdens de politionele acties in het voormalige Nederlands-Indië gesneuvelde Nederlandse militairen op de avond van 4 mei herdacht worden. Men moet op Texel echter wel voortmaken want al die vroegere Indië-soldaten zijn thans meer dan 80 jaar oud en ieder jaar worden het er minder. Voor hen is de huidige tijd dodelijker dan de peloppers van toen. Texel telt thans nog slechts achttien Indiëveteranen.
Onverbiddelijk Vermoedelijk rekent het Texelse 4/5 Mei Comité onder leiding van burgemeester Francine Giskes op het onverbiddelijke verloop van de levensstatistieken. Straks zijn er helemaal geen Indië-veteranen meer die door progressieve gezagsdragers, diep in hun hart,
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË alleen maar als moordende kolonialen worden beschouwd en die ieder jaar weer om twaalf minuten spreektijd vragen teneinde hun gevallen dienstkameraden, hun ’sobats’, in de Burght op Texel te mogen herdenken. D66-burgemeester Giskes vermeldde in de Texelse Courant van 5 februari jl.: ’Over Nederlands-Indië is momenteel veel discussie. We vinden dat je mensen die er toen niet zelf voor hebben gekozen daarheen te gaan, en die daar nare dingen hebben meegemaakt of gezien, nu niet extra moet belasten. ’ Francine Giskes wil ook rekening houden ’ met anderen die zich zouden kunnen storen aan het feit dat een
juni 2013
Nieuwsbrief no 89 pag. 8
Indië-veteraan het woord zal voeren op de avond van 4 mei’ . Daarom wacht zij de uitkomst af van diverse onderzoeken naar de rol van Nederland tijdens de politionele acties. Die onderzoeken komen er vermoedelijk nooit, want ons kabinet voelt daar niet voor. Het besluit van de Texelse burgemeester, waar ze niet op wil terugkomen, is dan ook een typisch voorbeeld van nietszeggende softe prietpraat. Francine is kennelijk een gezagsdrager die meewaait met de heersende politieke windrichtingen veroorzaakt door belangrijk doende bobo’s die zelf nooit, in opdracht van de overheid, de dood in de ogen hebben gekeken.
<<<>>> AFP—Thursday, May 16, 201
US lawmakers press Japan on 'comfort women' WASHINGTON - Two US lawmakers on Wednesday urged Japan to distance itself clearly from an outspoken politician who said that "comfort women" forced to provide sex during World War II were a military necessity. In comments that prompted outrage in South Korea and China, Osaka Mayor Toru Hashimoto said that World War II soldiers who faced death needed to relax and suggested that US troops in modern-day Japan make use of the sex industry. Representative Mike Honda, who spearheaded a 2007 House resolution that took Japan to task on the issue, called Hashimoto's remarks "repulsive" and said that comfort women suffered "horrific" physical and psychological scars. Honda, who was detained as a child during World War II due to his Japanese ancestry, said he believed that "reconciliation through appropriate government action admitting error is the only resolution likely to be longlasting." Representative Steve Israel said he was "disgusted" and that Japanese officials should offer apologies to aging former comfort women instead of "abhorrent" explanations. "I strongly condemn Mayor Hashimoto's remarks and continue to urge the Japanese government to offer a formal acknowledgement and apology for the atrocities committed by its Imperial Armed Forces during World War II," Israel said. Historians say about 200,000 "comfort women" from Korea, China, the Philippines and elsewhere were drafted into Japanese army brothels. In a 1993 statement, Japan offered "sincere apologies" to comfort women. Two years later, Japan issued a broader apology expressing "deep remorse" for war suffering. The 1993 statement remains a sore point for nationalists who contend that Japanese authorities did not directly force comfort women into sex and that the system was set up to prevent rape of random women. The government of Prime Minister Shinzo Abe, known for his conservative views on history, did not comment directly on Hashimoto's remarks but said that Japan shared the pain of survivors and stood by past statements. A left-leaning Japanese government in 1995 set up a fund to compensate former comfort women. But few survivors in South Korea accepted because the money came from private donors instead of the government.
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juni 2013
Nieuwsbrief no 89 pag. 9
Nieuwsmagazine, mei 2013
Indisch Herinneringscentrum lanceert online museumtour Het Indisch Herinneringscentrum brengt zijn nationale overzichtstentoonstelling ‘Het Verhaal van Indië’ bij de mensen thuis met de digitale museumtour op http:// www.hetverhaalvanindie.com/digitale-tour . Deze brengt 350 jaar koloniale geschiedenis in beeld, met de nadruk op hetgeen er tijdens en na de Tweede Wereldoorlog is gebeurd in voormalig NederlandsIndië. De bezoeker heeft het gevoel alsof hij zelf door het museum loopt en kan met muisklikken door de ruimten navigeren. Ook is het mogelijk om aanvullende tekstuele, audiovisuele of auditieve informatie op te roepen via iconen. In het gastenboek (in ruimte 6) kunnen bezoekers laten weten wat zij onder ‘Indisch’ verstaan, een herinnering of anekdote delen of een reactie op de tour geven. De online museumtour ‘Het Verhaal van Indië’ is beschikbaar in het Nederlands en in het Engels. De tour is uitermate geschikt voor educatieve doeleinden en voor belangstellenden die niet in staat zijn om een bezoek te brengen aan de vaste presentatie op landgoed Bronbeek. Een belangrijke doelgroep is de Indische gemeenschap in Australië, Canada en Amerika. De digitale tour is een van de middelen waarmee het
Indisch Herinneringscentrum de geschiedenis van de Indische Nederlanders onder de aandacht brengt. Wat zij hebben meegemaakt in voormalig NederlandsIndië tijdens WOII en de periode daarna mag niet worden vergeten. Andere belangrijke middelen om deze geschiedenis te belichten zijn de overzichtstentoonstelling ‘Het Verhaal van Indië’, het webportaal ‘Indië in Oorlog’ en het educatieve stripboek ‘De Terugkeer’. Op eigen wijze vertellen deze het verhaal van de Indische gemeenschap. Ze vormen de basis voor steeds nieuwe producten, publieks- en educatieve activiteiten die het Indisch Herinneringscentrum zo veel mogelijk met anderen ontwikkelt. Voor de realisatie van de digitale museumtour heeft het Indisch Herinneringscentrum gebruikgemaakt van de applicatie Museumtours; een product dat het mogelijk maakt om thuis, of waar dan ook, via een PC met internetaansluiting een museum te bezoeken en vrijelijk door een presentatie of tentoonstelling te navigeren. INDISCH HERINNERINGSCENTRUM, INDISCH GEHEUGEN VOOR DE TOEKOMST www.indischherinneringscentrum.nl
Proefschrift over de Japanse kampen.
Promotie van mej. Dr.D. van Velden in 1963. Aan de rijksuniversiteit te Utrecht promoveerde vrijdag mejuffrouw Doetje van Velden, geboren te Djakarta en wonende te Voorburg, tot doctor in de letteren op het proefschrift: De Japanse internerings-kampen voor burgers gedurende de1 tweede wereldoorlog. Promotor was prof. dr. W. Ph. Coolhaas. Mejuffrouw Van Velden was tussen 1942 en 1945 op Java in een kamp geïnterneerd. „Dat men onder zijn voeten vertrapt alle gevangenen der aarde zou de Here dat niet zien? (Klaagliederen 3:34 en 36). Dit staat te lezen aan het begin van het proefschrift van mejuffrouw dr. D. van Velden, dat zij opdraagt aan haar vrienden uit de kampen. Het moet ontzettend veel werk zün geweest voor dr. Van Velden om te komen tot een zo omvattend proefschrift. Over de Japanse kampen namelijk zeer weinig gepubliceerd. De Japanners hebben kans gezien de officiële gegevens over de kampen en hun bewoners te vernietigen. Wel zijn er dagboeken bekend, doch deze bieden een te persoonlijke indruk van het kampleven. Voor een wetenschappelijke studie zijn immers objectieve gegevens nodig. In het proefschrift behandelt mejuffrouw dr. Van Velden de voorgeschiedenis van de strijd in de Pacific. Zij omschrijft hoe de krijgsgevangenen en burger-geïnterneerden volgens de internationale overeenkomsten behandeld moeten worden en zij doet uit de doeken hoe de praktijk in de kampen was. Na de intocht van de Japanners in het voormalige Nederlands-Indische gebied lieten zij een bekend geluid horen: Rustig blijven, er gebeurt niets. De reden waarom de Japanners later de geallieerden-burgers gingen interneren is hun politieke doelstelling: het scheppen van een sfeer van gemeenschappelijke welvaart van groter Oost-Azië onder leiding van Japan. De politieke banden met Europa en Amerika moesten worden verbroken. Ook zat er een goddelijke zending achter. Van geallieerde zijden zijn pogingen gedaan tot uitwisseling van burgers, die weinig succes hadden. Uitvoerig behandelt mejuffrouw Van Velden ook de gang van zaken in de diverse gedeelten van het eilandenrijk. Mede op aandrang van Soekarno hebben de Japanners de Nederlanders op Java geïnterneerd. De Japanse commandanten hebben verklaard dat zij bevel hadden de gevangenen humaan te behandelen. Men meende dat de Japanse aard geen gruweldaden zou veroorloven, heeft Tojo eens gezegd. Overigens waren er algemene orders, die ter plaatse naar behoefte werden gehanteerd. secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juni 2013
Nieuwsbrief no 89 pag. 10
Gunst De geïnterneerden moeten, zo staat in het reglement, dankbaar zijn voor de bijzondere gunst, dat zij worden beschermd door het Nipponse leger en zij moeten de bevelen van de commandant van het kamp opvolgen. Vandaar dat ook veel aandacht werd besteed aan de groet, een buiging aan alle Japanse militairen. Gestreefd werd ook de kampementen gelijk te maken aan die van het leger. Mejuffrouw Dr. Van Velden behandelt alle mogelijke voorschriften, die het dagelijks leven aan banden legden. De houding van de Japanse autoriteiten tegenover hulpacties wordt behandeld. Zij weigerden de geblokkeerde rekeningen van de Nederlanders vrij te geven. De Nederlandse regering heeft pogingen gedaan geldelijke steun te geven, waar evenwel weinig van terecht is gekomen. Het Rode Kruis kon slechts met de grootste moeite iets doen. Zij beschouwden het als een soort privé liefdadigheid. Namen van veel gevangenen en overledenen zijn nooit doorgegeven.
Hulpverlening Hulpacties (goederen) zijn ondernomen op basis van een schatting van 33.000 burger geïnterneerden. In werkelijkheid waren het er ruim 100.000, bijna allen Nederlanders. Merkwaardig is te lezen dat de hulp na de capitulatie van Japan bleef gebaseerd op deze 33.000 personen. Mejuffrouw dr. Van Velden beschrijft de godsdienst van de Japanners. Zij werden opgevoed in het besef dat Japan en zijn inwoners superieur zouden zijn aan andere volken. De Japanner beschouwde zichzelf van nature goed. Had hij een fout begaan, dan was dit slechts een vergissing geweest. Hij kon zich reinigen en met beter inzicht een betere weg kiezen. Hierdoor was het mogelijk dat de Japanners — eerst bereid hun leven voor hun land te geven — direct na de capitulatie glimlachtend de Amerikaanse bezetters inhaalden, De keizer had immers verklaard dat de oorlog niet langer de juiste weg was voor Japan. Veel van hun daden zijn door hun godsdienst te verklaren. Zeer interessant zijn de analyses van de Japanse denkwijze en het karakter.
<<<>>>
In Memoriam Dora van Velden 1909-1997 De schrijfster van “DE JAPANSE INTERNERINGSKAMPEN VOOR BURGERS GEDURENDE DE TWEEDE WERELDOORLOG” is in maart op 88-jarige leeftijd in Den Haag overleden. Alleen in het NRC vond ik daar melding van, onder de titel “Historica van de Oost”. Dat was zij in haar grote bescheidenheid. In 1963 promoveerde mevrouw Van Velden. Haar proefschrift beleefde vier drukken, ondanks de geweldige drukte om onze “nationale” geschiedschrijver Dr. L. de Jong, die vanaf deel 11a de oorlogsjaren in Ned.-Indië beschreef. Dora van Velden werd in 1909 in Batavia geboren. Zij studeerde Nederlandse taal en letterkunde in Leiden en keerde in haar geboorteland terug om uiteindelijk in een Japans interneringskamp terecht te komen. Haar levensdoel na 1945 was het zich toeleggen op historisch onderzoek naar deze kampen. Haar studie betrof ook kampen in Brits Borneo, Australië, Nieuw Guinea, Singapore, Burma, Siam, Indo-China, Korea, China en Mantsjoerije en verschillende eilandengroepen in Z.O.-Azië. Ruim 300 kampen passeren de revue. Ook Dr. L. de Jong heeft hiervan gebruik gemaakt. Dr. Dora van Velden was een dappere vrouw. Zij keerde zich tegen De Jong, omdat zijn oordeel betreffende Indië te eenzijdig was. Zij bleef strijden tegen de linkse opvattingen van onze nationale geschiedschrijver. Zij verwoordde dit als volgt: “De Jong schaart zich onder hen die hun collectieve na-oorlogse schuld willen afreageren op mensen die destijds in Indonesië woonden en werkten”. De directie van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag vroeg haar na de oorlog om de collectie van het rijksmuseum te ordenen. Hierna ging deze “Grande Dame” met pensioen en werd zij Officier in de Orde van Oranje Nassau. Zij is door haar standaardwerk over de kampen voor ons een lichtend voorbeeld geweest! C.J.S. nieuwsmagazine juni 1997 13
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juni 2013
Nieuwsbrief no 89 pag. 11
Interview Anoek Steketee, Fotografe.
Kolonialisme hip bij jonge Indonesiërs Indonesiërs gaan op zoek naar hun geschiedenis en vieren daarbij de koloniale tijd. Witte tropenkostuums en omafietsen zijn populair. DOOr KESTER FRERIKS
Amsterdam. In het hedendaagse Indonesië heerst zegt ze. „Ondanks dat Jakarta en Surabaya razend een nieuwe rage, ‘plesiran tempo doeloe’. Vele tiendrukke metropolen zijn, plaats ik de mensen net als duizenden Indonesiërs, jong en oud, laten de koloniavroeger in een verstilde, bijna abstracte entourage. le tijd herleven met verkleedpartijen, rijwieltochten en Het machtige kolonialisme van toen stond ver af te rollenspelen. De stralend witte tropen- of ambtenarenvan de Indonesische bevolking. Met mijn foto’s roep ik kostuums van grootvader komen na meer dan zestig die sfeer van ontastbaarheid en vervreemding op die jaar tevoorschijn uit de klerenkast. Oerdegelijke Holrondom het verschijnsel hangt.” landse fietsen als Gazelle en Fongers zijn geliefd en De officiële Indonesische geschiedschrijving, zoals die stijlvolle avondtoiletten van de blanke dames van toen ook in de schoolboeken staat, benadrukt dat de Negelden als modieus. De koloniale tijd mag zich verderlanders zich in drie eeuwen koloniale overheersing heugen in een liefdesverklaring. en onderdrukking hebben misdragen. „Het is vooral dit Fotograaf Anoek Steketee (1974) reisde op verzoek negatieve beeld dat de verklede mannen en vrouwen van het Amsterdamse Tropenmuseum zes weken met ‘plesiran tempo doeloe’ willen corrigeren”, zegt door Indonesië om dit koloniale vertier vast te leggen. Van Bruggen, die de begeleidende teksten verzorgt. Vroeger is een ver land heet haar expositie van ruim „Er zit ook een ideologische kant aan. Tijdens de regidertig foto’s die de sfeer van het Nederlands-Indische mes van presidenten Soekarno en Soeharto werd het verleden evoceren. „Het lijkt onvoorstelbaar dat IndoHollandse verleden weggevaagd. Nu heerst meer vrijnesiërs van nu leven met heimwee naar de koloniale heid. Geschiedenisverenigingen gaan op zoek naar tijd, waaraan meer dan zestig jaar geleden een einde de Nederlandse wortels van Indonesië. Ze maken kwam”, zegt ze in de Galerie van het museum, te midstadswandelingen en bezoeken koloniale gebouwen.” den van de kleurenfoto’s die zijn opgehangen tegen Volgens Steketee noemen de Indonesiërs die hier aan stemmig grijze wanden. meedoen hun koloniale geschiedenis ‘sexy’. Er rust „Nederland is hip en trendy in het huidige Indonesië”, geen taboe meer op. „Dat zorgt voor een gevoel van aldus Steketee. „Een keten restaurants heet in ouderbevrijding”, aldus Steketee. „Er zijn zelfs verhuurbewetse spelling H. E. M. A. Je kunt er rookworst en drijven in nostalgische kostuums van vroeger.” Op stamppot bestellen. De regressie naar vroeger is niet een van de foto’s, genomen in Kampong Makassar in zomaar een vlucht uit de moderne tijd. Er is meer. Jakarta, hangt de koloniale kledij buiten op een tropiJonge Indonesiërs willen oprecht de koloniale tijd besche veranda, als een fraai uitgelicht stilleven. Het lijkt grijpen. Sommigen kunnen het hun grootouders nog een beeld van lang geleden, maar het is Indonesië vragen. Ze spelen de tijd van vroeger na, zelfs de polianno nu. tionele acties waarin de Nederlanders hard- Anoek Steketee: Vroeger is een ver land. handig vochten tegen Tropenmuseum, Amsterdam. T/m 1/9. Internet: tropenmuseum.nl Indonesische vrij- Fotograaf Anoek Steketee (Hoorn, 1974) volgde de Koninklijke Academie in heidsstrijders.” Den Haag. Ze verwierf bekendheid met de tentoonstelling Dream City (2011) in Tijdens de reis die het Fotomuseum Rotterdam over de schaduwzijde van pretparken in Irak, LibaSteketee met journa- non, Rwanda en Israël. Journalist Eefje Blankevoort schreef voor de gelijknamige boekuitgave de begeleidende teksten. Anoek Steketee legt zich toe op doculist Arnold van Brug- mentaire fotografie met het accent op het Midden-Oosten en Azië. gen maakte, bezochten ze de koloniale verkleedpartijen en ensceneerden Lisnar, Medan. Verkleed als ze er de foto’s. Op een foto, genomen op het Plaza Nederlandse mevrouw in tempo Indonesia in Jakarta, zien we twee leden van de Fiets- doeloe. club voorbijrijden op rij wielen van Hollandse makelij. Het lijkt een momentopname, maar Steketee heeft alles nauwkeurig geregisseerd. Van Bruggen bediende het flitslicht dat van opzij valt. Ook moest hij tientallen belangstellenden, allemaal als Nederlander verkleed, tegenhouden. Ze wilden wat graag op de foto. Met een Hasselblad-camera legde Steketee het tafereel vast. Alvorens op reis te gaan bereidde Steketee zich voor door in het Tropenmuseum de collectie NederlandsIndische foto’s van toen te bestuderen. Wat haar opHerri, Yogyakarta. Verkleed als manager op viel is dat de geportretteerden aan de tijd ontstegen een suikerrietplantage lijken te zijn, zo verstild is de sfeer van de zwartwitfoto’s. „Dat heb ik ook in mijn foto’s nagestreefd”, secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juni 2013
Nieuwsbrief no 89 pag. 12
Trouw, Dinsdag 28 mei 2013
Japanners: de blanken van Azië? Sybilla Claus − 26/05/13, 19:00
© Trouw. Japanners, dwangmatig uniek Japanners denken graag dat zij een uniek ras zijn dat uit één homogene groep bestaat. Het tegendeel is waar. Er zijn diverse minderheden, zoals de Ainu op Hokkaido, die er bekaaid vanaf komen. 'Mijn taak is onze trots, die gebaseerd is op onze geschiedenis en tradities, te beschermen en Japan sterk te maken", zei de nieuwe nationalistische Japanse premier Shinzo Abe onlangs in het parlement. Trots en identiteit zijn voor veel Japanners sterk verweven, en de interesse in hun etnische origine is bijzonder groot. Maar de trots maakt dat zij de feiten liever terzijde schuiven. Tot het verliezen van de oorlog in 1945 leerden schoolkinderen dat de keizerlijke familie rechtstreeks van de goden afstamt. Ook na de nederlaag is de mythe sterk gevoed dat Japanners een raciaal uniek volk zijn, met een unieke cultuur en een zuivere bloedlijn. Taboe "Maar de keizerlijke familie stamt af van Chinezen en Koreanen. Dat feit is in de Japanse media taboe. Het zou een groot schandaal zijn, als het zo op tv gezegd zou worden," zegt antropologiehoogleraar Takami Kuwayama in zijn kamer in de ondergesneeuwde campus van de Hokkaido Universiteit in Sapporo. Japanners vinden Chinezen en Koreanen, en eigenlijk alle Aziaten, namelijk inferieur. Het is zelfs zo dat Japanners zichzelf geen Aziaten noemen. De verkrampte manier waarop Japan zijn keizer als volbloed Japans wil zien is tekenend voor hoe het land met zijn minderheden omgaat. Genetisch onderzoek De discussie over de Japanse identiteit - nihonjinron is al decennia een belangrijk thema. Over genetisch onderzoek wordt ruim gepubliceerd en op tv bericht, dus het is echt wel bekend dat het zogeheten unieke 'Yamato-ras' in feite geen ras is, maar een mix van vele etnische invloeden. Toch blijft die mythe van de Japanse raciale homogeniteit enorm populair. "Daar voelen wij ons lekker bij, zeker nu er meer buitenlanders naar Japan komen." Zo verkopen de boeken van de nationalistische mangatekenaar Yoshinori Kobayashi vele honderdduizenden exemplaren. Kortgezegd is zijn boodschap: 'Japanners zijn geen gele Aziaten, maar een zuiver ras. Er is dan wel gemixt tussen eilandbewoners onderling, maar niet met Chinezen of Koreanen. Dankzij zijn homogeniteit is Japan de nederlaag van 1945 te boven gekomen. Minderheden veroorzaken slechts problemen, kijk maar naar Europa en de VS.' Japanse academi weten beter: "Wij hier in Oost-Azië zijn een en al regionale mix. Mijn haar krult een beetje, dat is de Zuidoost-Aziatische invloed", zegt
Kuwayama. Wie oplet, ziet erg veel verschillen tussen Japanners. DNA-onderzoek toont aan dat de Japanse genen voor 25 procent overeenkomen met de 'onbeschaafde' Chinezen en voor 25 procent met de 'domme' Koreanen. Au. De verklaring: deze rijstbouwers kwamen zo'n 2000 jaar geleden over een landbrug naar het hoofdeiland van Japan. Die feiten zijn nog niet in het nationale onderwijscurriculum opgenomen. Er zijn in Japan eigenlijk twee strata van verhalen die de ronde doen: de feiten en de mythes. "Een academisch boek dat in 1995 de fabeltjes van tafel veegde, werd heel invloedrijk. Ik vermoed dat dat mangatekenaar Kobayashi in de oppositie dwong." Noordelijke mensen Bij gevoelige onderwerpen gebruiken Japanners graag een eufemisme dat emoties vermijdt. Dus noemen zij die nieuwkomers van 2000 jaar geleden geen Chinezen of Koreanen maar hoppo, 'noordelijke mensen'. Deze rijstbouwers vermengden zich met de oorspronkelijke inwoners, jagers-verzamelaars, maar verdreven hen ook - naar het uiterste noorden (het huidige Hokkaido) en zuiden (het huidige Okinawa) van Japan. De Japanners blijken dus een mix van al die volken waarop zij zo neerkijken. Dat de primitieve Ainu de oorspronkelijke Japanners zijn, gaat er aan nationalistische zijde helemaal niet in. Het Ainuvolk (minstens 23.000, waarschijnlijk 100.000), de oorspronkelijke bewoners van de noordelijke provincie Hokkaido, lijken op Russen en de mannen zijn - zeker vergeleken met de vasteland Japanners - erg behaard. Japan annexeerde Ainu Mosir ('Vreedzaam land waar mensen wonen') in 1868. De Ainu kenden geen landbezit. Zij leefden van zalm vissen en jagen, totdat dat door de nieuwe heersers werd verboden. Domme, vieze Ainu Sommige hoogopgeleide nationalistische schrijvers en politici voeren een obsessieve strijd tegen de Ainu. Arts Matoba Mitsuaki schrijft boeken over de domme, vieze Ainu die door alcoholisme uitsterven, politicus Maseru Onodera van de regerende, conservatieve LDP weet het parlement van Hokkaido mee te krijgen bij wetgeving tegen Ainu-rechten. De verbetenheid verbijstert buitenstaanders én hoogleraar Kuwayama. De Ainu zijn namelijk al zo succesvol gemarginaliseerd dat een doorsnee Japanner niet eens van hun bestaan weet: "Op school kreeg ik er niks over te horen. Het boeit niemand. Hooguit ga je op een schoolreisje naar Hokkaido. Dan dansen ze voor je in een folkloristisch museum", zegt een studente antropologie uit Tokio. Bijna elk stadje op Hokkaido heeft zijn eigen Ainumuseum. Daarmee lijkt de inzet van de overheid om het bestaan van de Ainu los te koppelen van de strijd
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË voor politieke en landrechten, volkomen geslaagd. Folklore is makkelijk te tolereren. Elke provincie moet zijn eigen toeristische hoogtepunten aanprijzen, dus wat traditionele zang en dans komt mooi uit. Woord kolonisatie vermeden In de saaie musea ligt de nadruk op oude ambachten en historische foto's. Nergens wordt het woord kolonisatie gebruikt. Na de annexatie volgde een periode van gedwongen assimilatie. In 1872 moest elke Ainu een Japanse achternaam aannemen. De Ainu-taal is nooit onderwezen, de discriminatie was zo sterk dat die bijna is uitgestorven. Pas in 1992 werden de Ainu erkend als etnische minderheid. "Kijk, deze laarzen zijn gemaakt van zalmhuid", zegt Shiro Kayano in het museum ter nagedachtenis van zijn beroemde vader, Shigeru, in het dorp Nibutani. Kayano sr. was van 1994 tot 1998 parlementariër in Tokio. Eigenlijk een beetje bij toeval, omdat er een zetel vrijkwam. Dan zijn er nog de kimono's gemaakt van boomschors. Ja, op het traditionele weefgetouw, te zien in vitrine 26. In dit landsdeel dat de helft van het jaar bedekt is met een dikke laag sneeuw, is het zoeken naar de enkele grijsaard die nog Ainu spreekt. Originele namen als Tekatte en Totkaram zijn verdwenen. Kayano kent slechts twee baby's met Ainu-namen: Noja (Plant) en Atoi (Oceaan). Het kwetst Kayano diep dat Hokkaido-parlementariër Onodera zelfs ontkent dat de Ainu een etnische groep zijn. "Waarschijnlijk omdat hij anders moet erkennen dat zijn voorouders ons land hebben ingenomen", probeert hij te verklaren. De Verenigde Naties hebben in 2005 en 2010 de Japanse regering vergeefs opgeroepen anti-discriminatiewetgeving te formuleren. "Als Onodera zou zeggen dat ík geen Ainu ben, kon ik een rechtszaak beginnen. Maar een hele groep aanvallen kan, omdat het valt onder vrijheid van meningsuiting", zegt Kayano. Slechts een handjevol activisten strijdt voor meer rechten maar is ook nog eens onderling verdeeld. Jongeren hebben er een hekel aan dat ouderen zich zo laten inkapselen terwijl de meeste Ainu achtergesteld blijven: zij verlaten vaker een school zonder diploma en zijn vaker werkloos. In diverse Ainuvertegenwoordigende instanties vormen Ainu een kleine minderheid. "Dat strookt niet met het VN-verdrag voor de rechten van inheemse volkeren", zegt assistent-hoogleraar inheemse educatie Jeffry Gayman van de Hokkaido Universiteit. "Dat heeft juist zelfbeschikking als kern, in onderwijs, cultuur, taal en politiek." In de Ainu-wet uit de negentiende eeuw - die gold tot 2003 - werden de Ainu barbaren genoemd. Onder zware internationale druk tekende Japan in 2008 het VN-verdrag voor de rechten van inheemse volkeren. Maar qua beleid of wetgeving is er sindsdien niets gebeurd, zegt Kayano teleurgesteld. Integendeel. Doordat parlementariër Onodera een fraudegeval met subsidie slim uitspeelde, moesten in 2008 dertien Ainu-taalscholen ermee stoppen. Alleen de lokaal betaalde klasjes in Nibutani functioneren nog. Deze parlementariër liet diverse telefoontjes met een verzoek
juni 2013
Nieuwsbrief no 89 pag. 13
om een interview onbeantwoord. Historische gronden Antropoloog Kuwayama denkt dat de agressieve aanpak richting de Ainu staat voor meer: "De angst voor claims op historische gronden. Er zijn maar weinig Ainu, maar als zij rechten weten af te dwingen, kunnen ook andere minderheden compensatie vragen." Zoals de twee miljoen Burakumin, een lage kaste die eeuwenlang als uitschot is behandeld; de 600.000 etnische Koreanen die na vier generaties nog steeds niet de Japanse nationaliteit hebben, en de 655.000 Chinezen. Veelzeggend is dat Kayano niet op de foto wil voor een traditioneel rieten Ainu-huis op het museumterrein: "Straks denken de Japanners dat ik daar woon." Voor zijn grote Nissan wil hij wel gefotografeerd worden. Volbloed ras Minderheden als de Ainu en Okinawanen zijn nooit een volbloed ras geweest, betoogt mangatekenaar Kobayashi in zijn boek 'De waarheid over Okinawanen en Ainu' uit 2009. "Zij gaan toch verdwijnen, dus waarom proberen die culturen te bewaren? Het Yamato-ras daarentegen is wel zuiver. Japan is niet multi-etnisch." Kobayashi levert de intellectuele basis voor politici als Onodera, zegt Jeff Gayman. "Hij is reuze kritisch op alle subsidie die naar Ainu, of naar musea of onderzoek over Ainu gaat." Zo krijgt Hokkaido dit jaar eindelijk een schoolboek waarin gesproken wordt over de 'unilaterale annexatie door Japan in 1868 zonder toestemming van de Ainu'. "Met een handtekeningenactie wist Onodera dat bijna te voorkomen." Overigens is dit boek niet verplicht voor scholen. "Invloedrijke politici die niets willen weten over diversiteit in het onderwijs beheersen de homogeniteitsdiscussie. De meeste Japanners zijn gewend passief informatie te ontvangen van media en onderwijssysteem", zegt Gayman. "En velen zijn bang om iets in te brengen tegen die claim op homogeniteit." Ironisch genoeg doen juist degenen die de kar voor meer Ainu-rechten zouden moeten trekken, geen moeite politici als Onodera te weerstaan: "Zij negeren de potentiële mensenrechtenschendingen. De (etnisch Japanse) directeur van het Centrum voor Ainu en Inheemse Studies is zo'n man zonder ruggengraat." Afgewezen subsidieaanvragen Tegenover deze gevestigde groeperingen zitten de slecht opgeleide Ainu gevangen in een machteloze positie. Zij klagen dat een subsidieaanvraag door etnische Japanners wordt afgewezen vanwege spelfouten. Als welwillende academici eens bepleiten rechten van Ainu als etnische groep wettelijk vast te leggen, verdwijnt hun rapport in het zwarte gat waar politici en hoge ambtenaren de dienst uitmaken. Recent is er discussie ontstaan over de correcte definitie van een Ainu. Zolang die te ambigu is, willen Onedera en de zijnen geen subsidie meer geven.
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
juni 2013
Nieuwsbrief no 89 pag. 14
Dat gaat voorbij aan het probleem dat het nooit voordelig is geweest voor een Ainu om voor zijn of haar identiteit uit te komen. Door het uitblijven van emancipatie zijn er op heel Hokkaido nog geen vijftig Ainu die hun afkomst durven vermelden, zegt Gayman. "Als niemand nog Ainu is, is er geen discriminatie meer en is het probleem vanzelf opgelost", vat een lokale jurist samen. Wel komt er nog een nieuw nationaal Ainu-museum in het gehucht Shiraoi. Duurder dan alle andere samen, het moet klaar zijn in 2020. Het thema: harmonie. Vooroordelen over niet-Japanners en minderheden Vóór de Tweede Wereldoorlog bezette Japan buurlanden als Taiwan, Korea, Vietnam, China, Indonesië en de Filippijnen. De ideologische rechtvaardiging hiervoor was de hogere Japanse beschaving bij te brengen aan de ontwikkelingslanden in de regio. Japanners voelen zich anno 2013 nog steeds geen 'Aziaten' of lid van 'het gele ras'. Zij zijn Japánners; de blanken van het Oosten. Hieronder wat vooroordelen die binnenskamers leven over buren: Koreanen zijn stinkende knoflooketers en simpel van geest. Zij proberen, vergeefs natuurlijk, Japanner te worden. De wegwerpcamera was zo simpel ontworpen, dat zelfs Koreanen hem konden bedienen, en heette dan ook baka (stom) chon (verkortingswoord voor Korea) camera. Chinezen lopen nog verder achter dan de Koreanen. Ze zijn gierig, hebberig, onbeschaafd en chaotisch. Door hun 'valse beschuldigingen' over het bloedbad van Nanking (1937/'38) wordt Japan nu internationaal gezien als slechterik. Het liefst negeert Japan het bestaan van zijn binnenlandse minderheden. In 2010 verleende het slechts aan 47 vluchtelingen een verblijfsstatus. Een paar voorbeelden van vooroordelen van Japanners over deze minderheden: De etnisch-Koreaanse Japanners (ruim een half miljoen) zijn criminelen Inwoners van de zuidelijke provincie Okinawa (1,4 miljoen) zijn lui, dom, sloom en behaard. Zij spreken beroerd Japans. mailIcon print Share on facebook Share on twitter Share on hyves Share on linkedin
<<<>>>
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Amstelveen)