Nieuwsbrief juli 2015
In deze nieuwsbrief: - Woningmarkt in de lift! - ZZP’er en inkomensrisico’s - AOW-gat - Beleggen - Pensioendossier!
Woningmarkt in de lift! Het tweede kwartaal was voor de woningmarkt uitstekend. Het aantal verkochte woningen kwam weer overeen met cijfers van voor de crisis. Een aantal van naar schatting 50.000 woningen, wat sinds 2007 niet meer was voorgekomen. Ook de gemiddelde woningprijs is weer wat gestegen en zat het afgelopen kwartaal op € 224.000,=. Een stijging van 3,9% ten opzichten van een jaar geleden en circa 8% meer dan het dieptepunt van de crisis (Bron: NVM en AM). Er blijkt dus weer wat meer vertrouwen te zijn en dat is goed nieuws voor zowel de verkopers van huizen, als de kopers. En dat terwijl het er niet makkelijker op is geworden om een hypotheek rond te krijgen. Er zijn immers een behoorlijk aantal maatregelen genomen door de overheid om verantwoord te lenen. Maar er zijn meer positieve zaken te vertellen over de woning- en hypotheekmarkt: - Woningen zijn door de crisis goedkoper geworden - Er is een groot aanbod van te koop staande woningen - Vooral in de regio wordt weer nieuw gebouwd - De rente voor hypotheken is bijzonder laag - Overdrachtsbelasting woningen definitief naar 2% (in het verleden was dit 6%) Hoe de rente zich verder zal ontwikkelen is moeilijk te voorspellen. Maar dat de rente weer zal gaan stijgen ligt voor de hand en het moment dat dit gaat gebeuren komt steeds dichterbij. En in combinatie met stijgende woningprijzen betekent dit dat de kosten op termijn weer zullen gaan stijgen. Voor mensen die zoekende zijn op de woningmarkt is er nog steeds een kopersmarkt, maar het is zaak om de renteontwikkelingen goed in de gaten te houden!!!
ZZP-er en pensioen. De groep zelfstandigen zonder personeel is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Waren dit in 1996 nog 330 duizend personen, in 2014 is dit opgelopen tot ruim 800 duizend. Meer dan 10% van de beroepsbevolking is al ZZP’er en de verwachting is dat het aantal nog verder zal toenemen (Bron CBS). Momenteel wordt door het kabinet een zogenaamd Interdepartementaal Beleidsonderzoek gedaan om de gevolgen van deze sterk groeiende groep in kaart te brengen. Onderzocht wordt welke gevolgen dit onder andere heeft voor de economie, belasting en sociale voorzieningen.
Uit informatie van het CBS blijkt ook dat ZZP’ers in 2012 gemiddeld bijna 33 duizend euro verdienden. De helft heeft een persoonlijk inkomen van minder dan 25,5 duizend euro per jaar. Dat regelingen voor arbeidsongeschiktheid en pensioen lastige zaken zijn voor de ZZP’er wordt, gezien de inkomenssituatie, alleen maar duidelijker. Er is in veel gevallen nauwelijks geld beschikbaar en het verklaart bijvoorbeeld de opkomst van de zogenaamde “broodfondsen”. Dat zijn groepen zelfstandigen die met elkaar de gevolgen van arbeidsongeschiktheid opvangen. Het kabinet vindt het belangrijk dat ook ZZP’ers een pensioenvoorziening opbouwen, zodat zij later niet met een grote inkomensterugval worden geconfronteerd. Verder heeft de ministerraad, op voorstel van staatssecretaris Klijnsma, ingestemd met een aantal voorstellen die bestaande pensioenaanspraken beschermd. Zo telt een pensioenvermogen tot € 250.000,= niet mee voor de vermogenstoets in geval een beroep moet worden gedaan op de bijstand. Ook in de brief van de staatssecretaris “Hoofdlijnen van een toekomstbestendig pensioenstelsel”, welke onlangs aan de Tweede Kamer werd verstuurd, wordt gesproken over de toename van het aantal zelfstandigen en dat het niet vanzelfsprekend is dat zij pensioen opbouwen. Het feit dat er door ZZP’ers in veel gevallen geen arbeidsongeschiktheidsverzekering en pensioen wordt geregeld is een zaak van de ondernemer zelf. In het verleden was er nog een verplichte sociale verzekering in de vorm van de AAW, maar deze werd in 1998 afgeschaft. Voor ondernemers kwam toen de WAZ (wet arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen), maar deze werd in 2004 al weer afgeschaft. Sinds 2004 is arbeidsongeschiktheid een risico voor de ondernemer. Men kan dit risico onderbrengen bij particulieren verzekeraars. In hoeverre de problematiek over arbeidsongeschiktheid en pensioen van de ZZP’er een taak van de overheid wordt, lijkt niet logisch. Dat het een goede zaak is dat de ondernemers zelf stil staan bij de risico’s die zij lopen leidt geen twijfel. En dat de overheid daar wellicht een stimulerende partij in kan zijn is mooi meegenomen. Maar de ZZP’er zal vooral zelf bedacht moeten zijn op de risico’s!
AOW-gat. Door het opschuiven van de AOW-gerechtige leeftijd naar 67 jaar kunnen er vervelende en ongewenste situaties ontstaan. Denk hierbij aan mensen met een uitkering, werkelozen en arbeidsongeschikten. Maar ook werknemers welke gebruik hebben gemaakt van vervroegd uittreden of prepensioen regelingen. Door het verschuiven van de AOW-gerechtigde leeftijd ontstaat een gat indien de lopende voorzieningen stoppen bij bereiken van de 65-jarige leeftijd. In een aantal gevallen kan gebruik gemaakt worden van een overbruggingsregeling. Maar niet in alle gevallen. En er worden voorwaarden gesteld. Afgelopen maand heeft de geschillencommissie van het Kifid een uitspraak gedaan over de gevolgen voor verzekerden, die een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen tot eindleeftijd 65 jaar. Volgens de uitspraak van de commissie hoeven arbeidsongeschiktheidsverzekeraars niet op te draaien voor het AOW-gat. Maar de verzekering verlengen, zodat de uitkering kan doorlopen is niet mogelijk. Inmiddels zijn er Kamervragen gesteld aan staatssecretaris Jetta Klijnsma en wordt aandacht gevraagd voor dit probleem.
Maar er zijn meer situaties denkbaar, waarbij het doorschuiven van de AOW-gerechtigde leeftijd aandacht vraagt. Denk bijvoorbeeld aan risicoverzekeringen welke werden afgesloten met als einddatum 65 jaar, omdat vanaf dat moment AOW en pensioen tot uitkering zouden komen. In deze situatie zijn er nog wel mogelijkheden om bijvoorbeeld de risicoverzekering te verlengen of opnieuw te sluiten. Men moet zich er dan wel van bewust zijn. Mogelijk komen er de komende tijd nog wel meer zaken boven water over deze problematiek. We houden deze zaken nauwlettend in de gaten! Beleggen. Het beleggen is door de woekerpolisaffaire en de financiële crisis een onderwerp dat in mindere mate in de belangstelling is komen te staan. Omdat beleggen een belangrijk onderdeel is geworden in het adviestraject en er zeker mogelijkheden zijn om hier op een evenwichtige manier mee om te gaan, is het goed om te weten hoe beleggingen zich ontwikkelen. Fonds
Koers 01-01-2015
Koers 01-07-2015
Resultaat 01-01/01-04
Resultaat 01-04/01-07
BND Wereld Indexfonds
15,72
16,28
4,45%
-0,85%
BND Euro Obligatiefonds (lang)
12,42
11,84
10,47%
-13,70%
424,47
472,58
15,45%
-3,56%
Aandelen fonds
30,61
34,74
15,52%
-1,75%
Nederland fonds
20,11
22,90
15,96%
-1,79%
EuropaRente fonds (obligatiefonds)
13,12
13,24
5,03%
-3,90%
AEX
Verzekeringsfondsen
Na het stormachtige begin van het eerste kwartaal, laat het tweede een heel ander beeld zien. Over de hele linie zijn de koersen teruggelopen. Ten opzichte van de stand op 1 januari j.l. valt de stagnatie per 1 juli alles mee. De meeste fondsen houden behoorlijke winsten. Alleen het obligatiefonds van BND laat een negatief resultaat zien. Vaak zie je dat in de zomerperiode de koersen wat terug lopen om vervolgens in het najaar weer flink aan te trekken. In hoeverre dat voor dit jaar ook geldt, valt moeilijk te voorspellen. Het lijkt erop dat door de vele miljarden, die er voor hebben gezorgd dat een Grexit is uit gebleven, de problemen voor de Euro zijn verdwenen. Niets is naar mijn mening echter minder waar als het om de stabiliteit van Europa gaat. Er liggen nog vele gevaren op de loer, zoals de problemen met de vluchtelingen in het zuiden en de separatisten in het oosten van Europa. Ook Rusland zorgt voor een constante dreiging, als het gaat om mensenrechten en macht over voormalige Sovjetstaten. Economische sancties over en weer staan stabiliteit en gezonde verhoudingen in de weg. Een andere vraag is: “in hoeverre de crisis in China en de recessie in Brazilië ons parten kan spelen”. En hoe de rente in de VS zich zal ontwikkelen. Zaken die wel degelijk invloed kunnen hebben op de koersen “all over the world”.
De economische vooruitzichten in de Eurozone zijn op zich positief. Ook in ons land zien we groei, meer mensen vinden werk en het consumentenvertrouwen neemt weer toe, zodat de verwachtingen voor de komende tijd toch voornamelijk positief zijn. Pensioendossier! Als er één onderwerp is geweest dat de afgelopen jaren in het nieuws heeft gestaan dan is het wel het pensioen. En ook de komende jaren zal dit nog zo blijven. Reden voor mij om een dossier aan te gaan leggen en u daar regelmatig over te informeren. Inmiddels is de Nationale Pensioendialoog afgerond en is het wachten op de conclusies die hieruit kunnen worden getrokken. Inmiddels komen vanuit het ministerie c.q. via de staatssecretaris al wel mededelingen en visies naar buiten. Hoofdlijnen van een toekomstbestendig pensioenstelsel: Begin juli heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevrouw Jetta Klijnsma, een brief gestuurd aan de Tweede Kamer. In deze brief c.q. document van maar liefst 25 pagina’s, zet zij uiteen hoe het kabinet denkt over de mogelijk-heden voor de inrichting van het toekomstige pensioenstelsel. De opbrengst van de Nationale Pensioendialoog heeft als basis gediend voor de huidige visie. Daarnaast hebben studies en rapportages van de SER en het CPB de hoofdlijnen mede bepaald. De hoofdlijnen; Het kabinet komt met een aantal richtinggevende hoofdlijnen voor een toekomstbestendig pensioenstelsel, als volgt: - Een toereikend aanvullend pensioen voor alle werkenden - Een eerlijke berekeningsmethodiek voor pensioenopbouw (actuarieel correcte systematiek) - Meer transparantie en eenvoudiger pensioen - Meer ruimte voor maatwerk en keuzemogelijkheden Doorsneepremie; Om te komen tot een eerlijke berekeningsmethodiek komt de doorsneepremie, als het aan het kabinet licht, te vervallen. De methodiek van de doorsneepremie is al jaren onderwerp van gesprek en houdt de gemoederen binnen de pensioenwereld bezig. In feite komt het er op neer dat jong en oud evenveel premie betalen. De opbouw per jaar is voor iedereen gelijk. Uit de zo opgebouwde pensioenpot worden vervolgens de aanspraken betaald bij pensionering. Aan de houdbaarheid van dit systeem wordt door vergrijzing, lage rente en de invloed van de crisis sterk getwijfeld. Degressieve opbouw; Het kabinet wil een systematiek met degressieve opbouw, dat zoveel wil zeggen als dezelfde premies voor alle werknemers, maar een opbouw welke afneemt met de leeftijd. Het gaat hierbij om een actuarieel correct pensioen op te bouwen en gelijke kansen op de arbeidsmarkt voor jong en oud. Vervolg; Het gaat nog jaren duren voordat het nieuwe pensioen daadwerkelijk gestalte gaat krijgen. Als datum voor het afschaffen van de doorsneepremie wordt 2020 genoemd. En er zal nog veel onderzoek moeten plaats vinden. Wordt vervolgd!
Het verdient steeds meer aanbeveling om advies te vragen bij de onafhankelijke pensioenadviseur. Wat betekenen de wijzigingen op pensioengebied voor u en welke mogelijkheden zijn er voor u om toch nog op een redelijk pensioen uit te komen!!