JANUARI 2013
Nieuwsbrief Hoger Onderwijs Van de voorzitter Namens alle sectorraadsleden wens ik u een gelukkig en gezond nieuw jaar toe. We hopen dat 2013 een mooi jaar zal worden met veel ontmoetingen en ledencontacten. Het verenigingsbestuur van CNV Onderwijs heeft rondom de jaarwisseling de volgende tekst verstuurd, die voor het hele nieuw jaar ons kan blijven inspireren:
In dit nummer VOORWOORD VAN DE VOORZITTER Tiny Hekkenberg WAT WIL JIJ IN DE CAO-HBO? Eelco van den Dool TERUGBLIK OP DE AV Tiny Hekkenberg KRIJGT DIVERSITEIT VOLDOENDE AANDACHT IN HET HBO? Herman Brinkhoff RENDEMENT EN KWALITEIT Jaap Nammensma RESONANSGROEP ONDERZOEK ACCREDITATESTELSEL
Kerst gebeurt binnen de warmte van het hart in de gloed van een lach in de zachtheid van een stem in de zorg van een hand de aandacht voor het kind in het geboortegebeuren van mensen goddelijk nabij voor elkaar! Het komende jaar zal voor ons als sector Hoger Onderwijs vooral in het teken staan van 10 maandelijkse masterclassbijeenkomsten voor alle leden in het CNV-gebouw aan de Tiberdreef. Belangrijk onderdeel van deze avonden is dat deskundige gastsprekers ons zullen informeren over de laatste stand van zaken in het hbo. Welke relevante (overheids)rapporten zijn er verschenen en welke consequenties vloeien hieruit voort? Hoe ziet de nieuwe CAO eruit en hoe kunnen we anticiperen op de volgende CAO? Wat is het geheim van succesvolle top(hoge)scholensystemen in het buitenland? En vooral…..waar staan we zelf als professionals en als werknemers? Wij kijken als sectorraad erg uit naar deze bijeenkomsten en hopen velen van u te ontmoeten. Tiny Hekkenberg VoorzitterSectorraad CNV Hoger Onderwijs
Wiep Coehoorn
Wat wil jij in de cao-hbo? COLOFON Redactie Tiny Hekkenberg, Eelco van den Dool, Herman Brinkhoff, Jaap Nammensma Eindredactie Jaap Nammensma Bijdragen voor de nieuwsbrief kunnen gestuurd worden aan:
[email protected]
Eind 2012 is er een nieuwe cao voor het hbo afgesloten. De nieuwe CAO loopt tot oktober 2013. Binnenkort beginnen al weer de besprekingen voor de volgende CAO. CNV Onderwijs wil niet zonder visie en idealen aan die onderhandelingen beginnen. Daarbij vragen we jouw hulp! Welke HBO-trends vind jij belangrijk? En hoe zouden die moeten terugkomen in de cao 2013-2015? In vijf avonden ontwikkelen we de visie op de cao-hbo van de toekomst. Daarmee voeden we de CNVO-onderhandelaars die bij de CAO-besprekingen zijn. De bijeenkomsten vinden plaats in Utrecht (Kantoor CNV) en duren van 18.30 tot 21.30 uur. De eerste bijeenkomst vindt plaats op dinsdag 12 februari 2013. Tijdens deze avond bekijken we de actuele ontwikkelingen in het hbo (van prestatieafspraken tot accreditaties en inspecties) en de relatie daarvan met de cao. Waar en hoe kunnen we als vakbond onze invloed uitoefenen? De avonden zijn ook toegankelijk voor HBO-ers die geen lid zijn van CNVO. Neem je collega mee! Geef je op via
[email protected] en klik op volgende link: Eelco van den Dool Lid sectorraad CNV Hoger Onderwijs 1
JANUARI 2013
VOOR DE AGENDA
In vijf avonden ontwikkelen we de visie op de cao-hbo van de toekomst. Daarmee voeden we de CNVOonderhandelaars die bij de CAObesprekingen zijn. De bijeenkomsten vinden plaats in Utrecht (Kantoor CNV) en duren van 18.30 tot 21.30 uur.
Terugblik op de AV Op 28 november vond de Algemene Vergadering van CNV Onderwijs plaats. Een vertegenwoordiging van de Sector Hoger Onderwijs was aanwezig. Tiny Hekkenberg blikt terug. Bedankt! Bedankt Jan van Balkom, Herman Brinkhoff, Frans Bijma en LahcenAitTakassit voor jullie aanwezigheid namens de sector Hoger Onderwijs als stemgerechtigden op de Algemene Vergadering Bedankt voor jullie inzet. Alleen door de aanwezig-heid van jullie en anderen als afgevaardigde leden kan tijdens de AV een van de belangrijke kerntaak worden gerealiseerd: hetoptimaliseren van de verenigingsdemocratie. Want de Algemene Vergadering is het hoogste orgaan van de vereniging CNV Onderwijs en binnen de AV wordt het algemeen beleid vastgesteld.
Netwerkbijeenkomst Vrouwen in een leidinggevende rol 28 januari 2013. Klik hier voor meer informatie. Masterclass CAO HBO Dinsdag 12 februari 2013 18.30u – 21.30u Tiberdreef (CNV-gebouw) Utrecht
Er werd gestemd over de herverkiezing van de algemene secretaris van CNV Onderwijs Cees Kuiper en Cees kan doorgaan met zijn werk! Thema! Ook inhoudelijke onderwerpen kwamen aan bod tijdens de AV.Het thema in dit kader was Passend Onderwijs. Er werden naast een algemene inleiding zes workshops aangeboden in het kader van het thema. Mee denken en mee doen! Geef een thema op voor de volgende AV .… Meld je aan via
[email protected] als wel-of niet stemgerechtigde afgevaardigde van onze sector om mee te doen aan de AV van woensdag, 5 juni2013. Doe mee en kom! Tiny Hekkenberg Voorzitter Sectorraad CNV Hoger Onderwijs
Stemmen! En er was op 28 november veel om over mee te praten, mee te denken en mee te stemmen…. Onze sector had als kandidaat voor de zogenoemde geschillencommissie voorgedragen: Wiep Koehoorn uit Stiens, die door de aanwezigen is gekozen om zitting te nemen in voornoemde commissie! Er werd gestemd over een nieuwe voorzitter van CNV Onderwijs en Helen van der Berg is de nieuwe voorzitter geworden! 2
JANUARI 2013
Krijgt ‘Diversiteit’ in het HBO voldoende aandacht? Naar aanleiding van de gesprekken over de plaatsing van zijn afscheidsbrief in de rouwadvertentie voor Tim Ribberink werd duidelijk dat niemand in zijn omgeving iets in de gaten had van waar hij mee zat. Op Hogeschool Windesheim leek hij een gemotiveerd student geschiedenis, waar ogenschijnlijk niets mis mee was. Zijn ‘anders zijn’ bleek niet communicabel te zijn; dat hij voortdurend werd gepest en zich buitengesloten voelde, viel niemand op. In de media kwamen door die gesprekken enkele bekende Nederlanders, die in hun jeugd ook werden gepest en buitengesloten ‘uit de kast’, en dat maakte duidelijk dat ook zij lange tijd de gevolgen hebben ondervonden. Arthur Japin kon er zich na zijn veertigste pas van het isolement bevrijden. Hij liet zien in een artikel in de NRC waarom hij niet over zijn homoseksuele gevoelens kon communiceren; het klimaat was er niet naar, noch in gezin en onder vrienden en zeker niet op school. Hetzelfde werd bekend gemaakt door de NRCcolumnist Maxim Februari, over zijn coming out over zijn geslachtsverandering in september. Als Marjolijn wist ze al heel vroeg dat ze een jongen was. “Ik stond mijzelf als twintiger toe lesbisch te worden – dat was een stap in de goede richting. Maar in de decennia daarna bleef het knagen. Ik kwam steeds meer in de knel. Als ik deze stap niet had gezet, was ik er waarschijnlijk helemaal mee gestopt.” Ook zij laat zien hoe lang zo’n proces duurt als de sociale context niet gunstig is om voor je anders zijn uit te kunnen komen. De vraag blijven stellen We moeten ons in het hoger onderwijs serieus de vraag stellen of wij een zodanig open klimaat weten te scheppen, waarin collega’s en studenten die ‘anders zijn’ voldoende ruimte vinden om hun leven vorm en gestalte te geven. Bovenstaande voorbeelden laten zien dat er een grote diversiteit van studenten en collega’s is op het terrein van de seksuele geaardheden naast de als algemeen geziene heteroseksuele geaardheid. En het gaat hierbij om meer dan 10% van de mensen met lesbische, homo-, bi- en transseksuele (LHBT)gevoelens, die bovendien een niet prettige geschiedenis in het onderwijs hebben doorlopen. Doen we genoeg om het klimaat te verbeteren en zo ja wat doen we dan en willen we dat met onze collega’s op andere hogescholen delen? Veel
suggesties kunt u al vinden op www.edudivers.nl waarop ook een PABO-module is te vinden over seksuele diversiteit. U kunt er ook adressen vinden van theatergroepen die beschikbaar zijn om op de verschillende onderwijsinstellingen die klimaatsverbetering aan te pakken. EduDivers benadert ook de lerarenopleidingen om tot gezamenlijke initiatieven te komen. Dat is uiteraard van groot belang nu de voorlichting over LHBT verplicht is gesteld voor het onderwijs en de kerndoelen zijn bijgesteld. Lerarenopleidingen moeten dus mede het voortouw nemen. Portefeuille met gewicht Ook de andere HO-opleidingen hebben hun rol in dezen te spelen. Ik heb het wel eens eerder opgemerkt : zij leveren mensen af die hogere posities gaan innemen in de samenleving op alle terreinen en daarmee verantwoordelijkheid gaan dragen in de beroepssituatie van allen. En het is bekend dat het meest gepest wordt, naast de school in de werksituaties van mensen. Dit vraagt dus om hogeschool-breed beleid, dat thuishoort in de portefeuille van een van de CVB-leden. Een van de te bereiken doelen moet zijn de studenten sterk en weerbaar te maken om in die beroepswereld aan wat we hier het verbeteren van het klimaat hebben genoemd vorm en gestalte te geven. En dat betreft meer dan alleen een gunstig klimaat te scheppen voor mensen met LHBTgevoelens, maar geldt evenzeer de diversiteit van jong en oud, jongen en meisje, man/vrouw, de diversiteit in mensen uit verschillende culturen afkomstig. Dat moet mede onderdeel zijn van het diversiteitsbeleid. Sociaal Cultureel Planbureau Eén voorbeeld tot besluit Het Sociaal Cultureel Planbureau gebruikte allochtone acteurs om werk te zoeken Wat Bleek? Discriminatie ! Aldus de inleiding van een artikel in de NRC van 17/18 december 2012. Het SCP stuurde twintig acteurs (autochtoon, Marokkaans, Turks, Antilliaans, Surinaams) langs 460 uitzendbureau’s voor werk. Wat bleek? Van de niet-westerse werkzoekende acteurs kreeg 28% een baan, van de autochtone acteurs met precies hetzelfde cv had 46% beet. Mohamed Bourik, begeleider bij een reïntegratiebedrijf herkent het beeld. Hij weet van sommige bedrijven dat ze geen Marokkanen en Antillianen aannemen, al zullen ze dat zelden hardop zeggen. “Het gaat echt niet alleen om jongens die moeilijk te plaatsen zijn, die een strafblad hebben. Ook nette jongens met hbodiploma merken het. En als ze 100 sollicitaties hebben verstuurd, dan is het lastig om optimistisch
3
JANUARI 2013 te blijven.” Hij houdt jongeren voor dat ze zich niet moeten laten kisten en moeten doorzetten. Het zou plezierig zijn als er ook aan de voorkant, in de opleidingen van hbo o.a., aan empowerment van de mensen wordt gewerkt en dat in het algemeen programma voor alle studenten ook aandacht aan dit soort zaken wordt gegeven, zodat ze later in hun beroepssituatie de verantwoordelijkheid op zich nemen iets aan het werkklimaat te doen, dat discriminatie en pesterijen kan voorkomen. Graag zouden we informatie willen ontvangen over hogescholen die met dit soort programma’s werken zodat we een beeld krijgen war er daadwerkelijk gebeurt. Herman Brinkhoff Secr. Commissie Diversiteit CNV Onderwijs.
Rendement en kwaliteit Met het vastleggen van prestatienormen heeft het HBO zich gecommitteerd aan een verbeterslag op het gebied van uitval en rendement. Uitval van studenten in het eerste jaar moet omlaag, het diplomarendement moet omhoog. Wat betekent dit voor de kwaliteitsslag die opleidingen moeten maken? Een greep uit wat mogelijkheden en denkrichtingen die ons ter ore komen. Twee indicatoren nemen een centrale plaats in binnen de prestatieafspraken: uitval gedurende het eerste jaar van inschrijving en het diplomarendement van alle studenten die – na zich te hebben heringeschreven na één jaar – binnen vijf jaar een diploma weten te halen. Deze twee indicatoren laten zich op het eerste gezicht lezen als thermometers van de kwaliteit van de propedeuse en van de hoofdfase. Dat is in hoge mate, maar niet volledig het geval. Voor uitval binnen één jaar worden bijvoorbeeld ook studenten meegerekend die zich na een periode van studieonderbreking hebben heringeschreven in de hoofdfase. Het diploma-rendement van de hoofdfase wordt daarnaast mede bepaald door de mate waarbinnen studenten die de BSA-norm binnen één jaar halen niet alsnog uitvallen door het niet behalen van alle propedeusevakken. Dit maakt het lastig om rendementscijfers die op basis van deze indicatoren worden gegenereerd, als graadmeters te beschouwen van de onderwijskundige kwaliteit van propedeuse en hoofdfase. Verschillende opleidingen ontwikkelen daarom inmiddels ook meer onderwijskundige
graadmeters zoals het propedeuserendement (éénjarig en tweejarig), en het hoofdfaserendement berekend per cohort dat vanuit de propedeuse instroomt in de hoofdfase. Selecterende propedeuse Een manier om het rendement van de hoofdfase positief te beïnvloeden, is het bewust (her)ontwerpen van de selecterende functie van de propedeuse. In veel gevallen blijkt uitval als gevolg van het niet behalen van de propedeuse de meest bepalende factor te zijn voor uitval. Door de systematiek achter de prestatieafspraken is het niet mogelijk de selecterende functie alleen getalsmatig te verhogen. Ook uitval in het eerste jaar telt immers mee. Opleidingen die hun eerste jaar een goede selecterende functie willen laten behouden, zullen daarom genoodzaakt zijn om de werking ervan goed te doordenken. Verhoging BSA-norm Verschillende opleidingen werken daarom aan beleid (of hebben dat al ingevoerd) om de BSA-norm van de propedeuse te verhogen naar 55 of zelfs 60 ECTS. Voordeel daarvan is dat de student die zijn propedeuse haalt, zich in het tweede jaar niet extra belast met het inhalen van achterstallige tentamens. Risico is dat de uitval gedurende het eerste jaar toch gaat stijgen. Nu zijn er onderzoeken waaruit blijkt dat dit effect beperkt is: studenten stellen zich in op de hogere norm (en gaan harder werken om de norm te halen). Maar eenduidig is dit beeld niet, er zijn ook indicaties dat het aantal negatieve BSA’s wel degelijk toeneemt. Een verhoging van de BSA-norm naar 60 ECTS is ook een mogelijkheid, maar dan ligt het voor de hand om na te gaan denken over verruiming van bestaande mogelijkheden om vakken onderling compensabel te maken. BSA koppelen aan specifieke onderwijseenheden Een manier om de selecterende functie verder te doordenken kan ook door de BSA-norm te koppelen aan specifieke onderwijseenheden. Ongeacht het aantal ECTS dat wordt gehaald of de norm is, kan een student een negatief bindend studieadvies krijgen als hij bepaalde vakken of onderdelen niet binnen één jaar met voldoende gevolg afrondt. Voordeel hiervan is dat de student cruciale onderdelen die indicatief zijn voor het studiesucces niet nog een jaar kan ‘meeslepen’ in het tweede jaar en dan – met verlies van kostbare studietijd – alsnog de opleiding moet verlaten.
4
JANUARI 2013 Advisering aan de poort Bewust herontwerp van de selecterende functie van de propedeuse kan ertoe bijdragen dat in ieder geval de selectie bewuster en doelgerichter plaatsvindt. Maar via deze weg wordt alleen de kwaliteit van de instroom in de hoofdfase beïnvloed. Selectie aan de poort is – behoudens bestaande regelingen t.a.v. toelaatbaarheid van studenten op basis van vooropleiding – niet mogelijk. Wel is het van belang om naar potentiële studenten toe heel duidelijk te zijn over de kansen van succes. Intake en vormen van assessment – niet om studenten te weren maar om ze te adviseren t.a.v. hun studiekansen en eventuele wenselijkheid om bepaalde deficiëntieprogramma’s te volgen – zijn daarbij mogelijke instrumenten. Daaraan voorafgaand biedt een heldere en realistische voorlichting van dat waar de opleiding voor staat en wat dit betekent voor potentiële studenten – mogelijkheden om studenten al vroeg bewust te maken waar hun kwaliteiten en hun kansen liggen.
beroepsonderwijs uit de beoordeling wegsijpelt. Een potentieel goede beroepsbeoefenaar is meer dan de optelsom van een aantal goede beroepsproducten. Hoe kunnen we juist die beroepsgerichte attitude die juist keurmerk van het HBO is, het volle pond blijven geven?
Intensieve studiecoaching Eenmaal studerend is de kwaliteit van studieaanpak een belangrijke studiesuccesfactor. Het begeleiden en op de voet volgen van studieprestaties van studenten is niet alleen een manier om de student beter te volgen en te begeleiden, maar draagt ook bij aan de binding tussen student en opleiding. Bestaande programma’s voor studieloopbaanbegeleiding worden daartoe tegen het licht gehouden.
Resonansgroep onderzoek accreditatiestelsel
Wordt de student er beter van? Al deze pogingen de student minder te laten uitvallen en sneller te laten afstuderen bevatten natuurlijk goede kansen. Kansen bijvoorbeeld om talenten beter te matchen met opleidingen. Prestatieafspraken kunnen aanleiding zijn om een broodnodige herijking van (de organisatie en kwaliteit van) het curriculum te laten plaatsvinden. Opleidingen worden gestimuleerd om vrijblijvendheid te reduceren en juist de student maximaal uit te dagen het beste uit zichzelf te halen. Er zijn ook bedreigingen. Voorbeelden van test- en prestatiegedreven onderwijsstelsels (Amerika, GrootBrittannië) laten zien dat de prestaties van sommige scholen beter worden maar andere scholen juist verpauperen. Per saldo vertonen de prestaties van deze onderwijsstelsels juist een dalende lijn ten opzichte van op vertrouwen gebaseerde stelsels zoals in Finland en Singapore. Juist de druk op accountability van (hoge)scholen kan een voor het HBO onwenselijke ontwikkeling in gang zetten: dat omwille van de meetbaarheid van de kwaliteit de veel moeilijker grijpbare kwaliteit van
Discussie nog niet afgerond Zolang we blijven begrijpen dat er met de prestatieakkoorden zowel kansen zijn geschapen als bedreigingen zijn ontstaan, kunnen we blijven zoeken naar een genuanceerde balans. Bij die zoektocht zijn wij als sectorraad bijzonder geïnteresseerd in succesverhalen of juist zorgen, voorbeelden van hoe het goed of hoe het beter niet kan. Graag maken we die discussie zichtbaarder, ook met behulp van onze nieuwsbrief. U kunt uw reactie sturen naar:
[email protected]. Jaap Nammensma Lid Sectorraad
Wieb Coehoorn overlegt namens CNV Hoger Onderwijs met de inspectie over mogelijkheden om de werking van het accreditatiestelsel te verbeteren. Over invloed tussen mist en kou. Weer heen. Nederland is maar een betrekkelijk klein land, en toch kan het weerbeeld van dag tot dag en van regio tot regio zichtbaar en aanmerkelijk verschillen. Waar we gisteren nog te maken hadden met een mooie (half)bewolkte winterlucht, wordt vandaag door de zware laaghangende bewolking je omgeving plaatselijk aan het oog onttrokken. Als ik vanmorgen vanuit het noorden van Fryslân vertrek, is het zicht nog prima, maar zodra ik de Noordoostpolder in rijd, is het zicht beperkt. Dikke mistbanken belemmeren je hier en daar enig zicht, in elk geval over grotere afstand. Voorbijrijdende auto's zijn even zichtbaar, en dan al snel weer onzichtbaar. Resonansgroep Ik ben op de A27 onderweg naar Utrecht. In het kantoor van de Inspectie van het Onderwijs komen we vandaag als Resonansgroep voor de tweede maal bijeen (de 1e was in november 2012) om als vertegenwoordigende leden van onze deelnemende organisaties de door de Onderwijsinspectie voorgelegde plannen te bespreken voor het periodiek onderzoek naar het functioneren van het Nederlandse accreditatiestelsel in het hoger
5
JANUARI 2013 onderwijs. De Resonansgroep bestaat uit representanten van de koepelorganisaties, deskundigen vanuit de kringen van visitatiepanels, van docenten (ik vertegenwoordig de onderwijsvakorganisaties via CNV-Onderwijs), van studenten èn een onafhankelijk lid. Als leden van deze Resonansgroep adviseren we vandaag op de beoogde onderzoeksopzet en op de onderzoeksuitvoering; en in een later stadium op de onderzoeksrapportage. Integraal onderzoek Het integrale onderzoek naar het functioneren van het accreditatiestelsel zal bestaan uit ten eerste een analyse van alle beschikbare van toepassing zijnde documenten, ten tweede gesprekken met organisaties die binnen het huidige accreditatiestelsel functioneren, ten derde een breedteonderzoek onder instellingen voor hoger onderwijs en ten vierde een diepte-onderzoek aan de hand van een aantal nog nader te bepalen cases. Vandaag bespreken we het concept van het 'Toezichtkader Accreditatiestelsel Hoger Onderwijs', de beoogde opzet van het 'Onderzoek Accreditatiestelsel 2012-2013' en het concept van de Vragenlijst met de bijbehorende Toelichting bij die enquête.
Weer terug Als ik aan het eind van de middag weer buiten sta, bedekt een dunne laag sneeuw alles om me heen. Voorzichtig rijd ik vanaf het inspectiekantoor naar de Ring van Utrecht, om daar aan te sluiten in de langzaam rijdende stoet auto's op de autosnelweg. Ten oosten van Utrecht is de omgeving sneeuwwit, ten noorden van Utrecht wordt de sneeuwlaag in noordelijke richting steeds dunner. En als ik over de A27 Flevoland in rijd, is er nog weinig sneeuw te bekennen. Het is merkbaar nog wel glad op de autosnelweg, dus de meeste auto's op de rechter rijbaan passen hun snelheid voorzichtigheidshalve aan. Het vriest trouwens maar één tot twee graden. En in Fryslân? Maar als ik nabij Lemmer het zuiden van Fryslân binnen rijd, is de temperatuur beduidend lager. Hier vriest het nu al vijf graden en er ligt geen sneeuw. Als dit zo de komende dagen zonder sneeuw doorgaat met vriezen, kunnen de Friezen over enkele dagen op de meeste ijsbanen al op grote schaal schaatsen.Als het buiten kouder wordt, worden de schaatsminnende Friezen warm bij de gedachte dat er kan worden geschaatst op natuurijs. Wiep Koehoorn
Waardering Het eerste deel van de vergadering wordt besteed aan de bespreking van het Waarderingskader, dat de onderwijsinspectie van plan is te gaan hanteren voor de beoordeling van het functioneren van het accreditatiestelsel. Er zal met verschillende vragenlijsten worden gewerkt; in te vullen op centraal niveau en door het opleidingsmanagement voor wat betreft een opleidingsbeoordeling, en in te vullen op centraal niveau voor wat betreft een Instellingstoets Kwaliteitszorg. Met de tien voorgestelde Standaarden als vertrekpunt bespreken we zo'n vragenlijst in detail. Aan de orde komen aspecten zoals: Voorlichting, Onafhankelijkheid, Deskundigheid, Betrouwbaarheid, Validiteit, Zorgvuldigheid, Stimulans, Transparantie en Accreditatielasten.
Nieuw voorgedragen lid sectorraad
Follow up Na vandaag zullen de inspecteurs het onderzoek verder vorm en inhoud geven. De vragenlijsten zullen worden aangescherpt, er zal een toelichting worden geschreven bij ieder onderwerp en de antwoordcategorieën zullen worden aangepast. In februari 2013 zal het onderzoek dan van start gaan en in maart 2013 zal onze Resonansgroep voor de derde maal bijeenkomen, om de eerste resultaten van de ingevulde vragenlijsten te bespreken en om te adviseren op de geplande vorm en inhouden van de case studies die aansluitend worden uitgevoerd.
Ik draag het onderwijs en CNV Onderwijs een heel warm hart toe. Goed onderwijs staat of valt met goed geïnformeerde, geïnspireerde en betrokken medewerkers. Via onze organisatie hoop ik daar een bijdrage aan te kunnen leveren. Ik voel me zeer gemotiveerd om daarvoor aan het werk te gaan.
Joop Veld stelt zich voor… Met ingang van 1 januari jongstleden ben ik lid geworden van de sectorraad Hbo. Binnen de raad vervang ik tijdelijk Martin Haanstra als secretaris en penningmeester én als lid van het verenigingsbestuur. In het dagelijks leven ben ik docent Nederlands aan de Hogeschool van Amsterdam, waar ik onder andere lid ben van de medezeggenschapsraad van het domein Economie en Management en de Centrale Medezeggenschapsraad.
Joop Veld Lid Sectorraad Hoger Onderwijs
6
JANUARI 2013
7