U itgave H I S T O R I S C H E V ereniging H aerlem
Haerlem Jan Nieuwenburg, de nieuwe wethouder van Haarlem voor stedelijke ontwikkeling en monumentenzorg, heeft op 15 mei het eerste exemplaar van het boek ‘De ideale stad, Haarlem en het veranderende stadsbeeld’ in ontvangst genomen. Hij kreeg het uit handen van onze vicevoorzitter Nico Brink.
•
juli 2 0 0 6
•
J aargang 1 5
•
nummer 2
•
oplage 2 1 0 0
Nieuwsbrief Wethouder krijgt eerste exemplaar boek ‘De ideale stad’
Het boek is het voorlopige sluitstuk van het symposium dat de Historische Vereniging Haerlem vorig jaar op 24 juni hield over het Handvest met de tien gouden regels voor behoud, sloop en vernieuwing in de historische stad. Bij die gelegenheid is het handvest kritisch van commentaar voorzien door Leon Deben, Wim Denslagen, Hubert-Jan Henket en Vincent van Rossem Het boek geeft naast het Handvest en de commentaren daarop een samenvatting van de discussies. De uitgave is geïllustreerd met foto’s van de succesvolle tentoonstelling ‘De veranderende stad’ die vorig jaar in de Hoofdwacht was te zien. ‘De ideale stad, Haarlem en het veranderende stadsbeeld’ is verkrijgbaar in de boekhandel (ISBN 9078381000); leden van de Historische Vereniging Haerlem krijgen een exemplaar toegestuurd. Het is een uitgave van de Historische Vereniging Haerlem in samenwerking met de Stichting Uitgeverij Noord-Holland.
Verdwenen Haarlemse industrie te zien in de Hoofdwacht Wat eens bloeiende en toonaangevende Haarlemse bedrijven waren, zijn nu herinneringen op nostalgische foto’s. Ze zijn te zien in de Hoofdwacht waar de tentoonstelling ‘…en toen verdween het werk’ een hommage is aan de industriële ontwikkeling in Haarlem. De belangstelling is groot: het eerste weekeinde trok vierhonderd bezoekers. Rond 1900 begon de industrie in Haarlem zich goed te ontwikkelen.
In 1895 waren in de stad 58 fabrieken gevestigd; in 1905 waren dat er 135. In die periode groeide het aantal mensen dat in de fabrieken werkten van 5000 tot 9100. De tragiek is dat die nijverheid in de loop van de twintigste eeuw in korte tijd bijna volledig teloor ging. Voorbeelden van die bedrijvigheid zijn te zien in de Hoofdwacht, waarvoor Michiel Kersten samen met het Archief Zuid-Kennemerland een interessante fotocollectie samenstelde. Te zien zijn – uiteraard - de chocoladefabriek Droste, de gemeentelijke licht-
1
en gasfabriek, Hin Kousenfabriek, machinefabriek Figee (beroemd vanwege de grote kranen), de werf Conrad, Haas Azijn en de margarinefabriek Cohen en Van der Laan. In zijn inleiding bij de opening van de tentoonstelling temperde Michiel Kersten de glorie enigszins: “Het was een harde tijd, waarin werkweken van 63 uur gewoon waren. Het inpakken van de chocolade werd door tientallen kinderen gedaan.” De wetgeving die een einde maakte aan deze wantoestanden was geen overbodige luxe. De tentoonstelling is tot en met 30 september te zien. De openingstijden: op zaterdag en zondag van 13.00 uur tot 17.00 uur.
Haarlemse
Boekenlegger Haarlem boekenstad is regelmatig zelf onderwerp van boeken, boekjes en publicaties. We signaleren die in deze rubriek. De samenstellers houden zich niet al te strikt aan de grenzen van Haarlem, maar het onderwerp moet natuurlijk wel een beetje in de buurt liggen.
2
Jan Janse,piratenkapitein in Marokko Auteur:Mariska Hammerstein, Omslag en illustraties: Anco Nanninga. 48 blz.Uitgeverij De Pennenstreek, ISBN 90-808069-3-5., prijs € 13,95, gebonden uitgave. Verkrijgbaar bij de erkende boekhandel.
Jan Janse van Haarlem werd vermoedelijk rond 1575, kort na het beleg van Haarlem geboren. Rond 1600 hield hij het in Haarlem voor gezien: hij ging naar zee en werd kaper. Eerst had hij het vooral op de vijandelijke schepen gemunt, maar later sloot hij zich bij de Barbarijse zeerovers aan. Hij werd zelfs kapitein en later admiraal van de piratenvloot in Marokko. Hij handelde vooral in blanke slaven, die hij van andere schepen afhaalde. Ook plunderde hij dorpen in Ierland en IJsland en nam mensen mee om later als slaaf te verkopen. Jan Janse bekeerde zich tot de Islam en liet zich voortaan Murad Raïs noemen. In Marokko trouwde hij met de dochter van de sultan. Tussen Haarlem en Salé had hij al jaren een Moorse vrouw bij wie hij twee zonen kreeg. Zijn Haarlemse vrouw had waarschijnlijk drie dochters. Eén daarvan,Liesbeth, ging rond 1640 aan boord van een schip om de lange reis naar Marokko te maken en haar vader op te zoeken. Dit boek verschijnt in de serie Historische helden voor de doelgroep: 10 –12 jaar. Het verhaal is ook heel leuk voor volwassenen. De volledig in kleur geïllustreerde verhalen zijn echt gebeurd en laten zien dat de werkelijkheid soms al zo bijzonder is dat je er weinig hoeft bij te fantaseren.
Gezocht: foto’s en ansichtkaarten van Haarlem De historische Vereniging Haerlem is op zoek naar uw foto’s van Haarlem. Het maakt niet uit of die in kleur of zwart-wit zijn. Het mogen foto’s, dia’s negatieven of ansichtkaarten zijn. Alles is welkom. De afbeeldingen zijn bedoeld om het verleden van Haarlem vast te leggen in een database op de website van de vereniging en de beeldbank Noord-Holland. Daarnaast komen foto’s uit het heden te staan. Uw hulp is onontbeerlijk om deze database samen te stellen. Het geleverde materiaal blijft uw eigendom en komt na gebruik weer bij u terug. Voor meer informatie kunt u terecht bij onze webmaster Marius Bloemzaad. Wellicht kunt u zelf uw foto’s scannen. Dat scheelt ons veel tijd. U kunt uw vragen of scans sturen naar
[email protected]. Marius Bloemzaad is telefonisch te bereiken op nummer 06 26414406.
De kleinste gevelsteen van Haarlem De kleinste gevelsteen van Haarlem is te vinden in een poort aan de Gasthuisvest 25. Je moet goed kijken om het zien, maar wat je dan ziet is zeer de moeite waard. De gevelsteen meet twaalf bij vijftien centimeter. Het is onlangs opnieuw gepolychromeerd door restaurateur Tobias Snoep van de firma Snoep en Vermeer uit Amsterdam. De poort gaf toegang tot de tuin van het Frans Halsmuseum. De twee gekruiste krukken met een kroontje er boven waren het wapen van de Oude Mannen in de tijd het Frans Halsmuseum een oudemannenhuis was (1608-1810). De gevelsteen is vermoedelijk herplaatst in de tijd dat het pand op nummer 27 is gebouwd (1911). Hierin was J.B. Broemers IJshandel gevestigd. De gevelreclame is dankzij een nazaat van de familie weer in ere hersteld.
Stadswandelingactie levert geen nieuwe leden op Het aanbod van Marjorie Vroom om nieuwe leden een stadswandeling door Haarlem aan te bieden heeft geen succes gehad. De oproep om met dit initiatief nieuwe leden te werven, heeft geen enkele reactie opgeleverd. Dat is teleurstellend, gezien alle belangstelling voor de tentoonstellingen in de Hoofdwacht en andere activiteiten van de vereniging. Aanwas van nieuwe leden is dringend noodzakelijk voor de continuïteit.
“U mag dan wel geen actiegroep zijn, u bent wel een vereniging met actie.” Dat compliment kreeg de Historische Vereniging Haerlem van pastoor H.J. Niesten van de Josephkerk bij de uitreiking van het eerste exemplaar van het Jaarboek 2005.
Pastoor Niesten krijgt eerste exemplaar Jaarboek 2005 Pastoor Niesten reageerde daarmee op het kritische artikel dat het Haarlems Dagblad publiceerde onder de kop ‘Vereniging Haerlem heeft niets te vertellen’. Volgens voorzitter Charles Beke getuigt het vooral van een gebrek aan kennis over de rol en de functie van een historische vereniging: “We zijn geen actiegroep.” Deze actuele noot werd gekraakt tijdens een feestelijke bijeenkomst in de pastorie van de Josephkerk aan de Jansstraat die in het teken stond van het jaarboek, de Josephkerk, Maria van Haarlem, het Mariabeeld dat in 1515 was gewijd, de Mariaverering en de Mariaprocessie die vorig jaar nieuw leven is ingeblazen. Het was het onderwerp van een van de bijdragen aan het Jaarboek waaraan Thon Fikkerman met zijn kennis van zaken een belangrijk aandeel heeft gehad. Thon nam de genodigden mee op een rondleiding door de pastorie, de kerk en de tuin en trakteerde hen op een schat
3
aan informatie. De kamer waarin de Vereniging Haerlem de gasten ontving verkeert nog volledig in de oorspronkelijke staat. “Die is alleen maar schoon gemaakt en niet gerestaureerd,” aldus Thon. Charles Beke overhandigde het eerste exemplaar van het jaarboek aan pastoor Niesten.
Gert-Jan van der Wouden, fotograaf gevelstenen Veel Haarlemmers zijn Gert-Jan van der Wouden de afgelopen jaren in de stad tegen gekomen. De man met het flinke postuur, gewapend met pijp en fototoestel en altijd een opmerking klaar. Hij was voortdurend op zoek naar dingen die hij kon vastleggen. Zijn belangstelling was groot. Toen ik Gert-Jan een paar jaar geleden als collega vroeg of hij voor onze stichting de gevelstenen van Haarlem wilde fotograferen, hoefde hij niet lang na te denken. Hij was voor zijn werk bij Vergunning & Toezicht van de gemeente Haarlem toch al regelmatig met de camera op pad. In het jaar dat hij voor ons begon, ging hij één week met vakantie naar familie in Drenthe en trok hij ruim twee weken straat voor straat door Haarlem. Eerst richtte hij zich op gevelstenen en gevels. Later, toen hij over een betere camera beschikte, legde hij ook sluitstenen en andere bijzondere versierin-
gen vast die woningen en gebouwen zo interessant maken. Hij begon ook gevelreclames te fotograferen. Dat wij zijn foto’s gebruikten voor ons documentatiesysteem vond Gert-Jan niet genoeg. Hij maakte ook themaboekjes over het woningcomplex aan
de Jan Gijzenkade en omgeving en de gevelstenen in de Patrimoniumbuurt. Daarna kwam hij met een dummy voor een kwartspel dat wij graag, mede ter nagedachtenis aan hem in september willen uitgeven. Eind 2005 werd Gert-Jan ziek. Tussen de bezoeken aan het ziekenhuis door kwam hij tien cd-roms brengen met bijna zesduizend foto’s. Het kon wel eens lang duren, zei hij, en dan zouden wij niet verder kunnen met het documentatiesysteem. Het duurde niet lang, want op 6 april gaf zijn lichaam het op. Een paar weken nadien belde zijn broer: hij had nog een zestigtal cd-roms. Hoeveel foto’s hierop staan, weet ik niet. We zullen van zijn omzwervingen door Haarlem nog jaren kunnen profiteren. Martin Busker, voorzitter Stichting Gevelstenen Vereniging Haarlem
Burgemeester spiegelt zich aan Handvest
Veranderend
De Historische Vereniging Haerlem heeft de gemeenteraad van Haarlem met klem verzocht alles in het werk te stellen om het Frans Hals Museum zo spoedig mogelijk aan nieuwe en goede depotruimte te helpen. Het bestuur constateert in de brief dat unieke en waardevolle historische voorwerpen onder volstrekt ongeschikte omstandigheden worden bewaard. Als gevolg daarvan treden schade en vroegtijdig verval op en ontstaat een steeds grotere achterstand op het gebied van restauratie en conservering. Alleen al op de zolders van het historische museumgebouw aan het Groot Heiligland worden duizenden voorwerpen bewaard die een waarde van honderden miljoenen vertegenwoordigen. “Men moet er niet aan denken wat er zal gebeuren wanneer er brand uitbreekt op deze zolders: er is zelfs geen sprinklerinstallatie aanwezig.” Als beschermer van het culturele erfgoed van Haarlem maakt de vereniging zich buitengewoon ernstige zorgen over de toestand van de kunstcollectie. “Wordt niet snel ingegrepen dan zal óf door een catastrofe óf door geleidelijk verval deze bijzondere museale kunstcollectie tenslotte aan vernietiging ten prooi vallen,” aldus de brief.
Haarlem
De Langebrug- in 1761 getekend door H. Spilman - vormt de verbinding met de Eentjespoort of de Leidsepoort. Hier meerden de trekschuiten naar Leiden af. De poort is 1866 afgebroken. Bijna dezelfde situatie maar dan gefotografeerd in waarschijnlijk 1875. Daarna is de ophaalbrug vervangen door een platte toen de Haarlemse tram uit Amsterdam hier het Spaarne over ging. Deze tram reed van het Spui in Amsterdam naar Zandvoort. De nieuwe brug is bij die gelegenheid ongeveer 75 meter in noordelijke richting verschoven. Nu ligt op dit punt de door architect Thijs Asselbergs ontworpen brug die de bijnaam Verfroller heeft gekregen. Het dek is aan de onderkant verfraaid door kunstenaars uit Mutare, de stad in Zimbabwe waarmee Haarlem een stedenband heeft. Een van de kunstenaars komt terug om elders in Haarlem openbare plekken te versieren. De nieuwe brug is na ruim tien jaar nog steeds niet af. Wat ontbreekt is het brugwachtershuisje waarvoor Thijs Asselbergs een bijzonder ontwerp heeft gemaakt. Het geld voor de bouw is ook gereserveerd. De gemeente houdt de uitvoering tegen vanwege de plannen om ooit alle bruggen vanuit één punt automatisch te bedienen. De foeilelijke gele portakabin staat daar dus ook een beetje als monument voor besluitvaardigheid.
©architectuurcentrale Thijs Asselbergs
4
Burgemeester Jaap Pop heeft ons ‘Handvest voor behoud, sloop en nieuwbouw in de historische stad’ goed gelezen. Hij heeft op maandag 13 maart voor de ‘Stem van de stad’ een stads lezing gehouden, waarin hij de ziel van Haarlem heeft proberen te verklaren. Waarom is Haarlem zo’n gelijkmatige stad waar het leven voortkabbelt? Haarlem heeft een heleboel wél, maar van alles een beetje en dat is altijd zo geweest, betoogde Pop volgens het Haarlems Dagblad van 14 maart. Zijn uitleg komt overeen met wat hierover geschreven staat in het Handvest: “Er is geen dominerende economische activiteit, geen overheersende godsdienst of sociale klasse – alles houdt elkaar prachtig in evenwicht. Gecombineerd met het geografische gegeven dat Haarlem van oudsher een dichtbebouwde stad is geweest, is dat de verklaring dat we zo goed met elkaar samenleven.”
Vereniging maakt zich sterk voor depotruimte Frans Hals Museum
Hoofdwacht Veel reactie op publicatie druk bezocht over oude gevelreclames door jongeren De werkgroep Jeugd kan terugzien op een groot aantal activiteiten die jongeren op uiteenlopende wijzen in contact heeft gebracht met de historie van Haarlem. Met deze activiteiten wil de vereniging een kiem leggen voor belangstelling die het lidmaatschap van een historische vereniging stimuleert. Acht groepen van basisschool De Ark hebben een bezoek gebracht aan de Hoofdwacht en uitleg gekregen van Marjorie Vroom. De leerlingen deden mee aan het project ‘Haarlem in de Middeleeuwen’. In dat kader bezochten zij niet alleen de Hoofdwacht, maar ook de Bavokerk en het Archeologisch Museum. Leerlingen van de katholieke basisschool Bavo hebben de Hoofdwacht bezocht voor het project ‘Water’, waarin het accent lag op stedenbouwkundige ontwikkelingen. Zij brachten ook een bezoek aan molen ‘De Adriaan’ en het Historisch Museum. Op 12 april was de Hoofdwacht beschikbaar voor voltijdstudenten van de Pabo InHolland die een kennismakingsrondje langs Haarlems erfgoed maakten. Marjorie Vroom heeft meegewerkt aan een avondcollege over dit onderwerp. Voor leerlingen van het VMBO is een Cult-on-tour georganiseerd. Ook die activiteit was bedoeld om kennis te maken met het erfgoed. Daarvoor had de vereniging de Hoofdwacht beschikbaar gesteld.
AAN DE REDACTIE
O, niets ten nadele over onze relatie Maar om de pijn van zo’n amputatie Grijp ik naar mijn bak met rode pennen Moormann unbedingt met twee ennen!
Het artikel in het Haarlems Dagblad over oude gevelreclames heeft heel wat reacties opgeleverd. Die varieerden van mededelingen tot lijsten met plaatsen waar reclames te vinden zouden zijn. De werkgroep Gevelstenen gaat aan de slag met deze informatie. Marjorie Vroom is in contact gekomen met de bewoner van Zijlvest 9, een pand tegenover het Patronaat. In de gevel van zijn huis bevindt zich een tegelplateau met Vrouwe Elektra. Het zou zijn aangebracht ter gelegenheid van het feit dat gas door elektriciteit werd vervangen. Het plateau vertoont ernstige slijtageverschijnselen, maar de restauratie was voor de bewoner te kostbaar. De subsidie waarvoor hij in aanmerking komt, staat niet in verhouding tot de kosten. Omdat hij niet wil dat het plateau verdwijnt, heeft hij een schilder opdracht gegeven het tafereel na te schilderen, inclusief de strepen van het cement tussen de tegels. Dit ‘schilderij’ is ter bescherming voor het plateau aangebracht. Uit de verte lijkt het net echt. We hebben nog geen reacties gekregen op de vraag over de gevelsteen van Huize Vesta uit 1897. De Stichting Gevelstenen is druk bezig met de voorbereidingen voor een folder met een nieuwe wandelroute langs gevelstenen. Het is de bedoeling deze uitgave te combineren met een kwartetspel. Er zijn gesprekken gaande met een drukker en enkele sponsors. Er is ons alles aan gelegen beide uitgaven voor de Open Monumentendagen (op 9 en 10 september) klaar te hebben. Voor die tijd moet ook ‘De Westfaelsche Ham’ een nieuwe plek hebben gekregen in een gevel. Een werkgroep van de stichting is begonnen foto’s van gevelstenen geschikt te maken voor onze website. We hebben daarvoor ons licht opgestoken bij www. amsterdamsegevelstenen.nl. Houdt u de website van de historische Vereniging Haerlem vooral in de gaten.
Tot mijn grote schrik zag ik dat er 2100 ennen zijn verdwenen in de totale oplage van jullie onvolprezen Nieuwsbrief. Onmogelijk om dat met de hand (liefst met rode inkt) te herstellen. Vandaar dit vierregelig versje. Heeft die Cruijff toch weer gelijk met z’n ‘elk nadeel heb zijn voordeel’. Hartelijke groet! George Moormann
5
6
De Grote Markt Als ik op een mooie dag met rugdekking van Lourens Jansz Coster de Grote Mart overzie dan vraag ik me af of Haarlem wel voldoende beseft dat zij over het mooiste plein van Nederland beschikt. De blik op het monumentale stadhuis wordt verstoord door een poffertjeskraam en een vloedgolf aan terrasmeubilair die zo langzamerhand het halve plein overspoelt. Wat mooi zou moeten zijn, is ordinair geworden. Nee, ik wil zeker geen kruistocht voeren tegen terrassen en toerisme. De markt is vanouds ook het trefpunt voor Haarlemmers en bezoekers. In gun hun van harte de Grote Markt om een zonnetje en een pilsje te pakken. Die recreatieve functie zou alleen meer in overeenstemming moeten worden gebracht met het karakter van de Grote Markt: de terrassen discreet aan de zijkant. We kijken rond op de Grote Markt, maar richten onze blik dit keer niet alleen naar de geijkte trekpleisters als de Grote Kerk, het stadhuis, de Hoofdwacht en de Vleeschhal. Heel aardig vind ik de kleine serre bij de tapasbar in de Lange Begijnstraat op de hoek van de Riviervischmarkt. Deze serre, een klein pothuis eigenlijk, stond op een oude tekening van het pand. Die biedt de mogelijkheid een blik te werpen in de kelderruimte die typerend is voor veel panden in deze buurt. Het nieuwe Simon de Vrieshof heeft alles in zich om een mooi en karakteristiek binnenplein te worden, maar dan moet de gemeente wel een stalling bieden voor alle fietsen en motorfietsen die de plek nu ontsieren. Het plein zou eigenlijk alleen voor voetgangers toegankelijk moeten zijn.
Het is mooi om te zien hoe op het Enschedécomplex het dak en de dakkapellen worden gerestaureerd. Dat belooft wat. De Oude Groenmarkt is duidelijk opgeknapt door de facelift en het weren van de geparkeerde auto’s. Het monument voor Lennaert Nijgh is hier op zijn plaats. Ik ben het met Ko van Leeuwen (Haarlems Dagblad van 15 mei) eens dat Meneer, de kat van Lennaert, een plaatsje op de A en Z had verdiend. Wat je hier mist, is de propere Haarlemmer die elke dag even een emmer water over het monument gooit. Dat geldt ook voor de tegels die de loop van de vroegere beek van de Raaks naar het Spaarne aangeven. Vooral de tegels met tekst hebben zo’n reliëf dat ze vol slibben met straatvuil. Dus net als het monument voor Lennaert Nijgh graag
vaker schoonmaken. Dan heeft Jur Visser tenminste eer van zijn initiatief. We lopen nu een klein stukje de Grote Houtstraat in. Kijk bij Haastje Repje nu eens niet naar de aanbiedingen maar naar het glas-in-loodraam boven de etalage. Een prachtige herinnering aan Jakob Kalb die op 8 juli 1891 de eerste steen legde voor zijn bakkerij. Schuin aan de overkant ligt de Guldenbergspoort de laatst overgebleven toegang tot het Karmelietenklooster dat hier ooit gevestigd was. Dankzij Simon van Haarlem die in Keulen zo onder de indruk raakte van het gedachtegoed van de Karmelieten dat hij 1247 zijn huis beschikbaar stelde voor een Nederlandse tak van deze orde. In een bijgebouw/galerij hingen oorspronkelijk de portretten van de Graven die tijdens de reformatie een veilig onderkomen kregen in het stadhuis. Daar is de volgorde verstoord door plaatsing in verschillende ruimten. Als u de poort inloopt, stuit u op een muur die opgebouwd is uit hergebruikte middeleeuwse moppen. Ik heb hier ooit een gezelschap specialisten rondgeleid die het liefst elke hergebruikte steen hadden gefotografeerd. In het chaletachtige gebouw dat aan deze steeg grenst, had zilversmid W. Voet zijn werkplaats. Stadsarcheoloog Maarten Poldermans zou denkelijk graag de gelegenheid krijgen om hier opgravingen te doen, want er moet in de grond een schat aan herinneringen aan het klooster te vinden zijn. Kijk ook naar de tuinpoort met daar boven een gevelsteen met een pauw die toegang gaf tot een tuin die eigendom was van de familie Pauw. Als u terugloopt, moet u vlak voor de poort naar de Grote Houtstraat omhoog kijken. U ziet dat Haarlemmers vernuftige bouwers waren, want op een stalen balk is (begin 1900?) een toilet gebouwd. Thon Fikkerman
Brouwerij Jopenbier in Wijnkerk Van Wijnkerk naar Bierhuis. Onlangs is bekend geworden dat Jopenbier een brouwerij annex proeflokaal gaat vestigen in de Jacobskerk in het Raaksgebied.
De Historische Werkgroep meldt dat de kerk aan de Vestestraat hoek Jacobsstraat in 1910 is gebouwd en eigendom was van de Vereniging van Vrijzinnig Hervormden. Aan het einde van de twintigste eeuw kreeg de kerk de bijnaam Wijnkerk, omdat hij gebruikt werd voor wijnopslag. In het Haarlems Dagblad was in 1996 te lezen dat er voldoende wijn lag opgeslagen om de gehele christenheid aan het avondmaal te laten gaan. Hoewel de gehele kerkinventaris voordien al
was verdwenen, zijn de houten gewelven en de fraaie glas-in-loodramen nog in tact. Deze blijven ook gehandhaafd in de nieuwe bestemming. De Vereniging van Vrijzinnig Hervormden had bij haar oprichting in 1907 geen eigen gebouwd. De VVH kocht het voordien door hen gehuurde gebouwd in 1938 van de Nederlandse Protestanten Bond. In 1958 kreeg het gebouw de naam Jacobskerk. Op de voorgevel staat nog de naam Vrijzinnige Hervormden Zowel de Wijnkerk als de Hoeksteen en de HBS-A zijn ontworpen door de architect J.J. van Noppen. Deze Zeeuw (in 1876 geboren in Kuinre) heeft een belangrijk aandeel gehad in de architectuur van Haarlem. Hij heeft tal van woningen, fabrieken en gebouwen in Haarlem en omgeving ontworpen, waaronder alle gebouwen van de Drostefabriek. Na drie jaar in dienst te zijn geweest van gemeentewerken Haarlem vestigde hij zich aan de Verspronckweg als zelfstandig architect.
Zwemmen in een rijksmonument Na een restauratie van drie jaar is openluchtzwembad De Houtvaart in Haarlem weer open gegaan. De restauratie is mede mogelijk gemaakt door de vereniging Vrienden van de Houtvaart. Het zwembad is een rijksmonument dat in zijn oorspronkelijke opzet blijft functioneren. Het is in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid ontworpen door de toenmalige stadsarchitect van Haarlem, Pierre de Bordes. De Houtvaart is in 1927 in gebruik genomen en was zo ontworpen dat mannen en vrouwen gescheiden konden zwemmen. Dit is bouwkundig nog steeds te zien. Alle baddeurtjes en deursloten stammen uit 1927. De kleurstellingen zijn zoveel mogelijk in overeenstemming gebracht met het oorspronkelijke ontwerp. Toen al werd een inventieve vorm van zonne-energie toegepast: door de leiding voor de watertoevoer over de badhokjes te laten lopen werd het water voorverwarmd door de zon.
Jan Gijzen wandeling Op de Hoofdwacht is gratis een brochure met de Jan Gijzenwandeling af te halen. Het is de derde route die werkgroep Parken en Groen heeft uitgestippeld. De wandeling gaat langs de Jan Gijzenvaart, het Noorder Buiten Spaarne, via de Jan Gijzenkade, het Schoterbos en het Schoterkerkpad naar station Santpoort-Zuid. De Hoofdwacht is op zaterdag en zondag van 13.00 tot 17.00 uur open. 7
Koninklijk onderscheiden Vijf leden van de Historische Vereniging Haerlem hebben op 30 april een koninklijke onderscheiding gekregen. Wij feliciteren hen hiermee van harte. Marcel Bulte, Pieter Saakes en Bert Sliggers werden onderscheiden als Ridder Oranje Nassau. Onze gids Thon Fikkerman werd als lid Oranje Nassau verblijd.
Agenda
Punten
De excursies en lezingen zijn gratis voor leden van de Vereniging Haerlem, tenzij anders vermeld. Introducés zijn van harte welkom. Zij betalen een vergoeding van € 5,-
8
Lezing en rondleiding
Een Koning in Haarlem. Een stad in de Franse tijd 1795-1813 door Margreeth Pop 15 juli 2006, 12.00 – 13.30 uur Historisch Museum Haarlem Groot Heiligland 47 Deelname gratis, reserveren noodzakelijk
Tot en met 24 september 2006 is in het Historisch Museum Haarlem een tentoonstelling te zien over Lodewijk Napoleon, de broer van de Franse keizer Napoleon, die tweehonderd jaar geleden tot koning van Holland werd gekroond. Gedurende vier jaar regeerde hij over zijn Nederlands koninkrijk. De tentoonstelling vertelt het verhaal van de Franse tijd. In 1795 trok een Frans leger Nederland binnen. De prins vluchtte naar Engeland. Hier werd de Bataafse Republiek gesticht. Deze republiek was nauw verbonden met Frankrijk. In 1806 hield de Bataafse Republiek op te bestaan. De Franse keizer Napoleon maakte van Nederland een koninkrijk met zijn broer aan het hoofd. In 1810 werd Lodewijk Napoleon, wiens politiek regelmatig tegen de Franse
belangen indruiste, gedwongen tot troonsafstand en werd Nederland bij Frankrijk ingelijfd. In november 1813 werd keizer Napoleon verslagen en trokken de Fransen zich terug uit Nederland. De zoon van de laatste stadhouder werd tot soeverein vorst uitgeroepen. In de tentoonstelling wordt niet alleen de patriottische beweging in Haarlem en de omwenteling van 1795 belicht, maar ook de talrijke ingrijpende vernieuwingen op allerlei terreinen die door Lodewijk Napoleon zijn ingevoerd, zoals een nieuwe grondwet, de scheiding van kerk en staat, de invoering van het metrieke stelsel en achternamen. Margreeth Pop gaat in op al deze vernieuwingen en veranderingen. Zij leidt ons ook rond door de tentoonstelling. Lezing
Het Kleverparkkwartier en de Frans Halsbuurt door Marcel Bulte Donderdag 29 juni 2006, 20.00 uur Hoofdwacht, Grote Markt 17 Haarlem (Hoofdwacht open om 19.30 uur) Deelname gratis, reserveren noodzakelijk
Eind 2005 verscheen bij de uitgeverij De Vrieseborch in Haarlem het boek ‘Kleverparkkwartier en Frans Halsbuurt,Twee stadsbuurten tussen Bolwerk en Kleverlaan’ van Marcel Bulte. Deze buurten aan de noord-westzijde van het historische centrum van Haarlem zijn aangelegd op de voormalige weilanden van de Schoterveenpolder, die ooit onderdeel was van de heerlijkheid Zuid-Akendam (gemeente Schoten). In dit weidegebied lag het exercitieterrein van het in Haarlem gelegerde regiment, de algemene begraafplaats aan de Kleverlaan (1828)en het stadsarmen- en ziekenhuis aan de noordzijde van de stadsingel. In het begin van de twintigste eeuw had
Haarlem een nijpend gebrek aan ruimte voor woningbouw. In het zuidelijk deel van Schoten ontstonden diverse woonwijken zoals het Kleverpark en de Frans Halsbuurt. Hier waren zowel‘huizen van stand’voor de forenzen naar Amsterdam (Frans Halsplein, Schotersingel, Kleverparkweg) en woningen voor arbeiders. Beide soorten huizen bepalen nog steeds het karakter van deze woonwijken. Marcel Bulte vertelt over de (bouw)geschiedenis, maar ook over het rijke sociale verleden van deze buurt met de talrijke bedrijven, kerken en scholen. Wandeling–excursie
Het Kleverparkkwartier en de Frans Halsbuurt Door Thon Fikkerman Zaterdag 8 juli 2006, 11.00 – 12.30 uur Verzamelen op het plein bij de westelijke achteruitgang van het station (Kennemerplein). Deelname gratis, reserveren noodzakelijk
In aansluiting op de lezing van Marcel Bulte organiseert de Vereniging Haerlem een rondwandeling door de het Kleverpark en de Frans Halsbuurt onder leiding van Thon Fikkerman. Veel aandacht voor de veranderingen en vernieuwingen die het gevolg zijn van het vertrek van de het Kennemergasthuis, locatie Deo. Natuurlijk gaat het verhaal ook over de fraaie architectuur van de herenhuizen uit deze buurt, waaronder de door architect J.J. Noppen gebouwde huizen aan de Schotersingel. Inlichtingen en reservering voor alle lezingen en excursies: Michiel Kersten 023 525 85 77 (tussen 20.30 en 21.30 uur of per e-mail:
[email protected]
Meer informatie over de Vereniging Haerlem op onze website: www.haerlem.nl Colofon: Haerlem Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Haerlem Verenigingszetel: de Hoofdwacht, Grote Markt 17 Postadres: postbus 1105 2001 BC Haarlem www.haerlem.nl. Secretaris: (023) 531 22 13 Gironr: 377882. Het blad verschijnt vier keer per jaar. ISSN: 1570-4785
Redactie: Jaap de Jong Eindredactie: Marly Bergman Vormgeving: Sinas, Haarlem Foto’s: Marius Bloemzaad, Jos Filmich, Maarten van Wamel, Gert-Jan van der Wouden Druk: drukkerij Excelsior Haarlem (sponsor) Verzending: Paswerk