NIEUWSBRIEF DACHAU Een uitgave van de Stichting Vriendenkring van Oud-Dachauers met bijdragen van het Nederlandse Dachau Comité
December 2012
Ernst Sillem en Henk Sillem Zaterdag 28 april, oud-Dachauer Ernst Sillem bijgestaan door zijn zoon Henk spreken tijdens de Dachau herdenking van dit jaar. Ernst Sillem beschrijft heel gedetailleerd het moment dat hij na dagenlang transport in veewagons, in september 1944 in Dachau aankwam. Daags na intekening werd hij afgevoerd naar Allach (het grootste buitenlager van Dachau). Hij vertelt over de dwangarbeid aan de vliegtuigmotoren in de BMW fabrieken en zijn werk in de ziekenbarak (het revier) terug in het hoofdkamp Dachau. Zoon Henk Sillem neemt het verhaal over en sluit de toespraak af met een boodschap voor de jongere generaties.
1
HERDENKING 2012
VAN DE VOORZITTER
Beste Vrienden, alweer een jaar voorbij. En ook dit jaar zijn wij als bestuur actief geweest en zijn we weer opnieuw bezig met de voorbereiding van de jaarlijkse herdenking en reünie.
Het bestuur van de Vriendenkring van Oud-Dachauers heeft dit jaar Mr. Eberhard van der Laan, de burgemeester van Amsterdam, uitgenodigd en gevraagd te spreken. Al tijdens zijn eerste bezoek als burgemeester, aan onze herdenking in 2011, sprak hij zijn bewondering uit over deze bijzonder ingetogen en zeer betekenisvolle ceremonie.
Hans heeft te kennen gegeven zijn taak als penningmeester te willen afstoten en daarvoor in de plaats zich te richten op de voorbereiding van de herdenking en de reünie. Zo zal hij zich in het bijzonder bezig houden met het benaderen van de beoogde sprekers. Ook zal hij als onze pr-manager fungeren ten behoeve van de externe contacten. Als nieuwe penningmeester heb ik mijn dochter Corinne weten te strikken. Verderop in de Nieuwsbrief zal zij zich zelf kort introduceren. Het bestuur is een aantal keer bij elkaar geweest om te vergaderen. De grootste uitdaging met betrekking tot de voorbereiding van de herdenking is de keuze van de sprekers. Op enigerlei wijze slagen we er gelukkig ieder jaar weer in een aantal mensen te benaderen die iets wezenlijks te vertellen hebben. Het meest praktische probleem blijft de financiële positie van de Vriendenkring. De subsidies worden mondjesmaat toegekend en veelal achteraf uitgekeerd. In februari 2012 ontving ik een telefoontje van Pieter Dietz de Loos, in zijn hoedanigheid van voorzitter van het CID, waarin hij voorstelde om te bekijken of er met behoud van de wederzijdse identiteiten en werkterreinen, ruimte is om met elkaar te kunnen samenwerken. Op 30 oktober 2012 heeft er een uiterst plezierige vergadering plaats gevonden in de Veranda te Amsterdam. Naar voren is gekomen dat er inderdaad mogelijkheden zijn om elkaar te kunnen ondersteunen. Er is afgesproken om in 2013 weer met elkaar om de tafel te gaan zitten. Voor het overige kunnen wij als bestuur terugzien op een prettig bestuurlijk jaar. We zijn – zoals eerder vermeld - weer volop bezig met de voorbereidingen voor 2013. De herdenking in 2013 zal – ijs en weder dienende - op zaterdag 27 april 2013 plaatsvinden. We hopen u allen weer in goede gezondheid te mogen begroeten bij de KLM en/ of bij het Monument. Rest mij u en de uwen prettige feestdagen toe te wensen en een voorspoedig 2013. Irma Noordhoek-Merk
2
Eberhard van der Laan, burgemeester Amsterdam Op zondagochtend 29 april 1945 werden de gevangenen van Dachau bevrijd. “Op het SS-Lager wapperde een witte vlag, maar de wachttorens met de machinegeweren waren nog bemand. De opwinding was onbeschrijfelijk. Om drie uur klauterden de heren Rost en Steensma het dak van de dodenkamer op, waar ze de Amerikanen niet alleen konden horen maar ook zien naderen. En om 5.28 uur op de klok van de Kommandantur was het zover: de grote poort ging open, de Amerikanen traden het kamp binnen.” Zo beschrijft Jolande Withuis in haar biografie over Pim Boellaard de bevrijding van Dachau. In het twaalfjarig bestaan van het kamp, hebben er 206.000 mensen gevangen gezeten, onder wie 2068 Nederlanders.
Het dodental bedraagt ruim 25 duizend in het hoofdkamp en nog eens 10.000 in de subkampen. Wij gedenken vandaag de 477 Nederlanders voor wie de bevrijding op die zondagmorgen in april 1945 te laat kwam. Vorig jaar vroeg Alex de Vries zich in zijn toespraak hier af waarom het zo stil is rond de toekomst van het herdenken van de Tweede Wereldoorlog en van de concentratiekampen in het bijzonder. Hij zei daarover: “Het is niet vanzelfsprekend dat de saamhorigheid die we op dit moment met elkaar voelen aan de voet van het Dachau-monument er over dertig jaar nog is. Het moment lijkt daarom nu aangebroken om dat debat te voeren en te voorkomen dat herdenken in ons land louter een algemeen karakter krijgt op enkele centrale locaties op 4
3
HERDENKING 2012
HERDENKING 2012
en 5 mei. De jongere generaties zijn aan zet. In het bijzonder hoop ik dat de gemeenten Amsterdam en Amstelveen het voortouw nemen in deze discussie.” Deze handschoen hebben burgemeester Van Zanen en ik opgenomen. Begin dit jaar heeft daarover een gedachtewisseling plaatsgevonden in mijn ambtswoning aan de Herengracht. Aanwezig waren tal van vertegenwoordigers van instellingen die herdenkingen organiseren. De aanwezigen waren van mening dat het goed is om te zien hoe betrokken de jeugd is bij het herdenken. Maar er werd op gewezen dat de verschillende herdenkingen uiteindelijk wel door iemand georganiseerd moeten worden en er werd geconstateerd dat veel besturen niet verjongen. Als dit zo blijft, zal op den duur ook geen herdenking meer worden georganiseerd. Hans Teengs Gerritsen junior – daarbij aanwezig – merkte op dat hij het niet ziet gebeuren dat zijn nu nog kleine kinderen over 40 jaar stil zullen staan bij de verschillende herdenkingen. Hij opperde het idee om na te denken over enige coördinatie in de verschillende individuele herdenkingen. Burgemeester Van Zanen wees er op dat het publieke belang ermee gediend is om dat wat er nu nog is te binden, opdat het in de toekomst op een heel andere manier gekoesterd kan worden. En hij wierp de vraag op: hoe de kracht die er nu nog is door de slachtoffers die nu nog in leven zijn, zoveel mogelijk kan worden verbonden?
4
Het was volgens de deelnemers een zinvolle bijeenkomst. Tenslotte nodigde Van Zanen de aanwezigen uit om bij een volgende gelegenheid in Amstelveen de gedachtewisseling voort te zetten.
De Merkelbachschool is adoptieschool van het Nationaal Dachau monument. De leerlingen uit groep 8 helpen tijdens de herdenkingsplechtigheid met het dragen van de bloemstukken en het uitdelen van de bloemen. En elk jaar presteren ze het om met een zelf geschreven gedicht een eigen tintje aan de ceremonie te geven. Dit jaar is de heer Ronald Blikman, directeur van de school, gevraagd om iets te vertellen over zijn school en de manier waarop zijn leerlingen zich voorbereiden op de jaarlijkse herdenking.
Ronald Blikman, directeur Merkelbachschool Jan van Zanen, burgemeester van Amstelveen (met ambtsketen) en Eberhard van der Laan, burgemeester van Amsterdam
De Merkelbachschool is een openbare basisschool in Amsterdam-Buitenveldert. Er zitten zo’n kleine 200 kinderen op onze school in de leeftijd van 4 t/m 13 jaar. Jaren geleden heeft de Merkelbachschool het Dachaumonument geadopteerd. Sindsdien helpen de leerlingen van groep 8 tijdens de jaarlijkse Dachauherdenking met het leggen van de kransen en leest een leerling een gedicht voor.
Ik richt mij tot de oud-Dachauers in ons midden. U hebt de hel Dachau overleefd. Na de oorlog hebt u met uw generatie een traditie van herdenken in het leven geroepen die ons allen dierbaar is. Wij hechten aan die traditie en achten haar zo waardevol dat wij willen dat zij in stand blijft. Daar kunt u volkomen gerust op zijn.
De organisatie van de Dachauherdenking kwam vorig jaar na afloop van de ceremonie naar me toe en complimenteerde me met het gedrag en de betrokkenheid van onze kinderen. De herdenking en alles er omheen greep de kinderen zichtbaar aan. “Hoe doen jullie dat toch?”, werd er gevraagd. “Hoe bereiden jullie de kinderen voor? Hoe werkt dat op een basisschool anno 2012, onderwijs over de 2e wereldoorlog?” Graag vertel ik u daar vandaag iets meer over. De kinderen die bij ons naar school gaan zijn allemaal geboren in de 21e eeuw. Voor hen is de 20e eeuw echt geschiedenis. De 2e wereldoorlog is bijna 70 jaar geleden. Op de Merkelbach vinden wij kennis over deze periode bij onze kinderen echter van het grootste belang. Daar besteden wij ruimschoots aandacht aan. Niet alleen in groep 8, bij de kinderen die hier vandaag helpen bij deze herdenking. Ook in de groepen ervoor wordt er aandacht geschonken aan deze periode.
5
HERDENKING 2012
HERDENKING 2012
Zo heeft onze groep 7 de afgelopen periode ook een 2e wereldoorlog-project gedaan, die op 4 mei zal worden afgesloten met hun aanwezigheid bij de Nationale dodenherdenking op de Dam. De leerkrachten op de Merkelbach proberen in hun lessen over de 2e WO met name verbindingen te leggen met de huidige tijd. Wij zijn een zeer gemengde school. De ouders van onze 200 leerlingen kennen maar liefst 65 verschillende nationaliteiten. Deze ongelooflijke diversiteit in culturele achtergronden ervaren we op de Merkelbach als een grote rijkdom. Op onze school zijn er zoveel verschillen, dat we die verschillen eigenlijk niet meer zien. De diversiteit, al die verschillende achtergronden, zijn normaal geworden. Als deze 21e-eeuwse, Amsterdamse kinderen dan horen dat er een tijd was waarin dit níet normaal was, dan maakt dat grote indruk. Dat er mensen werden buitengesloten, gestraft of vermoord op basis van hun kleur, geloof of levensovertuiging. Dat is, voor onze kinderen, verre van normaal. “Is het belangrijk dat we, bijna 70 jaar na dato, de gruwelen uit de 2e WO nog steeds herdenken?”, vroeg ik de kinderen van groep 8 een paar weken geleden. “Ja”, zei Emma???. “Uit respect voor de mensen die in die tijd familie of vrienden hebben verloren.” “Ja”, zei Thomas. “Uit dankbaarheid aan degenen die in die tijd voor onze vrijheid hebben gevochten.” “Zodat wij nu zonder problemen in zo’n gemixte klas kunnen zitten”, vulde ???? aan. En “ja”, zei Meliha. “Zodat we ervan kunnen leren en dat dat nooit meer mag gebeuren”. Daar hoefde ik niets meer aan toe te voegen. De kinderen noemden zelf alle redenen waarom wij hier jaarlijks onze bijdrage leveren (aan de Dachauherdenking). En het een eer vinden dat de komende jaren met veel respect te blijven doen.
De Merkelbachschool is adoptieschool van het Nationaal Dachau monument. De lessencyclus over de 2e Wereld Ooorlog in de aanloop naar de Dachau herdenking wordt altijd afgesloten met het maken van een gedicht. Alle kinderen uit groep 8 schrijven er één. Vaak worden de leerkrachten verrast door prachtige teksten. Maar helaas kunnen niet alle kinderen hun gedicht voordragen. Daarom is er een keuze gemaakt en die is dit jaar gevallen op het gedicht met de titel “Gesprek zonder begin” van Selena.
Selena Gallardo Torres, leerling Merkelbachschool (groep 8) “gesprek zonder begin” Graag had ik hem nog willen spreken die ene man, met dat kale hoofd die ene man, van het leven beroofd. Ze wilden niet met hem omgaan hij was anders, hij was apart een aparte man, met een gouden hart. Kort heb ik hem kunnen zien weggegaan misschien, dat ging dan wel heel vlug nooit meer kwam hij terug.
Leerlingen van de Merkelbachschool dragen de bloemstukken aan tijdens de bloemenhulde.
6
Graag had ik hem willen spreken maar heel even nu komt hij niet meer terug was hij maar hier gebleven.
7
HERDENKING 2012
Van de redactie: Het was tot nu toe zeer ongebruikelijk om de namen te vermelden van de OudDachauers die bij de herdenking aanwezig zijn geweest. Maar vanwege de hoge en respectabele leeftijd van de Oud-Dachauers die nog onder ons zijn, mag het een buitengewone prestatie worden genoemd dat zij nog steeds de energie weten te vinden om onze, en uiteraard hun, herdenking en reünie bij te wonen. Dank aan hen die ook dit jaar van de Dachauherdenking weer een historisch moment hebben gemaakt (in alfabetische volgorde): Jaap van Mesdag Willemijn Petroff-Van Gurp Pim Reijntjes Ernst Sillem Skippy de Vaal Henk van de Water Een aantal Oud-Dachauers heeft zich vooraf laten verontschuldigen vanwege ziekte of een te zwakke gezondheid. Normaal zouden ook hun namen klinken tijdens de plechtigheid bij het monument. Ieder van hen heeft mij op eigen wijze verzocht om de aanwezigen te groeten en er een mooie herdenking van te maken, ik ben zo vrij ook hun namen hier te vermelden: Jopie Helms-Fokkema, Dees Sinke AMSTELVEENWEB.COM
Wie geïnteresseerd is in een bijzonder fraai multimediaverslag van onze herdenking moet eens een bezoekje brengen aan de website van de Gemeente Amstelveen: Amstelveenweb.com. Een uitstekende reportage in beeld en geluid van de Dachau herdenking 2012! (en eerdere versies). Ga naar www.Amstelveenweb.com Zie linkerkolom, klik op: gebeurtenissen Klik op de afbeelding: Herdenkingen Klik op de afbeelding: Dachauherdenking 2012 Deze websitepagina wordt afgesloten met een YouTube filmpje!
8
COMITÉ INTERNATIONAL DE DACHAU
Waakzaam voor behoud van gedachtegoed Het Internationale Dachau Comité (CID) werd al tijdens de oorlog in het concentratiekamp Dachau door de gevangenen zelf opgericht. Kort na de bevrijding heeft op 29 of 30 april 1945 de eerste legale vergadering van het International Prisoners Committee (IPC) plaatsgevonden. Dat comité bestond uit vijftien gevangenen met maar liefst twaalf verschillende nationaliteiten. De Belg Patrick O’Leary (Albert Guérisse) was de voorzitter en Michailow, een Russische generaal de vice-voorzitter. Nederland werd vertegenwoordigd door Pim Boellaard. Direct na de bevrijding speelde het CID een rol bij het vertrek van gevangenen naar hun thuisland. In juni 1945 verlieten de laatste 36.000 overlevenden het kamp. Daarna hielden de activiteiten van het CID op. In 1953 nam de Beierse deelstaat de zorg over de Leitenberg, alwaar ca 7000 lichamen van voormalige kampgenoten begraven lagen, en het Waldfriedhof, met 1700 lichamen van gedeporteerden, over. In 1954 volgde de Conventie van Parijs: de deelstaat Beieren verbond zich de begraafplaatsen en delen van het voormalige kamp te onderhouden. Maar de Landtag van Dachau verzocht om de vernietiging van het crematorium om een einde te maken “aan de ontsiering van het landschap van Dachau”.
Het crematorium met daarboven het voormalig kampterrein met rijen barakken en daaronder het SS opleidingskamp met kazernes.
In mei 1955 vond een bijeenkomst van Oud-gevangenen plaats in het voormalige kamp ter gelegenheid van de 10-jarige bevrijdingsdag. Een internationale conferentie volgde op 19 en 20 november1955 te Brussel. Het CID werd aldaar gereorganiseerd met als doel maatregelen te nemen om de verdwijning van het kamp te voorkomen. Op 20 november 1958 wordt in België het CID formeel notarieel opgericht. Bij die oprichting waren ca. 25 landen vertegenwoordigd. Op 12 en 13 mei 1962 worden de doelstellingen van het CID in Luxemburg nader omschreven, met onder meer: het oprichten van een monument, het blijvend eren van zij die vielen in de strijd tegen het nazisme, het waakzaam zijn tegen herhalingen, het onderhouden van goede betrekkingen met de deelstaat Beieren.
9
COMITÉ INTERNATIONAL DE DACHAU
Vele acties zouden volgen: de “renovatie” van het voormalige kampterrein en gebouwen tot herdenkingsplaats, de opening van een museum, archieven, opening van een boekwinkel in het museum waarvan de opbrengsten toevallen aan het CID, de bouw van het monument van Glid Nandor op de appèlplatz, diverse godsdienstige gebouwen in het voormalige kamp, de jaarlijkse herdenkingsdienst van de bevrijding, etc.. Op 15 juni 1966 wordt tussen het CID en de Deelstaat Beieren een overeenkomst gesloten waarin het CID diverse rechten verkrijgt en welke overeenkomst de basis is van de verdere samenwerking tussen beide partijen.
Het Jourhaus met toegangspoort
In 2002 wordt bij wet door de Beierische Landtag de “Stiftung Bayerische Gedenkstätten (GedStG) opgericht. Het betreft hier een Stichting waarbinnen alle rechten en verplichtingen met betrekking tot het voormalige concentratiekamp Dachau en Flossenburg ingebracht
10
COMITÉ INTERNATIONAL DE DACHAU
worden. Het CID heeft in de aanloop van deze wet in de Landtag kritiek op de oorspronkelijke opzet van de wet geleverd, welke overgenomen is door de Beierse wetgever. In art 12 van de wet wordt bepaald dat de gemelde wet van 2002 de rechten van het CID welke verankerd zijn in de akkoorden met de Deelstaat Beieren van 16 mei en 15 juni 1966 , alsook de amendementen van 29 juli 1971, onaangeroerd blijven. Verder wordt aan het CID een “medebeslissingsrecht” toegekend in alle zaken welke van essentieel belang zijn het memoriaal van Dachau betreffende. De inhoud en reikwijdte van de bepaling van art 12 vormt vervolgens een onderwerp van een jarenlange heftige polemiek met de Stiftung Bayerische Gedenkstätten alsook met de Beierse autoriteiten. Deze laatsten erkennen het medebeslissingsrecht van het CID niet en wensen dit recht te zien als een consultatief recht. Verder zijn zij van mening dat het CID slechts 1/13-de stem heeft in het bestuur van de Stichting waarin zij zitting heeft, naast de diverse andere leden van dat bestuur met de stelling dat het medebeslissingsrechtslechts betrekking heeft op de benoeming van de directie van het Memoriaal. De eerdere toezegging van de zijde van de Stichting tot het plaatsen van naam en logo ( rode driehoek) van het CID naast elke naamsvermelding van de Stichting in en rond het memoriaal, wordt niet nagekomen door de Stichting.
Verder wordt het CID geconfronteerd met een eenzijdig besluit van de directie van de Stichting / Beierse Overheid tot het realiseren van een boekwinkel bij de ingang van het memoriaal van een boekwinkel (Salamander, die hoofdzakelijk joods georiënteerd is). Doordat de ca. 1 miljoen bezoekers langs deze boekwinkel komen, wordt ten onrechte de indruk gewekt dat Dachau een Joods kamp was in plaats van een kamp van verzetsmensen. Het CID heeft vervolgens moeten ervaren dat de Stichting akkoord ging met het inhouden van diverse kosten in de hoogte van 40% op de verkoopopbrengsten van haar catalogus, het schrappen van de opbrengsten welke zij voorheen genoot uit hoofde van de audio-guides, waardoor het CID thans langzamerhand in een financiële noodsituatie wordt gebracht en in moet teren op haar reserves, waarbij onzeker is hoe lang dit nog voort kan duren. De discussie over de reikwijdte van art 12 heeft tenslotte geleid tot een overeenkomst d.d. 25 januari 2012 met de Deelstaat Beieren teneinde een werkbare situatie te kunnen creëren. Overeengekomen is dat ieder der beide partijen vasthoudt aan zijn stellingen: het CID dat zij een medebeslissingsrecht heeft in alle essentiële zaken het Memoriaal betreffende, de Deelstaat Beieren dat zulks niet het geval is. De oplossing is gevonden in de overeenkomst dat bij geschillen beide partijen, onder behoud van hun rechten, al het mogelijke zullen doen om een
oplossing in der minne te bereiken. Verder minimaal één maal per jaar overleg op ministerieel niveau. De overige problemen over financiën, alsook de naamsaanduidingen, worden weer naar de Stichting doorgeleid. Het CID heeft dan ook het recht behouden om in de toekomst bij werkelijk essentiele problemen het medebeslissingsrecht, zo nodig in rechte , geldend te maken, waarbij thans op basis van wederzijds respect tot een dialoog in de Stichtingsraad, alsook op ministerieel niveau wordt onderhandeld. Interne problemen zijn dat door het wegvallen van de nationale entiteiten verbonden aan het CID, het CID tevens in haar toekomstig bestaan wordt bedreigd. Het CID is een vereniging naar Belgisch recht. Indien een vereniging geen leden meer heeft, houdt de vereniging op te bestaan. Om deze reden heeft het CID de reikwijdte van de statuten aangepast zodat ook andere organisaties lid van het CID kunnen worden, zodat het gemis van “eigen” in diverse landen bestaande organisaties opgevangen moet kunnen worden. Tevens heeft het CID een subsidiemogelijkheid geopend voor vriendenkringen in diverse landen aangesloten bij het CID, mits deze beschikken over een behoorlijke organisatievorm alsook een concreet programma in het eigen land conform de doelstellingen van het CID en deze uit wensen te voeren.
11
COMITÉ INTERNATIONAL DE DACHAU
WEGWIJZER
In de diverse aangesloten landen, waaronder Nederland, is er dan ook een noodzaak de aan Dachau gerelateerde organisaties te ondersteunen in de uitvoering van hun doelstellingen en levensvatbaar te houden , mede gezien de terugtredende subsidiërende instanties. Voorts subsidieert het CID diverse reisprogramma’s van scholen en onderwijzers naar het Memoriaal. Een website is in opbouw met de mogelijkheid voor diverse aangesloten landen daarop onder hun vlag hun geschiedenis en actualiteiten weer te geven. De conclusie is dan ook dat het de vraag zal zijn in hoeverre een onafhankelijk CID in de toekomst nog gewaarborgd zal zijn, hetgeen een zorgelijke ontwikkeling is. Voorts is er een noodzaak in de aangesloten landen te zorgen voor levensvatbare organisaties, met op het heden en de toekomst gerichte boodschappen verbonden aan het verleden, zodat ook daadwerkelijk inhoud gegeven kan worden aan de lessen uit het verleden.
Een sombere mededeling? ja, maar Dachau is een symbool van het verzet tegen het Nazisme en mensenrechtenschendingen. Dat betekent dat wij ons er voor in zullen blijven zetten de geest van het verzet wakker te houden en ons zullen verzetten tegen het verdwijnen van het CID en het gedachtegoed waar voor de gevangenen hebben gestreden. Prettig Kerstfeest en een Gelukkig Nieuw Jaar ! Pieter J.Ph. Dietz de Loos. Voorzitter CID
12
Wegwijzer Herdenkingsmonument concentratiekamp Dachau Voor diegenen die in de afgelopen jaren een bezoek aan Dachau brachten, voor diegenen die dat lang geleden eens deden en voor diegenen die zo’n stap nooit hebben willen maken, vindt u bijgaand een overzicht van alles dat gedenkt en herinnert aan hetgeen zich in en rond het voormalige concentratiekamp bevind. Deze wegwijzer is onmisbaar bij een bezoek aan het herdenkingsmonument, maar ook zeer interessant om eens op veilige afstand te bekijken. De wegwijzer is verkrijgbaar in de CID winkel in het kamp en op te vragen bij het Nederlands Dachau Comité.
WEGWIJZER
WEGWIJZER
WEGWIJZER
NEDERLANDS DACHAU COMITÉ
NDC oriënteert zich op de toekomst In januari van dit jaar kwam het Nederlands Dachau Comité (NDC) op Schiermonnikoog samen om zich onder de titel “Plan voor de toekomst”, te beraden op de vraag hoe het gedachtegoed van “dat nooit weer” ook voor de komende 50 jaar vorm te geven. Hoofdzaak was om te zien hoe herdenken, herinneren en het verankeren van gebeurtenissen in Dachau ook in de toekomst relevant blijven. Het NDC wil een bijdrage leveren aan het voorkomen dat massale verwoesting van leven, zoals dat onder andere in Dachau heeft plaatsgevonden, zich nog ooit zal herhalen. Tijdens de gedachtewisseling bleek dat het NDC zich bewust is dat toekomstige generaties, die geen directe herinnering meer kennen op een ander wijze moeten worden betrokken. Die andere wijze geldt zowel voor de inhoud als voor de wijze waarop het bewustzijn van de jeugd wordt gestimuleerd. Zonder het persoonlijke element van onze geschiedenis te verliezen moet er op een moderne manier via moderne media meer aandacht worden besteed aan wat er is gebeurd, hoe dat kon gebeuren, hoe dat in de huidige tijd zomaar weer kan passeren en hoe dat te voorkomen. Het NDC wil aan de Dachau herinnering nieuwe actualiteitswaarde geven, zodat zij ook in de toekomst meer blijft dan een verhaal uit het geschiedenisboek. Al snel ontstonden er allemaal ideeën die varieerden van de uitreiking van een Dachau penning aan een organisatie of persoon die zich ingespannen heeft om de “dat nooit weer gedachte” krachtig naar voren te brengen. Het NDC wil graag schoolreizen naar Dachau organiseren. In het enthousiasme ontstonden er nog vele andere ideeën die het NDC in de toekomst wil gaan organiseren. Tijdens de bijeenkomst werd binnen het NDC onderkend dat voor de toekomst een hechtere samenwerking met de Vriendenkring en verwante herinneringscomités belangrijk is. Alleen zo blijft onze herinnering en de boodschap die daaruit Scholieren tijdens rondleiding volgt krachtig. Door samenwerking kunnen we voorkoin barak KZ Dacha men dat de lessen van de Tweede Wereldoorlog meer zijn dan de Holocaust alleen. Naast de verschrikkingen van discriminatie, uitsluiting en vernietiging, staat dat nooit weer immers ook voor de herinnering aan diegenen die vanwege verzet, de hoogste prijs voor de vrijheid betaalden. Wat Auschwitz voor de Joden betekend, moet Dachau zijn voor de herinnering aan verzet en politieke gevangenschap. Het NDC probeert invulling te geven aan dat streven. Wimar Jaeger, bestuurslid NDC
17
NAMEN STATT NUMMERN
NEDERLANDS DACHAU COMITÉ
Iedere scholier op Kampbezoek
Anderhalf jaar terug stelde het Nederlands Dachau Comité voor om een nationaal programma “ieder kind op kampbezoek” te starten. Het NDC wilde daarmee bevorderen dat niet alleen diegenen die uit zichzelf al interesse in de lessen van de Tweede Wereld Oorlog hebben, maar ook al die kinderen die de oorlog alleen uit het geschiedenisboek kennen met het gedachtegoed van dat nooit weer in aanraking komen.
Het COVVS wil met het programma “ieder kind op kampbezoek” de focus van herinneringsorganisaties van de Tweede Wereld Oorlog nog meer op de toekomst richten. Doel van het programma is dat een bezoek aan een kamp of herinneringscentrum, inclusief inleidende en afsluitende les en de adoptie van een monument, vast onderdeel wordt van het programma van iedere Nederlandse scholier. Anderhalf jaar later is binnen het Centraal Overleg Voormalig Verzet en Slachtoffers (COVVS) een projectgroep aan de slag gegaan om dit nationale programma op te stellen. De werkgroep wordt bemand door de 5 slachtoffergroepen, die ieder hun eigen ijkpunt uit de oorlog inbrengen: Voorkom de verschrikkingen van oorlogsgeweld, door omgekomen militairen Voorkom de willekeur van oorlog, door burgerslachtoffers Verdedig het belang van vrijheid, door slachtoffers van politiek geweld en door verzet Voorkom discriminatie en uitsluiting, door slachtoffers van vervolging en moord op grond van etniciteit of geaardheid Onderken de universaliteit van oorlog door slachtoffers van oorlogsgeweld in Azië In nauwe samenwerking met het Nationaal Comité 4 en 5 mei, kamp Westerbork en vele andere organisatie wordt in eerste instantie begonnen met de opzet van een programma voor Pabo’s en lerarenopleidingen. De leraar van de toekomst is immers de brenger van het gedachtegoed naar toekomstige generaties. Het Nederlands Dachau Comité heeft een belangrijke rol binnen de projectgroep en hoopt met dit programma haar eigen doelstelling voor de toekomst mede mogelijk te maken. Wimar Jaeger, bestuurslid NDC
18
Namen in plaats van nummers Dit schooljaar leveren scholieren van het Cartesius Lyceum voor de derde keer op rij een bijdrage aan het herinneringsboekproject ‘Namen statt Nummern’ in Dachau. De Nederlandse bijdrage groeit, want vanaf dit jaar doet ook het Amsterdamse Berlage Lyceum mee. Als alles goed gaat, presenteren de scholieren op 22 maart 2013 in Dachau drie nieuwe biografieën: over Jan (Skippy) de Vaal, Willemijn Petroff - van Gurp en Karel Witmond. Voor ‘Namen in plaats van nummers’ was 2012 een actief jaar. Zo trok het Cartesius Lyceum in februari een honderdtal mensen voor de opening van de reizende tentoonstelling van ‘Namen in plaats van nummers’. Oud-leerlingen Lieke Beemster en Ledmia Baghdadi onthulden hier samen met oud-Dachauer Pim Reijntjes een tentoonstellingsbanner over hem, terwijl Ylva Sluiter vertelde over de biografie over Jaap van Mesdag waaraan zij op dat moment nog werkte. De reacties waren positief. Zo meldden zich direct na afloop twee familieleden van oudDachauers met de vraag of er ook een biografie over hen kon komen. Mirjam Ohringer schreef in het gastenboek: “Het is zo hoopgevend om mee te maken hoe jonge mensen zich verdiepen in de ervaringen uit het verleden en in het bijzonder de nazitijd. En vooral hun inzet om het door te geven.”
Een mooie reactie, want dit is precies wat we met ‘Namen in plaats van nummers’ willen bereiken: enerzijds de herinneringen van oud-Dachauers vastleggen en anderzijds scholieren zich hierdoor actief laten verdiepen in de geschiedenis van nazisme, vervolging en verzet. Om hen hier vervolgens zelf lessen te laten trekken voor hun eigen toekomst.
Bloemen voor Jaap van Mesdag en Pim Reijntjes.
Ledmia, Lieke en Pim Reijntjes bij de banner over Pim.
19
NAMEN STATT NUMMERN
NAMEN STATT NUMMERN
Presentatie in Dachau Een maand later had Ylva haar biografie over Jaap van Mesdag klaar. Samen met Jaap en Ellen van Mesdag reisde ze naar Dachau om de biografie daar op 22 maart (de dag waarop in 1933 de eerste gevangenen aankwamen) te presenteren en te laten opnemen in het herinneringsboek. In haar toespraak ging Ylva niet alleen in op Jaaps mislukte Engelandvaart en zijn kampverleden, maar vertelde ze ook hoe het interview met Jaap haar had geraakt: “Voor het interview zocht ik hem thuis op. In het begin was het wat onwennig omdat ik Jaap niet echt kende, maar uiteindelijk werd het een gesprek van twee uur. Het moeilijkste vond ik het om weer weg te gaan. Door het interview waren bij Jaap alle herinneringen weer bovengekomen en toen ik wegging moest ik hem met al zijn emoties achterlaten.” De dag na de presentatie brachten ze samen een uitgebreid bezoek aan de gedenkplaats.
Jaap van Mesdag met Ylva in Dachau.
20
Ylva, Jaap en Ellen van Mesdag in Dachau.
al heen en weer lopen in de woonkamer wat bij ons nog meer zenuwen opwekte. We liepen naar de deur en voor we aanbelden deed hij al open, want ook hij had ons opgemerkt toen we buiten stonden. Hij ontving ons hartelijk en was vrolijk. Er hing een gezellige en leuke sfeer. Ook gaf hij ons een boek mee waarin verschillende verhalen van verschillende ex-gevangenen in stonden. Dat mochten we lenen om te kopiëren en wilde hij daarna graag terug, wat wij natuurlijk graag doen!”
Drie nieuwe biografieën Direct na de zomervakantie, in september, zijn zes nieuwe leerlingen aan het werk gegaan voor het herinneringsboek. Op het Cartesius Luyceum schrijven Jelle Braaksma en Jop Bruin over Willemijn Petroff - van Gurp en Luca Brandt Corstius en Imara van Greuningen over Karel Witmond, terwijl op het Berlage Lyceum Chaima Akaazoun en Andrea Pineda Calderon een biografie schrijven over Jan (Skippy) de Vaal. Allemaal hebben ze uitgebreid archiefwerk verricht en de gedenkplaatsen Vught en/of Amersfoort bezocht. Luca en Imara namen daarnaast ook nog deel aan de jaarlijkse Natzweiler-herdenkingsreis. Ook het interview zit er voor iedereen op: “Toen Andrea en ik op maandag naar Hoofddorp gingen waren we heel zenuwachtig, omdat we niet wisten wat we moesten verwachten”, blikt Chaima terug. “Je maakt dit ook niet elke dag mee. Bij zijn huis aangekomen zagen we hem
Andrea met Jan (Skippy) de Vaal.
Appeltjes van Oranje Heel mooi is ook de waardering die we dit jaar van het Oranjefonds kregen. Voor de Appeltjes van Oranje 2013 werden we in oktober geselecteerd voor de regionale voorronde. Onder de noemer ‘Alle jaren tellen’ draait het dit jaar om de vraag: Hoe breng je groepen mensen van verschillende leeftijden bij elkaar zodat ze ook nog iets van elkaar opsteken? ‘Namen in plaats van nummers’ plaatste zich niet voor de finale, maar werd wel beloond met een bedrag van € 2500,-. Een prachtige stimulans voor ons project!
Jos Sinnema, vrijwilliger project, “Namen statt Nummern”
Ondertussen is iedereen begonnen met het schrijfwerk. Dat is prima op schema om op 22 maart 2013, na acht maanden hard werken, de biografieën te kunnen presenteren op de jaarlijkse bijeenkomst in Dachau.
21
RAINBOW DIVISION
PUBLICATIES
Jaap Mesdag onderhoudt al enige tijd onze contacten met de Amerikaanse bevrijders van de 42nd Rainbow Division. Op zijn verzoek aan de nog levende oud-militairen om hun ervaring met de bevrijding van het concentratiekamp op te schrijven en het zodoende met ons te delen, kwam het volgende verhaal van Dan Baker. Dan Baker, Wenen, 1947
Black and White Deze zomer attendeerde Dan Dougherty, een van onze Amerikaanse bevrijders, ons op een artikel in de Los Angeles Times, gewijd aan de bevrijding van Dachau. Het verhaal ging over een zekere Paul Parks, een zwarte veteraan, een African American. Hij vertelt daarin over zijn aandeel in de bevrijding van Dachau, en geeft ook bijzonderheden over wat hij daar aantrof. Het artikel heeft aanleiding gegeven tot een groot aantal reacties. In 1945 was namelijk in het Amerikaanse leger nog steeds een rassenscheiding van kracht. Waar het op neer kwam was dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog nog blanke en zwarte militaire eenheden bestonden. Het was gebruikelijk dat in geval van nood blanke eenheden werden aangevuld met militairen uit de zwarte 761e divisie. Zo staat het wel vast dat er zwarte troepen betrokken zijn geweest bij de bevrijding van een buitencommando van Mauthausen.
Pas in 1948 maakte president Truman een einde aan deze segregation. Het is te begrijpen dat er zoveel veteranen waren die reageerden; opvallend was alleen de heftigheid waarmee dat gebeurde. Parks werd bestempeld als een leugenaar en een oplichter. Aan de andere kant zijn er natuurlijk geen redenen te bedenken waarom deze veteraan zo’n verhaal uit zijn duim zou zuigen. Maar er is, ook na navraag bij de voorlichtingsdienst van de US-Army niets te vinden dat wijst op het gelijk van een van de partijen. De krant heeft maar één persoon gevonden die een zwarte Amerikaan heeft gezien. Het was een Poolse jood, die nog nooit een stap buiten zijn ortodoxe shtetl had gezet en dus in Dachau voor de eerste keer in zijn leven een neger zag. Ze zijn het niet eens geworden in Los Angeles. Pim Reijntjes
22
DAN BAKER’S MEMORY OF THE LIBERATION OF DACHAU It was late in April, 1945. My army unit, Co. H, Heavy Weapons, 2ndBn, 242ndReg, 42nd Rainbow Infantry Div, had just occupied an abandoned German airfield near Munich. I was a heavy machine gun platoon leader who had received a battlefield commission during the heavy snows of the Battle of the Bulge. We had been through battles in Schweinfurt (where I got a Bronze Star “for valor”), Furth and Nuremburg, and now were wondering “what next?” On Apr 29 an order came to our battalion headquarters direct from General Eisenhower’s SHAEF Hq. In effect it said that our G.I.’s had liberated the infamous Dachau concentration camp and any of our soldiers who could be spared should report to Dachau to witness the despicable conditions. Our Rainbow ‘s General Linden was there with a task force to accept the surrender of the camp commander. I immediately was granted permission to head my jeep for Dachau. It was now April 30, the day after our first on scene had killed all camp resistors. Once inside the entrance I could see several German SS officers lying dead, under water, in moats that divided parts of the camp. I was allowed to enter a barrack where I saw pathetic, starved prisoners, still in their crude wooden bunks, four-high. I was not allowed to touch their bodies or give them anything to eat, drink or smoke. A terrible stench led me to a RR siding where dozens of open coal cars were spilling over with arms and legs of corpses, waiting to be cremated. The sound of buzzing flies was so loud I can still recall it. Ike (Eisenhower? ,red.) had urged witnesses to take photos. I had no camera, but luckily other witnesses did. When I realize now that there were many more camps like this, I am overwhelmed with the realization that Germany, the country where my father’s people came from, would use brutal force to subdue, humiliate, and put to death several million human beings they just did not happen to like. Up to this point I thought war itself was hell. Now I saw senseless horror that topped front lines fighting. I was a witness. I must always remember and somehow help others to believe it really happened.
23
RAINBOW DIVISION
RAINBOW DIVISION
My first opportunity came as a university professor. I was in the film/TV Production area. A professor of philosophy (wouldn’t you know!) wrote an article refuting the holocaust. He had never been over there to witness it, yet he knew it did not happen. I wrote a scathing rebuttal that was published locally, in Long Bach, CA. My second opportunity came recently when the National Army Museum in New Orleans asked me to relate my Dachau witness in a DVD interview that is now in their archives. I was invited to attend a holocaust commemoration in Washington, D.C., held at the National Holocaust Museum. What would I tell young people who may never learn of this misuse of force? I would urge them to see the movie that best shows an example of this misuse of fatal force. It is “SCHINDLER’S LIST,” directed by a man who was a student in my Educational TV Production course at California State University, Long Beach, in 1967. His name is Steven Spielberg.
Het volgende verhaal komt van Robert B. Turpin. Hierbij moet worden vermeld dat de aanwezigheid van kinderschoentjes in het concentratiekamp hoogst opmerkelijk is omdat is vastgesteld dat er geen babies of kleine kinderen in het kamp waren. “The Babies Shoes” Dachau, April 29, 1945 I am pleased to have the honor of relating to you my participation in the liberation of the Dachau concentration camp on the above date. At that time I was a private first class with the Cannon Company, 242 regiment, 42nd Infantry Division. Prior to my army career, I was employed at a shipyard that produced aircraft carriers. From there I entered a student college training program that was sponsored by the U. S. army. This program was terminated and the student soldiers were transferred to the infantry. The sequence of events that follow led me to the Dachau involvement. We arrived at the camp in the early afternoon. Shortly after arriving, our company commander requested that we immediately go to an area where prisoners were being held. Some of our unit had already opened the gate.
24
The prisoners who could walk out were in their grey and black uniforms and were roaming the town looking for food or clothing. We were ordered to leave them alone. At that time I was ordered to guard a pile of clothing about the size of a small house. While standing guard, I reached down and picked up a pair of white baby shoes that were on the pile of clothing. They had shoelaces and were the high top construction. They were about the size of what a 2 year old baby would wear. I was a 22 year old soldier, and we had been in continuous combat since shortly after landing in Marseille, France. I could have been somewhat immune to what was taking place, and why the baby shoes were on the ground. There was no information passed down to our company as to the reason for the existence of the camp. We left the area after 2 days to complete our mission to defeat Germany. In 1989, 45 years later, my wife and i traveled to Europe and to travel the route of the 42nd division and to visit Dachau. Shorty after entering the gate and looking at the wall and ovens, I was overcome with tears. My wife left me alone until I could regain my thoughts. She then led me out of the camp. Looking back at this visit, it appears that seeing again what a horrible event had occurred and my recollection of the baby shoes, was just too much for a “battle hardened soldier”. After leaving the service, I finished college and received a Mechanical Engineering Degree. The Robert Turpin Company was established after graduation and has been in existence for over 45 years. The Dachau period could somewhat be related to what is happening today. The 1940s happened because the population involved in Germany did not have the opportunity to revolt against the actions of the dictators until it was too late. Their plight was not truly known until the United States and allies were involved. The present new “Dachau” period has allowed the oppressed populations to “Take up Arms” and assert their demands for freedom and self-esteem, with the help of the United States. But there are so many of these events taking place, the United States does not now have unlimited resources to help. It is important to realize that the oppression of people by ruthless dictators will never again be tolerated. History has already made that decision. Private first class Robert B Turpin Cannon Company 242 Regiment 42nd Infantry Division.
25
BESTUUR
BESTUUR
Onze voorzitter heeft het al gemeld: we hebben er weer een nieuw bestuurslid bij.
Geachte leden van de Vriendenkring, Na bijna 10 jaar penningmeesterschap heb ik afgelopen oktober mijn functie overgedragen aan Corinne Noordhoek. Ik ga mij binnen het bestuur vooral bezighouden met de gastsprekers en de voorbereiding op hun toespraak bij de herdenking. In aanloop naar deze Nieuwsbrief heb ik eens teruggebladerd in de voorgaande jaarrekeningen. Het beeld dat daarbij oprijst is tweeledig. Enerzijds dalen naar verloop van tijd de jaarlijkse kosten. Anderzijds blijven de inkomsten redelijk stabiel. Beide ontwikkelingen hangen samen met een kleiner bestuur, wisseling in subsidiepartners, dalend ledental maar stijgende bijdragen van veel leden, opkomst van internet en een minder frequente Nieuwsbrief (één keer per jaar). Het heeft er in elk geval voor gezorgd dat de Vriendenkring een kleine reserve kon opbouwen. Het afgelopen jaar hebben we echter een flinke aanslag op onze reserves gedaan. De aanleiding hiervoor ligt bij de vernieuwing van onze website. Dat was niet alleen noodzakelijk, maar ook van belang voor de toekomst. Vooral jongeren zijn actief opzoek naar informatie over de Tweede Wereldoorlog, vaak in verband met een werkstuk en het internet is hiervoor hun primaire bron.
Even voorstellen dus, Corinne Noordhoek (39 jaar). Een paar maanden geleden is mij gevraagd om de verantwoording over de financiën van de Vriendenkring van Hans Teengs Gerritsen over te nemen. Als kleindochter van Johan Merk, oud-Dachauer, en als dochter van de voorzitter Irma Noordhoek-Merk, kon ik niet weigeren om die rol over te nemen. De oorlog maakt helaas nog vaak deel uit van vele families en daar mag je niet aan voorbij gaan. Ik ben van de 3de generatie. En ook die generatie mag niet uit het oog verliezen wat er toen is gebeurd. Daarom zet ik mij graag op mijn gebied in en hoop een bijdrage te kunnen leveren aan het goede werk van de Vriendenkring.
Met andere woorden via onze website komen zij meer te weten over Dachau. De website heeft dan ook een belangrijke educatieve functie, onze subsidiepartner Nationaal Comité 4 en 5 mei comité hecht hier- terecht- veel waarde aan. Aan mijn opvolgster de taak om de reserves de komende jaren weer wat aan te vullen. Mag ik u daarom dit jaar vragen om een minimale bijdrage van € 20 euro? U kunt dit bedrag overmaken op bankrekening 34.84.49.224 ten name van Stichting Vriendenkring van OudDachauers in Amsterdam. Hans Teengs Gerritsen, bestuurslid
Ik woon met mijn partner, Michiel Hensema, in Amsterdam. Samen hebben wij 2 lieve boefjes van dochters. Puck (4 jaar) en Jill (1 jaar). Als Finance Assistant ben ik voor 3 dagen per week werkzaam op een groot internationaal advocaten- en notarissen kantoor. ARCHIEF
Van wie is dit Gedicht ?? Een gedichtje uit het archief van de Nieuwsbrief. Dichter/auteur onbekend, aanbieder ook onbekend. Wellicht is er iemand die dit gedicht kent of weet dat het ergens in een bundel staat. Vraag is dan: wie is de maker hiervan??? Een lange man in zebrapak Zijn ogen branden in de regen Hij doet zijn hoofd weg in een zak Armen als takken uitgestrekt Sleept hij zich voort, een houten vogel Ik hoor het knakken als hij valt. uit “de Nabestaande” reacties S.V.P. aan de redactie
26
27
OVERLEDEN
Het afgelopen jaar zijn de volgende leden van ons heengegaan: maart augustus september oktober
Matthijs Bovenlander Jacoba Abma-van den Berg Mientje Houtman-Proost Piet Verdam
Rotterdam Naarden Bergen op Zoom Barendrecht
MEDEDELINGEN
27 april herdenking/reünie 2013 Het bestuur heeft in de najaarsvergadering de datum voor de herdenking en reünie van volgend jaar vastgesteld. Noteer alvast in uw agenda: zaterdag 27 april, Nationaal Dachau Monument in het Amsterdamse bos. Ledenadministratie Het bestuur stelt het zeer op prijs wanneer na overlijden een rouwkaart of bericht aan het secretariaat wordt gestuurd. Ook wij kunnen dan onze condoleances kenbaar maken. En wij kunnen dan eventuele mutaties in het adressenbestand doorvoeren. Het lidmaatschap van de Vriendenkring kan overigens gewoon overgaan naar een geïnteresseerd familielid. Meldt dit dan s.v.p. even aan de secretaris. Fondsen De activiteiten van de Vriendenkring van Oud-Dachauers worden mede mogelijk gemaakt door het Comité 4 & 5 mei met middelen uit de BankGiroLoterij en de Lotto. Uw deelname aan deze loterijen wordt daarom van harte aanbevolen.
28