NIEUWSBRIEF 90 – maart 2015
Beste, Je hebt via www.atelierartisjok.be ingetekend op de nieuwsbrief. De nieuwsbrief zal je wat meer wegwijs maken in diverse thema's rond planten en tuinarchitectuur. Suggesties om thema's te behandelen waarover je nog in het duister tast, zullen wij graag ter harte nemen. Laat maar komen op
[email protected].
André le Nôtre De tuinen van Versailles spreken na zoveel eeuwen nog steeds tot de verbeelding. Ze zijn het archetype van de ‘Franse tuin’, die gekend is om de symmetrie en regelmaat. Dat strookte perfect met de tijdsgeest van die tijd, het absolutisme. De man die deze tuinen heeft ontworpen was één van de belangrijkste tuinarchitecten uit de geschiedenis: André le Nôtre. Een portret…
In de wieg gelegd als tuinarchitect… André werd geboren in 1613 als de zoon van Jean le Nôtre, de tuinarchitect van Lodewijk XIII. Hij trad in zijn vaders voetsporen en kreeg als beginnend architect de opdracht van burggraaf Nicolas Fouquet, om de tuin rond zijn nieuwe kasteel in Vaux-leVicomte te ontwerpen. Het gebouw was in barokke Italiaanse stijl en de tuin moest hierbij aansluiten. Le Nôtre ontpopte zich als een natuurtalent en slaagde erin om een harmonieus geheel te maken van waterpartijen, grotten, parterres en fonteinen. Lodewijk XIV hoorde van dit uitzonderlijke ontwerp en hij haalde de man naar zijn Kasteel in Versailles waar ze vrienden werden. André le Nôtre werd internationaal bekend en kreeg veel grote opdrachten. Hij stierf op 87-jarige leeftijd.
De zonnekoning Lodewijk XIV was voorstander van het absolutisme, de vorst was almachtig en alles –zelfs de natuurwas hieraan onderworpen. Verder hield hij de aristocraten goed in de hand door hen te verplichten in zijn imposante Kasteel van Versailles te verblijven. Hij was niet echt een ijverige student, maar ontwikkelde wel smaak voor kunst: schilderkunst, architectuur, muziek,… André le Nôtre kreeg als tuinen landschapsarchitect aan het hof de opdracht om de tuinen rond Versailles aan te leggen.
De Tuinen van Versailles
Dit is de grootste ‘Franse tuin’ in de wereld. Lodewijk XIII kocht het domein en liet een strakke tuin aanleggen, maar het park zelf was voor het grootste deel vrij ruw en bestond vooral uit landbouwgrond. Onder bewind van zijn zoon mocht le Nôtre aan de slag en hij kreeg de opdracht om de tuin steeds te vergroten zodat het leek dat de koning ook de horizon bezat. Lodewijk XIV liet zelfs een naburig dorpje (Trianon) slopen om zijn tuin uit te breiden. Zijn opvolgers hebben de tuin steeds intact gehouden en slechts kleine aanpassingen gedaan. Naast de vele bloemperken, beelden, zuilengalerijen, paviljoenen en een grot heeft de tuin ook veel vijvers, fonteinen en een groot kanaal. Lodewijk was immers een groot liefhebber van watervallen en waterpartijen. De koning liet uit Venetië gondels en gondeliers overkomen om het kanaal te bemannen. De tuin werd het decor voor vele spektakels met vuurwerk, muziek en toneel. Op het kanaal werden zelfs heuse zeeslagen nagespeeld, kompleet met kanonnen en vuurwerk. Al die fonteinen zorgden voor een enorm waterverbruik. Men legde speciale kanalen en aquaducten aan van de Seine om Versailles van water te voorzien. De fonteinen werkten enkel als de koning in de buurt was.
Het water werd verpompt via “de machine van Marly”. Het ingenieuze bouwwerk deed 130 jaar dienst en werd als wereldwonder beschouwd. Er waren 60 techniekers nodig om continu wisselstukken te plaatsen. Het ding maakte zoveel kabaal dat de eigenaar van het naburige kasteel de slaap niet kon vatten… Het gevaarte onderging een aantal aanpassingen en werd slechts in 1968 afgebroken.
De Tuilerieën
In 1664 kreeg le Nôtre van Colbert -een Frans politicus, die ook zorgde voor de koninklijke financiën- de opdracht om de Tuilerieën te verfraaien. Dat waren de tuinen van het voormalig koninklijk paleis in Parijs. Je kunt ze vandaag nog bezoeken, het paleis is verwoest en later afgebroken. Ze liggen tussen het Louvre en de Place de la Concorde. Catharina de Medici gaf in 1553 de opdracht om ze aan te leggen in Italiaanse stijl met prachtige fonteinen. Le Nôtre voegde een brede laan en geometrische bloemperken toe.
De Belgische tuinarchitect Jacques Wirtz ontwierp op vraag van president Mitterand de Jardin du Carroussel bij de Tuilerieën (1991). Hij liet een waaierpatroon van radiale hagen aanplanten en gaf zo een eigentijdse toets aan het ontwerp van Le Nôtre.
Kasteel van Chantilly De prinsen van Condé bezaten het kasteel in de 17de en 18de eeuw. Lodewijk II van Bourbon-Condé laat het landgoed aanleggen door le Nôtre die een zijrivier van de l’Oise, de Nonette laat kanaliseren om de waterpartijen in het park te vullen. En ook hier was een ‘Grand Canal’ dat met zijn 2,5 km zelfs indrukwekkender was dan dat in Versailles. De tuin werd voor een deel vernield tijdens de Franse revolutie en op dat gedeelte werd later een Engelse tuin aangelegd door architect Victor Dubois. In die tijd werden grote namen ontvangen in het kasteel: schrijvers als La Fontaine (van de dierenfabels), Madame de La Fayette en ook Molière, die er verschillende stukken schrijft en laat opvoeren. Kok François Vatel vond rond die periode de ‘crème Chantilly’ uit, een nieuw dessert met opgeklopte room en vanille.
Kasteel van Saint-Germain-en-Laye Ook voor het kasteel in Saint-Germain-en-Laye ontwierp André le Nôtre de omliggende tuinen. Niet zo verwonderlijk aangezien Lodewijk XIV hier werd geboren en het domein in eigendom had. In de tuin ontwierp hij ook een groot terras dat een panoramisch zicht biedt op Parijs. In een paviljoen op het terein zou ook het beroemde verhaal van de drie musketiers zijn geschreven door Alexandre Dumas.
St. James’s Park in Londen Londen bezit acht Koninklijke Parken, St. James’s Park is er één van. Het ligt ten oosten van Buckingham Palace. Het park bestaat uit een klein meer, St. James’s Lake met twee eilanden: Duck Island, vernoemd naar de bonte collectie watervogels en West Island. Als je de brug neemt over het meer heb je een prachtig zicht op Buckingham Palace, omgeven door bomen en fonteinen. Dat de Engelse koning Charles II voor de franse tuin- en landschapsarchitect koos is niet zo ongewoon aangezien de koning de ambitie had om de Engelse ‘Sun King’ te worden. Ook hier werd er een kanaal aangelegd voor de vele ganzen, pelicanen en andere watervogels. Toch was het resultaat niet zo impresionant omdat de schaal veel kleiner was en de lanen minder breed. Het ontwerp voor de parterres was er en de voorbereidende grondwerken werden uitgevoerd, maar de plantvakken werden niet aangeplant.
De Franse tuinen De stijl van André le Nôtre werd uiteindelijk de ‘Franse tuin’ of ‘baroktuin’ genoemd. Het is een zeer formele tuin, gebaseerd op de Italiaanse renaissancetuinen. De tuinen worden gekenmerkt door symmetrie, grote grasvelden met parterres (buxusplanten die in een bepaald patroon worden geplant), strak geschoren hagen en buxusheggetjes die verwerkt zijn in een harmonieus landschap. Deze tuinen kregen in heel Europa navolging tot men eind 18de eeuw uitgekeken was op de strakke tuinen en meer en meer viel voor de charme van de ‘Engelse tuinen’. Maar dat is dan weer voer voor een andere nieuwsbrief.
Voor meer info over deze nieuwsbrief kan je steeds bij Atelier Artisjok terecht (0495/10.59.18). Komt deze nieuwsbrief niet goed door, of verschijnt één en ander niet zoals het hoort, laat het ons dan weten. Inhoudelijke opmerkingen zijn eveneens welkom. Vind je de nieuwsbrief interessant, stuur deze dan door naar gelijkgezinden die nog niet met Atelier Artisjok vertrouwd zijn. Op onze site kan iedereen vrijblijvend intekenen op de nieuwsbrief. De volgende nieuwsbrief verschijnt half april. Peter en Katelijne www.atelierartisjok.be