Nieuwe regelgeving Bao 2014 - 2015 2014
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs Schooljaar 2014-2015
De afdeling Onderwijsorganisatie en -personeel heeft de ondersteuning van scholen en scholengroepen als één van haar kerntaken. Gezien de steeds wijzigende regelgeving willen we een samenvatting aanbieden van de meest recente wijzigingen op het vlak van de regelgeving betreffende het basisonderwijs. Het document is opgesplitst in twee delen: -
Onderwijsorganisatorische wijzigingen Wijzigingen m.b.t. personeelsmateries
Bij elke wijziging wordt er ook steeds verwezen naar een link van de betreffende omzendbrief/wetgeving. Uiteraard vindt u ook steeds alle informatie via www.ond.vlaanderen.be/edulex
Onderwijsorganisatie en -personeel Nieuwe regelgeving basisonderwijs 2014-2015 - Versie 18-08-2014
1
Inhoudsopgave Onderwijsorganisatorische wijzigingen
Kostenbeheersing
3
Getuigschrift basisonderwijs
4
Afwezigheden
5
Personeelsformatie gewoon basisonderwijs
6
Toelatingsvoorwaarden leerlingen in het gewoon basisonderwijs
7
Huisonderwijs
9
Screening niveau onderwijstaal, taaltraject en taalbad
9
Onderwijs en initiatie in vreemde talen
10
Engagementsverklaring
10
Schoolreglement
10
Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers
111
Scholengemeenschappen
122
Zittenblijven Overdracht van leerlingengegevens Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedure
13 133 14
Leefregels
188
Contacteer ons
200
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
2
Kostenbeheersing Uit:
Kostenbeheersing in het basisonderwijs Referentie: BaO/2007/05 Publicatiedatum: 22/06/2007
Scherpe maximumfactuur schooljaar 2014-2015 Op 28 maart heeft de indexcommissie het gezondheidsindexcijfer voor de maand maart 2014 bekend gemaakt. Dit cijfer bedraagt 120,50 punten. Op basis van deze index en na toepassing van de indexformule en de afronding naar het hogere geheel getal dat een veelvoud is van 5, zijn volgende bedragen van toepassing vanaf het schooljaar 2014-2015 Geïndexeerd bedrag 2014-2015 kleuters 2 + 3 jarigen
25 euro
4 jarigen
35 euro
5 jarigen en leerplichtige kleuters
40 euro
lager Per leerjaar
70 euro
Minder scherpe maximumfactuur schooljaar 2014-2015 Na toepassing van de indexformule en de afronding naar het hogere geheel getal dat een veelvoud is van 5, geeft dit volgend geïndexeerd bedrag : 410 euro.
Programmatie en rationalisatie: genadejaar Uit:
Programmatie en Rationalisatie in het Gewoon Basisonderwijs Referentie: BaO/97/10 Publicatiedatum: (17/06/1997)
Om gebruik te kunnen maken van het genadejaar kunnen scholen, vestigingsplaatsen en niveaus die op de teldag niet aan de voor hen geldende rationalisatienormen voldoen, gesubsidieerd of gefinancierd blijven als op de vorige teldag van de school, de volgende voorwaarden vervuld waren:
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
3
-
de school in haar geheel voldeed aan de rationalisatienormen; elke vestigingsplaats en elk niveau van de school voldeden aan de voor hen geldende rationalisatienormen. Als de school herstructureert, wordt er enkel gekeken naar de niveaus en vestigingsplaatsen die tijdens het lopende schooljaar nog deel uitmaken van de school.
De vorige teldag is voor scholen die, omwille van een herstructurering, tellen op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar steeds de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar.
Getuigschrift basisonderwijs Uit:
Het uitreiken van het getuigschrift basisonderwijs Referentie: BaO/98/11 Publicatiedatum: (10/07/2013)
De beslissing omtrent het toekennen van het getuigschrift basisonderwijs moet uiterlijk op 30 juni aan de ouders meegedeeld worden en de ouders worden geacht deze op uiterlijk 1 juli in ontvangst te hebben genomen. Vanaf deze datum heeft een leerling die het getuigschrift niet krijgt ook recht op (naast het hierboven vermelde attest) een schriftelijke motivering met inbegrip van bijzondere aandachtspunten voor de verdere schoolloopbaan. Tegen het niet verkrijgen van het getuigschrift basisonderwijs kan door de ouders beroep aangetekend worden. Elke ouder die niet akkoord gaat met het niet verkrijgen van het getuigschrift basisonderwijs, kan beroep indienen, op voorwaarde dat er eerst overleg is geweest met de school (de directeur of zijn afgevaardigde). De bedoeling van dit overleg is om alsnog tot een overeenkomst te komen zonder dat de formele beroepsprocedure opgestart moet worden. De termijn waarbinnen dit overleg moet plaatsvinden, is vastgelegd in het schoolreglement. De school kan dit overleg niet weigeren en er moet een schriftelijke verslag van gemaakt worden. Na dit overleg kan de directeur (of zijn afgevaardigde) beslissen om de klassenraad opnieuw te laten samenkomen. De klassenraad kan dan het getuigschrift alsnog toekennen of bij de oorspronkelijke beslissing blijven. De beslissing van de directeur (of zijn afgevaardigde) om de klassenraad niet samen te laten komen of, in geval de klassenraad wel samenkomt, de beslissing van de opnieuw samengekomen klassenraad, moet door de ouders schriftelijk in ontvangst genomen worden op een datum die voorzien is in het schoolreglement. Als de ouders de beslissing op deze datum niet in ontvangst nemen, wordt ze toch geacht in ontvangst genomen te zijn. Wanneer de ouders niet akkoord gaan met de beslissing (hetzij om de klassenraad niet bijeen te roepen, hetzij om het getuigschrift niet toe te kennen), dan wijst de school de ouders schriftelijk op de mogelijkheid tot beroep bij de beroepscommissie. Als het getuigschrift wel toegekend wordt, dan zullen de ouders genoegdoening hebben en zal de procedure hier stoppen.
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
4
Beroep De ouders stellen het beroep in bij het schoolbestuur. Ze dateren en ondertekenen het beroep en vermelden ten minste het voorwerp van het beroep, met beschrijving van de feiten en met een motivering van de bezwaren die ze inroepen. Ze kunnen overtuigingsstukken bijvoegen. Het schoolbestuur richt de beroepscommissie op en bepaalt ook de samenstelling. Deze beroepscommissie bestaat uit zowel interne als externe leden. (zie schoolreglement) De samenstelling van een beroepscommissie kan per te behandelen dossier verschillen. Binnen de behandeling van één dossier kan de samenstelling niet wijzigen. De werking van de beroepscommissie, ook de stemprocedure, wordt bepaald door het schoolbestuur. Wel moeten volgende bepalingen in acht genomen worden: Leden van de beroepscommissie zijn aan discretieplicht onderworpen. Ze zijn allen stemgerechtigd. Bij stemming moet het aantal stemgerechtigde interne leden en het aantal stemgerechtigde externe leden gelijk zijn. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. Bij de behandeling van een dossier hoort de beroepscommissie in elk geval de ouders in kwestie. De beroepscommissie kan ook één of meer leden van de klassenraad horen. De beroepscommissie beslist verder autonoom over de stappen die worden gezet om tot een gefundeerde beslissing te komen. Ze oordeelt of de genomen beslissing alleszins in overeenstemming is met de regelgeving en met het schoolreglement. Indien het beroep ontvankelijk is, kan de beroepscommissie tot de beslissing komen dat het getuigschrift basisonderwijs toch uitgereikt wordt, of de eerste beslissing tot niet uitreiking van het getuigschrift bevestigen. Het schoolbestuur is verplicht de beslissing van de beroepscommissie te aanvaarden. Het schoolbestuur aanvaardt de verantwoordelijkheid voor de beslissing van de beroepscommissie. De ouders worden uiterlijk op 15 september die volgt op het niet uitreiken van het getuigschrift basisonderwijs, schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van de beroepscommissie. Onbetaalde facturen zijn geen reden om het getuigschrift of andere documenten in te houden.
Afwezigheden Uit:
Afwezigheden van leerlingen in het basisonderwijs Referentie: BaO/2002/11 Publicatiedatum: (16/08/2002)
Er dient thans een medisch attest, uitgereikt door een arts, te worden ingediend voor elke afwezigheid die zich situeert tijdens de week onmiddellijk vóór of onmiddellijk na een schoolvakantie. Een aantal afwezigheden worden nu gevat onder de noemer ‘persoonlijke aangelegenheden’. De school beslist zelf over het aantal toegekende dagen afwezigheid om ‘persoonlijke redenen’. De ouders dienen wel op voorhand een aanvraag in. Het is de directeur die beslist.
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
5
Afwezigheden voor maximaal zes lestijden per week van een leerling die topsport beoefent, of afwezigheden tijdens de lestijden t.g.v. revalidatie van een leerling kunnen niet als afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheden beschouwd worden. Voor laatst vermelde afwezigheden blijven de procedures gelden zoals reeds eerder in de omzendbrief afwezigheden omschreven.
Personeelsformatie gewoon basisonderwijs Uit:
Personeelsformatie Scholen in het Gewoon Basisonderwijs Referentie: BaO/2005/09 zie punt 3.1.6.2 Publicatiedatum: (29/06/2005)
Overdragen van lestijden De lestijden uit de basisomkadering kunnen , vanaf 1 september 2014, gedurende het volledige schooljaar overgedragen worden voor de organisatie van een taalbad. Herberekening van de lestijden volgens de schalen in steden en gemeenten met capaciteitsproblemen De voorwaarde om de gemeenten waar scholen in aanmerking komen voor een hertelling in het kader van de capaciteitsredenen wijzigt. De herberekening van de lestijden volgens de schalen in het kleuter- en lager onderwijs is van toepassing in stedelijke gebieden die aan de volgende 2 voorwaarden voldoen: Ten eerste moeten deze gelegen zijn in een arrondissement van het Vlaams Gewest dat, voor het schooljaar (X, X+1), een totale aangroei kent van minstens 2400 regelmatige leerlingen gewoon basisonderwijs, die ingeschreven waren in de vestigingsplaatsen op het grondgebied van dit administratief arrondissement, op de eerste schooldag van februari van het kalenderjaar X ten opzichte van de eerste schooldag van februari van het kalenderjaar X-5. Ofwel moeten ze gelegen zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, op voorwaarde dat dit Gewest de hierboven beschreven aangroei van leerlingen kent. Ten tweede moet voor het schooljaar (X, X+1) de totale aangroei van het aantal regelmatige leerlingen gewoon basisonderwijs die ingeschreven waren in de vestigingsplaatsen op het grondgebied van deze gemeenten op de eerste schooldag van februari van het kalenderjaar X minstens 240 leerlingen bedragen t.o.v. de eerste schooldag van februari van het kalenderjaar X-5. Om een stabiele omkadering, noodzakelijk omwille van o.a. een goede personeelswerking in de scholen, te verzoenen met een jaarlijks aangepaste lijst van gemeenten waar scholen om capaciteitsredenen hertellen, wordt er vanaf 1 september 2015 een waarborgperiode van 1 schooljaar voorzien waarin, ook al komt de gemeente volgens de gehanteerde parameters niet meer in aanmerking voor een hertelling, de scholen op hun grondgebied toch nog hertellen (waarborgregeling). Een gemeente die op de eerste schooldag van februari van het kalenderjaar X (bv. 2015) niet meer aan de hierboven vermelde voorwaarden voldeed, maar op de eerste schooldag van februari van het kalenderjaar X-1 (bv. 2014) wél aan deze voorwaarden voldeed, komt, voor het schooljaar X – X+1 (bv. 2015-2016), in aanmerking voor een hertelling. Scholen die in deze gemeenten in de waarborgregeling gelegen zijn, hertellen niet in min.
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
6
Gemeenten die hiervoor in aanmerking komen zijn : Aalst, Anderlecht, Antwerpen, Asse, Brussel, Denderleeuw, Dilbeek, Edegem, Gent, Grimbergen, Haaltert, Halle, Jette, Leuven, Mechelen, Merelbeke, Mortsel, Opwijk, Schaarbeek, Sint-Pieters-Leeuw, Tienen, Vilvoorde, Willebroek, Zaventem en Zwijndrecht.
Toelatingsvoorwaarden leerlingen in het gewoon basisonderwijs Uit:
Toelatingsvoorwaarden leerlingen in het gewoon basisonderwijs Referentie: BaO/2001/10 Publicatiedatum: (10/08/2001)
Vanaf het schooljaar 2014-2015 gelden nieuwe toelatingsvoorwaarden voor het gewoon lager onderwijs voor leerlingen die op zes jaar, of vervroegd op vijf jaar, wensen in te stappen. Als zesjarigen worden beschouwd, al wie zes jaar geworden is vóór 1 januari van het lopende schooljaar; als vijfjarigen worden beschouwd, al wie vijf jaar geworden is vóór 1 januari van het lopende schooljaar (bijvoorbeeld: voor het schooljaar 2014-2015 worden alle kinderen geboren in 2008 beschouwd als zesjarigen, de kinderen geboren in 2009 zijn in functie van dit schooljaar de vijfjarigen). De klassenraad van de school voor lager onderwijs beslist voortaan over de toelating tot het gewoon lager onderwijs van alle vijfjarigen, alsook over de toelating van de zesjarigen die het jaar ervoor onvoldoende aanwezig waren in het Nederlandstalig erkend kleuteronderwijs. Om dit mogelijk te maken is de decretale definitie van het begrip ‘klassenraad’ gewijzigd. De klassenraad wordt voortaan gedefinieerd als het team van personeelsleden dat, onder leiding van de directeur of zijn afgevaardigde, samen de verantwoordelijkheid draagt of zal dragen voor de begeleiding van en het onderwijs aan een bepaalde leerlingengroep of individuele leerling. De taalproef voor onvoldoend aanwezige kleuters vervalt, zowel voor de vijf- als voor de zesjarigen. Vijfjarigen Vanaf het schooljaar 2014-2015 is het steeds de klassenraad die beslist over de toelating van een vijfjarige tot het gewoon lager onderwijs. Het beslissingsrecht van de ouders vervalt hier dus, ook voor leerlingen die voldoende aanwezig waren in het kleuteronderwijs. Voorafgaand aan deze beslissing wint de klassenraad het advies in van het CLB. Wanneer de beslissing tot toelating negatief is, moet deze beslissing schriftelijk meegedeeld en gemotiveerd worden. Deze toelatingsvoorwaarde geldt ook in de Franstalige scholen in de taalgrensgemeenten die deel uitmaken van het Nederlandse taalgebied. Zesjarigen Zesjarigen die in het voorgaande schooljaar ingeschreven waren in een erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en er ten minste 220 halve dagen aanwezig geweest zijn, hebben een recht op toelating tot het gewoon lager onderwijs. Aanwezigheid in de rijdende kleuterschool wordt mee in rekening genomen. De ouders van deze voldoend aanwezige leerlingen maken zelf de keuze of de leerling op zes jaar in het gewoon lager onderwijs instapt of een jaar langer kleuteronderwijs volgt.
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
7
Voor zesjarigen die geen 220 halve dagen aanwezigheid in een erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs hebben, beslist de klassenraad van het lager onderwijs over de toelating. De manier waarop de klassenraad deze beslissing neemt, bepaalt de school zelf (bijv. contactname met de kleuterschool, advies van het CLB, een oriënterend gesprek met de leerling/ouders, testen, …). De school deelt de beslissing omtrent de toelating tot het gewoon lager onderwijs mee, uiterlijk de tiende schooldag van september, voor leerlingen die ingeschreven zijn vóór 1 september. Voor leerlingen die vanaf 1 september ingeschreven worden, deelt de school de beslissing mee, uiterlijk tien schooldagen na de inschrijving. In afwachting van de mededeling is de leerling ingeschreven onder opschortende voorwaarde. Wanneer deze termijnen overschreden worden, is de leerling ingeschreven. Wanneer de beslissing tot toelating negatief is, moet deze beslissing schriftelijk meegedeeld en gemotiveerd worden. Voor leerlingen die instappen in het gewoon lager onderwijs in Franstalige scholen in de taalgrensgemeenten die deel uitmaken van het Nederlandse taalgebied, is voldoende aanwezigheid in een Nederlandstalige erkende school voor kleuteronderwijs geen vereiste. Zij hebben op basis van hun leeftijd van zes jaar recht op toelating tot het gewoon lager onderwijs. Ouders kunnen nog altijd zelf de beslissing nemen om hun zesjarig kind dat wel voldoet aan de toelatingsvoorwaarden voor het gewoon lager onderwijs nog een jaar langer kleuteronderwijs te laten volgen. Zowel de klassenraad als het bevoegde CLB geven de ouders hierover voorafgaandelijk advies. Nadat de ouders op de hoogte gebracht zijn van de voor- en nadelen en de mogelijke consequenties, nemen zij de uiteindelijke beslissing Zevenjarigen en ouder Deze leerlingen hebben op basis van hun leeftijd, recht op toelating tot het gewoon lager onderwijs. De vereiste van voldoende aanwezigheid in het Nederlandstalig erkend kleuteronderwijs of toelating door de klassenraad is op hen niet van toepassing De school deelt de beslissing omtrent de toelating tot het gewoon lager onderwijs mee uiterlijk de tiende schooldag van september, voor leerlingen die ingeschreven zijn vóór 1 september. Voor leerlingen die vanaf 1 september ingeschreven worden, deelt de school de beslissing mee uiterlijk tien schooldagen na de inschrijving. In afwachting van de mededeling is de leerling ingeschreven onder opschortende voorwaarde. Wanneer deze termijnen overschreden worden, is de leerling ingeschreven. Wanneer de beslissing tot toelating negatief is, moet deze beslissing schriftelijk meegedeeld en gemotiveerd worden.
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
8
Huisonderwijs Uit:
Schoolveranderen in de loop van het schooljaar Referentie: BaO/97/12 Publicatiedatum: (17/06/1997)
Ouders die opteren voor huisonderwijs moeten, uiterlijk op de derde schooldag van het schooljaar, een verklaring van huisonderwijs met bijhorende informatie over het huisonderwijs indienen bij het Agentschap voor Onderwijsdiensten. Alleen in uitzonderlijke gevallen mag er daarna nog een omschakeling van schoolonderwijs naar huisonderwijs zijn. Van huisonderwijs naar schoolonderwijs omschakelen kan altijd. Om deze situaties te kunnen opvolgen én om de leerplicht van de betrokken kinderen te garanderen, vraagt het Agentschap voor Onderwijsdiensten dat scholen de omschakeling van schoolonderwijs naar huisonderwijs en vice versa melden.
Screening niveau onderwijstaal, taaltraject en taalbad Uit
Screening niveau onderwijstaal, taaltraject en taalbad in het gewoon lager onderwijs Referentie: BaO/2014/01 Publicatiedatum (15/05/2009)
Vanaf 1 september 2014 moeten scholen voor elke leerling die voor het eerst in het Nederlandstalig gewoon lager onderwijs instroomt, een verplichte screening van het niveau van de onderwijstaal uitvoeren. Deze screening brengt de beginsituatie van de leerling in kaart en wordt gevolgd door een aan de leerling aangepast taaltraject. Deze screening beoogt na te gaan wat het niveau van de leerling inzake de onderwijstaal is. Het is met andere woorden een beginsituatieanalyse van de leerling op basis waarvan verdere stappen ter ondersteuning van de leerling genomen kunnen worden. Voor leerlingen die de onderwijstaal onvoldoende beheersen om de lessen te kunnen volgen, is een taalbad van maximaal een jaar mogelijk. Deze screening niveau onderwijstaal moet gebeuren voor elke leerling die voor het eerst in het Nederlandstalig gewoon lager onderwijs instroomt. Het kan gaan om leerlingen die de overstap maken van het (gewoon- of buitengewoon) kleuteronderwijs naar het gewoon lager onderwijs, het kan ook gaan om kinderen die op latere leeftijd in het gewoon lager onderwijs instromen (bijv. leerlingen uit Wallonië, uit het buitenland). De taalscreening wordt uitgevoerd nà de instroom van de leerling in het gewoon lager onderwijs. De taalscreening is immers geen onderdeel van de toelatingsvoorwaarden tot het gewoon lager onderwijs. Voor leerlingen die zich inschrijven in een lagere school (die dus niet doorstromen vanuit het eigen kleuteronderwijs, maar bijv. uit een andere school of uit het buitenland komen, of nog geen kleuteronderwijs gevolgd hebben) kan de screening dus niet voorafgaan aan de inschrijving in de lagere school. Het resultaat van de taalscreening kan nooit het recht van de leerling op gewoon lager onderwijs beïnvloeden.
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
9
Onderwijs en initiatie in vreemde talen Uit : Onderwijs en initiatie in vreemde talen in het gewoon basisonderwijs Referentie: BaO/2004/02 Publicatiedatum: (11/06/2004) Vanaf 1 september 2014 kan Frans buiten Brussel aangeboden worden vanaf het derde jaar gewoon lager onderwijs, op voorwaarde dat de leerlingen de onderwijstaal (Nederlands) voldoende beheersen. Vreemde taleninitiatie kan in het Frans, Engels en Duits.
Engagementsverklaring Uit : Engagementsverklaring in het basisonderwijs
Referentie: BaO/2009/02 Publicatiedatum: (27/04/2009) Vanaf het schooljaar 2014-2015 wordt het positief engagement van de ouders ten aanzien van de onderwijstaal uitgebreid. Ouders moeten positief staan ten aanzien van extra initiatieven en maatregelen die de school neemt om de taalachterstand van de leerlingen weg te werken. (te zien in relatie tot de taalscreening, het taaltraject en het taalbad)
Schoolreglement Uit : Informatie bij eerste inschrijving en schoolreglement
Referentie: BaO/2002/1 Publicatiedatum: (08/02/2002)
Vanaf het schooljaar 2014-2015 zijn er, voortvloeiend uit het decreet rechtspositie leerlingen, enkele toevoegingen en wijzigingen aan de bepalingen m.b.t. het schoolreglement. Volgende bepalingen worden toegevoegd vanaf 1 september 2014: -
De wijze waarop de schoolraad en ouderraad worden samengesteld
-
Het recht op inzage door de ouders en hun recht op toelichting bij de gegevens die de school m.b.t. de leerling verzamelt, alsook het recht op een kopie van deze gegevens. Scholen verzamelen heel wat gegevens m.b.t. hun leerlingen. Het decreet rechtspositie leerlingen bepaalt dat ouders inzagerecht hebben in de gegevens m.b.t. hun kinderen. Ouders hebben dus ook inzage in de
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
10
evaluatiegegevens van hun kinderen. Ouders hebben eveneens recht op een kopie van deze gegevens, met dien verstande dat ze slechts een kopie kunnen vragen nadat de school toelichting bij de gegevens gegeven heeft. Indien de school een vergoeding voor deze kopies vraagt, dan is deze vergoeding opgenomen in de bijdrageregeling van het schoolreglement. Iedere kopie dient persoonlijk en vertrouwelijk behandeld te worden. Een kopie mag niet verspreid noch publiek worden gemaakt. De informatie mag bovendien enkel gebruikt worden in functie van de onderwijsloopbaan van de leerling. Als bepaalde gegevens ook een derde leerling betreffen en volledige inzage in de gegevens door ouders de persoonlijke levenssfeer van deze derde leerling zouden schenden, wordt de toegang tot deze gegevens verstrekt via een gesprek, gedeeltelijke inzage of rapportage. -
Informatie over extra- murosactiviteiten
Toe te voegen bepalingen specifiek voor het lager onderwijs vanaf 1 september 2014: -
Het reglement inzake tucht en schending van de leefregels van de leerlingen met inbegrip van een preventieve schorsing, een tijdelijke uitsluiting of een definitieve uitsluiting, met inbegrip van de beroepsprocedure tegen tijdelijke en definitieve uitsluiting
-
De procedure volgens dewelke het schoolbestuur getuigschriften basisonderwijs toekent, met inbegrip van de beroepsprocedure
-
De afspraken m.b.t . de leerlingenevaluatie
Alle wijzigingen aan schoolreglementen die na de inschrijving van het kind zijn gebeurd, moeten aan de ouders meegedeeld worden, bijvoorbeeld via een addendum. Ouders moeten dan opnieuw hun akkoord verlenen.
Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers Uit : Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers
Referentie: BaO/2006/03 Publicatiedatum: (30/06/2006) Scholen kiezen ervoor om te tellen per school of per scholengemeenschap. Het gelijktijdig toepassen van de beide systemen mag niet. Een school kan in één en hetzelfde schooljaar niet én op schoolniveau én op niveau van de scholengemeenschap tellen. Het is wel mogelijk dat één of meerdere scholen van de scholengemeenschap ervoor kiezen om op schoolniveau te tellen, terwijl de overige scholen van de scholengemeenschap op het niveau van de scholengemeenschap tellen. Een school mag beide systemen niet combineren. Tijdens het schooljaar kan niet van systeem worden veranderd. Als er gekozen wordt om per school te tellen, worden er aanvullende lestijden voor de opvang van anderstalige nieuwkomers gefinancierd op volgende wijze:
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
11
Voor autonome kleuterscholen of autonome lagere scholen met slechts één vestigingsplaats, moeten er, op de eerste schooldag van september of in de loop van het schooljaar, in de school minimaal vier anderstalige nieuwkomers als regelmatige leerling ingeschreven zijn. Voor alle andere scholen moeten er, op de eerste schooldag van september of in de loop van het schooljaar, in de school minimaal zes anderstalige nieuwkomers als regelmatige leerling ingeschreven zijn. Van zodra het minimum aantal anderstalige nieuwkomers is bereikt, worden twee aanvullende lestijden per school en anderhalve lestijd per anderstalige nieuwkomer op het niveau van de school gefinancierd. Als in de loop van het schooljaar het aantal anderstalige nieuwkomers dat als basis heeft gediend voor de vorige vaststelling, met minimaal vier wordt overschreden, dan heeft de school recht op extra aanvullende lestijden, nl. anderhalve lestijd per bijkomende anderstalige nieuwkomer. De financiering van aanvullende lestijden wordt stopgezet als het aantal ingeschreven anderstalige nieuwkomers minder dan twee bedraagt. Als er gekozen wordt om per scholengemeenschap te tellen, worden aanvullende lestijden voor de opvang van anderstalige nieuwkomers op de volgende wijze gefinancierd of gesubsidieerd: Er moeten op de eerste schooldag van september of in de loop va n het schooljaar minimaal twaalf anderstalige nieuwkomers als regelmatige leerling zijn ingeschreven in alle scholen van de scholengemeenschap samen. Scholen die tellen op schoolniveau mogen hierbij niet worden opgenomen. Het aantal aanvullende lestijden dat wordt gefinancierd of gesubsidieerd op het niveau van de scholengemeenschap bedraagt anderhalve lestijd per anderstalige nieuwkomer. De aanvullende lestijden worden berekend op het niveau van de scholengemeenschap, maar toegekend op het niveau van de scholen. Als in de loop van het schooljaar het aantal anderstalige nieuwkomers dat in de scholengemeenschap als basis heeft gediend voor de vorige vaststelling, met minimaal vier wordt overschreden dan hebben de betrokken scholen recht op extra aanvullende lestijden, nl. anderhalve lestijd per bijkomende anderstalige nieuwkomer. De financiering of subsidiëring van aanvullende lestijden wordt stopgezet als het aantal ingeschreven anderstalige nieuwkomers, minder dan vier bedraagt. De lestijden voor onthaalonderwijs kunnen gedurende het volledige schooljaar worden overgedragen, om in te spelen op het soms grote verloop van onthaalleerlingen.
Scholengemeenschappen Uit : Scholengemeenschappen basisonderwijs
Referentie: BaO/2005/11 Publicatiedatum: (30/06/2005) Op 1 september 2014 start een nieuwe zesjaarlijkse periode. Scholen kunnen tijdens deze periode alleen uit de scholengemeenschap stappen in één van volgende gevallen: -
wanneer de scholengemeenschap minder dan 900 gewogen leerlingen telt
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
12
-
wanneer de school wordt overgenomen door een schoolbestuur van een andere groep
-
wanneer de school behoort tot een “schoolbestuur met bepaalde kenmerken”. (Een dergelijke uitstap kan alleen op 1 september 2017, 2018 of 2019. De Vlaamse Regering dient nog verder te bepalen wat die kenmerken zijn waaraan het schoolbestuur moet voldoen)
Bij de start van een nieuwe zesjaarlijkse periode voor scholengemeenschappen worden de scholen die bij de start van de scholengemeenschap op 1 september deel uitmaken van de scholengemeenschap, geacht deel uit te maken van de scholengemeenschap op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar, op voorwaarde dat de school, het schooljaar voor de start van de scholengemeenschap, opgenomen was in de financierings- of subsidiëringsregeling.
Zittenblijven Uit: Zittenblijven in het basisonderwijs Referentie: BaO/2014/03 Publicatiedatum: (15/05/2014)
De school beslist welke leerling in het basisonderwijs overgaat en welke blijft zitten (exclusief de overgang van kleuter naar lager waar bijzondere modaliteiten gelden). Indien de school beslist om een leerling te laten overzitten in het niveau kleuteronderwijs of in het niveau lager onderwijs, dan wordt deze beslissing genomen na voorafgaandelijk overleg met het CLB. De beslissing wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de ouders bezorgd. De ouders krijgen mondeling toelichting bij de beslissing met kennisgeving van de begeleidende maatregelen gedurende het volgende schooljaar.
Overdracht van leerlingengegevens Uit:
Overdracht van leerlingengegevens bij schoolverandering Referentie: BaO/2014/05 Publicatiedatum: (15/05/2014)
Als een leerling van school verandert, worden leerlingengegevens automatisch overgedragen. De overdracht kan enkel betrekking hebben op de leerling-specifieke onderwijsloopbaan. Ze gebeurt uitsluitend in het belang van de betrokken leerling en slaat nooit op gegevens met betrekking tot schending van de leefregels (behalve indien de regelgeving de overdracht verplicht stelt). Ouders kunnen inzage krijgen in de over te dragen gegevens, indien ze er expliciet om verzoeken en hebben het recht om toelichting te krijgen. Een kopie van de gegevens kan verkregen worden tegen vergoeding. De ouders kunnen zich, na inzage van de stukken, tegen de overdracht van bepaalde documenten verzetten.
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
13
Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedure Uit: Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs Referentie: BaO/2012/01 Publicatiedatum: (05/06/2012) Inschrijvingen over de vestigingsplaatsen heen Een leerling die naar een andere vestigingsplaats verhuist, wordt beschouwd als een zittende leerling, als er nog plaats is in die vestigingsplaats. De vestigingsplaats moet die leerling weigeren als de capaciteit bereikt is. Als de verandering van vestigingsplaats echter noodzakelijk is voor de voortgang van leerproces, dan moet de leerling ingeschreven worden. Herinschrijving bij de overgang tussen kleuter- en lager onderwijs Het schoolbestuur van een basisschool waar de capaciteit van het kleuteronderwijs groter is dan deze van het lager onderwijs, kan er toch voor opteren om bij de overgang tussen beide onderwijsniveaus een herinschrijving te vragen, ook al gaat het om één en dezelfde school. Een school die een herinschrijving vraagt, moet dit wél opnemen in het schoolreglement. Verworven inschrijving in geval van herstructurering of fusie Een inschrijving geldt voor de volledige schoolloopbaan, ook wanneer de school gevat wordt door een fusie of herstructurering. Leerlingen behouden hun verworven recht als zittende leerling in de nieuwe school betrokken bij de fusie of herstructurering. Indien dit niet mogelijk is, nemen de leerlingen het verworven recht mee naar een andere school van het schoolbestuur, gelegen op billijke afstand. Het verworven recht geldt ook voor de niet-gerealiseerde inschrijvingen. De vrijgekomen plaats bepaalt welk inschrijvingsregister van niet-gerealiseerde inschrijvingen in het overgangsjaar gehanteerd moet worden. Verworven inschrijving in scholen gelegen op een campus Scholen worden beschouwd als scholen gelegen op een campus, wanneer één of meerdere vestigingsplaatsen gelegen zijn binnen eenzelfde of aaneensluitende kadastrale percelen, of gescheiden zijn door hetzij maximaal twee kadastrale percelen, hetzij door een weg. Scholen van eenzelfde schoolbestuur gelegen op een campus kunnen kiezen voor automatische doorstroom tussen kleuter- en lager of basisonderwijs. Deze automatische doorstroom geldt ook voor alle kleuters van de betreffende school – ook van de vestigingsplaatsen die niet op de campus gelegen zijn. Schoolbesturen met verschillende kleuterscholen of vestigingsplaatsen of verschillende lagere scholen of vestigingsplaatsen, gelegen op een campus kunnen ervoor opteren om bij de overgang van een leerling van de ene kleuter- naar de andere kleuterschool of vestigingsplaats, of van de ene lagere naar de andere lagere school of vestigingsplaats de inschrijving te laten doorlopen. Een schoolbestuur dat van deze mogelijkheid gebruik maakt, neemt dit op in zijn schoolreglement. Deze doorstroom geldt enkel voor de vestigingsplaatsen die op de campus gelegen zijn, en dus niet voor leerlingen uit de andere vestigingsplaatsen van de betrokken scholen.
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
14
Capaciteit Capaciteit verlagen Capaciteit verlagen na de start van de inschrijvingsperiode, mag niet. Bij het plannen van de inschrijvingen voor het volgende schooljaar kan een schoolbestuur opnieuw de capaciteit bepalen. Deze kan eventueel wel lager zijn dan de capaciteit van het huidige schooljaar. Voor zittende leerlingen moet de schoolloopbaan gegarandeerd worden – zij kunnen dus niet uitgeschreven worden op basis van capaciteit. Capaciteit anderstalige nieuwkomers Een schoolbestuur mag een capaciteit bepalen voor anderstalige nieuwkomers. Een school met verschillende vestigingsplaatsen doet dit op niveau van elke vestigingsplaats. Deze capaciteit mag nooit minder zijn dan vier leerlingen voor scholen of vestigingsplaatsen met een capaciteit van maximum 100 leerlingen of acht leerlingen voor scholen of vestigingsplaatsen met een capaciteit van 101 of meer leerlingen. Als de school of vestigingsplaats geen capaciteit voor anderstalige nieuwkomers bepaalt, dan mag ze geen anderstalige nieuwkomers weigeren. Vrije plaatsen Ouders die hun kind wensen in te schrijven hebben nood aan een zicht op de kans dat ze hun kind effectief kunnen inschrijven in de school van hun keuze. De school communiceert niet alleen de capaciteit maar ook het aantal vrije plaatsen . Een schoolbestuur maakt minstens op twee (en in geval van een voorrangsperiode voor indicator- en nietindicatorleerlingen drie of in tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad vier) momenten voor al zijn scholen het aantal vrije plaatsen bekend aan alle belanghebbenden (ouders, CLB, andere scholen, intermediairs, eventueel het lokaal bestuur, …). Het schoolbestuur maakt hiervoor best maximaal gebruik van de eigen communicatiekanalen (website, elektronische nieuwsbrief, …). Scholen die ouders daarnaast op andere momenten - of mogelijk permanent - op de hoogte willen houden van het aantal vrije plaatsen, mogen dat. Een schoolbestuur met scholen gelegen in het werkingsgebied van een LOP deelt de vrije plaatsen ook mee aan het LOP. Het schoolbestuur mag ook gebruik maken van de netwerken en communicatiekanalen van andere lokale partners (bijv. website LOP, …) Wanneer inschrijven? Dit kan ten vroegste op de eerste schooldag van maart van het voorafgaande schooljaar. Een uitzondering hierop: tweeënhalf-jarigen geboren in nov/dec worden ingeschreven samen met andere kleuters van hetzelfde kalenderjaar, ook al kunnen ze niet samen instappen. Ze komen op hetzelfde inschrijvingsregister als kleuters van hetzelfde kalenderjaar. Inschrijven vóór de eerste schooldag van maart van voorafgaande schooljaar kan op voorwaarde dat geen enkele leerling geweigerd wordt op basis van capaciteit. In geval van een aanmeldingsprocedure kunnen de inschrijvingen van de indicator- en niet-indicatorleerlingen die gunstig werden geordend, ten vroegste starten vanaf de eerste schooldag van maart.
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
15
Voorrangsregeling Voorrangsperiodes samen nemen Een schoolbestuur mag twee of meerdere voorrangsperiodes samen nemen op voorwaarde dat het schoolbestuur geen enkele leerling die behoort tot deze voorrangsperiodes, weigert. De keuze om twee of meerdere voorrangsperiodes samen te nemen mag per capaciteitsniveau worden gemaakt. In het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad mogen enkel de voorrangsperiodes ‘kinderen van dezelfde leefentiteit’ en ‘kinderen van personeel’ samen genomen worden. De voorrangsgroepen Kinderen met minstens één ouder die het Nederlands in voldoende mate machtig is Deze voorrangsgroep geldt enkel binnen het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. Het percentage voorrang aan leerlingen met minstens één ouder die het Nederlands in voldoende mate machtig is (niveau B2), wordt berekend op de totale capaciteit en niet alleen op het aantal nieuw in te schrijven leerlingen. Het percentage wordt ook toegepast op elk niveau waarop capaciteit bepaald is en waarvoor een registerblad wordt opgemaakt in het inschrijvingsregister. Voorrang indicator- en niet-indicatorleerlingen Deze voorrangsgroep is verplicht voor alle scholen van het gewoon basisonderwijs binnen het werkingsgebied van een LOP en voor alle scholen die aanmelden. Deze verplichting geldt enkel voor de ‘instroomjaren’: de twee jongste geboortejaren voor het kleuteronderwijs, en - ook voor basisscholen - het eerste leerjaar van het lager onderwijs. De voorrangsregeling voor indicator- en niet-indicatorleerlingen mag ook in de overige leerjaren worden toegepast maar is daar geen verplichting. Een school die de voorrangsregeling voor indicator- en niet-indicatorleerlingen enkel toepast voor de instroomjaren, mag in diezelfde periode ook leerlingen inschrijven voor de andere geboortejaren en/of leerjaren (ook al wordt de voorrangsregeling daar niet toegepast). Indien de school dit niet doet (en inschrijvingen voor de andere geboortejaren pas in de vrije inschrijvingsperiode starten) communiceert ze dit naar alle belanghebbenden. Een LOP mag hierover afspraken maken. Uiteraard gelden deze afspraken dan binnen het LOP. De indicatoren ‘ ‘thuislozen’ en ‘trekkende bevolking’ worden geschrapt. De indicatoren ‘diploma moeder’ en ‘schooltoelage’ blijven wel. Als een ouder de school niet informeert over het al dan niet voldoen aan de indicatoren, dan kan die leerling geen gebruik maken van zijn voorrangsrecht. Hij kan zich dan wél nog inschrijven in de vrije inschrijvingsperiode. De vrije inschrijvingsperiode Na het afsluiten van de voorrangsperiodes start de vrije inschrijvingsperiode. Tijdens deze periode schrijven leerlingen zich in chronologische volgorde in en moet de school geen rekening meer houden met de dubbele contingentering. Voor een school gelegen buiten het werkingsgebied van een LOP mag de vrije inschrijvingsperiode ook vóór de eerste schooldag van maart starten op voorwaarde dat de school geen enkele leerling weigert op basis van capaciteit.
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
16
Voor een school gelegen binnen het werkingsgebied van een LOP mag de vrije inschrijvingsperiode – gezien de verplichting tot dubbele contingentering - enkel starten na de inschrijving van indicator- en nietindicatorleerlingen. Weigeren Lijst van niet-gerealiseerde inschrijvingen Alle niet-gerealiseerde inschrijvingen worden chronologisch genoteerd op de registerbladen van het inschrijvingsregister. In geval van een voorrangsperiode voor indicator- en niet-indicatorleerlingen worden de leerlingen chronologisch genoteerd in het betreffende contingent. Bij het opvullen van een vrijgekomen plaats wordt de volgorde van de lijst van de niet-gerealiseerde inschrijvingen (de ‘weigeringslijst’) gerespecteerd tot de vijfde schooldag van oktober. Vanaf de inschrijvingen voor schooljaar 2015-2016 geldt de volgorde van de niet-gerealiseerde inschrijvingen voor de kleuters van het jongste geboortejaar tot en met 30 juni van het schooljaar waarop de inschrijving betrekking heeft. Vanaf 1 juli van dat schooljaar geldt de weigeringslijst voor hetzelfde geboortejaar, maar dan voor het volgende schooljaar. Overcapaciteitsgroepen Voor een aantal categorieën van leerlingen mag een schoolbestuur toch nog overgaan tot een inschrijving ook al zijn er voordien reeds leerlingen geweigerd omwille van de overschreden capaciteit. Het gaat om groepen waarvan de vraag tot inschrijving vaak nog niet gekend of mogelijk was op het moment van (de start van) de inschrijvingsprocedure. Een school is niet verplicht leerlingen uit deze overcapaciteitsgroepen in te schrijven. Ieder schoolbestuur bepaalt bij elke vraag tot inschrijving in overcapaciteit, of ze de leerling al dan niet inschrijft. Het inschrijven of het weigeren van een leerling in overcapaciteit houdt geen engagement in tot het inschrijven of weigeren van volgende leerlingen uit dezelfde overcapaciteitsgroep. Een leerling uit een overcapaciteitsgroep mag op elk moment ingeschreven worden, zonder dat daarvoor de capaciteit verhoogd moet worden. Leerlingen die in overcapaciteit mogen ingeschreven worden, zijn anderstalige nieuwkomers, kinderen die verblijven in een centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning, kinderen van dezelfde leefentiteit, als de ouders deze kinderen wensen in te schrijven in hetzelfde capaciteitsniveau (bijv. tweelingen) en slechts één van de kinderen ingeschreven kan worden omwille van de capaciteit en leerlingen van een school die sluit, op voorwaarde dat het gaat om de enige school van het schoolbestuur, en de school gelegen is in een gemeente waar alle scholen aanmelden (en waar dus sprake is van capaciteitsdruk), en de sluiting niet kadert in een herstructurering, en dat alle leerlingen van de betrokken school een plaats in andere scholen aangeboden wordt. De aanmeldingsprocedure Het voorstel van aanmeldingsprocedure wordt ingediend volgens een model dat kan worden geraadpleegd op de website van de CLR: http://www.ond.vlaanderen.be/leerlingenrechtencommissie/ Er dienen een aantal nieuwe elementen opgenomen te worden in het aanmeldingsdossier voor commissie leerlingenrechten nl. de periodes waarin mag worden ingeschreven en de motivering ervan, de wijze
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
17
waarop vrije plaatsen (desgevallend per contingent) worden bekendgemaakt, de concretisering van noties afstand domicilie-school/vestigingsplaats en afstand werkadres-school/vestigingsplaats, de ordeningscriteria voor toewijzing aangemelde leerlingen, de ordeningscriteria voor ordening van nietgunstig gerangschikte leerlingen, de manier waarop de evenredige verdeling van indicator en nietindicatorleerlingen bepaald wordt en de mandatering van de ordening van aangemelde leerlingen en/of het versturen van het toewijzingsbericht, en/of het uitreiken van mededelingen van niet-gerealiseerde inschrijvingen aan een daartoe aangeduid schoolbestuur of LOP De ordening van aangemelde leerlingen Op het einde van een aanmeldingsperiode of deelperiode worden de aangemelde leerlingen geordend door het eigen schoolbestuur zelf of door gemandateerde LOP/ schoolbestuur.
Het beëindigen van de aanmeldingsprocedure Een schoolbestuur ordent per capaciteit alle aangemelde leerlingen. Op basis van deze ordening krijgen de aangemelde leerlingen vervolgens een gunstige of niet-gunstige rangschikking. Het schoolbestuur neemt die rangschikking op in het aanmeldingsregister. Mits akkoord van de betrokken schoolbesturen kan het daartoe gemandateerde schoolbestuur of LOP de rangschikking van alle aangemelde leerlingen (zowel de gunstig als de niet-gunstig gerangschikte) in het aanmeldingsregister uitvoeren. Indien een leerling die zich na een centrale aanmeldingsprocedure heeft ingeschreven, alsnog wordt ingeschreven in een school van hogere keuze, mag de school van lagere keuze de inschrijving beëindigen. De hogere plaats van de school in de voorkeurslijst van de ouders is een duidelijke indicatie van het feit dat de ouder de nieuwe inschrijving verkiest boven de eerder gerealiseerde inschrijving. Indien een aanmeldend schoolbestuur gebruik maakt van deze mogelijkheid, moet dit worden vermeld in het toewijzingsbericht aan de ouders.
Leefregels Uit
Preventieve schorsing, tijdelijke en definitieve uitsluiting van leerlingen in het lager onderwijs vanaf 1 september 2014 Referentie: BaO/2014/04 Publicatiedatum: (15/05/2014)
Bewarende maatregel In zeer uitzonderlijke omstandigheden, om na te gaan of de tuchtsanctie nodig is, kan de directeur of zijn afgevaardigde een leerplichtige leerling lager onderwijs preventief schorsen; d.w.z. voorlopig uit de school sluiten. Deze bewarende maatregel geldt maximaal 5 opeenvolgende schooldagen. De directeur of zijn afgevaardigde kan beslissen om de desbetreffende periode éénmalig met 5 opeenvolgende schooldagen te verlengen indien door externe factoren het tuchtonderzoek niet kan worden afgerond binnen deze periode. De schorsing kan onmiddellijk uitwerking hebben en wordt aan de ouders ter kennis gebracht. De school voorziet in opvang voor de leerling, tenzij de school aan de ouders motiveert waarom dit niet haalbaar is.
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
18
Tuchtmaatregelen De directeur of zijn afgevaardigde kan een tuchtmaatregel nemen als het gedrag werkelijk een gevaar vormt voor het ordentelijk verstrekken van het onderwijs en/of de verwezenlijking van het eigen opvoedingsproject van de school in het gedrang brengt. Deze tuchtmaatregel kan een tijdelijke of definitieve uitsluiting zijn. - Tijdelijke uitsluiting Een tijdelijke uitsluiting uit alle lessen voor een minimale duur van één schooldag en voor een maximale duur van 15 opeenvolgende schooldagen. De directeur of zijn afgevaardigde spreekt deze maatregel uit na voorafgaand advies van de klassenraad. De school voorziet opvang voor de leerling, tenzij de school aan de ouders motiveert waarom dit niet haalbaar is. - Definitieve uitsluiting De directeur of zijn afgevaardigde spreekt deze maatregel uit na voorafgaand advies van de klassenraad waarin ook het CLB is vertegenwoordigd. Een definitieve uitsluiting gaat onmiddellijk in na de schriftelijke kennisgeving aan de ouders van de leerling tijdens het schooljaar en uiterlijk op 31 augustus. Als de leerling vóór 30 juni definitief wordt uitgesloten, blijf deze normaliter in de school ingeschreven tot aan de inschrijving in een andere school. Echter, uiterlijk één maand (vakantieperioden tussen 1 september en 30 juni niet inbegrepen) na de schriftelijke kennisgeving van de definitieve uitsluiting, wordt de leerling definitief uitgeschreven, zelfs indien er dan nog geen andere school voor de leerling is gevonden. De uitsluiting op zich doet geen afbreuk aan het statuut van regelmatige leerling. Samen met het begeleidende CLB zal de school de leerling actief helpen zoeken naar een andere school. De tijdelijke en definitieve uitsluiting kunnen alleen uitgevoerd worden na een procedure die de rechten van verdediging waarborgt, mits respect van volgende principes: - het voorafgaand advies van de klassenraad moet worden ingewonnen. In geval van een definitieve uitsluiting moet de klassenraad uitgebreid worden met een vertegenwoordiger van het CLB, die een adviserende stem heeft. - De intentie tot het nemen van een tuchtmaatregel wordt door de school schriftelijk aan de ouders gemeld. - De ouders en de leerling hebben vervolgens inzage in het tuchtdossier van de leerling, met inbegrip van het advies van de klassenraad, en worden gehoord. De ouders kunnen eventueel worden bijgestaan door een vertrouwenspersoon. - De tuchtstraf moet pedagogisch verantwoord kunnen worden en in overeenstemming zijn met de ernst van de feiten. - De beslissing tot tijdelijke of definitieve uitsluiting wordt genomen door de directeur of zijn afgevaardigde. Deze beslissing wordt schriftelijk en behoorlijk gemotiveerd aan de ouders ter kennis gebracht vóór het ingaan van de tuchtmaatregel met vermelding van de datum waarop de maatregel ingaat. - De school vermeldt in de kennisgeving van de definitieve beslissing de mogelijkheid tot het instellen van het beroep en neemt de desbetreffende bepalingen uit het schoolreglement op in die kennisgeving - Het tuchtdossier en de tuchtmaatregelen zijn niet overdraagbaar van de ene school naar de andere school. - Er wordt nooit overgegaan tot collectieve uitsluitingen.
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
19
Beroep tegen definitieve uitsluiting Alleen tegen de definitieve uitsluiting kan bij een beroepscommissie in beroep worden gegaan. De ouders moeten het beroep schriftelijk (gedateerd en ondertekend, met omschrijving van het voorwerp van beroep en motivering van de ingeroepen bezwaren) indienen bij de algemeen directeur uiterlijk binnen drie dagen (zaterdag, zondag, wettelijke en reglementaire feestdagen niet meegerekend) na de schriftelijke kennisgeving van de definitieve uitsluiting. De ouders doen dit het best via een aangetekende zending: op die manier kunnen zij bewijzen dat zij het beroep tijdig hebben ingediend. Het beroep schort de uitvoering van de beslissing tot definitieve uitsluiting niet op. De algemeen directeur duidt de beroepscommissie aan en roept deze zo vlug mogelijk samen. De beroepscommissie bestaat uit zowel interne als externe leden. (zie schoolreglement) De beroepscommissie hoort de ouders en kan ook één of meer leden van de klassenraad, die een advies over de definitieve uitsluiting heeft/hebben gegeven, horen. De behandeling van het beroep door de beroepscommissie leidt tot: hetzij een gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onontvankelijkheid wegens laattijdige indiening of het niet voldoen aan de vormvereisten, hetzij een bevestiging van de definitieve uitsluiting, hetzij de vernietiging van de definitieve uitsluiting. De algemeen directeur aanvaardt de verantwoordelijkheid voor de beslissing van de beroepscommissie Binnen het GO! is er geen verder beroep meer mogelijk tegen de in beroep genomen beslissing. Het resultaat van het beroep wordt aan de ouders schriftelijk en gemotiveerd ter kennis gebracht uiterlijk [21 à 45] kalenderdagen – vakantieperioden niet meegerekend – nadat het beroep werd ingediend. De directeur ontvangt hiervan een afschrift. Bij overschrijding van deze vervaltermijn wordt de omstreden definitieve uitsluiting van rechtswege vernietigd.
Contacteer ons
[email protected] 02 790 96 65
[email protected] 02 790 96 52
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
20
Inhoudsopgave Wijzigingen Regelgeving Personeel Actualisering van het besluit m.b.t. de bekwaamheidsbewijzen
22
Controle op het aantal ingerichte lestijden en uren BPT
22
Geldelijke anciënniteit zij-instromers: niet(s) beslist !
23
Langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen (ingangsdatum: 1/1/2015!)24 Aanpassing van een aantal regels m.b.t. het ‘ontslag om dringende redenen’
25
Herinschakeling definitief arbeidsongeschikte personeelsleden
26
Ontslag of afzetting van een gereaffecteerd of wedertewerkgesteld personeelslid bij tuchtmaatregel27 Contacteer ons
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
28
21
Actualisering van het besluit m.b.t. de bekwaamheidsbewijzen Uit:
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13482 Referentie: PERS/2004/09 (MB) Publicatiedatum: 14/06/2004
Uit:
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14202 Referentie: BAO/2010/03 Publicatiedatum: 22/06/2010
Naar jaarlijkse gewoonte werden de besluiten met betrekking tot de bekwaamheidsbewijzen aangepast en aangevuld. Voor het gewoon basisonderwijs zijn de aanvullingen beperkt: - bij de ambten van kinderverzorger, kleuteronderwijzer (rubriek AND) en maatschappelijk werker (in het tehuis dat instaat voor opname in het kader van hulp- en bijstandsregeling) werden enkele diploma’s aangevuld. - de banaba’s ‘bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs’ en ‘bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren’ (en hun voorgangers) worden beschouwd als een bewijs van pedagogische bekwaamheid (BPB) , voor zover de diploma’s zijn uitgereikt uiterlijk op het einde van het academiejaar 2014-2015. De aanpassingen voor het buitengewoon basisonderwijs liggen in het verlengde van de aanpassingen voor het gewoon basisonderwijs: - bij de ambten van kinderverzorger (BUO, MPI, semi-internaat en opvangcentrum) , kleuteronderwijzer ASV (rubriek AND) en maatschappelijk werker (BUO en opvangcentrum) werden enkele diploma’s toegevoegd - de banaba’s ‘bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs’ en ‘bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren’ (en hun voorgangers) worden beschouwd als een bewijs van pedagogische bekwaamheid (BPB) , voor zover de diploma’s zijn uitgereikt uiterlijk op het einde van het academiejaar 2014-2015.
Controle op het aantal ingerichte lestijden en uren BPT Uit:
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14703 Referentie: PERS/2014/05 Publicatiedatum: 26/06/2014
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
22
In CAO X werd opgenomen dat het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) zal nagaan of de basisscholen het maximumpercentage van 3% bijzondere pedagogische taken dat mag worden ingericht, overschrijden.De scholen die dit maximumpercentage overschrijden, moeten het protocol van akkoord van het lokaal comité bevoegd inzake arbeidsvoorwaarden en personeelsaangelegenheden bezorgen aan AgODi. Als wordt vastgesteld dat dit percentage wordt overschreden zonder een protocol van akkoord, zal AgODi de noodzakelijke maatregelen nemen ten aanzien van het bevoegde schoolbestuur. Deze bepaling werd in werkgroepen verder uitgewerkt en de procedure die Agodi zal toepassen als wordt vastgesteld dat de grens van 3% BPT-uren wordt overschreden, wordt vastgelegd in een omzendbrief. Doelstelling hierbij is ervoor te zorgen dat de regelgeving over de beperking van de lestijden/uren BPT wordt nageleefd door de scholen. Kort samengevat: AgODi zal aan elke school meedelen hoeveel 3% is voor de betrokken school op basis van de lestijden en uren die in aanmerking komen voor de berekening van de 3%. Deze kennisgeving zal gebeuren via het platform ‘Mijn Onderwijs’. Voor scholen die tellen op 1 oktober zal de mededeling zo snel mogelijk na deze tellingsdatum plaatsvinden. Elk jaar in de loop van (de tweede week van) november zal AgODi zelf berekenen aan de hand van de zendingen hoeveel BPT-uren de school inricht en vergelijken met het aantal uren zoals meegedeeld via Mijn Onderwijs. Als AgODi vaststelt dat de 3%-norm wordt overschreden, zal de school schriftelijk worden gecontacteerd over de overschrijding. De school dient binnen de vijftien kalenderdagen te antwoorden. Er zijn dan verschillende mogelijkheden. Het schoolbestuur deelt mee dat de school de norm niet overschrijdt omdat ze een ruimere berekeningsbasis hanteert en bv. ook rekening houdt met uren die in aanmerking komen maar nog niet gekend waren bij het begin van het schooljaar. Ofwel legt de school het akkoord van het lokaal comité m.b.t. de overschrijding voor (en is alles dus in orde), ofwel stelt de school zich in regel (en vermindert bijvoorbeeld het aantal ingerichte lestijden/uren BPT tot een maximum van 3% of onderhandelt nog met een akkoord als gevolg), ofwel zal door AgODi worden vastgesteld dat de instelling de regels met de voeten treedt, geen akkoord kan voorleggen, noch zich in regel stelt. Vijftien december is hoe dan ook de uiterste datum waarop de school hierrond kan communiceren met AgODi. Als de overschrijding blijft en er kan geen akkoord voorgelegd worden zal AgODi de vertegenwoordigers/geledingen van de sociale partners op de hoogte brengen, met het oog op de mogelijke inschakeling van het bevoegde bemiddelingsorgaan. De controle op de BPT-uren zal jaarlijks worden opgevolgd en geëvalueerd door de sociale partners; hiervoor zal een nulmeting gebeuren.
Geldelijke anciënniteit zij-instromers: niet(s) beslist ! Minister P. Smet kondigde in april aan dat nieuwe zij-instromers en herinstromers (na minimaal vijf jaar volledig weggeweest te zijn uit het onderwijs) vanaf 1 september 2014 tot (maximaal) 20 jaar anciënniteit
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
23
(op basis van diensten gepresteerd in de privé-sector of op basis van zelfstandige diensten) zouden kunnen inbrengen voor de vaststelling van hun geldelijke anciënniteit. Opgelet : de maatregel zou enkel gelden voor de ambten van het leerplichtonderwijs (niet voor het DKO en het VWO en niet voor administratief medewerkers (alle niveaus)) ! Het ontwerpbesluit werd onderhandeld maar omwille van de vele negatieve reacties van de sociale partners, werd er uiteindelijk geen definitieve beslissing meer genomen over het besluit door de Vlaamse regering. Voorlopig zit dit dossier dus opnieuw in de wachtkamer en verandert er niets aan de bestaande regelingen met betrekking tot de vaststelling van de geldelijke anciënniteit voor personeelsleden van het onderwijs. Het is afwachten of de nieuwe regering dit dossier opnieuw te berde zal brengen.
Langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen (ingangsdatum: 1/1/2015!) Uit:
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 1993 betreffende de controle op de afwezigheid wegens ziekte, van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2001 betreffende de mandaten van directeur, algemeen directeur en coördinerend directeur in het niet-tertiair onderwijs en van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 februari 2008 betreffende het ziekteverlof, het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte en de terbeschikkingstelling wegens ziekte voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, voor wat betreft het langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen, en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 tot regeling van sommige verloven en terbeschikkingstellingen voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool Referentie: besluit werd nog niet gepubliceerd in Edulex!
CAO X voorzag in de creatie van een nieuw verlofstelsel voor wie wegens langdurige medische ongeschiktheid niet meer zijn totale opdracht kan uitvoeren, maar wel deeltijds terug aan de slag kan/aan de slag kan blijven: “het langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen “ (langdurig VVPmed). De praktische modaliteiten van het nieuwe verlof zijn uitgewerkt in een besluit. Langdurig VVPmed kan alleen worden opgenomen in opdrachten waarvoor het personeelslid vast benoemd is, tot de proeftijd toegelaten, of waarin het een mandaat heeft, voor zover onder dat mandaat een vaste benoeming ligt. In het laatste geval wordt het verlof opgenomen op dat onderliggende ambt. Er kan ook alleen gebruik van worden gemaakt door wie voor minstens vijftig procent van een voltijdse betrekking benoemd is of toegelaten tot de proeftijd. Het verlof kan worden opgenomen als een volledige hervatting van de opdracht in de toekomst zo goed als uitgesloten – minstens onwaarschijnlijk – is (in het andere geval kan het personeelslid gebruik maken van
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
24
de regeling van het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte ( beide stelsels moeten strikt uit elkaar worden gehouden!). Het verlof moet onmiddellijk aansluiten op een periode van minstens dertig opeenvolgende dagen afwezigheid wegens een langdurige of ernstige ziekte (ziekteverlof, terbeschikkingstelling wegens ziekte, VVP na een arbeidsongeval of een periode van wederaanpassing met halve dagtaak). Personeelsleden die minstens halftijds aan het werk zijn, aangevuld met een dienstonderbreking (om medische redenen), kunnen overstappen naar een langdurig VVPmed. Het verlof kan worden opgenomen ook als het personeelslid geen recht meer heeft op bezoldigd ziekteverlof. Het personeelslid met langdurig VVPmed moet ten minste 50% en maximaal 75% van het aantal prestatieeenheden voor een ambt met volledige prestaties blijven presteren (precies 50% in een ambt dat maar aan één personeelslid voltijds of aan twee personeelsleden halftijds kan worden toegewezen). Het personeelslid stuurt zijn aanvraag, samen met een geneeskundig verslag van de geneesheer-specialist naar het controleorgaan. Het verslag omvat een omstandige motivering en een voorstel van het volume dat het personeelslid zal blijven presteren. Er zijn geen te respecteren indieningstermijnen. De controlearts kan het verlof toestaan, weigeren, of het percentage van de nog te verrichten prestaties aanpassen. Als het personeelslid niet akkoord gaat met de beslissing van de controlearts, is overleg mogelijk tussen de controlearts en de geneesheer-specialist; en eventueel arbitrage door een andere controlearts (die de specialist-geneesheer en de controlearts in gezamenlijk overleg aanwijzen). Het verlof wordt toegekend tot het einde van het schooljaar dat volgt op het schooljaar waarin het aanving en is daarna telkens voor een jaar verlengbaar. Gedurende die periodes wijzigt het volume van nog te verrichten prestaties in principe niet, tenzij het controleorgaan, op basis van een nieuwe aanvraag, een kleiner nog te presteren volume vastlegt. Het verlof wordt niet aangerekend op het contingent bezoldigd ziekteverlof. Het wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit. Het personeelslid ontvangt voor de prestatie waarvoor het met langdurig VVPmed is, 60% van zijn salaris (voor mandaathouders gaat het hier dus om het salaris dat verbonden is met hun onderliggende benoeming). Een dienstonderbreking waarvoor het personeelslid een salaris of wachtgeld ontvangt (omstandigheidsverlof, ziekteverlof, bevallingsverlof…), maakt geen einde aan het verlof; een dienstonderbreking zonder salaris of wachtgeld (terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden, loopbaanonderbreking…) schorst het. Het verlof wordt éérst opgenomen in uren waarvoor het personeelslid ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking en waarvoor het niét werd gereaffecteerd of wedertewerkgesteld. De nieuwe regeling gaat in op 1 januari 2015.
Aanpassing van een aantal regels m.b.t. het ‘ontslag om dringende redenen’ Uit:
Decreet betreffende het onderwijs XXIV (artikel VII.7) http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2013-2014/g2422-14.pdf
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
25
Een aantal regels met betrekking tot het ontslag om dringende redenen van een tijdelijk of waarnemend aangesteld personeelslid (art. 24 en 52bis DRP) worden met ingang van 1 september 2014 aangepast. Voortaan gaat het ontslag pas in na het verstrijken van de beroepstermijn, of – als er beroep werd ingesteld – nadat de kamer van beroep zich definitief heeft uitgesproken. In afwachting van het effectief ingaan van het ontslag moet het personeelslid – zodra de beslissing tot ontslag is genomen – preventief worden geschorst bij hoogdringendheid. Met de huidige regelgeving kon de raad van bestuur reeds een preventieve schorsing uitspreken maar dit was nog niet verplicht; vanaf 1 september is de preventieve schorsing dus wel verplicht.
Herinschakeling definitief arbeidsongeschikte personeelsleden Uit:
Decreet betreffende het onderwijs XXIV (artikel VII.13) http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2013-2014/g2422-14.pdf
Uit:
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14687 Referentie : PERS/2014/03 Publicatiedatum: 08/05/2014
Uit :
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14688 Referentie : PERS/2014/04 Publicatiedatum: 08/05/2014
Er komt vanaf 1 september 2014 een nieuw stelsel voor de herinschakeling van definitief arbeidsongeschikt verklaarde vast benoemde personeelsleden (de zogenaamde ‘Medex- en reintegratiedossiers’). Het vast benoemd personeelslid dat zijn ziektedagen heeft uitgeput, of door zijn behandelende arts definitief arbeidsongeschikt is verklaard, kan verzoeken om overleg met de inrichtende macht en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. Dat overleg kan leiden (in voorkomend geval na een beslissing van de pensioencommissie) tot de vaststelling: 1. tewerkstelling in het ambt blijft mogelijk, na aanpassing van de geïndividualiseerde functiebeschrijving; 2. tewerkstelling in het ambt blijft mogelijk, na een beperking van de draagwijdte van de vaste benoeming (enkel voor ‘leraars’, niet in BaO!): de inrichtende macht zal dan vastleggen welke vakken, specialiteiten, opleidingen of modules niet langer behoren tot de draagwijdte van de vaste benoeming; de inperking heeft geen invloed op het volume waarvoor het personeelslid is benoemd. De beperking is persoonsgebonden en aan derden tegenstelbaar: ze geldt dus voor de rest van de onderwijsloopbaan van het personeelslid;
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
26
3. tewerkstelling is niet meer mogelijk in het ambt, maar wel nog in een ander ambt: het personeelslid kan dan in dat andere ambt worden benoemd, voor zover het personeelslid aan de aanstellingsvoorwaarden (bv. inzake diploma) voldoet. Het personeelslid doorloopt eerst een proefperiode. Voor personeelsleden van wie de ziektedagen zijn uitgeput (MEDEX-dossiers), eindigt de proefperiode uiterlijk een dag voor de eerste verjaardag van de MEDEX-beslissing; voor de personeelsleden in een re-integratietraject, duurt ze tussen de zes maanden en een jaar. De aanstelling tijdens de proefperiode is er een buiten kader. Het personeelslid behoudt gedurende de proeftijd het salaris dat verbonden is aan het ambt waarin het benoemd was. Als de inrichtende macht oordeelt dat de proefperiode niet is geslaagd, komt het personeelslid terecht in situatie (4) – terugkeer naar het ambt waarvoor het definitief ongeschikt werd verklaard, is uitgesloten. Als de proeftijd gunstig wordt beoordeeld, wordt het personeelslid benoemd in het ambt. Vanaf dat ogenblik zijn alle statutaire regels m.b.t. dit ambt van toepassing op het personeelslid (verloning, eventueel TBSOB, enz…). 4. er is geen tewerkstelling mogelijk, of er wordt geen overeenstemming bereikt. Het personeelslid kan de uitoefening van zijn ambt worden ontzegd, uiteraard voor zover het personeelslid geen gebruik meer maakt van verlofstelsels en terbeschikkingstellingsstelsels die hem of haar ter beschikking staan. Het spreekt voor zich dat, naast de genoemde mogelijkheden, ook altijd vooraf moet worden nagegaan of een aanpassing van de werkplek tot de (realistische) mogelijkheden behoort. De nieuwe regels gaan in op 1 september en gelden dus voor nieuwe dossiers. Voor personeelsleden die reeds definitief ongeschikt werden verklaard in het verleden, blijven de regels gelden die op het ogenblik van hun ongeschiktheidsverklaring van kracht waren. Personeelsleden die voor 1 augustus 2012 definitief ongeschikt werden verklaard, werden buiten kader aangesteld als extra administratieve ondersteuning en behouden die situatie. Personeelsleden die ingevolge hun ongeschiktheidsverklaring tussen 1 augustus 2012 en 31 augustus 2014, ter beschikking werden gesteld wegens ontstentenis van betrekking, vallen onder de reaffectatieregels van het BVR inzake TBSOB van 29 april 1992 (en moeten dus worden gereaffecteerd/wedertewerkgesteld in een organieke betrekking); dit blijft voor hen ook zo na 1 september 2014.
Ontslag of afzetting van een gereaffecteerd of wedertewerkgesteld personeelslid bij tuchtmaatregel Uit: Decreet betreffende het onderwijs XXIV (artikel VII.17) http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2013-2014/g2422-14.pdf
Als een gereaffecteerd of wedertewerkgesteld personeelslid bij tuchtmaatregel wordt ontslagen of afgezet, geldt het ontslag of de afzetting in eerste orde voor de opdracht waarin men gereaffecteerd of wedertewerkgesteld is.
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
27
Voortaan kan de inrichtende macht waarbij het personeelslid boventallig is, het ontslag of de afzetting ook laten doorwerken op de oorspronkelijke vaste benoeming. De tuchtmaatregel geldt dan ook daar (m.a.w. het personeelslid behoudt in dit geval geen enkele opdracht of aanstelling meer in het onderwijs). De beslissing moet genomen worden binnen bepaalde termijnen. Tegen die bevestiging is geen administratief beroep meer mogelijk. Het laten doorwerken van de zwaarste tuchtmaatregelen op de vaste benoeming is een mogelijkheid, geen verplichting.
Contacteer ons
[email protected] 02 790 94 05
[email protected] 02 790 94 71
[email protected] 02 790 95 01
Nieuwe regelgeving Basisonderwijs 2014-2015 Versie 22-08-2014
28