Nieuw Nederlands 4e editie – 4 vwo
Uitwerkingen
Cursus Lezen Hoofdstuk 1 – Leesstrategieën
§1 Leesdoel en aanpak Opdracht 1 1 oriënterend lezen 2 studerend lezen 3 zoekend lezen 4 opzoeken: zoekend lezen; doorlezen: intensief lezen 5 intensief en kritisch lezen 6 zoekend lezen 7 oriënterend lezen 8 intensief lezen 9 zoekend lezen 10 globaal lezen Opdracht 2 1 Als je in de inhoudsopgave bij Spelling kijkt, vind je dat meervoudsvorming op p. 166 behandeld wordt. Als je op p. 269 in het register kijkt, vind je ook p. 166. 2 Bij Schrijven zie je dat op p. 88 (Overtuigende teksten) en volgende de ingezonden brief behandeld wordt. Dat kun je ook vinden in het register, op p. 269.
Hoofdstuk 2 – Schrijfdoel en tekstsoort
§1 Schrijfdoelen Opdracht 1 A 1 de (on)zin van sport 2 alinea 1 en 2 3 alinea 10 B 4 sympathiseert (al.1) these (al.1) sportadepten (al.1) kweet zich goed van zijn taak (al.2) erudiet (al.2) controversiële (al.2) populisme (al.2) naïviteit (al.2) trok … van leer (al.3) oppositie (al.3) autonome (al.4) competenties (al.4) relevant (al.4) antropoloog (al.4)
-
geafficheerd (al.5) deugdelijk (al.8)
-
© Noordhoff Uitgevers bv, 2008
voelt vriendschap voor; denkt en voelt hetzelfde stelling sportbeoefenaars; sportaanhangers voerde zijn taak goed uit i n bezit van veel kennis betwiste populaire, oppervlakkige manier van betogen kinderlijkheid viel iemand fel aan tegenstand zelfstandige vaardigheden van betekenis; belangrijk beoefenaar van de antropologie, de wetenschap die zich bezighoudt met de mens en alles wat daar aan verschijnselen en gedragingen bij hoort aangekondigd correct; gedegen; degelijk
1
Nieuw Nederlands 4e editie – 4 vwo
Uitwerkingen
C 5 A informeren Hij doet verslag van een gebeurtenis: het debat tussen Midas Dekkers en de heren Van Botterburg en Sturkenboom. 6 Hij vindt dat sporten geen zin heeft. 7 Het is nooit bewezen dat sport gezond is. 8 Mensen beleven plezier aan sport (1) en sport is van maatschappelijke (2) en economische waarde (3). 9 Mensen zijn bang om dood te gaan en denken de dood uit te stellen door te sporten. 10 Sport vormt een wereld op zich die van mensen competenties vraagt die ergens anders niet zo belangrijk zijn (en met sport zijn ook nog eens prijzen te verdienen). Of: Sport is prachtig om te doen en om naar te kijken. 11 Dekkers wil zich niet verdiepen in de sociaal-culturele betekenis van sport en mist de ervaring dat het leuk is om te doen of te bekijken. 12 Omdat die spreuk suggereert dat mensen die lichamelijk niet gezond zijn, ook geestelijk niet volwaardig zijn. 13 Dat is juist geen populisme, want vijf miljoen Nederlanders sporten actief (en er zijn er vast ook nog veel die er wel eens naar kijken). Dekkers strijkt met zijn mening ongetwijfeld ook heel veel mensen tegen de haren in. 14 Hij vergelijkt boeken over sport die (allemaal) geschreven zijn door sporters met een recensie van een film die geschreven is door de hoofdrolspeler. 15 Hij wil aantonen dat boeken over sport niet deugdelijk (niet objectief) zijn. Immers: zo’n recensie door de hoofdrolspeler zal de film natuurlijk niet bekritiseren en evenzo bekritiseren al die sporters de sport niet. 16 Een van deze voorbeelden: - ‘Wat is dat voor redenering? Punniken geeft toch ook plezier?’ (alinea 3) - ‘Omdat al die rapporten zijn geschreven door sporters; het is een hobbyclub.’ (alinea 8) - ‘opa’s die in krankzinnige trainingspakken hijgend en zwetend voorbij mijn huis rennen’ (alinea 9) - Het hobbelen van de homo Adidas (alinea 9) - Maar ik zie alleen nog degene die achter hen loopt: de dood. (alinea 9) - Nordic walking – ‘wie met één stok loopt is een ouwe lul, met twee stokken ben je een sportbeoefenaar’ (alinea 10) 17 Van Bottenburg heeft de meest redelijke argumenten (alinea 4), maar de opmerkingen van Dekkers zijn het leukst (en je kunt in een debat ook succes hebben door de lachers op je hand te krijgen!)
§2 Tekstsoorten Opdracht 2 A 1 tbs (terbeschikkingstelling) 2 titel tekst 2: D het onderwerp van de tekst noemen titel tekst 3: B de mening van de auteur weergeven titel tekst 4: C een vraag stellen die in de tekst beantwoord wordt 3 tekst 2: informeren tekst 3: overtuigen tekst 4: informeren of opiniëren B 4 steevast (al.1) psychiater (al.8) forensisch psycholoog (al.8) ambulant (al.9) observatie (al.10)
-
volgens vaste gewoonte zenuwarts gerechtelijke psycholoog waarbij je in je eigen woon- en/of werkomgeving blijft waarneming
C
© Noordhoff Uitgevers bv, 2008
2
Nieuw Nederlands 4e editie – 4 vwo
Uitwerkingen
5 procedure (al.1) aangescherpt (al.1) recidive (al.2) obsessie (al.3) proporties (al.4) escaleren (al.4) repressie (al.5) desperado’s (al.5) cruciaal (al.6) tornen (al.6) interactie (al.6) abrupter (al.6) alternatieven (al.8) ironie (al.10) het tij keren (al.10)
-
werkwijze; methode duidelijker geformuleerd herhaling van een misdrijf dwangvoorstelling; dwanggedachte juiste verhoudingen (buiten proporties = zeer overdreven) uit de hand lopen onderdrukking wanhopige en daardoor roekeloze mensen zeer belangrijk; van overheersende betekenis hier: iets veranderen wisselwerking onverwachter (abrupt = opeens; plotseling) andere oplossingen milde spot weerstand bieden; een bepaalde invloed tegengaan
D 6 therapeuten (al.1) prognoses (al.1) impulsieve (al.2) veinzen (al.4) psychopathische (al.4) manipuleren (al.4) een rad voor de ogen draaien (al.4)
-
confrontatie (al.5) specifieke (al.5) risicotaxatie (al.5) attent (al.8) provocerende (al.10)
-
behandelend geneeskundigen voorspellingen in een opwelling gedane doen alsof crimineel-asociale naar je hand zetten iemand misleiden door een valse voorstelling van zaken te geven botsing; opstelling tegenover elkaar bij een bepaalde zaak horend schatting van risico’s oplettend uitdagende
E 7 tekst 2 8 tekst 4 9 tekst 3 10 Wat houdt tbs precies in? 11 Tbs is een vrijheidsbenemende maatregel die de samenleving beschermt tegen mensen die een zwaar misdrijf hebben gepleegd en die dit mogelijk weer doen. – constatering 12 Tbs en tbs-verlof moeten met rust gelaten worden. – mening 13 (Ex-)tbs’ers kunnen weer in de fout gaan, maar er zijn verschillende maatregelen waarmee die recidiverisico’s zo klein mogelijk gehouden kunnen worden. – constatering 14 zie de antwoorden 11, 12 en 13 15 tekst 2: informeren tekst 3: overtuigen tekst 4: opiniëren 16 tekst 2: uiteenzetting – Er wordt uitgelegd wat tbs inhoudt en hoe je in een tbs-kliniek terechtkomt. tekst 3: betoog – De auteurs zijn van mening dat tbs en tbs-verlof met rust gelaten moeten worden. Zij geven daarvoor een aantal argumenten. tekst 4: beschouwing – Er komen verschillende deskundigen aan het woord over (ex-)tbs’ers, recidiverisico’s en hoe die recidiverisico’s zo goed mogelijk verkleind kunnen worden. Op basis daarvan kun je als lezer zelf je mening over tbs vormen.
Hoofdstuk 3 – Tekstopbouw
§1 De indeling van een tekst
© Noordhoff Uitgevers bv, 2008
3
Nieuw Nederlands 4e editie – 4 vwo
Uitwerkingen
Opdracht 1 1 uitvindingen 2 informeren 3 Inleiding: Wat zou het leven ingewikkeld zijn zonder uitvinders. De lamp, de fiets, de auto, de telefoon: allemaal vondsten van creatieve geesten die nu ons bestaan bepalen. Maar de wereld is nog lang niet af, zo vinden ook veel Nederlanders. Om ze aan te moedigen én te belonen wordt overmorgen weer de jaarlijkse ID-NL-prijs uitgereikt, voor de beste uitvinding van Nederlandse bodem. Leuk, zo’n prijs, maar leveren al die creatieve ideeën de bedenkers ook nog wat geld op? Een blik op uitvinders, hun vondsten en het proces. Eureka! Middenstuk: Uitvinders zijn anders dan anderen. Zoekend naar een oplossing en speurend naar verbeteringen balanceren ze vaak op het touw tussen creativiteit en techniek. Door nét even anders te kijken en te denken, borrelt er een idee op dat het leven makkelijker, beter of eenvoudiger kan maken. Ze prutsen met draadjes, ze morrelen met schroefjes, ze maken eens wat, ze verbeteren het weer. Ooit geweten dat James Dyson 5127 versies van de stofzuiger maakte voor hij zelf tevreden was over zijn vinding? Als je het gouden idee denkt te hebben, kijk dan eerst of je idee wel echt origineel is. Misschien heeft een ander het allang bedacht en ligt het gewoon in de winkel. Kijk dus even in de schappen, blader wat folders door en raadpleeg het internet. Vergeet ook niet octrooiliteratuur erop na te slaan. Het komt voor dat een vinding is vastgelegd, maar om een of andere reden niet op de markt is verschenen. Uitvinder Ruud Licht uit Haarlem had een tegenvaller bij het lanceren van de plastic beschermmouw die hij had bedacht. In zijn hoofd ontstond een mouw om je kleding schoon te houden bij verfklusjes of bij het olie verversen. ‘Maar een ander bleek dat ook al te hebben bedacht. Helaas. Nu richt ik me op wat nieuws. Iets wat nog geheim is.’ Blijkt dat je vondst écht uniek is, dan kun je er een octrooi op aanvragen. Een octrooi geldt voor maximaal twintig jaar. Zo’n aanvraag dient de hedendaagse Willie Wortel in bij het Octrooi Centrum Nederland in Rijswijk. Veel uitvinders laten de aanvraag regelen door een octrooigemachtigde, meestal is dat een ingenieur of jurist met een technische opleiding en kennis van het octrooirecht. Deze kenner stelt een technische omschrijving op van de vinding en stuurt die met een tekening naar Rijswijk. Dit kost wel een paar centen – voor de afhandeling door de octrooigemachtigde en de aanvraag zelf is de uitvinder al snel 4000 euro kwijt – en het proces vergt ook geduld: de beoordeling door het Octrooi Centrum duurt acht, negen maanden. Dan pas hoort de indiener of hij een kans maakt, in vaktermen zeggen ze: of hij een octrooieerbaar idee in handen heeft. En dan wil je natuurlijk de markt op. Dit vereist een keuze: zelf doen of uit handen geven? De meeste uitvinders hebben niet de ambitie om zelf een fabriek op te zetten waarin hun vinding op grote schaal geproduceerd kan worden. Maar er zijn vaak investeerders die geld willen steken in het vermarkten van nieuwe ideeën. Wie zijn vinding kan verkopen, ziet daarin de bevestiging dat zijn vondst een goed idee was. Een paar duizend euro voor wat denkwerk is voor de meeste uitvinders al een leuke beloning. Wijnimporteur Bernd Schneider hield de verkoop van zijn Vacu Vin Vacuum Wine Saver in eigen hand. Dit apparaatje, waarmee wijn in een ontkurkte fles op smaak blijft, blijkt een succes onder liefhebbers. Maar kijk uit met het al te heilig geloven in je eigen idee. Er zijn uitvinders die zó overtuigd zijn van hun vondst dat ze het idee in meer dan honderd landen voor veel geld vastlegden om later te ontdekken dat niemand er wat mee kon. Slot: Levert zo’n uitvinding je nou ook nog een beetje geld op? Helaas, maak je hier niet te veel illusies over. Doorgaans zijn uitvinders wel creatief, maar niet commercieel. Het idee verkopen is daarom voor de meesten de beste optie. Wie de rechten op zijn vinding graag zelf houdt, kan het product in licentie geven. De licentiehouder mag het product dan tegen betaling in een vastgesteld gebied verkopen. Al met al worden weinig uitvinders rijk van hun creatieve geest. 4 A de actualiteit 5 C een conclusie 6 alinea 2: Uitvinders zijn (anders dan anderen). alinea 3: Als je (het gouden idee denkt te hebben, kijk dan eerst of je idee wel echt origineel is). alinea 4: Blijkt dat (je vondst écht uniek is, dan kun je er een octrooi op aanvragen). alinea 5: En dan (wil je natuurlijk de markt op).
© Noordhoff Uitgevers bv, 2008
4
Nieuw Nederlands 4e editie – 4 vwo
Uitwerkingen
7 uitvinders 8 originaliteit 9 Octrooi aanvragen 10 De markt op 11 ‘Al met al worden weinig uitvinders rijk van hun creatieve geest.’ (laatste zin) De correct ingedeelde en opgemaakte tekst ziet er zo uit (met twee witregels tussen auteur en inleiding, twee witregels tussen inleiding en middenstuk en tussen middenstuk en slot en met één witregel tussen titel en auteur en tussen de deelonderwerpen van het middenstuk; in het middenstuk is ingesprongen bij de tweede en derde alinea van het tweede deelonderwerp; zie Schrijven p. 64). Eureka! Van idee tot product Jan Vriend
Wat zou het leven ingewikkeld zijn zonder uitvinders. De lamp, de fiets, de auto, de telefoon: allemaal vondsten van creatieve geesten die nu ons bestaan bepalen. Maar de wereld is nog lang niet af, zo vinden ook veel Nederlanders. Om ze aan te moedigen én te belonen wordt overmorgen weer de jaarlijkse ID-NL-prijs uitgereikt, voor de beste uitvinding van Nederlandse bodem. Leuk, zo’n prijs, maar leveren al die creatieve ideeën de bedenkers ook nog wat geld op? Een blik op uitvinders, hun vondsten en het proces. Eureka!
Uitvinders zijn anders dan anderen. Zoekend naar een oplossing en speurend naar verbeteringen balanceren ze vaak op het touw tussen creativiteit en techniek. Door nét even anders te kijken en te denken, borrelt er een idee op dat het leven makkelijker, beter of eenvoudiger kan maken. Ze prutsen met draadjes, ze morrelen met schroefjes, ze maken eens wat, ze verbeteren het weer. Ooit geweten dat James Dyson 5127 versies van de stofzuiger maakte voor hij zelf tevreden was over zijn vinding? Als je het gouden idee denkt te hebben, kijk dan eerst of je idee wel echt origineel is. Misschien heeft een ander het allang bedacht en ligt het gewoon in de winkel. Kijk dus even in de schappen, blader wat folders door en raadpleeg het internet. Vergeet ook niet octrooiliteratuur erop na te slaan. Het komt voor dat een vinding is vastgelegd, maar om een of andere reden niet op de markt is verschenen. Uitvinder Ruud Licht uit Haarlem had een tegenvaller bij het lanceren van de plastic beschermmouw die hij had bedacht. In zijn hoofd ontstond een mouw om je kleding schoon te houden bij verfklusjes of bij het olie verversen. ‘Maar een ander bleek dat ook al te hebben bedacht. Helaas. Nu richt ik me op wat nieuws. Iets wat nog geheim is.’ Blijkt dat je vondst écht uniek is, dan kun je er een octrooi op aanvragen. Een octrooi geldt voor maximaal twintig jaar. Zo’n aanvraag dient de hedendaagse Willie Wortel in bij het Octrooi Centrum Nederland in Rijswijk. Veel uitvinders laten de aanvraag regelen door een octrooigemachtigde, meestal is dat een ingenieur of jurist met een technische opleiding en kennis van het octrooirecht. Deze kenner stelt een technische omschrijving op van de vinding en stuurt die met een tekening naar Rijswijk. Dit kost wel een paar centen – voor de afhandeling door de octrooigemachtigde en de aanvraag zelf is de uitvinder al snel 4000 euro kwijt – en het proces vergt ook geduld: de beoordeling door het Octrooi Centrum duurt acht, negen maanden. Dan pas hoort de indiener of hij een kans maakt, in vaktermen zeggen ze: of hij een octrooieerbaar idee in handen heeft. En dan wil je natuurlijk de markt op. Dit vereist een keuze: zelf doen of uit handen geven? De meeste uitvinders hebben niet de ambitie om zelf een fabriek op te zetten waarin hun vinding op grote schaal geproduceerd kan worden. Maar er zijn vaak investeerders die geld willen steken in het vermarkten van nieuwe ideeën. Wie zijn vinding kan verkopen, ziet daarin de bevestiging dat zijn vondst een goed idee was. Een paar duizend euro voor wat denkwerk is voor de meeste uitvinders al een leuke beloning. Wijnimporteur Bernd Schneider hield de verkoop van zijn Vacu Vin Vacuum Wine Saver in eigen hand. Dit apparaatje, waarmee wijn in een ontkurkte fles op smaak blijft, blijkt een succes onder liefhebbers. Maar kijk uit met het al te heilig geloven in je eigen idee. Er zijn uitvinders die zó overtuigd zijn van hun vondst dat ze het idee in meer dan honderd landen voor veel geld vastlegden om later te ontdekken dat niemand er wat mee kon.
© Noordhoff Uitgevers bv, 2008
5
Nieuw Nederlands 4e editie – 4 vwo
Uitwerkingen
Levert zo’n uitvinding je nou ook nog een beetje geld op? Helaas, maak je hier niet te veel illusies over. Doorgaans zijn uitvinders wel creatief, maar niet commercieel. Het idee verkopen is daarom voor de meesten de beste optie. Wie de rechten op zijn vinding graag zelf houdt, kan het product in licentie geven. De licentiehouder mag het product dan tegen betaling in een vastgesteld gebied verkopen. Al met al worden weinig uitvinders rijk van hun creatieve geest. Opdracht 2 –
§2 Vaste tekststructuren Opdracht 3 A 1 De rol van lichaamstaal (en omgevingsfactoren) bij flirten / verliefd worden 2 alinea 1 en 2 3 alinea 10 B 4 imponeren (al.1) intonatie (al.1) blauwdruk (al.3) setting (al.6) converseren (al.7) affectie (al.8)
- indruk maken - stembuiging - ontwerp - achtergrond; decor - praten - genegenheid
C 5 constatering 6 voorbeelden 7 alinea 3 t/m 5 8 alinea 6 t/m 9 9 door elementen uit de omgeving waarin we opgroeien, zoals de lach van je moeder, de gelaatstrekken van je oudere zus en de humor van die leuke oom 10 (De geurstoffen bevatten informatie over iemands afweersysteem en) een totaal andere codering dan die van henzelf biedt een kind meer overlevingskansen, doordat het dan beschermd is tegen meer ziektes. 11 Wilde, opzwepende muziek (zoals rock) leidt tot meer affectie net als de spannende situaties uit alinea 6 en 7. 12 (Niet je versiertrucs (je taalgebruik), maar) je lichaam bepaalt (zonder dat je je er bewust van bent) wie er verliefd op je wordt / op wie je verliefd wordt. 13 D verklaringstructuur De tekst legt uit hoe verliefd worden werkt, hoe het proces in elkaar zit. 14 een uiteenzetting 15 Ja, want die titel sluit aan bij de hoofdgedachte. Verder is die wel pakkend/prikkelend: je wilt weten waar deze tekst over zal gaan.
Opdracht 4 –
§3 De alinea Opdracht 5 A 1 de lichaamslengte van mensen / de lengte van het menselijk lichaam 2 alinea 1, 2 en 3
© Noordhoff Uitgevers bv, 2008
6
Nieuw Nederlands 4e editie – 4 vwo
Uitwerkingen
3 alinea 11 en 12 B 4 anatomie (al.1) fysische antropologie (al.1) fluctueert (al.3) genetisch (al.4)
-
sociaal-economische (al.6)
-
rachitis (al.7)
-
kennis over de bouw en het inwendige van het menselijk lichaam wetenschap die o.a. de mens als biologisch organisme bestudeert golft; schommelt; rijst en daalt de genen betreffend: erfelijk materiaal dat we van onze (voor)ouders meekrijgen betrekking hebbend op zowel het sociale/maatschappelijke als het economische een ziekte die (door een tekort aan vitamine D en calcium) leidt tot onvoldoende botvorming
C 5 constatering 6 verklaring 7 toelichting 8 in alinea 11 9 De groei verloopt niet in een rechte lijn omhoog, zoals vaak wordt gedacht, maar fluctueert nogal. (tweede zin) 10 Om te beginnen hebben wij Nederlanders blijkbaar een genetisch profiel dat ons in staat stelt tot grote hoogte door te groeien. (tweede zin) 11 We hebben in Nederland ook het klimaat mee. (eerste zin) 12 alinea 4: Om te beginnen alinea 5: ook alinea 6: verder 13 Hij vond in hun skeletten geen aanwijzingen voor ziektes als scheurbuik of rachitis die duiden op een gebrek aan goede voeding. 14 Hoe meer voedsel en leefruimte er per hoofd van de bevolking beschikbaar is, hoe harder de mensen groeien, zo leert de geschiedenis. (laatste zin van alinea 6) 15 (De vier resp. vijf kleine accolades moeten twee keer één grote accolade vormen.) industrialisatie → meer welvaart → betere voeding } } waterleiding } } → groeispurt + riolering } } } → hygiëne neemt toe → kans op } betere huizen } infectieziekten daalt 16 Maat verwacht dat we nog wel een tijdje kunnen doorgroeien, als de ideale omstandigheden van nu (voldoende voedsel, weinig stress en een lage infectiedruk) niet veranderen. (tweede zin) 17 D De alinea’s 11 en 12 vormen een tegenstelling. (in de eerste druk wordt in de vraag ten onrechte naar de alinea’s 12 en 13 verwezen) In alinea 11 verwacht Maat dat we nog wel een tijdje kunnen doorgroeien (als de omstandigheden ideaal blijven). In alinea 12 waarschuwt hij dat het ook snel afgelopen kan zijn met de groei (als de omstandigheden minder gunstig worden). Je herkent de tegenstelling aan het signaalwoord ‘echter’. 18 ... als de ideale omstandigheden van nu (voldoende voedsel, weinig stress en een lage infectiedruk) niet veranderen. 19 E een toekomstverwachting 20 D verklaringstructuur 21 een uiteenzetting
§4 Tekstverbanden Opdracht 6 1 De voornaam is een belangrijk bezit. (eerste zin) 2 Zo wil de Utrechtse student Rolf graag Rolf Dudock Maurits heten. (eerste zin) 3 toelichtend verband 4 Zo
© Noordhoff Uitgevers bv, 2008
7
Nieuw Nederlands 4e editie – 4 vwo
Uitwerkingen
5 redengevend verband 6 daarom 7 redengevend verband 8 opsommend verband 9 Bovendien 10 tegenstellend verband 11 maar 12 redengevend verband
§4 Tekstverbanden Opdracht 7 A 1 vermoeidheid bij mensen Of: het effect van vermoeidheid op motivatie 2 alinea 1 en 2 3 alinea 10 B 4 het tweede ‘Als’ 5 Je weet mensen voldoende te motiveren. 6 oorzakelijk verband 7 waardoor 8 chronologisch verband 9 om tien uur, na drie uur, Toen (nog een uur) 10 doel-middel verband 11 vergelijkend verband 12 meer ... dan 13 toelichtend verband: de tweede zin legt uit wat het ‘duidelijke’ effect is. 14 Als je echter ... 15 Wanneer, Als 16 er komt meer dopamine vrij → activiteit in de acc → een energiek gevoel 17 leidt tot, Daardoor 18 toelichtend: ‘Zo’ kondigt een voorbeeld aan. 19 voorwaardelijk verband 20 concluderend verband 21 dus 22 toegevend verband 23 al 24 A concluderend De zin licht de conclusie toe dat je er ook anders tegenaan kunt kijken. De conclusie is dat er bij vermoeidheid ‘dus’ geen sprake is van onwil, want de oorzaak van de vermoeidheid is een signaal in het brein waar de mens niets aan kan doen. C 25 bijvoorbeeld (al.1) vervolgens (al.1) maar (al.3) Als (al.3) dan (al.3) Als, als (al.4) Maar (al.4) ook (al.6) Als ... dan (al.10)
- toelichtend - chronologisch - tegenstellend - voorwaardelijk - idem - voorwaardelijk - tegenstellend - opsommend - voorwaardelijk
Opdracht 8 A
© Noordhoff Uitgevers bv, 2008
8
Nieuw Nederlands 4e editie – 4 vwo
Uitwerkingen
1 de overeenkomsten tussen mensen en mensapen 2 alinea 1 en 2 3 alinea 12 en 13 B 4 link (al.2) schakel een spiegel voorhouden (al.3) anekdotes (al.3) moraal (al.3) topic (al.4) hiërarchie (al.5) competitief (al.8) strategisch (al.9) coalities (al.9) campagne (al.9) wederkerigheid (al.11) -
een wijze les leren; inzicht in zichzelf geven waar gebeurde verhaaltjes wijze les actueel onderwerp van discussie rangorde gericht op onderlinge wedijver; elkaar beconcurrerend getuigend van een goed doordacht beleid verbonden tussen groepen om samen te werken publieke actie ‘wederzijdsheid’; het behandelen van de ander op dezelfde manier als men door die ander behandeld wordt
C In de eerste druk staat in deze vraag een fout: alinea 4 moet alinea 3 zijn. 5 alinea 4 6 alinea 5 7 alinea 7 8 alinea 10 9 Ze willen de rust in de groep bewaren. 10 ‘Het enige onderscheid is dat mensen door het gebruik van taal hun gedrag meer verhullen.’ (halverwege alinea 3) 11 ‘de aangeboren omgangsvormen van apen en mensen’ 12 bruut en beschaafd 13 Apen maken ruzie (bruut), maar verzoenen zich daarna weer (beschaafd). 14 Dat hij King boven zichzelf plaatst. 15 (1) Achter de schermen kunnen oudere politici nog de nodige invloed uitoefenen: Ruttes machtspositie zou zonder steun van deze oudere politici misschien in gevaar komen. (2) Als jongere man is Rutte nog heel competitief, waardoor hij overhaast verkeerde beslissingen kan nemen. Rutte kan het oordeel van de oudere politici, die meer op afstand staan, goed gebruiken. 16 Bij de aap is het de bovenliggende partij die het gebaar maakt; John McCain maakt het gebaar als verliezer. 17 John McCain ziet in dat hij later misschien weer met Bush moet samenwerken en heeft er belang bij om na de onderlinge machtsstrijd de vrede te herstellen. 18 opsommend verband; bovendien 19 Het is belangrijk dat we (in grote steden) het gemeenschapsgevoel tussen mensen herstellen, want daardoor kunnen problemen als geweld en onverschilligheid voorkomen worden. 20 Een uiteenzetting. De auteur wil vooral informatie geven over het nieuwe boek van Frans de Waal De aap in ons.
Hoofdstuk 4 – Publiek
§1 Publiek en tekstkenmerken Opdracht 1 1 voor een publiek dat moeite heeft met lezen 2 - de inhoud: er wordt veel uitgelegd;
© Noordhoff Uitgevers bv, 2008
9
Nieuw Nederlands 4e editie – 4 vwo
Uitwerkingen
- de publicatieplaats: als je weet dat de Startkrant een blad is voor mensen die moeite hebben met lezen, kun je aan de publicatieplaats zien voor wie de tekst bedoeld is; - het taalgebruik: de zinnen zijn kort en er staan geen moeilijke woorden in. 3 Er wordt bijvoorbeeld uitgelegd wat de Verenigde Naties is. (inhoud) Opdracht 2 1 voor (werkende) mensen met langdurige liefdesrelaties (en kinderen); misschien eerder vrouwen dan mannen 2 - de inhoud: lezers met een relatie kunnen wat leren uit deze tekst; - de publicatieplaats: als je weet dat Balance een uitgave van Libelle is die vier keer per jaar verschijnt, kun je aan de publicatieplaats zien voor wie de tekst bedoeld is. 3 ‘Werk, kinderen, vrienden, ze lijken allemaal voorrang te krijgen.’ (inhoud) ‘Het voorbeeld van Jacqueline zal voor veel stellen herkenbaar zijn.’ (inhoud) Opdracht 3 1 voor sportieve, volleyballende meisjes 2 - de inhoud: het gaat om de aankondiging van een internationaal volleybaltoernooi voor meisjes; - het taalgebruik: kort en krachtig (moet ook wel bij een poster); - de lay-out: vrolijke, heldere kleuren; 3 voor meisjes in de leeftijd van 11 t/m 19 jaar (inhoud) Mega Discofeest (taalgebruik) Opdracht 4 1 voor mensen die geïnteresseerd zijn in taal(verschijnselen) 2 - de inhoud: het gaat om de aankondiging van een boek over taal(verschijnselen); - de publicatieplaats: de titel Onze Taal wijst op een blad voor taalliefhebbers; kennelijk is het een soort vereniging want er zijn leden; - het taalgebruik: er wordt ‘vakjargon’ gebruikt: woorden die over het algemeen alleen bekend zijn bij mensen die in taal geïnteresseerd zijn 3 ‘Battus is een begrip onder liefhebbers van het taal- en woordspel.’ (inhoud) bibibigrammen, dubbelacrostischons, parallellolettergrepen, zebrawoorden (taalgebruik) Opdracht 5 A 1 windmolens voor de productie van elektriciteit 2 alinea 1 3 alinea 14 t/m 18 B 4 ornithologen (al.4) concessie (al.6) turbine (al.7)
-
consortium (al.10)
-
moratorium (al.11) rendabel (al.11) destructie (al.12) buitengaats (al.13) exploitatie (al.13)
-
vogelkenners vergunning (van overheidswege) schoepenrad of serie schoepenraderen die de kracht van stromend water, gas, stoom of wind omzetten in energie, bijvoorbeeld elektriciteit tijdelijke vereniging van ondernemingen om voor gezamenlijke rekening een financiële operatie of handelsoperatie uit te voeren uitstel winst opleverend; lonend verwoesting; vernietiging buiten de haven; in volle zee het winstgevend maken van iets
C 5 kopje 2: alinea 6 kopje 3: alinea 8 kopje 4: alinea 12 6 B Nee, want je moet ook kijken naar de zeldzaamheid van de gedode vogels. Dan blijkt dat veel zeldzame vogels (zeearenden en andere roofvogels) het slachtoffer worden van windmolens.
© Noordhoff Uitgevers bv, 2008
1 0
Nieuw Nederlands 4e editie – 4 vwo
Uitwerkingen
7 De oplossing is om windparken alleen te bouwen op locaties waar ze geen nadelen voor de natuur zouden hebben, bijvoorbeeld tientallen kilometers ver op zee. 8 Op zee en langs de Noordzeekust moeten nieuwe windparken verschijnen om de duurzame productie van energie te vervijfvoudigen en ook op land zou er een megawatt of 500 bij moeten komen.
Twintig procent van de energievoorziening moet voor 2020 duurzaam zijn.
↑ __↑__
Grootschalige zonne-energie is voor 2020 niet haalbaar, en ook aan energie uit biomassa kleven duidelijke nadelen.
9 nevenschikkend 10 De molens zijn weinig efficiënt in hun productie. (tweede zin) 11 Nee, want het weer heb je niet in de hand en de techniek is uitontwikkeld. 12 windenergie kernenergie voordelen - duurzaam
nadelen
voordelen
- dode vogels - duurzaam - niet efficiënt: weinig - goedkoop rendement - ruimtebesparend - aantasting landschap (en wind-molens buitengaats zijn niet rendabel te exploiteren) - grootste deel van hun bestaan zijn windmolens alleen rendabel dankzij hoge subsidie
nadelen - CO2-uitstoot - afval moet veilig worden opgeslagen
13 B een afweging 14 het woordje ‘kerngezond’ – Daarmee zinspeelt de auteur op het feit dat een kerncentrale niet schadelijk voor de gezondheid hoeft te zijn. 15 Anders omgaan met elektriciteitsverbruik en het bouwen van een nieuwe kerncentrale. 16 Een betoog (al zijn er ook beschouwende elementen) Toelichting: De titel spreekt al van windmolenwaan. ‘Waan’ betekent ‘verkeerde mening’. De auteur betoogt dat windmolens níet de juiste oplossing zijn voor het energieprobleem. Hij noemt dan ook vooral nadelen van windenergie. Uit de anekdote in de slotalinea blijkt dat de nestelende vogels voor kernenergie kiezen en de auteur doet dat eigenlijk ook.
© Noordhoff Uitgevers bv, 2008
1 1