Niets willen missen Kinderen, jongeren en sociale media Het is naar mijn idee heel menselijk en van alle generaties. Als mijn moeder van 84 een keertje te laat is met het opnemen van haar telefoon, belt ze eerst mijn oudere zus en dan mij met de vraag: “heb jij soms gebeld?” Als ik dan ontkennend antwoord, vraagt ze zich hardop af wie het dan geweest zal zijn en wat de boodschap is geweest. “Ach mam, als het echt belangrijk is bellen ze wel terug”, is mijn standaard antwoord. Ik weet dat deze reactie haar onrustige gevoel níet wegneemt. Niets willen missen. Het lijkt een basisgevoel dat bij iedereen aanwezig is en misschien vanuit de oertijd wel een overlevingsmechanisme van de mens is geweest. Een tijd waarin de mens alert moest zijn op waarschuwende of verlokkende signalen. Puur om te kunnen overleven. Wil je in deze tijd niets missen en alle signalen opvangen, dan ben je even zoet. Er komt dagelijks een onnoemlijke stroom van informatie (gevraagd en ongevraagd) op ons af en bovendien hebben we ook nog eens de mogelijkheid om naar evenzoveel informatie actief op zoek te gaan. En dat alles binnen handbereik, letterlijk. Het is de laatste tien jaar een stormachtige ontwikkeling geweest, waarbij we ons pas sinds kort afvragen wat het betekent voor de kinderen en jongeren die nu opgroeien. Vanaf jonge leeftijd lopen kinderen met een smartphone op zak en is het een onmisbare factor in hun leven geworden. De ontwikkelingen hebben mijn speciale aandacht, met name omdat ik de laatste twee jaar vanuit diverse invalshoeken ervaringen heb opgedaan. Ervaringen met kinderen in de basisschoolleeftijd In het najaar 2012 heb ik vanwege een studie een onderzoek gedaan bij vijf basisscholen in de regio naar internetactiviteiten van de leerlingen. Bijna 1000 kinderen van groep 4 tot en met groep 8 deden mee en hebben in kaart gebracht wat hun activiteiten zijn op het internet en hoeveel tijd ze daar gemiddeld aan besteden. Hoewel de situering van de scholen heel verschillend was (drie scholen uit Heerhugowaard, één uit Tuitjenhorn en één uit Heiloo) leverde de onderzoeksresultaten een vergelijkbaar beeld op. Zo bleek dat op al die scholen een derde deel van de ondervraagde leerlingen al beschikt over een mobiele telefoon met internet. Beginnend met enkele kinderen in groep 4 en soms meer dan de helft in de groepen 7 en 8. Ik vind dat verrassend veel. Maar het meest opvallend is dat uit het onderzoek bleek dat het gros van de kinderen zich dagelijks langdurig en zónder toezicht op het internet begeeft. Slechts een klein percentage kinderen geeft aan dat ouders af en toe meekijken en dan vooral bij officiële chatsites zoals Hyves (overigens alleen nog populair onder jonge kinderen tot een jaar of 10.) Veruit de meerderheid van de kinderen geeft aan dat ouders nooit meekijken bij het spelen van online games. En daar zit best een valkuil. Kinderen zitten soms uren per dag aan een bepaald spel en ouders realiseren zich niet dat die spellen de laatste jaren steeds meer gericht zijn op het sociale element. Hele klassen bleken vorig jaar bijvoorbeeld op Moviestar Planet te zitten. Ga maar een kijken op zo’n site, dan kom je al gauw de doelstelling in koeienletters tegen: DOE MEE, CHAT MET VRIENDEN EN VAL OP! Op zich niets mis mee, maar realiseer je als ouder dat een kind dus wel degelijk op een soort chatsite zit en dat er dan best wat regels mogen worden afgesproken met elkaar. Het wordt wel eens vergeleken met het verkeer: je stuurt een kind niet met een fiets de straat op terwijl het de verkeersregels nog niet kent. Daar komen ongelukken van. (Maar goed kunnen fietsen in het verkeer is fijn!)
Ik heb zelf geen kinderen meer in die leeftijd, maar aan ouders zou ik willen zeggen: Kijk eens mee met zo’n spelletje en vraag naar de belevenissen van je kind op het web, net zoals je vraagt naar hoe de schooldag was. Nooit afwijzend, niet controlerend, maar gewoon uit eerlijke belangstelling. Als een kind weet dat een ouder werkelijk geïnteresseerd is in wat het online beleeft, dan zal het de leuke dingen delen maar ook veel eerder aan de bel trekken mocht het iets naars ervaren. Of maak als ouder zelf een account aan en ervaar hoe het is om in zo’n virtuele wereld een rol te spelen. Grote kans dat de ouder het net zo leuk vindt als het kind. In zo’n speelse situatie kun je gemakkelijk tot afspraken komen met elkaar. Jongeren op het voortgezet onderwijs Ik ben werkzaam in de Bibliotheek Langedijk en enige jaren geleden kwam er vanuit de plaatselijke middelbare school (het Jan Arentszcollege) het verzoek of de bibliotheek een training Mediawijsheid wilde geven aan de brugklassen. Omdat ik ook al vanuit mijn studie met dit onderwerp bezig was, heb ik dit samen met een collega opgepakt. Ik heb een serie van vijf lessen ontworpen die ik sinds twee jaar aan alle brugklassen geef. Die lessen bestaan niet uit technische vaardigheden of het aanleren van weetjes over de sociale media; dat heeft geen enkele zin want er verandert zoveel in korte tijd, dat is niet bij te houden. Bovendien zijn jongeren veel sneller op de hoogte dan ikzelf en hoef ik ze écht niets te leren over wat er allemaal mogelijk is. Ik heb bij deze training een geheel andere insteek en leg voornamelijk de nadruk op inzicht en houding. Elke les eindigt met een eyeopener, waarvan ik hoop dat die blijft ‘hangen’. Zo laat ik ze een sollicitatiebrief schrijven op een (fictief)super aantrekkelijk bijbaantje. Als ze daar hun uiterste best op hebben gedaan, doe ik alsof ik de directeur van het bedrijf ben: Ik lees alleen de adresgegevens op de achterkant van de enveloppe, toets die in op Facebook of Twitter en als ik dan rare foto’s of teksten op een profiel tegenkom, dan belandt de brief waar ze zo hun best op hebben gedaan, ongeopend in de prullenbak. Dat levert altijd een moment van verontwaardiging en hilariteit op maar ik hoop en denk dat ze het zich herinneren als ze straks als vijftien/zestienjarige hun eerste sollicitatiebrief schrijven voor een bijbaantje, maar liever nog hoop ik dat ze per direct een beetje kritisch naar hun persoonlijke internetpagina gaan kijken. Ook het met elkaar brainstormen en tips bedenken, is onderdeel van de training. Dat doen de leerlingen aan de hand van recente en relevante krantenberichten. Elk jaar verzamelen we dan met elkaar zo’n tachtig tips over het gebruik van sociale media. Tips die ze elkaar geven en waar ik zelf misschien niet opgekomen was. Geweldig toch? Je ziet dan dat ze eigenlijk heel bewust bezig zijn en met de fraaiste wijsheden op de proppen komen: Think before you send is er zo eentje. Ze leren van elkaar en nemen tips van elkaar over. Tijdens die lessen, die 75 minuten duren, is er veel ruimte voor ervaringsverhalen. Het blijkt dat de jeugd over het algemeen ‘24/7’ (24 uur per dag en 7dagen per week) online is. Chatten, gamen en heel veel filmpjes kijken op Youtube! Over het algemeen is het een heerlijk en ontspannend sociaal vertier voor ze. Ik benadruk bij de kinderen de plezierige en nuttige mogelijkheden van de sociale media, maar heb ook een kritische blik. Verlies aan concentratievermogen ligt op de loer evenals de mogelijkheid van negatieve beïnvloeding, in de ruimste zin van het woord. Tijdens de lessen komt er regelmatig een verhaal naar boven waar je stil van wordt of dat ronduit alarmerend is. Goed om dan met elkaar te bespreken hoe je handelt in bepaalde situaties. Ik focus dan meestal op de ervaringen van het kind dat vertelt, al ben ik me ervan bewust dat juist dit kind al zover is dat het ervaringen deelt en dus goed bezig is. Hopelijk pikken de zwijgende brugklassers zo een graantje mee, want ik ben ervan overtuigd dat er onderhuids veel kan spelen.
Ervaringen als moeder Zelf ben ik moeder van drie jongens in de leeftijd van 17 tot 23 jaar. Ik merk hoe snel de ontwikkelingen gaan, want bij de oudste speelde het thema tijdens zijn schooltijd nog niet of nauwelijks. Vooral bij de jongste is het veelvuldig gebruik van de sociale media een punt van aandacht omdat wij merken dat het bij hem negatieve invloed heeft op zijn concentratie/ focus. Twee jaar geleden toen hij in VWO 4 zat, ging het absoluut ten koste van zijn schoolprestaties. Uiteraard beweerde hij zelf dat hij zich prima kon concentreren en dat hij zijn laptop nu eenmaal nodig had voor zijn schoolwerk. Hij had in die tijd nog een prepaid mobiele telefoon dus ook voor zijn contacten via Twitter en Facebook gebruikte hij zijn laptop. Die stond áltijd aan tijdens zijn huiswerk en natuurlijk niet alleen om zinvolle opdrachten te doen of achtergrondinformatie op te zoeken…Bovendien lag hij ’s avonds in bed nog afleveringen te kijken van Family Guy en South Park. Kortom: veel onrust met dalende schoolprestaties als effect. Wat doe je dan als ouder? Je voelt dat er ingegrepen moet worden maar weet ook dat een kreet als: “doe die laptop dicht en ga aan je huiswerk!”geen enkele zin heeft. We zijn eerst op zoek gegaan naar motivatie. Hij stond er ronduit slecht voor en zou op deze wijze zeker niet doorgaan naar de vijfde klas. De vraag aan hem was: “Wíl je over?” Dat was absoluut het geval, vooral omdat wij hadden gezegd dat deelname aan de felbegeerde Kleine/Grote Prijs van het Han Fortmann er een jaartje niet in zou zitten als hij zou blijven zitten. Dat klinkt misschien heel streng, maar soms moet je een grens trekken als je voelt dat deze steeds verder opschuift. De motivatie was er dus. Toen zijn we met elkaar gaan bedenken hoe we voor meer concentratie konden zorgen, want het was duidelijk dat het gebrek eraan regelmatig tot chaos leidde. Dat gaf hij zelf ook aan. Hij vertelde dat hij tijdens het leren steeds zijn binnengekomen berichtjes wilde lezen, gewoon omdat hij dat heel gezellig vond en vooral niets wilde missen. Wie weet was het belangrijk. Even een berichtje lezen, leuk filmpje zien, reageren en dan weer door met het huiswerk. Begrijpelijk en heel herkenbaar. Je ziet of hoort dat er een bericht voor je binnenkomt en zie dan de verleiding maar eens te weerstaan. Onze oplossing was radicaal, maar in gezamenlijk overleg tot stand gekomen. We hebben de laatste schoolmaanden een zogenaamd ‘kinderslot’ op zijn laptop gezet waarbij we alle sociale media hebben geblokt, waaronder ook Youtube. De laptop ging bovendien automatisch uit van half tien ’s avonds tot ’s morgens acht uur. Rust in de tent. Hij vond het aanvankelijk nogal kinderachtig maar stemde er toch in toe. Voordat deze aanpassing gedaan werd heeft hij aan zijn vrienden/contacten laten weten voorlopig even een tijdje ‘uit de lucht’ te zijn en dat belangrijke mededelingen dus op een andere manier aan hem moesten worden overgebracht. Heel belangrijk, want dat nam de angst iets te missen een beetje weg. Hij heeft het effect ervan ervaren en het heeft hem geleerd om keuzes te maken. Hij is op het nippertje overgegaan naar de vijfde en in dat schooljaar is een kinderslot niet nodig geweest omdat hij op de juiste momenten zijn (inmiddels) smartphone aan de kant heeft gelegd. Hij weet nu dat hij zich dan veel beter kan concentreren en dat dat een positief effect heeft op zijn schoolprestaties. In september is hij begonnen aan het examenjaar. Het plaatsen van zo’n internetblokkade is volgens mij alleen zinvol als het niet als straf bedoeld is maar als steuntje in de rug. Het kind moet zelf gemotiveerd zijn om mee te werken anders is zo’n slot vast eenvoudig te omzeilen. Het is louter en alleen bedoeld geweest voor het weghouden van de
verleiding.
En dat die verleiding groot is weet ik zelf maar al te goed. Als ik een bliebje hoor ten teken dat er een berichtje voor mij is binnengekomen dan voel ook ik de drang om direct te kijken. Als ik een woordspelletje speel weet ik niet van ophouden en als ik naar informatie aan het speuren ben, dan raak ik niet uitgeklikt. Zelfs als volwassene is het dus al moeilijk om paal en perk te stellen. Dan kun je van een kind of jongere niet verwachten dat het dat machtige apparaat zomaar aan de kant legt om heel verstandig huiswerk te gaan maken. Daar past een stukje ondersteuning bij vanuit begrip. Ik denk namelijk dat het voor ouders en opvoeders in deze tijd een heel belangrijke taak is om kinderen te leren concentreren en focussen op wat op een bepaald moment het belangrijkste is. Daarnaast verdienen kinderen zorgvuldige begeleiding bij hoe ze zich op het internet gedragen, net zoals in het ‘gewone’ leven. Mijn belangrijkste advies aan ouders is daarom: heb interesse in de internetactiviteiten van uw kind. Praat erover, stel honderdduizend vragen en laat zien dat u begrijpt dat het een enorm plezierige verleiding voor ze is. Het heeft ons geholpen, omdat we vanuit dat begrip samen een kritische houding hebben kunnen aannemen en afspraken konden maken. Niets willen missen is menselijk, maar als er teveel informatie op een mens afkomt kan het zo maar eens tot erg veel onrust en nare situaties leiden. Eigenlijk kunnen we best veel missen maar laat niet gebeuren dat uw kind uw aandacht mist voor verantwoord gebruik van het internet en de sociale media.
Tereza de Vries