Niet Gepland Toch Gewenst OVER DE AMBITIES VAN JONGE MOEDERS EN DE UITDAGINGEN VAN HULPVERLENERS
Problematisering en empowerment C
ultureel gezien is ‘tienerouderschap’ een westerse term. In westerse en seculiere opvattingen staan vrouwenemancipatie en persoonlijke ontplooiing hoog in het vaandel. Op jonge leeftijd een kind krijgen belemmert het emancipatieproces en de persoonlijke ontplooiing van vrouwen. Het ‘tienerouderschap’ wordt daarom vaak afgekeurd. Tevens wordt het vaak gekoppeld aan een religieuze moraal, die een seksuele relatie voor het huwelijk afkeurt. In de afgelopen jaren is het aantal tienermoeders in Nederland gedaald. In veel gemeentelijke statistieken wordt uitgegaan van de volgende definitie van tienermoederschap: ‘een tienermoeder is een meisje dat voor haar 20e haar eerste kind heeft gekregen’. De meeste instellingen die hulp en steun bieden aan jonge moeders hanteren in de praktijk een andere grens: ‘kwetsbare jonge moeders tot en met 23 en soms zelfs 25 jaar’. Het gaat dan om jonge vrouwen die gezien hun ontwikkeling, achtergrond en of problematiek veel overeenkomsten hebben met tienermoeders. De hulpverlening aan zwangere meiden en jonge moeders vraagt om een specifieke aanpak. Deze meiden moeten namelijk, nadat ze geconfronteerd zijn met een (vaak) ongeplande zwangerschap, in een kort tijdsbestek veel stappen naar zelfstandigheid zetten. Dit in tegenstelling tot hun leeftijdgenoten. De meiden hebben in eerste instantie vooral problemen met het vinden van goede informatie en advies, het regelen van (praktische) hulp met betrekking tot zelfstandige huisvesting of opvang, financiën, mogelijkheden om de opleiding
af te maken en/of werk te vinden, kinderopvang en opvoedingsondersteuning. Voor jonge moeders is het vaak moeilijk om te overzien bij welke instelling ze terecht kunnen voor ondersteuning. Ook blijkt dat instellingen regelmatig tegenstrijdige informatie geven en zelf niet altijd weten hoe de wet- en regelgeving in elkaar zit. Tevens bestaan er vanuit de samenleving veel vooroordelen over tienermoederschap en de capaciteiten van tienermoeders. De hulpverlening sluit niet altijd goed aan bij de behoeften en de leefwereld van de tienermoeders. Met dit boek willen we een bijdrage leveren aan een correcte beeldvorming rondom tienerouderschap. We willen inzicht geven in hun leefwereld, hun knelpunten en motivatie. Ook zullen we de rol, het aanbod en de bereikbaarheid van de hulpverlening in beeld brengen. In deze publicatie kijken we vanuit de perspectieven van jonge ouders en hulpverleners naar het tienerouderschap. Twintig jonge ouders vertellen hun verhalen, waarin onderwerpen als werk, studie, relatie, zorg, familie, vrienden, sociale omgeving, huisvesting, vrijetijdsbesteding, gezondheidszorg, voorzieningen, hulpverleners, instanties en opvoeding aan bod komen. In een expertmeeting over tienerouderschap zijn vertegenwoordigers van verschillende hulpverleningsorganisaties bij elkaar gebracht, waarbij is gesproken over de bereikbaarheid van het aanbod en de aansluiting hiervan op de behoeften van de moeders.
Hoewel veel tienerouders goed met hun problemen om kunnen gaan, komen de meesten uit een ‘multi-probleem’ situatie: ze hebben een ongestructureerd leven, een afgebroken schoolopleiding, weinig ondersteuning van familie, relatieproblemen en nauwelijks inkomsten. Daarbij tekenen wij nog aan dat ex-ama’s (alleenstaande minderjarige asielzoekers) en illegale tienermoeders in een extra kwetsbare situatie verkeren. Het aantal tienermoederschappen daalt, maar tegelijkertijd zijn de problemen van jonge moeders complexer en groter geworden, mede door huiselijk geweld, loverboys en eerwraak. Opvanghuizen krijgen opvallend vaker te maken met jonge moeders, die hiervan het slachtoffer zijn geworden. We moeten onze ogen hiervoor absoluut niet sluiten. De persoonlijke ontwikkeling van deze doelgroep wordt hierdoor belemmerd. Het is juist een uitdaging voor de hulpverleners om hun aanbod aan te passen aan de behoeften van deze doelgroep door het creëren van een op maat gemaakt traject, geconcentreerd op het zelfstandig wonen, werken en studeren door deze jonge moeders. In deze publicatie hebben we geprobeerd een brug te slaan tussen de ‘positieve beeldvorming’ en de ‘problematisering’ van het tienerouderschap. In de twintig verhalen van de jonge ouders lezen we welke obstakels zij zijn tegengekomen en hoe zij die met de steun van hun ouders, hulpverleners en op eigen kracht hebben geprobeerd te overwinnen. Nogmaals, de rol van hulpverleners en ouders is hierbij onmisbaar geweest. De kern van deze verhalen bevestigt dat investering in deze jongeren vruchtbaar zal zijn. Deze investering kan zich manifesteren in het hulpverleningsaanbod en daarnaast in een positieve benadering. Het creëren
van kansen voor de tienerouders zal bijdragen aan het voorkomen van ‘sociale uitsluiting’ van deze jongeren. Problematisering wordt omgezet in empowerment.
OPBOUW VAN DIT BOEK Het volgende hoofdstuk is een beschouwing over het tienerouderschap. Daarna volgen twintig krachtige verhalen van tienerouders. Tijdens het werven van de geïnterviewden hebben we geprobeerd om zoveel mogelijk rekening te houden met de diversiteit binnen de doelgroep. Het resultaat spreekt voor zich. Het derde hoofdstuk focust op het verslag van de expertmeeting. Het laatste hoofdstuk is de epiloog waarin een analyse wordt gegeven van de uitkomsten vanuit de twee perspectieven: tienerouders en hulpverleners.
DANKWOORD Bij de totstandkoming van deze publicatie hebben meerdere mensen en instellingen warmhartig samengewerkt. Mijn speciale dank gaat naar Peter Louwerse, voor de samenstelling en eindredactie van dit boek, Daan Stringer voor de prachtige foto’s, Khadija ElHajri en Joyce Knijnenburg voor de interviews, Ingrid Bijkerk en Barbara Lateur voor de boekbegeleiding en de vormgeving en de jonge ouders voor hun bereidheid om in alle openheid hun levensverhaal en ervaringen met ons te delen. Mijn dank gaat ook uit naar de medewerkers en het bestuur van het Platform Buitenlanders Rijnmond, DaalAdvies, het Rotterdamse tienermoedernetwerk, Stichting Ambulante FIOM, Stichting Arosa, Stichting VBOK, Stichting Valkenhorst en Tienermoeders.nl voor hun medewerking en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor de financiële steun.
M. Chavoushi ROTTERDAM 15-12-2009
Inhoudsopgave
BESCHOUWING
6
Minder jonge moeders met meer problemen
INTERVIEWS
16
Inleiding
18
Cigdem Yurteri Irma Evers Hannah van der Weg Mandy van Zelst Tichanty Granviel Jhon Noventa Kaleigh den Hartog Laura Overdam Samantha Leijen Inge Hodan Yusuf Sandra Jagt Rignilla Richardson Wendy el Esamy Lola Abaiy Burcu Simsek Charmaine Tel Athalie van der Terp Rebecca van Santen Sharon dos Santos
22 26 32 38 42 46 52 58 62 68 74 80 86 90 94 100 106 110 116 VERSLAG EXPERTMEETING
120
Een netwerk is cruciaal voor de jonge moeder
EPILOOG
126
Succesverhalen als inspirerende voorbeeld
TEKST PETER LOUWERSE
Minder jonge moeders, met meer problemen 6
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
Het aantal Nederlandse tienermoeders daalt jaar na jaar. Toch kunnen de speciale opvanghuizen de vraag niet aan. Dat komt doordat de groep steeds meer probleemgevallen kent: verslaving, een psychische stoornis, een lichte verstandelijke handicap. De talrijke tienermoeders die het wel redden willen niet over één kam worden geschoren met de probleemgroep. Zij kiezen voor de benaming ‘jonge moeders’. Juist in deze groep komen wij de succesverhalen tegen van de jonge vrouwen die dankzij veel doorzettingsvermogen, steun van hun omgeving en kracht een mooie toekomst bevechten voor zichzelf en hun kinderen.
CIJFERS Bijna geen land ter wereld kent zo weinig tienergeboorten als ons land. De score: 5,2 geboorten per duizend meisjes van 15 tot 19 jaar. Alleen Zwitserland scoort nog lager. Hoe komt het dat zo weinig Nederlandse meisjes moeder worden? Allereerst accepteert de samenleving dat jongeren seks hebben voor het huwelijk en daarbij anticonceptie gebruiken. Jong moederschap is niet meer vanzelfsprekend: een opleiding volgen en zelfstandig leven is nu veel belangrijker dan vijftig jaar geleden. Ook is de anticonceptie makkelijk verkrijgbaar, betaalbaar en betrouwbaar. De informatie over seksualiteit en anticonceptie is goed beschikbaar, en er is een toegankelijke abortuszorg. Meer tienermoeders kiezen voor abortus.
keer zo hoog als dat van autochtone meisjes. Een ander opmerkelijk feit is dat de tweede generatie Turkse en Marokkaanse meisjes aanmerkelijk minder tienermoeders kent dan de eerste generatie. Het geboortecijfer in deze etnische groep is nu te vergelijken met dat van autochtonen.
ABORTUS/GEBOORTE Terwijl het aantal geboorten bij tienerzwangerschappen afneemt, blijft het aantal abortussen vrijwel gelijk. Per duizend meisjes kozen er in 2007 9,1 voor abortus en 5,2 voor geboorte. In 2003 kozen per duizend tieners er 10,7 voor abortus en 7,1 voor geboorte. Tweederde van de zwangere meiden kiest voor abortus. Hoe ouder ze zijn, hoe vaker ze voor moederschap kiezen.
DALING
LEEFTIJD EN ACHTERGROND
Het aantal tienermoeders in Nederland laat al jaren een daling zien. In 2007 waren het er 2540, in 2001 nog 3569. Die daling komt vooral voor rekening van de niet-westerse allochtonen, zoals Turkse en Marokkaanse meisjes. Hun aantal nam tussen 2001 en 2007 af van 1736 naar 779 per jaar. Ook het geboortecijfer onder jonge Antilliaanse moeders daalde licht, maar is met 34 geboorten op de duizend meisjes nog wel acht
De meeste tieners die zwanger worden zijn 17 jaar of ouder. Slechts 20 procent is 16 jaar of jonger. Deze jongste tienermoeders komen vooral voor in de groep ‘overige niet-westerse allochtonen’. Tienerzwangerschappen komen zowel bij hoger- als bij lageropgeleide meisjes voor. In de lagere sociale klasse is de kans groter om jong zwanger te worden. Ook meisjes van gescheiden ouders hebben meer kans om zwanger te worden.
BESCHOUWING
7
KIM:
‘Ik heb een moeilijke tijd achter de rug en heb mijn leven nu goed op de rit, maar dat was absoluut niet gelukt zonder mijn ouders. Nu ben ik moeder van een zoon van 10. Ik heb sinds 4 jaar een relatie en ben getrouwd. Ik heb een goeie baan en werk 4 dagen in de week. Is toch best goed gekomen dacht ik zo...’
UIT - ANDRIES BAART EN ANDEREN - KWETSBAAR MAAR
8
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
NIET ALLEEN KWETSBAAR
Grote problemen doen zich voor bij de voormalige alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s). Ze hebben nauwelijks een netwerk, wonen in kale kamers, worden belaagd door pooiers en mensenhandelaren. Volgens schattingen van deskundigen zijn er alleen in Amsterdam al 250 zwervende tienermoeders. Deze jonge vrouwen wonen op straat of verblijven op tijdelijke adressen. Het opvanghuis Arosa uit Rotterdam merkt dat er steeds zwaardere gevallen binnenkomen. ‘Licht verstandelijk gehandicapte meisjes, of jonge vrouwen met een psychische stoornis,’ licht manager Manon Sanches toe. Ook het aantal verslaafden neemt toe. Hulpverleners zijn verder van oordeel dat de meisjes jonger dan 18 jaar zonder netwerk extra aandacht verdienen. Deze 18minners kunnen geen uitkering en zelfstandige woonruimte krijgen en zijn dus afhankelijk van hun ouders. Springen die niet bij, dan neemt Bureau Jeugdzorg de regie over. Met geld van de provincie kunnen de jonge moeders dan in een opvang worden geplaatst die een jeugdzorgerkenning heeft, zoals Valkenhorst in Breda. Die instelling kan echter alleen 18minners uit de eigen provincie Noord-Brabant opnemen. Komt een tienermoeder van elders, dan wordt ze alleen opgenomen als de provincie van herkomst een betalingsgarantie afgeeft.
DE ACHTERGRONDEN Waarom worden jonge meisjes zwanger? De vraag is bestudeerd door vele wetenschappers. Ze komen tot de volgende oorzaken: 1. De armoedecultuur. Arme mensen ontwikkelen strategieën die het hun bijna onmogelijk maken uit de armoede te ontsnappen. 2. Economische verklaringen. Vrouwen met weinig toekomstperspectief en weinig ambities in het onderwijs en op de arbeidsmarkt vluchten in zwangerschap. De komst van een kind kan dan een doel worden.
3. Culturele strategieën. Een sterk familienetwerk als middel om te overleven. Terpstra cs. schreven in 1995 dat moeder worden in de Antilliaanse cultuur een voorwaarde is om volwaardig vrouw te zijn. Moederschap geeft status en zelfstandigheid. 4. Geen goede seksuele voorlichting of vorming. De meisjes in kwestie weten te weinig van hun eigen lichaam, voortplanting, seksuele risico’s en anticonceptie. Ze weten bijvoorbeeld niet dat de pil niet of slecht werkt bij diarree of in combinatie met antibiotica. 5. Traditionele rolverhouding en grensoverschrijdend gedrag. De meiden kijken op tegen hun vriend en maken hun eigen behoeften ondergeschikt. Als hij geen condoom wil, geven ze hem zijn zin. Wat hebben de jonge moeders zelf te vertellen? Uit de krabbels op de website tienermoeders.nl blijkt dat er onder veel van de jonge moeders een actieve kinderwens leeft. Ze hebben behoefte aan warmte en liefde en hopen zo het gebrek daaraan binnen het gezin te compenseren, of ze willen erkenning bereiken: het moederschap maakt bijzonder en genereert aandacht. Sommige meisjes idealiseren het moederschap ook.
HOE GAAT HET MET DE TIENERMOEDERS? De tienermoeder bestaat uiteraard niet. De hulpverleners en deskundigen onderscheiden drie categorieën: 1. De meisjes die kiezen voor het moederschap en die het, vaak samen met hun moeder, aankunnen. 2. De meisjes die niet hebben gekozen voor het moederschap, maar zich na verloop van tijd toch redden. 3. De meisjes die niet hebben gekozen voor het moederschap en voor wie het moederschap een te grote opgave is. Vaak komen ze uit een ‘multiproblematische’ omgeving, met verslaving, schulden, slechte huisvesting, weinig scholing, een vriendje met losse handjes, geen werk etc.
BESCHOUWING
9
De laatste groep krijgt uiteraard de meeste aandacht, maar dat betekent niet dat de andere tienermoeders geen problemen hebben. Uit het onderzoek ‘Kwetsbaar maar niet alleen kwetsbaar ‘ van Andries Baart e.a. (2008) blijkt dat alle ondervraagde meisjes het zwaar vinden om op jonge leeftijd een kind te krijgen. De meisjes worden aangesproken op hun moederschap, maar ze zijn qua ontwikkeling nog niet zover. Dus dat is al een enorme opgave. Vanuit medisch oogpunt hebben tienermoeders meer kans op problemen. Kinderen van tieners hebben een hogere kans op vroeggeboorte of sterfte. Wel verlopen bevallingen vlotter. Het moederschap zet de bestaande relaties met ouders, schoonouders, vriendinnen etc. onder druk. Het geeft een onverwachte wending aan het leven: school, werk en hobby’s komen op het tweede plan. En het plaatst de meiden voor de opgave om een stabiele
omgeving te creëren voor zichzelf en hun kind, al dan niet samen met de vader. Het is dus geen verrassing dat de tienermoeders graag hulp aanvaarden van elkaar, van hun familie en kennissen en van professionele hulpverleners. De eerste zorg van een tienermoeder is: ‘Hoe vertel ik het mijn ouders?’ Uit onderzoeken blijkt dat de meisjes de reacties van de omgeving heel belangrijk vinden. Anderzijds ontdekten Van Berlo en Van Wesenbeek in hun onderzoek in 2005 dat de meeste meisjes de beslissing of ze het kind wilden krijgen zelf namen. De meisjes die onbedoeld zwanger raakten, kregen doorgaans steun. Zij die bewust zwanger zijn geraakt, konden rekenen op boze reacties en werden onder druk gezet. Na de bevalling komt de praktische zorg aan bod. Hoe richten ze hun nieuwe leven in en hoe geven ze vorm aan hun rol als moeder? Ze komen in de hectiek van het dagelijks be-
CHANTAL:
‘Met mijn moeder ben ik eigenlijk alleen nog maar closer geworden. We praatten in het begin over oppervlakkige dingen, meer over vriendjes en alles. Nu praten we echt over hoe ik me voel.’
10
UIT - ANDRIES BAART EN ANDEREN - KWETSBAAR MAAR NIET ALLEEN KWETSBAAR
staan terecht, met vaste tijden en routines. Terwijl hun vriendinnen bezig zijn met uitgaan, mode en vakantie, zijn de jonge moeders met luiers en papflessen in de weer. Plannen en dromen verdwijnen eventjes achter de horizon. De meisjes komen in de bijstand en schamen zich daarvoor. Ze willen maatschappelijk participeren: school en werk. Maar dit is vaak lastig te combineren met de rol van moeder. Een apart punt van zorg is de rol van de moeder van het tienermeisje. Als de tienermoeder naar school gaat of werkt, zorgt de oma dagelijks voor het kind. Dat kan leiden tot onduidelijkheden over rollen: wie is nu eigenlijk de moeder?
SOCIALE NETWERKEN Om zich staande te kunnen houden, is het zeer belangrijk dat de jonge moeder kan steunen op een sociaal netwerk. De ouders zijn daarbij het belangrijkst, gevolgd door schoonfamilie, overige familieleden, ooms, tantes en als laatste vrienden en vriendinnen. De mensen uit dit netwerk helpen bij zaken als: • Huisvesting • Opvoedingsadvies • Meegaan naar de verloskundige • Baby-uitzet kopen • Aanwezig zijn bij de bevalling • Oppassen op de kleine • Troost bieden Een ander belangrijk onderdeel van het netwerk is het lotgenotencontact op website. De belangrijkste daarvan is www. tienermoeders.nl. Jonge moeders bezoeken die site om hun gevoelens rond hun situatie te verwerken, te leren van lotgenoten en de eenzaamheid te ontvluchten, hun hart te luchten. Cruciaal bij het ondersteunen van tienermoeders is volgens Baart cs. dat de omgeving onvoorwaardelijk en niet veroordelend achter de moeder staat. Als ouders hulp verlenen, terwijl ze de zwangerschap afkeuren, boet deze hulp in aan waarde. Hierbij moet wel gezegd worden dat veel meisjes in de opvang vrijwel geen sociaal netwerk hebben.
PROFESSIONELE ONDERSTEUNING ‘Ik wil een huis en een uitkering’. Met die vraag komen veel tienermoeders naar de hulpverlenende instanties. Verder zijn er nog talloze vragen over voogdij, opvoeding, scholing, etc. Probleem is dat instanties als FIOM, VBOK en Arosa niet zelf voor een huis of een uitkering kunnen zorgen. Om te voorkomen dat de meiden langs tien loketten moeten, helpen de hulpverleners de jonge moeders bij het benaderen van de instanties. De meisjes kunnen daarvoor terecht bij inloophuizen en coördinatiepunten (in Eindhoven bijvoorbeeld JEM&Kids, in Hengelo Donna, in Rotterdam Steady). Door de meiden te helpen wordt voorkomen dat ze, bijvoorbeeld, bij de sociale dienst drie keer een andere medewerker te spreken krijgen, die drie keer een ander verhaal vertelt. De instellingen zijn door schade en schande wijs geworden. Zo merkt staffunctionaris Bep Manders van FIOM op: ’ We wilden ze vroeger naar de gewone kinderopvang sturen, zodat ze naar hun werk of opleiding konden gaan. Maar die meiden willen hun kind vasthouden. Zorg dus dat er kinderopvang is in de school of het bedrijf.’ De belangrijkste uitgangspunten bij de probleemmeiden zijn: met respect behandelen, naar structuur begeleiden, elke stap die ze zetten bewonderen. Anders dan FIOM heeft VBOK een opvanghuis voor tienermoeders. In dit pand in Gouda kunnen acht jonge vrouwen tegelijk wonen, en er is één crisisplaats. De meisjes komen daar als ze vier of vijf maanden zwanger zijn, maar soms ook als de baby er als is, en blijven maximaal negen maanden. Meisjes worden alleen toegelaten als de opvang echt nodig is. ‘Bijvoorbeeld als er verslavings- en relatieproblemen zijn,’ zegt communicatieadviseur Mirjam Velthuis van VBOK. Andere indicaties zijn bijvoorbeeld: licht verstandelijk gehandicapte meisjes en jonge moeders met psychische problemen. Daarnaast zijn er in Nederland nog vele opvanghuizen voor tienermoeders, zoals de De Bocht in Goirle en Arosa in Rotterdam, Valkenhorst in Breda, Zy aan Zy van het Leger des Heils in Rotterdam, etc.
BESCHOUWING
11
In die opvanghuizen leren de meisjes vaardigheden om zich staande te houden in het leven, zoals op tijd ontbijten, boodschappen doen, bewegen, omgangsvormen, gezond eten, omgaan met de computer. Dingen die voor de doorsnee burger wellicht voor zich spreken, maar niet voor deze jonge moeders. Ze leren, kortom, als moeder en volwassene te functioneren om daarna zelfstandig verder te gaan. Volgens VBOK is er in Nederland een fors tekort aan dergelijke opvang. ‘ We krijgen jaarlijks vijftig aanvragen, en wij kunnen twintig meisjes plaatsen,’ zegt Mirjam Velthuis van VBOK. Ook Arosa in Rotterdam (twintig opvangplaatsen) en Valkenhorst in Breda (twaalf plaatsen) krijgen meer aanvragen dan er meisjes geplaatst kunnen worden. Als er geen plek is, verwijzen opvanghuizen door naar elkaar. Als alles vol zit, blijft vrouwenopvang als laatste redmiddel over. Meisjes die in Valkenhorst wonen, worden langzamerhand vertrouwd gemaakt met het wonen op zichzelf. ‘Als vervolg op de leefgroep waarin plaats is voor zeven meiden, kunnen ze gebruikmaken van een woonunit,’ verklaart teamleider Judith Haazen van Valkenhorst. Dit is een klein inpandig appartement waar de jonge moeder kan oefenen in het zelfstandig wonen met nog veel hulp en aandacht in de buurt. Voor deze doelgroep zijn er twee units. Ook heeft Valkenhorst drie externe flatjes. ‘Daar is de zelfstandigheid weer groter en de hulp minder intensief,’ vertelt Judith Haazen. Wanneer een jonge moeder een zelfstandige woning krijgt toegewezen blijven hulpverleners nazorg bieden als dit nodig is Een groot probleem voor de opvanghuizen is de doorstroming, merkt manager Manon Sanches van Arosa op. ‘Meisjes die de opvang eigenlijk moeten verlaten, blijven zitten omdat ze geen woning kunnen krijgen.’ Ook de wachttijd bij de sociale dienst is een probleem. Meisjes moeten lang wachten op hun uitkering voor inrichtingskosten, en zijn daardoor gedwongen in de opvang te blijven.
12
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
Een belangrijk aandachtspunt is de angst van tienermoeders dat hun kind wordt afgepakt. Als de hulpverlener aanwijzingen heeft dat het kind in een gevaarlijke situatie belandt of de moeder onvoldoende zelfstandig functioneert, kan hij of zij Bureau Jeugdzorg inschakelen. Die kan vervolgens oordelen dat er moet worden ingegrepen. In het uiterste geval betekent dit adoptie of pleegplaatsing. In het laatste geval mag de moeder contact met het kind houden en ze kan het kind ook weer terugkrijgen als haar situatie stabiel is. Hoe langer een kind in het pleeggezin woont, hoe kleiner de kans is op terugplaatsing bij de moeder. Het wetenschappelijk onderzoek dat tot nu toe is gedaan, concentreert zich meestal niet op de morele beladenheid van het onderwerp, maar op de gevolgen voor de kinderen (pedagogisch perspectief ), de toekomstperspectieven van de moeder (sociologisch perspectief ) en de identiteitsontwikkeling van de moeder (psychologisch perspectief ).
HET STIGMA: EER EN SCHAAMTE Toch moet het morele element genoemd worden. Het dossier tienermoeders is immers doorspekt van verwijzingen naar morele oordelen. Meiden schamen zich dat ze ongewenst zwanger zijn. Ze durven geen hulp te vragen uit angst om niet goed genoeg te zijn in de ogen van anderen en voelen schaamte over het feit dat ze afhankelijk zijn van ouders en instanties. Hun eer als meisje en moeder lijkt op het spel te staan. Omdat meisjes vanuit trots zich niet graag kwetsbaar tonen, moeten hulpverleners verder kijken dan de hulpvraag, vinden Baart cs. Onder moslimmeisjes, die immers uit een eer- en schaamtecultuur voortkomen, is de situatie ernstiger. Volgens VBOK dragen de opkomst van loverboys en het verschijnsel eerwraak daaraan bij. Sommige moslimmeisjes dreigen door hun familie te worden verstoten of vermoord als ze zwanger zijn.
LIEKE:
Deze meisjes proberen hun zwangerschap zo lang mogelijk te verhullen met wijde kleding en dergelijke. Een schrijnend voorbeeld uit de praktijk van FIOM: Een zwanger allochtoon meisje, dat haar zwangerschap heeft weten te verbergen voor haar omgeving, krijgt in de trein op weg naar haar werk weeën. Met hulp van een medereiziger wordt ze naar het ziekenhuis gebracht waar ze bevalt van haar kindje. Dezelfde dag doet ze afstand voor adoptie en ’s avonds gaat ze terug naar huis alsof er niets is gebeurd. Ze heeft haar kind nooit meer gezien. VBOK herkent dit fenomeen. Moslimmeisjes die buiten hun woonplaats voor een bepaalde tijd ‘op stage’ gaan en in het diepste geheim bevallen en het kindje afstaan. FIOM benadrukt dat het tij soms na jaren kan keren. Een ongehuwd meisje was moeder geworden. De dreiging van eerwraak was reëel, en het kind ging naar een pleeggezin, waarna de jonge moeder haar kindje af en toe kon bezoeken. Ze werd daarbij door FIOM begeleid. Na zeven jaar raakte de moeder van het meisje betrokken bij de begeleiding. Nu kan de jonge moeder haar kind bezoeken zonder de dreiging van eerwraak.
‘Ik was 16 toen ik per ongeluk zwanger raakte. Doodsbenauwd was ik voor de reactie van mijn ouders natuurlijk. Ik heb het vier maanden kunnen verzwijgen tot ze erachter kwamen. Wat was ik bang’.
DE VADERS Bij tienerouders denken we, logisch, eerst aan de moeder. Speelt de vader ook nog een rol? Ja, die vader is een verhaal apart, zegt Bep Manders van FIOM. ‘Je hebt ze in alle gradaties. Soms leven ze net zo ongestructureerd als de meiden zelf en zijn ze moeilijk bereikbaar. Soms willen ze wel betrokken zijn en worden ze op afstand gehouden door de jonge moeders. Als FIOM proberen we ze er altijd bij te betrekken.’ Ook VBOK heeft oog voor de vaders. In het opvanghuis in Gouda wordt binnenkort een man aangenomen om makkelijker contact te maken met de jonge vaders. Mannen hebben geen behoefte aan een praatclub. Die willen iets dóen, en dat kan onder begeleiding van een mannelijke hulpverlener.
UIT - ANDRIES BAART EN ANDEREN
TSBAAR
- KWETSBAAR MAAR NIET ALLEEN KWE
BESCHOUWING
13
Voor veel meiden is de betrokkenheid van de vader van groot belang. De meiden willen graag een traditioneel gezinnetje vormen. Ze willen hun kinderen, ondanks de zwakke financiële positie en ondanks het ontbreken van de vader, toch een liefdevolle, normale jeugd geven. Ze willen de zorg voor de opvoeding delen met iemand, liefst de vader. Ze vinden: ‘Een vader moet er zijn: voor moeder en kind.’ Dat ook jonge vaders hun verantwoordelijkheid kunnen nemen, blijkt uit de studie van Baart cs. Van de 57 ondervraagde moeders woonden er 27 samen met de vader. Bijna de helft dus.
GOEDE RAAD De meeste deskundigen op het terrein van tienermoeders zijn het over de volgende uitgangspunten eens: • Hulpverleners moeten over specifieke kennis beschikken, en voorbij het hulpaanbod kijken. • Inzicht in de belevingswereld van tienermoeders is daarbij cruciaal. • Voor jonge moeders is het belangrijk dat ze worden geaccepteerd als respectabel lid van de samenleving. Erkenning van de positie als moeder die ze zelf hebben gekozen. Kijk dus breder dan naar de tienermoeder met een problematisch verleden, de dochter die teleurgesteld heeft of de puber die onverstandig is omgegaan met anticonceptie. Moeders moeten vooral niet moraliserend worden benaderd. • Wie helpt, moet positie kiezen voor de jonge moeder en het kind. • Hulpverleners die afkeurend zijn, kunnen praktisch nut hebben, maar worden minder gewaardeerd. • Begeleid de meisjes naar structuur. • Bewonder elke stap die de jonge moeder zet.
TIENERMOEDERSCHAP, EEN PROBLEEM? Tienermoederschap is een beladen onderwerp. Het komt meestal slecht uit, de omgeving reageert negatief. Maar is het ook een probleem? We moeten erkennen dat niet alles koek en ei is voor de tienermoeder. Als adolescent is
14
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
ze psychisch vaak niet toe aan de moederrol, maar ze wordt wel als moeder aangesproken. Dat geeft spanning en stress. Desondanks zijn er genoeg tienermoeders die zich, mede dankzij steun van de omgeving, goed redden. Deze jonge vrouwen vinden het begrijpelijkerwijs niet leuk om het stempel ‘probleemgroep’ te krijgen. Laten we de ogen niet sluiten voor positief nieuws over tienermoeders. Teamleader Judith Haazen van Valkenhorst ziet bij bijna alle meiden een verbetering door het verblijf in de opvang. Ze geeft het voorbeeld van een energieke, jonge moeder die aan de slag gaat bij Vroom & Dreesmann. ‘Om half acht ’s ochtends gaat ze deur uit, om zes uur ’s avonds is ze weer thuis. Intussen zit haar kindje bij de kinderopvang. Dat kost kracht, maar ze knokt ervoor.’ Haazen ziet dat de grote meerderheid van de jonge moeders in de opvang hun leven weer met succes oppakt. ‘Ze worden zelfstandiger, hun schulden worden gesaneerd, ze worden opnieuw op weg geholpen naar werk en school. En er worden gezonde kindjes geboren.’ Een vaak gehoorde opmerking van de meiden over de opvang is daarom: ‘Het was niet gemakkelijk, maar ik heb er veel aan gehad’.
INSPANNINGEN EN UITDAGINGEN Veel instanties in Nederland bekommeren zich om tienermoeders. Ondanks hun inspanningen zijn er nog volop problemen: te weinig plaatsen in opvanghuizen, de opvang van ex-ama’s verloopt stroef, onvoldoende mogelijkheden voor kinderopvang, de doorstroming van het opvanghuis naar een zelfstandige woning is onvoldoende, de sociale dienst doet er te lang over om uitkeringen toe te kennen en de hulpverleners weten niet goed raad met eerwraak. Kortom; er is veel bereikt, maar er liggen nog volop uitdagingen. Laten we vooral niet vergeten dat er volop tienermoeders zijn die zich prima redden. Zij kloppen niet aan bij hulpverlenende instanties en krijgen daardoor minder aandacht. Maar ze verdienen door hun kracht, zorgzaamheid en doorzettingsvermogen evenzeer ons respect.
MAARTJE:
‘Ik heb tegen mijn moeder gezegd: Wat vind jij? Ik vond toentertijd dat mijn moeder daar ook een keus in had. Wilde zij het wel? En dacht zij wel dat het voor mij beter was om een kind te krijgen of juist niet? Dus mijn moeder heeft er eigenlijk ook wel een stem in gehad.’
UIT - ANDRIES BAART EN ANDEREN - KWETSBAAR MAAR
NIET ALLEEN KWETSBAAR
BESCHOUWING
15
Wie zijn de tienerouders? Hoe leven ze? Hoe denken ze? Wat zijn hun problemen en hun uitdagingen? Waar liggen hun ambities? Om antwoord te krijgen op al deze vragen zijn twintig gesprekken gevoerd met jonge ouders.
Meestal werden alleen de meiden geïnterviewd, soms was de vader erbij. Er is gesproken met negen alleenstaande moeders, één alleenstaande vader, zes stelletjes met één kind en vier stelletjes met twee kinderen of de tweede op komst. Van de stellen zijn er vier getrouwd. Twee alleenstaande meiden zijn in verwachting van de tweede, en is er één moeder zwanger van haar derde kind. Slechts één stel heeft bewust gekozen voor de zwangerschap en het jonge ouderschap. De leeftijden van de kinderen varieerden van zes maanden tot vijf jaar. De gemiddelde leeftijd waarop de meiden zwanger werden van hun eerste kind bedroeg 17 jaar. De respondenten zijn benaderd via de netwerken van de organiserende instellingen, en organisaties die actief zijn voor tienerouders, bijvoorbeeld FIOM, moedergroepen en hyves. Wonen, werken, leren Velen starten inwonend bij de (schoon)ouders. Zij worden op deze wijze (enigszins) financieel gesteund. Het doel van alle jonge ouders is snel een eigen plek te vinden voor hun gezin. Het opleidingsniveau in de respondentengroep varieert van vmbo tot hbo. Sommigen hebben hun opleiding gewoon afgerond, voor, tijdens of na de zwangerschap. Anderen hebben hun opleiding later weer opgepakt. Ze zijn gemotiveerder om hun opleiding met succes af te ronden. Ze handelen nu in het belang van hun kind. Veel meiden zijn minder gaan werken of hebben ander werk gezocht dat beter te combineren viel met de zorg en opvoeding van hun kindje. Bijvoorbeeld in de sportschool of als gastouder. Reacties uit de omgeving Vanuit de omgeving kwamen voornamelijk schrikreacties. Nadat de ouders gewend waren
16
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
aan het idee dat de dochter of zoon moeder of vader zou worden, werd de schrik omgezet in steun. Geloof speelt in een aantal verhalen een grote rol. Voor de moslima’s volgt de zwangerschap als vanzelfsprekend op het huwelijk. Al vonden de ouders hen wat jong, het geloof geeft hen kracht. Voor de christelijke ouders was de zwangerschap een teleurstelling. Een buitenechtelijke zwangerschap past niet in de lijn der verwachtingen maar al snel werden deze gevoelens omgezet naar steun. In drie verhalen wordt de rol van de school negatief benoemd. Waar de meiden juist steun en begrip verwachten, een goede opleiding is immers de toekomst, worden ze tegengewerkt. Eén meisje moet zelfs van school en mag de zwangerschap niet vertellen aan haar klasgenoten. Voorzieningen Veel meiden en stellen hebben steun gehad aan speciale projecten voor tienermoeders, zoals bij FIOM, zorghotel, consultatiebureau, MIM (de betreffende moeder is nu zelf werkzaam bij MIM) en Voorzorg. Daarnaast hebben de meiden informatie uit boeken en tijdschriften gehaald. Er zijn ook meiden die minder positieve ervaringen hebben met projecten voor tienermoeders. Men gaat uit van één stereotiep beeld van tienermoeders, terwijl er veel soorten tienermoeders zijn. Hierdoor zijn de voorzieningen te probleemgericht, gericht op onbewuste en ongewenste zwangerschap en
alleenstaande meiden. Kortom: te beperkt. Daarnaast leggen de voorzieningen te veel nadruk op wonen, logistiek, school of werk etc, en naar de smaak van sommige moeders te weinig op de beleving van de zwangerschap. Als het gaat om projecten die zijn bedoeld om het leven van tienermoeders op de rit te krijgen, is er niet altijd een passend vervolgtraject. Daaraan is wel behoefte. In het algemeen zijn de geïnterviewden tevreden over de aangeboden zorg en hulp. Opvoeding en zorg voor een kindje Het opvoeden gaat over het algemeen goed. De tienerouders vinden er hun eigen weg in, net als andere ouders die voor het eerst moeder of vader worden. Leeftijd lijkt hierbij een minder belangrijke rol te spelen dan doorgaans wordt aangenomen. Bij inwoning bij (schoon)ouders wordt inmenging in de opvoeding als storend ervaren. Jonge ouders willen graag hun eigen pad volgen en de eigen opvoedingsstrategieën toepassen. Bemoeienis wordt ervaren als bemoeizucht. De meiden vragen wel tips aan hun eigen ouders, maar ze bepalen zelf of ze hiermee aan de slag gaan. Alle jonge ouders vinden dat het opvoeden van een kind veel tijd, aandacht en geld vraagt. Impact op je leven De impact van de geboorte van een kind op jonge leeftijd is groot. De jonge ouders worden sneller volwassen, krijgen meer verantwoordelijkheidsgevoel en hun interesses verplaatsen zich. Ze gaan minder feesten. Er is geen tijd meer voor en/of geen behoefte meer aan. Daarnaast ontstaat er een ander contact met vrienden. Vrienden blijven in dit opzicht achter bij de jonge ouders. Hierdoor wordt het onderhouden van contacten met vroegere vrienden moeilijk. Wel ontstaan er nieuwe vriendschappen met andere jonge
ouders. De raakvlakken met de andere jonge moeders zijn een stuk groter. Toekomst De meiden zijn hoopvol over de toekomst. Ze dromen over een eigen plek voor hun gezin. Stelletjes willen graag trouwen en/of nog een kindje. Ook het op orde brengen van de financiële situatie vraagt hun aandacht. Ze zijn heel gemotiveerd om wat van de toekomst te maken, hierdoor is er veel focus op structuur en daarmee op een goede toekomst voor hun kind. Meiden ervaren door het moederschap de kracht in zichzelf. Wat valt op? De meiden willen het heel graag allemaal alleen doen en hun eigen weg vinden. Ze hebben zich niet kunnen voorbereiden op de komst van een kind. De eerste is dan ook onverwacht en ongepland, de keuze voor een tweede vindt veel bewuster plaats. Er is inmiddels ook veel ervaring en kennis opgedaan over het ouderschap en de meiden hebben hun weg en hun rol als moeder weten in te vullen. Het merendeel van de stellen deelt samen de opvoeding en zorg. In een enkel geval is de relatie met de vader echt slecht en doen de moeders het alleen. Zij hebben bewust deze keuze gemaakt en de relatie met de vader beëindigd. De jonge ouders vinden het vervelend dat er een negatief, zorgelijk imago hangt rond tienermoeders. Ze beschouwen zich in de eerste plaats als moeder, net als andere moeders. Het woord moederschap wordt dan ook niet gebruikt. De meiden hebben de voorkeur voor jonge moeder. Tips: De geïnterviewde moeders en vaders zijn opvallend eensgezind in hun tips aan andere jonge ouders: ‘Blijf jezelf en blijf positief. Trek je niets aan van vooroordelen en adviezen!’
INTERVIEW
17
Cigdem Yurteri (20 jaar) en haar man (24 jaar) kregen in maart 2008 hun zoontje Timuçin. Cigdem woont in Den Haag en is vier jaar geleden getrouwd voor de islam. Op haar 17e brak ze haar opleiding af. ‘Toen ik stopte met school, nam ik de pil ook niet meer. Ik wist niet dat je zo snel zwanger kon raken. Ik had dat nooit gehoord of onderzocht of zo.’
CIGDEM YURTERI GENIET VAN MOEDERSCHAP, MAAR VINDT DE VERANTWOORDELIJKHEID ZWAAR
INTERVIEW
19
Test Terwijl ze zat te wachten op de uitkomst van de zwangerschapstest, rookte Cigdem Yurteri thuis op de bank rustig een sigaretje. Met die rust was het snel gedaan toen ze de uitslag zag: Zwanger! ‘Op een gegeven moment zag ik daar een streepje,’ blikt ze terug. ‘Ik keek op de gebruiksaanwijzing of dat klopte.’ En het klopte. ‘Ik wist even niet wat ik moest doen.’ Ze belde haar zus en zei meteen: ‘Ik ben zwanger.’ Haar zus schrok erg: ‘Je bent zo jong, ga je het houden?’ Ze vroeg zich af of Cigdem het wel aankon. Cigdem wist zelf ook niet hoe ze het allemaal moest doen en belde haar man. Omdat ze vaak bij wijze van grap vertelde dat ze zwanger was, dacht hij dat ze een geintje maakte. Hij vroeg haar opnieuw een test te doen. Die proef was weer positief, maar nog geloofde haar man haar niet. ‘Ga maar naar een huisarts,’ zei hij. Pas na een week was hij de schrik te boven en accepteerde hij de waarheid. Hij had altijd gezegd: ‘Als je onverwachts zwanger wordt, is het kind welkom. Het is gewoon van ons, we zorgen er allebei voor...’ De pil Heel Cigdems leven stond op zijn kop sinds ze wist dat ze zwanger was. Ze was niet consequent met de pil. Vergat hem vaak. ‘Toen ik stopte met school (Cigdem gaf er de brui aan omdat ze de reisafstand Den HaagZoetermeer vice versa te ver vond), nam ik de pil ook niet meer. Ik wist niet dat je zo snel zwanger kon raken. Ik had dat nooit gehoord of onderzocht of zo.’ Drie maanden later was het zover. ‘Die zwangerschap was afschuwelijk: negen maanden lang braken, braken en nog eens braken.’ Cigdem was helemaal uitgedroogd en moest worden opgenomen in het ziekenhuis. Pas toen ze de baby in haar armen had, besefte ze dat haar leven drastisch ging veranderen. Ze dacht: ‘Had ik toch maar die pil geslikt. Het is wel mooi om een kind te krijgen, maar de verantwoordelijkheid...’
20
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
Familie In de omgeving werd positief gereageerd. Haar ouders waren, net als haar zus, in shock toen ze het nieuws hoorden, maar ze waren er snel aan gewend. ‘Ze hadden er vertrouwen in dat ik een goede moeder zou worden. Ze vonden niet dat ik het kind weg moest halen.’ Haar schoonvader maakte altijd al grapjes van ‘Ik wil een kleinkind.’ Toen Cigdem hem vertelde dat ze zwanger was, zei hij: ‘Zó snel bedoelde ik nou ook weer niet.’ Hyperactief Timuçin is een heel lief kindje, maar hyperactief. Hij kan geen minuut stilzitten. Hij rent en schreeuwt de hele tijd, en dat is moeilijk voor Cigdem. In het begin was dat echt wennen voor haar. Als hij niet zo hyperactief was geweest, zou het voor Cigdem makkelijker zijn om hem op te voeden. Nu kijkt ze altijd wat hij aan het doen is en of hij dingen doet die hij niet mag.‘ Dan ga ik op mijn knieën uitleggen dat het niet mag, maar hij doet het toch. Wat kan ik nog meer doen?’ vraagt Cigdem zich af. ‘Dat vind ik heel moeilijk. Hij is heel verwend, omdat hij bij mijn schoonouders alles mag en thuis niet.’ Internet Tijdens haar zwangerschap zat Cigdem voortdurend op het internet, en zo kwam ze bij een babysite terecht. ‘Op die site kwam ik echt alles te weten en daarvan heb ik 99 procent geleerd: wat ik moest kopen, hoe ik dingen moet doen, bij hoeveel maanden kan je fruit geven, wat je moet doen als hij een wondje heeft, als hij agressief is. Dat soort dingen.’ Op het consultatiebureau hebben ze haar wel een keer gevraagd of ze wilde deelnemen aan een cursus voor jonge moeders. ‘Ik heb toen mijn nummer achtergelaten, maar nooit meer iets gehoord.’ Tijd vliegt Cigdem vindt haar schoonouders schatten van mensen. Soms staat haar schoonmoeder al om twaalf uur voor de deur. Dan haalt ze
Timuçin op en ze brengt hem pas rond half acht ’s avonds weer terug, zodat mama wat kan rusten. ‘Soms weet ik het niet meer,’ verzucht Cigdem. ‘Dan is hij even weg, maar dan heb ik ook geen rust. Het huis moet schoongemaakt worden. De tijd vliegt met een kleine.’
‘Vroeger ging ik zonder make up en mooie haren niet naar buiten’ Haar man komt altijd heel moe thuis, maar als Cigdem eten staat te koken dan speelt Timuçin met zijn vader. ‘Het zijn echt twee handen op één buik,’ glimlacht Cigdem. ‘Dat is lief van papa.’ Moslims Cigdem en haar man zijn moslim. Ze is door haar moeder niet streng opgevoegd. ‘Ik draag geen hoofddoek, ik mag doen wat ik wil. De grenzen zitten in mezelf’. Haar zoon wordt ook zo opgevoed: hij moet weten wat goed en fout is. Zo blijft hij op het goede pad, hoopt Cigdem. Nu vindt ze Timuçin met zijn anderhalf jaar nog te jong om hem over het geloof te vertellen. Maar in de toekomst hoopt ze hem vanuit haar geloofsovertuiging op te voeden tot een goede jongen. Relatie Door de beslommeringen van alledag is de warmte tussen Cigdem en haar man verdwenen. ‘De band tussen mij en mijn man is weg,’ stelt ze onomwonden. ‘We zien elkaar en zitten naast elkaar. Mijn schoonouders willen altijd wel een paar uurtjes oppassen. Maar we doen het gewoon niet. Het is heel moeilijk, de relatie is minder hecht. Ik vind het wel zonde...’ Voordat de kleine er was, konden Cigdem en haar man niet van elkaar afblijven. Als Cigdem nu samen met haar man op de bank
ligt, wordt de kleine al jaloers en dan kruipt hij tussen hen in. ‘Timuçin slaapt sinds zijn geboorte tussen ons in. We willen hem op zijn kamer leggen, maar dat lukt gewoon niet, en dat is niet goed voor een relatie. Ik weet niet wat ik eraan kan doen. Zo groeien wij uit elkaar...’ Tut je leuk op Omdat Cigdem voortdurend met haar zoontje bezig is, heeft ze nauwelijks tijd voor zichzelf. ‘Vroeger ging ik zonder make up en mooie haren niet naar buiten,’ blikt ze terug. ‘Moet je nu mijn wenkbrauwen zien. Ik heb geen tijd om het weg te halen. Dat vind ik wel zonde. Als het ’s avonds negen uur is, wil ik gewoon even op de bank liggen. Dan denk ik niet aan haar of make up.’ Haar vriendinnen zijn wel helemaal opgemaakt. Ze zeggen ‘Tut je leuk op, dan zit je ook gelijk beter in je vel.’ Maar ze begrijpen niet dat Cigdem daar geen tijd voor heeft. ‘Dan kom ik daar aanslenteren terwijl de meisjes van mijn leeftijd mooi opgetut zijn. Dat is wel even slikken.’ Dan flink: ‘Maar ik heb hem en daar ben ik blij mee.’ Vriendinnen Cigdem merkt dat ze een stuk volwassener is dan haar leeftijdgenoten. ‘Maar als mijn vrienden en vriendinnen bij mij zijn, gedragen ze zich ook volwassener.’ Ze zien wel dat Cigdem niet meer met hen kan feesten. Als ze bij haar thuis komen, nemen ze altijd cadeautjes mee en spelen ze met de kleine. Tip Cigdem heeft een belangrijke tip voor andere moeders: ‘Luister nooit naar anderen. Elke mond zegt weer wat anders. De ene zegt dit, de andere zegt dat. Luister niet naar al die monden. Laat je niet in de war brengen.’
INTERVIEW
21
De Haagse Irma Evers (22) werd moeder op haar 18e. Zij en haar vriend kregen toen hun zoontje Alpha. Eerst was Irma erg onzeker over de opvoeding. Nu zegt ze: ‘Je krijgt zoveel adviezen en iedereen zegt weer iets anders. Volg je hart. Doe wat het beste is voor jou en je kind.’
IRMA EVERS IS NU MINDER ONZEKER EN VOLGT HAAR HART BIJ DE OPVOEDING
INTERVIEW
23
I
rma Evers was drie maanden Brood zwanger zonder dat ze dat wist. ‘Ik werd nog gewoon ongesteld, vandaar.’ Maar Irma had haar vermoedens en ging naar de verloskundige. De vroedvrouw schatte de zwangerschap, na het maken van de echo’s, op drie maanden. Irma schrok en dacht aan alle dingen die geregeld moesten worden. ‘Hoe moet ik dat nu doen?’ vroeg ze zich af. ‘Waar haal ik het geld vandaan? Hoe kom ik aan al die spullen? Maar gelukkig kwam het goed!’ Haar vriend reageerde juist blij. ‘Hij komt uit Guinee en is moslim,’ verklaart Irma. ‘Abortus mag dus niet en dat zou ik zelf ook nooit doen. Want je krijgt een kindje. Stel dat je abortus laat doen en je kan daarna geen kinderen meer krijgen. Dan heb je altijd spijt’. Gemis van een moeder Irma’s vader stond al snel de kinderkamer te verven. Die was op dat moment al helemaal klaar en geschilderd. Haar oma zorgde voor tweedehands spullen: een bedje, een commode, kleding en een kast. Ze hoefde zelf eigenlijk niets te kopen. ‘Als je zwanger bent, krijg je nesteldrang. Je wilt zelf dingen doen, maar dat mocht niet, want ik was zwanger.’ Irma had sinds haar 15e jaar geen contact met haar moeder. ‘Mijn moeder kreeg een vriend,’ vertelt ze. ‘Met hem klikte het niet en het ging dus niet echt goed thuis. Vervolgens ben ik op aanraden van mijn moeder bij een tante in het zelfde dorp gaan wonen. Maar die had haar eigen zorgen, dus ook daar moest ik weg. Bij mijn vader kon ik niet terecht.’ Ze stond toen voor de keuze: naar een internaat of bij haar vriend wonen. Irma wilde graag dat laatste. En dus ging ze samenwonen in Den Haag. Soms mist Irma een echt gezin, ook omdat ze vroeger een goede band had met haar moeder. ‘Dat is nu in één keer weg. Ik heb haar gebeld toen ik zwanger was. Ze reageerde met : ‘Gefeliciteerd. Ik kom langs, ik wil je natuurlijk wel zien.’ Maar haar moeder kwam niet. Ze beloofde wel dat ze naar het kindje zou komen kijken als Irma was bevallen. Irma’s moeder, die in Groningen woont, zou dan met familie meerijden naar Den Haag. Toen Irma was bevallen was iedereen er:
24
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
tante, oom, nichtjes, opa en oma, maar haar moeder niet. Toen was Irma zeer teleurgesteld: ‘Dit is wel een moment dat je met je moeder wilt delen.’ Snelle bevalling Irma is thuis bevallen. Haar kind is één week voor de uitgerekende datum geboren. De weeën begonnen om één uur ’s nachts. Irma dacht eerst dat ze gewoon buikpijn had, maar om half twee besefte ze: dit zijn echt weeën. ‘Toen heb ik mijn vriend wakker gemaakt. Hij heeft gelijk de verloskundige gebeld, want ik wilde thuis bevallen. Ik was bang in paniek te raken in het ziekenhuis.’ De verloskundige zei tegen haar dat ze pas terug mocht bellen als de weeën om de 4 of 5 minuten kwamen, een heel uur lang. Irma: ‘Ik dacht dat ik het nooit zou volhouden, dus mijn vriend heeft nog een keer gebeld. Ik moest maar onder de douche gaan staan. Dus ik onder de douche staan, maar ik kon niet meer zitten of staan, dus ik weer in bed gaan liggen. Ik voelde het vruchtwater weglopen. Ik dacht oh jee! Dat gaat niet goed! Mijn vriend belde opnieuw naar de verloskundige en ineens voelde ik het hoofdje. Ik dacht: dat kan niet! Ik probeerde de weeën in te houden en ik voelde de haren van het kindje. Ik riep haal de buurvrouw, zij heeft kinderen en misschien kan ze helpen.’
‘Stel dat je abortus laat doen en je kan daarna geen kinderen meer krijgen. Dan heb je altijd spijt’ Daar schoot Irma niet veel mee op, want de buurvrouw rende weg toen ze het hoofdje zeg. Daarna kreeg Irma een perswee en kwam het hoofdje eruit. ‘Dus ik moest nu echt gaan persen, anders ging het niet goed. Na ik één keer persen kwam de baby er al uit. Toen was ik daar alleen met mijn vriend, zonder verloskundige. Ik was helemaal van de kaart. Mijn vriend belde weer met de verloskundige
en die zei dat we de baby beet moesten pakken. Maar dat durfde ik niet. Zo’n een klein kindje! Opeens stopte de baby met huilen. Ik raakte helemaal in paniek. De verloskundige zei door de telefoon dat we op het ruggetje moesten wrijven. De baby bleek in slaap te zijn gevallen.’ Toen de verloskundige er eindelijk was, zei ze: ‘Ik werk nu al dertig jaar en dit heb ik nog nooit meegemaakt met een eerste kindje. Binnen een uur ben je bevallen.’ Het is niet zo verwonderlijk dat Irma in paniek was geraakt. Zij had haar kennis over geboortes vooral opgedaan door naar bevallingsreportages te kijken op televisie. Daar duurden de bevallingen minstens 24 uur. ‘Ik had ook niet iemand in mijn omgeving met wie ik de bevalling kon bespreken. Ik had mijn informatie alleen van die televisieprogramma’s en uit tijdschriften. Ik dacht: dat kan nooit binnen een uur, er moet iets aan de hand zijn. Maar ik heb gewoon een supersnelle bevalling gehad.’ Vragen tijdens de zwangerschap Irma’s moeder heeft Alpha pas gezien toen hij één jaar was. ‘Dat was toen ik naar mijn opa en oma ging, die waren zoveel jaar getrouwd. Mijn moeder had speelgoed meegenomen. Alsof er niets aan de had was.’ Irma was aan de ene kant blij dat ze haar moeder zag. Aan de andere kant dacht ze: ‘Waarom was je er niet eerder? Als je zwanger bent en je hebt vragen, dan wil je toch wel je moeder bellen.’ Irma vond dit moeilijk te accepteren, maar ze is al sinds haar 15e uit huis, weg bij haar moeder. Dus ze was wel gewend aan het feit dat ze niet bij haar moeder terechtkon. Wel kon ze met vragen terecht bij haar oma van vaderskant. ‘Maar je kunt niet alles vragen, het is toch je oma.’ Daarnaast kreeg Irma steun van het project Moeders Informeren Moeders (MIM). Iemand van die organisatie kwam op bezoek om haar moreel te ondersteunen.
‘Streamer’
Geloof De familie van haar vriend woont in Guinee in Afrika. ‘Zij weten wel dat wij een kindje
hebben, en zij denken dat we getrouwd zijn, omdat dat daar normaal is.’ Haar vriend is moslim, maar niet echt praktiserend. Hij zegt dat zijn zoon moslim is, maar hij doet er zelf niet veel aan om het geloof aan zijn zoon over te dragen. ‘Dus ik ben benieuwd hoe dat later gaat,’ vraagt Irma zich af. ‘Hij spreekt natuurlijk ook een andere taal, namelijk Frans. Hij wil dat zijn zoon twee talen kan spreken, maar nu kent Alpha enkel Nederlands en de Franse woorden die ik ken.’ Bij de opvoeding proberen Irma en haar vriend nu op één lijn te zitten. ‘Dat is beter voor ons kind, maar dat is wel eens anders geweest. Als mama ja zegt en papa nee, dat is niet goed.’ Toekomst Toen haar kindje zes maanden was, is Irma begonnen als gastouder. Ze gaf haar kindje borstvoeding en kon dus niet buitenshuis gaan werken. Ze paste toen op één kindje en kon borstvoeding blijven geven en had een beetje inkomen. Nu werkt ze zelf bij MIM. Ze is daar begonnen als vrijwilliger en bezocht moeders met een eerste kind. Vervolgens kon ze beginnen als assistent, een zogeheten Ooievaarsbaan (een door de gemeente Den Haag gesubsidieerde baan). Daarnaast staat ze ingeschreven bij een mbo-opleiding voor sociaal cultureel werk. Ze start waarschijnlijk in januari/februari met de 3-jarige opleiding. Ze studeert dan één dag in de week. De rest van de week blijft ze bij MIM werken. Door haar kindje is haar leven positief veranderd. Irma heeft eigenlijk last van faalangst en nu moet ze wel dingen ondernemen. ‘Je doet alles voor je kindje,’ verklaart ze. ‘Dus je gaat wel naar afspraken of naar de peuterspeelzaal. Ik ben daar sterker door geworden.’ Tip voor andere moeders Irma wil aan andere jonge moeders meegeven dat ze hun hart moeten volgen. ‘Doe wat het beste is voor jou en je kind. Je krijgt zoveel adviezen en iedereen zegt weer iets anders. Soms word je daar helemaal gek van! Je bent altijd onzeker met je eerste kindje maar als je het positief aanpakt, dan komt het wel goed.’
INTERVIEW
25
Hannah van der Weg (17) uit Den Haag was bang voor de reacties van haar ouders toen ze ontdekte dat ze zwanger was. Nu haar dochter Lorena geboren is, is Hannah juist blij met de steun van haar vader en moeder. ‘Zonder hun steun is het niet te doen’.
HANNAH VAN DER WEG WIL DE VOOROORDELEN WEGNEMEN DIE BESTAAN OVER JONGE OUDERS
INTERVIEW
27
T
oen Hannah van der Weg (17) vier maanden niet meer ongesteld werd, weet ze het aan de stress. Maar bij haar moeder ging een lampje branden. Ze vroeg: ‘Ben je niet zwanger?’ Dat vond Hannah een gênante vraag. Ze had namelijk kort een relatie gehad met een jongen, maar dat was in haar beleving alweer een hele tijd geleden. ‘Toen mijn zus zei dat ik steeds maar dikker werd, heb ik bij een vriendin thuis een test gedaan om van het gezeur van mijn familie af te zijn,’ vertelt Hannah. Ze bleek zwanger: dat was even schrikken! Hannah is christelijk opgevoed, haar ouders verwachten dat zij de leefregels van het christelijk geloof in acht neemt. ‘Ik had mijn ouders nooit verteld over de relatie,’ zegt ze terugkijkend. ‘Ik had wel een gevoel dat ze teleurgesteld waren. Dat vond ik echt heel erg, omdat ik in hun ogen een misstap heb gedaan.’ Hannah heeft meteen haar zus gebeld en die gilde. ‘Hannah is zwanger!’. Toen ze thuiskwam zei haar moeder: ‘Ik wil het uit jouw mond horen’. Hannah: ‘Ik heb er wel tien minuten over gedaan voordat ik de woorden Ik ben zwanger kon uitspreken’. Gelijk die middag heeft ze een afspraak gemaakt bij de huisarts. Die heeft haar doorverwezen naar het ziekenhuis voor een echo. ‘Ik bleek negentien weken zwanger te zijn! Voor mijn gevoel stortte de wereld in. Studie voorbij, alles wat ik in de planning had voorbij!’. De reactie van haar ouders viel haar erg mee. Het enige wat haar vader zei was: ‘Wat jij nodig hebt is steun.’ Hannah dacht dat er nog meer kwam, maar dat was het. Ze woont nu samen met haar dochter Lorena bij haar ouders in Den Haag.
28
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
De vader Hannah heeft een zeer korte relatie gehad met de vader. Toen ze een punt achter de relatie zette, wist ze nog niets van de zwangerschap. Haar prioriteiten lagen op dat moment bij werk en studie. Ze volgde de fulltime opleiding marketing & communicatie, daarnaast werkte ze twaalf uur in de week. Hannah gaat voor haar doelen en die waren niet te combineren met een vaste relatie. Toen ze ontdekte dat ze zwanger was, heeft
‘Toen mijn zus zei dat ik steeds maar dikker werd, heb ik een test gedaan om van het gezeur van mijn familie af te zijn’ Hannah meteen de vader gebeld. Ook hij schrok erg. Ze hebben het over abortus gehad, maar dat wilden ze geen beiden. ‘De vader wilde gelukkig ook zijn verantwoordelijkheid nemen,’ vertelt Hannah. ‘We hebben tijdens de zwangerschap samen een kinderwagen en de geboortekaartjes betaald.’ Samen werken Hannah en de vader aan een omgangsregeling. Hannah heeft daarover advies ingewonnen bij deskundigen, en daaruit kwam naar voren dat het voor een baby van belang is het contact langzaam op te bouwen. De vader en zijn familie zijn altijd welkom bij Hannah thuis. De vader komt altijd op de dinsdag een uurtje en op de donderdagmiddag gaat Lorena naar haar vader toe. Dat moet uitgroeien tot de hele dinsdag en donderdag. De vader woont ook nog bij zijn ouders.
‘Eerst ging ik ook mee,’ vertelt Hannah. ‘Ik wilde graag controleren of alles goed ging. Loslaten vind ik moeilijk. Er zijn ook moeders die contact met de vader blokkeren. Dat vind ik handelen in je eigen belang en niet in het belang van het kind. Een kind mag niet als middel worden ingezet.’ Opleiding en financiën Als Hannah terugkijkt, beschouwt ze haar zwangerschap en de periode daarna als een moeilijke tijd. ‘Spullen in orde maken, juridische dingen, studie. Gelukkig mocht ik door naar het tweede jaar, ook al had ik veel gemist.’ Dat niet alle scholen zo soepel zijn, vindt Hannah raar. ‘Scholing is prioriteit nummer één,’ meent ze. ‘Hoe kan het dan dat jonge moeders thuis moeten zitten omdat een school en de overheid geen mogelijkheden bieden? Dan ontstaan er vooroordelen over jonge moeders die in de bijstand zitten en dan zogenaamd niet willen. Maar het is gewoon moeilijk, er is bijvoorbeeld een lange wachttijd voor de kinderopvang.’ Hannah heeft kunnen regelen dat Lorena naar de kinderopvang gaat. Omdat ze nog geen 18 is, krijgt ze een babyuitkering en daarnaast nog een paar andere toeslagen. Hierdoor heeft ze een bedrag van 500 euro per maand alleen voor haar dochter. Omdat Hannah nog thuis woont en geen vaste lasten heeft kan ze sparen voor Lorena, wat anders niet had gekund. Snel volwassen worden In het begin gunde Hannah zichzelf de zwangerschap niet. ‘Ik was niet iemand die zomaar het bed in duikt met iedereen,’ verklaart ze. ‘Dat doen veel meiden wel. Die hebben op
INTERVIEW
29
hun 16e en 17e al veel seksuele contacten en hun gebeurt het niet. Ik bega één misstap en ben gelijk in verwachting’. Nu is Hannah heel gelukkig met haar dochter. Ze heeft in vier maanden de knop kunnen omzetten en alles kunnen regelen. ‘Ik ben heel volwassen geworden,’ oordeelt ze. ‘Ik zie wel om me heen dat niet alle meiden dat zijn.’ Voor Hannah heeft het moederschap heel positief uitgepakt. Ze is nu heel gemotiveerd voor haar studie. Zonder de steun van haar ouders was het Hannah niet gelukt. ‘Zonder steun van ouders of een hechte groep om je heen is het niet te doen,’ meent ze. ‘Als ik het huis was uitgezet, had ik niet geweten waar ik nu stond. Je moet dan te veel obstakels nemen. Ik heb die steun gelukkig wel gehad. Ik ben gegroeid naar het moederschap.’ Sociaal leven Als Hannah een keer een avondje weg wil, dan zijn haar ouders bereid om op te passen. Komt het hun niet uit, dan doen ze het niet. Hannah gaat ook heel weinig weg. ‘Ik heb het
‘Ik bega één misstap en ben gelijk in verwachting’ gewoon druk. Ik heb drie dagen stage, twee ochtenden school en donderdagmiddag gaat Lorena naar haar vader. In het weekend vind ik het gewoon heerlijk om samen met Lorena te zijn. Als ik dan al eens wegga, dan ga ik samen met een vriendin. Zij is ook een jonge moeder en dan gaan we met z’n vieren wat
30
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
leuks doen.’ Ze is twee keer wezen stappen, samen met die vriendin en zonder kinderen. Ze heeft weinig aansluiting meer met leeftijdgenoten. Ze neemt het hun ook niet kwalijk, want ze is geestelijk heel erg gegroeid. Haar oude vrienden hebben het zelf ook druk met hun dingen en de interesses zijn gewoon heel anders. Het interesseert haar gewoon niet meer. ‘Ik probeer die knop om te zetten, van meid je bent nog zo jong, doe gewoon lekker mee, maar het lukt gewoon niet’, constateert ze. ‘Ik heb wel een paar goede vriendinnen die ook jong moeder zijn, daar spreek ik dan mee af. We zitten in het zelfde schuitje.’ Het is wel zoeken bij wie je hoort als jonge moeder. Bij de jonge moeders van nu of bij de oudere? ‘Die zijn vaak rond de 30 en daar voel ik me niet bij horen. Gelukkig heb ik nieuwe contacten opgedaan’. Hannah is wel eens bij een meeting geweest voor jonge ouders, maar daar paste ze niet tussen. Het moet wel qua achtergrond en interesses klikken. ‘Ik kom uit een beter gezin en ik kan me niet identificeren met sommigen van die meiden.’ Tienermoeder noemt Hannah zichzelf ook niet, ook al is ze dat wel, naar haar leeftijd kijkend. Ze voelt zich fris en jong, maar ook een moeder net als ieder ander. Ze is geestelijk zo gegroeid dat haar leeftijd niet meer klopt met hoever ze geestelijk is. Ze is een jonge moeder, geen tiener. ‘Tienermoeder klinkt zo vol vooroordelen, al had ik die zelf ook.’ Relatie Als het aan de vader (23) had gelegen, had hij nu een relatie met Hannah gehad, maar voor haar hoeft dat niet. Als het maar met
Lorena goed gaat, dan is het goed. Die relatie komt wel. ‘Ik wil in een relatie kunnen stappen met het idee dat het voor altijd is. Ik sta er wel open voor, maar heb er eigenlijk geen tijd voor. Tenzij ik de prins op het witte paard ontmoet, die valt er wel in te passen.’ Ze noemt zichzelf niet alleen lief maar ook veeleisend. ‘Hij moet goed met mijn dochter omgaan. Ik kijk naar zijn achtergrond en leeftijd, hij moet wel wat ouder zijn. Ik zal niet meer zo snel vallen op iemand van 18.’ Het vinden van een goede match zal misschien nog wel even duren, verwacht ze. Ze mist een relatie wel. ‘Ik deel de momenten wel met mijn ouders,’ onthult ze. ‘Maar je hebt geen partner met wie je het kan delen”. Tip Aan jonge moeders wil Hannah meegeven dat het belangrijk is om je school af te maken. ‘Het liefst zelfs hbo, want met mbo kom je nergens tegenwoordig. Wees positief en houd de motivatie erin.’ Verder wil Hannah jonge moeders zeggen dat ze de lasten van hun schouders af moeten laten vallen. ‘Mensen hebben vooroordelen en zullen daarom weleens een opmerking maken of raar kijken. Maar laat je niet afleiden! Wees trots en laat dat zien. Het zou jammer zijn als de mening van mensen je beïnvloedt en pijn doet.’ Vanaf december geeft Hannah voorlichting voor het Jongeren Informatie Punt (JIP). ‘Ik zie het als mijn plicht om mijn verhaal te vertellen, ik wil de vooroordelen wegnemen die bestaan over jonge ouders’. Ze wil jongeren aan het denken te zetten. ‘Je bent zelf verantwoordelijk voor je keuzes. Dus denk goed na bij wat je doet!’
INTERVIEW
31
Mandy van Zelst (21) uit Amsterdam-Sloterdijk kreeg in de zomer van 2009 haar zoontje Dylan. Haar vriend was eerst blij met de zwangerschap, maar keek na de bevalling nauwelijks nog om naar moeder en kind. Mandy staat er nu alleen voor en redt zich dankzij haar moeder en de hulpverleners van De Voorzorg. ‘Ik ben heel trots op Dylan en als ik het over mocht doen, dan zou ik het zo weer doen.’
MANDY VAN ZELST KRIJGT NA BREUK MET EX-VRIEND VEEL STEUN VAN HAAR MOEDER
INTERVIEW
33
M
andy van Zelst is 21 jaar oud en heeft een zoontje, Dylan, van vijf maanden. Zij en haar vriend hadden een paar maanden een relatie toen ze zwanger werd. Op een dag kreeg ze last van haar borsten, voor haar gevoel waren ze groter geworden. Ze heeft toen aan de verwekker gevraagd: ‘Zijn ze groter?’ Ja, hij vond ook dat ze opgezwollen waren. Toen is Mandy naar de dokter geweest en heeft een test gedaan. Daaruit bleek dat ze niet zwanger was. Maar haar borsten leken steeds meer op te zetten. Opnieuw deed Mandy een test. Ze bleek toch zwanger te zijn. Mandy belde toen met haar ex omdat ze zouden gaan lunchen. Ze zei snel tussen neus en lippen door dat hij vader zou worden. Haar ex dacht eerst dat ze een grapje maakte. ‘Toen begon ik te huilen en vertelde ik dat het geen geintje was.’ Haar ex was heel blij en heeft rondgebazuind dat ze zwanger was en zijn ouders gebeld. Die waren minder opgetogen ‘Zijn familie vond mij maar dom dat ik het niet liet weghalen,’ blikt Mandy terug. ‘Zijn moeder zei het niet direct tegen mij, maar van zijn vader kreeg ik een hele preek, want zijn zoon moest dan voor het kind zorgen. Dat vond ik echt onzin, het is toch mijn kind? Zijn vader zei ook dat wij niet voor onszelf konden zorgen, dus dat hij het dan moest doen. Maar ik wou helemaal niet dat iemand voor mij zou moeten zorgen, daar zou ik niet aan moeten denken.’ Verwekker De vader van haar kind was dus in eerste instantie heel blij dat Mandy zwanger was en Mandy zat te janken omdat ze niet wist wat ze ermee aan moest. Ze was pas een paar maanden bij hem. Hij woonde op een cara-
34
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
vanpark, dat is minuscuul klein. Om daar nu een kind op te laten groeien, dat zag Mandy niet zitten. ‘Eerst was het allemaal nog heel leuk en we dachten dat we het samen zouden gaan doen,’ vertelt Mandy. ‘Snel daarna was het anders en hadden we veel ruzie. Hij zei: Wat moet ik met een kind? Hij wilde alleen geld uitgeven maar dat gaat niet.’
‘Hij deed nooit wat, hij hielp niet eens met het uitzoeken van de kinderkamer’ Hij is nog wel bij de bevalling geweest. Daarna heeft ze het uitgemaakt, want ze vindt dat een vader er moet zijn voor zijn kind. Toen Dylan twee maanden was, heeft haar ex hem nog een keer gezien, maar daarna niet meer. Mandy is blij dat ze er alleen voor staat. Als de vader van haar kind erbij was moest ze op haar tenen lopen. Niets was er goed. ‘Nu kan ik op mijn manier Dylan opvoeden zonder dat er iemand boos op mij wordt.’ Ze heeft het liefst helemaal geen contact meer met hem. Ze zou het ook niet waarderen als hij nu contact met haar zocht. Ook het feit dat hij zijn zoon nu drie maanden niet heeft gezien of naar hem heeft omgekeken, stoort haar. ‘Voor mij is hij ook niet de vader, maar alleen de verwekker.’ De ouders Mandy durfde eerst niet aan haar ouders te vertellen dat ze zwanger was, uit angst voor hun reactie. Mandy en haar toenmalige vriend
gingen naar haar vader toe om te vertellen dat ze zwanger was. Hij bleek het al te weten, een bepaald voorgevoel. Haar vader reageerde heel blij en goed. Haar moeder was zelf ook jong moeder en reageerde ook positief. Ook toen er scheuren kwamen in hun relatie, bleef haar moeder haar steunen. Haar toenmalige vriend vond dat ze meer afstand moest nemen van haar moeder. Hij vond dat het meer een kind was van Mandy en haar moeder dan van hem. ‘Hij deed nooit wat, hij hielp niet eens met het uitzoeken van de kinderkamer.’ Haar moeder heeft veel spullen voor haar gehaald. Als ze ergens kleding vandaan kon halen, dan ging ze met Mandy mee, hij niet. Hij had geen tijd, wat anders te doen en was er nooit. De Voorzorg Naast haar moeder heeft De Voorzorg van de GGD haar veel gesteund. Deze mensen komen bij je praten over je familie en kind. Ze kwam bij de De Voorzorg terecht via de verloskundige. Eerst ging ze naar FIOM, maar daar is ze totaal niet over te spreken. ‘Zij sturen je van het kastje naar de muur en zeiden allemaal dingen die niet waar waren.’ De Voorzorg heeft haar wel echt goed geholpen. Ze heeft gekozen voor het kindje, en met die beslissing is ze het diepe ingesprongen, terwijl ze er nog nooit mee te maken heeft gehad. ‘Ik wist wel wat van geldzaken, maar hoe kom je aan geld als je niet kan werken? Je hebt wel je huis. Hoe doe je dat? Als ik De Voorzorg niet had gehad, dan had ik bijvoorbeeld niet geweten hoeveel geld ik kon krijgen voor de crèche. Ze helpen mij daar mee tot Dylan twee jaar is. Ze komen naar
INTERVIEW
35
me toe, eens in de twee weken. Als ik vragen heb, kan ik altijd bellen. Als het nodig is, komen ze langs. Ik heb één vaste contactpersoon, Nicole. Ze geeft video’s over positief opvoeden, die kan je dan kijken en ze heeft boeken die je kan lezen.’ De bevalling Mandy werd rond vijf uur wakker. Ze ging naar de wc en begon te bloeden. Ze ging nog even terug naar bed, maar kreeg toen snel flinke weeën en ze had vijf centimeter ontsluiting. Eerst werd de verloskundige gebeld, en vervolgens het ziekenhuis omdat bleek dat Dylan in het vruchtwater had gepoept. Ze moesten met spoed naar het ziekenhuis. Ze is naar het BovenIJ Ziekenhuis in AmsterdamNoord gebracht, want bijna alle ziekenhuizen waren bezet. ‘Elk kind wilde graag dat weekend geboren worden,’ lacht ze. Daar heeft ze een paar uur gelegen. Ze kreeg pijnstillers, omdat de gynaecoloog haar zo hardhandig aanpakte dat ze moest schreeuwen. Ze hebben haar platgespoten en toen mocht ze gaan persen. Toen bleek dat de baby zijn hoofdje had gedraaid in het geboortekanaal en is hij met de vacuümpomp gehaald. ‘Ik wilde graag thuis bevallen, maar achteraf ben ik wel blij dat ik in het ziekenhuis ben bevallen. Stel dat het thuis was gebeurd, wat dan?’ Werk en opleiding Voordat Mandy zwanger werd, werkte ze, maar haar contract werd in februari 2009 niet verlengd omdat ze zwanger was. ‘Dan krijg je nergens meer een baan. Niemand neemt
36
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
je aan als je zwanger bent,’ stelt ze vast. Op dat moment bedacht ze dat ze weer naar school wilde, dan kan ze zichzelf en haar zoontje een goede toekomst geven. ‘Dan hoef je niet je hele leven als caissière bij de AH te werken.’ Ze volgt sinds september de opleiding helpende, zorg en welzijn. Haar zoontje gaat naar de crèche en op vrijdag is het omadag. Ze vindt het alleen moeilijk als er wat met hem aan de hand is, dan kan ze zich niet goed op school richten. Ze wil dan toch gewoon bij hem zijn. Aangezien ze in Amsterdam woont en student en tienermoeder is, betaalt de gemeente voor een groot deel de crèche. Het is moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Ze krijgt studiefinanciering en éénoudertoeslag en haar moeder helpt haar financieel. Wanneer je als jonge moeder op jezelf woont, horen je ouders mee te betalen, maar haar vader wil dat niet doen. Dus moet ze het van haar moeder hebben. Haar ouders zijn gescheiden. Geen gozer meer Ze heeft weer een nieuw vriendje, maar dat is nog pril. Ze wilde het eigenlijk niet, maar het ging gewoon vanzelf. ‘Ik had wel zoiets van: De eerste tig jaar hoef ik geen gozer meer, ik heb een kleine man en ik hoef geen grote.’ Haar vriend is wat ouder, 29 jaar en hij en Dylan kennen elkaar al. Ze wil het allemaal wel allemaal rustig aan doen. Het gaat goed en haar vriend is hartstikke gek op Dylan. Voorlopig wil ze geen kinderen. Ze wil zich op haar studie richten en hierin doorgaan. Een goede relatie hebben en een huis. Ze zou op dit moment geen kind erbij willen ‘Maar
ik ben heel trots op Dylan en als ik het over mocht doen, dan zou ik het zo weer doen,’ benadrukt ze. Ze vindt dat kinderen niet te snel na elkaar moeten komen. Je kan de aandacht dan niet goed verdelen. Als Dylan drie jaar is, vindt ze dat een mooie leeftijd voor het plannen van een tweede kindje. Mandy denkt dat je ervoor open moet staan om een kind groot te brengen en dat het niet uitmaakt hoe oud je bent. Je moet er volwassen genoeg voor zijn en ze denkt dat er ook mensen van veertig zijn die nog niet volwassen genoeg zijn. ‘Misschien kunnen die ook niet voor een kind zorgen. Ik denk niet dat het leeftijdgeboden is. Ik was altijd al volwassen, mijn hond was eerst mijn kind.’
‘Ik wist wel wat van geldzaken, maar hoe kom je aan geld als je niet kan werken?’ Tip van Mandy: ‘Volg je hart en de hulp die je aangeboden krijgt, neem het aan. Je hebt het nodig, je kan het niet alleen. Als ik mijn moeder niet had gehad, dan zou ik niet weten wat ik had moeten doen. Die heeft me erg geholpen met spullen enzovoorts. Zonder De Voorzorg had ik het ook niet gered. Je moet het zelf doen, maar je wordt begeleid. Er zijn altijd mensen die je helpen. Laat je niet dwingen. Als je denkt dat je het kunt, ga er dan gewoon voor. En zoek hulp!’
INTERVIEW
37
Tichanty Granviel (21) uit Den Haag is moeder van haar dochter Shanairis (2). Ze vindt zichzelf geen tienermoeder. Ze was immers 19 toen ze haar dochter kreeg. Tichanty ziet zichzelf als jonge moeder. ‘Vroeger was het heel normaal om op je 19e kinderen te krijgen. Toen hoefden de moeders toch ook niet deel te nemen aan projecten en verliep de opvoeding van kinderen toch ook goed?’
TICHANTY GRANVIEL HEEFT GEEN BEHOEFTE GEHAD AAN PROJECTEN VOOR TIENERMOEDERS
INTERVIEW
39
T
ichanty is op dit moment 21 jaar. Zij en haar vriend waren al twee jaar samen toen Tichanty op 19-jarige leeftijd zwanger raakte van dochter Shanairis. Ze wist in eerste instantie niet dat ze zwanger was. Tichanty kreeg de prikpil en werd gewoon ongesteld. Een onderbuikgevoel vertelde haar dat ze in verwachting was. ‘Ik had gewoon een gevoel dat ik moest testen’. Om dit gevoel te ontkrachten heeft Tichanty een test gedaan. De uitslag was positief. Echter: haar vriend wilde het niet geloven. Dus hebben ze samen voor alle zekerheid nog een test gedaan. Deze test bleek weer positief. ‘Die prikpil heeft dus niet echt geholpen. Maar ik was wel blij, het is toch iets speciaals’. Haar vriend deelde dit gevoel. Samen besloten ze om hun ongeboren kind te houden. Ze waren samen en konden het opvoeden van een kind wel aan. Ten tijde van de test was Tichanty drie maanden zwanger. Met vijf maanden begon ze zich pas echt zwanger te voelen. De zwangerschap zelf is perfect verlopen. ‘Ik zeg het eerlijk, ik had helemaal nergens last van. Ik voelde eigenlijk niet dat ik zwanger was. Pas toen ik haar in mijn hand had wist ik het.’ Het was een heel mooie ervaring. Ze dacht: ‘Dit is echt mijn kleine’. Het was een lange bevalling, dat wel. ‘Dat persen valt nog wel mee, maar die weeën, oh mijn God! Die doen echt pijn! Persen is alsof je naar de wc moet, maar die weeën waren echt niet fijn!’ Toen ze haar dochter in haar armen had, was ze alle pijn alweer vergeten. Als ze terugdenkt, weet ze eigenlijk al niet meer dat ze al die pijn tijdens de bevalling heeft meegemaakt. Ervaart ze alleen het geluk van dat moment. Ik wist het al Tichanty is van Antilliaanse afkomst. Toen ze de moed had verzameld om haar moeder te vertellen dat ze zwanger was, reageerde haar moeder heel relaxt. Ze zei tegen Tichanty: ‘Ik wist het al, ik ken je’. Volgens Tichanty was het een gevoel dat haar moeder had, zoals moeders dingen opmerken bij dochters. ‘Ik
40
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
had haar echt wel boos verwacht, maar ze was heel normaal’. Haar moeder kan nu niet meer zonder haar kleindochter. Haar vrienden reageerde allemaal heel leuk. ‘Die vonden het helemaal te gek!’. Tichanty vond dat wel een fijne reactie. Ze is geen vrienden kwijt geraakt door haar zwangerschap. Ze zegt dat haar situatie door de zwangerschap niet echt is veranderd is. ‘Ik had toch al niet zoveel vrienden.’ Haar leven is sowieso niet zo veranderd. Ze is nooit echt een party-persoon geweest, dus dat mist ze niet. Mensen zeggen wel tegen haar: wat een saai leven, maar naar haar mening heeft ze totaal geen saai leven. Alle dingen die ze voor haar zwangerschap deed, doet ze nog steeds, zoals naar de stad of de markt gaan. ‘Ik heb een heel handige kinderwagen, ik kom overal bij!’. Tienermoeder? Op straat krijgt Tichanty te maken met afkeurende blikken. ‘De meesten zien me als een 16-jarige, terwijl ik dat niet ben!’ Ze ziet er wel jong uit, maar ze vindt het niet terecht dat mensen haar daarop beoordelen. Ze trekt zich er niets van aan wat mensen over haar denken. ‘Zolang je mijn leven niet kent, denk je maar wat je wilt’. Tichanty vindt zichzelf geen tienermoeder. Ze was immers 19 toen ze haar dochter kreeg. ‘Voor mij zijn tienermoeders van die hele jonge meisjes, van 12 of 13, die kinderen krijgen’. Ze ziet zichzelf als jonge moeder. Verder had ze op het moment van de zwangerschap best wel lang een relatie met de vader van haar dochter, dat speelt ook mee. Daarom heeft ze ook geen behoefte gehad aan projecten voor tienermoeders. Tichanty geeft aan dat het vroeger heel normaal was om op je 19e kinderen te krijgen, toen moesten de moeders toch ook niet deelnemen aan projecten en verliep de opvoeding van kinderen toch ook goed? ‘Veel jonge moeders krijgen een kind en gaan daarna van een uitkering leven. Ze gaan zitten niksen alsof ze levenloos zijn geworden,’ meent ze. Tichanty wil deze moeders meegeven dat ze door moeten studeren. ‘Er is altijd wel iets wat je leuk vindt. Onderzoek wat je
echt zou willen in de toekomst. Ga ervoor!’ Daarnaast moeten deze moeders zich volgens haar ook niet laten beïnvloeden door slechte vrienden. ‘Ga voor je doelen! Laat je deze doelen niet uit je hoofd praten. Dat zie ik wel gebeuren bij mensen’. Bidden helpt altijd Tichanty is christen. In het begin was ze wel bezig met het geloof, maar niet zo diep, zoals ze het zelf omschrijft. Nu wil ze zich wel meer verdiepen in het geloof. Ze denkt dat ze na de komst van haar dochter sterker en serieuzer is geworden. Hierdoor heeft ze ervaren wat voor een steun het christen zijn haar kan bieden. ‘Ik heb zoiets, bidden helpt altijd.
‘Als ik Shanairis zelf niet kan halen, dan haalt mijn moeder haar voor me op’ Gebeden worden toch wel beantwoord’. Door de gebeden die ze tegenwoordig doet gaat ze meer vooruit dan wanneer ze het niet bidt. ‘Ik houd van haren doen, de tijden dat ik me niet zo in het geloof verdiepte had ik niet zoveel mensen om hun haar te doen en nu heb ik dat wel’. Ze ziet toch wel het verschil, het duwt haar de positieve richting op. Samen met haar vriend Tichanty heeft nog steeds een relatie met haar vriend, de vader van haar kind. De relatie tussen Tichanty en haar vriend is goed. Samen met haar dochter woont Tichanty bij haar moeder, broer en zusjes. Ze wil echter graag wat voor zichzelf en dochter. Haar inkomen is niet toereikend om een eigen woonruimte te betalen. ‘Ik moet wel snel iets vinden, het wordt wel krap hier met z’n allen’. Wel voeden Tichanty en haar vriend samen hun dochter op. Over de opvoeding zitten beiden op één lijn. De vader is zeker betrokken bij zijn dochter. Naast haar studie op de kappersopleiding werkt ze niet. Haar inkomen bestaat uit haar studiefinanciering en de toeslagen van de
belasting. ‘Die helpen mij wel. Als ik het niet zou hebben, dan zou het wel moeilijk zijn’. Al dit geld gaat op aan haar dochter. Ze heeft gewoonweg geen tijd om nog naast haar studie te werken. Ze vindt het combineren van de opvoeding van een kind met school niet zwaar, maar ze zou niet naast school ook nog eens willen werken. ‘Daar heb ik geen zin in.’ Een eigen kapsalon Tychanty heeft de kappersopleiding Black Hair afgerond. Na het volgen van deze opleiding heeft ze ervaren dat het kappersvak haar in het bloed zit. Daarom heeft ze besloten om een vervolg te geven aan deze opleiding en is ze op dit moment bezig met de All Round Europese kappersopleiding. Ze is in het laatste jaar van deze opleiding en hoopt in het schooljaar 2009-2010 haar diploma te halen. Dit betekent dat ze per week drie dagen naar school gaat. Verder loopt ze nog twee dagen stage in de week. Dagelijks gaat ze op en neer van Den Haag naar Rotterdam. Het zijn lange dagen voor Tichanty. Meestal is ze pas rond zes uur ’s avonds thuis. Tichanty heeft deze opleidingen kunnen volgen doordat haar dochter naar de crèche gaat. ’s Ochtends brengt ze haar naar de crèche en ’s avonds na zes uur haalt ze haar weer op. Ook springt haar moeder wanneer nodig bij. ‘Als ik Shanairis zelf niet kan halen, dan haalt mijn moeder haar voor me op.’ Haar droom is het openen van een eigen kapperszaak die zich richt op jongeren. Verder een eigen huis, het halen van haar rijbewijs en een auto. ‘Dan doorgroeien in het leven,’ zegt ze. Ze doet nu ook een ondernemerscursus. Tijdens deze cursus krijgt ze tips over het ondernemerschap, hoe je een eigen zaak moet openen. Ze gaat eerst nog verder studeren voordat ze deze plannen gaat verwezenlijken. Ook wil ze de opleiding tot schoonheidsspecialiste en nagelstyliste gaan doen. ‘Dat wil ik allemaal in mijn salon’. Op deze manier kan ze haar klanten een totaalpakket aanbieden. Over drie jaar hoopt ze dit allemaal afgerond hebben. Als alles klaar is, overweegt ze misschien een tweede kindje. Kortweg zegt Tichanty: ‘En ze leefde nog lang en gelukkig.’
INTERVIEW
41
Jhon Noventa (26) uit Rotterdam is vader van Cerolysa (8) en Jaïrus (2). De kinderen zijn van twee verschillende moeders en wonen beiden bij hun moeder. De ambitieuze Jhon wil een goede vader zijn voor zijn kinderen, en daarom stoort het hem dat de vader na een scheiding vaak het onderspit delft. ‘Het benadeelde van het vader zijn, is dat moeder zoiets heeft van: je mag je kind zien, maar je mag het niet meenemen.’
JHON NOVENTA WIL EEN GOEDE VADER ZIJN EN ZIJN KINDEREN VAKER ZIEN
INTERVIEW
43
O
p zijn 17e werd de Antilliaans/Nederlandse Jhon Noventa voor het eerst vader. Hij kreeg een dochtertje, Cerolysa, dat nu zijn prinsesje is. De geboorte van zijn dochter was niet gepland. Toen de moeder zwanger werd, hadden zij en Jhon een relatie. De relatie ging al niet de goede richting uit, en dit werd gaandeweg alleen maar erger. Uiteindelijk leed de relatie van John en de moeder schipbreuk. Cerolysa woont nu bij haar moeder. Het was voor Jhon heftig om te horen dat hij papa ging worden. ‘Ik besefte het meteen, en heel goed ook.’ Hij komt zelf uit een groot gezin, waarin hij als oudste kind vaak de zorg had over zijn broertjes en zusjes. Verantwoordelijkheid hebben voor een ander was hem al bekend en verzorging en huishouden waren hem niet vreemd. In dat opzicht weet hij dus wat het betekent om voor iemand te zorgen. ‘Ik had zoiets van, we pakken alles aan. De wetenschap dat mij thuis alles goed afging, zorgde ervoor dat ik met vertrouwen het vaderschap op me wilde nemen.’ Gelukkig man Toen Jhon hoorde dat hij vader ging worden, was hij een gelukkig man. Het was voor hem en zijn toenmalige vriendin meteen duidelijk dat ze het kind gingen houden. De mensen om hen heen waren echter minder positief. Zij hebben bijgedragen aan het gevoel en de ervaring dat het kind niet welkom was. Jhon zegt zich hier zo weinig mogelijk van te hebben aangetrokken. Hij was een trotse vader. Jhons moeder was meteen ontzettend blij en wilde dolgraag oma worden. Jhons tweede kind Jaïrus was min of meer gepland. Hij en zijn toenmalige vriendin hebben lang gewikt en gewogen over het wel of niet krijgen van een kind. Toen uiteindelijk de conclusie was getrokken dat het zo wel goed was, en dat het misschien niet hoefde, kwam het nieuws dat zijn vriendin in verwachting was. Jhon was op dat moment 23.
44
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
Toen zijn vriendin zwanger werd, ging het minder goed tussen Jhon en haar. ‘Ik dacht, laten we hier maar alles voor opzij leggen en hiervoor vechten,’ zegt Jhon, maar die strijd was tevergeefs. Uiteindelijk zijn ze uit elkaar gegaan, ondanks de zwangerschap. Jhon wilde zijn kind niet in de steek laten, maar hij kon de relatie niet instandhouden. Soms voelt het voor hem wel alsof hij zijn kind in de steek heeft gelaten, maar hij is zich er ook van bewust dat het voor het kind niet goed zou zijn geweest om ongelukkige ouders te hebben. Intensive care Jaïrus heeft na de bevalling twee maanden op de intensive care gelegen. ‘Heel de zwangerschap ging het goed. Tot twee minuten na de
‘Het benadeelde dus, van het vader zijn, is dat moeder zoiets heeft van: je mag je kind zien, maar je mag het niet meenemen’ bevalling. Toen trok Jaïrus blauw weg omdat z’n hartkleppen het niet deden.’ Dit was heel emotioneel voor Jhon. Hij was zelf actief aanwezig bij de bevalling. ‘Ik heb hem ter wereld gebracht, samen met de zuster.’ Na het knippen van de navelstreng kreeg de pasgeborene het benauwd. ‘Hij werd lachend geboren, en toen trok hij ineens weg. Ik heb voor het eerst echt pijn geleden.’ Hij was vooral erg bang. De kleine Jaïrus heeft nu gelukkig geen last meer van de complicaties die hij bij zijn geboorte had. Jhon zegt dat de genezing van zijn zoon vooral een wonder van God was. De dokters zelf begrepen weinig van de snelle overgang van 32 apparaten waaraan hij zat aangesloten, naar vier apparaten. Daarom is hij nog twee weken ter observatie in het
ziekenhuis gehouden. Jhon had veel tijd nodig om de gebeurtenis een plek te geven. Hij is er diep door geraakt. Maar hij is ook ontzettend trots op zijn kleine man en hij is blij dat hij nu van hem kan genieten. Afstandelijke relatie Jhon heeft zelf een vrij afstandelijke relatie gehad met zijn vader. Hij vindt dat dit hem heeft gemaakt tot de persoon die hij vandaag de dag is. Hij heeft ambities, grote doelen, wil zich ontwikkelen, en wil een goede vader zijn voor zijn kinderen. Als het aan hem lag, zou hij zijn kinderen veel meer zien. ‘Ze mogen altijd bij me blijven.’ De opvoeding van de kinderen gaat goed. ‘Beide moeders zorgen goed voor hun kind.’ Hij probeert zijn kinderen zelf ook veel structuur en grenzen mee te geven. Hier hecht hij veel waarde aan. Zelf ervaart Jhon geen knelpunten bij de opvoeding. ‘Of je bent een ouder, of je bent het niet.’ Hij speelt in op de behoeftes en de karakters van zijn kinderen en kijkt ook naar hun houding tegenover hem. Hij weet heel duidelijk verschillen tussen zijn dochter en zijn zoon te benoemen. Ze vergen elk een andere aanpak. Een van de dingen waar Jhon wel duidelijk moeite mee heeft, is de positie van de vader ten opzichte van die van de moeder. ‘Het benadeelde dus, van het vader zijn, is dat moeder zoiets heeft van: je mag je kind zien, maar je mag het niet meenemen.’ De vader trekt vaak aan het kortste eind en dit zou hij graag anders willen zien. Het ouderschap is voor Jhon erg belangrijk. ‘Mijn leven verandert continu, in positieve zin.’ Hij houdt van zijn kinderen en die zijn echt deel van zijn leven. Daarnaast heeft hij alles kunnen doen wat hij voor ogen had. Jhon is druk doende met meerdere ondernemingen, die allemaal goed lopen. Zo zit hij bij stichting Taktika (een stichting voor en door jongeren), modellenbu-
reau Advanced Models en Advanced Motion Pictures; een productiehuis voor audiovisuele producties. Hierin heeft hij een sturende en coördinerende rol. Duidelijk is dat Jhon veel ambities heeft. Zijn doelen zijn gericht op de lange termijn en hij werkt er graag naartoe. ‘Zoals ik het zie zijn mijn doelen groter dan het nu. Ik streef vooruit.’ Ondertussen blijft hij er zijn voor zijn kinderen en probeert hij, ook voor hun, zoveel mogelijk uit zijn werk te halen. ‘Ik probeer iedereen om me heen, inclusief mezelf, continu te motiveren en te inspireren.’ Voorzieningen Voorzieningen en organisaties voor jonge ouders kunnen nog heel wat beter, vindt Jhon. Veel zaken blijven in het abstracte hangen en worden niet concreet genoeg gemaakt. Zo krijgen jonge ouders, en jongeren in het algemeen, niet altijd de begeleiding die ze nodig hebben. Veel zaken blijven bij plannen en beleid, maar komen niet tot uitvoering. Dit zorgt ervoor dat de jongeren geen voldoening kunnen halen uit bepaalde dingen. Als zij deelnemen aan een project, en er wordt nooit iets over teruggekoppeld, heeft dit voor de jongeren geen meerwaarde gehad. Tevens is het ook niet bevorderlijk wanneer jongeren ideeën opzetten, en als anderen daar vervolgens mee aan de haal gaan. Helaas komt dit in de praktijk nog wel vaak genoeg voor. John: ‘Dit soort dingen zorgt ervoor dat veel organisaties die jongeren en jonge ouders willen bereiken, niet genoeg aansluiten bij wat de jongeren werkelijk nodig hebben.’ Jhon vindt dit jammer, maar met zijn stichting Taktika probeert hij de jongeren wel iets te bieden waar ze echt iets aan hebben en hun voldoening uit kunnen halen. Jhon gaat zijn koers verder varen en hij wil ervoor zorgen dat zijn prinsesje en zijn kleine man trots zijn op hun vader.
INTERVIEW
45
Ondanks het slikken van de pil werd Kaleigh zwanger. Toen ze de echo had gezien, was er voor haar maar één optie: het kind houden. Inmiddels hebben Joachim en Kaleigh den Hertog twee kinderen: Cars en Lucas. ‘Als je hebt besloten dat je ervoor gaat, komt de weg daar naartoe vanzelf.’
JOACHIM EN KALEIGH GENIETEN NA EEN HECTISCHE PERIODE VAN HET OUDERSCHAP
INTERVIEW
47
J
oachim en Kaleigh den Hertog (beiden 20) uit Dronten zijn jonge ouders. Ze hebben twee zoontjes: Cars (2 jaar) en Lucas (zes maanden). Ze kennen elkaar vier jaar en hebben al bijna vier jaar een relatie met elkaar. Sinds januari 2009 wonen ze samen in een eengezinswoning in Dronten. Op haar 16e kwam Kaleigh erachter dat ze in verwachting was. Op haar 17e is ze bevallen van haar zoontje Cars. Joachim werkt fulltime en sinds kort is ook Kaleigh parttime aan de slag gegaan. Zwanger ondanks de pil Toen Kaleigh zwanger werd, waren zij en Joachim vijf maanden bij elkaar. De zwangerschap was niet gepland. Kaleigh slikte de anticonceptiepil, en dus ze was ook in de veronderstelling niet zwanger te kunnen worden. Ze lag in het ziekenhuis vanwege een voedselvergiftiging, en daar kwamen de dokters er per ongeluk achter dat ze ook nog eens zwanger was. ‘De dokters vonden de test heel erg dubieus, dus ik ben toen meteen doorgestuurd naar de gynaecoloog om toch maar even een echo te laten maken voor de zekerheid.’ Kaleigh bleek inderdaad zeven weken zwanger te zijn, ondanks het slikken van de pil. ‘Heel apart,’ vindt ze. Toen Kaleigh in het ziekenhuis hoorde dat ze zwanger was, wist ze niet precies wat haar overkwam. Ze voelde zich al beroerd van het ziek zijn, waardoor het niet meteen doordrong. Het nieuws ging later pas bezinken en toen realiseerde ze zich dat ze werkelijk in verwachting was. Kaleigh heeft in het
48
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
ziekenhuis met haar ouders en het verplegend personeel gesproken over haar opties. ‘Ik had voor mezelf eigenlijk al een beslissing genomen, maar op dat moment durfde ik het niet hardop uit te spreken.’ Toen ze de echo had gezien, bleek er voor haar echter maar één optie te zijn: ze wilde het kind houden. Dat was heel duidelijk en dat heeft ze toen meteen aan haar ouders verteld. Het was nu vooral de vraag hoe ze het nieuws aan Joachim ging vertellen. Hij zat op dat moment in Frankrijk. Toen hij terugkwam uit Frankrijk, was Kaleigh inmiddels al thuis. Hij zocht haar op en kreeg te horen dat ze zwanger was van zijn kind. Zij had al besloten dat ze het kind ging houden en de vraag was eigenlijk wat zijn keuze zou zijn. Het was voor Joachim erg duidelijk dat Kaleigh haar besluit al had genomen. Hij is met een vriend gaan praten en heeft aan hem advies aan gevraagd. Deze adviseerde hem om het kind niet te houden. Na dit gesprek is hij zelf aan het denken geslagen. ‘Ik wist eigenlijk nog helemaal niet waar ik ja of nee tegen zou zeggen. Dat weet niemand trouwens.’ Hij kwam tot de conclusie dat hij het kind zelf ook wilde houden. Nu was het zeker: Joachim en Kaleigh gingen samen een kindje krijgen. De ouders Kaleighs ouders (katholiek) reageerden in eerste instantie geschrokken op het nieuws dat hun dochter zwanger was, maar zij accepteerden het voldongen feit vrij snel. Hun houding was: ‘Meisje, kom maar hier, het is zo. Wat gaan we eraan doen? Wat zijn de stappen? Hup, we gaan er tegenaan.’
De ouders van Joachim (protestant) kregen het nieuws relatief laat te horen, omdat Joachim er erg tegen opzag om het hun te vertellen. Ook zijn ouders schrokken. Ze vonden dat Joachim en Kaleigh het kind moesten houden. ‘Het is zoals het is,’ was de reactie. Zij verzetten zich wel tegen een geregistreerd partnerschap van Joachim en Kaleigh. Omdat beiden minderjarig waren, moesten de ouders toestemming geven voor dit geregistreerd partnerschap. Omdat Joachims ouders dit niet wilden doen, hebben Joachim en Kaleigh toestemming gevraagd aan de rechter. Beiden hadden het idee dat ze zelf een belangrijke stem in het kapittel zouden hebben, maar het werd sec een zaak tussen de ouders van de twee partijen. ‘Dit was niet wat we hadden verwacht,’ vertelt Kaleigh. ‘De rechter duldde ook geen tegenspraak toen Joachim om uitleg vroeg. Dit heeft alleen meer verdeeldheid gecreëerd.’
‘Ik heb verder heerlijk kunnen genieten van het feit dat ik zwanger was en dat er een kindje in mijn buik groeide’ Het resultaat was dat Joachims ouders wel toestemming hebben gegeven, maar de ouders van Kaleigh en Joachims ouders hebben nu geen onderling contact meer. De rechtszaak heeft de verdeeldheid alleen verergerd, omdat het ging lijken op een juridisch proces
tussen de ouders van Kaleigh en Joachims ouders. Tussen Joachim en zijn ouders gaat het nu goed, maar de band tussen hen en Kaleigh is niet altijd optimaal. Joachim zegt dat hij hoopt op verbetering van de relaties. ‘Ik zie zeker wel gebeuren dat dit ooit beter gaat. Ik heb sowieso nooit de hoop in mensen opgegeven, wie het ook is. Ik geloof dat elk mens iets goeds heeft en daar wil ik ook keihard voor werken. Dus ik wil de situatie sowieso veranderd zien.’ Vrienden De vrienden van de jonge ouders reageerden erg positief op de zwangerschap. Joachim en Kaleigh zaten bij elkaar op school en hadden afgesproken het nieuws op school bekend te maken. Joachim ging voor de klas staan, waarna hij vertelde dat Kaleigh in verwachting was van zijn kind, en dat ze het gingen houden. ‘Een vriend van mij begon spontaan te klappen en heel de klas deed mee. Ik lachte me rot.’ Ze vonden het heel leuk om zo toegejuicht te worden bij hun beslissing. De school waar beiden op zaten, is erg behulpzaam geweest voor Kaleigh. Zij is blijven zitten in de vierde klas, en zij hoefde alleen de vakken die ze niet had gehaald over te doen. ‘Ik heb verder heerlijk kunnen genieten van het feit dat ik zwanger was en dat er een kindje in mijn buik groeide.’ Joachim en Kaleigh zijn tevreden over de steun die ze hebben gehad vanuit hun omgeving. Van de mensen om hen heen was 99 procent positief en heeft hun keus om het kind te houden gestimuleerd.
INTERVIEW
49
Opleiding en werk Nadat beide jongeren wisten dat ze binnen negen maanden een eigen kind zouden hebben, kwamen ze tot het inzicht dat er het een en ander geregeld moest worden. Beiden hebben toen hun havo afgerond. Joachim wilde hierna de lerarenopleiding economie doen, en hij is hiermee in deeltijd begonnen. Naast zijn deeltijdstudie werkte hij ook nog. Na een jaar op de opleiding kwam Joachim erachter dat de studie niet echt bij hem paste. Hij vond het beroep nog wel interessant, maar de opleiding was hem te bureaucratisch. Hij heeft toen besloten met de opleiding te stoppen, en hij is fulltime gaan werken. Kaleigh en Joachim zijn gaan inwonen bij Kaleighs ouders. Hier hebben zij ruim twee jaar gewoond. Ze waren wel woningzoekende, en in mei 2008 kregen ze te horen dat ze een nieuwe woning kregen. Eind januari 2009 konden ze intrekken in hun nieuwe huisje. Gaandeweg is Joachim terechtgekomen bij een groot installatiebedrijf, waar hij nu een vaste baan heeft. Hij heeft het hier erg naar zijn zin en vindt dat hij een topwerkgever heeft. Kaleigh heeft zich ingeschreven voor een voltijdstudie pabo in september 2010. Momenteel werkt ze parttime. Tijd voor een tweede Tijdens haar eerste zwangerschap had Kaleigh veel last van zwangerschapskwaaltjes, maar medisch gezien ging het verder prima. ‘Tot veertien weken ben ik erg misselijk geweest, voor de rest is de zwangerschap zelf goed gegaan.’ Kaleigh moest in het ziekenhuis bevallen vanwege haar aandoening Ehlers-
50
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
Danlos. Dat houdt in dat haar banden erg soepel zijn, en dit zou complicaties kunnen opleveren tijdens de bevalling. De bevalling is verder goed verlopen. De gynaecoloog was tijdens de zwangerschap erg tevreden over Kaleigh, omdat ze nog jong was. Hij gaf aan dat ze van bepaalde risico’s minder heeft te vrezen dan vrouwen die op oudere leeftijd zwanger zijn. Dit was voor haar wel erg fijn om te horen.
‘Bij een tweede zwangerschap is er minder negativiteit van mensen om je heen, want ja, je hebt er al één’ Wat de zorg in het algemeen betreft vindt Kaleigh dat ze erg goed geholpen is. Ze heeft een goede kraamhulp gehad en kon altijd terecht met haar vragen. Ze merkte wel dat ze behalve omtrent de zwangerschap heel veel vragen kreeg over waar ze woonde en hoe ze het krijgen van een kind aan ging pakken. Het ging dus niet meer alleen over de zwangerschap, maar ook heel erg om de situatie eromheen. Dit vond zij aan de ene kant wel best, maar het hoefde wat haar betreft niet zo expliciet en vaak gevraagd te worden. Voor Joachim was de zwangerschap een periode waarin er een wereld voor hem open ging. ‘Het was redelijk hectisch. Als ik het in één zin moet omschrijven: er moest ontzettend veel geregeld worden: havo diploma
halen, vervolgstudie kiezen, een huis zoeken, een baan zoeken en het geregistreerd partnerschap in orde maken.’ Al het regelwerk moest plaatsvinden tijdens de zwangerschap zelf. Even afgezien van het vele regelwerk zegt Joachim vooral te hebben genoten van de zwangerschap van Kaleigh. Toen duidelijk werd dat ze een eigen huis zouden krijgen, zijn Joachim en Kaleigh gaan nadenken over een tweede kind. ‘We wilden niet dat er te veel leeftijdsverschil zou zitten tussen onze kinderen, want die eerste beviel ons eigenlijk heel goed, nog steeds eigenlijk.’ De beslissing was eigenlijk al snel genomen en daarna ging het heel makkelijk. Kaleigh werd zwanger, en zo kwam Lucas ter wereld. Bij de tweede zwangerschap was het meeste al geregeld, wat veel meer rust gaf. De ouders geven aan dat ook de reacties bij de tweede zwangerschap positiever waren. ‘Bij een tweede zwangerschap is er minder negativiteit van mensen om je heen, want ja, je hebt er al één.’ Van tiener naar ouder Bij het opvoeden van hun kinderen, vooral de eerste, hebben Kaleigh en Joachim veel steun gekregen van de ouders van Kaleigh. Dit heeft ermee te maken dat ze ruim twee jaar bij de ouders hebben ingewoond. Bij het tweede kind woonden ze al op zichzelf en zodoende hebben ze de opvoeding van Lucas meer zelfstandig gedaan. Wat betreft problemen in de opvoeding, lopen de ouders tegen dezelfde dingen aan als elke andere ouder. ‘Het is voor iedereen voor het eerst dat je een kindje krijgt. Of je nou
40 bent of 16, dat maakt eigenlijk niets uit.’ Soms vraagt Kaleigh zich wel af of ze genoeg levenservaring heeft om twee kinderen op te voeden. Zij vraagt daarom veel advies aan haar moeder en die geeft ook echt ervaringstips aan haar dochter. Kaleigh en Joachim proberen zo veel mogelijk dezelfde lijn te trekken in de opvoeding. Volgens Joachim en Kaleigh is de grootste verandering die het ouderschap met zich meebrengt het feit dat je erg snel volwassen wordt. In plaats van na de middelbare school te beginnen aan je studententijd, waarin feesten vaak centraal staat, word je ouder van een kind. ‘Je moet eigenlijk wel volwassen worden, want je bent verantwoordelijk voor een klein kindje dat afhankelijk is van jou als ouder. Als je hebt besloten dat je ervoor gaat, komt de weg daar naartoe vanzelf.’ Het krijgen van een kind heeft ook zeker invloed gehad op de zelfstandigheid: het alleen wonen, alles zelf in orde maken en het zelf dingen uitzoeken en doen. Kaleigh vindt zichzelf wel een ander mens geworden sinds ze een kindje heeft gekregen. Ze weet niet of dat komt door het zwanger zijn of dat dit sowieso zou zijn geweest omdat ze nu vier jaar ouder is. Joachim geeft aan dat hij zich soms afvraagt hoe het in de toekomst zal zijn als Cars zich gaat realiseren dat zijn ouders nog erg jong waren toen hij ter wereld kwam, en of het een rol zal spelen. De ouders van Cars en Lucas zien hun toekomst rooskleurig in. Eén van de plannen is om te trouwen.
INTERVIEW
51
Laura Overdam (22 jaar) uit Capelle aan den IJssel voedt haar zoontje Jayden (3) alleen op. Ze beëindigde de relatie met de vader omdat die vreemdging, gaf de gezamenlijke koopwoning op en begon opnieuw, met helemaal niets. ‘Ik wil niet zeggen dat het een drama is, want er zijn mensen die het erger hebben.’
LAURA OVERDAM ZIET PROBLEMEN ALS EEN OMWEG NAAR HET GELUK
INTERVIEW
53
A
lleen en gelukkig? Of samen en ongelukkig? Laura Overdam koos voor het eerste. Ze verbrak de relatie met haar ontrouwe vriend en ging samen met haar zoontje Jayden op zichzelf wonen. Het was een ingrijpend besluit waar ze geen spijt van heeft. ‘Problemen brengen me niet van het pad af waar ik heen wil,’ is haar filosofie. ‘Ze bieden enkel een omweg.’ Laura was 18 jaar toen ze een relatie kreeg met de vader van haar kind. Op haar 19e gingen ze samenwonen. Een jaar later kochten ze een huis, en een maand voor haar 21ste verjaardag raakte ze zwanger. ‘Een kind en een koophuis, dat was heel heavy eigenlijk,’ zegt ze nu. Toen ze drie maanden zwanger was, kwam ze erachter dat Jaydens vader was vreemdgegaan. ‘Dat was al eerder gebeurd,’ vertelt Laura. ‘Wij hebben een nieuwe start gemaakt. Dat ging eigenlijk heel goed.’ Maar toen haar vriend tijdens de zwangerschap weer vreemd ging, kon Laura dat niet accepteren. Het gevolg: veel ruzies. ‘Ik heb me tijdens de zwangerschap echt heel alleen gevoeld.’
‘Veel mensen verklaarden me voor gek, maar ik wilde niets meer hebben uit dat huis, er was te veel gebeurd’ Haar zoontje Jayden is op 13 november geboren. Ze besefte het niet, want ze was helemaal van de wereld en moest een dag in het ziekenhuis blijven. Toen ze thuiskwam, hing er geen enkel vlaggetje of iets om haar welkom te heten, helemaal niets. Laura sprak
54
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
met haar moeder over haar situatie en kwam tot de conclusie dat ze er alleen voor stond. ‘Het heeft nog vier maanden geduurd voordat ik de knoop doorhakte,’ vertelt ze. ‘Het was Pasen, ik werd wakker en keek naar hem en op dat moment dacht ik: Ik ben er echt klaar mee. Hij had hetzelfde gevoel.’ Van een koophuis naar niets Laura moest op zoek naar een ander huis en vond gauw wat. Ze is met haar zoontje en enkel wat kleding vertrokken. Viavia heeft ze een kinderkamer op de kop weten te tikken en een oude televisie. ‘Van een koophuis met alles er op en eraan ging ik naar niets. Veel mensen verklaarden me voor gek, maar ik wilde niets meer hebben uit dat huis, er was te veel gebeurd.’ Ze deed liever alles alleen dan het verwijt te krijgen ‘Je hebt hem kaalgeplukt.’ Ze bouwt nu alles langzaam op, een bankstel, een nieuwe tafel en nieuwe gordijnen. Langzamerhand kan ze wat betere kwaliteit kopen. Ze is hartstikke gelukkig en dat is een heel groot verschil met hoe het eerst was. Moeilijker Laura vindt het alleenstaand ouderschap moeilijker dan mensen denken. ‘Het is moeilijker want het is intensief,’ meent ze. ‘Je moet je eigen leven ervoor aan de kant zetten.’ Ze had een leuke goede baan als vestigingsmanager van een uitzendbureau. Maar ze moest van acht uur ‘s ochtends tot acht uur ’s avonds werken, en dat gaat niet met een kind. In februari 2009 heeft ze haar baan opgezegd. ‘Het vele werken was niet leuk voor mijn zoon,’ legt ze uit. ‘Ik haalde hem op van de opvang, ging koken dan moest hij nog in bad. Pas om negen uur lag hij in bed.
Ik moest wel. Ik had een schuld, de huur en een kind.’ Kleding Laura heeft een flinke schuld overgehouden aan de verkoop van het koophuis, en dat maakt het er niet makkelijker op. ‘Zonder schulden moet het financieel te doen zijn,’ gelooft ze. ‘Als alleenstaande moeder kan je aardig geholpen worden in deze samenleving. Je krijgt elke maand toeslag en elke drie maanden kinderbijslag. Kinderopvang wordt voor het grootste deel betaald. In die zin is het makkelijk omdat het wel te doen is.’ De vader van Jayden betaalt negentig euro per maand. Af en toe koopt hij wat voor zijn zoon, een winterjas of schoenen. In verhouding is het niet veel wat hij betaalt. Laura kan door de schuld zeker niet met geld smijten. Haar zoon draagt schoenen van Timberlands, want ze vindt goede schoenen belangrijk. ‘Maar zijn kleding komt gewoon van de Hema, Zeeman of Wibra. Dat maakt me niets uit, zolang het er maar leuk uit ziet. Je moet creatief zijn. Je moet niet elke dag een Burberrypakje aanwillen.’ Voordat ze iets koopt, kijkt ze eerst of het wel echt nodig is. Een winterjas is belangrijk, maar niet als er al een goede in de kast hangt. ‘Ik wil niet zeggen dat ik het financieel gezien makkelijk heb, maar ik wil ook niet zeggen dat het een drama is, want er zijn mensen die het erger hebben. Ik moet veel opzij zetten, ik heb jarenlang gewerkt als vestigingsmanager, daarbij kreeg ik een auto van de zaak. Dat heb ik moeten opgeven, omdat ik er wil zijn voor mijn kind. Het is je kind en daar doe je alles voor’. Jayden is nu 3 jaar en sinds twee maanden slaapt hij pas door. ‘Toen hij niet doorsliep, deed ik dat werk bij het uitzendbureau. Ik
INTERVIEW
55
ging pas rond elf uur naar bed, dan werd hij om vier uur wakker en viel niet meer in slaap. Ik moest om half zes weer opstaan.’ Vader Zijn vader ziet Jayden om het weekend, vier dagen in de maand dus. ‘Zijn vader zegt dan dat ik dingen niet goed doe, en daar kan ik echt niet tegen,’ aldus Laura. ‘Veel mensen hebben gevraagd waarom ik zo aardig tegen hem doe, waarom hij zijn kind mag zien als hij zo tegen me doet. Zolang zijn vader goed voor hem is, wie ben ik dan om hem bij zijn vader weg te halen? Wat ik en zijn vader met elkaar hebben, daar kan onze zoon toch niets aan doen? Er zijn veel dingen voorgevallen tussen zijn vader en mij. Ruzies over regels, dingen die hij doet of zelfs de voogdij. Jayden heeft zijn achternaam, maar ik heb de voogdij. Hij wil nu de helft van de voogdij hebben. Ik heb gezegd: als je rechten wilt, draag dan ook de plichten.’ Een ander voorbeeld dat de slechte verhouding illustreert: Haar ex had achter haar rug om een vakantie geboekt voor hem, zijn vriendin en Jayden. Laura wilde dat per se niet, maar de reis was al betaald. Ze ging er over nadenken en bedacht toen dat ze het haar kind gunt. Daarom heeft ze het toegestaan. Toekomst In september ging Laura terug naar school. Ze doet de opleiding vrijetijdsmanagement. ‘Ik heb lang fulltime gewerkt, dus het is wel erg wennen om weer naar school te gaan,’ vertelt ze. Eerst werkte ze ook nog bij Zorgwerk, maar dat heeft ze stopgezet omdat het teveel werd. Momenteel geeft ze nog twee keer in de week Zumba- en fitnessles. Dat kan dankzij oppas
56
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
door familie van zijn vaders kant. Er zijn ook wel vriendinnen die willen oppassen, maar die vraagt ze niet zo snel omdat ze zich dan bezwaard voelt. Zij hebben een eigen leven, meent Laura. Sta elke dag met een glimlach op Uit alle betekenisvolle gebeurtenissen in je leven kun je een levensles halen, vindt Laura. ‘Toen mijn ouders gingen scheiden,’ geeft ze als voorbeeld. ‘Of toen ik op mezelf ging wonen en toen ik zwanger werd. Ik haal altijd het positieve eruit. Als mensen vragen of ik spijt heb dat ik mijn zoontje heb gehouden, zeg ik nee. Natuurlijk zou ik wel willen dat dingen anders waren gelopen, maar dat is niet zo. Ik heb hem nu en alles eromheen is bijzaak.’ Het klinkt heel makkelijk, maar dat is niet makkelijk voor haar. Ze heeft zelfs een tijd gehad dat ze zich niet aan Jayden durfde te hechten. ‘Straks wordt hij van me afgenomen,’ dacht ze dan. ‘Wat dan? Dan heb ik helemaal niets meer. Dat zijn gevoelens die je als moeder helemaal niet mag hebben, maar ik denk dat elke moeder ze wel heeft gehad. Als moeder moet je sterk zijn, anders word je depressief. Ik sta elke dag op met een glimlach, ook al voel ik me niet zo, maar dat scheelt al de helft.’ Het afgelopen half jaar is ze geen dag chagrijnig geweest en dat voelt goed zo. Ze heeft veel geleerd van de problemen met haar ex. Als ze het gevoel krijgt dat een man haar in de greep heeft, dan is ze weg. ‘Ik heb het nog één keer eerder meegemaakt,’ vertelt ze. ‘Die man en ik waren al een jaar om elkaar heen aan het draaien en toen kwam ik erachter dat hij niet eerlijk was. Ja, dan kies ik voor mijzelf en de kleine.’
Laura heeft tijd nodig. Ze denkt ook dat je niet gelijk aan een relatie moet beginnen als je kinderen hebt. ‘Als Jayden naar zijn vaders huis gaat dan is dat het papahuis en mijn huis is het mamahuis. Aan dat soort dingen zie je dat een scheiding mentaal zwaar kan zijn voor je kind. Ik ben terughoudend met relaties, ik heb een hoop bagage bij mij. Iemand moet een aanvulling zijn op mijn leven en niet een opvulling.’
‘Als Jayden naar zijn vaders huis gaat dan is dat het papahuis en mijn huis is het mamahuis’ Ze maakt het daarmee moeilijk voor zichzelf en laat mensen moeilijk toe in haar leven. Op het moment is er wel iemand die ze regelmatig ziet, maar ze merkt het vanzelf wel of het iets kan worden, en dat heeft ze ook aan hem duidelijk gemaakt. ‘Aan het begin is alles even leuk, totdat je diegene daadwerkelijk leert kennen. Liefde maakt blind.’ ‘Ik moet het alleen doen,’ vindt ze. ‘Dan kan ik wel negatief denken en me zielig voelen en me zo gedragen. Kom ik daar verder mee in het leven? Helemaal niet, je moet voor jezelf en je kind zorgen. Zorg dat je gelukkig wordt met wat je hebt en wie je bent. Met ‘als’ en ‘dan’ doe ik geen zaken, daar bereik je niets mee in het leven.’ Ze is blij met de dingen die ze nu heeft. Natuurlijk had ze dingen anders willen hebben in haar leven. Het enige wat ze kan doen, is haar eigen pad uit stippelen.
INTERVIEW
57
Na een vakantieliefde was Samantha Leijen (21) uit Heemskerk zwanger. Inmiddels is haar dochtertje Mimi drieënhalf jaar oud. De vader wilde geen contact en is uit beeld. ‘Ik had zoiets van, ik doe het alleen. Want ik word anders niet gelukkig.’
SAMANTHA LEIJENS TOEKOMSTBEELD: NAAR SCHOOL, KICKBOXEN EN TWEE DAGEN WERKEN
INTERVIEW
59
Z
e leerde de latere vader van haar kind kennen op vakantie. ‘We kregen direct een relatie met elkaar,’ vertelt Samantha. Toen ze na vier à vijf maanden zwanger bleek te zijn, was het snel uit met de vakantieliefde. ‘Hij heeft vrijwel meteen gezegd dat hij zichzelf te jong vond om vader te worden. Hij was op dat moment 18 jaar,’ vertelt ze. ‘Ik had toen voor mezelf al besloten dat ik er alleen voor zou gaan, en het kindje zou houden. Ik had zoiets van, ik doe het alleen. Want ik word anders niet gelukkig.’ De vader van Mimi is nu compleet uit beeld en speelt geen rol in Samantha’s en Mimi’s leven. ‘Hij wil geen contact. Vanaf het begin al niet.’ Vanuit haar omgeving heeft Samantha van alle kanten positieve reacties gekregen op deze niet geplande zwangerschap. Ze is erg veel gesteund. Vooral door het inwonen bij haar moeder heeft ze altijd een fijne achterwacht gehad. Huisje boompje beestje Samantha was net 17 toen zij haar dochtertje Mimi op de wereld zette. Tot de herfst van 2009 woonde zij bij haar moeder in. ‘Ik heb tot Mimi drieënhalf was bij mijn moeder gewoond,’ licht ze toe. ‘Dat was wel lekker ik had altijd een back up. Ik had de volle aandacht voor mijn baby, en dit was echt fijn.’ Nu woont ze al een half jaar op zichzelf in Heemskerk. Op dit moment is Samantha 26 weken zwanger van haar tweede kind. Ze had tot voor kort een relatie met de vader van haar nog ongeboren kindje, maar daar is inmiddels ook tot een einde gekomen. ‘We waren uit elkaar gegroeid,’ vertelt ze. ‘Hij kreeg op een gegeven moment losse handjes, en was me niet trouw.’ Het spijt Samantha zeer dat relatie op de klippen liep, want zij zag in beginsel wel een toekomst met deze jongen. Zij is verhuisd, er
60
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
waren ook plannen voor een tweede kind, en ze zouden bij elkaar gaan wonen. ‘Ik wilde echt huisje, boompje, beestje,’ treurt ze. ‘Dat heb ik nu niet helemaal kunnen bereiken, en daarover ben ik teleurgesteld. Ik had graag willen settelen met deze jongen, maar hij koos voor een andere weg.’ Behalve Samantha mist ook Mimi zijn aanwezigheid. Toch is het beter zo, concludeert Samantha. ‘Het is niet leuk, maar ik moet nu even hard zijn.’ Ze concentreert zich op het kleintje dat op komst is, en daar wil ze alle liefde aan kunnen geven. Ze wil nu aan haar toekomst werken, en haar ambities waarmaken. Daar wil ze nu haar energie vooral insteken. Wel geeft Samantha aan dat ze van ver moet komen, omdat ze in de laatste maanden van de relatie een minderwaardigheidscomplex heeft opgelopen. Ze wil hier overheen komen door zichzelf nu op nummer 1 te zetten. ‘Volgend jaar wil ik gaan kickboxen, zo kan ik aan m’n zelfvertrouwen werken.’ Studeren Samantha heeft net de opleiding administratief medewerker afgerond, en is voornemens om na de bevalling verder te studeren. Ze wil nog even van de zwangerschap genieten, het kindje goed ter wereld brengen en vervolgens de volgende stappen zetten. Haar toekomstbeeld is op dit moment: naar school, kickboxen en twee dagen werken. ‘Ik wil eerst diploma’s halen en dan gaan werken. Ik ga het wel anders aanpakken dit keer.’ 16 en zwanger Het kindje van wie Samantha nu in verwachting is, is wel gepland. Dus heel anders dan haar eerste zwangerschap.‘Ik wil het nu meer laten zien aan de wereld. Ik ben ook veel meer bezig met leuke babyspulletjes enzo, wat ik bij de eerste zwangerschap minder
had.’ De reacties op de tweede zwangerschap zijn minder positief. Dit had alles te maken met de vader van het kindje. ‘Omdat die jongen best wel agressief is, staan niet heel veel mensen achter me,’ heeft ze gemerkt. ‘Ze vinden dat er geen toekomst in zit.’ Deze reacties hebben haar standpunt niet beïnvloed, omdat zij zelf wel achter haar zwangerschap staat. Haar keus was gemaakt, en wat de anderen zeiden deed daar niet aan af. Als haar ex-vriend nog een rol wil spelen in het leven van zijn kindje, staat Samantha daar zeker voor open. Ze stelt hieraan wel enkele voorwaarden. ‘Hij moet eerst een agressietraining volgen, eer dat hij een actieve rol in mijn leven en dat van mijn kindje mag spelen,’ is haar eis. ‘Hij moet echt eerst aan zichzelf gaan werken.’ Samantha heeft nog wel gevoelens voor de vader van haar ongeboren kindje. Tegelijkertijd blijft ze zichzelf eraan herinneren wat hij haar heeft aangedaan. Daarbij vindt ze ook steun bij haar dochtertje. ‘Mimi geeft me veel liefde. We zijn heel close.’
‘Volgend jaar wil ik gaan kickboxen, zo kan ik aan m’n zelfvertrouwen werken’ Mimi is heel blij met de komst van een nieuw broertje of zusje. Ze is er helemaal klaar voor en verheugt zich er erg op. ‘Af en toe gaat ze luisteren en dan gaat ze kusjes geven,’ vertelt een vertederde Samantha. Jong ouder zijn Tijdens haar eerste zwangerschap heeft Samantha bij haar moeder gewoond. Van haar heeft zij veel steun ontvangen. Toen Mimi 8 maanden was, heeft Samantha deelgenomen
aan een tienermoedervakantie, voor jonge moeders met hun kind. Tegen een kleine vergoeding kon je dan een leuke tijd beleven met andere moeders. Samantha heeft er erg van genoten. De opvoeding gaat volgens Samantha in het algemeen vanzelf. ‘Mimi vraagt geen specifieke manier van aandacht,’ vertelt ze. ‘Doorgaans blijkt vanzelf wat ze nodig heeft. Veel dingen hebben ook te maken met moederinstinct. Ik heb niet het idee dat ik door mijn jonge leeftijd tegen meer problemen aanloop dan andere ouders. Elke ouder weet wel eens even niet meer precies wat te doen.’ Het moederschap heeft het leven van Samantha flink op zijn kop gezet. Ze is nu meer gebonden aan bepaalde verantwoordelijkheden. Toch doet ze haar best om zo vaak mogelijk tijd voor zichzelf te nemen. Zo is ze pas geleden nog op vakantie geweest naar Salou, en toen zorgde haar moeder voor Mimi. Zo neemt ze toch even de tijd voor zichzelf, waarna ze zich weer fulltime kan richten op haar dochter. Het grootste voordeel van moederschap is volgens Samantha het feit dat je nooit meer alleen bent als ouder zijnde. ‘Je hebt altijd iemand om je heen aan wie je liefde kunt geven en van wie je liefde kunt ontvangen. Ook heb ik een zorgzamer karakter gekregen.’ Toekomst Al met al heeft Samantha haar keuzes goed op een rijtje en weet ze precies waar ze heen wil met haar kinderen. In haar toekomstbeeld is Samantha samen met haar kinderen erg gelukkig en is ze in staat om voor zichzelf te zorgen. Ze wil haar kinderen met respect opvoeden en ze grootbrengen met zoveel mogelijk geluk.
INTERVIEW
61
Inge is 23 jaar oud en haar vriend Emiel is 27. Samen hebben zij Duco (5). Ze verwachten in december hun tweede kind. ‘Ik kán niet eens negatief zijn. Ouderschap voegt immers wat toe en neemt niets af.’
INGE WILDE GEEN KINDEREN, MAAR IS NU DOL OP HAAR DUCO
INTERVIEW
63
‘I
k wil geen kinderen, ik leen ze wel van mijn zus,’ was Inges standpunt in haar tienerjaren. Kinderen waren leuk voor iemand anders, maar voor Inge hoefde het niet. Het liep anders, want op haar 17e bleek Inge ineens zwanger te zijn. ‘Ik werd niet meer ongesteld, deed een test en bleek toen zes weken zwanger te zijn,’ vat ze samen. Het was op dat moment wel even schrikken. Ook al wilde Inge geen kinderen, abortus was uitgesloten. ‘Dat zou ik nooit over mijn hart verkrijgen.’ De andere optie is automatisch om het kind te houden. ‘Het is hard, maar je moet wel. Je moet kiezen voor je kind en jezelf,’ meent Inge. Met Emiel had Inge toen geen vaste relatie. ‘Je bent jong, je weet ook niet wat je nou echt wilt,’ stelt Inge. ‘Achteraf denk je: had ik sommige dingen maar anders gedaan, andere keuzes gemaakt.’ Emiel, die in eerste instanties ook erg geschrokken was, heeft de keuze om de zwangerschap al of niet af te breken aan Inge gelaten. ‘Ik had mijn keuze toch al gemaakt, daar zou niets aan veranderen,’ zegt Inge. Na de geboorte van Duco was Emiel er volledig voor haar en Duco. Steun In de familie van Inge komt jong moederschap vaker voor. Inges oma was 18 en haar tante 14 jaar oud toen ze hun eerste kind kregen. Jong ouderschap was dus niet helemaal vreemd in
64
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
de familie. Toch verwachtte niemand de zwangerschap van Inge. Het nieuws moest dan ook bij de meeste mensen eerst landen. Al snel werd de zwangerschap geaccepteerd en nu is iedereen blij voor Emiel en Inge. Veel mensen hebben geholpen om het allemaal goed voor elkaar te krijgen. ‘Van mijn tante, die 14 was toen ze zwanger was, heb ik veel baby spullen gekregen,’ vertelt Inge. ‘Zij heeft mij erg veel geholpen, net als mijn ouders.’ Zij hebben haar bijgestaan tijdens de zwangerschap en nu tijdens de opvoeding van Duco. Anderen dan de familie accepteerden de zwangerschap, maar gaven Inge weinig steun. ‘Hoeft ook niet,’ zegt ze flink. ‘Ik doe het allemaal zelf wel.’ Vrienden had Inge op het moment van haar zwangerschap niet zoveel. Enkel wat schoolvriendinnen, dat waren oppervlakkige contacten tijdens schooluren. Op school reageerde iedereen verrast. Toen het eenmaal bekend was dat Inge een kind verwachtte, was het niet bijzonder meer. ‘Maar de allochtone jongens in mijn klas hadden moeite om te accepteren dat ik een ongetrouwde jonge moeder werd,’ herinnert ze zich. ‘Die namen afstand van me.’ Wonen Het eerst jaar heeft Inge thuis bij haar ouders ingewoond. Toen Duco één jaar werd, kreeg ze de sleutel van het huis, waar ze samen met haar zoontje ging wonen. Emiel woonde toen nog niet bij haar. ‘We deden het rustig aan,’
zegt hij. ‘We zijn al die jaren altijd in gesprek gebleven.’ Sinds december 2008 wonen Emiel en Inge officieel samen. Het is belangrijk om elkaar vrij te laten, vinden ze, zodat ieder zijn of haar eigen zin kan doen. Inge formuleert het zo: ‘Veel plakken hoeft van mij niet.’ Ze wonen nu bijna een jaar in een koophuis. Een huurhuis is nooit helemaal van jezelf, vinden ze. Emiel en Inge vinden een investering in een koophuis een belangrijke basis om verder te gaan, om een leven op te kunnen bouwen.
‘Een kinderopvang is echt je kind dumpen en het laten opvoeden door de mensen daar’ Een huurhuis is snel te klein, wat weer een verhuizing kan betekenen, terwijl ze in dit huis voorlopig kunnen blijven wonen. Ze wonen in een dorp, waar het heerlijk rustig is, geen gehaast, geen treinen of metro’s. Willen ze naar het centrum dan kunnen ze te voet of met de fiets. Veel doen ze op de fiets. Inge heeft een tijdje in een flat gewoond in de stad, maar dat vond ze echt niets. Na een half jaar is ze weer teruggegaan naar het Overijsselse dorp, waar ze vandaan komt. ‘Het is rustig voor de kinderen,’ beargumenteert
ze. ‘Je weet eigenlijk niet beter, want je bent opgegroeid in een dorp.’ Emiel en Inge zijn niet getrouwd. ‘We doen gewoon alles andersom, eerst een kind dan samenwonen, weer een kind en dan trouwen.’ Inge leerde Emiel op haar 15e kennen, hij was toen 19 jaar. Ze zijn niet al die tijd samen geweest, met tussenpozen was het wel eens uit. ‘Je bent zelf nog jong en het is je eerste liefde,’ filosofeert Inge. ‘Dan probeer je nog wat anders, maar uiteindelijk kwamen we elke keer weer bij elkaar terug.’ Hobby’s Emiel is monteur en zit ook bij de vrijwillige brandweer. Het kan voorkomen dat hij onverwachts weg moet voor een brand. Inge is er dan voor Duco. Een brand is dan net iets belangrijker dan de hobby’s van Inge, zoals die van promotiemedewerkster. Inge betoogt: ‘Het is belangrijk om duidelijke en goede afspraken met elkaar te hebben.’ Inge doet puur dingen die ze leuk vindt. Wanneer er cursussen of vrijwilligerswerk worden aangeboden pakt ze dat aan. Eerst werkte ze ook als gastouder. Tijdens de zwangerschap ligt dat werk stil. ‘De zwangerschap gaat echt voor,’ zegt Inge stellig. ‘Na mijn zwangerschapsverlof bekijk ik of ik als gastouder wil blijven werken.’ Inge kan niet stilzitten en is dan ook altijd bezig. Op dit moment gaat dat wat lastiger, omdat ze bijna uitgerekend is. De zwanger-
INTERVIEW
65
schap maakt haar logischerwijs sneller moe en met een dikke buik gaat gewoonweg niet alles meer.
ze daar heen om te praten over opvoeding. Ze geniet van de sociale contacten die ze daar opdoet.
Verloskundige en consultatiebureau De verloskundige heeft Inge veel uitgelegd. Waarschijnlijk meer dan normaal. ‘Ik wist niet wat me stond te gebeuren en hoe het zou gaan verlopen,’ vertelt ze. ‘Ik had me nog nooit verdiept in een zwangerschap.’ Ze is tevreden over de zorg die ze gekregen heeft. Op het consultatiebureau krijgt ze heel veel informatie en adviezen. Soms te veel, vindt Inge, waardoor ze onzeker wordt. Haar mening: ‘Het is belangrijk om mee te nemen wat jij in jouw situatie nodig hebt en de rest van de informatie daar te laten.’
Opvoeding Na de geboorte van Duco was Inge heel beschermend. Samen hebben ze uren geslapen. Duco lag dan op de buik van Inge. Hij was alleen van haar en van niemand anders. De ouders van Inge hebben veel geholpen tijdens de eerste jaren van de opvoeding. ‘Alles moest ik leren, van bed opmaken tot luier aantrekken,’ vertelt ze. Duco wordt vrij opgevoed, en daarbinnen bieden zijn ouders hem veel duidelijkheid en structuur. ‘En het scheelt natuurlijk ook dat het een makkelijk kind is,’ meent Inge. Beide ouders zitten veelal op één lijn met de opvoeding, al is Emiel als vader soms strenger.
Jongemoedergroep Tijdens de zwangerschap van Duco ging Inge al vrij snel naar een groep met jonge moeders. Ze heeft zelf contact gezocht met de instelling die deze groep organiseert. Het zoeken van contact vergde wel doorzettingsvermogen. ‘In die tijd was het allemaal nog niet goed opgezet,’ vindt ze. ‘Het was moeilijk om contact te zoeken met organisaties en deel te nemen aan groepen voor jonge moeders. Het was fijn om met elkaar over opvoedingsproblemen te praten.’ Inge zit nu in een groep met moeders die net als Inge al wat oudere kinderen hebben. Eén keer in de twee weken onder schooltijd gaat
66
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
‘Alles moest ik leren, van bed opmaken tot luier aantrekken’ Gevolgen Het voordeel van de zwangerschap was voor Inge dat ze niet meer naar school hoefde. ‘Want school was ik helemaal zat,’ zegt ze. Er volgde wel een wat moeilijker periode. Ze zat thuis met een uitkering en kon geen kant
op met Duco. De kinderopvang vind ze niets ‘Een kinderopvang is echt je kind dumpen en het laten opvoeden door de mensen daar,’ is haar mening. Door de zwangerschap en de geboorte van Duco is Inges leven ingrijpend veranderd. Ze wilde eigenlijk de wereld zien, en kinderen pasten niet in dat plaatje. ‘Je leven verandert,’ licht ze toe. ‘Het verschuift allemaal wat. Over twintig jaar, als de kinderen het huis uit zijn, ben ik nog jong genoeg om leuke dingen te doen en te reizen.’ Inge kijkt positief terug op de geboorte van Duco. ‘Ik kán ook niet negatief zijn. Ouderschap voegt immers wat toe en neemt niets af.’ Op stap gaan mist ze niet. Ze zit net zo lief met haar vriend op een regenachtige zondagmiddag in de binnenspeeltuin, dan dat ze zaterdagavond uitgaat en helemaal gaar terugkomt. Is er dan helemaal geen tijd voor een verzetje? Toch wel. ‘Soms gaan we een avondje uit, naar de bios,’ vertelt Inge. ‘Als Duco op bed ligt, kijken we een dvd.’ De lol van het uitgaan is er wel vanaf. ‘Laatst waren we een avondje uit, maar toen waren we na anderhalf uur weer terug,’ onthult Inge. ‘We voelen ons er niet meer thuis. En met je dikke buik tussen de mensen is ook niet fijn.’ Interesses verschuiven. Ze vindt het veel leuker om als gezin iets te gaan doen. Ze geeft liever vijftig euro uit aan een gezellig etentje met Emiel en Duco dan aan een avondje uitgaan.
Toekomst Met een leuk huis en het leven op de rit waren Inge en Emiel toe aan een tweede kindje. Eind vorig jaar hebben ze besloten ervoor te gaan. Een paar maanden later was ze zwanger. Een derde kind zit niet in de planning en daar blijven ze ook bij. ‘Het is misschien hard, maar veel is gebaseerd op een totaal van vier: auto, vakantie etcetera,’ betoogt Inge. ‘Ik kom uit een gezin van drie, dus ik weet er wel wat van. Met zijn drieën op de achterbank van een auto is aardig proppen.’ Tevens is er in het huis niet genoeg ruimte voor drie kinderen. Inge wil niet dat de kinderen bij elkaar slapen en ook niet op de zolder. Daar zijn ze te jong voor. Als ouder ga je ook niet helemaal op zolder liggen, terwijl je kinderen een verdieping lager liggen. Je hoort dan weinig of niks. Tips voor jonge moeders Inge vindt dat jongeren goed moeten nadenken of ze een kind willen. ‘Neem de tijd en zeg niet zomaar snel even ja of nee,’ adviseert ze. ‘Ik heb zeveneneenhalve maand nodig gehad om aan het idee te wennen. Het is niet zomaar even de knop omzetten. De tijd dat je zwanger bent heb je nodig om naar het moederschap toe te leven. Natuurlijk kan je jezelf niet helemaal voorbereiden omdat het allemaal nieuw en vreemd is. De tweede zwangerschap is daarom al heel anders dan de eerste.’
INTERVIEW
67
Hodan Yusuf (18) en Dennis Honing (19) uit Haarlem kregen in november 2008 hun dochter Aaliyah. Hodan was eerst zo bang voor de reactie van haar ouders, dat ze alleen per brief durfde te vertellen dat ze zwanger was. Dankzij Bureau Jeugdzorg raakte Hodan weer in gesprek met haar ouders. Dennis’ vader reageerde laconiek: ‘Hij accepteerde het wel, maar hij kon het eigenlijk niet geloven.’
HODAN EN DENNIS HEBBEN AFSCHEID GENOMEN VAN HET LEVEN VAN UITGAAN EN VRIENDEN
INTERVIEW
69
H
odan Yusuf durfde niet recht in het gezicht van haar ouders te vertellen dat ze zwanger was, zó bang was ze voor hun reacties. Zij is op een dag weggegaan en ingetrokken bij de zus van haar vriend Dennis. ‘Ik heb toen een brief naar mijn ouders gestuurd,’ vertelt Hodan. ‘Zo zijn zij het te weten gekomen.’ Na twee weken heeft Hodan haar ouders opgebeld en is ze naar huis gegaan om erover te praten. ‘Mijn ouders wilden dat ik het kind liet weghalen vanwege mijn toekomst,’ zegt Hodan, ‘Maar ik piekerde daar niet over.’ Ze besloot bij Dennis’ zus in te trekken. Heel lang heeft ze enkel telefonisch contact gehad met haar ouders. Dat verliep heel stroef. Vervolgens kreeg Hodan contact met Jeugdzorg. ‘Zij boden aan om te helpen,’ vertelt Hodan. ‘Ze hebben contact met mijn familie gezocht en een gesprek geregeld. Mijn vader deed eerst nog moeilijk, maar mijn moeder wou goed contact met mij.’ Vanaf dat moment is het contact weer opgebouwd en nu komen Hodan, Dennis en hun dochter Aaliyah weer bij de ouders van Hodan over de vloer. Hodan kwam uit Castricum, Dennis uit Haarlem. ‘We ontmoetten elkaar in de klas.’ vertelt Hodan. ‘Dennis begon het gesprek. Na een paar maanden kregen we een relatie.’ Vervolgens raakte Hodan, nog voor haar 17e verjaardag, zwanger en uiteindelijk zijn ze samen gaan wonen. Hij was vervroegd klaar met de opleiding en is gaan werken. Hodan heeft ook de opleiding afgemaakt. ‘Snel gezegd is het zo gegaan,’ vat Hodan samen. Hodan wist dat ze zwanger was omdat ze een test had gedaan. Positief! Ze was erg geschokt: hoe moest ze dat aan haar ouders vertellen? Ze had met Dennis afgesproken voor het hek van de school. Samen namen ze de trein, en toen vertelde ze het. ‘Dennis moest het laten bezinken,’ herinnert ze zich. ‘Hij moest het nog beseffen’. Hij dacht niet: O jee, nu stort mijn wereld in en kan ik nooit meer uitgaan. Emotioneel Het was voor Dennis een zeer emotionele periode. Zijn moeder was toentertijd erg ziek en overleed later. In die omstandigheden
70
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
moest hij zijn vader vertellen dat zijn vriendin zwanger was. ‘Mijn vader dacht eerst aan een goede grap,’ vertelt Dennis. ‘Hij accepteerde het wel, maar hij kon het eigenlijk niet geloven. Dramatiek als Ik wil je niet meer zien is er verder niet aan te pas gekomen.’ Hodan vond het heel moeilijk om slecht contact te hebben met haar moeder. Dat ze nooit met haar kon praten over de zwangerschap. Om informatie op te zoeken las ze veel. Dennis: ‘Lezen is beter. Van familie krijg je toch van die sterke verhalen, bijvoorbeeld dat de vorm van de buik van een vrouw bepalend is voor het geslacht. In de boeken lees je enkel feiten. Van familie hoor je bakerpraatjes.’ Woonruimte gezocht Dennis en Hodan hadden eerst een achterkamertje bij Dennis’ zus. Toen dat te krap werd, probeerden ze tevergeefs urgentie te regelen bij de woningcorporatie. Uiteindelijk zijn ze in oktober 2008 bij Dennis’ vader ingetrokken. Hodan was uitgerekend in november. Dennis’ moeder was net overleden en het huis was echt hun plek. ‘Mijn vaders was alleen in een groot huis en wij konden bij hem wonen,’ verklaart Dennis. ‘We betalen 200 euro all in aan huur, kinderspel dus. We doen onze eigen boodschappen en we hebben een eigen woonkamer. We delen de keuken, maar koken apart. We hebben ons eigen leven.’
‘Mijn vader dacht eerst aan een goede grap’ Islam Hodan is islamitisch opgevoed. Dennis heeft zich op zijn 18e bekeerd tot de islam. ‘Niet vanwege Hodan,’ benadrukt hij. ‘Vanwege de interesse in het geloof en ik wil Aaliyah graag opvoeden aan de hand van de leefregels van de islam.’ Zijn visie op het moslimgeloof: ‘Door de islam hoef je niet meer te zoeken naar jezelf en wat je wilt in het leven. Voor een kind moet je gaan werken en ik kan niet vreemdgaan, want ik ben getrouwd. De islam biedt mij een basis. Vanuit die basis zijn we getrouwd voor de islam.’
Het geloof biedt houvast, oordeelt Dennis, maar niet in een dwingende vorm. ‘Het is een leidraad en we willen er ook geen filosofietjes van maken. Het is ook niet dictatoriaal. In de Koran staat dat je mensen niet kunt dwingen.’ Vrienden? Hodan is haar meeste vrienden kwijtgeraakt tijdens haar zwangerschap. ‘Je groeit uit elkaar omdat je levens opeens heel erg gaan verschillen,’ vindt ze. ‘Veel vrienden bellen niet omdat ze elk weekend uitgaan en dan weten ze dat ik niet meega vanwege mijn dochter. We hebben een leven van uitgaan en vrienden aan de kant gezet, dat hoor je vaker bij tienerouders.’ Dennis kijkt vooral naar wat het uitgaan nu daadwerkelijk voorstelt. ‘Dan vraag ik me af waar het je nou eigenlijk brengt,’ filosofeert hij. ‘Het kan wel zo zijn dat het leuk is, zoals Hodan omging met haar vriendinnen. Ik had dat niet zo, ik was niet zo actief. Ik ging naar school, naar huis, las een boek en keek tv. Wat kunnen die vrienden nou brengen? Een kind is echt concreet, dat gebeurde duizend jaar geleden ook al. Als een baby wordt geboren zitten er balletjes aan of heb je een baarmoeder, geen pasje om uit te gaan, mooie kleren of ringen. Dat is allemaal toevoegsel.’ Hodan ontdekte op hyves dat tienermoeders elkaar opzoeken, dat er sites zijn waar je dingen kan bespreken met andere tienermoeders. ‘Je ervaart dan dat de moeders op hyves in hetzelfde schuitje zitten,’ heeft Hodan gemerkt. ‘Ze begrijpen mij veel beter dan mijn gewone vrienden. Als ik nu met vriendinnen spreek, dan merk ik dat mijn denkwijze heel anders is geworden in vergelijking met de hunne. Dat komt omdat je andere prioriteiten krijgt.’ De prijs van jong ouderschap Dennis vertelt dat ouderschap hem als jonge vader echt is overkomen. ‘Een vrouw wordt dik, voelt het kindje schoppen, krijgt nesteldrang en is misselijk,’ licht hij toe. ‘Een man ziet zijn vrouw alleen veranderen en hoort haar praten over schoppen. Ik heb niet het gevoel dat ik erg ben veranderd. Ik ben nog steeds dezelfde, maar heb alleen een kind extra om voor te zorgen. Een vrouw betaalt
er wel een hoge prijs voor. Sommige vrouwen worden onzeker over bijvoorbeeld striae of zijn dik geworden. Gaat een man weg bij zijn vrouw, is zij vaak de gene die het kindje meeneemt.’ Op de vraag of het verstandig is jong kinderen te krijgen antwoordt Dennis: ‘Je kunt wachten en wachten, maar wat schiet je ermee op? Ik kende een vrouw die was zeven jaar getrouwd. Krijgt ze een kind, en haar man gaat bij haar weg. Het is wel een andere sfeer, een kind. Het is een bezegeling van een relatie.’ Het is niet zo dat hij het anders had willen doen, maar hij begrijpt nu wel waarom de volwassenen zo geshockt waren door de zwangerschap van Hodan. ‘De tijd nemen om elkaar te leren kennen, dat hebben wij overgeslagen,’ betoogt hij. ‘Dus je speelt eigenlijk Russische roulette.’ Toekomst Hodan was eigenlijk van plan om dit jaar weer naar school te gaan, maar er is een tweede op komst en daardoor is dat niet mogelijk. Volgend jaar gaat ze zeker weer naar school. Ze is al beziggeweest met de crèche te regelen en wil maximaal drie dagen naar school. Ze vindt het ook goed dat de kinderen contact hebben met andere kindjes. ‘Dan leren ze delen en spelen,’ argumenteert Hodan. ‘En om ook in een andere omgeving te zijn dan thuis. Maar er moet wel een balans zijn. Ze moeten niet vaker bij de crècheleidsters zijn dan bij hun eigen moeder.’ Ze vindt het fijn om thuis te zijn met haar kind, maar ze verlangt naar contacten op school. Hodan vindt het prettig dat ze alle stapjes van Aaliyah heeft meegemaakt: kruipen, staan en nu de eerste tandjes. ‘Dat vind ik bijzonder. Dat had ik niet willen missen.’ Ze weet eigenlijk nog niet goed welke opleiding ze wil gaan doen. ‘Nu heb ik enkel een diploma niveau één, en daar kom je niet ver mee,’ vindt ze. ‘Je moet wel iets hebben om op terug te vallen.’ Ook Dennis vindt het afronden van een goede opleiding belangrijk. Hij start in februari 2010 met de opleiding helpende in de zorg en hoopt zo zijn kinderen een goede toekomst te bieden.
INTERVIEW
71
Sandra Jagt (22 jaar) uit Rotterdam kreeg dit jaar haar zoontje Milan. De relatie met de vader, een vernederlandste Marokkaan, liep tijdens de zwangerschap op de klippen omdat hij niet kon of wilde trouwen met een Nederlands meisje. Sandra werkt 35 uur bij La Place en ze is alleenstaand moeder. Die combinatie gaat haar goed af, zegt ze. ‘Het is gewoon zo. Het leven is nog niet voorbij.’
SANDRA JAGT KAN WERK EN MOEDERSCHAP PROBLEEMLOOS COMBINEREN
INTERVIEW
73
S
andra Jagt wilde altijd al jong moeder worden: de planning was rond haar 24e. Dat de dingen anders kunnen lopen dan gepland, bleek op haar 21e. Toen raakt Sandra onverwachts zwanger, en daar was ze nog niet klaar voor. ‘Pas toen ik de echo zag, realiseerde ik me dat er echt wat in mijn buik groeide.’ Vervolgens heeft Sandra heel goed nagedacht en is ze een week thuisgebleven van haar werk. Uiteindelijk koos ze voor de zwangerschap. Nu is alleenstaande jonge moeder van 22, ze woont in een driekamerwoning in Rotterdam-Delfshaven. Ze woonde op 18-jarige leeftijd al op zichzelf. ‘Niet veel later kreeg ik een relatie met mijn toenmalige vriend,’ vertelt ze. ‘Hij was een vernederlandste Marokkaan. We hadden het leuk samen. Stappen met vrienden en genieten van een onbezorgd leventje. Het enige minpunt was dat hij mij niet aan zijn ouders wilde voorstellen. Enkel zijn broers waren op de hoogte van onze relatie. Een moslimjongen kan geen relatie aangaan met een Nederlands meisje.’ Sandra had daar vrede mee. Toen Sandra zwanger raakte, waren haar vriend en zij twee jaar samen. ‘Hij reageerde verre van positief op de zwangerschap,’ blikt zij terug. ‘Hij stelde een abortus voor. Het ongehuwd vaderschap is een taboe voor de Marokkaanse gemeenschap. Ik was zeer teleurgesteld, maar ik hoopte dat hij nog zou bijdraaien. Ik dacht dat eerlijkheid naar zijn ouders toe verbetering kon brengen en dat zijn ouders uiteindelijk vrede met mij en de baby konden hebben.’ Ouders Niet veel later vertelde Sandra het blijde nieuws ook aan haar ouders. Haar moeder dacht dat Sandra een grapje maakte: ‘Een
74
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
kind? Je hebt nog helemaal geen buik’. Maar een week later bij de verloskundige drong het pas echt tot haar door en reageerde de aanstaande oma heel erg positief. Ze verheugde zich op haar eerste kleinkind. Sandra’s vader was niet zo begripvol. ‘Hij was al sceptisch over de relatie van zijn dochter met een Marokkaanse jongen en nu was ik ook nog zwanger! Wist ik wel waar ik aan begon? Ook maakt hij zich zorgen over mijn carrière. Ik had het immers al ver geschopt binnen La Place. Zou ik dat met de komst van een kind wel allemaal aankunnen?, vroeg hij zich af.’ Maar Sandra blijft natuurlijk zijn dochter. Uiteindelijk draaide Pa bij. Als Sandra na de driemaandenecho besluit dat ze haar baby wil houden, en abortus niet tot de mogelijkheden behoort, gaat de relatie met haar vriend bergafwaarts. Als Sandra vijf maanden zwanger is, gaan ze uit elkaar. Sandra wordt een alleenstaande moeder.
Alles regelen Tijdens haar zwangerschap heeft Sandra alles zelf moeten regelen: een nieuw huis, de inrichting van het huis, de babykamer. Ze werd hierbij ondersteund door haar familie en vrienden. Van haar ex-vriend kreeg ze tijdens de zwangerschap welgeteld één sms-je: ‘Hoe gaat het nu met je?’. Als jonge moeder werd Sandra in haar beleving anders dan andere moeders behandeld door haar huisarts en verloskundige. ‘Ze vroegen of ik ondersteuning nodig had, bijvoorbeeld in de vorm van maatschappelijk werk,’ blikt ze geïrriteerd terug. ‘De verloskundige bleef hier maar op aandringen en daarom heb ik een afspraak gemaakt met de maatschappelijk werker. Dat was om van dat gedoe af te
zijn. Mijn enige probleem was dat ik nog geen woonruimte had. Dat is heel moeilijk hier in Rotterdam. De zwangerschap op zich, daar heb ik niet zoveel problemen mee gehad’. Na haar zwangerschap heeft Sandra geen gebruik gemaakt van de hulpverleningsinstanties. Ze heeft een groot vangnet van sociale contacten die ze kan gebruiken als dat nodig is. Ze voelt dan ook geen behoefte aan hulp of deelname aan jongemoederprojecten. Met haar 22 jaar vindt Sandra zich ook geen jonge moeder. De zwangerschap is, even afgezien van het stuklopen van haar relatie, goed verlopen. ‘Ik ben wel twee weken eerder begonnen met mijn zwangerschapsverlof, omdat ik bij La Place, waar ik werk, de hele tijd op mijn benen stond.’ Het gediscplineerde leven van de aanstaande moeder viel haar zwaar. Geen
‘Je weet hoe jongens zijn, ze gaan een keer vragen naar hun vader’ filet américain, geen sigaretten en geen Red Bull: dat was even wennen. Dat ze er altijd alleen voor stond was soms pijnlijk. ‘Tijdens de controles bij de verloskundige zie je van die stelletjes, en dat doet pijn. Mijn moeder en een vriendin zijn wel vaak mee geweest, maar op een gegeven moment wilde ik het ook zelf doen.’ Ook bij de bevalling miste ze haar ex-vriend erg. Ze had heel erg veel pijn, rugweeën en dat is zwaar. ‘Het enige dat de pijn had kunnen verlichten, was zijn aanwezigheid.’
INTERVIEW
75
Ex-vriend Na de bevalling heeft Sandra een periode gekend waarin ze niet goed in haar vel zat. ‘Je bent bevallen, je vriend is bij je weg,’ kijkt ze terug. ‘Het heeft me wel geraakt. Ik had hem echt wel nodig. Nu heb ik een kind dat sprekend op mijn ex-vriend lijkt. Ik word elke dag aan hem herinnerd.’ Gelukkig gaat het de laatste maanden het een stuk beter. Sandra heeft besloten dat haar ex de zorgen niet waard is. Maar zijn portie komt nog wel, voorspelt ze. ‘Wat als hij straks kinderen krijgt met zijn nieuwe vrouw en hij wil Milan niet zien omdat ik een Nederlander ben? Daar ga ik hem echt wel mee pakken! Dan moet je er niet aan beginnen. Je doet mensen pijn enkel omdat je ouders niet willen dat je met een Nederlandse gaat?’ Sandra is niettemin blij dat ze er tijdig achter is gekomen dat haar ex-vriend geen vader kon zijn voor Milan. Als ze het samen geprobeerd hadden was het alsnog mis gegaan, beseft ze. ‘Dan had Milan zijn vader leren kennen en was aan hem gaan hechten. Als kinderen in de peuterleeftijd komen, gaan ze beseffen dat hun vader er niet meer is. Nu merkt hij er niets van.’ Sandra’s ex-vriend is een dag na de geboorte van Milan getrouwd met een moslimmeisje. Zijn familie en vrouw weten nog steeds niet van het bestaan van Sandra en Milan af. Ze zit daar niet zo mee. ‘Ze komen er toch wel een keer achter. Het hoeft niet over een jaar te zijn of twee jaar. Je weet hoe jongens zijn, ze gaan een keer vragen naar hun vader’. Sandra zal dan zonder twijfel eerlijk aan haar zoon te vertellen wie zijn vader is. Haar ex-vriend heeft zijn zoon niet erkend. ‘Dus hij kan mij ook niets maken,’ zegt Sandra beslist. ‘Het is mijn kind. Hij is enkel
76
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
de biologische vader. Zo gaan die dingen soms.’ Haar ex-vriend draagt wel financieel bij. Dat hebben ze onderling geregeld. Hij heeft zijn zoontje slechts twee maal gezien. ‘Ik kan hem niet verbieden om Milan te zien natuurlijk’. Werk Sandra is na haar zwangerschapsverlof weer 35 uur per week aan het werk bij La Place, het restaurant van het warenhuis Vroom & Dreesmann. Eerder heeft ze daar de niveaus 1 tot en met 3 afgerond. Nu doet ze niveau 4. Aan het einde van dit studiejaar is Sandra gekwalificeerd om zelf leiding te geven aan een vestiging van La Place. Ze vindt het geen probleem om deze studie te combineren met het ouderschap. Milan gaat één dag in de week naar oma en vier dagen in de week naar de crèche. ‘Op zich gaat het wel makkelijk allemaal, de week gaat snel voorbij,’ vertelt ze opgetogen. ‘Soms zie ik moeders die niet werken en samen zijn met een partner. Deze moeders redden het niet en ik doe alles alleen. Het is bizar, maar het is gewoon zo, het leven is nog niet voorbij.’ Ze heeft er geen moeite mee om haar kindje naar de crèche te brengen. Milan ontwikkelt zich heel goed op de crèche, de leidsters geven haar veel complimenten. ‘Het doet me goed dat ze hem aandacht geven. In vergelijking met andere kinderen is het een heel makkelijk kind. Hij kruipt al bijna. Het gaat zo snel. Dan kom je, en dan zit hij helemaal te stralen, mama is trots!’ Ze vindt het niet moeilijk om een alleenstaande moeder te zijn. ‘Het leven houdt niet op als je een kind hebt,’ vindt ze. ‘Natuurlijk heb ik meer verantwoordelijkheid door de
komst van Milan. Natuurlijk ben ik wel eens moe, heb ik geen zin om te zorgen en wil ik slapen. Maar dat heb je met alles wel een keertje.’ Vrienden In haar vrije tijd komen vrienden langs. Bepaalde vrienden ziet Sandra minder. Ook uitgaan is er niet altijd meer bij. ‘Vroeger toen ik alleen woonde, kon ik doen wat ik wilde,’ stelt ze vast. ‘Nu niet meer. Dat is allemaal niet zo erg, ik ben geen 16 meer. Ik heb het geluk dat mijn moeder op zaterdagavond oppast, zodat ik een avond voor mezelf heb.’ Ze heeft op dit moment geen relatie en staat daar ook niet voor open. ‘Het houdt wel even op met de mannen als je net een kind hebt gehad en je relatie voorbij is. Bovendien heb ik er ook geen tijd voor.’ Ook al is de relatie met haar ex-vriend op de klippen gelopen, ze houdt nog van hem. ‘Het was echt wel diep
‘Het is bizar, maar het is gewoon zo, het leven is nog niet voorbij’ tussen ons. Maar ik heb wel geleerd van deze relatie en ik wil geen relatie meer met een moslimjongen. Het is toch een wereld van verschil, die religie.’ Van de reacties van de buitenwereld heeft ze soms meer dan genoeg. ‘Dan kijken ze je zo aan. Ik kijk gewoon terug! Ik ben niet zo bijzonder, ik ben 22 en heb een vaste baan en woonruimte. Wat is het probleem? Ik ben geen 16 meer! Het is mijn kind hoor!’ De toekomst ligt wat haar betreft nog helemaal open.
INTERVIEW
77
Rignilla Richardson (21) uit Rotterdam-IJsselmonde heeft een dochter van 2 en is zwanger van haar tweede kind. Rignilla is alleenstaande moeder. Haar kind staat bij haar centraal: ‘Als jouw kind het goed heeft, dan heb jij het ook goed. Maak dus alle keuzes vanuit het belang van je kind.’
DANKZIJ HAAR KIND HEEFT RIGNILLA RICHARDSON IETS OM VOOR TE LEVEN EN OM HAAR BEST VOOR TE DOEN
INTERVIEW
79
O
p haar 18e werd Rignilla Richardson zwanger van haar dochter en had ze een vaste relatie met de vader. De zwangerschap was niet gepland, maar Rignilla en haar vriend waren er allebei blij mee. Voor hem was het ook zijn eerste kind. Na de geboorte ging het niet meer zo lekker tussen hun. ‘We konden niet met elkaar communiceren, hadden discussies en gingen bekvechten,’ zegt Rignilla. ‘Meestal ging het over de regels, hij kon zich er niet aan houden. Dan nam haar vriend zijn dochter op vrijdag mee en wilde zij dat hij haar op een bepaalde tijd weer terugbracht en dat deed hij niet. ‘Hij deed waar hij zelf zin in had. Ik ben hier heel moeilijk in. Je moet je wel aan de afspraak houden.’ Op dit moment heeft ze geen relatie met de vader van haar kind, al is het contact redelijk. Ze zegt daarom ook tegen de buitenwereld dat ze een alleenstaande moeder is. Ze staat er alleen voor. Toen ze ontdekte dat ze zwanger was van haar dochter, was ze heel blij. Op haar 16de heeft ze na vier à vijf maanden een miskraam gekregen. Ze was bij haar latere zwangerschap heel angstig of alles goed zou gaan en ze niet weer een miskraam zou krijgen. Bij zes à zeven maanden was ze gerustgesteld, het kindje was er nog. De miskraam is wel een ervaring geweest waar ze een tijdje mee
80
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
heeft gezeten. Elke keer als ze ongesteld werd, zat ze in een dipje. Als ze een zwangere vrouw zag of iemand met een kindje deed dat pijn. ‘Toen ik mijn dochter kreeg, was het gevoel weg,’ vertelt ze. ‘Ze heeft een gat in mij opgevuld.’ Veel mensen zeiden tegen haar dat ze blij moest zijn dat ze op jonge leeftijd een miskraam had gekregen, maar voor haar was dat niet zo. ‘Ik had me al verheugd op een baby en dat geluk was ineens weg.’ Toen ze later haar dochter kreeg, dacht ze: Ik heb echt mijn kind. Weer zwanger Op dit moment is Rignilla weer zwanger, nu van een andere man. Ze ziet hem niet meer en is dus weer alleen. ‘Toen ik het uitmaakte met hem, wist ik niet dat ik zwanger was van zijn kind,’ vertelt ze met enige spijt. ‘Toen ik daar achter kwam, had ik wel zoiets van nu sta ik er weer alleen voor. Misschien is het wel beter zo, ik ben nu al gewend om alles alleen te doen. Maar het zou wel leuk geweest zijn als hij er was geweest.’ Bij haar tweede zwangerschap was ze wel geschrokken. Ze dacht: ‘Weer eentje erbij?’. Ze had het niet verwacht, maar uiteindelijk was ze wel blij, eentje erbij is toch wel vreugde. Van binnen maakt ze zich wel een
beetje zorgen. Kan ze wel alles geven en goed klaarstaan voor haar kinderen, ook al is ze alleen? Het is niet dat ze bang is, ze krijgt altijd complimentjes en dan is ze ook blij dat ze het goed doet. Ze hoopt dat het allemaal goed gaat komen. ‘Ik heb het gevoel dat het gaat lukken,’ zegt ze optimistisch. Ze maakt zich wel zorgen over de financiën. Ze wil haar kinderen alles geven wat hun hart
‘Ik heb het gevoel dat het gaat lukken’ begeert. Financieel gaat het niet helemaal perfect en wanneer er nog een kind bijkomt zal het moeilijk worden. Ze wil daarom ook gelijk naar school en een diploma halen en in de tussentijd een bijbaantje. Op dit moment werkt ze niet, ze zit enkel in het traject. Het zal wel moeilijk gaan worden: school, een bijbaantje en kinderen. Moeder overleden Haar moeder is een jaar geleden overleden aan leukemie. Ze was al een aantal jaar ziek, maar uiteindelijk is het snel gegaan. ‘Ik mis haar nog steeds, ze was mijn alles,’ vertelt ze.
Ze is heel blij dat ze haar dochter heeft. Als ze haar niet had gehad tijdens het overlijden van haar moeder, dan was het niet goed gegaan met haar. Ze is haar motivatiepunt. Nu heeft ze nog iets om voor te leven, om haar best voor te doen en om vooruit te denken. Anders was ze nu niet zover gekomen en had ze het leven niet zo serieus genomen. Alles wat ze na het overlijden van haar moeder heeft gedaan was puur voor haar dochter. Haar dochter heeft haar steun gegeven en Rignillla wil ook alles voor haar dochter doen. ‘Ik zou niet zonder haar kunnen.’ Na haar moeders overlijden voelde ze zich wel alleen staan. Ze was altijd gewend dat ze kon terugvallen op haar moeder, bijvoorbeeld advies vragen. Ze kan wel aan iedereen een mening vragen, maar haar moeders mening was altijd goud. Als haar moeder ja zei, dan was het ja. Ook al vraagt ze nu een mening aan de buitenwereld, ze vraagt zich altijd af wat mama had gezegd. Dat is iets waar ze in het begin moeite mee had. ‘Ook al vroeg ik het aan andere mensen, de twijfel bleef.’ Ze moet nu toch alles zelf doen, ze praat er met haar zusje over en ze heeft ook vriendinnen met kinderen die ouder zijn. Ze probeert ook meer zelf te doen, ze moet wel. Er is niet altijd iemand aan wie ze een mening kan
INTERVIEW
81
vragen. Ze gaat wel leren om zelf te onderzoeken. ‘Je moet met de tijd mee, je went er aan, anders kom je niet vooruit.’ Een kind krijgt een kind ‘Een kind krijgt een kind,’ wordt wel over jonge moeders gezegd. ‘Ik heb dat gelukkig niet meegemaakt, geen negativiteit,’ legt ze uit. ‘Mijn moeder was er ook heel blij mee, ze was niet boos.’ Haar moeder was blij dat Rignilla nu 18 was bij de zwangerschap, en niet jonger. ‘Het was haar eerste kleinkind en ze was al ziek,’ vertelt Rignilla. ‘Ze voelde ook al dat ze niet lang meer zou leven. Als ze nu hier was, dan was ze zeker blij geweest met alle kleinkinderen die ze nu heeft. Dat wou ze heel graag.’ Opvoeding Soms vond Rignilla het wel vervelend, dat de baby nooit rustig kon liggen. Iedereen wilde haar even vasthouden. Rignilla komt uit een gezin van vijf kinderen en de familieleden waren blij dat ze voor de eerste keer tante en oma werden. In het begin was het wel wennen dat haar dochter geen ‘Babyborn-pop’ is die op commando rustig gaat liggen. Dat is soms moeilijk, nu moet ze echt opstaan in de nacht,
82
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
om de drie uur. Dat is het enige nadeel, voor de rest is ze echt blij met haar kind. Als ze het opnieuw kon doen, dan had ze het weer gedaan, weet ze. ‘Mijn dochter is niet iets wat ik had willen missen. Ik ben blij dat ik haar heb.’
‘Mijn dochter leert dingen bij en dan gaat ze naar mijn opa of mijn tante die de touwtjes wat laten vieren. En dan zie je dat je alles weer opnieuw moet doen’ Leren wat goed en niet goed is vind ze een lastig punt in de opvoeding. ‘Het is kijken wat bij een kind werkt,’ licht ze toe. ‘Hoe moet je het aanpakken als je kind niet luistert? Dat is wel moeilijk, het aanleren van regels. Aanleren is moeilijk, vooral nu mijn dochter in de groei is. Ze is nu bijna 2 jaar en wil alles ontdekken.’ Rignilla heeft bij het opvoeden vaak dingen geprobeerd die niet lukten. ‘Dan moet ik
weer verder zoeken. Dat zijn de dingen die ik wel moeilijk vind, elke keer zoeken naar een nieuwe tactiek. Dat mijn dochter het begrijpt en ervan leert. Ze is ook echt koppig, een lekker drammertje. Aan de ene kant wel leuk, ze blijft doorgaan tot ze het zelf voor mekaar heeft.’ In het begin trok ze de regels niet door, maar toen zag ze dat het niet werkte. ‘Mijn dochter leert dingen bij en dan gaat ze naar mijn opa of mijn tante die de touwtjes wat laten vieren. En dan zie je dat je alles weer opnieuw moet doen.‘ Dus die regels moet je wel consequent doorvoeren.’ In het begin heeft ze alles moeten leren, sommige dingen gingen een paar keer fout, maar daar leerde ze van en nu weet ze hoe ze het aan moet pakken. Rignilla heeft niet het gevoel dat ze dingen opzij moet zetten. Ze heeft daar nooit bij stilgestaan. In een traject Ze zit in een traject voor jonge moeders, waarin ze allerlei zaken leert regelen, zoals kinderopvang, zodat ze straks goed aan school kan beginnen. Dat is voor het grootste deel wel gelukt, en dit jaar zou ze dan ook beginnen met school, maar omdat ze vijf
maanden in verwachting is van haar tweede kind, gaat dit niet door en blijft ze in het traject. Ze hoopt dat ze volgend jaar wel weer naar school kan gaan. Dit wil ze graag. Ze heeft zich aangemeld voor de opleidingen Bedrijfsadministratie en Jongerenwerk. Op dit moment wil ze liever de opleiding voor jongerenwerk doen. Als jongerenwerker krijg je sneller de kans om in de praktijk te werken en dat wil ze graag. ‘Het is toch interessant dat je kan leren hoe je beter met kinderen om kan gaan. Jongeren staan toch dichter bij mijn belevingswereld dan administratief werk.’ Keuzes samen met je kind Aan jonge ouders wil ze meegeven dat ze bij alle beslissingen en daden denken aan hun kind. ‘Als jouw kind het goed heeft, dan heb jij het ook goed. Maak alle keuzes vanuit het belang van je kind. Vooral als je een nieuwe vriend hebt, kijk goed of hij te vertrouwen is met je kind. Denk niet over hoe lief hij is, maar of hij goed voor je kind zorgt. Interesseert hij zich wel voor je kinderen?’ Ze bekijkt de toekomst optimistisch, maar ze wil niet te ver weg dromen. Een goede baan, met een auto en later als alles goed gaat een koophuis. Daarna gaat ze verder dromen.
INTERVIEW
83
Wendy El Esamy (20) ontworstelde zich aan de greep van loverboys. Later werd ze zwanger van een vriend, met wie ze inmiddels heeft gebroken. Wendy heeft een zoontje, Amir. ‘Ik ben sneller volwassen en verantwoordelijk geworden.’
WENDY EL ESAMY DOET DE OPVOEDING AL TIEN MAANDEN ALLEEN EN HET LUKT HAAR PRIMA
INTERVIEW
85
W
endy El Esamy heeft in haar jonge leven al veel meegemaakt. Op haar 15de kwam ze in contact met loverboys, waar ze zichzelf snel uit heeft weten te redden. Ze liep weg bij de loverboys en belde de politie. Daarna volgde een uithuisplaatsing die in eerste instantie drie maanden zou duren. Wendy en haar moeder waren het er niet mee eens, maar het was zo besloten. Uiteindelijk heeft ze achttien maanden in de jeugdinstelling gezeten. ‘Een erg moeilijke tijd, vooral de eerste zes maanden waren een hel,’ zegt Wendy. De tijd die hierna kwam heeft ze op een andere plek gezeten en daar heeft ze veel geleerd. Natuurlijk was ze blij toen ze uiteindelijk weer naar huis mocht. Wendy was 18 jaar toen ze zwanger werd. Ze was toen twee maanden getrouwd met haar toenmalige vriend. Ze zijn getrouwd op de islamitische manier, omdat ze vanuit het geloof niet samen mogen wonen. Na vierenhalve maand zwangerschap kon ze zich zelf niet meer aan- en uitkleden, zo zwaar was ze geworden. ‘Ik was 32 kilo aangekomen,’ vertelt ze. Haar moeder moest haar uit- en aan kleden. Haar zoontje is tien dagen te laat geboren. Daarom moest Wendy opgenomen worden in het ziekenhuis. Ze werd ingeleid, maar dit verliep niet voorspoedig en al met al heeft de bevalling drie dagen geduurd. Op 4 februari 2009 is Wendy bevallen van haar zoon Amir. Ze was toen 19 jaar oud. Amir woog 3775 gram en was 52 cm.
wilde hij zijn zoon drie keer in de week zien. Dit vond Wendy te veel: één à twee keer in de week is wel voldoende, vond ze. Hiermee ging haar ex-vriend akkoord. Pas twee maanden na het maken van deze afspraak belde hij weer of hij zijn zoon mocht zien. Hij heeft geen moeite gedaan om hem eerder te kunnen zien. ‘Voor mij hoefde het al eerder niet meer,’ vindt Wendy, ‘maar omdat ik toch wil dat mijn zoon zijn vader kent, heb ik het geprobeerd. Het werkte niet, hij laat vaak niets van zich horen, ik ben er helemaal klaar mee.’
Situatie/relatie Op dit moment heeft Wendy een uitkering en hierdoor volgt ze verplicht het traject Mamma Mia dat Haagse jonge moeders voorbereidt op de arbeidsmarkt. Ze heeft het daar meestal goed naar haar zin en het is voornamelijk gezellig met de andere dames. Dit hoofdtraject is pasgeleden opgestart en zal ongeveer drie maanden gaan duren. Toen Wendy vierenhalve maand zwanger was, is ze weggegaan bij haar vriend. Het ging niet meer, ze hebben nog wel contact gehad, maar hij haalde elke keer weer stomme dingen uit. Na vijf maanden heeft hij Amir gezien en toen
Nadat Wendy bij haar toenmalige vriend is weggegaan, is ze bij haar moeder en stiefvader gaan wonen. Dit was een goede tijdelijke oplossing. Ze wil graag een eigen huisje en daar is ze op dit moment ook mee bezig. Wanneer Amir één jaar is, krijgt ze een urgentieverklaring en zal ze eerder een huis kunnen krijgen. Ze wil graag dat iets dat helemaal van haarzelf is. En doen en laten wat ze zelf wil.
86
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
Zwangerschapstest Toen Wendy last kreeg van pijnlijke borsten, legde haar zus, die toen tijdelijk bij haar woonde, direct de link met zwangerschap. Wendy, haar vriend en haar zus zijn toen naar de apotheek gegaan en Wendy heeft de zwangerschapstest gedaan. ‘Dat was wel erg spannend,’ vertelt Wendy. ‘Ik trilde helemaal en toen bleek dat ik zwanger was, moesten mijn vriend en ik beiden huilen. We vonden het erg leuk. Wel is het vreemd dat hij nu niet zijn verantwoordelijkheid op zich neemt en zijn kind wil zien.’
‘Wel is het vreemd dat hij nu niet zijn verantwoordelijkheid op zich neemt en zijn kind wil zien’
Omgeving Haar moeder was heel erg blij met de zwangerschap van Wendy. Wel kwamen gelijk de
vragen en bedenkingen van: ‘Hoe ga je het doen, hoe ga je dat aanpakken? Het kost erg veel geld.’ Wendy was er niet helemaal uit hoe ze het zou gaan doen, maar ze was ervan overtuigd dat ze het zou gaan redden. ‘Ik heb geen een moment getwijfeld of ik het kindje zou houden,’ zegt ze stellig. Ze houdt van kinderen en ze trekt kinderen ook aan. Op jonge leeftijd zei ze al dat ze op haar 18de een kindje wilde krijgen. Niet wetende dat dit ook daadwerkelijk zou gebeuren. Haar vrienden reageerden goed, ze heeft niet echt intensief contact met ze, eigenlijk alleen af en toe wat sms’en. Wendy is, net als haar vader, moslim. Ze is vrij opgevoed en mocht hier haar eigen keuze in maken. Ze is hiermee op haar eigen manier beziggeweest, heeft zich hierin verdiept en ook een tijdje een hoofddoek gedragen. Ze kwam erachter dat ze dat toch niet wilde en deze draagt ze nu ook niet meer. Haar geloof heeft verder geen invloed gehad op haar zwangerschap of bevalling. Wendy heeft sinds kort een nieuwe vriend van 21. Ze heeft hem gelijk gezegd dat ze een kind heeft, en hij vindt dit geen probleem. Hij houdt van kinderen. ‘Dat is erg fijn,’ vindt Wendy. ‘Hij reageert erg positief.’ Voorzieningen Wendy heeft van het Jeugd Interventie Team (JIT) een tijdje begeleiding gekregen bij haar geldzaken. Ze woonde een tijdje op zichzelf, had toen wat problemen met de financiën en heeft zich toen aangemeld bij het JIT. Die hebben haar goed geholpen. Ze heeft kraamzorg gehad en loopt nu bij het consultatiebureau. Haar moeder heeft haar veel gesteund en doet dit nog steeds. Wendy heeft veel gelezen over kinderen en opvoeding en daarvan veel geleerd. Ze kan dit nu toepassen in de opvoeding. ‘Na de bevalling heeft mijn moeder twee weken voor Amir gezorgd,’ blikt Wendy terug. Zelf was Wendy ingeknipt en had ze een grote wond. ‘Heel mijn lichaam deed pijn, waardoor ik niet voor Amir kon zorgen. De kraamhulp dacht dat ik Amir aan het verstoten was en niets van hem wilde weten. Dat is zo erg om te horen terwijl heel je lichaam pijn doet.
Natuurlijk had ik hem liever zelf verzorgd, maar dit ging niet.’ Opvoeding Met de opvoeding gaat het goed. Wendy heeft geen grote problemen. Wel vind ze het lastig om consequent en streng te zijn. Wanneer Wendy Amir toespreekt omdat hij iets niet mag doen, gaat hij huilen en dat vindt Wendy dan zielig. Of soms gaat hij lachen en dan moet Wendy ook lachen. Dat is wel iets waar ze tegenaan loopt. Impact op je leven ‘Als je moeder wordt, veranderen er natuurlijk dingen in je leven,’ weet Wendy. ‘Dat is logisch, 24 uur per dag ben je verantwoordelijk voor je kind.’ Door wat Wendy in haar leven heeft meegemaakt is ze al redelijk snel volwassen geworden. Nu ze haar zoontje heeft gekregen, is ze volwassener en verantwoordelijker geworden. Ze is rustiger geworden. Wendy was niet echt een staptype, ze ging wel elk weekend uit, maar eigenlijk deed ze dat om iets te doen te hebben. Nu heeft ze daar geen behoefte meer aan. Wel vindt ze het leuk om af en toe iets te beleven, maar dat hoeft niet per se uitgaan te zijn. Een film vindt ze ook erg leuk. Toekomst Wendy wil graag volgend jaar haar eigen huisje hebben. Als Amir wat ouder is, wil ze een BBL-opleiding gaan doen in de jeugdhulpverlening. Ze heeft zelf ervaring in de jeugdhulpverlening die ze zal kunnen gebruiken in haar toekomstige baan. Tips ‘Trek je niets aan van de mensen die negatief over je zijn,’ vindt Wendy. ‘Als je het zelf graag wilt komt het goed! Lees veel over kinderen en opvoeding. Dat helpt je tijdens je zwangerschap en je bevalling en wanneer het kind er is. Ik ben supertrots op Amir en als ik eerlijk mag zeggen ook op mezelf. Ik doe het al tien maanden alleen en het lukt me prima! Ik ben een trotse mama!’
INTERVIEW
87
Lola Abaiy (24) uit Rotterdam heeft een dochter van 5 jaar, genaamd Abigail. Ze wonen in Rotterdam-Zuid. Lola geniet volop van het moederschap. ‘Elke fase van een kind is weer anders en dat is leuk.’
LOLA ABAIY STAAT ER ALLEEN VOOR EN VINDT DAT WEL BEST ZO
INTERVIEW
89
H
aar ouders waren op zijn zachtst gezegd niet blij toen ze hoorden dat Lola Abaiy zwanger was. ‘Ze waren er in het begin fel op tegen,’ vertelt Lola. ‘Ik was natuurlijk jong en niet getrouwd. Vanuit de mijn Eritreeschristelijke cultuur is het niet geoorloofd om ongetrouwd zwanger te zijn.’ Haar moeder steunde haar wel, maar liet dit niet altijd blijken. Ze stond onder druk van haar eigen familie, die zich er grondig mee bemoeide. Lola: ‘Ik ben de oudste in het gezin. Natuurlijk gebeurt het in de omgeving wel vaker dat ongehuwde meisjes zwanger raken, maar nu was het voor mijn ouders ineens heel dichtbij. Hun eigen dochter was zwanger!’ Lola heeft nog nagedacht over abortus, en een afspraak gemaakt bij de Rutgers Nisso Groep, waarna ze vijf dagen bedenktijd had. ‘Maar ik kwam op straat kinderwagens tegen en kon er niet aan denken om abortus te laten plegen. Ik had mijn keuze al gemaakt en daar was niets meer aan te veranderen.’ Haar toenmalige vriend stond daar achter. Situatie en relatie Lola ontdekte na drie maanden dat ze zwanger was. ‘Ik ben onregelmatig ongesteld,’ licht ze toe. ‘Dus ik dacht er verder niet bij na. Ik ging naar de Rutgers Nisso Groep om de pil te halen omdat ik zo onregelmatig ongesteld was. Ik deed voor de zekerheid een zwangerschapstest en toen bleek dat ik zwanger was.’ Dat was wel even schrikken. Lola liep naar buiten in de wetenschap dat ze zwanger was, maar de waarheid drong pas na drie dagen tot haar door. Ze heeft geen last gehad van haar zwangerschap, het verliep allemaal goed. Haar buik begon ook pas later met groeien, eerst was het helemaal niet zichtbaar. De vader van haar kind is 34 jaar. Ze hadden nog wel een relatie toen Lola zwanger was en ze woonden toen ook samen, maar op dat moment ging het al niet meer zo goed. ‘Rondom de geboorte hebben we het nog geprobeerd, maar het ging niet meer,’ vertelt
90
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
Lola. ‘Misschien komt het door het leeftijdsverschil, hij was volwassener.’ De relatie is nu beëindigd. Lola heeft nog wel contact met haar ex. Ze kan haar dochter makkelijk naar hem toebrengen, wanneer zij moet werken of ze iets anders te doen heeft. Haar dochter heeft het goed naar haar zin bij haar vader, ze doen regelmatig leuke dingen. Abigail zit in groep twee en gaat na school naar de naschoolse opvang. Ze gaat niet naar de voorschoolse opvang. ‘Dat is te veel,’ vindt Lola. ‘Ik wil graag mijn eigen dochter naar school brengen, dat wil ik niet missen.’ Omgeving Aanvankelijk was er scepsis bij de ouders, maar toen Abigail er eenmaal was, was iedereen weg van het kind. Regelmatig vragen ze of ze met haar dochtertje een weekend langs komt of een nachtje blijft slapen. Lola’s ouders wonen ook in Rotterdam, dat is lekker dichtbij. Haar vrienden reageerden verschillend, sommigen zijn ook zelf jong moeder, anderen hadden het niet verwacht dat zij jong moeder zou worden. ‘De meeste vrienden waren meegaand en steunend,’ zegt Lola. ‘Ik heb geen negatieve berichten gekregen.’ Een tienermoeder is geen slechte moeder, vindt ze. ‘Sommigen zijn al zelfstandig voordat ze een kind krijgen. Je kunt alles gewoon doen, een studie volgen of gaan werken en je kind kan naar de opvang.’ Voorzieningen Als je er alleen voor staat is het lastig, weet Lola. Daarom is het van groot belang om een netwerk te hebben. ‘Ik heb het geluk dat de vader van mijn dochter aanwezig is en helpt bij de opvoeding. Dat is een stuk makkelijker. Ik krijg veel steun uit mijn omgeving.’ Tijdens de zwangerschap en daarna heeft ze genoeg hulp gekregen. Ze is bevallen in Capelle aan den IJssel en heeft niets negatiefs ervaren. ‘Ik had niet het idee dat ik anders werd behandeld omdat ik jong was.’
Na de bevalling verbleef ze zeven dagen in het Kraamhotel, en dat vond ze fijn. Ze vroeg zich wel af: Kan ik het wel? De verzorgers stelden haar gerust en zeiden dat veel vrouwen erg emotioneel zijn na de bevalling. Later zag ze haar dochtertje liggen en had ze een positief verantwoordelijkheidsgevoel, het gevoel dat het allemaal goed zou komen. Toen haar dochtertje twee was, is Lola ziek geworden. Ze had een te snelle schildklier, waardoor ze snel moe was en elke keer kreeg ze weer andere medicijnen. Ze is toen geopereerd en na haar operatie vond ze dat ze genoeg tijd had verspild en heeft zich toen ingeschreven voor een opleiding. Lola vindt het fijn dat er op school rekening wordt gehouden met haar. Als ze om half negen moet beginnen, mag ze iets later het college in komen. De school van haar dochtertje begint ook half negen.
‘Het gebeurt in de omgeving wel vaker dat ongehuwde meisjes zwanger raken, maar nu was het voor mijn ouders ineens heel dichtbij’ Haar medestudenten weten dat ze pas na acht uur ’s avonds aan haar werk gaat beginnen, dus dat de stukken laat op de avond worden verstuurd. Ze heeft altijd alles op tijd af. Haar moederschap is nooit een probleem geweest op school. ‘Als jonge moeder kan je alles doen wat je wilt,’ vindt ze. ‘Je moet uitvogelen waar je recht op hebt. Het hangt er vanaf hoe je hier zelf in staat, maar het kan allemaal.’ Er is genoeg aanbod en er zijn veel voorzieningen voor tienermoeders, vindt Lola. ‘Maar ze zijn niet effectief. Veel moeders die daar komen hebben schulden of willen niet terug naar school. De instellingen werken langs
elkaar heen. Wanneer er één persoon zou zijn, zou het allemaal beter verlopen. Er zijn te veel trajecten waardoor het langs elkaar heen loopt.’ Opvoeden Lola voedt haar dochter met plezier op. ‘Elke fase van een kind is weer anders en dat is leuk,’ vindt ze. ‘Nu is mijn dochter op een leeftijd dat ik echt iets met haar kan doen en gesprekken met haar kan voeren. Het opvoeden is vanzelf gekomen, in het begin heb ik nog opvoedondersteuning gekregen van het consultatiebureau. Mijn dochtertje wilde toen niet eten, daar heb ik toen tips over gekregen.’ Opvoedproblemen heeft iedereen wel, weet Lola. ‘Elke keer moet je weer een manier vinden.’ Haar devies: Streng blijven met je regels. Meestal weet het kind zelf wel waar de grens ligt. Impact Lola heeft het gevoel dat ze door het moederschap volwassener en verantwoordelijker is geworden. Zelfstandig was ze al, ze woonde vanaf haar 16e al op kamers. Wel heeft ze geleerd meer structuur aan te brengen in haar leven en dat geeft ook meer duidelijkheid en rust voor haar dochter en haarzelf. Voorheen deed ze veel met vriendinnen en was ze eigenlijk elke dag bij hun. Nu is dat veranderd. Ze vindt het fijn dat ze meer structuur heeft in haar leven en is meer met haar toekomst bezig. Toekomst Over tweeënhalf jaar hoopt Lola afgestudeerd te zijn als maatschappelijk werker. Welke richting ze precies op wil is nog niet helemaal duidelijk. ‘Ik kijk wel wanneer ik klaar ben, en wat ik dan leuk vind,’ zegt ze onbezorgd. Soms vraagt ze zich wel af of de buurt waar ze woont wel goed is voor haar dochter. ‘Kan mijn dochter straks wel alleen over straat? Ze neemt nu al veel woorden over van andere kinderen op school en dat zijn niet allemaal nette woorden.’
INTERVIEW
91
De Rotterdamse Burcu Simsek (21) kent haar man (22) al vanaf haar 15de. Zes maanden na de bruiloft was ze zwanger. Na een zeer zwaar kraambed kwam haar zoontje Ali Aras ter wereld met de keizersnede. Na die moeilijke start ging het grootbrengen van Ali Aras van een leien dakje. ‘Mijn zussen hebben ook kinderen en daar heb ik van kunnen leren en mee kunnen oefenen’.
BURCU SIMSEK HAD EEN ZWAAR KRAAMBED, MAAR OPVOEDEN GAAT GEMAKKELIJK
INTERVIEW
93
Verliefd, verloofd, getrouwd De verloving werd geregeld door haar moeder en de ouders van haar man. ‘Ik kende hem al toen ik 15 was,’ zegt Burcu over haar man. ‘Maar in die periode is mijn vader overleden en ik had op dat moment geen interesse in een jongen.’ Later ontmoette ze hem weer via een vriendin en toen vond ze hem eigenlijk wel leuk. Ze bleven contact met elkaar houden, maar een buitenhuwelijkse relatie is voor een meisje niet geoorloofd binnen de islam. Haar moeder was het dan er ook niet mee eens dat Burcu hem zag. Op haar 18e heeft Burcu tegen haar moeder gezegd dat ze van hem hield en hij van haar. Toen zei haar moeder: ‘Ga zijn
‘Dat is anders wanneer ik nog erg jong zou zijn geweest en geen man en vaste relatie had gehad’ moeder maar halen, dan zullen we er over praten.‘ Toen was alles snel in kannen en kruiken. De verloving was geregeld en een paar maanden later, op haar 19e, is Burcu getrouwd met haar man. ‘Het ging ineens snel allemaal,’ zegt ze, terugkijkend. In blijde verwachting Ook het zwanger worden ging vlot. Burcu en haar man wilden het rustig aan doen met kinderen. Samen hadden ze besloten om ongeveer een jaar na hun trouwen aan kinderen beginnen. ‘Maar toen stopte ik met de pil en
94
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
ben ik zes maanden na de bruiloft zwanger geraakt.’ Het was eerder dan ze had verwacht en had gepland, maar het was zeker welkom. Burcu is op haar 20e bevallen van haar zoon Ali Aras, die nu tien maanden oud is. De familie en schoonouders van Burcu waren zeer blij met de komst van een kleinkind. Als het aan haar schoonouders had gelegen, was Burcu direct na haar trouwen zwanger geraakt. Vanuit haar religie waren er geen hindernissen, verklaart Burcu. Ze was immers getrouwd. ‘Dat is anders wanneer ik nog erg jong zou zijn geweest en geen man en vaste relatie had gehad,’ weet ze. ‘Dan wordt het wel een lastiger verhaal.’ Vanuit de islam wordt uitgedragen dat mannen en vrouwen geen seks mogen hebben voor het huwelijk. Abortus wordt ook niet goedgekeurd. Zware bevalling De zwangerschap van Burcu is niet helemaal goed verlopen. Met acht maanden moest ze naar het ziekenhuis, omdat haar bloedplaatjes te laag waren. ‘In het ziekenhuis zeiden ze dat ik mij niet druk hoefde te maken,’ weet Burcu nog. ‘Ook de verloskundige zei dat er niets aan de hand was. Maar ik had veel pijn, alsof de weeën op gang kwamen. Toch had ik geen ontsluiting.’ De volgende dag ging Burcu naar de huisarts omdat ze echt ziek was en niets binnen kon houden. ‘Zelfs een slok water kwam er net zo hard weer uit.’ De huisarts deed er verder niets aan, en Burcu kwam opnieuw in het ziekenhuis terecht. Daar constateerde men dat Burcu vocht te kort had, wat schadelijk kan zijn voor het vruchtwater. Burcu werd
onmiddellijk aan het infuus gelegd. ‘Ik kreeg een speciaal menu, zodat mijn lichaam weer kon wennen aan eten.’ Burcu heeft uiteindelijk één week in het ziekenhuis gelegen. Doordat ze problemen had met haar bloedplaatjes, was ze veel ziek. Hierdoor moest het kindje eerder gehaald worden. Burcu stond voor de keuze: het kindje na 38 weken laten halen of wachten tot de 40e week. Met veertig weken bestond echter het risico dat het kindje of Burcu zou komen te overlijden. Het was te gevaarlijk. Deze keuze is dan snel gemaakt: het gaat immers over leven of dood. Burcu ging naar het ziekenhuis voor de bevalling. Ze werd ondersteund door haar familie. Na acht uur werden de weeën ingeleid. Vijftien uur lang heeft ze weeën gehad, en er was nog steeds niet voldoende ontsluiting. Ze was helemaal op! De ontsluiting werd niet meer groter, dus het werd een keizersnede. Burcu mocht geen ruggenprik in verband met de lage bloedplaatjes. Hierdoor moest ze onder narcose en kon ze de bevalling niet meemaken. Haar man mocht ook niet bij de operatie aanwezig zijn. Hij kon volgens de dokters Burcu niet bijstaan, zij was immers onder narcose. ‘Mij ging het er om dat hij dan de geboorte kon zien,’ verklaart Burcu. ‘We hebben nog een fototoestel meegegeven zodat het medisch team foto’s kon maken, maar dat is jammer genoeg niet gebeurd. Na twee uur zag ik eindelijk mijn kind, maar ik was nog zo moe van de narcose dat ik gelijk weer in slaap viel. Toen ik later zelf helemaal bij was, was het echt fijn om mijn zoontje te zien. Wel erg jammer dat ik het allemaal niet bewust
INTERVIEW
95
mee heb kunnen maken.’ In het ziekenhuis is Burcu goed verzorgd en geholpen. Ze heeft nog vier dagen in het ziekenhuis gelegen en twee weken thuis op bed. Door haar keizersnede kon ze niet uit bed komen. Ze is goed verzorgd door haar schoonmoeder en moeder. ‘Mijn schoonmoeder bracht het eten naar mijn bed,’ vertelt ze. ‘Mijn moeder kwam bijna elke dag langs om ook mijn zoontje te verzorgen. Hier heb ik veel steun aan gehad.’ Woning Burcu is een Rotterdamse van Turkse afkomst. Samen met haar man en zoontje woont Burcu in bij haar schoonouders. Ze hebben de derde verdieping voor zichzelf. In eerste instantie had ze er zelf niet voor gekozen om bij haar schoonouders te gaan wonen, maar haar schoonouders wilden het graag zodat ze voor een eigen huis konden gaan sparen. ‘In de periode dat we trouwden was het moeilijk om een huis te vinden,’ vertelt Burcu. ‘Het was te duur. Wonen bij mijn schoonouders is een goede tijdelijke oplossing. We willen een huis kopen. Op een gegeven moment is het ook fijn om je eigen huis te hebben. Goed voor de toekomst.’ Gevolgen voor het leven Toen haar zoontje drie maanden oud was, begon Burcu toch echt te beseffen dat het haar kind was en dat ze moeder was. ‘Het was in het begin wel even vreemd, dat ik nu zelf een kind heb en moeder ben,’ licht ze toe. ‘Ik ben veel volwassener geworden: waarschijnlijk komt dat doordat je nu meer verantwoordelijkheden hebt. Je moet zorgen voor je kind.
96
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
Dat zorgt ervoor dat je zelfstandig wordt en jezelf kunt redden.’ Na de komst van haar zoon zijn er wel wat dingen veranderd. Zo moet ze eerst haar zoon op bed leggen voordat ze het huis kan schoonmaken. Daarnaast vraagt haar zoon veel aandacht. ‘Soms is het vermoeiend dat hij altijd de aandacht wil,’ vindt Burcu. ‘Als ik met mijn man in gesprek ben, praat hij er doorheen. Ik denk dat dit wel gaat veranderen wanneer hij een broertje of zusje krijgt.’ Burcu sport niet meer, maar wanneer de tweede is geboren en de kinderen naar de peuterspeelzaal kunnen, pakt ze het sporten weer op. ‘Ik ben gewoon veel tijd kwijt met het zorgen en de opvoeding van mijn zoon.’ Werk en de zorg voor een kind Burcu heeft geen problemen met de opvoeding. Het loopt vanzelf en ze krijgt indien nodig hulp van haar schoonouders en moeder. Ze is zelf een van de jongsten in het gezin: ‘Ik heb een broertje onder mij en tien (half)zussen boven mij,’ deelt ze mee. ‘Deze zussen hebben ook kinderen en daar heb ik van kunnen leren en mee kunnen oefenen. Ik heb al veel voorbeelden kunnen zien, waardoor ik al veel te maken heb gehad met kleine kinderen en hoe mijn zussen hun kinderen opvoeden.’ Om half zeven ’s morgens geeft Burcu haar zoontje de fles waarna ze hem weer terug op bed legt. Vervolgens gaat ze naar haar werk en haar schoonouders zorgen dan voor hem. Burcu probeert rond vier uur ’s middags weer thuis te zijn zodat ze zelf voor haar zoontje kan zorgen.
Burcu heeft altijd als managementassistente gewerkt, maar doordat ze minder is gaan werken, is ze nu administratief medewerkster. Ze werkt parttime, zodat ze werk en gezin kan combineren. Liever gaat ze weer als managementassistent aan de slag. Haar man werkt fulltime als industrieschilder. Toekomst ‘In de toekomst willen we graag snel een tweede kind,’ vertelt Burcu, ‘zodat de kinderen met elkaar kunnen opgroeien. Ik zit nu nog in de luiers, dus dan kan je beter even wachten. Ik denk dat we het bij twee kinderen zullen houden. Misschien verandert dat als het tweede kind een jongen is. Dat zien we in de toekomst wel.’
‘Ik ben gewoon veel tijd kwijt met het zorgen en de opvoeding van mijn zoon’ Burcu raadt tieners aan om niet te vroeg te beginnen met kinderen. ‘Je moet minimaal 18 jaar zijn,’ is haar advies. ‘Anders ben je echt te vroeg. Dan heb je geen geld en mogelijkheden om je eigen kind op te voeden. Je bent zelf ook nog een kind. En het is makkelijk als je een vaste relatie hebt, en nog beter wanneer je getrouwd bent, want je hebt de steun en hulp van de vader nodig.’
INTERVIEW
97
Charmaine Tel (23) uit Rotterdam-Prinsenland heeft een dochter, Kysha, van anderhalf jaar. Zij heeft geen relatie meer met de vader van haar dochter, maar hij geeft haar wel veel steun bij de opvoeding. ‘De vader en ik trekken één lijn in de opvoeding. Op sommige punten verschillen we van mening, maar dat accepteren en respecteren we van elkaar.’
CHARMAINE TEL HEEFT EEN ROOSKLEURIG TOEKOMSTBEELD
INTERVIEW
99
C
harmaine Tel is een zelfstandige jonge moeder van bijna 23 jaar. Zij noemt haar dochter Kysha ‘een schat van een kind, lekker brutaal, en echt zó lief.’ Als jonge moeder woont Charmaine met haar dochter in Rotterdam. ‘Ik heb een eigen flatje, twaalf hoog, een mooi uitzicht over de skyline van Rotterdam.’ Op dit moment volgt ze de hbo-opleiding culturele en maatschappelijke vorming aan de Hogeschool InHolland. Ze zit (bewust) niet in een relatie, en schenkt haar volle aandacht aan haar dochter en haar opleiding. Charmaine is van Surinaamse afkomst. Toen ze 20 was, besloten zij en haar toenmalige vriend dat ze klaar waren voor een kindje samen. Ze hadden drie jaar een relatie, en wilden beiden graag een kind. ‘Het ging goed met hem, goed met mij, goed tussen ons, we woonden samen,’ vertelt Charmaine. ‘Toen dacht ik: ik wil heel graag een kind.’ Na zes maanden proberen was het dan eindelijk zover. Charmaine was zwanger. ‘Ik was zo blij, zes maanden wachten, en nu zwanger.’ Delen van het blijde nieuws Toen zij het nieuws telefonisch aan haar moeder vertelde, reageerde die in eerste instantie kortaf. Er kwam een hele korte reactie waarna haar moeder de telefoon op de hoorn smeet. ‘Mijn moeder heeft ons dochters altijd heeft meegegeven dat we eerst de school moesten afmaken, moesten reizen en genieten van ons leven, en dan pas aan kinderen moesten beginnen,’ verklaart Charmaine.
100
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
Gelukkig voor Charmaine draaide haar moeder snel bij. Ze ging tips en adviezen geven en waken over het welzijn van haar zwangere dochter. ‘Nu Kysha er is, is ze de lieveling van de familie en is iedereen dolblij met haar komst,’ vertelt een trotse Charmaine. ‘Ook
‘De zwangerschap betekende voor mij dat ik mijn verantwoordelijkheden ging inzien’ mijn vrienden reageerden goed op het blijde nieuws. Onder hen waren er meerdere die zelf ook jong ouder zijn geworden. Het was voor hen dus geen shock dat hun vriendin, die even oud was als zij, zwanger was. Bij elkaar genomen heb ik erg veel steun gekregen uit mijn omgeving. Vooral van mijn moeder, mijn zussen en van de vader van Kysha. Hij is echt hartstikke blij met zijn dochter, zij is echt zijn alles. Dat is zo mooi om te zien.’ De zwangerschap Na drie maanden zwangerschap zijn Charmaine en haar toenmalige vriend uit elkaar gegaan. ‘Hij kampte op dat moment met persoonlijke problemen,’ onthult Charmaine. ‘Ik kwam tot het inzicht dat het belang van mijn kindje nu bovenaan stond. Daarom heb ik de relatie
beëindigd.’ Zij vervolgt: ‘De zwangerschap betekende voor mij dat ik mijn verantwoordelijkheden ging inzien. Keuzes maken, prioriteiten stellen en ervoor gaan.’ Omdat de vader graag betrokken wilde zijn bij de zwangerschap, bleven Charmaine en haar vriend tijdens de zwangerschap in één huis wonen. Dit tot Charmaines plezier, omdat de vader van haar kind haar erg veel hulp en steun heeft geboden in die tijd. Hij stond klaar voor Charmaine en heeft haar tijdens haar zwangerschap flink verwend. Daardoor heeft zij erg kunnen genieten van haar zwangerschap. De zwangerschap was dan ook een heerlijke tijd voor de jonge moeder. De eerste drie maanden had ze last van misselijkheid en kon ze moeilijk eten, maar los van de zwangerschapskwaaltjes heeft ze erg genoten van het zwanger zijn. De aanwezigheid van de vader van het kind, gepaard aan de manier waarop hij zich opstelde, hebben gezorgd voor een erg relaxte zwangerschap. Nadat het kindje geboren was, is er kraamzorg geweest en ook toen is Charmaine goed behandeld. Het was fijn dat er werd schoongemaakt, dat de afwas werd gedaan en dat de baby in de gaten werd gehouden. Wat voor de jonge moeder ook fijn was, was dat de kraamhulp heeft gezegd dat ze Charmaine verstandig vond voor haar leeftijd. Kersverse moeder De eerste vijf maanden heeft Charmaine alle tijd genomen om er voor haar kindje te zijn.
Pas toen haar dochtertje zes maanden was is ze begonnen met haar opleiding. Ze had toen ook een bijbaan, om wat bij te verdienen. Hier is ze al gauw mee gestopt, omdat ze op die manier te veel weg van huis was. Op de vraag hoe het is om een kind op te voeden, antwoordt Charmaine dat dit soms wel zwaar kan zijn. Haar kleine meid is pittig, brutaal, maar wel heel lief. Consequent blijven, vooral nu in de fase dat Kysha van alles wil uitproberen, is af en toe lastig. Toch doet zij erg haar best om zo consequent mogelijk te blijven en dit gaat haar gelukkig meestal goed af. ‘Wat ik altijd doe is precies vertellen wat er op de dag gebeurt, wie haar ophaalt en naar wie ze dan toe gaat. Zo weet ze of ze die dag papa, mama of oma ziet. Kysha begrijpt dat ook want ze zegt altijd ja als ze het niet erg vindt, of nee als ze het wel vervelend vindt.’ Charmaine past zich bij de opvoeding wel eens aan in het huis van iemand anders. ‘Als ik bijvoorbeeld bij m’n moeder ben, heb ik zoiets van, het is oma d’r huis en als oma zegt dat iets niet mag, dan weet ze dat het ook echt niet mag.’ Charmaine krijgt veel advies van haar moeder bij de opvoeding. Haar moeder deelt veel eigen opvoedtips en ervaringen met haar dochter. Ook met de vader van Kysha wordt er veel overlegd, en er wordt echt één lijn getrokken in de opvoeding. Op sommige punten verschillen ze wel van mening, maar dat ligt ook aan het verschil in de eigen persoonlijkheden. De beide ouders accepteren en respecteren dit van elkaar.
INTERVIEW
101
De vader krijgt niet zo veel steun bij de opvoeding. Hij is zelf met een ‘laat maar waaienhouding’ opgevoed. Zijn oma heeft hem wel meegegeven dat reinheid, rust en regelmaat het belangrijkste zijn in de opvoeding. Dit is hem altijd bijgebleven en hij probeert zijn dochter hier zoveel mogelijk van mee te geven. Charmaine heeft waardering voor de manier waarop hij met zijn dochter omgaat. Kysha is minimaal twee dagen per week bij hem. Zij is alles voor hem en hij doet ontzettend veel voor haar. Kysha is ook ontzettend gek op haar papa en hun band is erg sterk. De ouders hebben er geen last van dat ze zelf nog jong zijn. Charmaine: ‘Als ik ergens tegenaan loop, zijn het dezelfde dingen waar alle ouders tegenaan lopen, ongeacht hun leeftijd.’ Ze weet goed wat ze wil en alle kennis die ze heeft past ze meteen toe in de praktijk. Ze heeft ook erg veel aan de pedagogieklessen vanuit haar opleiding. Die geven haar soms inzicht in bepaalde situaties. Impact op je leven Het krijgen van een kind heeft veel veranderd in het leven van jonge Charmaine. Voordat ze zwanger was, was ze bezig met dansen en wilde ze daar carrière in maken. ‘Nu geef ik dansles en nu kan ik die emoties ook kwijt, en ik zit gewoon op mijn plek. Anders had ik beroemd willen worden met het dansen maar doordat ik Kysha kreeg, besefte ik dat ik echt weer terug naar school wilde. Ik wilde in ieder
102
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
geval een opleiding doen, omdat dit op lange termijn meer perspectief biedt.’ Na deze keus heeft zij zich verdiept in opleidingen, en zo kwam zij terecht bij de opleiding culturele en maatschappelijke vorming (CMV). ‘Als ik niet zwanger was geweest, had ik het niet nodig gevonden om een opleiding te gaan volgen,’ vertelt ze. ‘Dan had ik me nooit verdiept in de mogelijkheden en had ik de opleiding CMV niet gevonden.’ Nu zit ze helemaal op haar plek. Ze loopt twee dagen per week stage bij een instelling waar ze ook dansworkshops geeft. Ze heeft het dansen dus op een andere manier opgepakt en beleeft er nu op een andere manier ontzettend veel plezier aan. Bewuste, jonge vrouw Charmaine heeft niet deelgenomen aan projecten voor jonge ouders. Haar kanttekening hierbij is dat deze vaak geënt zijn op jonge moeders die hun kind niet gepland hadden en die daardoor bepaalde ondersteuning nodig hebben. Zij hoort niet bij deze groep, omdat haar keus heel bewust is geweest. Wat opvalt aan Charmaine is dat ze een jonge, zelfstandige vrouw is die goed weet wat ze wil. ‘Ik ben altijd wel heel zelfstandig geweest en ik heb dit van mijn moeder meegekregen in mijn opvoeding.’ Toen ze op zichzelf ging wonen met haar dochter, waren de eerste paar maanden wel moeilijk, met name het echte alleen zijn. ‘Toen heb ik geleerd wat het was
om zelfstandig te wonen.’ Je bent in een keer in een huis op jezelf en je moet het maar doen met wat je hebt. Inmiddels is ze hier helemaal aan gewend en vindt ze het heerlijk.
‘Als ik ergens tegenaan loop, zijn het dezelfde dingen waar alle ouders tegenaan lopen, ongeacht hun leeftijd’ Als we het hebben over haar vrije tijd, weet Charmaine dat ze nu als moeder inderdaad niet zomaar op kan stappen en een avondje kan gaan zwemmen of met vrienden weg kan. Ze zal altijd eerst een oppas moeten vinden, eer ze iets kan ondernemen. Wel geeft ze aan dat ze gezegend is met de aanwezigheid van de vader van haar kind, en haar moeder. Zij maken het voor haar mogelijk om genoeg tijd voor zichzelf te nemen als dit echt nodig is. Als Kysha opgevangen moet worden, valt dit met de vader of Charmaines moeder en zussen meestal wel te regelen. Ze moet haar activiteiten goed plannen. Dan is verder alles mogelijk. Rooskleurige toekomst Het zwanger worden heeft ervoor gezorgd dat Charmaine haar verantwoordelijkheden is
in gaan zien. Ze kwam tot het inzicht dat ze keuzes moest maken en prioriteiten moest stellen. Hierdoor heeft zij haar koers gewijzigd en is zij in een richting gegaan waarin ze zich nu helemaal thuis voelt. Op de vraag hoe ze haar toekomst ziet, antwoordt Charmaine in één woord: rooskleurig. ‘Heel hard werken, hard aan de weg timmeren, lekker naar school gaan en een diploma binnenslepen.’ Ze hoopt dat ze de steun houdt van haar moeder en van de vader van haar kind. ‘Hun steun maakt dat ik toch nog die carrière kan maken, dat ik toch nog kan bereiken wat ik wil bereiken.’ Charmaine wil op den duur graag een eigen bedrijf en heeft veel ambitie om ver te komen. Ze bezit wilskracht en ze is er zeker van dat deze haar ver gaat brengen. Ze wil er in ieder geval voor zorgen dat haar dochter later trots op haar kan zijn. Charmaine vertelt soms moeite te hebben met het ideaalbeeld dat in de maatschappij heerst; het hoort zo, het moet zo, op die leeftijd moet je studeren, op die leeftijd moet dit, dan dat. Charmaine heeft een dochter, een opleiding, en daarnaast kan ze leuke dingen doen en tijd voor zichzelf nemen wanneer ze hier behoefte aan heeft. Haar zwangerschap was haar keus, net zoals bij elke andere ouder die kiest voor het ouderschap. Dat ze jong is heeft verder geen invloed op haar moederschap. Ze is er voor haar dochtertje en samen met haar gaat Charmaine het maken.
INTERVIEW
103
Athalie van der Terp (22) uit Aalsmeer en haar man Maurice hebben twee kinderen: Lacey van 5 en Jesse van 3. Toen ze vertelde dat ze zwanger was, reageerde iedereen positief, behalve de schoolleiding. ‘Ik mocht het nieuws niet op school vertellen. Ik mocht het derde jaar wel afmaken, maar daarna moest ik van school af.’
ATHALIE VAN DER TERP HEEFT TWEE KINDEREN EN ZOU HAAR GEZIN VOOR GEEN GOUD WILLEN MISSEN
INTERVIEW
105
A
thalie van der Terp werd op haar 16e ongepland zwanger van haar dochtertje Lacey. Zij werd geboren toen Athalie net 17 was. Na viereneenhalve maand zwangerschap is Athalie getrouwd met haar vriend, met wie ze anderhalf jaar een relatie had. Met hem is ze nu inmiddels al acht jaar samen. Anderhalf jaar na de geboorte van Lacey zijn Athalie en haar man in Aalsmeer gaan wonen. Op haar 18e is ze bevallen van haar zoontje. Buikpijn Athalie had last van buikpijn. De dokter dacht in de eerste instantie aan een eierstokontsteking. Ze moest een echo laten maken om dit te laten onderzoeken. Het bleek inderdaad een eierstokontsteking te zijn en hier heeft ze toen antibiotica voor gekregen. Het was een kuur van zeven dagen en na een week was het nog niet over. Athalie zegt: ‘Ik had steken rechts onderin mijn buik, maar ik ging er niet van uit dat ik zwanger was, want mijn menstruatie was gewoon netjes geweest.’ Ze had zelf helemaal niet het idee dat ze zwanger zou kunnen zijn. Omdat de pijn bleef aanhouden, werd voor de zekerheid een zwangerschapstest gedaan. Ze bleek inderdaad zwanger te zijn. ‘Ik moest met spoed naar het ziekenhuis, want vanwege de pijn dachten ze aan een buitenbaarmoederlijke zwangerschap,’ vervolgt Athalie. ‘maar dat viel gelukkig mee.’ De zwangerschap kwam dus als een totale verrassing. ‘Ze hadden een echo gedaan. Wij vroegen de dokter of ik soms zwanger kon zijn en hij antwoordde: Nee, dat kan absoluut niet want dan hadden we het op de echo gezien. Dan ga je er toch vanuit dat je niet zwanger bent.’ Athalie heeft zelf altijd jong kinderen gewild, en ze had ook met haar man afgesproken dat ze aan kinderen zouden beginnen wanneer ze op zichzelf woonden, en Athalie rond de 23 jaar was. Niet heel lang daarna bleek ze zwanger te zijn. ‘Aan de ene kant vond ik het niet erg,’ vertelt Athalie, ‘maar aan de andere kant staat je leven ook wel helemaal op z’n kop natuurlijk.’ Ondanks de schok die ze toch wel had gekregen, stond voor haar meteen al vast dat
106
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
ze het kindje ging houden. Toen haar vriend bij haar kwam heeft ze hem verteld dat ze in verwachting was van hem. ‘Ik heb gezegd Ik hou het kindje, of je nou bij me blijft of niet, dan moet het maar zo en doe ik het alleen. Maar hij wou het ook wel heel graag houden.’ Toen ze samen hadden besloten het kind te houden, is Athalie zich gaan verdiepen in de burgerlijke stand en wat het beste is als je samen een kind hebt. Omdat ze beiden zeker wilden weten dat wanneer een van de twee iets zou overkomen, het kind naar de andere ouder zou gaan, besloten ze om te trouwen. Van school gestuurd Athalie was dus 16 jaar, en zwanger. Ze wist dat ze het moest gaan vertellen, en ze had zelf het idee dat iedereen haar voor gek zou verklaren. ‘In eerste instantie heb ik het aan mijn buurvrouw verteld, want die was de buurtkrant van de wijk,’ vertelt ze. ‘Dus ik dacht: dat komt vanzelf rond, en dat was ook zo.’ Iedereen reageerde daarna heel positief en dit was voor Athalie erg fijn. Familie en vrienden hebben haar allemaal gesteund bij haar keuze. Een uitzondering was de school. De schoolleiding geloofde Athalie niet toen ze meedeelde
‘Het was echt een superbevalling. Die doe ik zo met en bakje koffie en een Mars over’ dat ze zwanger was en wilde dat haar moeder op school zou komen om het te vertellen. ‘Ik had de echofoto’s bij me, maar mijn moeder moest op stel en sprong naar school om te bevestigen dat ik zwanger was. Uiteindelijk geloofden ze het toen.’ Athalie kreeg vanuit school wel de opdracht mee om het nieuws stil te houden. Dit heeft zij een week volgehouden en toen is ze bij de laatste les op vrijdagmiddag voorin de klas gaan staan en heeft ze verteld dat ze zwanger was. ‘Dan hebben ze het hele weekend om er over te kletsen, en dan is er maandag weer
iets heel anders wat veel belangrijker is.’ Daarop volgde een gesprek met de directie en Athalies ouders, en toen is besloten dat Athalie haar derde jaar mocht afmaken, maar dat ze daarna niet meer op de school mocht blijven. Daarna is ze nog wel geholpen door de school. Uiteindelijk is Athalie inderdaad gestopt en is ze zich gaan focussen op haar zwangerschap. Wel heeft ze de ambitie om later nog een opleiding te volgen. Superbevalling Athalies eerste zwangerschap is vrij rustig verlopen. Ook de bevalling ging erg goed. ‘Het was echt een superbevalling. Die doe ik zo met en bakje koffie en een Mars over.’ Haar gynaecoloog heeft haar erg goed behandeld. Hij luisterde goed naar haar, en wanneer zij het nodig had om even langs te gaan, maakte hij tijd voor haar vrij. Deze gynaecoloog had vaker jonge moeders als patiënt gehad, dus hij wist goed hoe hij daarmee moest omgaan. Voor jonge moeders was er ook een verpleegkundigenspreekuur. Daar is Athalie vaak heen geweest als ze vragen had. De hulp van instanties vond Athalie erg slecht geregeld. Omdat ze getrouwd was, kwam ze voor veel dingen niet in aanmerking, omdat die alleen voor alleenstaande jonge moeders geldig waren. Athalies tweede zwangerschap was wel gepland. Zij en haar man wilden sowieso graag een tweede kindje, en ze wilden niet te veel leeftijdsverschil tussen hun kinderen hebben. ‘Ik kreeg toen te horen dat ik het polycesteus ovarium syndroom (pco) heb. Dat houdt in dat je niet elke maand een eisprong hebt. Dus het zou wel een hele tijd kunnen duren voordat ik zwanger zou kunnen worden.’ Athalie begon met proberen zwanger te worden. Ze liep bij de gynaecoloog om medicijnen te krijgen die haar iedere maand een eisprong zouden geven. ‘Daar kreeg ik een echo om te kijken hoe het er allemaal uitzag van binnen. Uiteindelijk maakte de gynaecoloog een echo en toen zei hij: gefeliciteerd. Wij keken elkaar aan van nou fijn, we mogen starten met de behandeling, maar ik bleek dus al zwanger te zijn.’ Athalie kreeg wel te
horen dat het heel pril was, en dat het niet zeker was of alles goed zou gaan. Voor Athalie voelde het goed. Dus ze had er vertrouwen in dat het goed zou komen. Zo is Jesse uiteindelijk ter wereld gekomen. Toen Jesse anderhalf was, kwamen Athalie en haar man erachter dat hij kinderkanker had. De eerste zes maanden werkte Athalie, maar omdat dit op een gegeven moment niet te combineren was met de ziekenhuisbezoeken, is ze gestopt met werken. Bovendien was het een periode van veel spanning en stress, waardoor ze ook wel gewoon toe was aan wat rust voor zichzelf en haar zoontje, zodat ze haar focus hierop kon richten. Gelukkig is Jesse schoonverklaard. Als alles goed blijft gaan, wordt hij over vijf jaar genezenverklaard. Opvoeding Wat betreft de opvoeding is er een verschil tussen Lacey en Jesse. Lacey is van zichzelf vrij makkelijk, maar bij Jesse is het opvoeden soms wel wat zwaarder. Hij heeft ook een hectische tijd achter de rug en dat speelt uiteraard ook een rol. Soms kan hij best driftig zijn en dat is lastig te hanteren. Over het algemeen heeft hij veel aandacht nodig. Athalie is degene die de hoofdregels stelt thuis. Zij is thuis met de kinderen en haar man komt meestal pas ’s avonds thuis van z’n werk. De ouders en schoonouders van Athalie zijn ook een steun. Athalie heeft er weinig last van dat ze een jonge moeder is. In haar vrije tijd voelt Athalie zich niet belemmerd. Ze is van zichzelf iemand die liever thuis op de bank zit dan dat ze uitgaat. ‘Als ik moet kiezen tussen ’s avonds alleen bij m’n ouders thuis op bank zitten, of met mijn man en kinderen in mijn eigen huis, dan heb ik liever het laatste. Als ik opnieuw 16 en zwanger zou zijn, zou ik ook opnieuw kiezen om het kindje te houden.’ Ze heeft geleerd dat ze een vechter is. ‘Ik heb voor mijn kinderen moeten vechten en dat zit nu echt in mij. Eén ding is zeker: ik ben heel erg blij met mijn huidige situatie en ik zou mijn gezin voor geen goud willen missen.’
INTERVIEW
107
Rebecca van Santen is 18 jaar en woont samen met haar vriend Siem in Vrouwenparochie (Friesland). Hun zoontje Sietse is 8 maanden. Rebecca leerde Siem kennen tijdens een stage bij hem op de boerderij. Toen ze een half jaar samen was met Siem raakte ze zwanger, op haar 17e. ‘Mem, we hoeven geen test te doen, het is al zo.’
REBECCA ONTMOETTE SIEM OP DE BOERDERIJ EN WERD ZWANGER VAN HEM
INTERVIEW
109
H
et begon tijdens een stage op de boerderij. Toen Rebecca van Santen als stagiair aan de slag ging op de hofstede van de vader van Siem Hofstra, sloeg de vonk over tussen de twee adolescenten. Een half jaar later was Rebecca zwanger. Siem had zo zijn vermoedens: hij werkte samen met Rebecca en zag dat ze allerlei kwaaltjes had. Hij bood aan om een test op te halen. Toen de test positief was, vroeg Rebecca aan Siem: ‘Die test, klopt die altijd? Want het is positief. Hoe moet dat dan nu?’ Ze waren het er snel over eens dat ze de baby wilden houden. ‘We redden er ons wel mee,’ verwachtte Rebecca. Ouders Rebecca heeft het als eerste aan haar moeder verteld toen ze acht weken zwanger was. Eerder durfde ze het niet te vertellen aan haar moeder, terwijl die normaal heel makkelijk is in dat soort dingen. Op een gegeven moment zei Rebecca: ‘We moeten toch maar even naar de dokter toe want ik heb buikpijn’. Ze dacht dat de dokter wel zou zeggen dat er iets anders aan de hand was, maar hij zei: ‘Misschien heb je wel wat met je darmen of zo. Daar is een pilletje voor.’ Vragende naar de bekende weg suggereerde Rebecca tegen de dokter: ‘Kan het niet wat anders zijn?’ Zijn reactie: ‘Anders moet je maar een test doen’. In de auto terug naar huis zei Rebecca tegen haar moeder: ‘Mem, we hoeven geen test te doen, het is al zo.’ Daar moest Rebecca’s moeder wel om lachen. Dat scheelt weer een test, zei ze. Ze voegde eraan toe: ‘Het is jouw keus en we helpen je allemaal wel.’ De stiefvader van Rebecca, die ze ziet als haar echte vader, vond het moeilijker om ermee om te gaan. Vervolgens is Siem direct naar zijn moeder thuis gegaan om het te vertellen. Zij reageerde heel blij. Nu zijn vader nog. Siem moest het wel vertellen, want bij Rebecca thuis wisten ze het al, en het nieuwtje ging al een
110
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
beetje rond op het dorp. Uiteindelijk heeft ie het in de ochtend aan zijn vader verteld. De man schrok erg. Toen Siem ’s middags terugkwam van zijn werk, feliciteerden zijn broer en zus hem. Ook zijn vader was nu gewend aan het idee. Hij wilde meedenken over de dingen die gedaan moesten worden. Zwangerschap Rebecca was de eerste 25 weken van haar zwangerschap echt beroerd. Dan was ze in de stal aan het werk, waar alles zo sterk ruikt, en moest ze naar buiten rennen om over te geven. Ook had ze last van kuitkrampen. Maar ook voor Siem was het soms zwaar. ‘Rebecca was altijd boos en nooit deed ik iets goed,’ herinnert hij zich. ‘Ik had er ook moeite mee dat Rebecca niets meer kon en toch meewilde met sommige dingen.’ Rebecca: ‘Met mijn dikke buik op de tractor, dat kon echt niet meer, maar ik wou gewoon mee’. Siem vult aan: ‘Er zijn wel tijden geweest dat ik dacht: nu wil ik wel even een week geen gezeur aan mijn hoofd. Maar we hebben het overleefd. Je merkt wel na die negen maanden dat het dan weer voorbij is en dat je weer rustig wordt.’ Bevalling Tijdens een boerenfeest kreeg Rebecca last van buikpijn. ‘Ze zeggen dat je de weeën wel voelt, maar ik wist niet wat weeën waren, natuurlijk. Dus ik belde mijn moeder en die zei: ik zou maar naar huis gaan,’ blikt Rebecca terug. ‘Het was ook al bijna twaalf uur.’ Thuis heeft Rebecca de verloskundige gebeld. Ze had toen al vijf centimeter ontsluiting. Omdat het vruchtwater nog niet was gekomen, gingen ze naar het ziekenhuis. ‘Daar werden de vliezen doorgeprikt en ik moest onder de douche staan,’ weet Rebecca nog. ‘Vervolgens moest ik in bed gaan liggen en de hele nacht wachten. Toen werd Sietse geboren.’
Omdat ze tweeënhalve liter bloed had verloren, kreeg ze een zakje water. Ook werden hechtingen aangebracht. Ze mocht diezelfde dag nog naar huis. ‘Iedereen stond er versteld van. Er viel in één keer zoveel van me af. Binnen een week heb ik dertig kilometer gelopen.’ Voor Siem was de bevalling vooral spannend en vermoeiend. Toen de ontsluiting tien centimeter was, kwam Sietse eraan, en toen voelde Siem zich misselijk. Hij had helemaal niets gegeten die ochtend. Toen het eenmaal zover was, was Siem helemaal gefocust op de bevalling en stond naast Rebecca te schreeuwen: ‘Wij moeten thuis ook koeien kalven. Dan ben ik ook zo kalm. Haal ik het kalf samen met mijn broer eruit en moeten we goed handelen, want anders stikt hij. Dan wil je ook niet dat je wegvalt, dan ben je helemaal scherp.’ Siem weet nog wel dat Rebecca heel vermoeid was en gelijk lag te slapen. ‘Toen heb ik hij de hele tijd met Sietse in mijn armen gezeten. Dat vond ik geweldig!’
‘Met mijn dikke buik op de tractor, dat kon echt niet meer, maar ik wou gewoon mee’ De moeder van Rebecca was er ook bij. Rebecca is bang voor prikken en ze had gehoord dat je allemaal injecties krijgt. ‘Er was er ook een halverwege,’ weet Rebecca nog, ‘zodat ik de weeën niet meer voelde in mijn been. Ik was gewoon stoned, lag te lachen. Tot 7,5 centimeter, toen was de pret weer over’. Rebecca heeft zich goed gehouden, zeiden de dokters ook. ‘Heel veel moeders doen het niet en schreeuwen de hele boel bij elkaar,’ zegt ze. ‘Toen ik die kleine op mijn buik kreeg, was dat was wel mooi, maar ik was ook echt verrot.’
Vrienden De vrienden van Siem en Rebecca vonden de zwangerschap allemaal wel leuk. Eén vriend van Siem was erg geschrokken. ‘Ik had het gevoel dat hij er meer mee zat dan ik,’ veronderstelt Siem. ‘Het is niet zo dat ik vrienden ben kwijtgeraakt. Het is wel anders geworden. Vroeger belden ze je op om te vragen of je mee op stap ging. Nu denken ze: laat die jongen maar, die heeft wel wat anders aan zijn hoofd en als hij wil komen, dan belt hij zelf wel.’ De vrienden kunnen maar moeilijk wennen aan Siem als vader. Dat vindt Siem ook wel logisch. ‘Wij kunnen ook niet meer echt meedoen,’ legt hij uit. ‘Je moet zuinig aan doen met je geld, het kost allemaal al genoeg. Zíj gaan dansen en swingen. Je voelt je ook niet meer gelijk. Het is een andere verantwoordelijkheid. Zij hebben gewoon een vrij leven. Wij niet meer.’ Siem vindt het moeilijk dat hij al die vrije dingen heeft moeten opgeven. Hij was gewend zijn eigen gang te kunnen gaan. Was met zijn conditie bezig en fanatiek aan het fitnessen. ‘Dat is er tot voor kort helemaal bij ingeschoten,’ zegt Siem. ‘Dat was allemaal weg.’ Inmiddels fitnesst hij weer en gaat ook wel weer uit. Rebecca vult aan: ‘Ons hele leven staat op z’n kop. Het was vroeger lekker makkelijk, we hadden helemaal geen stress. Nu moeten we overal over nadenken, een oppas regelen. Dat is soms wel zwaar, maar een week later gaat het toch weer makkelijk.’ Korte nachten, lange dagen Het komt voor dat Sietse een hele nacht niet slaapt. Rebecca en Siem zijn dan kapot. Rebecca zegt: ‘Dan wil je echt niet meer, maar dan haal je hem ’s ochtends uit zijn bed en kijkt hij je lachend aan en dan ben je het vergeten’. Vooral als Siem heeft gewerkt en Rebecca met het eten bezig is, dan hakken de
INTERVIEW
111
korte nachten er flink in. Dan is Siem kapot. Hij wil eigenlijk even helemaal niets, maar hij moet gewoon. Inwonen: voor- en nadelen Siem en Rebecca wonen op de boerderij, bij de vader van Siem. Siems ouders zijn gescheiden, zijn moeder woont ergens anders. Het jonge stel wil zo snel mogelijk op zichzelf. Al die kinderdingen in het huis, dat vindt de vader van Siem wel moeilijk. Aan de andere kant is het financiële voordeel van thuiswonen mooi meegenomen. Siems vader koopt wel eens voeding en Pampers. Ook de auto hebben ze in wezen van hem gekregen, om wat meer mobiel te zijn. Ook wil zijn vader wel oppassen, dat is geen probleem. Over de opvoeding hebben ze soms stevige conflicten met de vader van Siem. ‘Dat botst nogal,’ vindt Rebecca. ‘Bijvoorbeeld als Sietse ligt te huilen, dan wil ik hem oppakken en dan zegt Siems vader: laat hem maar even huilen, dat kan wel. Ik wil het dan op mijn manier doen.’ Elke week ontploffen Rebecca en haar schoonvader wel, wat niet goed is voor de sfeer. Huizen zijn er genoeg in Friesland. Siem moet eerst een vaste baan zien te vinden. Pas dan kunnen ze op zichzelf gaan wonen. Siem werkt nu vijftien uur per week voor een uitzendbureau. Dan zorgt hij dat hij ’s middags thuis is, vervolgens gaat hij werken bij de boer. Siem heeft nog geprobeerd om meer uren te krijgen, maar dat is niet gelukt. Het is gewoon een slechte tijd nu. Hij heeft zich ingeschreven bij een uitzendbureau voor transport en logistiek. Dat probeert hem nu ook aan het werk te krijgen. Dat is afwachten. Het is niet zo dat hij chauffeur wil worden voor het leven, maar het lijkt hem echt een uitdaging. Als ze straks samen een huisje hebben, wil Rebecca ook een opleiding doen. Hiervóór
112
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
heeft ze niveau 2 gedaan in de veehouderij. ‘Dat werk kon ik niet meer doen, met een dikke buik bij al die boeren,’ vertelt ze. ‘Dus daar ben ik tussenuit. Op de boerderij werken, dat vind ik altijd wel leuk. Of in een winkel. Dat ligt nog open.’ Geloof Bij Siem thuis zijn ze niet streng gelovig, maar ze bidden wel voor het eten en ze lezen ook een stukje uit de Bijbel. ‘Het geloof maakt je een goed mens,’ stelt hij. Siem ziet graag dat Sietse later naar een christelijke basisschool gaat. ‘Ze krijgen daar een stukje structuur mee,’ meent Siem. ‘Ik heb zelf ook op die school gezeten. Het is een mooie aanvulling op de les en geschiedenis.’ Ze weten nog niet of ze Sietse gaan dopen. ‘Siems ouders willen dat graag,’ vertelt Rebecca. ‘We denken er nog over na. Waarschijnlijk gaan we het niet doen. Zelf ben ik namelijk niet christelijk opgevoed. We laten hem straks zelf wel kiezen.’ FIOM Siem en Rebecca hebben meegedaan aan projecten voor jonge moeders bij FIOM in Leeuwarden. Toen Rebecca tien weken zwanger was, heeft ze zich aangemeld. ‘We gingen om de twee weken op gesprek en dat heeft ons goed geholpen,’ vertelt Rebecca. ‘We praatten over wat ons te wachten stond en wat we allemaal konden aanvragen. Financieel hielpen ze ook. En ze benadrukten dat we goed met elkaar moesten praten over hoe het ging en waar we tegen aanliepen.’ Siem zit bij de vadergroep, elke donderdagavond in Leeuwarden. Hij werd daarop gewezen bij het eerste bezoek aan FIOM. ‘Ik heb er over nagedacht, ze gingen toen chinezen,’ blikt Siem terug. ‘Dus ik heb meegegeten, kon ik gelijk zien of het wat voor me was. Het was best leuk.’
Ze hadden het over onderwerpen als omgaan met je schoonouders. Siem: ‘Je hoort de ervaringen van anderen, hoe die ermee omgaan. Dan zit je in het zelfde schuitje. Dat heb je met vrienden niet. Er is ook een afspraak dat de dingen die zijn besproken in de groep blijven. Er komen ook dingen op tafel, waar je echt mee kunt zitten. Dingen die hartstikke klote zijn. Dat heb ik ook met dingen en dat kan ik beter daar vertellen dan ergens anders.’
‘Soms wil je echt niet meer, maar dan haal je hem uit zijn bed en kijkt hij je lachend aan, dan ben je het vergeten’ Rebecca had geen zin in de jonge moedergroep. Ze had toen haar rijbewijs nog niet en dan moest ze helemaal naar de stad toe met het openbaar vervoer. Rebecca heeft ook vriendinnen met een baby, dus met hen kan ze praten. Tip Aan jonge ouders wil Rebecca meegeven: ‘Het gaat zoals het gaat. Ik dacht eerst ook hoe moet dat nu? Maar ik doe het nu ook. Je redt je wel met een kind, dat heeft iedere ouder gedaan. Je hebt geen hulp nodig van iemand die zegt dat je het zus of zo moet doen.’ Siem vult aan dat je elkaar vooral moet vertrouwen. ‘Alles goed met elkaar bepraten, elkaar laten merken hoe je het hebben wilt of niet. Elkaar ook alles gunnen, het is heel moeilijk in het begin. Ik vind dat wij het getroffen hebben!’
INTERVIEW
113
Sharon dos Santos (22 jaar) uit Vlaardingen kreeg op haar 17e haar dochter Ashley. Twee jaar later volgde haar zoontje Fabiano en nu is Sharon zwanger van haar derde kind. De reacties op de zwangerschappen waren niet allemaal positief. ‘In eerste instantie kreeg ik iedereen over me heen, maar toen ik bevallen was, was iedereen meteen gek op Ashley.’
SHARON DOS SANTOS WERD DOOR HET MOEDERSCHAP RUSTIGER EN VOLWASSENER
‘Streamer’
INTERVIEW
115
Brood
T
oen Sharon dos Santos voor het eerst ontdekte dat ze zwanger was, was ze gechoqueerd. Ze heeft het haar ouders pas verteld toen ze zes maanden zwanger was. Sharon woonde toen bij haar vader. Ze heeft haar vriend gevraagd of hij het nieuws wilde vertellen aan haar vader. ‘Ik ben toen bij de ouders van mijn vriend ingetrokken en mijn vriend heeft inderdaad aan mijn vader verteld dat we samen een kindje verwachtten.’ Die mededeling zorgde voor veel commotie. ‘In eerste instantie kreeg ik iedereen over me heen. Toen ik drie maanden later werkelijk bevallen was, was iedereen meteen gek op Ashley. ‘ Na de komst van Ashley is Sharon getrouwd met de vader van haar dochter. Toen Sharon 19 was, besloten ze dat ze een tweede kind wilden. Aan het eind van haar tweede zwangerschap kwam Sharon tot de conclusie dat ze niet meer samen met haar man verder kon en wilde. Dit heeft geleid tot een scheiding. Inmiddels heeft ze al anderhalf jaar een andere vriend en van hem is ze op dit moment in verwachting. Dit wordt haar derde kindje. Sharon is van Kaapverdiaanse afkomst. Ze zit op dit moment op de Hogeschool Rotterdam en volgt een studie vastgoed & makelaardij. ‘Op de Hogeschool worden studerende moeders erg gestimuleerd,’ vertelt ze. ‘De decaan ondersteunt me waar nodig’. De Hogeschool bekijkt samen met haar hoe ze haar bevalling kan inpassen in haar studie. Sharon is in mei 2010 uitgerekend, en haar tentamens vinden plaats in april en juni. Als alles goed gaat met de bevalling, zou ze de tentamens in principe moeten kunnen doen. Een derde kindje Sharon heeft anderhalf jaar een nieuwe relatie. De band tussen haar twee kinderen
116
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
en haar vriend is erg sterk. Hij vervult op dit moment de rol van vaderfiguur. Het krijgen van een derde kind was geen bewuste keus. ‘Mij bekroop een dubbel gevoel. Ik ben net begonnen met een HBO-opleiding’, vertelt ze, ‘en op de eerste schooldag kwam ik erachter dat ik voor de derde keer zwanger was’. Sharon en haar vriend wisten eerst niet hoe ze dit zouden aanpakken. Sharon is principieel tegen abortus, dus dat was voor haar sowieso geen oplossing. Daarmee was eigenlijk al besloten dat er inderdaad een derde kind zou komen. ‘Ik ben toen een week niet naar school geweest omdat ik niet wist wat ik moest doen,’ zegt ze. ‘Ik ben met de decaan gaan praten over mijn situatie en gezamenlijk zijn wij eruit gekomen dat ik gewoon kon
‘Ik ben toen een week niet naar school geweest omdat ik niet wist wat ik moest doen’ blijven studeren, ook wanneer ik het kind zou houden. Ik ben vanuit de Hogeschool erg gestimuleerd om te blijven studeren’. De vader van Ashley en Fabiano is niet meer in beeld in het gezin, en dat vindt Sharon jammer. ‘Ik ben zelf kind van gescheiden ouders, dus ik weet hoe belangrijk het is dat kinderen contact blijven houden met hun vader, ook al wonen ze niet meer met hem samen. Helaas komt er vanuit hem geen initiatief. Hij woont in het buitenland en heeft weinig van de kinderen gezien. Ik heb nog wel goed contact met zijn ouders, die mij altijd hebben gesteund, en ook de kinderen komen gewoon bij opa en oma’.
Woning In het begin van haar eerste zwangerschap heeft Sharon er niet echt bij stilgestaan wat zij en haar vriend gingen doen. Pas nadat haar vader op de hoogte was, zijn ze op zoek gegaan naar een kamer. Via het Jongeren Informatie Punt (JIP) heeft Sharon meteen een kamer kunnen vinden. Ongeveer een jaar later is ze verhuisd naar een woning in Rotterdam. Haar leven stond toen aardig op de rails. ‘Tijdens de eerste zwangerschap ging het nog heel erg goed tussen mij en mijn man. Hij werkte twintig uur per week om mij te onderhouden en hij deed alles voor mij en Ashley.’ Toen Sharon een relatie kreeg met haar huidige vriend, stond hij vrijwel meteen open voor haar twee kinderen. ‘Toen hij erachter kwam dat ik van hem in verwachting was, was hij in eerste instantie in shock,’ vertelt ze. ‘Toen hij eenmaal de echofoto had gezien, was hij helemaal in de wolken’. Omgeving De reacties die Sharon kreeg waren bij alle drie de zwangerschappen niet geheel positief. Iedereen wilde weten of ze zeker wist waar ze mee bezig was, of het nu wel zo handig was in combinatie met school, etcetera. Sharon zegt dat ze veel vrienden is kwijtgeraakt na het krijgen van haar kinderen. ‘Ik kan nu niet meer elk weekend gaan stappen en daardoor is een aantal vrienden afgehaakt,’ licht ze toe. ‘Ik leef met mijn kinderen en doe de dingen die daaromheen passen’. Ze doet veel dingen met haar kinderen. Zo is ze bijvoorbeeld op vakantie geweest met haar twee kinderen en daar heeft ze het ontzettend naar haar zin gehad. Sharon vindt het fijn om vrienden te hebben die zelf ook kinderen hebben. ‘Zij begrijpen hoe het gaat met
‘Streamer’
kinderen, en veroordelen je er niet om als je bijvoorbeeld niet mee kunt omdat je kind ziek is. Daarnaast is het fijn om ervaringen te delen’. Sharon heeft weinig steun van haar familie gekregen. De opvoeding Het grootbrengen van de kinderen is soms lastig, vindt Sharon, vooral in fases waarin het kind de eigen wil sterk ontwikkelt. ‘Het belangrijkste is dat je grenzen stelt en dat je consequent blijft,’ vindt ze. ‘De opvoeding van het tweede kind verliep automatisch makkelijker dan van het eerste kind. Kinderen leren veel van elkaar en als de jongste ziet dat de oudste iets niet mag, dan weet die ook meteen dat iets niet mag.’ Voor ondersteuning bij de opvoeding belt Sharon meestal haar moeder om te overleggen hoe zíj iets zou aanpakken. In het verleden heeft ze ook veel steun gehad van het consultatiebureau. Daar heeft ze een soort training gehad over hoe je bepaalde situaties kunt aanpakken. Invloed op je leven Sharon zegt dat haar leven eigenlijk veel gezelliger is geworden. ‘Je hebt altijd iemand om je heen en de liefde van je kinderen is onvoorwaardelijk,’ vertelt ze. ‘Ik heb ook ervaren hoe het is om vrienden kwijt te raken. Daarom hecht ik zoveel waarde aan mijn gezin’. Het krijgen van kinderen heeft Sharon wel zelfstandiger gemaakt. Ze moet nu alles zelf van begin tot eind organiseren. Voorheen werd er veel voor haar gedaan. Sharon beschrijft zichzelf als rustiger sinds ze moeder is geworden. Dit heeft ook te maken met het feit dat ze volwassener is geworden.
INTERVIEW
117
VERSLAG VAN DE EXPERTMEETING NIET GEPLAND TOCH GEWENST OP 4 DECEMBER 2009 IN HET BIBLIOTHEEK THEATER IN ROTTERDAM TEKST PETER LOUWERSE
Een netwerk is cruciaal voor de jonge moeder 118
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
Hoe is het aanbod van hulpverlening aan tienermoeders? En sluit dat aanbod aan op de behoeftes van jonge moeders? Dat waren op 4 december 2009 in het Bibliotheek Theater in Rotterdam de centrale vragen tijdens de expertmeeting Niet Gepland Toch Gewenst, georganiseerd door bureau Me & Society en Platform Buitenlanders Rijnmond. De bijeenkomst zorgde voor een levendige discussie tussen professionals en tienermoeders.
Jongens met problemen krijgen volop aandacht van de overheid, van de hulpverleners, van de wetenschap, van de media. Prima, maar hoe zit het de meisjes? Die verdienen ook onze aandacht. Met die hartekreet gaf Tweede Kamerlid Samira Bouchibti (PvdA) de aanzet tot de discussie over het hulpverleningsaanbod voor jonge moeders. ‘Jongens laten van zich horen,’ meent Bouchibti. ‘Als ze onvrede hebben, zorgen ze voor overlast. Ze externaliseren hun problemen. Maar het kan toch niet zo zijn dat meiden met problemen daarom minder aandacht krijgen? Die internaliseren hun problemen. Ze verminken zichzelf, hongeren zich uit of gaan juist heel veel eten. Zorg dat ze weerbaarheidtrainingen kunnen krijgen! Geef ook de meisjes een stem.’ Dat het aantal tienermoeders gestaag afneemt, mag niet tot de conclusie leiden dat het dus beter gaat met de jonge moeders. ‘Natuurlijk is er veel hulpverlening die aansluit. Dat is heel goed,’ meent Bouchibti, die in het parlement verantwoordelijk is voor de woordvoering op het terrein van homo-emancipatie, jeugd en gezin. ‘Maar de beeldvorming is niet goed. Er is ook armoede, er is ellende. Ik propageer dus niet het tienermoederschap. Maar als je jong moeder of vader wordt, is het belangrijk dat de overheid iets voor je doet.’ Bouchibti roept de hulpverleners op om beter te gaan samenwerken. Ze noemt de woningcorporaties, de sociale diensten, de kinderopvang en de voorschoolse opvang. ‘ We moeten een web om de jonge moeders
organiseren. We moeten ze absoluut niet afhankelijk maken of in hun huis verstoppen. Stimuleer dat ze hun opleiding afmaken, dat ze aan de slag gaan.’
BOODSCHAP AAN DEN HAAG De parlementariër riep de aanwezigen op een boodschap aan ‘Den Haag’ te formuleren. ‘Inventariseer waar behoefte aan is. Ik begrijp dat er een boekje wordt gemaakt over de jonge moeders. Ik zal me er hard voor maken dat dit boekje wordt aangeboden aan minister Rouvoet van Jeugd en Gezin. Dan komt er automatisch een reactie van de minister.’ Na een vraag uit de zaal ging Bouchibti in op de relatie tussen de islam en seksualiteit. ‘Het is een gevecht,’ meent de PvdAparlementariër. ‘Seks is een taboe in de islam, je mag het er niet over hebben. We kunnen met zijn allen wel zeggen Dat mag niet, dat is haram, maar we moeten erover praten. Kijk alleen al naar het grote aantal abortussen bij allochtone meisjes.’ Onlangs was Bouchibti op een vmbo-school waar een gespreksmiddag over seksualiteit werd georganiseerd. ‘Alleen voor meisjes, anders wordt het gegiechel, en dan durft niemand iets te zeggen.’ Ze verbaasde zich erover dat veel meiden nog zo weinig weten van seksualiteit, voortplanting en anticonceptie. De PvdA maakt zich sterk voor goede hulpverlening aan jonge moeders, benadrukte Samira Bouchibti. ‘Georganiseerde hulp, geen sollicitatieplicht, wel leerplicht,’ vatte zij het PvdA-standpunt samen.
EXPERTMEETING
119
HANNAH EN CHARMAINE De opdracht van de inleidster aan de deelnemers aan de expertmeeting was duidelijk: vertel het parlement op welke punten de hulpverlening aan jonge moeders verbeterd moet worden. Na presentaties door theatermaker Karlo Sevredija en interviewers Joyce Knijnenburg en Khadija ElHajri van DaalAdvies kwamen twee echte ervaringsdeskundigen aan het woord: de jonge moeders Hannah van der Weg en Charmaine Tel. Hannah (17) vertelde: ‘Nog geen twee jaar geleden was ik een tiener, en nu ben ik een jonge moeder. Je komt ineens in een andere wereld terecht. Je moet de knop omdraaien.’ Het grootste probleem waarmee zij te kampen had was de gebrekkige kennis van de regels bij instanties. ‘Ze weten niet waar je recht op hebt,’ is haar ervaring. Charmaine (23) vertelde dat haar moeder
haar nog zo op het hart had gedrukt: ‘ Word niet moeder voor je 28e. Ga studeren, de wereld ontdekken.’ Het liep anders bij Charmaine: ze werd moeder op haar 20e. Net als Hannah constateert ze dat instanties onvoldoende op de hoogte zijn van de rechten van jonge moeders. Als voorbeelden geeft ze de gebrekkige kennis bij de gemeente omtrent erkenning en voogdij. Ook het aanvragen van een babypakket en inrichtingskosten kostte nodeloos veel tijd en moeite, meent ze. Charmaine en Hannah hebben als tip voor professionals: Vertel jonge moeders waar ze recht op hebben. Hun advies aan jonge moeders is: Vaar je eigen koers, en laat je niet beïnvloeden door de reacties van buitenaf. Opvallend was verder dat beide meiden veel steun hebben gehad van hun familie. Zonder die steun was het een stuk lastiger geweest, daar zijn Hannah en Charmaine het over eens.
SUCCES DANKZIJ NETWERK Die laatste opmerking was het startpunt van de discussie in het panel van professionals, bestaande uit Seaske Verbeek, voorzitter van het Tienermoedernetwerk Rotterdam, Barbara van Keulen van de stichting Mara, staffunctionaris Bep Manders van FIOM en Karlo Sevredija die vanuit Smash It Up ervaring heeft met empowerment van
‘Waar het netwerk ontbreekt, moeten wij dat als hulpverleners aanbrengen’ BEP MANDERS, FIOM
120
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
‘Organisaties doen een stukje van de hulpverlening, maar hebben geen zicht op het geheel’ ERNIE VAN DER WEG, MOEDER VAN TIENERMOEDER
tienermoeders, onder meer door theater en film. Het panel werd gecompleteerd door Hannah van der Weg en Charmaine Tel. Ze gingen met elkaar en met de zaal in gesprek onder leiding van dagvoorzitter Glenny Sijlbing. Volgens Bep Manders (FIOM) is het inderdaad cruciaal dat jonge moeders worden opgevangen door een netwerk. Ze wees erop dat FIOM moedernetwerken organiseert in steden en dorpen. Vanuit de zaal beaamde teamleider Judith Haazen (Valkenhorst Breda) dat succes alleen mogelijk is dankzij een netwerk. ‘Als de ouders er niets van willen weten, wordt het heel moeilijk. Daarom praten wij met de ouders. Later worden ze vaak toch nog een trotse opa en oma.’ En Bianca van Keulen vindt: ‘Een netwerk is cruciaal.’ Alle professionals waren het erover eens dat het niet alleen gaat om meer subsidies. Seaske Verbeek: ‘ We moeten niet alles op het geld gooien.’ Bep Manders: ‘ We moeten over meer dingen praten dan alleen meer bedden voor de meiden.’ De professionals gaven de tienermoeders een compliment omdat ze de vinger op een aantal zere plekken hebben gelegd. ‘Goed dat jullie ons vertellen dat je niet krijgt waar je recht op hebt,’ kregen Hannah en Charmaine te horen. Bep Manders vertelde dat ze namens FIOM gemeenten bezoekt om de samenwerking tussen hulpverlenende
instanties te bevorderen. Het deed Hannah en Charmaine zichtbaar goed dat er naar hun verlangens werd geluisterd.
DE ROL VAN VADERS Tijdens de expertmeeting werd ook uitvoerig ingegaan op de rol van de jonge vaders. Zij kunnen immers ook deel uitmaken van het ondersteunende netwerk van de tienermoeders, maar vaak laten ze het afweten. ‘Mannen moeten zich meer gaan inspannen,’ vond Karlo Sevredija. Bij Valkenhorst is het betrekken van mannen een speerpunt, legde Judith Haazen uit. ‘Die vaders zijn we te veel uit het oog verloren. Ze zijn welkom in de groep jonge moeders. Als je ze vraagt, komen ze. Maar je moet ze wel vragen. Ze moeten zich welkom voelen.’ Waarop Hannah van der Weg opmerkte dat niet alle opvanghuizen zo gastvrij zijn voor jonge vaders.
EXPERTMEETING
121
‘Veel organisaties bereiken de politiek en de tienermoeders niet’ JONGE VADER JOACHIM DEN HERTOG
ook een tip voor de professionals: ‘ Waarom krijgen jonge vaders geen informatiepakket? En laat ze hun ervaringen delen.’ Professional Seaske Verbeek stak namens het veld ook de hand in eigen boezem. ‘De hulpverlening is te vrouwelijk, we moeten ons aanbod naar de mannen vertalen.’ Ze ondersteunt Joachims idee voor een informatiepakket voor vaders van harte.
KRITISCHE NOOT Ook FIOM betrekt de vaders erbij, benadrukte Bep Manders. ‘Maar ze zijn lastiger te bereiken, wat niet zo gek is want de meiden hebben het kind.’ Soms weten de jongens zich geen raad met de situatie, soms houden de jonge moeders de verwekkers op afstand. In de zaal deed een tienermoeder een boekje open over de vader van haar kind. ‘Hij wil zijn rechten wel, maar accepteert zijn plichten niet,’ was haar kritiek. ‘Hij geeft gemakkelijk grote cadeaus maar ondersteunt mij verder niet.’ Het zou voor deze moeder een hele uitkomst zijn als de hulpverlening zich daarmee bemoeide. ‘Ik heb helemaal geen zin om me bezig te houden met deze ex.’ Er zijn ook vaders die hun verantwoordelijkheid wel nemen, zoals Joachim den Hertog die samen met zijn vriendin Kaleigh in de zaal zat. Hij vertelde dat hij veel geleerd heeft van zijn schoonvader en dat het vaderschap hem op het lijf geschreven is. Hij had
122
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
Er was ook een kritische noot, afkomstig van hulpverleenster Francien Schoemakers uit de Rotterdamse wijk IJsselmonde. Zij werkt dagelijks met tienermoeders en vroeg zich af waarom er niet meer aandacht was voor de bekende problemen van de tienermoederhulpverlening en de bijpassende oplossingen. Haar advies: bundel de kennis van alle deskundigen en zet de knelpunten op een rij. In lijn met die opmerking constateerde een aantal professionals dat de positieve verhalen van Hannah van der Weg en Charmaine Tel niet representatief zijn voor de groep jonge moeders als geheel. ‘ We mogen de problemen van andere jonge moeders niet uit het oog verliezen,’ vindt Schoemakers. Hulpverleners wezen op schulden, verslavingsproblemen, huisuitzettingen en zwerfmeiden. Organisator Mahmoud Chavoushi van Me & Society benadrukte dat de problemen niet weggemoffeld mogen worden. In de
twintig interviews in het boek Niet Gepland Toch Gewenst is daarvoor ook ruimschoots aandacht. ‘Maar we moeten niet alleen de probleemverhalen vertellen, maar ook succesverhalen,’ stelde Chavoushi. ‘Zodat wij daarvan kunnen leren.’ Het meest opmerkelijke advies kwam van Karlo Sevredija: ‘Doe alles met warmte, liefde humor en uitdaging.’ Eenvoudig weergegeven, maar voor velen moeilijk in de praktijk te brengen.
SUCCESVERHAAL De expertmeeting maakte na afloop een grote variatie aan meningen en impressies los. Voor Bep Manders (FIOM) was de belangrijkste conclusie dat jonge moeders vanuit hun eigen netwerk krachtig kunnen functioneren. ‘ Waar dat netwerk bestaat, moeten we het ondersteunen. Waar het ontbreekt, moeten wij als hulpverleners dat netwerk aanbrengen.’ Op Judith Haazen (Valkenhorst) had het verhaal van de jonge vader Joachim den Hertog de meeste indruk gemaakt. ‘Zijn schoonvader heeft hem geadviseerd en hij heeft daar veel aan gehad. Een echt succesverhaal.’ Joachim den Hertog zelf had een andere observatie gedaan. ‘Er zijn veel organisaties die iets willen doen, maar vaak bereiken ze de politiek en de tienermoeders niet.’ Het was Brambha Sheombarsing (Jongeren-
werk LinC Capelle aan den IJssel) opgevallen dat er zoveel succesverhalen zijn. ‘En dat er veel instellingen zijn die hard werken. Maar laten wij de groep die de meeste aandacht nodig heeft, niet vergeten.’ Tenslotte de mening van Ernie van der Weg, moeder van tienermoeder Hannah van der Weg. Ze maakt als ambtenaar van de gemeente Rotterdam deel uit van de Regiegroep Jonge Moeders. ‘Ik heb zelf nota bene cursussen ontwikkeld voor jonge moeders,’ vertelt ze. ‘Dus toen mijn eigen dochter thuiskwam met de mededeling dat ze zwanger was, was dat wel even slikken.’ Volgens Ernie van der Weg zijn de problemen van de jonge moeders universeel. ‘Dan moeten er toch ook universele oplossingen zijn.’ Haar meest opvallende bevinding: ‘Heel veel organisaties richten zich op een stukje van de hulpverlening, maar niemand heeft zicht op het geheel.’
‘Een echt succesverhaal van Joachim’ JUDITH HAAZEN, VALKENHORST
EXPERTMEETING
123
EPILOOG TEKST PETER LOUWERSE
Succesverhalen als inspirerend voorbeeld ‘Ik ben een vechter’ zegt de jonge moeder Athalie van der Terp in het interviewgedeelte van dit boek. Die vechtersmentaliteit ontdekte ze pas echt bij zichzelf toen ze moeder werd. ‘Ik heb voor mijn kinderen moeten vechten en dat zit nu echt in mij,’ is haar verklaring. De uitspraak is illustratief voor de worsteling die elke jonge moeder moet doorstaan. Worsteling? Ja, want het tienermoederschap is zwaar. De twintig succesverhalen uit de interviews kunnen niet verhullen dat tienermoeders zeer vele obstakels moeten overwinnen. We vatten die belemmeringen hier samen:
124
NIET GEPLAND TOCH GEWENST
• Sommige ouders keren zich van hun zwangere dochter af. • Tienermoeders kunnen soms geen kinderopvang krijgen. • Er is een tekort in de residentiële opvang. • De doorstroming van het opvanghuis naar eigen huisvesting stokt. • Veel instanties weten niet welke rechten tienermoeders hebben op het terrein van scholing, uitkering, huisvesting en voogdij. • Sommige hulp is niet voor samenwonende getrouwde meisjes. • Het inwonen bij de ouders leidt tot het gevoel van afhankelijkheid en betutteling. • De betrokkenheid van de vaders laat te wensen over. • Allochtone zwangere meisjes kunnen het slachtoffer worden van eerwraak. • Het tienermoederschap is omgeven door eer en schaamte. • Sommige scholen stellen zich negatief op. • Niemand bekommert zich om voormalige ama’s. • 18-minners hebben weinig rechten. • De kennis over seksualiteit, zwangerschap en anticonceptie is onder de maat. • Hulpverleners werken langs elkaar heen. • Irritatie tussen de moeder en haar ex over de omgang met het kind kost veel energie. • Veel organisaties bekommeren zich om een deel van het probleem, maar niemand heeft zicht op het geheel.
Dit boek wil verder kijken dan de problematisering. Het project Niet Gepland Toch Gewenst geeft een stem aan de tienermoeders die wel succesvol zijn en die juist sterker zijn geworden door hun moederschap. Deze succesverhalen dragen bij aan de positieve beeldvorming van tienerouderschap. Wie de interviews leest, ziet dat de jonge ouders veel obstakels tegenkomen, die ze met hulp van hun ouders, hulpverleners en vooral hun eigen wilskracht proberen te overwinnen. Uit de verhalen blijkt dat de steun van de ouders absoluut onmisbaar is. ‘Zonder mijn ouders had ik niet gered,’ zeggen bijna alle tienermoeders. Na het lezen van deze verhalen kunnen wij met andere ogen naar jonge ouders kijken. Het zijn mensen wier leven op zijn kop werd gezet door een onverwachte, ingrijpende gebeurtenis. Ze gingen niet bij de pakken neerzitten, maar knokten voor een nieuw leven voor zichzelf en voor hun kind. Zulke positief ingestelde mensen moeten we koesteren. Investering in deze jonge mensen zal vruchten afwerpen. We kunnen van ze leren wat de succesfactoren van tienerouderschap zijn en daarop het hulpverleningsaanbod afstemmen. Een positieve benadering dus, vanuit het standpunt dat iedere persoon uniek is, dat iedereen talenten en kwaliteiten heeft die ontplooid dienen te worden. Als we die positieve benadering vertalen naar het hulpverleningsaanbod en kansen creëren voor de doelgroep, zal dit bijdragen aan het voorkomen van de sociale uitsluiting van deze jongeren. We willen niet het tienerouderschap promoten. Tienerouderschap is ontzettend zwaar en vertraagt de normale ontwikkeling van de jongeren. Maar het heeft ook een gunstige invloed op de persoonlijkheid van jonge ouders: ze zijn vroeger volwassen, ontwikkelen doorzettingsvermogen en verantwoordelijkheidsbesef en leren opvoeden. Dat zijn kwaliteiten waarvan de jonge ouders en de samenleving volop kunnen profiteren.
Het bestaan van succesverhalen ontkent niet dat er nog talrijke obstakels zijn. Deze belemmeringen voor tienermoeders hebben wij hierboven als opgesomd. Door de tienerouders en de professionals zijn een aantal oplossingen aangedragen die wij hier als aanbeveling willen meegegeven:
• Hulpverleners moeten meer samenwerken. • Praat als hulpverlener met de ouders die zich verzetten tegen het feit dat hun dochter of zoon moeder of vader wordt, en je ziet dat ze trotse opa’s en oma’s worden. • Nodig de vaders uit in het opvanghuis. • Bemiddel als hulpverlening zonodig tussen moeder en ex-vriend over bezoek en omgangsregeling. • Maak een informatiepakket voor jonge vaders en verstrek dat aan deze doelgroep. • Bundel de kennis uit het veld. • Creëer meer opvangplaatsen. • Maak kinderopvang toegankelijker voor tienermoeders. • Bekommer je om de minderjarige ama’s. • Informeer tienerouders over hun rechten. • Verbeter de doorstroming van de tienermoederopvang naar reguliere huisvesting. • Ondersteun als hulpverlening niet alleen de alleenstaande moeders, maar ook de gehuwde of samenwonende stellen. • Blijf werken aan voorlichting over seksualiteit, voortplanting en zwangerschap. • Verbeter de positie van 18-minners. • Geef specifieke aandacht aan de jonge moeders met multi-problemen, zoals verslaving, psychiatrische achtergrond, etc. • Maak een aandachtspunt van allochtone meisjes die het slachtoffer dreigen te worden van eerwraak. Creëer extra opvang voor deze groep. En doe, geïnspireerd door de Rotterdamse theatermaker Karlo Sevredija, vooral alles met warmte, liefde, humor en uitdaging!
EPILOOG
125
Bronnen • Andries Baart cs
• Webmagazine
Kwetsbaar, maar niet alleen kwetsbaar
Steeds minder allochtone tienermoeders
Over het bereiken en steunen van multi-
CBS 9 juni 2008
problemgezinnen, kwetsbare kinderen en tienermoeders.
• Gesprek Peter Louwerse
Utrecht/Den Bosch
met Bep Manders (FIOM),
tweede vermeerderde digitale uitgave 2008
verwerkt in beschouwing
• Factsheet
• Gesprek Peter Louwerse
Tienerzwangerschappen, abortus en
met Mirjam Velthuis (VBOK),
tienermoeders in Nederland
verwerkt in beschouwing
2009 Rutgers Nisso Groep • Gesprek Peter Louwerse • Kaplan, E.B & Hochschild, A.R. (1997)
met Manon Sanches (Arosa),
Not our kind of girl
verwerkt in beschouwing
Unraveling the myths of black teenage motherhood
• Gesprek Peter Louwerse
Berkeley: University of California Press, 1997
met Judith Haazen (Valkenhorst), verwerkt in beschouwing
• Terpstra, L. & Dijke, A. van (1995) Ik ben geboren om moeder te worden
• W. van Berlo en C. van Wesenbeek, I. (2005)
Alleenstaande Antilliaanse moeders
Gebrek aan regie
Nederlands tijdschrift voor Opvoeding,
een kwalitatief onderzoek naar de
Vorming en Onderwijs, 11 (5), 320-334
achtergronden van tienerzwangerschappen Rutgers Nisso Groep
Verantwoordelijke organisaties Het Platform Buitenlanders Rijnmond (PBR) is een koepelorganisatie voor migrantenzelforganisaties in Rotterdam. PBR wil bijdragen aan de verbetering van de maatschappelijke positie van allochtonen in Rotterdam. Dit onder meer door migrantenorganisaties te ondersteunen bij het bevorderen van de participatie van hun achterbannen. Ook stimuleert PBR organisatievorming, participatie en stadsburgerschap van allochtonen in Rotterdam. De projecten van PBR richten zich op de mens als burger, opvoeder, medeverantwoordelijke, rolmodel en mentor. De projecten worden gebiedsgericht uitgevoerd, vooral in wijken die laag scoren op de sociale index en in samenspraak met de wijkorganisaties en deelgemeenten. PBR brengt verschillende partijen bij elkaar om zwakkere groepen in de samenleving te ondersteunen en te versterken. De projecten richten zich op educatie, participatie, Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), opvoeding, emancipatie, bewustwording en stadsburgerschap. Naast deze activiteiten, houdt PBR zich ook bezig met belangenbehartiging en beleidsbeïnvloeding, ten gunste van een leefbare multiculturele samenleving.
Me & Society is een bureau voor projectmanagement, advisering, trainingen, onderzoek en arbeidsbemiddeling op het gebied van culturele diversiteit. Me & Society voert opdrachten uit voor overheidsdiensten, maatschappelijke instellingen en bedrijfsleven. Het bureau houdt zich bezig met projectmanagement: in het bijzonder projectontwikkeling, financieringadvies, uitvoering en verantwoording. Ook geeft Me & Society advies bij het ontwikkelen van diversiteitsbeleid en de uitvoering daarvan. Me & Society ontwikkelt methodieken en geeft trainingen aan hogere kaders, middenmanagement, professionals en vrijwilligers. Het bureau doet onderzoek op het gebied van organisatorische en maatschappelijke vraagstukken en helpt organisaties die hun personeelsbestand willen diversificeren met werving en selectie. Me & Society voert niet alleen de opdrachten uit, maar neemt zelf ook initiatieven voor maatschappelijke projecten (zoals Niet Gepland Toch Gewenst), deskundigheidsbevordering en het organiseren van netwerkbijeenkomsten en expertmeetings.
Colofon SAMENSTELLING EN EINDREDACTIE
Peter Louwerse
AAN DE TOTSTANDKOMING VAN DEZE PUBLICATIE HEBBEN DE VOLGENDE MENSEN EN ORGANISATIES BIJGEDRAGEN
Bep Manders, Judith Haazen, Leonieke PROJECTLEIDING
Schouwenburg, Manon Sanches, Mirjam Velthuis,
Mahmoud Chavoushi
Mohamed Bibi, Seaske Verbeek, Het Platform Buitenlanders Rijnmond, het Rotterdamse
UITGEVER
Tienermoedernetwerk, Stichting Ambulante
Me & Society
Fiom, Stichting Arosa, Stichting VBOK, Stichting
Bureau voor diversiteitmanagement
Valkenhorst en Tienermoeders.nl.
Jonker Fransstraat 108b 3031 AX Rotterdam T
010 842 3736 ·
F
084 830 8418
MET SPECIALE DANK AAN
Athalie van der Terp, Burcu Simsek, Charmaine
[email protected]
Tel, Cigdem Yurteri, Hannah van der Weg,
www.meandsociety.com
Hodan Yusuf en Dennis Honing, Irma Evers, Jhon Noventa, Joachim en Kaleigh den Hertog,
INTERVIEWS
Laura van Overdam, Lola Abaiy, Mandy van Zelst,
Khadija ElHajri en Joyce Knijnenburg
Rebecca van Santen en Siem Hofstra, Rignilla
DaalAdvies
Richardson, Samantha Leyen, Sandra Jagt, Sharon dos Santos, Tichanty Granviel en Wendy el Esamy
COMMUNICATIE EN ONTWERP
en Inge (die liever haar achternaam niet vermeld
Ingrid Bijkerk en Barbara Lateur
ziet) die warmhartig meegewerkt hebben aan de
Trichis communicatie en ontwerp
interviews.
FOTO’S
Dit product is mede tot stand gekomen door
Daan Stringer
een financiële bijdrage van het ministerie van
documenting diversity daanstringer.com DRUKKERIJ
Veenman Drukkers ISBN 978-94-90666-01-9