Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers
Jaarverslag 2015 van de Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving
2016 Druk: Bondsbureau Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers Bergen op Zoom Op de omslag: twee blauwgroene papegaaiamadines
2
Voorwoord De Commissie Dierenwelzijn van de NBvV heeft zichzelf verplicht jaarlijks verslag uit te brengen van de realisatie van haar missie en de daarbij gevoerde strategie. Daarnaast zal de visie op de komende periode worden vastgesteld. In dat kader kunnen we nu ons vierde jaarverslag aan u voorleggen. Dit jaarverslag is niet alleen een vastlegging van de handelingen van de Commissie Dierenwelzijn en de Commissie Wetgeving, maar ook een verantwoording die vanuit de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers aan haar leden en de maatschappij wordt afgelegd omtrent de wijze waarop zij als houderijorganisatie werkt aan het waarborgen en verbeteren van het welzijn van de grote groep vogelsoorten die we in de avicultuur rekenen tot de kooi- en volièrevogels. De samenstelling van de commissie De commissie is samengesteld uit de NBvV- leden Jan de Bruine en Henk van der Wal. Zij worden gefaciliteerd door Hans van der Stroom, hoofd bondsbureau NBvV en zijn medewerkers. Operationele verantwoordelijke is Ton Koenen, lid van het hoofdbestuur van de NBvV. Functionele verantwoordelijkheid ligt bij de bondsraad van de NBvV. De commissie is bereikbaar op het adres van het bondbureau. Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving NBvV, Postbus 74, 4600 AB Bergen op Zoom. tel: 0164 23 50 07, email
[email protected] .
3
Inhoud Voorwoord Inhoud Inleiding Missie Strategie
3 4 5 6 7
a. Het welzijn en de gezondheid van kooi- en volièrevogels Intern overleg: overleg met het hoofdbestuur van de NBvV overleg met de bondsraad van de NBvV audits op de regels voor het houden van een vogelmarkt of vogelbeurs
7 7
Interne voorlichting: website NBvV voorlichting in de districten van de NBvV voorlichting voor afdelingen en speciaalclubs Externe samenwerking Kennis en informatie overdracht: Houderijvoorschriften Het certificeringtraject voor houders en fokkers van kooi- en volièrevogels. Registratie opleidingsuren binnen de NBvV Een ornithologisch onderzoek naar de diversiteit aan kooi- en volièrevogels die bij vogelhouders in Nederland worden gehouden. Fokverslagen b. Wet- en regelgeving Inventarisatie wetgeving Bedrijfsmatig of hobbymatig Nieuwe Wet natuurbescherming Procedure rond de huisdierenlijst voor vogels Visie a. Kennis en informatieoverdracht: Handboek Vogelverzorging Overdrachtformulier Rapport fokken met kooi- en volièrevogels Dierenethiek Congres dierenethiek en verantwoord fokken Praktijkonderzoek naar het aanwezig zijn van schadelijke kenmerken bij kooi- en volièrevogels b. Wetgeving Besluit houders van dieren Wet natuurbescherming Invasieve uitheemse soorten
8 8 8 9 9 10 11 11 12 12
13 13 14 14
15 15 15 15 15 16
16 16 16
Bijlage A De Missie van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers Bijlage B Reglement van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers ten aanzien van de gezondheid en het welzijn van volière- of kooivogels Bijlage C De CODEX van de NBvV
4
Inleiding Jaarverslag van de Commissie Dierenwelzijn en de Commissie Wetgeving van de NBvV Als we uitgaan van de Visie op 2015, zoals we die hadden vastgelegd in het vorige jaarverslag, dan kunnen we vaststellen dat diverse doelstellingen zijn gehaald. Een aantal is daarentegen blijven liggen omdat ze nu niet direct een eerste prioriteit hadden. Het opstellen van certificeringtrajecten is nog niet aan bod gekomen en zo ook nog niet het opstellen van een protocol voor Veterinaire gezondheidcontrole. Het accent lag in 2015 wat meer op het traject van kennisoverdracht. Na een inventarisatie van de opleidingen en opleidingskosten, die jaarlijks gemaakt worden door de afdelingen, districten en speciaalclubs, kon het rapport “Onbewust Bekwaam” uitgebracht worden. In dit rapport zijn de resultaten van het onderzoek verzameld. Het in 2014 van kracht geworden Besluit houders van dieren gaat er bijna van uit dat iedere vogelliefhebber bedrijfsmatig vogels houdt. Als aannemelijk kan worden gemaakt dat het een hobby is, dan zijn diverse bepalingen uit dit Besluit niet van toepassing. Het Besluit houders van dieren geeft niet aan hoe aannemelijk gemaakt kan worden dat wij hobbymatig bezig zijn. Veel tijd en energie moest worden gestoken in de uitdaging indicatoren op te stellen voor het aannemelijk maken dat wij als leden van de NBvV hobbymatig kooi- en volièrevogels houden en er mee fokken. Het resultaat is dat de NBvV, in samenwerking met Kleindier Liefhebbers Nederland, in november 2015 een voorstel konden indienen bij het Directoraat-generaal Agro en Natuur. Deze dienst valt onder het Ministerie van Economische Zaken en is o.a. belast met Dierenwelzijn. In het voorstel zijn indicatoren opgenomen die aantonen dat wij niet bedrijfsmatig gezelschapsdieren houden. Na ontvangst van een antwoord van de verantwoordelijke staatssecretaris zullen we hierover een afzonderlijke publicatie maken. In februari 2015 werd de Huisdierenlijst voor zoogdieren van kracht. Deze Huisdierenlijst is voor de hobbymatige houders van zoogdieren geen onverdeeld succes. Veel zoogdiersoorten mogen niet worden gehouden en zullen het gevaar lopen uit te sterven waardoor de biodiversiteit ernstig kan worden aangetast. Steeds is aangegeven dat men na het tot stand komen van een Huisdierenlijst voor zoogdieren zich zal gaan richten op een dergelijke lijst voor vogels en reptielen. Op dit moment is dat besluit nog niet genomen, maar de commissie D&W gaat door met het nemen van voorbereidingen die mede kunnen leiden tot een gunstig verloop van het te ontwikkelen proces. De inventarisatie van aantoonbaar in Nederland gehouden kooi- en volièrevogels is in 2015 steeds doorgegaan en kan in 2016 wel afgerond worden. Het opstellen van houderijvoorschriften blijft actueel. Op het gebied van wetgeving werden we geconfronteerd met een nieuwe Wet natuurbescherming. Deze zal op 1 januari 2017 van kracht zijn. De NBvV is in de gelegenheid gesteld commentaar te geven op het ontwerp-besluit natuurbescherming en ontwerp-regeling natuurbescherming. Omdat de Flora- en faunawet met deze nieuwe wet vervalt, zullen er regels opgesteld worden voor het mogen houden van inheemse vogelsoorten en voor de wijze waarop ringen moeten worden besteld. In het hoofdstuk Strategie zullen we verantwoording afleggen van onze activiteiten in 2015. In het hoofdstuk Visie geven we aan wat in 2016 vermoedelijk op ons af zal komen.
Hun welzijn….is onze zorg Met deze slogan is de doelstelling van de Commissie Dierenwelzijn bondig samengevat. Waar het de aan ons als vogelliefhebbers van kooi- en volièrevogels toevertrouwde vogelsoorten betreft, is onze gezamenlijke zorg de borging van het welzijn van deze vogels.
5
MISSIE De Commissie Dierenwelzijn van de NBvV is een verzamelnaam voor twee commissies en wel: - Commissie uitvoering regelingen voortvloeiende uit het reglement van de NBvV ten aanzien van de gezondheid en het welzijn van volière- of kooivogels - Commissie belast met de implementatie binnen het bondsbeleid van wet- en regelgeving met betrekking tot het hobbymatig houden van gezelschapsdieren.
De werkzaamheden van de Commissie Dierenwelzijn welke in de richting van de leden van de NBvV worden ontplooid, richten zich op: - het bevorderen van een duurzaam houden van vogels. - Het informeren, het geven van voorlichting en scholing aan leden van de NBvV met betrekking tot huisvesting- en verzorgingsaspecten voor volière- of kooivogels. - Het optimaliseren van het kennisniveau van de leden van de NBvV ten aanzien van de vogelsoorten die zij houden of willen gaan houden. - Het uitvoeren van audits op basis van het reglement “Regels voor het houden van een vogelmarkt of vogelbeurs” . Deze audits toetsen niet alleen in hoeverre een organisator zich houdt aan de richtlijnen, maar geeft ook een richting aan hoe bepaalde aspecten ten aanzien van de gezondheid en het welzijn van de te koop aangeboden vogels kan worden verbeterd. - Het implementeren van certificatietrajecten voor zowel leden van de bond die actief hobbymatig vogels houden en of er mee fokken, als de certificering van toezichthouders op vogelmarkten en vogelbeurzen.
Ten aanzien van wet- en regelgeving ontplooit de Commissie Dierenwelzijn activiteiten die zich richten op: - Een inventarisatie van de actuele Nederlandse en Europese wet- en regelgeving ten aanzien van de gezondheid en het welzijn van kooi- en volièrevogels; - Het volgen van de actualiteit rond het tot stand komen van besluiten die in relatie staan tot de Wet Dieren en de Wet natuurbescherming; - Het leggen van contacten met in eerste instantie Nederlandse organisaties en Vogelbonden die zich ook richten op alle aspecten rond het dierenwelzijn van vogels;
Deelname in andere organisaties De Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving van de NBvV werkt samen met: De Nederlandse deelname als landenlid van de Confédération Ornithologique Mondiale C.O.M., een houderijorganisatie voor vogelliefhebbers over de gehele wereld, vertegenwoordigd in 44 landen. Een lid van de Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving verzorgt voor deze Nederlandse organisatie de portefeuille Dierenwelzijn en Wetgeving.
De Entente Européenne een Europese belangenorganisatie voor de houders van dieren. Namens de NBvV heeft een lid van de Commissie Dierenwelzijn zitting in de :
Kommission für Tiergesundheit und Tierschutz.
6
STRATEGIE a. Het welzijn en de gezondheid van volière- of kooivogels. Intern Overleg Overleg met het hoofdbestuur van de NBvV De operationele eindverantwoordelijkheid voor de activiteiten en handelingen van de Commissie Dierenwelzijn en de Commissie Wetgeving berust bij het hoofdbestuur van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers. In het verslagjaar heeft de commissie een tweetal vergaderingen van het hoofdbestuur bijgewoond. Tijdens deze bijeenkomsten werd een terugkoppeling gegeven rond de diverse projecten die binnen de commissie actueel zijn. Vooral de problematiek rond de begrippen “bedrijfsmatig” en “hobbymatig” grijpen stevig in waar het bondsactiviteiten, maar zeken ook de activiteiten van de afdelingen, betreffen. Het houden van tentoonstellingen, vogelmarkten en vogelbeurzen worden in beginsel hobbymatig georganiseerd, terwijl de wetgever er anders tegenaan kijkt. Het Reglement voor vogelmarkten en vogelbeurzen van de NBvV zal gereviseerd worden. Duidelijker dient aangegeven te worden dat het reglement van toepassing is op hobbymatig georganiseerde markten en beurzen. Mogelijk moet een afzonderlijk reglement opgesteld worden voor de grote vogelmarkten die bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig worden georganiseerd. Op het gebied van wetgeving is gesproken over de nieuwe Wet natuurbescherming. De NBvV is betrokken bij voorlichtingsbijeenkomsten die door de overheid worden belegd. De in gang gezette projecten ter voorbereiding van een mogelijke Huisdierenlijst voor vogels zijn geëvalueerd. Het schrijven van houderijvoorschriften en het inventariseren van aantoonbaar in Nederland gehouden vogelsoorten, maar ook de inventarisatie van fokverslagen gaat nog wel even door. In 2016 hopen we deze trajecten af te sluiten. Steeds meer komen situaties voor waarbij het welzijn van kooi- en volièrevogels in het gedrag is en er stevige raakvlakken ontstaan met dierenethiek. Vooral als het gaat om het erkennen van nieuwe kleuren en rassen zal meer dan voorheen het accent gelegd moeten worden op ethische afwegingen en welzijnswaarborgen. De commissie heeft aan het hoofdbestuur voorgesteld dierenwelzijnaspecten op te nemen in de “Erkenningsregeling NBvV voor nieuwe kleuren en rassen”. Overleg met de bondsraad van de NBvV De functionele eindverantwoordelijkheid voor de instelling van de Commissie Dierenwelzijn en de Commissie Wetgeving ligt bij de bondsraad van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers. Daarnaast is de bondsraad verantwoordelijk voor het beleid dat gevoerd wordt ten aanzien van de gezondheid en het welzijn van kooi- en volièrevogels. In het verslagjaar 2015 is geen overleg met de bondsraad gevoerd.
7
Audits op de regels voor het houden van een vogelmarkt of vogelbeurs Het beleid van de NBvV ten aanzien van het houden van vogelmarkten en vogelbeurzen is aangescherpt voor wat betreft de toetsing en handhaving. Organisatoren die verklaren te kunnen voldoen aan de regelgeving kunnen in aanmerking komen voor een keurmerk. Indien bij de bond klachten binnen komen die aanleiding geven tot een nader onderzoek, wordt door de Commissie Dierenwelzijn een audit gehouden. De resultaten van een dergelijke audit worden schriftelijk vastgelegd in een auditrapport. Dit rapport bevat onder anderen aanwijzingen om te komen tot een verbetertraject. In 2015 was de commissie in de gelegenheid dergelijke audits uit te voeren bij diverse grote vogelmarkten.
Interne voorlichting Een doelstelling, die eigenlijk als belangrijkste kan worden beschouwd is de bekendmaking aan de leden van het beleid van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers ten aanzien van de wijze waarop wij omgaan met de gezondheid en het welzijn van onze kooi- en volièrevogels. Hiervoor zijn een aantal trajecten uitgezet. Website NBvV De Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving is terug te vinden op de website van de bond, www.nbvv.nl, in de rubriek “over de bond” staan we onder “dierenwelzijn”. Hier is niet alleen het Reglement van de NBvV ten aanzien van de gezondheid en het welzijn van volière- en kooivogels te downloaden, maar ook het daarbij behorende Uitvoeringsbesluit. Een steeds belangrijker wordend item is de vragenlijst rond de huisvesting- en verzorgingsnormen voor vogelsoorten. De vragenlijst die hiertoe is opgesteld is ook hier te downloaden. In 2015 is ook de publicatie “Wetgeving met betrekking tot het houden van en fokken met kooi- en volièrevogels” op de website geplaatst. Maandblad Onze Vogels Een belangrijk communicatie middel is uiteraard het maandblad Onze Vogels. De doelstelling is dat zoveel mogelijk iedere maand een artikel, geschreven door de Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving, wordt geplaatst. In 2015 kon op deze wijze in een viertal artikelen aandacht worden geschonken aan het natuurlijk gedrag van de kooi- en volièrevogels. In het artikel “Hoe moet een vogel eruit zien? “ werd een begin gemaakt met het bespreekbaar maken van ethische vraagstukken rond het houden van en fokken met vogels. Door middel van drie artikelen werd uitleg gegeven rond de begrippen “leken en particulieren”, de “Aviculturist” en het UBN nummer, zaken die voorkomen in de Wet dieren en in het Besluit houders van dieren.
Voorlichting in de districten van de NBvV Een onderdeel van het Uitvoeringsbesluit is het geven van voorlichting over het beleid van de bond ten aanzien van dierenwelzijn tijdens bijeenkomsten of vergaderingen van de districten van de NBvV. In 2015 is voorlichting gegeven tijdens de Algemene Vergadering van de bond, maar ook op districtsvergaderingen in de districten Noord Holland, Zuid Holland, Noord-Brabant Oost en Drenthe.
8
Voorlichting voor afdelingen en specialistenverenigingen In het district Friesland zijn voorlichtingsbijeenkomsten gehouden bij vogelverenigingen te Leeuwarden 1, Drogeham, Franeker en Stiens. In het district Drenthe werd een voorlichtingsbijeenkomst gehouden te Rolde en Emmercompascuum. Op deze bijeenkomst waren leden van omringende verenigingen aanwezig. In Zuid Holland werd een voorlichtingsbijeenkomst gehouden te Maasland. Ook kon voorlichting worden gegeven aan een specialistenvereniging: Regio Noord van de Speciaalclub Vorm- en postuurkanaries te Drachten.
Externe samenwerking
In navolging tot de contacten die door het hoofdbestuur van de NBvV al zijn gelegd met het hoofdbestuur van Kleindier Liefhebbers Nederland, KLN, heeft ook de Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving overleg gevoerd met deze zusterorganisatie. In 2015 kon dit contact verder uitgebouwd worden omdat nu al blijkt dat de belangen dezelfde zijn en de toekomstige problemen rond de huisdierenlijsten (positieflijsten) alleen maar intensiever zullen worden.
Door bemiddeling van de voorzitter van Aviornis Nederland zijn wij als Cie D&W deelnemer geworden in de NWPP. De NWPP is in 2005 ontstaan. In de werkgroep namen al deel: Aviornis international, Kleindier Liefhebbers Nederland, NBvH en de COM Nederland. Door deelname aan de NWPP ontstond de mogelijkheid deel te nemen aan het jaarlijks door de Nederlandse Belangenvereniging van Hobbydierhouders, NBvH, georganiseerd Bestuurlijk overleg hobbydierhouders en Kinderboerderijen met het Directoraat Agro, Directie Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn van het Ministerie van Economische Zaken. Tijdens dit bestuurlijk overleg in 2015 is gesproken over de het ontbreken van indicatoren die aangeven wanneer op hobbymatige wijze de vogelsport wordt uitgeoefend. De aanwezigen werden door de directeur van het Directoraat Agro uitgenodigd met voorstellen te komen.
9
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Ministerie van Economische Zaken
Tijdens de Bondstentoonstelling Vogel 2015 hebben we in onze stand een uitgebreid gesprek kunnen voeren met een aantal inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, Divisie Landbouw & natuur, team Natuur. Naar aanleiding van dit gesprek werden we uitgenodigd tijdens een teamoverleg van hen te Wageningen een toelichting te geven op het beleid van de NBvV ten aanzien van dierenwelzijn en de doelstelling en werkzaamheden van de Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving toe te lichten. In gezelschap van Ton Koenen, namens het hoofdbestuur van de bond, hebben we door middel van een PowerPoint presentatie aandacht geschonken aan de organisatiestructuur van de bond, het in eigen beheer vervaardigen van ringen, de commissie dierenwelzijn met haar samenwerkingsverbanden, zowel nationaal als internationaal, en de wijze waarop kennisoverdracht binnen de NBvV plaats vindt. Daarnaast werd de regelgeving binnen de bond ten aanzien van het houden van tentoonstellingen en vogelmarkten resp. vogelbeurzen toegelicht
Kennis en informatieoverdracht Het beleid van de NBvV ten aanzien van de gezondheid en het welzijn van vogels is er mede op gericht dat haar leden de richtlijnen met betrekking tot dierenwelzijn naleven. Dit vraagt van de leden voldoende kennis van de vogelsoort(en) welke hij/zij houden. De bond stelt zich ten doel deze kennis te verhogen door middel van het op vrijwillige basis aanbieden van een cursustraject. Het realiseren hiervan is opgedragen aan de Commissie Dierenwelzijn van de NBvV.
Houderijvoorschriften In het verslagjaar heeft de commissie van diverse leden van de bond ingevulde vragenlijsten met betrekking tot de huisvesting- en verzorgingsnormen voor vogels terug ontvangen. De antwoorden op de gestelde vragen werden omgezet in een houderijvoorschrift Het doel was te komen tot een beschrijving van de huisvesting- en verzorgingsnormen van zo veel mogelijke gehouden volière- en kooivogels. Door deze beschrijvingen onder te brengen in een databank komt deze informatie beschikbaar voor alle leden van de bond. We blijven als commissie ons inzetten zoveel mogelijke vragenlijsten te ontvangen van de leden en zullen de deelname aan dit project blijven promoten. Juist de antwoorden uit die vragenlijsten leveren een belangrijke bijdrage aan de te schrijven houderijvoorschriften. Eind 2015 waren voor meer dan 400 vogelsoorten houderijvoorschriften opgesteld. Bijzondere medewerking werd verkregen door de speciaalclub voor Insecten en Vruchtenetende vogels en de speciaalclub voor Afrikaanse prachtvinken ScAP. Daarnaast werd medewerking gekregen van de regio Noord en Midden Limburg van de Parkieten Sociëteit voor wat betreft de vragenlijsten voor papegaaien en parkieten.
Het certificeringtraject voor houders- en fokkers van kooi- en volièrevogels De Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers voert een beleid dat gericht is op een duurzame, diervriendelijke en hobbymatige wijze van het houden, fokken en tentoonstellen van kooi- en volièrevogels. Dit beleid is vastgelegd in het “Reglement van de NBvV ten aanzien van de gezondheid en het welzijn van kooi- en volièrevogels”.
10
In dit reglement is aangegeven welke richtlijnen de basis vormen voor het beoefenen van het hobbymatig houden van kooi- en volièrevogels. De belangrijkste items zijn o.a. de huisvesting en de verzorging van de vogels die als gezelschapsdier worden gehouden. Een belangrijk uitgangspunt van dit beleid is dat de eigenaar van de vogel zelf verantwoordelijk is voor zijn handelen. De richtlijnen van de bond zijn daarbij leidend. De NBvV hanteert bij het uitvoeren van haar beleid dan ook de stelling dat de leden deze richtlijnen als uitgangspunt van handelen nemen. Om ieder lid van de bond in de gelegenheid te stellen zich de richtlijnen van de bond eigen te maken wordt een opleidingstraject gestart. De realisatie van deze opleiding is in handen van de Commissie Dierenwelzijn van de NBvV. Het benodigde lesmateriaal zal in de vorm van een “Handboek Vogelverzorging” beschikbaar komen. In dit handboek wordt de basiskennis verwoord die tenminste nodig is voor het houden van kooi- en volièrevogels als gezelschapsdieren. Iedereen die op een hobbymatige wijze vogels houdt of er mee fokt, kan deelnemen aan de opleiding. Zolang de Nederlandse wetgeving nog niet voorziet in een verplicht certificeringtraject voor houders van gezelschapsdieren die deze dieren hobbymatig houden, is deelname geheel op vrijwillige basis. Alle benodigde kennis die in dit opleidingstraject wordt beschouwd als de basiskennis voor het houden van en fokken met kooi- en volièrevogels is opgenomen in het “Handboek Vogelverzorging” welke door de NBvV wordt uitgegeven. Hierdoor wordt geen specifieke vooropleiding van de deelnemer gevraagd. De Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving is in 2014 gestart met het schrijven van verschillende hoofdstukken voor dit handboek. In 2015 heeft dit project een hogere prioriteit krijgen omdat het streven toch was dit aan het einde van dat jaar af te ronden. Hierin zijn we geslaagd en in juni2016 zal het boek verschijnen.
Registratie opleidingsuren binnen de NBvV Binnen de bond worden diverse opleidingen verzorgd. Niet alleen de opleidingen en bijscholingstrajecten voor keurmeesters zijn bekend, maar iedere maand worden door diverse sprekers lezingen en voorlichtingen gegeven in de afdelingen van de bond. Iedere lezing heeft als onderwerp wel een item dat rechtstreeks te maken heeft met het verbreden van de kennis rond de avicultuur. Daarnaast zien we een toename van symposia die veelal regionaal of per district van de bond worden georganiseerd. Ook specialistenverenigingen (speciaalclubs) gaan meer en meer symposia voor hun leden organiseren. Tot nu toe vond nauwelijks een registratie plaats. De Commissie Dierenwelzijn heeft in 2014 onderzocht hoe een dergelijke registratie kan plaats vinden. Op deze wijze kan inzichtelijk worden gemaakt hoeveel manuren er binnen de bond worden besteed aan opleidingen. Het jaaroverzicht kan onderdeel uitmaken van het jaarverslag van de bond. Ook vormt het een kengetal voor eventuele externe publicatie. In het voorjaar van 2015 werd deze registratie voor het eerst ingevoerd door het opvragen van gegevens over 2014. Aan besturen van alle afdelingen, alle districten en alle speciaalclubs is de vraag voorgelegd wat zij organiseren op het gebied van kennisoverdracht naar hun leden toe. Het accent is daarbij vooral gelegd op het aantal manuren dat hieraan in 2014 is besteed en welke kosten voor de realisatie van dit opleidingstraject door de organisaties zijn gemaakt. In 2014 bedroeg het aantal afdelingen 477 en het aantal speciaalclubs 14 Aan het onderzoek heeft actief 25% van die afdelingen en speciaalclubs deelgenomen. Gelet op het belang dat aan dit onderzoek wordt gehecht is deze deelname teleurstellend. Uitgangspunt is dat de niet deelgenomen afdelingen en speciaalclubs wel lezingen voor hun leden verzorgen.
11
Dit rechtvaardigt de veronderstelling dat binnen de NBvV jaarlijks circa € 120.000 besteed wordt aan het overdragen van kennis rond het houden van en fokken met kooi- en volièrevogels. Aan deze kennisoverdracht worden jaarlijks zo’n 100.000 manuren besteed Het is voor het eerst dat dit onderzoek plaats vindt. De verwachting is dat een vervolgonderzoek nog meer gedetailleerde resultaten zal opleveren. Het rapport is als digitale versie beschikbaar gesteld aan de districtvoorzitters en de besturen van de speciaalclubs.
Het ornithologisch onderzoek naar de diversiteit aan kooi- en volièrevogels die bij vogelhouders in Nederland worden gehouden. Het in 2013 opgestart onderzoek is in 2014 en 2015 voortgezet. In februari 2014 kon de tweede uitgave van “De Kooi- en Volièrevogel als gezelschapsdier” gepubliceerd worden. In de loop van het verslagjaar konden nog diverse aanpassingen aangebracht worden in de wetenschappelijke naamgeving en een aanvulling plaats vinden met nog niet eerder opgenomen vogelsoorten.. Vanuit diverse speciaalclubs van de NBvV komen meldingen van nieuwe vogelsoorten. Ook werden door de bond in 2015 oorkonden uitgereikt voor “eerste Eigen Kweek” waar nieuwe vogelsoorten bij zitten. In de loop van 2016 zal de inventarisatie worden afgesloten en beperkt worden tot actuele aanvullingen.
Fokverslagen Om aan te tonen dat vogelsoorten daadwerkelijk in Nederland worden gehouden en gefokt, is een tweede publicatie verschenen waarin de bronvermeldingen van fokverslagen zijn opgenomen. Deze bronvermeldingen zoeken we terug in vooral tijdschriften. Vanaf 2014 krijgen we daarbij veel medewerking van de Speciaalclub van Insecten- en Vruchtenetende Vogels. We konden beschikken over een groot aantal jaargangen van hun orgaan “Vogelexpresse”. Als commissie ontvangen we nu hun blad en blijven zo periodiek op de hoogte. Een eerste publicatie van “Inventarisatie Fokverslagen van Kooi- en Volièrevogels” vond plaats in mei 2014. We voorzien een nieuwe uitgave in de loop van 2016. We sluiten dan dit project af en gaan ons beperken tot het actueel houden van de
b. Wet- en regelgeving Inventarisatie wetgeving Eén van de doelstellingen van de commissie voor is het inventariseren van de wet- en regelgeving met betrekking tot het houden van en fokken met kooi- en volièrevogels. Wet dieren Op 19 mei 2011 was al de Wet dieren uit gekomen en gepubliceerd in het Staatsblad onder nummer BWBR 0030250. Het heeft nog tot 1 januari 2013 geduurd voordat deze wet gedeeltelijk van kracht werd. Vanaf 1 juli 2014 werd de Wet dieren volledig van kracht. In hoofdstuk 2 van deze wet zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot dieren Artikel 2.7 Handel in dieren gaat in op bepalingen die van toepassing zijn op de handel in dieren. Artikel 2.7, lid 2 onder a, geeft aan dat de verkoop van dieren zal worden geregeld via een afzonderlijke maatregel van bestuur. Besluit houders van dieren. De in de Wet dieren bedoelde algemene maatregel van bestuur verschijnt op 5 juni 2014 en wordt gelijktijdig met de Wet dieren op 1 juli 2014 van kracht. Het besluit wordt gepubliceerd in het Staatsblad 2014, no. 210.
12
In de eerste helft van 2015 kon de inventarisatie afgrond worden en beschikbaar komen als afzonderlijke publicatie en als opleidingsmodule. De opbouw van de module Wetgeving is dan als volgt: -
Wetgeving m.b.t. de zorgplicht voor het houden van kooi- en volièrevogels; Wetgeving m.b.t. tot het algemeen houden van kooi- en volièrevogels; Wetgeving m.b.t. het organiseren van een tentoonstelling; Wetgeving m.b.t. de verkoop van kooi- en volièrevogels; Wetgeving m.b.t. het organiseren van een vogelmarkt of vogelbeurs.
In alle gevallen wordt in de tekst de relatie uitgelegd tussen de wetteksten en de reglementen van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers. De publicatie is als download beschikbaar via de website van de NBvV.
Bedrijfsmatig of hobbymatig Het “Besluit houders van dieren” zich in hoofdstuk 3,paragraaf 2 richt op bedrijfsmatige activiteiten met gezelschapsdieren en artikel 3.6.2 aangeeft dat als de hobbydierhouder aannemelijk kan maken dat er geen sprake is van bedrijfsmatig handelen, de artikelen die samen paragraaf twee vormen niet van toepassing zijn. De wijze waarop men aannemelijk kan maken dat er uitsluitend hobbymatig wordt gehandeld, wordt niet in de wet- en regelgeving aangegeven. Tijdens het bestuurlijk overleg “ hobbydierhouders/kinderboerderijen” gehouden op 23 juni 2015, is gesproken over de criteria die van toepassing zijn op het bedrijfsmatig houden van gezelschapsdieren. Afgesproken is dat de hobbysector aanvullende criteria zal opstellen voor het hobbymatig houden, fokken, tentoonstellen en verkopen van vogels en dat EZ vervolgens beoordeelt of deze criteria in de voorlichting gebruikt kunnen worden. In Nederland functioneert een samenwerkingsverband tussen de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers, afgekort NBvV, en Kleindier Liefhebbers Nederland, afgekort KLN. Bij beide bonden zijn hobbydierhouders aangesloten die hobbymatig vogels en kleine zoogdieren houden en of fokken. Samen vertegenwoordigen we op deze wijze ca. 33.000 hobbydierhouders die getalsmatig een niet onbelangrijk deel van de hobbysector in relatie tot het houden van gezelschapsdieren in Nederland vormen. Binnen beide houderijorganisaties bestaat veel onduidelijkheid rond de status van haar leden waar het gaat om het hobbymatig of bedrijfsmatig uitoefenen van hun hobby. Om in dat laatste te voorzien hebben de NBvV en KLN gezamenlijk indicaties opgesteld voor: - het hobbymatig houden van en fokken met gezelschapsdieren; - het hobbymatig organiseren van een tentoonstelling; - het hobbymatig organiseren van een markt of beurs; - het vanuit de houderijorganisaties opleiden van hobbymatige toezichthouders voor hobbymatig georganiseerde tentoonstellingen, markten en beurzen voor gezelschapsdieren. Zodra vanuit het ministerie van EZ een positieve reactie komt zal een afzonderlijke publicatie opgesteld worden met deze indicatoren.
Nieuwe Wet Natuurbescherming In 2015 is de tekst van de nieuwe Wet natuurbescherming door de Eerste Kamer goedgekeurd. Onderdeel van de volledige wetgeving is een bijbehorend Besluit en Regeling. Beide zijn in 2015 al als concept aanwezig. De nieuwe Wet natuurbescherming vervangt de Boswet, de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998. In de uitoefening van onze hobby zijn wij betrokken bij de bepalingen zoals die zijn opgenomen in de Flora- en faunawet en nu dus ook bij de bepalingen van de nieuwe Wet natuurbescherming.
13
Voor de betrokken organisaties, waaronder ook de NBvV, zijn een aantal voorlichtingsdagen georganiseerd waar de aanwezigen konden reageren op de concepten van het Besluit en de Regeling. Vanuit de NBvV zijn tijdens deze bijeenkomsten vragen en opmerkingen geplaatst rond de procedures die voorgesteld werden voor het bestellen van ringen voor vogelsoorten die vallen onder de Vogelrichtlijn en uitheemse vogelsoorten die op de bijlage A van de Europese soortenlijst staan. Begin 2016 zal nog een internet consultatie plaats vinden. Dan kan iedereen reageren op het concept Besluit en het concept Regeling. De tekst van de wet zelf staat niet meer ter discussie.
Procedure rond de huisdierenlijst voor vogelsoorten (de positieflijst). Vanaf 2014 heeft de Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving NBvV van nabij de procedures gevolgd die vooraf zijn gegaan aan de Huisdierenlijst zoogdiersoorten. Daarnaast is overleg gevoerd met een delegatie van het Ministerie van Economische Zaken om de visie van de NBvV rond een huisdierenlijst voor vogelsoorten kenbaar te maken. Dit laatste is ook uitgesproken tijdens een tweetal interviews met onderzoekers van Wageningen UR Livestock Research. Het doel van deze onderzoekers was het opzetten van een “Roadmap positieflijst vogels” . Halverwege 2014 werd voorgesteld de methodiek aan te passen. De toen voorgestelde methodiek werd vastgelegd in een WUR rapport met als titel: “Beoordeling van risico’s voor mens en dier van het houden van exotische zoogdieren – een bijgestelde aanpak van de positieflijst zoogdieren”. Het beoordelingtraject is samengevat in een stappenplan, Er vanuit gaand dat een Huisdierenlijst voor vogelsoorten zal worden ingevoerd, heeft de Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving NBvV al onderzoeken opgestart die betrekking hebben op de stappen die behoren tot de “Praktijkinfo”. Stap1: Inventarisatie van in Nederland aantoonbaar gehouden vogelsoorten. Onder de titel “De kooi- en volièrevogel als gezelschapsdier” is over een tijdvak van 2002 – 2015 een ornithologisch onderzoek naar de diversiteit aan kooi- en volièrevogels die bij de vogelliefhebbers worden gehouden, uitgevoerd. De startdatum is bepaald door het inwerking treden van de Flora- en faunawet.
Om zoveel als mogelijk aantoonbaar te maken dat de in bovengenoemde inventarisatie opgenomen vogelsoorten in Nederland worden gehouden is een tweede onderzoek uitgevoerd naar gepubliceerde fokverslagen. Een dergelijk onderzoek is niet sluitend te maken, omdat niet veel vogelliefhebbers ook nog eens begaafde auteurs zijn. Om toch een zo volledig mogelijke inventarisatie te krijgen in deze publicatie zijn ook de bij de NBvV aanwezige houderijvoorschriften vermeld. Stap 2: Evaluatie van mogelijkheden om soorten te beoordelen op basis van geslachten (Genus) of familie (Familia) kenmerken. De aantoonbaar in Nederland gehouden vogelsoorten zijn door de Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving NBvV opgesplitst in 10 clusters. De clusters zijn als volgt opgebouwd: 1 Vogelsoorten, door iedereen te houden ( voorheen “groene lijst”) 2 Inheemse vogelsoorten – zaadeters 3 Inheemse vogelsoorten – vruchten en insecteneters 4 Uitheemse vogelsoorten - zaadeters 5 Uitheemse vogelsoorten – vruchten en insecteneters 6 Lori’s en Kaketoe’s 7 Papegaaien 8 Parkieten 9 Duiven 10 Grondvogels
14
Waar mogelijk zal in 2016 per geslacht een gidssoort worden benoemd, waarvan dan ook een houderijvoorschrift aanwezig zal zijn.
VISIE In dit hoofdstuk inventariseren we de activiteiten die door de Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving NBvV in het komende jaar 2016 moeten worden ontplooid.
Kennis- en informatie overdracht De bestaande communicatiekanalen zullen ook in 2016 worden gebruikt om de leden van de bond te informeren over recente ontwikkelingen rond dierenwelzijn en wetgeving.
Handboek Vogelverzorging De verwachting is dat in de zomer van 2016 het Handboek Vogelverzorging beschikbaar is. Naast een handboek voor iedere vogelliefhebber gaat dit boek ook gebruikt worden als lesmateriaal voor een op te starten opleidingstraject binnen de NBvV. Voorafgaand aan dit opleidingstraject zal het handboek worden opgedeeld in cursusmodules. Iedere module zal voorzien worden van vragenlijsten op basis van het multiple choise systeem. Zo mogelijk komt begin 2017 verdere informatie beschikbaar over dit opleidingstraject.
Overdrachtsformulier Bij buitenlandse zusterorganisaties is het niet ongewoon dat wanneer een vogel overgedragen wordt aan een nieuwe eigenaar, hiervoor een overdrachtsformulier wordt afgegeven. In Nederland kenden we dit eigenlijk alleen voor vogels die bij aankoop of verkoop onder de CITES regelingen vallen. Om ethisch verantwoord en met in achtneming van alle wet- en regelgeving, maar zeker ook met de dierenwelzijnnormen verder te fokken met iedere aangekochte of overgedragen vogel bepleit de Commissie D&W het afgeven van een overdrachtsformulier ook voor vogels die niet onder CITES regelingen vallen. In het Besluit houders van dieren, een AMvB bij de Wet dieren en van kracht vanaf 15 september 2015 is onderstaand artikel opgenomen: Artikel 3.17. Informatieverstrekking bij verkoop of aflevering
•
1Bij de verkoop of aflevering van een gezelschapsdier, wordt aan een koper of degene aan wie de aflevering plaatsvindt schriftelijke informatie over het verkochte of afgeleverde gezelschapsdier verstrekt teneinde hem in staat te stellen het gezelschapsdier zo goed mogelijk te verzorgen.
Een overdrachtsformulier voldoet aan deze wettelijke verplichting. Het formulier kan digitaal beschikbaar gemaakt worden of handmatig op papier ingevuld worden. De Commissie D&W is voornemens samen met het bondsbureau een uniform formulier te ontwikkelen voor niet- CITES vogels.
Rapport fokken met kooi- en volièrevogels In februari 2016 zal de Commissie D&W een rapport naar de bondsraad sturen met daarin een aanbeveling te komen tot een op schrift gesteld bondsbeleid met betrekking tot de wijzen waarop verantwoord met kooi- en volièrevogels moet worden gefokt. Na goedkeuring van het voorgesteld beleid zal een aangepaste versie van dit rapport beschikbaar komen via de website van de bond.
Dierenethiek Er zwaar onderbelicht onderwerp binnen de avicultuur. In 2015 is gestart met een artikel in Onze Vogels met als vraag: “Hoe moet een vogel er uit zien ?” De Commissie D&W gaat meer artikelen plaatsen die betrekking hebben op dierenethiek en dan vooral in relatie tot dierenwelzijn.
Congres Dierenethiek en verantwoord fokken De mogelijkheid zal onderzocht worden of het mogelijk is in de tweede helft van 2016 een landelijk congres te organiseren, waar de onderwerpen dierenethiek en verantwoord fokken centraal staan.
15
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het hoofdbestuur van de NBvV in samenwerking met de Commissie D&W.
Praktijkonderzoek naar het aanwezig zijn van schadelijke kenmerken bij kooi- en volièrevogels. Een verkenning naar de mogelijkheden om te komen tot een praktijkonderzoek naar de aanwezigheid van schadelijke kenmerken bij alle in Nederland aantoonbaar gehouden kooi- en volièrevogels zal opgestart worden. Na een literatuurstudie zal zo spoedig mogelijk met dit onderzoek worden gestart.
Wetgeving Besluit houders van dieren Door de NBvV en KLN is in 2015 een voorstel ingediend met betrekking tot het benoemen van indicatoren die verduidelijken dat men hobbymatig gezelschapsdieren houdt. Als het ministerie van Economische Zaken hierop reageert zal een afzonderlijke publicatie worden geschreven en beschikbaar komen voor de 33 000 leden van beide houderijorganisaties.
Wet natuurbescherming Met het van kracht worden van de Wet natuurbescherming en het daarbij behorende Besluit natuurbescherming en de Regeling natuurbescherming vervalt de Flora- en faunawet van 2002. Hierdoor moeten teksten van reeds geschreven houderijvoorschriften worden aangepast. Afhankelijk van het definitief in werking treden van zowel het Besluit als de Regeling zal hiermee gestart worden en zal met het bondsbureau overleg worden gevoerd over het per cluster plaatsen van deze houderijvoorschriften op de website van de bond.
Invasieve uitheemse soorten De EU verordening 1143/2014 inzake invasieve uitheemse soorten is in 2015 van kracht geworden. In 2016 worden door de overheid risicobeoordelingen utgevoerd. Deze zijn gericht op het aanvullen van de in 2015 gestarte “Unielijst”, waarop ook vogelsoorten voorkomen. Door het ministerie van EZ worden we als bond betrokken bij deze ontwikkelingen via informatiebijeenkomsten.
16
Bijlage A
De MISSIE van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers
Werkterrein De Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers is de grootste organisatie in Nederland op het gebied van het actief hobbymatig en duurzaam houden van kooi- en volièrevogels als gezelschapsdieren. De bond wordt gevormd door vogelliefhebbers die zich bij haar aansluiten om met behulp van de faciliteiten die de bond hen biedt optimaal hun hobby te kunnen uitoefenen. Bestaansrecht De activiteiten die door de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers worden ontplooid in de richting van haar leden worden primair bepaald door de statutaire doelstelling welke dateert vanaf oprichting in 1933. Deze doelstelling richt zich op een drietal pijlers: - het bieden van mogelijkheden aan zoveel mogelijke vogelliefhebbers om zich bij de bond aan te kunnen sluiten; - het bevorderen van de mogelijkheden om binnen de kaders van de huidige wet- en regelgeving ten aanzien van dieren, vogels te houden als gezelschapsdieren; - het bevorderen van een kennis- en een informatieoverdracht naar haar leden toe waardoor zij in staat kunnen zijn hun vogels hobbymatig en duurzaam te houden, met in achtneming van de normen en waarden op het gebied van de gezondheid en het welzijn van hun vogels. Naast deze statutaire doelstellingen speelt de Nederlandse Bond in op zowel nationale als internationale ontwikkelingen op het gebied van de vogelsport, waar het de kooi- en volièrevogels betreffen. Organisatiestructuur Om uitvoering te geven aan de doelstellingen heeft de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers haar organisatie zo ingericht dat leden optimaal kunnen participeren in de bond. Hierbij is niet gekozen voor een hiërarchische organisatiestructuur, maar voor diverse samenwerkingsverbanden waarbij de leden centraal staan. Normen en waarden De diverse samenwerkingsverbanden worden aangestuurd door vrijwilligers die zich realiseren dat zij de hen opgedragen taken niet vrijblijvend invullen. Daar vanuit cultuurhistorisch- ornithologisch oogpunt de vogelliefhebber een solist is en feitelijk niet gewend aan het werken in teamverband, eist de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers van haar vrijwilligers dat zij met respect naar elkaar functioneren binnen de samenwerkingsverbanden. De Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers heeft in haar beleid vastgelegd hoe leden moeten omgaan met de wettelijke normen en waarden die gelden ten aanzien van de gezondheid en welzijn van kooi- en volièrevogels. Uitgangspunt daarbij is primair de eigen verantwoordelijkheid van de leden. Intenties en ambities Op basis van de praktijk van alledag en routinematig handelen ontstaan in de diverse geledingen van de bond situaties die een kwaliteitsverbetering behoeven. Naar de toekomst toe zijn er ook diverse zaken die een nieuwe stimulans kunnen geven aan de totale organisatie.
17
Bijlage B Reglement van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers ten aanzien van de gezondheid en het welzijn van kooi- en volièrevogels
Artikel 1. Uitgangspunten. De Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers (afgekort tot NBvV) wenst haar beleid te formuleren ten aanzien van dierwelzijn bij het houden van vogels als gezelschapsdieren. Het houden van, het fokken met, en tentoonstellen, dient op een duurzame, diervriendelijke, en hobbymatige wijze te geschieden. Zij geeft aan dit beleid invulling door het te baseren op de Nederlandse en Europese wet- en regelgeving voor zover deze van toepassing is op het hobbymatig houden van vogels. Daar waar mogelijk en of noodzakelijk zal de NBvV vanuit haar wens om zelfregulerend op te treden, haar verantwoordelijkheid nemen en zelfsturend, adviserend, regulerend en controlerend naar haar leden zijn. Artikel 2. Vogels als gezelschapsdieren. De NBvV richt haar beleid in hoofdzaak op vogels die aangemerkt worden als gezelschapsdieren en derhalve bestemd zijn voor liefhebberij of gezelschap. Artikel 3. Duurzaam houden van vogels. Duurzaam wil zeggen dat we de aarde waarop we leven minimaal zo willen overdragen aan de volgende generatie, zoals wij haar van de generatie die voor ons was hebben overgedragen gekregen. De NBvV streeft er naar om alle vogelsoorten welke als gezelschapsdier worden gehouden voor de avicultuur te behouden. Artikel 4. Verantwoord houden van vogels. De NBvV draagt een beleid uit dat is gericht op het verantwoord houden van vogels. Het uitgangspunt daarbij is om op een zodanige manier om te gaan met vogels dat deze zo optimaal mogelijk worden verzorgd en dat de liefhebber de hobby zo beleeft dat hij een bijdrage levert aan de natuur. Artikel 5. Diervriendelijk houden van vogels. Het beleid van de NBvV is er op gericht dat haar leden op een diervriendelijke wijze hun hobby uitoefenen. Dit wil zeggen dat de liefhebbers zijn vogels zo huisvest, verzorgt en fokt dat de belangen van het dier niet worden geschaad. Artikel 6. De huisvesting van vogels. De huisvesting van kooi- en volièrevogels moet voldoende ruimte bieden om een zoveel mogelijk natuurlijk gedrag mogelijk te maken. Daarbij moet er onderscheid worden gemaakt tussen gedomesticeerde soorten en soorten welke nog heel dicht bij de natuur staan. Te denken valt hierbij aan de eerste en tweede generatie die door de vogelliefhebbers worden gehouden. Artikel 7. De verzorging van vogels. Het beleid van de NBvV is gericht op het zo optimaal mogelijk verzorgen van de vogel, zodat de gezondheid en de conditie zoveel mogelijk gewaarborgd blijft.
18
Artikel 8. Het fokken met vogels. Iedere vogelliefhebber, aangesloten als lid bij de NBvV, dient minimaal twee exemplaren van een zelfde soort te houden. Dit om de vogels te socialiseren en om de vogel gewend te laten zijn aan de omgang met soortgenoten. Daarnaast moeten de gehouden vogelsoorten ruimschoots de kans te krijgen om tot voortplanting te komen. Artikel 9. Registratie en identificatie Het beleid van de NBvV richt zich op het ringen van alle vogels die in volières en of broedkooien en dergelijke worden geboren met een gesloten pootring. Dit als enig bewijs dat de vogel door een vogelliefhebber gefokt is. Het ringen met een gesloten pootring van een jonge vogels is niet in alle gevallen een wettelijke verplichting, maar dit is wel de aanbevolen richtlijn van de NBvV voor haar leden. Artikel 10. Het tentoonstellen van vogels. Het tentoonstellen van vogels heeft als doel het (laten) beoordelen van de fokwaarde van de vogels door een deskundige. Daarnaast is er een tweede doel en wel het bieden van de mogelijkheid aan het publiek om de ingezonden vogels te bezichtigen. Beide doelen mogen het welbevinden van de vogel niet schaden. Dat betekent dat de duur van de beoordeling en de tentoonstelling moet zijn afgestemd op het welbevinden van de vogels. Artikel 11. Verkoop en aankoop van vogels. Verenigingen, aangesloten bij de NBV, maar ook de NBvV zelf, organiseren vogelbeurzen, al dan niet gekoppeld aan een tentoonstelling. De NBvV heeft richtlijnen opgesteld waar een organisatie zich aan dient te houden. Deze richtlijnen zijn weergegeven in het reglement; Regels voor het houden van een vogelmarkt of vogelbeurs, welke in het Bondvademecum opgenomen is. Artikel 12. Het transport van vogels naar evenementen. Vogels die vervoerd worden naar en van een vogelmarkt, vogelbeurs of een tentoonstelling, moeten in zodanige transportkooien ondergebracht worden dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het optreden van stresssituaties geminimaliseerd is. Artikel 13. Toezicht op naleving van dit reglement. De controle op de naleving van dit reglement is in geval van een keuring, tentoonstelling, vogelmarkt of vogelbeurs de verantwoordelijkheid van de organisator van dat evenement. Deze controle wordt uitgevoerd door toezichthouders en of controleurs welke door de NBvV zijn aangewezen. Verenigingen of andere organisaties welke hun evenement organiseren onder auspiciën van de NBvV en als zodanig zijn gecertificeerd met het NBvV-keurmerk, kunnen hun keurmerk verliezen als zij de bepalingen van dit reglement en het uitvoeringsbesluit niet opvolgen. Zo daartoe een aanleiding aanwezig is kunnen leden van de NBvV gecontroleerd worden op de naleving van de voorschriften van dit reglement. Bij een voortdurend in gebreke blijven de voorschriften van dit reglement en het uitvoeringsbesluit op te volgen kunnen leden opgeroepen worden voor de tuchtcommissie van de NBvV te verschijnen. Bij dit reglement behoort het ” Uitvoeringbesluit” van het Reglement van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers ten aanzien van de gezondheid en het welzijn van kooi- en volièrevogels.
Vastgesteld door de Bondsraad van de NBvV op 11 februari 2012
19
Bijlage C
Codex voor het hobbymatig houden van en fokken met kooi- en volièrevogels door leden van de
Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers De Missie van de NBvV De Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers is de grootste organisatie in Nederland op het gebied van actief hobbymatig en duurzaam houden van kooi- en volièrevogels als gezelschapsdieren. De bond wordt gevormd door gespecialiseerde en niet-gespecialiseerde vogelliefhebbers die zich bij haar aansluiten om met behulp van de faciliteiten die de bond hen biedt optimaal hun hobby te kunnen uitoefenen. De doelstelling van de bond richt zich op een drietal pijlers: - het bieden van mogelijkheden aan zoveel mogelijke vogelliefhebbers om zich bij de bond aan te kunnen sluiten; - het bevorderen van de mogelijkheden om binnen de kaders van de huidige wet- en regelgeving ten aanzien van dieren, vogels te houden als gezelschapsdieren; - het bevorderen van een kennis- en een informatieoverdracht naar haar leden toe waardoor zij in staat kunnen zijn hun vogels hobbymatig en duurzaam te houden, met in achtneming van de normen en waarden op het gebied van de gezondheid en het welzijn van hun vogels.
Verantwoording De Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers en haar leden erkennen de intrinsieke waarde van de door hen hobbymatig gehouden volière- of kooivogels. In deze erkenning ligt de basis van het beleid dat door de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers wordt gevoerd ten aanzien van de gezondheid en het welzijn van kooi- en volièrevogels. Dit schriftelijk vastgelegde beleid is tevens opgenomen in de Missie van de bond.
Zorgplicht Door het lid zijn van de bond conformeren de leden zich aan het beleid van de bond. Zij zijn zich daardoor bewust van hun zorgplicht ten aanzien van de omgang met de aan hen toebehorende kooi- en volièrevogels. Handelingen of het nalaten van handelingen die een aantasting kunnen zijn voor de gezondheid en het welzijn van de vogels, zullen achterwege worden gelaten.
Het houden van vogels Het houden van vogels door zowel niet-gespecialiseerde als gespecialiseerde vogelliefhebbers heeft als basis het scheppen van zodanige voorwaarden ten aanzien van de huisvesting en de verzorging dat: - het natuurlijk gedrag van de vogelsoort niet in gevaar komt; - de huisvesting in overeenstemming is met de grootte van de vogel en of het aantal vogels dat in een ruimte wordt gehouden; - het aanbod van vers voedsel, afgestemd op de vogelsoort, dagelijks gegarandeerd is; - de vogels de beschikking hebben over vers drinkwater; - de hygiënische verzorgingsnormen in acht worden genomen en de daarvoor vereiste faciliteiten aanwezig zijn.
Socialisatie Vogels behoren tot de groep sociale dieren. Het beleid van de bond is er op gericht ook de gehouden kooi- en volièrevogels in staat te stellen zich te socialiseren en gewend te raken aan de omgang met soortgenoten. De bond bepleit in haar beleid het houden van minimaal twee exemplaren van een zelfde vogelsoort.
20
Het fokken met vogels Fokken met kooi- en volièrevogels is het door de mens selecteren en met elkaar laten paren van vogels, met als doel de eigenschappen van de volgende generaties in stand te houden en of te veranderen. Naar welke verandering wordt gestreefd is afhankelijk van het fokdoel dat samenhangt met de reden waarom de vogelsoort door de mens wordt gehouden. Het fokken met vogelsoorten die nog niet onderhevig zijn aan een langdurig domesticatieproces en daarom alleen als nominaat vorm (wildvorm) voorkomen heeft de voorkeur. Veel bedreigde en of beschermde vogelsoorten worden zo voor de avicultuur behouden. Een aantal speciaalclubs binnen de NBvV hebben dit fokdoel beleidsmatig in hun reglementen opgenomen. Bij vogelsoorten die al wel een langdurig domesticatietraject hebben doorlopen zijn door gericht fokken veranderingen opgetreden in de zang van de mannetjes of de oorspronkelijke uiterlijke kenmerken. Hierdoor zijn zelfstandige rassen ontstaan. Daarnaast zijn ook op deze wijze veranderingen opgetreden in de verdeling van kleurstoffen in de bevedering. Het fokken van rassen en kleurmutaties hoeft geen nadelige invloed te hebben op de gezondheid en het welzijn van de nakomelingen als de fokkers voldoende kennis omtrent het gedrag van erfelijke eigenschappen hebben. Het fokken met kooi- en volièrevogels is voorbehouden aan de gespecialiseerde vogelliefhebber. Basis is de aanwezige kennis van de anatomische, fysiologische en gedragskenmerken die de gezondheid en het welzijn van de ouderdieren en hun nakomelingen kunnen benadelen. Bij het fokken met volière- of kooivogels moet voor zover mogelijk worden voorkomen dat: - ernstige erfelijke afwijkingen en ziekten aan nakomelingen worden doorgegeven; - uiterlijke kenmerken worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij nakomelingen die schadelijke gevolgen hebben voor welzijn of gezondheid van de vogels; - het aantal broedronden die een vogel per broedseizoen aflegt de gezondheid en het welzijn van de broedende vogel niet benadeelt.
Het fokken van hybriden Het is mogelijk met vogels te fokken die niet tot dezelfde soort en of familie behoren. De nakomelingen worden hybriden genoemd. In veel gevallen zijn dergelijke hybriden onvruchtbaar en zullen geschaad worden in hun natuurlijk gedrag. Zeker als ze om die reden worden losgelaten zal er faunavervalsing optreden. Nakomelingen die wel vruchtbaar zijn worden ingezet om erfelijke eigenschappen van de ene soort naar de andere over te brengen. Op deze wijze vindt genetische manipulatie plaats. De Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers, overwegende dat er een import beperking is van uitheemse vogelsoorten, waardoor we zuiniger moeten zijn op alle exemplaren van uitheemse vogelsoorten die in ons land bij particulieren en de georganiseerde vogelliefhebbers voorkomen, is van mening dat het fokken van hybride vogels bij voorkeur niet gewenst is. Vastgesteld door de Bondsraad van de NBvV
21