NEDERLANDS VEENGENOOTSCHAP International Peat Society National Committee in The Netherlands A scientific and technical organization for the study of peatlands and peat
VEENPROFIEL (Nieuwsbrief oktober 2008)
INHOUD 1 2 3 4 5 6
Agenda Studiedag Nederlands Veengenootschap Toekomstig bestuur Nederlands Veengenootschap Bestuurswisseling Commissie VIII Boeken, Recensies Turf Anno 1922
Shakespeare im Torf Nederlands Veengenootschap - p/a Hoofdstraat 152 - 9355 TE Midwolde : 050-3634614 - @:
[email protected] - €: 40.05.23.248
Bij de foto: Im Zelt des Deutschen Theaters wird Shakespeares Lustspiel „Was Ihr Wollt“ aufgeführt und zwar auf einer Bühne voll mit Torf der Griendtsveen AG. (Die Spielzeit läuft bis zum 28.10.2008.) Das Bühnenbild soll einen Acker darstellen. Der dafür eingesetzte Badetorf erfüllt alle Anforderungen, nämlich im Wasser nicht zu gammeln, er ist aus den Kostümen gut auswaschbar und gesundheitlich unbedenklich. Die auf der Bühne befindliche Torfschicht wurde von anfänglichen 30 cm auf 8 cm reduziert, so dass das Fortkommen für die Schauspieler kein Problem darstellt. Der dunkle, „schmutzige“ Torfboden, erfüllt auch den gewünschten Effekt: Er stellt den Widerspruch zur sonst heilen sauberen Welt der Liebenden dar. In der Verwechslungskomödie wird mit Hinterlist und Lüge, um die Liebe gebuhlt. Je mehr sich eine Figur in Intrigen verstrickt, umso öfter fällt sie in den Dreck und beschmutzt sich. Im Laufe der Vorstellung suhlen und aalen sich die Darsteller im Torf, dass es nur so spritzt. Es ist gut zu wissen, dass die Zuschauer in den ersten Reihen einen Schutzumhang vor Beginn der Vorstellung erhalten. Auch wenn dem Torf hier im Theater noch eine negative Symbolkraft zukommt, ist eine weitere Sparte des Torfeinsatzes geschaffen. Maret Stolte Griendtsveen AG
1. Agenda Nederland: Studiedag: 28 november. Zie hieronder voor meer informatie. Internationaal: Commission II meeting Helsinki, Finland, 19 November 2008 Scientific Advisory Board Meeting No. 9 Jyväskylä, Finland, 20 November 2008 IPS Executive Board Meeting No. 44 Jyväskylä, Finland, 21 November 2008
2. Studiedag Nederlands Veengenootschap Op 28 november aanstaande vindt weer de jaarlijkse studiedag plaats. Het programma luidt: - 10.30 - 11.00 - 11.05 - 12.00 - 13.00 - 14.00 - 15.00
Koffie Verwelkoming door onze voorzitter Leo Schipper Voordracht door Charles Cornelisse Eenvoudige doch voedzame lunch Voordracht door Karel Leenders Lokale Peelverhalen door Piet van Mullekom met dia's Korte rit door de omgeving, met een fraaie wandeling van ongeveer 30 minuten met Piet van Mullekom als gids.
Korte impressie van de twee voordrachten: Charles Cornelisse Turfwinning in Holland vanaf de twaalfde eeuw Het Hollandse veengebied werd ontgonnen tussen 1000 en 1300. Door tekorten aan brandhout werd veen in toenemende mate als brandstof gebruikt. Dit gebeurde eerst door de boeren voor eigen gebruik en op kleine schaal. Met de groei van de stedelijke energiebehoefte werd de turfwinning een belangrijke nevenactiviteit van het boerenbedrijf. Vanaf het begin van de zestiende eeuw werd van droge veenafgraving op natte turfwinning overgegaan. Turf werd een belangrijke industriële sector voor de economie van de jonge Republiek der Nederlanden.
Karel Leenders Grootschalige exploitatie van de venen in West-Brabant van 1250 tot 1750 De venen in West Brabant en noordelijk Antwerpen zijn geheel verdwenen. Tussen 1250 en 1750 werd het veengebied op grote schaal bedrijfsmatig afgegraven. De industriële aanpak door genootschappen van industriëlen en investeerders uit Vlaanderen en Brabant was reeds herkenbaar rond 1300: er werden compagniën gevormd, er werd geïnvesteerd, infrastructuur aangelegd en op grote afstanden gewerkt.
De studiedag vindt plaats in Café de Morgenstond in het dorp Griendtveen. Een leuk bruin café dat ooit is gebouwd door de Maatschappij Griendtsveen. De mogelijkheden om met het openbaar vervoer er te komen worden u op tijd gemaild. Ook zullen we voldoende ruim van te voren bij u polsen welke behoefte en mogelijkheden er zijn om met elkaar te poolen. Tenslotte: de dag, inclusief de lunch, kost u niets! We hopen dat u komt!
Enige impressies van jaarvergadering 2007 bij Moorkultur Ramsloh (Koch)
3. Toekomstig Bestuur Nederlands Veengenootschap In de jaarvergadering van 2009 zal, tot spijt van de andere bestuursleden, onze voorzitter Leo Schipper aftreden. Hij heeft er dan drie bestuursperiodes van 3 jaar op zitten. Leden kunnen zich kandidaat stellen voor het bestuur, te zijner tijd zullen we u hiertoe uitnodigen. Ondertussen zal ook het bestuur zelf op zoek gaan naar aanvulling. Overigens, uit de statuten: "Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. Het kan voor elk hunner uit zijn midden ene vervanger aanwijzen. Een bestuurslid kan meer dan één functie bekleden."
4. Commissie VIII "Peat and Culture": nieuwe voorzitter Tijdens de bijeenkomst van Commissie VIII-leden en belangstellenden in Tullamore, Ierland, op 10 juni 2008, is het aftreden van de toenmalige voorzitter, dr. Anne Jelle Schilstra aan de orde geweest. Dit was uiteraard van te voren aangekondigd, waarna IPS-leden zijn uitgenodigd kandidaten voor zijn opvolging voor te dragen. Het werden drie kandidaten: dr. Kirsi Laurén uit Finland, mw. Marie Kofod-Hansen uit Zweden en dr. Michiel Gerding uit Drenthe, elk voorgedragen door hun respectievelijke nationale comité. Alle drie hebben ze hun sporen meer dan verdiend op het bemoeigebied van Commissie VIII. De aanwezigen hadden kennis genomen van de CV's der kandidaten. Na enkele voorrondes viel de eindstemming uit ten gunste van Michiel Gerding. Alle aanwezigen, inclusief de twee andere kandidaten, spraken hun tevredenheid uit over de uitslag. De Executive Board van de IPS nam de voordracht van de vergadering enkele dagen later over waarmee de voorzitterwisseling een feit was. Vanzelfsprekend blijven zowel Kirsi en Marie als Anne Jelle nauw betrokken bij verdere Commissie VIII-activiteiten.
5. Boeken en recensies, door Piet Cleveringa ‘Meten, boren en besien’ door Arjan ’t Riet
Uitgeverij: Verloren, Hilversum
Turfwinning in de buitenrijnse ambachten van het hoogheemraadschap van Rijnland 1680-1800 Binnen het Hoogheemraadschap van Rijnland is eeuwenlang turf gewonnen. Ondanks het feit dat de overheid door regelgeving probeerde de schade voor het land zoveel mogelijk te beperken, leidde de turfwinning in de loop van de zeventiende eeuw tot grote waterstaatkundige problemen. In 1680 voerde Rijnland een nieuw reglement in: stuivergeld werd geheven en nieuwe consenten werden alleen nog verleend op voorwaarde van droogmaking van de waterplas die zou ontstaan. De voorheen versnipperde turfwinning, werd vanaf dat moment projectmatig opgezet. De reglementering leidde ook tot een nauwkeurige registratie van de veenlieden die de turf lieten baggeren en de omvang van de productie. Gebaseerd op deze gegevens, gecombineerd met materiaal uit notariële en rechterlijke archieven, geeft Arjan ’t Riet een goed beeld van de dagelijkse werkzaamheden van veenlieden, turfarbeiders en turfschippers in de zogenaamde buitenrijnse ambachten van Rijnland tussen 1680 en 1800.
'Energiemarkten en energiehandel in Holland in de late Middeleeuwen' door Charles Cornelisse Uitgeverij: Verloren, Hilversum Holland behoorde met Vlaanderen en Zeeland bij de eerste economieën die van de rijkdom van een in de bodem opgeslagen energieschat, zijnde turf, profiteerden en zich daardoor konden ontwikkelen. Per hoofd gerekend was Holland in de late Middeleeuwen waarschijnlijk de grootste energieverbruiker van heel Europa. De behoefte aan energie werd gestimuleerd door de bevolkingsgroei, de verstedelijking, de exportindustrie, de verstening van de steden en de behoefte aan hoge en grote bouwwerken. In deze studie staat de ontwikkeling van handel in en markten van energie in het laatmiddeleeuwse Holland beneden het IJ centraal. Cornelisse toetst de bruikbaarheid van verschillende theoretische modellen betreffende de ontwikkeling van markten.
'Minerva in de Polder' door Siger Zeischka
Uitgeverij: Verloren, Hilversum
Minerva in de Polder onderzoekt de ontwikkeling van de vroegmoderne waterstaatstechniek in het Hoogheemraadschap van Rijnland in de periode 15001865. Om de ontwikkeling van molens, sluizen en dijken en de rol van molenaars, polderjongens technici en stedelijke investeerders ten volle te begrijpen en te verklaren, wordt deze ruim 350 jaar poldergeschiedenis in een zeer breed perspectief geplaatst. De impact en het belang van allerlei economische en sociale evoluties, met name in sectoren als de landbouw en turfwinning, de financiering van de locale waterstaat, de betekenis van de stedelijke netwerken, en de beschikbaarheid en circulatie van technische kennis, zijn slechts enkele van de thema’s die dit polderboek in petto heeft.
Nog meer over vervening, strijd tegen het water, polders en droogmakerijen valt te lezen in twee boeken die uitvoerig zijn besproken in de boekenbijlage van NRC HANDELSBLAD van 19 Oktober 2007. 'Hollanders en het water. Twintig eeuwen strijd en profijt'. Eelco Beukers (red). Twee delen. Het is een uitgave van Verloren. Het kost €39.'Land in zee. De watergeschiedenis van Nederland'. De schrijver is Wilfried ten Brinke. De uitgave is van Veen Magazines. Het kost €39,95 Niet de graven van Holland en de bisschoppen van Utrecht begonnen de ontginning van het Hollands-Utrechtse veengebied. Het waren de Romeinen. Kort samengevat is dat de inhoud van het proefschrift van Heleen Van Londen. Zij promoveerde op dit onderwerp bij de Universiteit van Amsterdam. De titel van het proefschrift luidt: Midden-Delfland: The Roman Native Landscape Past and Present. (274 blz.) Van Londen ontdekte dat op alle archeologisch onderzochte locaties de sloten regelmatige patronen vormden, die voldeden aan het meetkundige principe van de Gulden Snede. De Gulden Snede is een verhouding van twee ongelijke lijnstukken. Als je het kortste lijnstuk deelt door het langste lijnstuk dan moet daar hetzelfde uitkomen als wanneer je het langste lijnstuk deelt door allebei de lijnstukken samen. De landinrichting in de Romeinse Tijd werd met behulp van landmeters uitgevoerd.
'Landschap in ruimte en tijd' Het is de titel van een vriendenbundel die Guus Borger kreeg aangeboden bij zijn afscheid als hoogleraar historische geografie aan de Universiteit van Amsterdam. In de boeiende bundel staan een groot aantal artikelen. De onderwerpen die in de artikelen aan de orde komen lopen sterk uiteen. Sommige richten zich specifiek op de historisch geografie anderen hebben met veen en turf te maken, weer anderen met kerkelijke ontwikkelingen (De Gereformeerde Bond 19062003: omvang en geografische spreiding). Een breed spectrum van onderwerpen, dat wel, maar relatief veel met een ‘link’ naar veen/turf. De redactie van het boek werd gevormd door Jan J.J.M. Beenakker, Frits H. Hortsen, Adrie M.J. De Kraker en Hans Renes. Het is een uitgave van AKSANT. Het boek is in 2007 verschenen. ISBN 978 90 5260 270 7
6. Turf Anno 1922 Ons lid Jan Wiertsema tikte enige tijd geleden een exemplaar van "De Ingenieur" uit 1922 op de kop met daarin een uitvoerig artikel over de techniek van het hoogveenafgraven, geschreven door ir. J.C. Horch. Op voorgaande pagina's van dit Veenprofiel zag u hieruit al een paar illustraties van gestapelde turven staan. Hieronder zijn enkele stukken van het artikel weergegeven. Heeft u belangstelling voor het gehele artikel dan stuurt de secretaris u met plezier, én kosteloos, een kopie van het artikel (met een betere kwaliteit dan u hier ziet) toe. Laat het hem even weten.