RIKA - PELLETKACHEL
De ziel van uw huis
NE DE R LANDS
F ig . 1 F ig . 2
2
F ig . 3
3
NE DE R LANDS
F ig . 4
4
NE DE R LANDS
F ig . 5
5
NE DE R LANDS
NEDERLANDS
INHOUDSTABEL Technische gegevens + vervangonderdelen 1 . DE
8
VERPAKKING
2. BELANGRIJKE INFORMATIE Algemene aandachtspunten en waarschuwingen
9
3.WAT ZIJN PELLETS? Pelletopslag
9
Technologie, Bedieningscomfort, bedieningszekerheid, 10 efficientie en emissie 4 . AUTOMATISCHE ZEKERHEIDSFUNCTIES Stroomuitval tr Oververhitting Lage temperatuursuitschakeling Elektrische overstroombeveiliging
10 10 10 10
5 . I N S T TA L L A T I E V A N D E K A C H E L Algemene richtlijnen Plaatsen van de pelletkachel Voorbereiding e Bodembescherming Zekerheidsafstan Elektrische aansluitin
11 11 11 11 11 11
Verbrandingslucht Externe verbrandingslucht t
12 12
6. MONT A G E BEKLEDING, OPTIES Algemeen Montage van de staal -en keramiekbekleding Externe ruimtethermostaat
12 12 12
7. B E D I ENING Algemene aanwijzingen Sturing -en bedieningsfuncties Bedieningspaneel Menubediening Afkortingen: verklaring Menu 2: Timer functie Optie ruimtethermostaat Menu 4: Informatie Overzicht bedrijfstoestanden
13 13 13 14 15 16 16 17 18
8. UITSCHAKELEN VAN DE KACHEL Uitschakeltoestand Externe regeling Zekerheidsuitschakelingen STB uitschakeling bij oververhitting Deur openen
6
19 19 19 19 19
9 . E L E K T R IS C H E
19 19 19 19
G L O E IK A A R S
Inschakeling zonder gloeikaars Praktische tip Brandstoftoevoer t 10 .R E IN IG IN G
NE DE R LANDS
Ventilator-naloop-tijd bij alle foutmeldingen Uitschakeling als de vlamvoeler defect is Stroomuitval t Stroomuitval t tijdens de start
E N
20 20 20 O N D E R H O U D
Belangrijke opmerkingen Bedieningsmateriaal Vuurkom reinigen Deurglas reinigen Rookgaskanaal reinigen Rookgasverzamelaar Rookgasventilator reinigen Pelletvoorraadruimte reinigen Deurdichting inspecteren Rookkanaal controleren
21 21 21 21 21 22 22 23 23 23
11. S T O R I N G - O O R Z A A K - O P L O S S I N G Foutmeldingen
24 - 25
12 .W IJ G A R A N D E R E N
S
Y M
B
O
O
L
V
E
R
Blangrijke mededeling
Praktische tip
Zie tekening of plan voor meer duidelijkheid
7
K
L
A
R
I
N
G
ONDERDELEN - OVERZICHT
( Fig. 1 )
( Fig. 3 - Fig. 5) BEZEICHNUNG
TECHNISCHE GEGEVENS Maten (mm) en gewicht (kg) Hoogte
980
Breedte
495
Diepte
531
Gewicht zonder bekleding
76
Gewicht met staalbekleding
1 01
Gewicht met keramiekbekleding
110
Diameter rookafvoer Vermogen Volume op te warmen woning afhankelijk van de isolatie Brandstofverbruik
1 00 2,4-6,0 kW 40-210 0,6-1,8 kg/h
Pelletvoorraad
1 6 kg
Netaansluiting
230V/50Hz
Gemiddeld elektrisch verbruik . Zekering Gemiddelde . druk: Maximale belasting Deellast Gemiddelde : rookgasafvoer: Maximale belasting Deellast
< 100 W 1,6 T 1 1 ,7 Pa 1 0, 1 Pa 6,6 g/s 3,8 g/s
De Eigenaar van de pelletkachel moet de technische dokumentatie bewaren.
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Hitz eschutzkpl. FŸhler klemme Steuerungkpl. Zugpla tte BehŠlt er kpl. Thermoelemen t NiCrNi Sich erungshalt er Sich erungs temperaturschalte r ZŸndpa trone Sc h necke geschw. Ge triebemo tor 220V/50Hz Zuluft rohr ges. GeblŠse kpl. FR-TŸr bearb. undck. la gra u TŸrglas Verschlussbolz en matt chrom K5 Glashalt er FR-Deckel bearbeit et
B15245 Z31459 B15294 L00426 B15254 111515 107887 Z32147 B12301 105727 B15242 B15246 Z32344 Z32340 Z32423 L00437 Z32343
30 31 32 33 34 35
Putzdec kel grau ISK-Schraube FR-Front kpl. GehŠnge BA1 un ten lack. gra u KŠfigmutter ST.verz. KŠfig NR M8 Mulde
Z32422 100055 B15243 B14478 106591 Z32345
50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63
Deckel li ges. Konvektionsrippe kpl. BehŠlterdeckel RŸckwand Deckel re ges. Verkleidungerkpl. Stahl Sechskantschraube M5x16 Verkleidungerkpl. Keramik Zuluftflansch Verkleidungo/unten v Stahl Verkleidungo/unten v Keramik Verkleidungo/ob v Keramik Verkleidungo/ob v Stahl Sechskantschraube M5x10
B15250 B15253 L00434 L00441 B15251 111203 Z18278
106472
Respecteer de nationale en Europese normen, alsook regionale voorschriften, die voor de installatie en inbedrijfname van toepassing zijn!
1. DE VERPAKKING Uw eerste indruk is voor ons heel belangrijk!c - De verpakking van uw pelletkachel biedt een goeie bescherming tegen beschadiging. Bij transport kan er, uitzonderlijk, schade aan de kachel (of toebehoren) voorkomen.
- De verpakking van uw pelletkachel is neutraal voor het milieu.
De karton en de folie (PE) kunnen probleemloos gesorteerd en hergebruikt worden.
Controleer de pelletkachel zorgvuldig op schade en volledigheid. Eventuele gebreken moeten onmiddellijk gemeld worden aan de vakhandelaar.
8
Technisch e und op tische nderungen, Irrtumwie so Satz- und Druc kfehler vo rbehalt en.
NEDERLANDS
TECHNISCHE GEGEVENS
- Maak uw kinderen attent op de bijzondere gevaren en houdt hen op een veilige afstand van de kachel.
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN EN WAARSCHUWINGEN Neemt u eerst deze inleidende algemene waarschuwingen door.
- Het plaatsen van niet-hittebestendige voorwerpen op of naast de kachel is verboden.
- Lees deze handleiding grondig door alvorens de pelletkachel in gebruik te nemen.
- Droog geen was op de pelletkachel!
- Voor het transport van uw verwarmingstoestel gebruik enkel toegelaten transportmiddelen met toereikend draagvlak.
- Een droogrek om kleren en dergelijke te drogen moet op een veilige afstand van de pelletkachel opgesteld worden. -BRANDGEVAAR!
- Door het opbranden van pellets komt warmte-energie vrij, die zorgt voor de opwarming van het verwarmingstoestel, de deuren, het deur -en bedieningshandvat, de rookafvoer en eveneens het frontpaneel van de pelletkachel. Het aanraken van deze onderdelen zonder bescherming of hulpmiddel zoals bv. een hittebestendige handschoen of ander bedieningsgerief is uit den boze.
3. WAT ZIJN PELLETS ? Pellets worden r gemaakt van houtafval bekomen door houtverzaging -en bewerking. Dit houtafval wordt verkleint, gedroogd en zonder bindmiddel tot de "brandstof" pellets samengeperst.
Vraag een lijst van brandstofleveranciers aan uw installateur. Het gebruik van minderwaardige of ontoelaatbare pellets verhinderd de goeie werking van de kachel. De garantie vervalt als er brandstoffen worden gebruikt die niet voldoen aan "de specificatie van de pellets".
SPECIFICATIE VAN DE DE PELLETS: Verbrandingswaarde: 4,9kWh/kg Dichtheid: 650 kg/m³ Waterinhoud:: Max. 8% Asaandeel: Max. 1% Diameter: 6 mm Lengte: Max. 30mm Inhoud: 100% onbehandeld hout en zonder bindmiddel. Verpakking: In zakwaar
PELLETOPSLAG Om een probleemloze verbanding van pellets te bekomen is het belangrijk de pellets zo droog mogelijk en vrij van vuil te bewaren.
9
NEDERLANDS
2. BELANGRIJKE INFORMATIE
NEDERLANDS
HOOGSTE EFFICIENTIE GROOTSTE BEDRIJFSZEKERHEID
TECHNOLOGIE De technologische voorsprong van uw kachel is het resultaat van jaren testen in labo's.
Een zeer groot warmtewisseloppervlak samen met een optimale verbrandingsluchtcontrole garandeert een zeer goeie brandstofnuttiging
De praktische voordelen van uw pelletkachel zijn overduidelijk:
Een fijn gedoseerde pellettoevoer in een geoptimaliseerde brandmond uit hoogwaardig staal zorgt voor een volledige verbranding met zeer goeie rookgaswaardes en dit in iedere bedrijfsfase.
BEDIENINGSCOMFORT BEDRIJFSZEKERHEID Een elektronische regeling, samen met het meten van de verbrandingstemperatuur, stuurt en controleert het samenspel van rookgasafvoer, voedingsslak en temperatuur. Dit regelsysteem garandeert een optimale verbrandings -en bedrijfstoestand. Uw bedieningsbijdrage wordt zo tot het minimum herleidt, dit voorkomt bedieningsfouten tijdens het bedrijf.
4 . AUTOMATISCHE ZEKERHEIDSFUNCTIES STROOMUITVAL
LAGE TEMPERATUURSUITSCHAKELING
Na een korte stroomuitval r worden de bedrijfsfuncties, die vóór de stroomuitval ingesteld waren, voortgezet. Bekijk hiervoor het hoofdstuk "zekerheidsuitschakelingen" pagina 19
Koelt de kachel af tot onder een bepaalde minimum temperatuur, dan schakelt het toestel uit. Deze uitschakeling kan ook gebeuren bij een laattijdige start van de vlam.
OVERVERHITTING Een temperatuurbegrenzer (STB) schakelt de kachel bij oververhitting automatisch uit. Na afkoeling van de kachel moet de temperatuurbegrenzer (STB) handmatig teruggezet worden. De pelletkachel is enkel via het bedieningsbord in te schakelen en werkt dan in het regelprogramma. OPGELET: Als een oververhittingstoestand zich heeft voorgedaan, moet er een reiniging gebeuren.
10
ELEKTRISCHE OVERSTROOMBEVEILIGING Het toestel is met een hoofdzekering (aan de rugzijde) tegen overstroom beveiligd (Type: "Technische gegevens " p.8).
ROOKAFVOERKANAAL AANSLUITEN
ALGEMENE RICHTLIJNEN
Fig. 1
Het toestel moet aan een schoorsteen, bestemd voor vaste brandstof, aangesloten worden. Een gemetste schoorsteen moet een minimum diameter van 120 mm hebben.
WERKVOLGORDE 1. Uitmeten en uittekenen van de rookafvoerkanalen (met behulp van fig.1) 2. Boren van de muurdoorvoer
Het rookafzuigsysteem is gebaseerd op een onderdruk in de verbrandingskamer en een lichte overdruk in de rookgasuitlaat. Daarom is het belangrijk dat de rookafvoerkanalen correct en luchtdicht geïnstalleerd worden.
3. Rookafvoerkanaal bevestigen 4. Kachel met rookafvoer aansluiten
BODEMBESCHERMING
Enkel hittebestendige dichtingmaterialen, zoals aluminium kleefband, hittebestendige silicone en minerale wol mogen gebruikt worden.
Opstelvlak: t De kachel moet op een vuurvaste ondergraond geplaatst worden. Bij brandbare ondergronden (hout, parket, tapijt,...) is het aangewezen om een vuurvaste ondergrond of plaat aan te leggen.
Wij bevelen voor de aansluiting uitsluitend opgeleide vaklui aan.
Minimumafmetingen van een onderplaat: Achten Sie weiters darauf , dass das Rauchrohr nic ht in den freien Quersc hnitt des Schornsteines hineinragt .
Van de vuuropening naar voor toe: 50 cm Van de vuuropening naar links en naar rechts: 30 cm
Volg de plaatselijk geldende bouwvoorschriften. Contacteer jouw dienstdoende schoorsteenveger.
VEILIGHEIDSAFSTANDEN Telkens van het toesteloppervlak , gemeten; fig.2 pg.2
Vermijdt een te lang rookafvoerkanaal.
1. Tot brandbare voorwerpen a = 800 mm b = 200
Vermijdt te veel bochten in het rookafvoerkanaal.
2. Tot niet-brandbare voorwerpen a = 400 mm b = 100
Indien er geen mogelijkheid is om rechtstreeks in de schouw te gaan, voorzie je best een aansluitstuk met reinigingsopening (T-stuk).
ELEKTRISCHE AANSLUITING De kachel wordt met een ca. 2,5 m lange aansluitkabel met eurostekker geleverd. De kabel moet in een 230 Volt, 50 Hz stopcontact gestoken worden. Het gemiddelde elektrische verbruik bedraagt in normaal bedrijf 100 W. Gedurende de automatische start (ca. 10 minuten) bedraagt het vermogen 350 W. De aansluitkabel moet zo gelegd worden dat contact met hete of scherpe onderdelen van de kachel wordt vermeden.
11
NEDERLANDS
5. INSTALLATIE VAN DE KACHEL
NEDERLANDS
2. Minstens diameter 50mm
VERBRANDINGSLUCHT Ieder verbrandingsproces verbruikt zuurstof. Deze verbrandingslucht wordt bij alleenstaande kachels uit de ruimte genomen. Deze onttrokken lucht moet in de woningen toegevoerd worden, om geen onderdruk in de woning te creëren. Hiervoor raden we aan om de ruimte waar de kachel zich bevindt voldoende te verluchten.
3. Om een optimale luchttoevoer te garanderen mag de leiding niet langer zijn dan 4m. Er moeten zo weinig mogelijk bochten gebruikt worden 4. Eindig buiten met een bocht van 90° naar beneden of een windbescherming.
Als er één of meerdere van deze punten niet worden gerespecteerd bestaat de kans dat er een slechte verbranding ontstaat in de kachel of onderdruk in de ruimte waar de kachel is geplaatst. Er bestaat ook de mogelijkheid om, in plaats van buitenlucht, lucht uit een aangrenzende ruimte te zuigen. Let wel, deze ruimte moet dan ook voldoende verlucht zijn zodat deze niet in onderdruk komt te staan.
Bij luchtdichte woningen kan weinig lucht naar binnen stromen en is het dus ook aangeraden om voldoende verluchting te voorzien. Indien niet anders mogelijk is er de mogelijkheid om extern de verbrandingslucht aan te zuigen.
TOEVOER VAN EXTERNE VERBRANDINGSLUCHT 1. Wij bevelen het gebruik aan van stalen of PVC buizen. 6.MONTAGE, BEKLEDING, OPTIES
(deel 64). Verwijder enkel de zijbekleding van de kachel (deel 55 of 57)
ALGEMEEN OPGELET: Enkel aan het toestel werken als de netstekker van de kachel uit het stopcontact is.
EXTERNE RUIMTETHERMOSTAAT OPGELET: Dit mag enkel door installateurs uitgevoerd worden.
Bij de montage van de kachel geen voorwerpen (schroeven etc.) in de brandstofvoorraad laten vallen. Ze kunnen de voedingsslak blokkeren en de kachel beschadigen.
De pelletkachel kan met een ruimtethermostaat uitgebreid worden. De 2-polige kabel van de ruimtethermostaat wordt, via een voorziene kabelopening in de rugzijde, in de kachel gebracht. De kabelbrug in de tweepolige stekker (FOTO 1) wordt gewisseld voor de 2 draden van de ruimtethermostaat.
De kachel moet uitgeschakeld en afgekoeld zijn vooraleer er aan te werken.
MONTAGE VAN DE STAAL -EN KERAMIEKBEKLEDING 1. Schroef de zeskantige bouten (deel 56) los. Neem de beide platen af (deel 50, 54). Neem de convectiestrook (deel 51) van de kachel af.
Kabelbrug
2.Verwijder de zeskantschroeven (deel 63) aan beide zijden van de bekleding bovenaan de kachel, aan de voorkant (deel 62, 61) en neem deze delen af. 3. Open de deur en bevestig de bekleding (deel 60 of deel 59) onderaan, aan de voorkant van de kachel.
FOTO 1
4. Verwijder de drie zeskantschroeven 12
BEDIENING
ALGEMENE AANWIJZINGEN
BEDIENINGSPANEEL Instellingen en functies kunnen via het bedieningspaneel ingesteld worden.
De kachel mag maar aangeelegd worden als de montage is voldaan.
De pelletkachel is ontwikkeld en geoptimaliseerd om enkel goeie houtpellets te verbranden. De verbranding van niet-gepelletiseerde vaste brandstoffen (stro, maïs, hakhout, …) is niet gegarandeerd. Het niet naleven van deze voorschriften doet de garantie -en aansprakelijkheid teniet en kan de werking van de kachel beïnvloeden.
Afbeelding 1: Bedieningspaneel Bij correct gebruik van de kachel kan hij niet oververhit raken. Onregelmatig gebruik kan evenwel de levensduur van de elektrische onderdelen (ventilator, motoren en elektrische sturing) verkorten en is niet toegelaten.
SCHERM: Aanduiding van de bedrijfstoestand MENU: Navigatie naar en in de verschillende menu-onderdelen.
STURING EN BEDIENINGSFUNKTIES (Fig.3, deel 3)
MINUS/PLUS: Veranderen, bv verhogen, van waardes en navigeren in de sub menu's
De pelletkachel is met een programmeerbare microprocessor uitgevoerd.
ON/OFF: In -of uitschakelen van de pelletkachel.
Onderhoud aan de sturing (hoofdprintplaat) en aan het bedieningspaneel mag enkel door vakmannen uitgevoerd worden. Zelf werken uitvoeren aan deze onderdelen betekent verlies van garantie en aansprakelijkheid.
13
NEDERLANDS
7.
NEDERLANDS
MENUBEDIENING ALS DE KACHEL BRANDT Voor ingebruikname moet de pelletkachel aangesloten worden op het net.
Als de kachel wordt aangesloten aan het net verschijnt er op het scherm een punt.
"1" betekent dat de manuele bediening ingeschakeld is.
Druk op de "0/1"-toets om de pelletkachel in te schakelen.
Door nogmaals op de "menu" -toets te drukken verschijnt er "M06"
Er verschijnt "ON". Als er zich een fout voordoet zal de kachel niet starten en verschijnt er een foutmelding op het scherm. Zie hoofdstuk "foutmeldingen"
U ziet de vermogenaanduiding in %/10. Deze waarde kan ingesteld worden in stappen van 10%.
Als de gewenste waarde is ingesteld drukt u op "Menu" en komt terecht in het onderdeel info.
Na ca. 2 seconden verschijnt automatisch het ingestelde vermogen op het scherm in %/10. (H07à70% van het maximum vermogen.) Deze waarde ckan veranderd worden in stappen van 10% met de "+/-"-toetsen. Druk op de "menu"-knop om naar het volgende menuonderdeel te gaan.
INFORMATIEONDERDEEL
I/ O
ONDERDEEL MANUELE
Drukt u gedurende 2 seconden op de "0/1"-toets tot er "OFF" verschijnt.
"OFF" wordt aangegeven tot de vlamtemperatuur 180° C bereikt, dan schakelt de kachel zich uit en verschijnt er een punt op het scherm.
WERKING In dit onderdeel kan de manuele bediening in -of uitgeschakeld worden. Druk op de "+"-toets en er verschijnt 0.
De manuele bediening is uitgeschakeld -->"autowerking"
Door nogmaals op de "+"-knop te drukken verschijnt er "1".
14
AFKORTING
NAAM
BESCHRIJVING
Stb
Standby-Modus
Pelletkachel is uitgeschakeld door: Tijdschakelaar Externe regeling Ruimtevoeler
On
On
Kachel wordt ingeschakeld
Off
Off
Kachel wordt uitgeschakeld
.
Punt
Bedrijfsklaar
Man
Manuele optie
Manuele Sturing AAN/UIT
TI
Timer-optie
Automatische werking
Th
Thermo-optie
Thermostatische-ruimteregeling
Inf
Info
Informatie over de kachel Maandag tot zondag
MO; TU; WE; TH; FR; SA; SU Weekdagen S1; S2; E1; E2
Start 1; Start 2; Einde 1; Einde 2
Start -en stoptijden voor automatische werking
H01-H10
Vermogen
Vermogen in %/10 (H07=70%)
M01-M10
Manueel vermogen
Vermogen in %/10 (H07=70%) in manuele werking
T01-- T10
Temperatuur
Temperatuurregeling
Par
Parameter
Parameteronderdeel
P10-P17
Parameter
Parameter 10 - 17
RES
Reset
Standaardwaardes instellen
F01-F07
Fouten
Fouten 01-07
Fro
Vriesbescherming
Vriesbescherming 5-10° C
CL
Reiniging
Herhalende reiniging (1-2h)
S-1/0
Schroef
Schroef AAN of UIT
IG1/0
Ontsteking
Zending AAN of UIT
F-1/0
Ventilator
Ventilator AAN of UIT
E-1/0
Externe regeling
Externe regeling AAN of UIT
FT
Vlamtemperatuur
Vlamtemperatuur (62=620° C)
HP
verwarmingsvermogen
Verwarmingsvermogen
SEr
Service
Te verbranden gewicht van pellets tot de volgende service
oH
Operating Hours
Werkingsuren van de kachel (h)
P
Programmaversie
Programmaversie bediening
H; M; D
Hour; Minute; Day
Uren-, Minuten-, dagenopslag in de kachel
MENU
Menutoets
Navigeren naar en in de verschillende menuonderdelen
+/-
Plus/Min-toets
Verhogen of verlagen van de instelwaardes.
ON/OFF
In/uit-schakelaar
AAN/UIT
15
NEDERLANDS
VERKLARENDE WOORDENLIJST AFKORTINGEN
NEDERLANDS
MENU 2 "TI" TIME FUNCTIE
RUIMTETHERMOSTAAT OPTIE
In automatische stand (TI- functie) brandt de kachel gedurende de ingestelde tijd volgens ingesteld vermogen (H01-H10) of met een actieve temperatuurfunctie (optie) wordt het vermogen naar de ingestelde (gewenste) temperatuur geregeld. Buiten de ingestelde werkingstijden schakelt de kachel volledig uit. Enkel bij aansluiting van een ruimtevoeler is de vriesbescherming actief.
Bij aansluiting van een ruimtethermostaat gaat de kachel branden in de vooraf ingestelde werkingstoestand. Bij het bereiken van de ruimtetemperatuur wordt de kachel uitgeschakeld (zie: externe regeling).
16
NEDERLANDS
MENU 4 "INFO" INFORMATIE
In dit menuonderdeel kunnen verscheidene parameters afgelezen worden. Deze dienen hoofdzakelijk voor de klantendienstzwecken (Zie pagina 15 voor de verklaring van de symbolen).
17
NEDERLANDS
OVERZICHT WERKINGSTOESTANDEN
Netspanning AAN Pelletkachel UIT Kachel start enkel door de "0/I"-toets in te drukken of door de vriesbescherming als je een ruimtevoeler hebt. Standby Modus; Pelletkachel is uitgeschakeld door: - Tijdschakelaar - Externe regeling - Ruimtevoeler De kachel start automatisch h
Info: Pelletkachel start
Start tijd
Info: Pelletkachel t stopt
Tijd nodig om te stoppen
Menu manuele bediening Omschakeling zonder tijdsfunctie Timer menu Instelling uur en tijdprogramma's Thermo menu Ruimtetemperatuurfunctie Informatie menu Weergave van de ingestelde waardes Verwarmingsvermogen Vermogen - instelling Temperatuur factor T01 - T10 Ruimtetemperaturrfunctie T1 = Minimumtemperatuur = 12° C T5 = Gemiddelde temperatuur = 20° C T10 = Macimumtemperatuur = 30° C Week F01-F07 Foutmelding Zie hoofdstuk "Storingen - oorzaken - foutmeldingen".
18
U IT S C H A K E L IN G
V A N
D E
UITSCHAKELTOESTAND Pelletkachel AUS; De pelletkachel wordt uitgeschakeld. Vorstbeveiliging aktief als er een ruimtevoeler is aangesloten. Anduiding: Stb=Standby EXTERNE REGELING Als de overbrugging (zie pagina 16 externe ruimtethermostaat) onderbroken wordt (=open contact) dan gaat het toestel uitschakelen en verschijnt er AUS. Nadien komt de kachel op Stb=Standby Als er een signaal komt start het toestel automatisch met de vooraf ingestelde functie H01-H10 of T01-T10 als de TI tijd vrijgegeven wordt of, in manueel bedrijf M01-M10.
K A C H E L
VENTILATOR NALOOPTIJD BIJ ALLE FOUTMELDINGEN Ventilator blijft draaien tot de vlamtemperatuur lager wordt dan 100° C. WERKINGSSTOP ALS DE VLAMVOELER DEFEKT IS Ventilator blijft 10 min. nadraaien. STROOMUITVAL Na een stroomuitval wordt de vlamtemperatuur gecontroleerd. Als deze boven de 300° C bedraagt is er geen startverzoek maar normaal bedrijf. Onder de 300° C wordt er een normale start uitgevoerd.
STROOMUITVAL GEDURENDE DE OPSTART ZEKERHEIDSUITSCHAKELINGEN Startproces wordt bij stroomtoevoer opnieuw uitgevoerd.
ST B schakelt de pelletkachel uit bij oververhitting. De uitschakeltemperatuur is ingesteld op 100°C DEUROPENING Als de vlamtemperatuur in 60 sec 20% daalt dan herkent de regeling een geopende deur: - Afzuig wordt 100% - Kachel schakelt uit tot de vlamtemperatuur lager wordt dan 100° C. - Aanduiding van een foutmelding: F03= Vlamuitval gedurende de werking. Of F01: pelletvoorraad is leeg, deur is open of de voeler is defect. - Reset met I/0-toets, Herstarten met de I/0-toets is nodig.
19
NEDERLANDS
8 .
NEDERLANDS
9 .
A U T O M A T IS C H E
S T A R T
De pelletkachel e is met een elektrische gloeikaars uitgevoerd. Deze treedt in werking samen met het startprogramma. De inschakelduur van de gloeikaars is circa 6 min.
BRANDSTOFTOEVOER
INSCHAKELEN ZONDER GLOEIKAARS
Om te verhinderen dat het vuur wegens een tekort aan brandstof uitdooft bevelen we aan om een zeker minimum voorraad te onderhouden. Een Zak van 15 kg kan bijgevuld worden als er nog een 2 kg voorraad is. Bekijk regelmatig de voorraad. Het deksel van de voorraadruimte blijft best gesloten, met uitzondering tijdens het bijvullen.
Voorzichtigheid tijdens het bijvullen! De Pelletzak niet in aanraking met de kachel brengen. Pellets die naast de voorraadruimte vallen weg doen.
OPGELET Is de gloeikaars defect, gelieve de reparatiedienst op de hoogte te brengen. Als de pelletkachel niet met een gloeikaars is uitgerust of deze is defect, dan ontsteek je de kachel als volgt:
Voor de pelletcapaciteit zie de technische fiche.
1. Controleer of de pellethouder gevuld is met pellets, de brandkamer gereinigd is. 2. Een brandbaar product in de brandermond leggen en daarbovenop enkele pellets leggen.
Geen ontvlambare vloeimiddelen gebruiken! 3. Het brandbaar product aansteken en de deur sluiten. Vervolgens de "ON/OF" - toets indrukken. Deze druk start het startproces.
PRAKTISCHE TIP Het pelletverbruik hangt van de grootte van je pellets af. Hoe groter de pellets, hoe langzamer de toevoer van de pellets en omgekeerd. De kachel kan risicoloos blijven branden; toch is het aanbevolen om de kachel 'snachts, of bij afwezigheid, uit te schakelen. (Verwarmen is nutteloos op deze momenten.)
20
R E IN IG IN G
E N
O N D E R H O U D
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
enkele luchtgaatjes verstopt lijken kan je deze met een plamuurmes verwijderen. Deze gaatjes moeten vrijblijven om een optimale verbranding te verzekeren. Als je deze mond uitneemt om te reinigen kan je meteen ook de onderliggende ruimte stofzuigen. Het is aanbevolen bij veel gebruik de asruimte en de vuurkom te reinigen om de 2 à 3 dagen
De kachel moet uitgeschakeld en afgekoeld zijn vooraleer er onderhoudswerken uitgevoerd worden. Om de kachel uit te schakelen verwijzen we naar het hoofdstuk "bediening" Onderhoud enkel uitvoeren als de netspanning niet is aangesloten!
De frequentie, wanneer de kachel gereinigd moet worden, de onderhoudsintervallen, hangt van het soort pellets en het gebruik af. Hoge vochtigheid, as, stof en spanen kunnen de noodzakelijke onderhoudsintervallen verdubbelen. We willen er daarom nog éénmaal op wijzen dat er enkel goeie pellets mogen gebruikt worden. Beeld 2
DEURGLAS REINIGEN Hout als meststof
Het glas van de deur reinig je best met een vochtige doek. Hardnekkig verbrandde deeltjes verwijder je met een daarvoor bestemd product.
Na de verbranding van de pellets blijven er minerale delen van het hout (ca. 1%) als as in de vuurkamer. Deze as is een natuurproduct en een uitstekende meststof voor de planten in de tuin.
ROOKGASKANALEN REINIGEN Het rookgaskanaal moet minstens 1 x per jaar, in het begin of op het einde van het stookseizoen, gereinigd worden. Bij constante werking raden we een kortere periode aan tussen het reinigen door (ca. iedere 3 maand).
In de asse kunnen nog gloeiende delen aanwezig zijn.
BEDIENINGSMATERIAAL Bij de kachel steekt een metalen staaf, een handschoen en een plamuurmes. De metalen staaf kan gebruikt worden om de deur te openen, de handschoen wordt gebruikt om hete onderdelen te nemen. Het plamuurmes wordt gebruikt om de gaatjes van de vuurkom te reinigen. Achteraan de kachel kan het bedieningsmateriaal opgehangen worden.
De rookgaskanalen zijn in de vuurkamer gesitueerd (beeld 5) - Verwijder de convectieribben en de bekleding zoals uitgelegd in hoofdstuk " Montage van de staal -of keramiekbekleding" pagina 12. - Verwijder de vleugelmoeren (fig.3) en neem het vuurhaarddeksel (fig.3, deel 18) weg. Zowel aan de linker als aan de rechterzijde van het toestel. - De rookkanalen aan de vuurhaardzijde met de staalborstel reinigen. - Zuig de vrijgekomen assen en stof op, zowel in de vurrhaard als in de rookgaskanalen.
VUURKOM REINIGEN
- De afgenomen in tegenstelde volgorde terug monteren.
De vuurkom moet regelmatig gecontroleerd worden, de luchtgaatjes moeten altijd vrijblijven. Indien 21
NEDERLANDS
10 .
DE UTS C H
- Verwijder de verbrandingsresten met de stofzuiger uit de rookgaskamer. Stofzuig tevens de ventilator zonder deze brutaal aan te raken. - Monteer de delen terug in de omgekeerde volgorde zoals je ze hebt gedemonteerd.
Beeld 3
Beeld 6
Beeld 4
Rookgaskanalen reinigen
Beeld 7
De rookgasventilator niet beschadigen tijdens de werken ROOKGASVENTILATOR REINIGEN (Beeld 6,7,8) Beeld 5
ROOKGASKAMER REINIGEN De rookgaskamer moet minstens 1x per jaar gereinigd worden, in het begin of op het einde van ieder stookseizoen. Bii voortdurende werking raden we aan de periode tussen het reinigen te verkorten (3 maanden) De rookgaskamer bevindt zich onder de vuurkamer. (Beeld 6 en 7) - Demonteer de frontbekleding (zie "montage van de staal -of keramiek bekleding" pagina 12) - Open de deur. - Demonteer de onderste revisieopening (fig. 4, deel 30)(2 zeskantschroeven). 22
De rookgaskamer moet minstens 1x per jaar gereinigd worden, in het begin of op het einde van ieder stookseizoen. Bii voortdurende werking raden we aan de periode tussen het reinigen te verkorten (3 maanden) Om de rookgasventilator te inspecteren en te reinigen, verwijder de 4 zeskantschroeven (Fig.4) en neem voorzichtig de rookgasventilator uit de behuizing (Fig.4). Zuig de assen op met een stofzuiger. zuig ook de interne rookgaskanalen proper. Bij het monteren van de rookgasventilator controleer je de dichtheid van het huis.