NB: de in deze catalogus opgenomen stukken vindt u in hoge resolutie afgebeeld op onze website.
“Rotterdam met al syn gebouwen, net op haer maet geteekent en gesneden”. Ets en kopergravure gedrukt op 6 bladen, vervaardigd door Johannes de Vou en Romeijn de Hooghe in 1694. Later met de hand gekleurd. Afm (prent): 120 x 140 cm. (Het betreft hier de plattegrond van Rotterdam, zonder profiel en gezichten van stad en wapens van de bestuurders.) Van de historische plattegronden van Rotterdam mag deze van De Vou en De Hooghe als de bekendste en spectaculairste beschouwd worden. Aan het eind van de 17e eeuw beschikte men in Amsterdam, ’sGravenhage, Leiden, Delft en Haarlem reeds over fraaie wandkaarten van hun stad. Rotterdam wilde niet achterblijven. Bij het vervaardigen van de kaart werd het opmeten van de stad, het tekenen en het graveren van de kaart gedaan door De Vou. De Hooghe was verantwoordelijk voor de barokke versiering onder de kaart. De Hooghe was in z’n tijd een befaamd kunstenaar en kreeg voor z’n werk f 2.000, landmeter De Vou slechts f 100. De kaart is gedrukt in een oplage van 600 stuks, deze werden in boekvorm uitgereikt aan Vroedschappen en hogere stadsfunctionarissen.
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge Bernard Zweerskade 18 1077 TZ Amsterdam T: 020-6640841 F: 020-6641391 E:
[email protected] www.inter-antiquariaat.nl
(wij zijn op afspraak geopend)
De kaart toont ons Rotterdam zoals het op het toppunt van zijn bloei in de Gouden Eeuw was, de zevende stad in de Staten van Holland geldende rangorde, maar de tweede stad van de Republiek der Verenigde Nederlanden. De hieraan verbonden status moest deze kaart weergeven. Dat is gelukt, want van de in de zeventiende eeuw uitgegeven stadsplattegronden is die van Rotterdam door Johannes de Vou en Romeijn de Hooghe de grootste, waarmee een in iedere rechtgeaarde Rotterdammer levende behoefte was bevredigd. Terecht zond het Rotterdamse gemeentebestuur ook in 1867 nog, een exemplaar van de kaart in voor de Wereldtentoonstelling in Parijs. 1- SPECTACULAIRSTE KAART VAN ROTTERDAM
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge
highlights maart-april 2011 “Lugdunum Batavorum vulgo Leyden”, kopergravure uitgegeven in 1690 door Gregorio Leti als onderdeel van diens Teatro Belgico. Later met de hand gekleurd. Afm. (afb.): 44,3 x 52,8 cm.
Leti (1630–1701) was geschiedschrijver en satiricus, geboren in Milaan en later geëmigreerd naar Engeland. Hij schreef voor Charles II een geschiedenis van Engeland, maar vluchtte 1685 naar Amsterdam vanwege het beledigen van zijn opdrachtgever. In Holland werkte hij aan “Teatro Belgico..”, een boek over de geschiedenis van de Zeven Provinciën. Leti had met zijn publicaties weinig vrienden gemaakt. Alle werken zijn opgenomen in de Index Librorum Prohibitorum van de katholieke kerk en ook De Rotterdamsche Hermes fulmineert in 1721: “Eenige weken geleden was Hermes tegenwoordig by eene verkooping van die stomme Kakelaars, alswanneer hy hooren moest dat een puistig en quastig Boekwormtje, Gregorio Leti, den Italiaanschen Blaasbalg, vergeleek by den Heer Hooft, den Tacitus der Batavieren. “ 2 – LEIDEN ANNO 1690
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge “Delfi Batavorum vernacule Delft”, kopergravure uit de stedenatlas van Frederick de Wit “Perfecte Aftekeningen der steden van de XVII Nederlandsche provincien in plattegronden”, uitgegeven ca. 1690. Later met dan hand gekleurd. Afm. (prent): 37.7 x 48.5 cm.
Na de brand die uitgeverij Blaeu in 1672 verwoestte, had Frederick de Wit een deel van de koperen platen uit de boedel van Blaeu overgenomen en gaf deze - waaronder ook de plattegrond van Delft - met kleine wijzigingen onder eigen naam uit. Frederick de Wit (1630-1706) was graveur en kaart verkoper geboren in Gouda. Door zijn huwelijk met Maria van der Waag in 1661 verkreeg hij zijn burgerrecht voor Amsterdam waar hij sinds 1648 werkte. Hij werd daar een van de beroemdste kaarten makers van de 2e helft van de 17e eeuw. Alhoewel hij als katholiek zeker niet bevoordeeld was, prijkte zijn naam op de stedelijke lijst van “goede mannen” van 1694 tot 1704. 3 – HET GROOTSTEDELIJKE DELFT
highlights maart-april 2011 “Platte grond der Stad Utrecht vertonende alle Gragten, Straaten, Steegen, Gangen, Markten, en plaatsen der openbare Gebouwen”, kopergavure uitgegeven door Johannes van Schoonhoven in 1778 in een oplage van 400 exemplaren. Later met de hand gekleurd. Het blad is tot aan de afbeelding afgesneden en meet 57,8 x 92 cm.
4 – UTRECHT OPGEMETEN DOOR BEGAAFDE WEESKINDEREN
De kaart is vervaardigd door een drietal weeskinderen uit de Fundatie van Renswoude. Deze 18e-eeuwse instelling, waar begaafde weeskinderen van 15 jaar en ouder hun opleiding kregen is te beschouwen als voorloper van de Middelbare Technische School, waar ook landmeetkundig en cartografisch onderricht gegeven werd. Voor de kaart werd de stad gedurende drie jaar volledig nieuw opgemeten. Reinier Vinkeles maakte de koperplaat met cartouches. In de gang van het gebouw van de Fundatie van Renswoude hangt nog altijd een oorspronkelijk voorontwerp. Het is de eerste kaart van Utrecht die de namen van straten en stegen in een legenda vermeldt, opgesomd in oostelijk, midden en westelijk gedeelte van de stad.
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge “Kaart waar in is aftekent, een Concept Uytwatering in de Noord Zee omtrent Catwijk” ter ontlasting van Rijnlands boezem water. Kopergravure uitgegeven door Leonardus Schenk in 1769. In de tijd met de hand gekleurd. Afm. (plaat) 39,5 x 48,5 cm. Hoewel in de 17e eeuw op grote schaal meren in Noord-Holland werden ingepolderd, bleef het project om het steeds verder afkalvende Haarlemmermeer droog te leggen voorlopig liggen. Rivaliteit tussen Haarlem en Leiden, dat niet graag de inkomsten uit de visrechten van de enorme binnenzee wilde verliezen, maakte dat de plannen niet ten uitvoer werden gebracht. In 1769 komt men met een plan om het Meer droog te leggen via een uitwatering bij Katwijk. In dit plan zou het Meer met 112 molens leeggemalen worden, waarna 50 molens het water uit Rijnlands boezem zouden lozen. Het cartouche van de kaart meldt dat deze behoorde als bijlage bij dat plan over “de beteugeling der woede” van het Haarlemmer- en Leidse meer. Pas nadat medio 19e-eeuw een storm het water opjoeg tot Amsterdam en Leiden werd de Haarlemmermeer droog gemalen. 5 - TER BETEUGELING DER WOEDE VAN HAARLEMMER- EN LEIDSE MEER
highlights maart-april 2011
Gravure naar het ontwerp van Friedrich Bernhard Werner, gedrukt van twee koperplaten en uitgegeven door Georg Balthasar Probst te Augsburg in 1729. Later met de hand gekleurd. Afm. ca. 34 x 96,5 cm. Aan het einde van de zeventiende eeuw verloor de Republiek haar rol als economische supermogendheid langzamerhand aan Engeland. Hoewel Utrecht aanvankelijk minder last had van de teruglopende koopvaardij, nam de werkloosheid in de 18e eeuw sterk toe. In die tijd werden maar weinig stadsgezichten gemaakt. Het waren de buitenlandse uitgeverijen die toen de stad (en provincie) vastlegden. Werner (1690-1776) had een kleurrijke loopbaan voordat hij als freelance kunstenaar voor de uitgeverijen van Augsburg ging werken. Zo was hij ondermeer soldaat, ‘Wunderdoktor’, vertaler van opera’s en landmeter. Hij reisde veel door Polen, Pruisen, Pommern, Duitsland, Italië, Frankrijk en Nederland om ontwerpen te maken voor zijn prenten van steden, kerken, paleizen en kastelen. Probst (1673-1748) is naast zijn beroemde panorama’s, ook bekend voor de uitgave van honderden optica prenten in Augsburg, Parijs en Londen. Het merendeel daarvan met keizerlijk privilege (“l’Académie Imperiale d'Empire des Arts liberaux avec Privilege de Sa Majesté”). 6 – UTRECHT IN EEN TIJD VAN ECONOMISCHE LUWTE
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge “Paramaribo aan de Rivier van Suriname”, aquatint gegraveerd door F. Dieterich naar het ontwerp van Pierre Béranger, uitgegeven in 1817. In de tijd met hand gekleurd. Afm. ca 38 x 58cm.
De Waterkant van Paramaribo was wat reizigers het eerste zagen. Hier legden de schepen uit Europa en Amerika aan en kwamen de bewoners van de plantages aan wal. Het economische leven van de stad speelde zich er lange tijd af. Al vanaf het eerste begin was er een markt waar goederen en slaven werden verhandeld, er staan koopmanshuizen, goederenmagazijnen en er waren havenkroegen. Dit aangezicht van de stad, is uitgegeven na het Congres van Wenen (18141815) waar werd afgesproken dat Nederland zijn kolonie Suriname van Engeland terug kreeg. Het bestuur van Suriname kwam in 1816 daarmee in handen van koning Willem I (aan wie de prent is opgedragen). De koning bestuurde de koloniën door middel van Koninklijke Besluiten, waarmee een einde kwam aan de autonomie van de kolonisten in Suriname. Het beeld van de stad moet stammen uit de periode 1804-1805 toen Pierre Béranger er gouverneur was. 7 - DE WATERKANT TE PARAMARIBO
highlights maart-april 2011 “Vuë de Schevelinge Village de Hollande”, kopergravure vervaardigd door Jacques Philippe Le Bas naar het ontwerp van Adriaen van Drever. Uitgegeven ca. 1745, later met de hand gekleurd. Afm. (afdruk) 40 x 46,5 cm
Onder de afbeelding wordt het dorp bezongen: Ces barques, ces Pescheurs, cette Mer poissonneuse,/ Ce Village placé si favorablement,/ Offrent aux yeux charmez une contrée heureuse./ La régnent l’embonpoint, le bon tempérament,/ Et l’on ne voit jamais en ce lieu d’abondance/ Le maigre et triste jeûne et la dure abstinence. Jacques Philippe Le Bas (1707-1783) kreeg z’n eerste kunstlessen op 14 jarige leeftijd van M. Hérisset. Zijn talent kwam reeds vroeg aan het licht en hij studeerde een aantal jaren bij de graveur Nicolas Tardieu. La Bas’ eerste zelfstandige gravures dateren van 1735. In zijn vroege werk maakte hij met name landschappen en studies van personen. Hij combineerde daarvoor graveer- en etstechnieken, ongebruikelijk voor die tijd. Le Bas’ reputatie groeide en al spoedig was hij een van de meest gevraagde graveurs van het midden van de 18e-eeuw. Hij werd benoemd tot Graveur du Cabinet du Roy en lid van de Academie Royale in 1743. In die tijd maakte hij zijn mooiste werken.
8 – ZICHT OP SCHEVENINGEN
Adriaen van Drever was een Hollandse landschapen zeeschilder, die rond 1673 actief was en zich in Engeland moet hebben opgehouden. Men is echter niet zeker of Van Drever een verzonnen kunstenaar is en of de man ooit heeft bestaan.
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge “A Perspective View on the East Side of the Hague with the Winter Deversions their etc.” Kopergravure vervaardigd door J. June, uitgegeven door Laurie & Whittle in 1794. Later met de hand gekleurd. Afm. (afb.): 23,7 x 39 cm.
J. June, de graveur die met name voor uitgevers werkte, maakte deze voorstelling in de zeer strenge winter van 1763. Komende vanuit Delft zien we vanaf de bevroren vaart ’sGravenhage aan de horizon liggen. Keurige lieden zwieren ontspannen over het ijs, met arrensledes wordt gepronkt, men doet zich tegoed aan koek en warme zopie. 9 - IJSVERMAAK MET ZICHT OP ‘S-GRAVENHAGE
highlights maart-april 2011 “Oostelijk gezicht der stad Rotterdam en der Maaze, met IJsvermaak op deeze rivier”, 24 januari 1763. Ets vervaardigd door P.C. la Fargue (1732-1782). Afm. (plaat) ca. 42 x 65 cm.
Rijk gestoffeerde afbeelding van de bevroren Maas met Oude Hoofd, Oude Hoofdpoort en achterzijde van de huizen aan het Haringvliet. Aan het einde daarvan zijn de Admiraliteitswerf aan het Boerengat en de molens op het Bosland en langs de Oostzeedijk zichtbaar. Paulus Constantijn la Fargue stamt uit een Nederlands geslacht van kunstenaars, van vijf kinderen was hij de meest begaafde. Paulus Constantijn heeft zowel geschilderd en getekend, als geëtst. In de eerste plaats waren dat nauwkeurig uitgewerkte stads– en dorpsgezichten, maar hij legde ook actuele gebeurtenissen vast en maakte, landschappen, portretten, en genretaferelen. Dit is een van de weinige wintergezichten van La Fargue. De prent is opgedragen aan de latere erfstadhouder Willem V (1748-1806), die met zijn koets met zes paarden op het ijs rijdt. 10 – ROTTERDAM AAN DE MAAZE
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge “IJsvermaak op de Haarlemmermeer”. Ets vervaardigd medio 18e eeuw door Simon Fokke (werkzaam 1722-1784) naar ontwerp van Hendrick Avercamp. Later met de hand gekleurd. Afm. (plaatrand) 21,6 x 31,7 cm. In Nederland heerst bij vriesweer al eeuwen lang ijskoorts. Jong en oud, arm en rijk houden bij vallende temperaturen grachten, rivieren en meren nauwlettend in de gaten. Deze verbondenheid met het ijs is door niemand mooier verbeeld dan door Hendrik Avercamp (1585-1634). Hij was het die aan het begin van de 17e eeuw het ‘ijsgezicht’ tot zelfstandig genre maakte. Als eerste kunstenaar specialiseerde hij zich in het schilderen van winterlandschappen met ijsvermaak. In zijn schouwspelen zijn telkens nieuwe details te ontdekken die veelal te maken hebben met vertier op het ijs. Hier zien we op de voorgrond vissers, deftige kolf spelende heren en een jager op het ijs. Verderop ligt een vastgevroren schip. Op de achtergrond schaatsers en figuren die per slee vervoerd worden. In Avercamps taferelen schuilt een tijdloosheid die ook nu nog herkenbaar is. Het is daarom dat Avercamps winterlandschappen tegenwoordig tot de belangrijkste, typisch ‘Hollandse’ voorstellingen uit de 17e eeuw worden gerekend. 11 - DE MEESTER VAN HET IJSGEZICHT
highlights maart-april 2011 Hollands winterlandschap, lithografie vervaardigd door C. Straub naar het schilderij van Isaac van Ostade, uitgegeven in 1836 door Franz Hanfstaengl. Later met de hand gekleurd. Afm. (afbeelding): 33,5 x 39,4 cm.
Deze steendruk werd uitgegeven als onderdeel van een serie “Vorzüglichster Gemälde der Königlichen Galerie in Dresden.” Van Ostade (1621 – 1649) was actief in Haarlem, hij schilderde landschappen, voorstellingen uit het dagelijks leven en portretten. Er zijn uit zijn korte leven zo’n 100 schilderijen bekend.
12 – HOLLANDS IJSVERMAAK
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge
Tekening in pen en gewassen inkt van de hand van Gerrit Grasdorp. Afm (blad) 21,2 x 35 cm. Van Grasdorp is weinig meer bekend dan dat hij gedoopt is in 1659 en in armoede in 1716 is gestorven. Hij stamt uit een Zwolse kunstenaarsfamilie en moet van zijn 17 jaar oudere halfbroer Jan les hebben gehad. Van Gerrit zijn gezichten op Zwolle en enkele ijsscénes bekend. Er bevinden zich tekeningen van Gerrit in het Overijssels Museum, Rijksprentenkabinet en Atlas van Stolk. 13 - IJSVERMAAK OP HET ZWARTE WATER BIJ ZWOLLE
highlights maart-april 2011 “Village pres d’Anvers”, ets vervaardigd door landschapsetser en -schilder Franz Edmund Weirotter, uitgegeven door Basan te Parijs in 1775. Afm. (afb.) 23,7 x 36,7 cm.
Weirotter (1733-1771) krijgt zijn opleiding in Innsbruck, Wenen, Regensburg, Mainz en uiteindelijk in Parijs waar hij in 1759 de Duitse graveur Johann Georg Wille tegenkomt. Bij Wille, die zeer succesvol is in Frankrijk, leert Weirotter graveren. In zijn vroege jaren volgt hij de uit Italië afkomstige pseudo Hollandse stijl. Hij blijft in Parijs tot 1763, vanwaar hij twee jaar later naar Rome vertrekt. In 1765 keert hij weer terug naar Parijs, om vervolgens in 1767 in Wenen tekenleraar te worden aan de Akademie. Daar lijdt aan een oogkwaal en overlijdt op 41 jarige leeftijd. Ondanks zijn korte leven liet hij een imposant oeuvre van 288 etsen na. Vrijwel allemaal landschapsvoorstellingen. Kort na zijn dood worden 218 van zijn etsplaten gekocht door de Parijse uitgever Basan & Poignant, die in 1775 de platen in een kleine oplage herdrukt. 14 - WINTERLANDSCHAP, VOORSTELLING VAN EEN “VILLAGE PRES D’ANVERS”
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge Winterlandschap “Le four à brique” (de steenoven), kopergravure van de hand van Jacques Aliamet (1726 – 1788) naar een schilderij van Claes Pietrsz. Berchem. Uitgegeven te Parijs omstreeks 1770. Later met de hand gekleurd. Afm. (plaat) ca. 33 x 38,5 cm.
Over Berchem (1620-1683) vertelt Immerzeel in 1842 in zijn kunstenaarsencyclopedie: “het vak waarin hij waarin hij het meest uitgemunt en onsterfelijken roem behaald heeft, is het landschap met tamelijk groot stoffaadje. Van dit vak, met deszelfs onderdeelen, was hij zoo volkomen meester, dat, van het geringste takje of steentje op den grond af, tot de stoffaadje in de moeijelijkste attitudes toe, alles het onmiskenbare zegel draagt van die piquante en geestige penseelsbehandeling, in welke hij door niemand overtoffen is. Geen zweem van stijfheid verraadt de vlijt, die hij aan zijne tafereelen te kost legde. Zij schijnen als door een spelend penseel voortgebragt.”
15 - WINTERLANDSCHAP NAAR BERCHEM
highlights maart-april 2011 “Les plaisirs de l’Hiver”, kopergravure van Pierre Charles Canot, naar een tekening van Jean-Baptiste Pillement. Uitgegeven te Londen in 1759. Later met de hand gekleurd. Afm. 38,1 x 49,8 cm.
Canot (1710 — 1777), van origine Fransman, was lid van de Britse Incorporated Society of Artists, en werd gekozen tot associated engraver toen de titel in 1770 werd ingevoerd door Londense Royal Academy. Canot stelde z’n werk tentoon in de Society of Artists, de Free Society en de Royal Academy. Als vakbekwaam kunstenaar zette hij van befaamde schilders een groot aantal werken in de plaat. Pillement (1728 –1808) was een Franse schilder en ontwerper bekend om zijn prachtige en gedetailleerde landschappen, maar wiens stempel op de geschiedenis met name kwam door de gravures naar zijn tekeningen en de invloed die daarvan uitging op de verspreiding van de Rococo in Europa. Pillement was een - voor zijn tijd ongebruikelijk – zeer bereisd man en woonde en werkte tussen 1754-1762 in Londen. Daar speelde hij met groot succes in op de smaak van het Engelse publiek dat zijn landschappen zeer waardeerde. Uit die tijd stamt ook deze gravure. 16 - WINTERVERMAKELIJKHEDEN
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge Romantiserende sneeuwlandschappen, sjabloongeleurde steendrukken vervaardigd rond 1920 door Gaston Maréchaux. In de plaat gesigneerd. Afm. (afb.): 34,6 x 23,5 cm.
17 - FLÂNER DANS LA NEIGE
highlights maart-april 2011
Zes mode ontwerpen, tekeningen in zwarte en blauwe inkt vervaardigd ca. 1908-1910 door Olga Behr en Gladys. Afm. (afbeeldingen) ca. 35 x 14-16 cm. Het is een tijdperk waarin de Parijse mode huizen de stijl dicteren. Ontwerpers sturen hun mannequins naar de paardenraces van Longchamp om in de laatste creaties te flaneren en te worden gespot door de fotografen. De ideale vrouw was lang, had een slanke taille maar volle heupen en boezem, opgestoken golvend haar en was modieus en zelfverzekerd. Jurken hadden vloeiende lijnen een sleep en hoge taille. Vrouwen droegen enorme hoeden afgezet met grote prachtige veren en brede linten. Nog even en de Belle Epoque is voorbij. Het is de tijd waarin de moderne vrouw wordt ‘geboren’. Een nieuwe generatie zoekt een ander leven dan dat van hun moeders en grootmoeders. Ze trekken naar de steden op zoek naar avontuur en onafhankelijkheid, zoeken werk als verkoopsters, zakenvrouw of carrièrevrouw en kregen daarmee eigen inkomsten. Vanaf de de jaren ’10 gaat men meer make-up gebruiken, dat dan niet meer alleen geassocieerd wordt met theater of onzedelijk gedrag.
18 - MODE WEELDE ANNO 1908-1910
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge “Femme aux Iris”, ets met aquatint in kleur vervaardigd in 1895 door Marie Félix HippolyteLucas. Afm. (plaatrand): 83 x 40,5 cm.
Hippolyte-Lucas (1854-1925) maakte figuur-, portret- en wandschilderingen en stelde tussen 1877 en 1924 regelmatig tentoon in de Parijse “Salon des Artistes Français”. Hij won verschillende prijzen. Zo kreeg hij een eervolle vermelding in 1879, een reis-beurs in 1881, een 3e-klas medaille in 1884, een 2e-klas medaille in 1887, een zilveren medaille in 1889 en nog een tijdens de wereldtentoonstelling van 1900. Hij werd benoemd tot Chevallier de la Légion d’Honneur. Hij maakte onder andere plafondschilderingen voor het Hôtel de Paris en het casino van Monte Carlo. Femme aux Iris werd gemaakt in de hoogtij dagen van de Art Nouveau. De natuur wordt gezien als belangrijkste inspiratiebron, gracieus gestileerde planten en bloemen worden ervaren in ongemengde kleuren in vlakken die duidelijk door lijnen van elkaar zijn gescheiden. Libellen, wolken- water- en rotspartijen, worden gecombineerd met een slanke gracieuze vrouwengestalte.
19 – FEMME AUX IRIS
highlights maart-april 2011 Stilleven in de stijl van de 17e-eeuwse Hollandse realistische bloemenschilders, gouache op papier vervaardigd door Cl. Plaschesny in 1847. Gesigneerd en gedateerd (1)847 rechtsonder. Afm. 74 x 53 cm. Plaschesny moet een kunstenaar geweest zijn uit de omgeving van de Wiener Porzellan Manufaktur. Deze met expertise vanuit Meissen ontstane porseleinfabrikant (1718-1864), had het keizerlijk privilege (en alleenrecht) voor de productie van porselein in de Habsburgse landen. Met de miniatuurschilderingen van de Weense firma kon toentertijd niemand concurreren. Dit werk heeft – in een tijd waarin bloemmotieven op porselein in de mode waren – wellicht gediend als ontwerp voor een van de porseleinschilders. Het bloemglas is voor een donkere achtergrond geplaatst en staat op een eenvoudige stenen tafel, waardoor de aandacht op het boeket en de daarin opgenomen bloemen valt. Het is een compositie gecreëerd door Nederlandse kunstenaars aan het begin van 17e-eeuw. Het toont bijna twintig verschillende soorten bloemen, zoals met veel bloemstillevens toen het geval was, bloeiden niet al die bloemen tegelijkertijd. Het van links invallende, en in de vaas brekende licht, geeft de compositie diepte. Het glas weerkaatst gebouwen en een venster. De kleuren van de twee vlinders, vaste figuranten van het Hollandse bloemstilleven, vallen in het bonte boeket nauwelijks op, zij lijken een voortzetting er van. Ze vormen een toespeling op de vergankelijkheid.
20 – BLOEMEN IN EEN VAAS, GELIJKEND EEN OUDE MEESTER
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge “Tulips.” Kopergravure uit een van de mooiste boeken over bloementuinen “Eden: or, a complete body of Gardening. Containing plain and familiar directions for raising the several useful products of a garden. Together with the culture of all kinds of Flowers, according to the methods of the English, French and Dutch Florists”, uitgegeven door Sir John Hill te Londen 1756-57. Afm (plaatrand) 37,5 x 23 cm. John Hill (1714? – 1775) was een harde werker, vol energie en een kundig vakman. Hij was echter ook verwaand, excentriek en zelf ingenomen: eigenschappen niet erg bevorderlijk voor zijn populariteit. Op zoek naar rijkdom en erkenning had hij verschillende valse starts die hem leidden langs een flink aantal beroepen: apotheker, botanicus, acteur, tuinman (hij zou hebben geholpen bij de aanleg van Royal Botanic Gardens in Kew en was tuinman op Kensington Palace), maar bovenal was hij productief auteur op velerlei gebied (de lijst van titels op zijn naam in de Oxford Dictionary of National Biography beslaat vijf en een half kolommen). De gravure met de tulpen uit Hill’s Eden, is gemaakt naar ontwerp van de Nederlandse bloemenschilder Jan van Huysum.
21 – TULPEN NAAR JAN VAN HUYSUM
highlights maart-april 2011
Barokke schoonheid uit Grandes Etudes d’Ornemens par Jullien, lithografieën uitgegeven in 1844 te Parijs door Jeanmin en Goupil & Vibert en te Londen door de Anaglyphic Company. Afm. (afbeelding): 53 x 43,5 cm. 22 – WELHAAST WUFTE ORNAMENTSTUDIES
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge Gravure gedrukt van meerdere koperplaten, vervaardigd door Girard Audran in 1681 naar een plafondfresco vervaardigd door Charles LeBrun. Later met de hand gekleurd. Afm.: ca. 81 x 55 cm (ovaal).
Charles LeBrun was ‘Premier Peintre du Roy’ en de ongeëvenaarde meester van de 17e-eeuwse Franse kunst, hij was o.a. verantwoordelijk voor het decoreren van Châteaux de Versailles. Girard Audran (1640 – 1703) was LeBruns belangrijkste graveur en reproduceerde veel van diens werken. De voorstelling verheerlijkt koning Lodewijk XIV, de Franse zonnekoning. Een hemel vol planeten/goden draaien als vier seizoenen om hem heen. Voor een uitgebreide iconografische beschrijving verwijzen wij u graag naar onze website. 23 - DE ZONNEKONING ALS HEMELS MIDDELPUNT
highlights maart-april 2011
Zeventien kopergravures vervaardigd door Joseph Mulder en Pieter Sluyter naar de ontwerpen van Maria Sibylla Merian, uitgegeven te Amsterdam 1705-1719 als deel van Metamorphosis Insectorum Surinamensium. In de tijd met de hand gekleurd en (deels) met goud gehoogd. Afm. (lijst): 61 x 45cm. De Duitse Maria Sibylla Merian (1647-1717), dochter van graveur Matthias Merian en stiefdochter van de Nederlandse bloemenschilder Jacob Marrel, bestudeerde en tekende bloemen en insecten. In 1685 verhuisde ze met haar twee dochters naar Nederland, waar ze geboeid raakte door de vlinders en kevers die hier uit Oost- en West-Indië werden aangevoerd. Zozeer zelfs, dat ze op haar 52ste jaar besloot tot een reis naar Suriname, om daar de flora en fauna persoonlijk te gaan bestuderen. Ze moet een opmerkelijke vrouw zijn geweest. Haar verblijf in Suriname (1699-1701) duurde korter dan haar bedoeling was geweest, omdat ze slecht tegen het klimaat kon, maar lang genoeg om een groot aantal schilderingen van planten en insecten te kunnen maken. Ze tekende de dieren op hun – veronderstelde - voedselplanten. In 1705 gaf ze in eigen beheer het boek Metamorphosis Insectorum Surinamensium uit, een plaatwerk met 60 kopergravures in een Latijnse en Nederlandse uitgave. Postuum, in 1719, verscheen bij Johannes Oosterwyk een uitgave van de Metamorphosis uitgebreid met 12 platen van reptielen, amfibieën en buidelratten. Merians beschrijvingen van planten en insecten geven de stand van de wetenschap anno 1705. Het is nog steeds een van de beste boeken over Surinaamse insecten ooit verschenen. Onze collectie omvat: Plaat 2 -Rijpe ananas met cochenille; Plaat 9 - Morpho Peleides met granaatappel; Plaat 12 - Banaan met rups en vlinder; Plaat 14 Zuurzak (Anona muricata) met insecten; Plaat 16 - Cashewboom; Plaat 21 - Passievrucht [Sur.: Markoesa] ; Plaat 22 - Rode lelie; Plaat 31 - Hibiscus mutabilis [Eng.: Confederate Rose]; Plaat 35 - “Coronilla Americana” ; Plaat 37 - Oker; Plaat 46 - Jasmijn met slang; Plaat 49 - Granaatappel met lantaarndragers; Plaat 53 - Mispel met vlinder; Plaat 56 - Waterplant met waterschorpioen en kikkers; Plaat 60 - Acanthaceus en Caligo-vlinder; Plaat 64 – Papaja; Plaat 67 – Vijg.
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge
tes
24 - MARIA SIBYLLA MERIAN’S BEFAAMDE SURINAAMSE INSECTEN