roei bas
narkomfin Inleiding woningbouw
In h e t kapitalistische Rusland van vöör de revolutie t r e k t de industrie veel arbeiders van h e t platteland naar de g r o t e steden. In Moskou is de bevolking tussen 1897 en 1914 m e t 7 5 % t o e g e n o m e n . D e situatie waarin deze mensen terecht k o m e n , varieert van de kelders van de welgestelden t o t h o u t e n k r o t t e n . Soms w o r d e n d o o r industriëlen w o o n k a z e r n e s g e b o u w d waarin gezinnen o n d e r minimale o m s t a n d i g h e d e n gehuisvest w o r d e n . Tussen h e t begin van de eerste wereldoorlog en h e t einde van de revolutie, verliest Rusland twintig miljoen m e n s e n en verandert het land in een chaos. De t o c h al matig o n t w i k k e l d e industrie is na deze periode teruggevallen t o t een m i n i m a l e ; omvang en er is een groot gebrek aan kennis en v a k m a n s c h a p , m e d e d o o r d a t de buitenlandse specialisten uit Rusland vertrokk e n zijn. De w o n i n g n o o d is n i j p e n d . Dezelfde architecten als v o o r de revolutie p r o b e r e n nu t o t een goede w o n i n g p r o d u c t i e te k o m e n d o o r een verkleinde versie van de vooroorlogse 'bourgeoisie'-woningen te b o u w e n . H e t verkleinen k e n t e c h t e r zijn grenzen , 1. Zie: A. Kopp, Town and Revolution, w a a r d o o r de woningen inefficiënt w o r d e n . Soviet-architecture and City Planning Bovendien zijn ze niet in k o r t e tijd te 1917-1935, London, 1970. b o u w e n , w a a r d o o r h e t gestelde woning2. Zie: O.A. Shvidkovsky, Building in the USSR 1917-1932, London 1971 b o u w p r o g r a m m a ernstig vertraagd w o r d t . Tegelijkertijd w o r d t h e t d o o r de nieuwe en 03, p. 27.
Sovjet-regering noodzakelijk geacht dat er — evenals voor voedsel en voor andere p r o d u c t e n — een distributie van woningen w o r d t opgezet. G r o t e 'bourgeoisie'-appart e m e n t e n w o r d e n toegewezen aan meerdere groepen en families, die b a d r u i m t e en k e u k e n m o e t e n delen. Dit t y p e collectieve w o o n v o r m w o r d t door de bew o n e r s als noodmaatrege l geaccepteerd en vooral aan de van h e t platteland afkomstige families is een collectieve w o o n v o r m niet geheel v r e e m d , aangezien die vergelijkbaar is m e t h e t leven in groot-familie verband. 1 De k a m e r s van de daarop volgend te b o u w e n woningen w o r d e n zelfs vergroot o m deze gezinnen iets meer r u i m t e te geven. Met de inzet van deze vicieuze cirkel zag men zich nog verder verwijderd van h e t ideaal: iedereen een w o n i n g . Het werd duidelijk dat er gezocht moest w o r d e n naar een andere ingang t o t het w o n i n g n o o d p r o b l e e m . Naast de conservatieve architecten-organisaties beginnen vooral jongere architecten zich onder een andere n o e m e r te organiseren. Zo w o r d t in 1923 de Asnova opgericht. 2 Deze h o u d t zich op formalistische wijze m e t de vernieuwing van de architectuur bezig. Zij stelt de a r c h i t e c t u ur voor als zijnde proletarisch en als een combinatie van vormgeving en f u n c t i o n a l i s m e . Bekende n a m e n uit deze organisatie zijn K o n s t a n t i n Meln i k o v en Lasar el Lissitzky. Er zijn nogal wat architecten die deze groep niet ver genoeg gaat. In 1925 w o r d t de OSA (organisatie van m o d e r n e architecten) opgericht d o o r M.Ya. Ginsburg en de gebroeders Vesnin. Andere belangrijke architecten in deze groep zijn: M. Barsjtsj, de gebroeder s Golosov, Ivan Leonidov, I. Milinis en Nicolaas Kolli. Zij zien de oplossing van h e t huisvestingsprobleem in h e t o n t w i k kelen van een nieuwe collectieve w o o n -
vorm. Tegelijkertijd worden een aantal grondige studies verricht naar nieuwe bouwtechnieken, standaardisatie en massaproductie. Zo worden kleine standaard-wooneenheden ontwikkeld en worden studies gedaan naar de methode n om die te schakelen rondom de collectieve voorzieningen. Hierbij wordt het begrip 'dom k o m m u n a ' geïntroduceerd. Helemaal nieuw is deze woonvorm niet. Behalve internationale experimenten, is er in 1919 een commissie bezig geweest met het ontwikkelen van arbeidershuisvesting in de vorm van een appartementenhotel. Bij de ontwikkeling van plannen voor arbeiderssteden rond het nieuwe Kiselevstuwmeer in 1921 zijn projecten die in alles behalve de naam een c o m m u n e zijn. In 1926 publiceert de O.S.A. in het lijfblad S.A. (hedendaagse architectuur) een vragenlijst waarin de mening wordt gevraagd van ontwerpers en niet-ontwerpers met betrekking tot de problemen van de 'dom kommuna'. Naar aanleiding van de reacties organiseert de OSA een vriendschappelijke prijsvraag onder haar leden 3 . Hierbij is men vooral bezig met het compositorische probleem van het schakelen van de basiselementen en wordt nog niet erg diep ingegaan op de sociale consequenties. De resultaten hiervan brengen de architecten van de OSA ertoe om binnen het Stroikom een sectie standaardisatie op te zetten. De Stroikom is een afdeling in het centraal planningsinstituut in de Sovjet Unie, waarin onder meer de architecten Vladimirov, Barsjtsj, Pasternak, Sumik en Ginzburg werken. Zij ontwikkelen een aantal modellen voor een woning m e t een betere verhouding tussen nuttig oppervlak en kubieke inhoud. Ze komen om te beginnen tot zes types, de types 'A' tot en met ' F ' 4 . Ieder type is gebaseerd op een andere manier van schakelen, stapelen en ontsluiten. Voor iedere maat van plattegrond is er een bepaald type het meest efficiënt. Zo is het type ' F ' het voordeligst gebleken voor de kleinste woning, nl. die tussen de tien en veertig m 2 oppervlak. De resultaten van dit onderzoek worden besproken op een bijeenkomst van architecten, afgevaardigden van het constructieagentschap en het publiek. Hiervoor heeft Ginzburg ter ondersteuning van de ontwerpen negen regels opgesteld, waaraan iedere toekomstige ontwikkeling op het gebied van de woningbouw zal moeten voldoen: 1. In een land dat socialistisch wil worden, zijn de economische problemen verbonden met het probleem van het verbeteren van woningen wat betreft het laten toenemen van de productie en het transformeren naar een nieuwe levenswijze. 2. Het rationaliseren van oude woningtypen en het bestuderen van de manier waarop mensen ruimte gebruiken, kan leiden tot besparingen van 10%. 3. Door de hoogte van de utilitaire ruimtes te verlagen kan de efficiëntie verbeterd worden. 4. De hedendaagse sociale en economische toestanden maken het zoeken naar een kleinere en efficiëntere woning noodzakelijk. 5. Het is mogelijk een appartement te ontwerpen w a a r ' n grondoppervlak van 27 m 2
6.
7.
8.
9.
even efficiënt is als één van 54 m . E n onze tekeningen laten zien dat het nog beter kan. Het 'F'-type is een belangrijke stap in de richting van het in relatie brengen van het gezin met de gemeenschappelijke voorzieningen. Het oplossen van het woningbouwprobleem zal het mogelijk maken op regionale en landelijke schaal te bouwen. Een woning moet volgens ons minstens aan de volgende eisen voldoen: licht in alle ruimtes, continue ventilatie, alle slaapvertrekken gelijk georiënteerd, afmetingen van de ruimtes afgestemd op de minimum eis van 9 m 2 per persoon, maten en vormen van de kamers gebaseerd op exact analyseren van leer- en werkprocessen, maximale kwaliteit van inrichting, goede proportionering van de kamers en een rationele kleurenoplossing van alle oppervlakten. Het ontwerp dient te zijn gericht op bouwen met elementen en de totale industrialisatie van het bouwproces.
De ontwerpen die in het prijsvraagprogramma worden gevraagd zijn bedoeld voor 700— 800 mensen. Er wordt speciale aandacht aan geluidsdichtheid, inpandige wc's en de grootte van de kamers besteed. Daarbij wordt het Kommune-huis gezien als de hoogste uitdrukking van de nieuwe socialistische levenswijze en tegelijkertijd als een zeer economische ordening van productie en reproductie. De geplande collectieve keukens, wasserijen en crèches bevrijden de vrouw voor een belangrijk deel van het huishoudelijk werk en maken haar inzetbaar in het arbeidsproces. Bibliotheken, leesruimten en voordrachtszalen stimuleren de ontwikkeling "an de arbeiders, terwijl ook scholen en winkels in de c o m m u n e worden opgenomen. Deze plannen worden echter nooit gerealiseerd; tegen het eind van de twintiger jaren verliezen de OSA architecten h u n populariteit. Nu worden het neo-classisisme en het eclectisisme, die nooit geheel van het toneel verdwenen zijn weer de hoofdstromingen. Daar zijn verschillende redenen voor te bedenken 5 . Het kan zijn dat de mens om in de communes te leven nog niet geboren was. De mensen in de stad waren nog niet aan zo'n ontwikkeling toe en de nieuwe stroom mensen van het platteland die uit middeleeuwse omstandigheden kwamen zeker niet. Bovendien veranderde de houding van de staat: in plaats van collectivering werd een steeds actievere gezinspolitiek gevoerd. Daarbij werd het gezin als een stabielere basis voor economische groei gezien dan de experimentele collectieve woongroepen. De architecten van de OSA waren vaak te onervaren om hun plannen tot een realistisch niveau te brengen. Sommige, op het eerste gezicht constructivistische bouwwerken die wel gerealiseerd werden, waren ontworpen door oudere architecten die de ideeen van de OSA slechts formeel tot uitdrukking brachten. De woningen met minimale plattegronden zoals gerealiseerd in het ' N a r k o m f i n ' werden door meerdere gezinnen bewoond terwijl de gemeenschappelijke voorzieningen incompleet bleven.
Door teleurstelling en onderlinge onenigheid verloren de architecten van de OSA h u n strijdlust. Het was niet m o e ü i j k voor de nieuwe generatie architecten van de V O P R A om de m o d e r n e n dusdanig in discrediet te brengen, o.a. door ze als Trotskistisch te bestempelen, dat h u n stijl door de staat werd verworpen. Narkomfin-gebouw 1 9 2 8 (Novinsky-avenue, bij het Vosstanija-plein)
Het N a r k o m f i n is o n t w o r p e n door Ginzburg en Milinis in o p d r a c h t van het Ministerie van Financiën o n d e r leiding van N.A. Miliutin. Het m a a k t deel uit van een serie experimentele g e b o u w e n. Deze zijn gerealiseerd om de u i t k o m s t e n van de Stroikom studies aan de p r a k t i j k te toetsen. In het w o o n g e b o u w zijn twee t y p e n woningen o p g e n o m e n . Op de bovenste drie verdiepingen is dat het 'F'-type en o p de onderste twee verdiepingen h e t ' K - t y p e . Op het dak bevinden zich nog twee woningen ( ' p e n t h o u s e s ' ), waarvan er één d o o r Miliutin b e w o o n d is geweest. ruimtelijke organisatie Het principe van de F-woningen is dat door van de utilitaire r u i m t e s de h o o g t e te d r u k k e n , er meer p r o f i j t van de c o n s t r u c t i e h o o g t e g e t r o k k e n kan w o r d e n , z o n d er dat de w o o n kwaliteit erdoor vermindert. Twee woningen m e t een globale h o o g t e van 3 , 5 0 m liggen boven elkaar; beide w o r d e n in een w o o n en een slaapvertrek verdeeld. De vloer van de bovenste slaapkamer is opgetild, het plaf o n d van de onderste zakt. Z o o n t s t a a n er drie verdiepingen van 2 , 5 0 m hoog boven elkaar, m e t daarnaast t w e e verdiepingen van 3 , 5 0 m . Tussen de twee slaapverdiepingen is r u i m t e g e k o m e n voor de gang m e t voor iedere woning een ingang en een toilet. O m vanuit de gang in de w o o n k a m e r te k o m e n ga j e voor de o n d e r s t e woning een hele verdieping omlaag, waar je de slaapk a m e r o p h e t z e l f d e niveau a a n t r e f t . De w o o n k a m e r van de bovenste w o n i n g bereik je via een t r a p die een halve verdieping stijgt waarna je o m in de slaapruimte te k o m e n 180 draait en weer een halve verdieping hoger klimt. Tussen w o o n - en slaapvertrek staat een m u u r t j e waaraan in het slaapvertrek de wasbak hangt en in de w o o n k a m e r de aansluiting voor het k e u k e n b l o k zit. (hiernaast) interieur type F (rechts) interieur type K
3. Zie: F. Palmboom, Doel en vermaak in het konstruktivisme, SUN Nijmegen 1979, p. 17. 4. Ibid, pp. 39-51. 5. Zie: A. Kopp, o.c., p. 211.
De b r e e d te van één F-woning beslaat één travee van 3 , 7 5 m . Eén van de woningscheid e n d e w a n d e n is dik en voorzien van roosters; de ander is d u n , z o d a t de k o l o m zich daar laat zien. Het bruikbare woonoppervlak ligt r o n d de 33 m 2 . Met het halletje en de w c erbij w o r dt dat ongeveer 3 6 m 2 . De w o o n k a m e r en de slaapkamer zijn respectievelijk 1 6 m 2 en 1 4 m 2 groot. In de veronderstelling dat het wassen en k o k e n op den d u u r geheel gemeenschappelijk geregeld z o u d e n w o r d e n , hebbe n deze voorzieningen in de woningen geen aparte ruimtes gekregen. De K-woning doet meer d e n k e n aan een o n a f h a n k e l i j k e ééngezinswoning. Zij beslaat in de breedte twee traveeën en is twee verdiepingen van 2,50 m hoog. Deze, volgens de t o e n gestelde n o r m e n te lage, verdiepingshoogte k o n w o r d e n toegepast, door de w o o n k a m e r de h o o g t e van twee verdiepingen te geven. De t o t a l e nuttige oppervlakte bedraagt 8 4 m 2 , waarbij de w o o n k a m e r 24 m 2 , de slaapkamers samen 35 m 2 , k e u k e n en b a d k a m e r samen 9 m 2 en de verkeersruimtes in de v o r m van een trap en twee halletjes ongeveer 1 5 m 2 beslaan. De verkeersstructuur van het gebouw wordt gevormd 'door twee gangen en twee trappehuizen. Iedere gang staat in verbinding m e t beide trappehuizen. Aan de gang op de eerste verdieping w o r d e n alle K-woningen o n t s l o t e n , aan de gang op de vierde verdieping alle F-woningen. De bedoeling was dat deze gangen behalve als verkeersader o o k als gemeenschappelijke ontspanningsr u i m t e dienst z o u d e n d o e n . De onderste gang is daartoe in tweeën gedeeld zodat er zich een buiten- en een b i n n e n r u i m t e manifesteren. Op de bovenste gang was het eigenlijk de bedoeling dat al het glas in de z o m e r te verwijderen zou zijn om zo een open galerij te v o r m e n die o o k als balkon dienst zou doen. Wat er van dit idee te verwezenlijken bleek, was echter alleen een groot aantal schuiframen . De onderste gang is door middel van een gesloten l o o p b r u g v e r b o n d e n m e t het bijgebouw, zodat de daarin aanwezige voorzieningen o o k in de winter vanuit alle woningen goed bereikbaar zijn.
(tekeningen:
roei
bas)
Het bijgebouw bestaat uit vier lagen m e t een dakterras; het was de bedoeling hier een wasserij, een crèche, een k e u k e n en een eetzaal t e situeren. Het bijgebouw wordt op de eerste etage via de loopbrug en o p de begane grond via een deur o n d e r de loopbrug o n t s l o t e n . Beide ingangen k o m e n uit op een tamelijk gesloten trappehuis met alleen ramen aan de achterzijde. Vanuit het trappehuis zijn per verdieping de h o o f d r u i m t e s te bereiken. Deze zijn zeer licht d o o r d a t de voorgevel geheel van glas is. Dit effect w o r d t versterkt d o o r d a t de eerste en de derde verdieping aan de gevel een grote vide h e b b e n . H e t vrije vloeroppervlak van de begane g r o n d , de tweede verdieping, zowel als van het dakterras bedraagt 1 0 0 m 2 elk. De eerste verdieping meet ongeveer 2 8 m 2 en de vierde ongeveer 66 m 2 . constructie
De belangrijkste opgave die de o n t w e r p e r s zich bij het o n t w i k k e l e n van de constructie gesteld h e b b e n , was het nagaan van de toepassingsmogelijkheden van de b e t o n b o u w voor de industriële massaproductie. Met n a m e hierom zijn de constructieve elementen — k o l o m m e n , dwarsbalken, m u r e n , r a m e n en deuren — gestandaardiseerd en, zo mogelijk, geprefabriceerd. Het 83 m lange w o o n g e b o uw is opgedeeld in 22 stramienen van 3 , 7 5 m . Op deze stramienmaat liggen de dwarsbalken, ondersteund door drie k o l o m m e n per balk. De vloeren overspannen de afstand tussen twee balken. De totale g e b o u w d i e p t e in de dwarsrichting ( 1 0 , 1 5 m ) is opgedeeld in twee ongelijke m a t e n . De drie k o l o m m e n staan hart op hart 3 , 5 0 m , respectievelijk 4 , 5 0 m . De overgebleven 2 , 1 5 m is verdeeld over twee overstekken. Deze ongelijke verdeling zorgt ervoor dat het gebouw in twee verschillende delen georganiseerd k a n worden. De diepte van het bijgebouw is elf meter, de breedte veertien. De diepte is in twee traveeën van 3 en 7m verdeeld. De breedte is verdeeld in vier gelijke m a t e n van 3 , 5 0 m . De k o l o m m e n staan m e t het hart o p de kruising van de stramienlijnen. De glasgevel aan de voorzijde ligt l m vóór de k o l o m m e n . het skelet Het skelet bestaat uit een monoliet gestorte b e t o n c o n s t r u c t i e van k o l o m m e n , dwarsbalken en vloeren. De vloeren zijn op t e vatten als plaatvloeren met geïntegreerde balkjes. Ze overspannen in de lengterichting van het gebouw van dwarsbalk t o t dwarsbalk. De constructiedikte van de vloer is 3 0 c m , o p g e b o u wd uit 5 c m vloerplaat en 25 cm holle b e t o n s t e e n. De feitelijke bekisting van vloer en balken bestond uit planken van ongeveer 20 cm breedte , hart op hart 6 0 c m . Hierop werden de rijen b e t o n s t e n e n gelegd, waarbij o p de kopse einden voorzieningen werden g e t r o f f e n o m te v o o r k o m e n dat de zo o n t s t a n e kokers volliepen. 6 Tussen de rijen b e t o n s t e n e n werd een geul van ongeveer 10 cm breed vrijgehouden; hierin werd de wapening voor de vloerbalken gelegd en over de stenen werd het wapeningsnet van het vloerveld gevlochten. De b e t o n s t e n en zijn van hetzelfde f o r m a a t en t y p e als die in de b u i t e n m u r e n gebruikt zijn. De dwarsbalken overspannen van gevel
t o t gevel. In de dwarsbalk k o m e n de vloer, de vloerbalken en de k o l o m m e n samen en — aangezien alle wapening m e t elkaar vervlochten w o r d t — o n t s t a a n m o m e n t v a s t e k n o o p p u n t e n , zodat verder geen voorzieningen voor de stijfheid g e t r o f f e n hoeven te w o r d e n . De k o l o m m e n h e b b e n een diam e t e r van 35 cm. de buitenwanden De b u i t e n m u u r is o p g e b o u w d als een s p o u w m u u r m e t een totale dikte van 36 cm en bestaat uit een buitenblad van 25 cm dikke holle b e t o n s t e n e n en een halfsteens gemetseld binnenblad . De 6 c m brede spouw is opgevuld m e t slakken. De m u r e n zijn aan beide zijden afgewerkt met een pleisterlaag. De vensters zijn uitgevoerd als dubbele r a m e n m e t een glasspouw van ongeveer 13 cm, wat in Rusland een tamelijk gebruikelijke maat is. De s c h u i f r a m en in de gangen bestaan uit een raamwerk m e t afwisselend glas en ope n s t u k k e n . Vóór dat raamwerk langs k u n n e n o p geleiderails r a m e n heen en weer geschoven w o r d e n . Normaal w o r d t het losse r a a m tegen de
(boven) gang type F (midden) gang type K (onder) trappehuis
6. Zie: E. Pasini, La 'casa-comune' e il Narkomfin di Ginzburg, 1928/29, Roma 1980.
naar dwarsbalk. Vrije r u i m t e o n t s t a at door de vloer in z'n geheel weg te laten; de trap ligt in de vide. De onderliggende K-woningen beslaan in de b r e e d t e twee traveeën van 3 , 7 5 m en in de h o o g t e twee verdiepingen. Hier is het o n t b r e k e n d e vloervlak groter dan één traveemaat, zodat één kolom t w e e verdiepingen h o o g vrij in de r u i m t e staat. Het naastliggende vloervlak, waaruit tevens bij de dwarsbalk het trapgat is weggelaten, mist hierd o o r zijn verband m e t de constructie; het gewicht m o e t nu via een voor dit systeem ingewikkelde raveling op een balk in de gevel w o r d e n overgebracht. Deze balk overspant daar 7,50 m en vorm t zo een forse onderbreking van het glasvlak. dak
omlijsting van het gat gekneld d o o r middel van een excentrische r a a m h e n d e l . Wordt deze hendel verdraaid, dan k a n het losse raam voor een vaste ruit geschoven w o r d e n zodat het raam o p e n staat. Bij dit systeem k u n n e n de r a m e n van beide spouwdelen geopend worde n z o n d e r dat ze elkaar in de weg zitten. ventilatie en leidingen In de woningen waren oorspronkelijk geen ramen die geopend k o n d e n w o r d e n . De ventilatie werd geregeld d o o r ventilatiekanalen die via roosters in de woningen u i t k w a m e n . Deze kanalen w o r d e n gevormd door de holtes van de o p elkaar gemetselde b e t o n s t e n e n en m o n d e n op het dak uit in m a r k a n t e ventilatiekokers. Andere leidingen, zoals waterleiding en riool, w o r d e n o o k door deze m u r e n geleid en o p de begane grond gebundel d in de — daartoe verdikte — k o l o m m e n . Deze voorzieningen zijn om de twee s t r a m i e n m a t e n g e t r o f f e n , dus om de 7 , 5 0 m . Een gevolg van dit systeem is dat de leidingen d o o r de dwarsbalken gevoerd m o e t e n worden. 7
7. Zie: M.Ya. Ginzburg, De woning, Gosstroiizdat, Moskou 1934.
vloeren De vloerconstructie in de F-woning is zeer rationeel, in tegenstelling t o t die van de K-woning. Waar in de F-woning een vloer nodig is, overspant deze van dwarsbalk
Het gehele dak is uitgevoerd als beloopbaar dakterras, m e t een gemetselde, 20 cm dikke en l , 1 4 m hoge borstwering. De dakvloer is o p dezelfde wijze geconstrueerd als de overige vloeren en is afgewerkt m e t verschillende materialen in diverse lagen. Langs de balustrade ligt een k o k e r in de dekvloer, waarin het regenwater w o r d t verzameld. De o p het dak staande ventilatiekokers h e b b e n een diameter van 95 cm en een h o o g t e van 2 , 5 0 m . De kokers bestaan uit een vierkante b e t o n n e n o n d e r b o u w , waarover een b e t o n n e n persstuk m e t een overstek van 40 cm is geplaatst. De bovenb o u w bestaat uit r o n d e h o u t e n duigen, die zijn b e t i m m e r d . Boven de opening van de k o k e r is een dakje geplaatst. gevels Van een afstand gezien valt bij het Narkomfin niet te o n t k o m e n aan de indruk van een schip. Dit is vooral te d a n k e n aan de a t t r i b u t e n op het dak. De grootste dako p b o u w van twee verdiepingen doet al snel d e n k e n aan een brug, de ventilatiek o k e r s z o u d e n een rij schoorstenen k u n n e n zijn. De r o n d e v o r m e n versterken deze associatie nog en het b u i z e n f r a m e w a t o p het dakterras staat, w o r d t o p schepen gebruikt o m de mensen op het dek m e t zeilen tegen zon en regen te beschermen. Dichterbij gekome n m e r kt men dat de gevel o p de begane grond naar binnen springt, dit is een restan t van de o o r s p r o n k e lijk bedoelde lichtvoetigheid. Het gebouw stond oorspronkelijk geheel o p k o l o m m e n , waarbij het opvallend was dat de twee ingangspartijen dezelfde plaats, a f m e t i n g en en a f r o n d i n g e n v e r t o o n d e n als de dako p b o u w , zodat het lijkt alsof de recht-
hoekige doos van het woonblok doorstoken is met de kokers van de trappehuizen. Vanaf het gebied gevormd door de L-vormige opstelling van het gebouw ziet men de voorgevel van het bijgebouw en de galerijgevel van het woongebouw. In deze laatste wordt een bijna oneindige langgerektheid gesuggereerd doordat de ramen uitgevoerd zijn in lange stroken, mogelijk gemaakt door de overstekken van het betonskelet. Bij de bovenste vier verdiepingen hebben galerij- en slaapkamergevels een gelijk uiterlijk met dezelfde maatsprongen die op de slaapverdieping ontstaan door de scheidingswanden. Op de eerste verdieping is de buitengevel achter de k o l o m m en gezet zodat hier een open baan ontstaat. De lengterichting wordt nog benadrukt door de plantenbakken die als een ononderbroken balk onder de ramen van elke verdieping hangen. Het bijgebouw staat als een kubusje terzijde. Zowel de glasgevel zelf, als de omtrek van de totale gevel zijn twee vierkanten, van verschillende maat. De glasgevel bestaat uit vierkante ruitjes. In de achtergevel van dit gebouwtje zorgen de kolommen voor een driedeling; daartussen zijn de ramen ook weer in drieën opgedeeld. Het trappehuis, dat aan de straatkant ligt, manifesteert zich als apart architectonisch element, doordat het boven het dak uitsteekt en door de verticale strook ramen. In de kopgevel van het woongebouw zitten drie halfronde balkons, en — op de plaats waar een vierde balkon had kunnen zitten — een deur. In de achtergevel is iets te zien van de bijzondere doorsnede van het gebouw. De bovenste drie lagen verdiepingen zijn getransformeerd naar twee hoge, waarbij de behoefte aan veel daglicht tot uitdrukking komt in grote glasvlakken. Ondanks de onderbreking door de woningscheidende wanden vormen ook deze glaspartijen twee brede banen, beëindigd door de verticale stroken van de trappehuizen. De onderste twee verdiepingen hebben een heel ander karakter. Dit geveldeel valt uiteen in verschillende glasvlakken. Aan de ene kant twee korte strookjes boven elkaar, waarachter zich de keuken en badkamer bevinden; aan de andere zijde een strook onder met daarboven een groot vlak waarachter zich de woonkamer bevindt. Dit patroon herhaalt zich gespiegeld. Behalve de kleine ruitjes van de trappehuizen en de voorgevel van het bijgebouw zijn alle raampartijen met dezelfde standaardmaten uitgevoerd, zodat bij het Narkomfin met z'n grote gevarieerdheid toch sprake is van een grote eenheid.