HET KASTEEL El.l HAAR (BOUI.I-)ORDE
door Bas Aarts Het tegenwoordige aanzien van het Kasteel van Gemert wordt
voorar bepaard door de verbouwing van het hoofdgebouw in 174O. Het fantasietoze strakke 18de-eeuwse uiterlijk en de verdwenen tussengracht (Afb. t1 2a en 2b) maken het moeili.ik om onmiddeltijk de oude situatie voor ogen te haren. Toch zijn er voldoende afbeerdingen over om een redelijk betrouwbaar beetd te scheppen van dit unicum voo:. Brabant: het kasteel van de Duitse Orde te Gemert. via een voorhof of neerhof kwam men en komt men nog steeds op de ruime voorburcht. Deze werd op de oosthoek beschermd door een nagenoeg ronde toren, wa€rrvan fundering en gaand muurwerk gespaard bleven.
-65-
enig
op_
Plattegrond. oon
het kosteel
tr',,!t,.r r,,.,tr,l,!.IL,,l
uan Getnert; uan het hootdgebouw is i,n oerbond met d,e hoge ligging de
kelderoerdieping aongegeDen.
Afb. 2a.
Moderne
plattegrond Kasteel van Gemert.
(\
-.1;
-
L
\/-
4 /,: ,'/-
l)
,t'l
Afb. 2b. Oudste kadasterkaart Gemert (1 1830). Tussen hoofd- en voorburcht nog sporen van oorspronkeli
jke tussengracht.
Hft
':
3,' tlr'
Er
,*,J,t
Afb. 3. Het hoekpaviljoen van de voorburcht rldonjonrr).
-68-
(zogenaamd
s
i, ra
q
!
i:A€tr . --: m:
EY=--
o
P a o 6o lr o
o
+ID
-i EC\
P .d
c
L
d
t)
o o
otr h
O)
o I (J
r,
o. Fi
(l)
{,
L o
oo (, F{
0) q) {J
a
rd 14
$ p
+i
prijkt, naast de poort, het fraaie hoekpavilhet misschien wel mooiste voorbeeld van ttproiane gottrieke bouwkunst in Noord-Bnab-r1tt (1) (l,fb. 3). De datering van dit hoekpaviljoen loopt uiteen van 1463 (2) naar 1563 (3), waarbij het bewijsstuk, een wapensteen boven het kteine toegangspoortje. in werkelijkheid t763 te lezen schijnt te geven (4). We laten daarom de precieze datering van dit laat-gotische torengeheel nog maar even open (5).
Op tle westhoek
.joen, ooit
genoemd
V66r de verbouwing van l74O vormde de hoofdburcht €€D cofllpact rechthoekig blok, waarbij alleen aan de voorburchtzijde een vierkant poortgebouw uitsprong (6). Vier hoogopgemetselde vleugels met trapgevels ormingden het binnenplein. op drie buitenhoeken waren veelhoekige hangtorent.jes aangebrachtt evenals op de hoeken van het poortgebouw. Langs aIle vier de zijden liep. niet overal op dezelfde hoogte, een boogfries met kleine openingen daarboven. Zeer waarschiiriliik de aan-
duiding voor een overdelste weergang (Afb. 4). Varl dit alles bleven slechts de kelders over net zeer bijzondere gotische stergewelven (Afb. .5a, b en c). De nuurdilste bliikt hier
meer dan twee meter te bedragen. A1 met al aanwijzingen genoeg dat men bij de bouw uitging vErn een modern concept, bedoeld al.q antwoord op het in kracht toenemend geschut. Een zwaar rechthoekig blok zonder overbodig uitspringende delen. Geen hoofdtoren of donjon naar het schijnt (?). De bewuste bouw volgde op de bewaard gebleven oorkonde van 1391, waarin hertogin Johanna de ridders van de Duitse Orde toestond te Gemert een voor Brabant ltopen huiSll te 1r...tn€tSen, timeren ende bouwen mOghen, alsoe vele ende alsoe starck ais ons genueghen sall'.,rr (8). Hoe snel die bouw ging weten we niet. En is een mededeling gevonden dat landconmandeur Iwan van cortenbach (14og - +7434) tttimnerdert rrte Ghemertrr (9). De zichtbare verwantschap tussen de nu verdwenen hangtorentjes van de hoofdburcht en die van het eerder genoemde hoekpaviljoen (zogenaand rrdonjonrt) van de voorburcht doet vermoeden dat die in ieder geval tot 66n bouwfase behoren. Het is aI met aI zeer waarschijnlijk dat pas &15de-eeuw het kasteet-in-eerste-aanleg zag ontstaan (Afb. 6) (1O). fiat moderne bouwplan van Gemert werpt de vraag op of dit kas-
teel een tynisch product van de Duitse orde te noemen is of alleen maar een vooruitstrevend kind van haar tiid, -7o,-
+)
L (, E
(,
(, tr
ct
+{
'{
F{ q)
o0,
oo 'rr bod -c
x
0to oq 9A oo, .a 60
E
crr qrO q> ot +q) AEd ll
at o, lax
c
ro
Iqi
-77-
!
Afb. 5b. Bakstenen gotisch gewelf.
Kelderverdieping Kasteel van Gemert.
-72-
Afb. 5c. Bakstenen gotisch gewelf.
Kelderverdieping Kasteel van Gemert.
-73-
Afb. 7. Het kasteel van Gemert in 1?3O (l' ae Haen)' Vanuit het zuidwesten. Hierop is tle rijk gedetailleerde voorzijde van de hoofdburcht goed zichtbaar'
I
.t
Fa t
il 't
ill :t
'il l,l ;''.i
l,t
I I io
-.': Afb. 6. Het kasteel van Gemert in Vanuit het noordnesten.
aC
r:'
,#1
ri 173O
(A. de Haen).
-74-
I
wordt ook georikkeld door de rijke versiering in natuursteen en baksteen van het hoekpaviljoent waarbij soms dezelfde details aan te wiJzen zijn op en naast het poortgebotrw van de hoofdburcht (Afb. ?). Trapgevets zijn op zich geen bijzonderheid aan lliddeleeuwse kastelen. Zeker niet in oostelijk Nederland en het aangrenzende Ri.inland. Versiering van baksteengevels door dieptereliEf is geen unicum (vgI. westgevel van de Ridderzaal Den Haag, 13de-eeuw). maar komt in onze streken toch minder vaak voor in de wereldlifte bouwkunst. Het kasteel van Gemert bezat aan het hoofdgebouw en bezit aan het hoekpaviljoen opvallende vertikaal werkende spaarnissen (Afb. 8). Het is de noeite waard om bij de Duitse Orde zelf eens te onderzoeken of daar al of niet een parallel voor te vinden is. De nieuwsgierigheid
drie geestelijke ridderorden de andere twee, Tempeliers en Hospitaatridders (Johanniters), ontstaan tijdens de Derde Ibuistocht (1189 - 7792). Startend als 'een organisatie van Duitse ziekenbroeders kreeg men er spoedig een pastorale taak bdj. In een typisch Middeleeuwse vermenging van idealisme en realisme hoorde daar ook een adellijke beschermtaak bij waardoor de broederschap in 1198 officieel ridderorde werd. De ridder-afdeling was herkenbaar aan haar witte [&ntel en *tarL lu'uis. Geprotegeerd door opeenvolgende pausen en de Duitse keizer begon voor de Duitse Orde onmiddellilk een blopiperiode (11) ' Men kreeg ook bezit in het rrKoninkrijk Jeruzalemrr, dat Jeruzalem zelf in 118? weer was knijtgeraalst aan Saladin. In het tegenwoordtge Libanon werd de kruisvaardersburcht ltson herbouwd (1:2), Direkt ten noordoosten van AJrko (tsraiitl ten noorden van Haifa) werd een leengoed verloregen, waarin de burchten Melia (13), Judin (t+) en Montfort ingericht werden (15). Hiervan is Montfort'(starkenberg) het meest bekend en een van de Middeleeuwen. Later dan
De Duitse Orde was
uit de
enigszins onderzochl (16). Montfort was een bestaande lsuisvaardersburch+, (7228 rrfl'apsChastiauff). die overgedragen werd aan de Orde en vanaf 1229 grondig verbouwd. De huidige burchtrulne, vlalcbij de rsrai!lisch-Libanese grens, toont een langwerpige aanleg (Afb. I ) op de uitloper van een smalle bergkam. Een 3O m. brede en -75-
t-l F.1. t'
Afb 8. Het hoekpaviljoen van de voorburcht. Vanuit het westen. Iet op de verticaal_werkende spaarnissen in de trapgevel.
-76-
----l.-
& Afb. 9.
Ihcarsdoorsnede en plattegrond van de ruine van Montfort (Nd. Israiil), eerste hoofdlnrartier v.ul de Duitse Orde.
72 m. diepe kunstmatige kloof vormt een droge gracht ten opzichte van de meest bedreigde zi.jde. Hier stond v66r het woonblok, in de beste Europese en zeker in de Ihritse traditiel €€n forse donjon (rrBergfriedtt). Aan de aanvalszijde waarschijnlijk halfrond van vorm en gefundeerd op de kale rots om ondermijning te voorkomen. Opmerkelijk is dat deze donjon geheel losstond en bovengronds verbonden was met de kernburcht (Afb.1O ). Om de burcht heen liepen op de berghelling nog twee buitenringen, waarbinnen
een voorburcht gesitueerd kan worden (77), Hoewel aan de sterkte van dit rfcastrum novum Montfortrf(7229) (18) niet getwijfeld mag worden, is er op gewezen dat deze burchten van de Duitse Orde zich in traditioneel (tot vandaag de dag) ctrristelijk woongebied in Noord-Galilea bevon-
-77-
Afb. 10. Reconstructietekening Burcht Montfort/Starkenburg (omstreeks 1230). De losstaande donjon is hier als vierkant yeergegeven (vgf. Afb. 9.).
-78,-
den en derhalve geen onmiddelliik gevaar
te
duchten hadden
(19). Montfort/Starkenberg was daarom vooral een symbool voor het groeiend aanzien vail de Orde. In de donjon zetelde in het begin de grootmeester. Ook werd daar de schat bewaard (20). In 1926 gevonden ri.-ik versierde natuurstenen bouwfragmenten en gekleurd vensterglas onderstrepen dit alles (27). In 7271 werd Montfort ondanks alles ingenomen en verwoest door sultan Baibars. We zagen bij Montfort dat rle donjon het hoofdverdedigingselement vormde. Bij veel kruisvaardersburchten in het Nabije Oosten bli.ikt de klassieke' Europese donjon de kern van de versterking te vormen (22). Opvallend. omdat het Nabije Oosten een eigen Byzantiins-Arabische versterkingstraditie kende vanuit het Romeinse verleden. In versehillende gevallen werden aanwezige versterkingen echter genegeerd (23). Al1een in vlaktes en overzichtelijk terrein heeft men, reeds vanaf + 774O, burchten aangelegd volgens het Romeinse rrsasf,p1111rr; patroon: rechthoekig met vierkante torens op de hoeken. Soms fungeerde 66n hoelstoren als donjon (%L). Ook het principe van concentrische verdediging zonder donjon door middel van een tweede rechthoek knam voor, zoals de Joharuriter; burcht Belvoir langs de Jordaan bewijst (+ 77?O) (25). Het waren deze elementen ( rrcastrumrr - model, concentrische aanleg) waarmee de kruisvaardersburchten iets v66r lagen op de algemene Europese ontwilskeling en waaruit waarschijnlijk hun (vaah overschatte of te algemeen gestelde) invloed op die ontwikkeling zou gaan bestaan (26). Na Montfort viel ook Akko in 1291 en daarmee krr,am er een eind aan de christeliflc-militaire aanwezigheid in het rrlkilig Landr! De drie grote Orden hadden ondertussen in Europa reeds bezit verworven, waar ze nu op konden teruryallen. Zo eoncentreerde de Ihritse Orde zich aI enige tijd op Spanjet waar ze in 1219 te hulp geroepen werd bi.-i de heroveringscampagne op de Arabieren (rEeconquistarr). Dat leverde in Centraal-Spanje enkele Orde-burchten op met een rrklassiekerr
donjon, waaronder de kolossale ronde donjon van La Mota
(tzzt-tzss) (27),
De burcht Higar6s bi.-i To1edo daarentegen vertoont een rechthoekig grondplan met hoektorens. Daarbinnen een vrijstaande vierkante donjon met een Oosters aandoende afwisseling in
-79-
het buitenmuurwerk van baksteen en veldkeien (28). De Duitse auteur Von Holst gaat er vanuit dat de oudere rechthoekige Moorse burchten rnodel gestaan hebben, zoals het Alc6zar van Toledo (van v66r 1085) (Zg). ttet zou dan dit Moorse voorbeeld geweest zijn (op zich weer afgeleid van het Romeinse
militaire fort) en dus niet het eigen ervaringsgegeven van het Nabije Oosten-zelf, dat de Duitse Orde bouwkundig zou gaan inspireren bij haar burchtenbouw elders (JO). Elders wil met name zeggen Noordoost-E\rropa, waar de Duitse Orde vanaf 7?37 een militaire campagne startte om op pools verzoek de niet-christelijke Pruisen een halt toe te roepen.
Crrootmeester Herman van Sa1za had deze opdracht na lang aarzelen aanvaard en stippelde vervolgens nauwkeurig richtliinen uit om het gewenste doel te bereiken. De Orde laeeg van Folen gebied aan de Weichsel aIs uitvalsbasis en het rrrechtrr op al het land dat ze op de trheidensert Pruisen zou veroveren. Dit leidde in achtereenvolgende etappes tot de creatie van een eigen territorium dat zich uitstrekte van de nonding van de Weichsel tot aan de Finse Golf. De verovering geschiedde in samenwerking met de OostzeeHanzestad Liibeck en opende zo d.e weg naar de latere Duitse kolonisatie van dit gebied. Vanaf 13O9 werd de grootmeester als staatshoofd van dit rfPruisentr erkend. De nieuwe staat werd organisatorisch strak en centraal opgebouwd vanuit de kloosterdiscipline en was in Europa alleen te vergelijken met het Zuitl-Ita1ii! van FYede-
rik II (31). In de militaire beheersing van het
gebied werd voorzien door de bouw van een groot aantal kastelen. Na een rrbrugge-hoofdrr fase van constructies in hout en leem volgde vanaf TZIO de aanleg van goed doordachte bakstenen bouwwerken (32). De, naar men nu aanneemt, uit Spanje overgenomen rechthoekvorm werd hier vervolmaakt en overal toegelnst. Op de hoeken van de aanleg verrezen torens. Soms fors van opbouw en binnen de plattegrond van de rechthoek blijvend, soms slank en uitspringend om de zijmr:ren te kunnen dekken. E6n van de torensr soms wiistaand, vervulde vaak de rol van donjon(aA). Bij de grotere burchten werden aIle vier de zijden volgebouwd omdat de Orde vanuit haar tweeledig karakter (monastiely'militair) nogal wat ruimte eiste. Elk kasteel kende haar ordening van kerk/kapelrslaapzaalrkapittelzaal, refter,
-80-
1
oo oq) &d ,d C.e .d @o otr LF{
Lt+) ooo
O)
EOO d€ 6) dFl E lu+) = rio ,oo !. c=
vAD C) OE+) EOO trCrE ot HP oo od o +)E O .dc Sclo) A E'E E o'1, .d td= o) C+). dOir >tiO o+) -i.!EE oo. +.dL oo 10 Nttro €ro> 9{ (l).6 O o o €.ll o l.dc .c o E.i €d c< +) 60?r .C ^
, - 9=,oro C !'a
ot€c .d o(H o lrt oE dio o= =diEv d
E +{
-81-
sanitaire voorzieningen. Een kruisgangachtige bogengarerij omringde vaalc de binnenplaats (g+). De verdediging uit de hoogte vond dan plaats door nidder van een gekanteelde w€ergang juist daaronder. Burchten als Marienburg (trlatbork) en Marienweraer (t
voorburcht en vaak nog een nederhof noodzahelijk. Het reratief vlakke landschap langs de rivieren in pruisen begunstigde het gebruik van de rechthoekige kasteervorm(3s). Desalniettemin was de Duitse orde, na de Fbanse koning, een der eersten die deze vorm toepaste in de l3de-eeuw. Het gebruik van baksteen (so) was noodzalcelijk ondat het gebied arm wasi aan natuursteen. Bepaalde details (grote blinde bogen in de buitenmuur, ruitvormige versieringen met verglaasde baksteen) wijzen terug naar mohammedaans spanje en doen verrnoeden dat de orde spaanse bouwlieden meegebracht had (gZ). Het hanteren van baksteen-op-zich is niet uitsluitend v€rklaarbaar met de tlspaanse connectierr. Men is eerder geneigd te denken aan de invtoed van de Hanze. Eind 12de-€euw werd, zoals bekend, in hd Noordzee-kustgebied de bahsteen herontdekt. Eerst toegepast bij de geesterijke bouwkunst, daarna ook in de wereldlijke bouwkunst. D,e Hanze, het koopliedenverbond dat stedenbelangen ging bundelen, zou het gebruik van balcsteen propageren langs de Oostzee. Liibeck, de tthoofdstadfr van hei Hanze-verbond, werd daarbij het grote voorbeeld met haar Maria-kerk en raadhuis (Og). Zo kreeg de typische Noord-Duitse baksteen-Gotiek vorm, uiting van het groeiend stedelijk zelfbewustzijn, zonder direkt van een eigen ItHanze-architectuurrr te mogen spreken (eg). Baksteen dwingt bij versiering tot andere oplossingen dan natuursteen. Vanaf de eenvoudige Romaanse kerkjes van Noordoost-Nederland valt zo een lijn te ontdekken naar de Gotiek van het Oostzeegebied toe van trapgevels, versierd met kleine zuiltjes en kegeltjes, puntgevels, verdiepte blintle vensters of ruit- en roosvormige versieringen. De Gotiek zal aan deze expressievorm een sterk verticaal karalcter gaan geven, waarvan vele overblijfselen langs de Oostzee nog getuigen (Afb.12 1. Het lijkt ne dat we hier de verklaring moeten zoeken voor de typische verticaal-uerkende elementen -82-
1
Afb. 12. Stadspoort in Fliertland - lrlecklenburg (oOR), Voorbeeld van Noordduitee baleteengotiek.
-83-
1Sde-eeun.
-{:
e!
it a
* .:
:{
3 .. :.1
r
**, Afb. 13.
14de-eeuus keldergewelf
in llarienburg
(1799).
aan de topgevels van Marienburg, Marienwerder en talloze andere Orde-burchten in huisen (lff. tl ) (4O). Baksteengebruik biedt ook de mogelijkheid tot het aanbrengen van stenen gewelven. Die van de Orde-burchten bezitten een opvallende verfijning (.lfb. 13,). Verfijning en luxe spreken ook uit het zogenaamde trPaleis van de grootmeesterrr, dat kort v66r 14OO werd toegevoegd aan het Middenslot van Marienburg (Afb..11). Onlangs werd voorgesteld hier een traditionele donjon in te zien, die, als eens Montfort, de Orde-schat herbergde en de grootmeester zijn noodzakelijke status gaf (+1). Hier treffen re voor het eerst ook hangtorentjes aan, steunend op natuurstenen uitkragingen. Het voorbeeld voor deze hangtorentjes zou het Rijnland geweest zijn, waaruit de architect van deze rrpaleistorenrt (ttdonSontt) afkomstig was (42). Met dit indrukr*ekkend geheel langs de Nogat had de Duitse Orde op architectuur-gebied haar absolute top bereikt. Tijd om terug te keren naar Gemert en de Nederlanden.
-84-
q
rn de Nederlanden had de Duitse orde ar vroeg diverse bezittingen geschonken gekregen. Ze vielen onder de ilDeutschmeisterrr (landmeester betreffen_ de het Duitse Rijk) en waren gegroepeerd in de balije.van Utrecht en de balije van Oudenbiezen (ltaen Biesen). oudenbiezen ontstond vanuit een schenking door de graaf van Loon in 72n, die de orde verprichtte een hospitial te richten op de belangrijke handelsroute van vlaandereninnaar Keulen.
Het uiterlijk
van het eerste kasteer te oudenbiezen is nog onduidelijk (43). Later, van 7s4z - 1608, r+erd er een zeer groot nieuw kasteel gebouwd (Afb. 14). Iiuiaelijk opgezet in de orde-traditie: strak vierkant, vier vreugers met in dit
gevar ronde hoektorens, ruime voorburcht met voorhof. Gracht en schietgaten onder in de torens beklemtonen meer de status dan de werkelijke verdedigingsruaarde van dit rate kasteer. Details laten zien dat tijdens de bouw het accent aan het versehuiven was van Gotiek naar Renaissance (++).
oudenbiezen was het centrum (randcoruranderij) van een groot aantal andere bezittingen in de regio (taa"i, mU. 15 )." Bijvoorbeeld de in r41? door landcommandeu" i*a' van cortenbach gestichte commanderij Gruitrode, waar de eigen munten van de landcommanderij werden geslagen. ook het kasteel van
lrl
*.
.ir " t.,i
{t
,
.r Jr'
:ai
,,r
Afb
14. Oudenbiezen omstreeks 1ZOO (nomeyn tle Hooghe).
Hoofdburcht met voorburcht en neerhof.
-85-
r'_---_-_
''l
\i
d.-' NEDEPLIND
@ *i,utoa,t rn
0urTsLAND
EELGIE
P-,
P
t
liadcn a pfurdf., rzfugiolnka
,\ \\ J
Afb. 15. De landconmanderij
**"
Oudenbiezen met haar aanhorigheden.
I
KASTEEL
uoevr
Ol
KASTEEL : 't-l"Eans.-----Jae'tc.to..".
1.Bi;^.^pl.ir. 8.Garnde"i.j. r S.h-.r 9.Vaed-elen torcn. ( \'..J*€,,.n to.cn. lo- XloLkrto"c^. 5.Zu,Jcrloren. rr-Er,keboo-. 6.GeenJctii.
'
m
HOEVE
1-E';;:I"gr-a1.
:
2!' Ol-. (- N."rJc'to.r".
-G,rrhtcn
Afb. 16. Plattegrond Kasteel yan Cruitrode (Belg. Lirburg). Mooenteel sterk geuijzigd.
I
crruitrode kreeg (tweede helft
16de-eeuw) een ruim vierkant gr.ondplan met hoektorens (Afb.16 ) (aS), Cremert viel ook onder Oudenbiezen. Reeds in 72tlg is er spralce van een zaakwaarnemer van de Iluitse Orde te Gemert. (46). Hier raalcte de Orde echter in een langdurig conflict verwikketd met de lokale heren van Gemertr die zich in hun nacht bedreigd voerden. Die heren, meest Diederik geheten, verloren uiteinderijk en in 1366 ging de gehele heertijkheid over in handen van de Duitse Orde (+Z). De Diederikken en hun kasteel |rHet Hooghuisrf zouden daarna geleidelijk verdnijnen (+e). Gemert laeeg een reeks commandeurs die voortaan de ontwikkeling van deze Itrijksheerlijkheidft bepaalden (+g). Die commandeurs waren
allen afkomstig uit adellijke geslachten uit het westerijk deel van het Duitse Rijk, xraar wij toen bij hoorden. Hun wapenstenen te Gemert getuigen daar nog van. zo was het onder die rnan van cortenbach, zoals reeds aangegevenr dat er te Gemert ttgetimerdtt werd. v66r hem zat hier Henric Reynart van Husen. onduidelijk brijft wie pre-
cies de hertogerijke toesteming van 1Bg1 aangreep om het aI aanwezige rrhuisrt van de Duitse orde (so) te vervangen of uit te breiden tot de ons bekende burcht (St). Die burcht, zo mogen re dan tot srot coneluderen, past m.i. uitstekend in de bouwtraditie van de Duitse orde zcals we die
hier geschilderd hebben: rechthoekig van opzetrruim voorzien van functionele vertrekken, uitgebreide voorburcht met re€rhof. ceen hoektorens zoars c.ruitrode en oudenbiezen nog meekregenl bescheidener van opzet met hangtorentjes, die een meer regionale Rijnland.se achtergrond kunnen hebben. Rijk versierd met onder andere verticaar-werkende spaarnissen, vaarvan we de voorbeelden elders hebben leren kennen. Het bescheiden karahter van crenert hoeft trouwens ook niet overdreven te worden. Het grondptan was miritair modern voor die tijd. Het veel geprezen hoekpavirjoen (ae zogenaamde rrdonjontt) vervult naast de poort een zelfde rol als het beroemde grootmeesterspaleis (rr6snlsnrr) te Marienburg. Die overeenkomst is volgens nij niet willekeurig tot stand ge-
komen.
NOTEN:
l. P,Dr.Ed. Lffeld c.s.sp. "cemert. De geerlyckhcld het Casteel tot chaert" caert z.J. p. 9.
-8?-
ende
2' A' v. orrschot nMlddeleeuwse kastclen van Noord-Brabant, RlJsrlJk l9Bl, p. 2t2. crtalogus "t63t.len_ln Brabent. Van Burcht tot tardhuts, Den Bosch 1902, p. 58 (29) f. 't(unstr.lsboek voor Ncderlandi Anstrrdar 1965, p. 559. 4. Lffetd, p. 3. 5. Verschtllende van de hler aanuezige gotlschc detall.s (b1Jv. aan de vensrers) lopen dooi tit-ii-a. t6e_euw. vergelljk het Huls Ter nlviere _ *ff_.i, zuld_Llnburg, [et een Laat-gotlsche vlogel ult ae tie_eeuu. - ir.G.N. Renaud 6. "Kastelen in-Noord_a.iu.ri"'f. ..Brabants Jaarboek" 1950, p. 69. 7. Renaud, p. GB. 8. Renaud, p. G?-68. Ioffeld, p. g. 9. A, Otten "Cortenbach "tlmerde. te chaert. . . . ln "ce_ nerrs se€m" ?O ltg7gl 3, p. 82_93. 10. IiangtorentJes op ate hoekeir van een troofageUoux zljn ln de Nederlanden bekend van @streeks l3OO. Eln overdekte xeer_ 9an9 van kort na 1400 bezlt het Kasteel Hern€n (p. v. RelJen ,ttll.ddeleeuuse lGstelen tn Ueaerlanai Eaarleo 1979, p.88,93-94, tO4-lO8) ll. J.ll. van wlnter ,Johannlterr, tapellers, Dultse Orde" kaEpen 2.J., p. tS?lg. .r. Buntlnx ,,De Drltse Orde,, ln ,splegel Hlstorlaeli 2 (19671 r, p. 3-14. t2. Niels von Horst "Der Deutsche Rltterorden und serne Bauteni Berlljn 198t, p. 37, 2ZZ, 2j7. 13 . V. trolsr, p. 222. 14. v. Eotsr, p.230. 15. T.S.R. Boase icastles and Churches of the Crusadtng Xing_ doo' Iondon 196] , p. 64. 16- V. Bolst, p. 38-39, 222, r. uilller-iuener "Burgen der tceuzrltter, !,tilnchen_BerllJn z-7.' P.76. 17. uiu.ler-wlener. p. 76. V. FoLst, p. 39. 18. V. Irolst, p. 222. 19. H.P. Eydoux "Les Chlteaur du SoleltI parljs 1982, p. 184. 20. Eydoux, p.184. 21. v. Holst, p.41,42. 22. R.C. SDall ,The Cruaadera tn Syrla and the Holy Lndr 1973, p. 95-98. ?3. Smatl, p. tO6. 24. sDatl, p. 99. Dlt kan zowel een ExrotEse als een Byzantljnse achter_ grond gehad hebben (Boase. p. 42=43) - Snai1, p. t0O-102. 25. 26. sDail, p. 9t, 94, 99. 27. V- Holst, p.60-64. Haarschljnlijk in navolglng van de bekende ronde F M"tavan donjon het oudste Iouvre te pailJs. 28. v. Holst, p. 64/6s, 224. Nog oi6urro.tt. 29. v. rrolst, p. 94-99, 225. "r.t 30. v. Holst, p. 94-99. rnteressant Is de olrerklng bIJ von Holsr (p. dat er Ln ltoord_Afrika tn de tie_eeuw i"iigi."r. 57/5g, 2231, breder_ schaplren ontstonden van soldatem"nnlk";;-;i; verdedlgden op de grenzen van de fslam_rer.fj. burchten of dlt van tnvroed 1s gereest op het ontsta., u.; ;;-;;;tstellJke rldderorden ln de t2e-eeuy ls nog ntet onderzocht.
-88-
31. v. Holst, P. 77-e?. v. wlnter 'Johannlters, Tupellers, Dult6e Order. p. tZ_tg. J. Buntlu iDe Drltse Orde" ln .Splegel lllstorlael,, 2 (1967) r, P. 9. 32. v. Holst, p.92. 33, v. Holst, P. 95-95. 34. H.J. l.tnsek "htrgen ln Europa" Leipzlg 1975, p. 146. 35. l{. Andersen "Burgen Eurolf,s,, Stuttgart, ,qgor p. 24?. 36. voor een galddelde Orde-burcht waren ongeveer 3 mll.Joen nkloost-ermpp€n" nod19 (32x15x9 m) . Acht steenovens konden ln 6 Jaar daar ver zorgen (V. Bolst. p. 93). 37. v. HoIst, p.94-96. 38. Ph. Dolllnger "De Hanze', Utrecht 1967, p. 331, 332. 39. B, Fischer .rHanze-st6dtei, Xeul.en f98l, p. 34.35. 40. ll. Anderson ,'Burgen Europas'. Sturrgart f98O, p, 24G-24g. 41. F. Anzelewsky "Der Hoctmelsterpalast der Marlenburg" ln "Burgen und Schl6sser" 26 (1985) II p. 65-?4. 42. Anzelevsky, p. 72. 43. C.c. de DlJn nEnkele eerste beschouxingen blj een verbouwlngsontyerp van t7l6 voor de lardcomanderlj
Alden Blesen', (.ceschledkundlg en bouwhlstorlsch over_ zlcht van Alden Blesen, landcomanderlj van de Drltse qd. te StrDuweni/RlJkhoven") Brussel-HasselE l9?3, p. 10. __ de 44. DlJn, p. 9, r0, tt. Auteur kan de opzet van Ordenblezen nlet goed verklaren. -- de 45. DlJn, p, ll. L. Gdntcot e.a. iHet cr@E Kastelenboek van Belgl€r II Brussel 1977, p. 124.
45. Lffeld, p. t. {7. Loffeld, p.6,8. 48. Zte het artlkel van Jan Tleers in deze alleverlng
van
"Bet Brabants lGsteeln. verderr A. van Olrschot "ttlddeleeuys€ t(astel,en ln
En
Noord-Brab.nr" ntjsrlJk l9gl, p. 213_ZtS. 49. Een eerste ovelzlcht geelt J. van Lennep,/H,J. Eofdlrk lMerkwaardtge Kasteelen ln Nederl.andi ti eosteraao tg54 p. 43-57. 50. De oudste verleldtng il249) ?reekt reeds van een Arnol_ dus als "orovircr dolus Teutonicom ln c€oerthe. (de zaakwaarnaer van lreIE-Fuls varr de Dultse orde te c€oert.) (roffeld, p. l). 51. De ultdrukklng ,,dmus., veronderstelt nog geen kasteel, m.r toch yel wat. tn l27O en 1363 yas het het ll]dend v@Ber!, btJ een gewapend treffen net de Dt-ederlkken (Lffeld, p. 6; v. OlrsctEr, p. 213).
Dit artikel is overgenomen uit rlHet Brabants Kasteerrr, Jrg.8, juni 1986.
-89-