Verpleegafdelingen NEUROLOGIE
Welkom op de web-site van de verpleegafdelingen Neurologie van het Jeroen Bosch ziekenhuis (JBZ) Op deze web-site vindt u belangrijke informatie over de gang van zaken op de afdeling. Binnen het JBZ zijn er twee verpleegafdelingen Neurologie. Locatie Groot-Ziekengasthuis: verpleegafdeling E2 Locatie Carolus: verpleegafdeling 7N Binnen beide afdelingen wordt er gemengd verpleegd. Wij streven ernaar uw verblijf zo aangenaam mogelijk te laten verlopen. Om dit te kunnen realiseren, hopen wij van u en uw familie tijdig eventuele wensen, suggesties of klachten te vernemen. Namens de teams van de afdelingen veel informatief leesplezier gewenst Wie werken er ? Op de verpleegafdelingen werken de volgende medewerkers waarmee u te maken kunt krijgen; Verpleegkundige unithoofd Op E2 zijn de verpleegkundig unithoofden mevrouw I. van Herpen en mevrouw N. van de Laar. Het verpleegkundig unithoofd op 7N is de heer A. van der Tuuk. Zij zijn verantwoordelijk voor de coördinatie van alle werkzaamheden op de afdeling en personeelsgericht werk. Zij geven leiding aan de verpleegkundigen. U zult hen vrijwel niet betrokken zien bij de zorgverlening aan patiënten. Vanzelfsprekend kunt u wel altijd een gesprek met een van hen aanvragen. Verpleegkundige kwalificatieniveau 4 en 5 Tussen de verpleegkundigen op de afdeling is onderscheid in twee niveaus. De verpleegkundigen op kwalificatieniveau 5 zijn HBO-opgeleide verpleegkundigen die verantwoordelijk zijn voor het coördineren van de zorgverlening. De verpleegkundigen op kwalificatieniveau 4 zijn MBO-opgeleide verpleegkundigen. In de directe zorg merkt u geen verschil tussen deze verschillende niveaus. Gespecialiseerde verpleegkundigen In het ziekenhuis zijn ook verpleegkundigen werkzaam met een bepaald aandachtsgebied. Zij besteden bijvoorbeeld extra aandacht aan het voorkomen van decubitus (doorliggen), wondverzorging, incontinentie, psychiatrie, geriatrie of stomazorg. Daarnaast zijn er ook verpleegkundigen die zich hebben gespecialiseerd in de zorg voor een bepaalde groep patiënten, bijvoorbeeld diabetes-, kanker- of hartpatiënten. Binnen de Neurologie hebben we de MS-verpleegkundige, Parkinsonverpleegkundige, epilepsieconsulente en de Transferverpleegkundige De verpleegkundigen/leerling verpleegkundigen Op de afdeling zijn ook verpleegkundigen in opleiding en basisverpleegkundigen werkzaam. Afhankelijk van hun opleiding hebben zij zelfstandig, of onder begeleiding, dezelfde taken als een gediplomeerd verpleegkundige. Zij voeren, in overleg met verpleegkundigen, zorgtaken uit behorend bij hun deskundigheid.
De leerling verpleegkundigen rouleren vaak over de diverse afdelingen van het ziekenhuis. De verzorgende kwalificatieniveau 3 De verzorgende ondersteunen de verpleegkundige in de zorg voor de patiënten. De zorgassistenten kwalificatieniveau 2 De zorgassistenten ondersteunen de verpleegkundigen bij de dagelijkse werkzaamheden op de afdeling. Zo kunnen zij bijvoorbeeld helpen bij uw lichamelijke verzorging. Ook kunnen zij zorgen voor het opmaken van de bedden, de maaltijden en de drankverstrekking en eventueel verrichten zij ook schoonmaakwerkzaamheden op de afdeling. De afdelingssecretaressen Zij verzorgen het administratieve werk op de afdeling, zoals het uitwerken van de artsenvisite, het regelen van afspraken, onderzoeken en dergelijke. Daarnaast dragen zij ook zorg voor de eventuele poliklinische afspraken die voor u gemaakt moeten worden. Zij verrichten hun werkzaamheden achter de balie, midden op de gang. Als u naar de afdeling belt, zult u meestal één van hen aan de lijn krijgen.
De volgende medisch specialisten zijn werkzaam op deze verpleegafdelingen: Dhr. Dr. R.A.J.A.M. Bernsen Dhr. Dr. J.P. Ter Brugge Dhr. Drs. W.J. Hardon Mw. Dr. S.E. Louwerse Dhr. Dr. E.Th.L. van Munster Dhr. Drs. H. Visée Mw. Dr. M.S.G. van Zagten Dhr. Dr. M.P.J. Garssen Dhr. Drs. Th.P.J. Timmerhuis (verdere toelichting zie Professionals) Wanneer u opgenomen bent op de afdeling krijgt u met veel verschillende soorten artsen te maken. In het Jeroen Bosch Ziekenhuis worden ook toekomstige specialisten en artsen opgeleid. Deze specialisten in opleiding (i.o.) en co-assistenten (studenten geneeskunde die worden opgeleid tot arts) werken onder begeleiding van de gevestigde specialisten. Met de specialisten i.o. kunt u dagelijks te maken krijgen. Zij lopen visite, doen behandelingen en overleggen regelmatig met de specialisten. Het kan ook zijn dat u op deze afdeling opgenomen wordt door een andere specialist, dit blijft dan uw behandelend arts. Spreekuren en bezoektijden Wilt u uw eigen specialist onder vier ogen spreken, dan kunt u dit aan hem/haar kenbaar maken. Of u kunt zelf een afspraak maken via de secretaresse op de polikliniek. Er wordt dan voor u een gesprek geregeld op de polikliniek of op de afdeling. Als u er prijs op stelt, kan een familielid, of andere relatie, bij het gesprek aanwezig zijn.
Wat doet de …….. afdeling? De verpleegafdeling Neurologie richt zich op patiënten met diverse neurologische ziektebeelden. De doelstelling van de afdeling is het bieden van hoogwaardige, gespecialiseerde medische-, verpleegkundige- en multidisciplinaire zorg en behandeling. Op beide afdelingen is er een Stroke-unit aanwezig (Link; Stroke-unit NEU 013-2006) De stroke-unit bestaat uit een aantal bedden die deel uitmaken van de afdeling Neurologie, waar patiënten worden opgenomen in de acute fase van een beroerte. Tijdens de opname op de stroke-unit wordt de diagnose snel gesteld waardoor er direct gestart kan worden met de behandeling en revalidatie. De intensieve controle die de eerste dagen plaatsvindt, goede informatie aan en begeleiding van u en uw naasten en de snelle revalidatie, leiden tot een sneller herstel. Net als op de rest van de afdeling kan er op de stroke-unit sprake zijn van gemengd verplegen. Na een aantal dagen vindt de behandeling verder plaats op de afdeling Neurologie. Tijdens de visite van de arts loopt een verpleegkundige mee. Stel gerust uw vragen. Er worden afspraken gemaakt over uw verdere behandeling. Vraag dan ook gerust naar de gevolgen van de voorgestelde behandeling, zoals pijn, ongemak en eventuele andere gevolgen. Het is van belang om tijdens de artsenvisite op uw kamer aanwezig te zijn. In verband met de privacy van de overige patiënten is het niet de bedoeling dat er zich bezoek op de kamers bevindt tijdens de visite. Op verzoek kan de artsenvisite ook op een aparte kamer plaatsvinden. Op de afdeling wordt gewerkt met een kliniekarts. Op toerbeurt is een van de neurologen een maand lang werkzaam als kliniekarts. Hij loopt, afhankelijk van de locatie, twee tot drie keer per week de visites op de afdeling. Als u al bekend bent bij een neuroloog kan het dus zijn dat u tijdens uw opname uw eigen neuroloog niet ziet. Bij afwezigheid van de kliniekarts in de avond- en nachtdiensten of in het weekend neemt een van de collega’s waar. Dit kan een neuroloog zijn van een andere locatie. Door hem/haar zult u dan bezocht worden. Het is mogelijk dat de kliniekarts een andere arts verzoekt u mede te behandelen. Aandoeningen Beroerte (CVA) Elk jaar krijgen in ons land naar schatting 26.000 mensen een beroerte. De vakterm voor een beroerte is Cerebro Vasculair Accident (CVA). In het Engels heet dit “Stroke”. Bij een Beroerte zijn twee vormen te onderscheiden: Een herseninfarct waarbij de hersenen weinig of tijdelijk geen zuurstof krijgen. Dit wordt veroorzaakt door een stolsel of dichtgeslibd bloedvaatje in de hals of hersenen. Een hersenbloeding waarbij een bloedvat in de hersenen scheurt of openknapt waardoor het bloed zich ophoopt in het hersenweefsel. Een beroerte kan onder andere gepaard gaan met verschijnselen als halfzijdige verlamming en problemen met de spraak. Een en ander is afhankelijk van de plaats van de beschadiging. Epilepsie Ziekte die zich kenmerkt door ongecontroleerde afgifte van prikkels vanuit de hersenen die zich uiten in zeer diverse vegetatieve en / of motorische reacties. Treedt aanvalsgewijs op.
Guillain Barré Syndroom Het syndroom van Guillain-Barré syndroom (GBS) is een aandoening van de zenuwen buiten het centrale zenuwstelsel: de motorische zenuwen die vanuit het ruggenmerg naar de spieren lopen en de gevoelszenuwen die van de huid, gewrichten en spieren naar het ruggenmerg gaan. De gevolgen hiervan zijn spierzwakte of verlamming en vaak ook gevoelsstoornissen zoals gevoelloosheid of tintelingen (een slapend gevoel). De ernst van de ziekte varieert van lichte verschijnselen tot een tijdelijke volledige verlamming waarbij ook ademhalingsspieren aangedaan kunnen raken. Soms komen ook hartritmestoornissen voor. De meeste patiënten herstellen weer. GBS kan op alle leeftijden voorkomen, bij zowel vrouwen als mannen. De ziekte komt in Nederland jaarlijks bij honderdvijftig tot driehonderd mensen voor. Hernia (Hernia nuclei pulposi) Aandoening waarbij de nucleus pulposus van de tussenwervelschijf door de wand van de verzwakte of geruptureerde annulus fibrosus puilt en druk uitoefent op de zenuwwortel ter plaatse. Hersenkneuzing (Contusio cerebri) Hersenkneuzing; bewusteloosheid, door een trauma veroorzaakt, die langer dan 15 minuten duurt. De bewusteloosheid kan uren of dagen duren en er zijn restverschijnselen als gedesoriënteerdheid, geheugenverlies,verwardheid en/of onrust. Hersenschudding (Commotio cerebri) Hersenschudding; bewusteloosheid, door een trauma veroorzaakt, die maximaal 15 minuten duurt. Er kan sprake zijn van geheugenverlies en er zijn geen restverschijnselen. Hersentumor (tumor cerebri) Een tumor gesitueerd in de hersenen. Hersenontsteking (Encephalitis) Ontsteking van het hersenweefsel Hersenvliesontsteking (Meningitis) Er bevindt zich ontstekingsmateriaal in de liquor. Kan spontaan optreden of als complicatie bij een liquorlek of na een schedelbasisfractuur. Hoofdpijn (Migraine) Migraine is hoofdpijn die in aanvallen komt. De hoofdpijn komt plotseling op, soms midden in de nacht zodat u er wakker van wordt. De pijn zit meestal aan één kant van uw hoofd. De pijn is hevig of bonzend. Door inspanning wordt de pijn erger. De aanval gaat vaak gepaard met misselijkheid en overgeven. Fel licht en hard geluid worden vaak slecht verdragen. Een halfuur tot een uur voor de aanval kunt u schitteringen, flitsen of golvende beelden zien. Misschien heeft u tijdelijk een doof gevoel, tintelingen, of minder kracht aan één kant van uw lichaam. Ook spreken kan even moeite kosten. Een aanval kan 4 tot 72 uur duren, maar is meestal binnen één dag over. Sommigen hebben slechts af en toe een migraineaanval; anderen hebben er regelmatig last van. MS (multiple sclerose) Multiple Sclerose is een ziekte van de witte stof van het centrale zenuwstelsel. Anatomisch gekenmerkt door optreden van ontstekingshaarden, later van multiple haarden van demyelinesatie, gevolgd door verharding van de witte stof.
Parkinson, ziekte van Progressieve neurologische ziekte waarbij de dopamine producerende cellen afsterven. Hierdoor ontstaat een syndroom wat zich kenmerkt door oa stijfheid van de ledematen, sliken spraakstoornissen, overmatig transpireren, speekselvloed en dementie. Ruimte Innemend Proces Een proces wat zich in de hersenen bevindt; zoals tumor, cyste, abces of hematoom Subarachnoidale bloeding (SAB) Bloeding in de subarachnoidale ruimte ten gevolge van een gebarsten aneurysma. In de acute fase wordt het gekenmerkt door heftige hoofdpijn, soms het gevoel dat er in het hoofd iets knapt, braken, fotofobie en nekstijfheid. Subduraal hematoom Hematoom in de subdurale ruimte; acuut en chronische variant. Onderzoeken Ct-scan (computer tomografie) Een CT-scan is een apparaat waarmee een scan van uw lichaam wordt gemaakt. Dit apparaat wordt ook wel een CT-sim genoemd. U ligt op een tafel die door de ring wordt geschoven. De CT-scan maakt als het ware dwarsdoorsneden van uw lichaam. Duplex (echo onderzoek van de halsvaten) Duplex betekent letterlijk dubbel. Bij het Duplex-onderzoek gaat het om het in beeld brengen van de bloedvaten, gecombineerd met een meting van de stroomsnelheid van het bloed. Een ander woord voor duplex-onderzoek is echo-Doppler-onderzoek. Echografie en Doppler zijn verenigd in één toestel. De echografie wordt gebruikt om de bloedvaten in beeld te brengen. De Doppler wordt gebruikt om de snelheid van de bloedstroom te meten. Ook deze stroomsnelheid wordt zichtbaar gemaakt op een beeldscherm. Het ziet eruit als een golfbeweging. De golfbeweging is een weergave van de toename en afname van de stroomsnelheid van het bloed, onder invloed van de hartslag. Met het duplex-onderzoek kunnen slagaders, aders en het hart in beeld gebracht worden. De precieze plaats en de ernst van de problemen kunnen goed bepaald worden met deze onderzoeksmethode. ECG (electro cardiogram) Het hart is een spier die door samen te trekken het bloed het lichaam in pompt. De hartspier wordt aangezet om samen te trekken door een klein elektrisch stroompje dat het hart activeert en als een golf over de hartspier loopt. Deze elektrische stroompjes zijn niet voelbaar, maar kunnen wel aan de oppervlakte van het lichaam geregistreerd worden en omgezet worden in een signaal door een ECG-apparaat (elektrocardiograaf) Het hartfilmpje registreert de elektrische activiteit van de hartspier en wordt weergegeven in een soort grafiek op registratiepapier of op een beeldscherm. EEG ( Electro Encefalogram) een onderzoek waarbij de hersenfunktie wordt onderzocht. Het onderzoek duurt ongeveer 45 minuten en wordt verricht door een laborant(e) van de funktie afdeling.
EMG (Electro myografie) is een afkorting voor Electromyografie, en betekent letterlijk het weergeven van elektrische activiteit van de spieren. In de praktijk wordt zowel de activiteit van zenuwen als van spieren gemeten. EMG is een verzamelnaam voor een aantal verschillende onderzoekstechnieken. Deze technieken, die overigens niet allemaal bij iedereen toegepast worden, kan men in drie groepen verdelen. Hieronder worden ze besproken. MRA Magnetische resonantie angiografie; MRI-techniek om met behulp van contrast de bloedvaten in het hoofd duidelijk in beeld te brengen. MRI (magnetische resonantie imaging) Met behulp van een zeer sterk magnetisch veld en radiogolven worden signalen in het lichaam opgewekt. Deze signalen worden door een antenne opgevangen en door een computer in beelden vertaald. Met behulp van het MRIonderzoek kunnen pezen, spieren, hersenweefsel, kraakbeen, tussenwervelschijven, organen of bloedvaten zichtbaar worden gemaakt. Ruggenprik (LP= Lumbaal punctie) Een punctie door de huid heen in de subarachnoidale ruimte op het lumbale niveau; de tussenwervelruimte L3 - L4 of L4 - L5. X-LWK Röntgen foto van lumbale wervelkolom. Behandelingen Hnp-operatie / Laminectomie HNP-operatie: het operatief opheffen van een uitstulping en/of een breuk van de tussenwervelschijf. Laminectomie: het operatief verwijderen van de wervelboog. Beide behandelingen leiden tot het resultaat dat de druk op de zenuwen opgeheven wordt. Medicamenteuze behandeling (instellen op medicatie) Patiënten worden opgenomen om hen n te stellen op diverse medicijnen die vermindering van klachten kunnen geven. Trombolyse Trombolyse is het oplossen van een stolsel in een bloedvat. Het oplossen van het afsluitende bloedstolsel na een herseninfarct bevordert het herstel. De behandeling moet zo snel mogelijk na het optreden van de eerste uitvalsverschijnselen beginnen, in ieder geval binnen drie uur. Reageer daarom snel als iemand een beroerte krijgt. Dat kan invaliditeit voorkomen.
Veel gestelde vragen Wanneer uw vraag hieronder niet vermeld staat kunt u contact opnemen met de verpleegafdelingen. 1. Hoe vaak zie ik de Neuroloog? Indien u al bekend was bij een van de neurologen dan blijft deze uw neuroloog. De neuroloog die bij uw opname aanwezig was wordt in principe uw ‘eigen’ neuroloog. Dit betekent dat u deze na uw ontslag op de poli ziet voor een controleafspraak. Het
2.
3.
4.
5.
6.
7.
kan ook zijn dat tijdens de opname een arts-assistent aanwezig was: de arts-assistent werkt onder begeleiding van de specialist. Mag ik altijd bellen voor informatie? Spreek met uw familie af, wie de contactpersoon voor het ziekenhuis is. Het is van belang dat de contacten met het ziekenhuis door één persoon worden verzorgd. Deze contactpersoon kan, als daar behoefte aan is, de afdeling bellen voor inlichtingen. Er zal ook een telefoonnummer van een tweede contactpersoon worden genoteerd bij opname. Alleen in het geval van een acute situatie, waarbij de eerste contactpersoon onbereikbaar blijkt, wordt er met deze persoon contact opgenomen. Wij stellen het zeer op prijs al u belt op de afgesproken tijden. Wanneer horen we iets? Naast het opnamegesprek dat u met de verpleegkundige heeft gehad, zullen er in overleg met u regelmatig zorggesprekken plaatsvinden. Tijdens deze gesprekken, waarbij indien u dit wilt ook een naaste aanwezig kan zijn, zal geen nieuwe medische informatie door de verpleegkundige worden verstrekt. Wel kan zij indien gewenst uitleg geven over bijvoorbeeld het ziektebeeld, de gevolgen die dit voor u met zich meebrengt, hoe u de dagelijkse gang van zaken op de afdeling ervaart, etc. Wanneer het bekend is dat u met ontslag gaat zal er een ontslaggesprek worden gepland, waarin zaken die rondom het ontslag voor uw van belang zijn – zoals leefregels, uitleg formulieren - worden besproken. Ook krijgt u dan het formulier “Evaluatie bij ontslag” om in te vullen. Het eerste zorggesprek zal ongeveer 3 dagen na opname plaatsvinden. De verpleegkundige maakt hiervoor een afspraak met u. Het gesprek duurt ongeveer 20 minuten en zal bij voorkeur plaatsvinden tussen 14.00 – 15.00 uur. Mogen we eten voor de patient meenemen? Vaak hebben neurologische patiënten, afhankelijk waar ze voor zijn opgenomen, problemen met slikken. Daarvoor zijn voedingsmiddelen aangepast. Overleg met de verpleegkundige of de logopediste of het meebrengen van voeding mogelijk is. Wanneer zijn de artsenvisites? De kliniekarts is eindverantwoordelijk voor het medisch beleid gedurende uw verblijf op de afdeling. Dit is een van bovenstaande neurologen. Dit rouleert, afhankelijk van de locatie, per maand of 3 tot 6 maanden. U ziet deze arts ongeveer 1,2 of 3 keer per week. Wat is een zaalarts? Op locatie GZG zult u het meest de zaalarts zien. Dit is een arts-assistent die verantwoordelijk is voor de dagelijkse medische gang van zaken. De zaalarts ziet de patiënt ongeveer drie keer per week. De zaalarts heeft regelmatig overleg met de kliniekarts. Indien u een gesprek wilt met de arts vindt dit plaats met de zaalarts. Wanneer u dit wilt kunt u dit kenbaar maken aan de zaalarts of aan een verpleegkundige. Er zal dan een gesprek geregeld worden. Indien u hier prijs op stelt kan een familielid of een andere relatie bij dit gesprek aanwezig zijn. Wie komt er nog meer aan mijn bed als dat nodig is? Binnen de afdeling Neurologie werken we nauw samen met ondersteunende diensten. Binnen de afdeling kunt is als het nodig is te maken krijgen met; - een diëtist - een maatschappelijk werker / Transferverpleegkundige - een logopediste - een ergotherapeut - een fysiotherapeut - een neuropsycholoog
8. Wanneer is er een multidisciplinair overleg? Een keer per week vindt er een Multidisciplinair overleg (MDO) plaats. Om het recht op privacy te waarborgen wordt bij opname iedere patiënt geïnformeerd over het multidisciplinair overleg. Alleen wanneer u hiertegen géén bezwaar heeft, wordt u in het multidisciplinair overleg besproken. In het verpleegkundig dossier is een informatieblad (M.D.O.) aanwezig waarop de disciplines kunnen rapporteren. 9. Wat krijg ik mee als ik met ontslag ga? Uw behandelend arts zal, zodra dit mogelijk is, met u bespreken wanneer u weer naar huis kunt gaan. Hij/zij zal ook met u praten over de eventuele medicijnen, bedrust en/of dieet in de thuissituatie. Ontslag vindt zeven dagen per week plaats vanaf 10.00 uur. Als u met ontslag gaat, krijgt u eventueel het volgende mee: -
-
Een controleafspraak Een ontslagbrief Een recept, waarmee u bij de apotheek zelf uw medicijnen kunt (laten) halen. Wanneer u antistollingsmiddelen gebruikt, krijgt u ook een brief mee voor de Trombosedienst. Zij worden voor uw ontslag telefonisch op de hoogte gebracht door de verpleegkundige. Een overdracht voor de thuiszorg, indien van toepassing.
10. Wat als er problemen zijn na mijn ontslag? Bij onverwachte problemen, samenhangend met de reden van opname in het ziekenhuis, neemt u gedurende de eerste twee dagen na ontslag contact op met het ziekenhuis: Overdag, tijdens kantooruren, belt u naar de specialist/polikliniek waar u onder behandeling bent. Vraag buiten kantooruren naar de verpleegafdeling waar u opgenomen bent geweest. Voor niet dringende zaken verzoeken wij u contact op te nemen tijdens kantooruren. Bij vragen of problemen nà twee dagen neemt u contact op met uw huisarts. 11. Mag er op de afdeling gerookt worden? Binnen het JBZ is er een rookverbod. Het rookverbod geldt te allen tijde voor patiënten, bezoekers en medewerkers. Als u toch wilt roken, verzoeken wij u hiervoor naar buiten te gaan. Spreekuren en bezoektijden Spreek met uw familie af, wie de contactpersoon voor het ziekenhuis is. Het is van belang dat de contacten met het ziekenhuis door één persoon worden verzorgd. Deze contactpersoon kan, als daar behoefte aan is, de afdeling bellen voor inlichtingen. Er zal ook een telefoonnummer van een tweede contactpersoon worden genoteerd bij opname. Alleen in het geval van een acute situatie, waarbij de eerste contactpersoon onbereikbaar blijkt, wordt er met deze persoon contact opgenomen. De afdeling E2 is telefonisch bereikbaar onder nummer: (073) 699 25 22. Wij stellen het zeer op prijs, als u niet voor 10.30 uur belt. Dit in verband met de verzorging van de patiënten. De afdeling 7N is telefonisch bereikbaar onder nummer: (073) 699 64 00
Wij stellen het zeer op prijs als u belt ’s morgens tussen 07.00 en 07.15 uur en na 10.00 uur en ’s avonds tussen 23.00 en 23.30 uur. Dit in verband met de verzorging van de patiënten. Bezoektijden: Voor de rust van de (mede-)patiënten verzoeken wij u het bezoek per patiënt te beperken tot maximaal 2 personen. Zijn er meer bezoekers, dan vragen wij u - om in onderling overleg - elkaar af te wisselen. Mochten de bezoektijden moeilijk haalbaar zijn, bijvoorbeeld vanwege de reistijd, dan kan na overleg met de verpleegkundige de bezoektijd aangepast worden.
Links www.hartstichting.nl www.cva-samenverder.nl www.cerebraal.nl www.hersenstichting.nl www.afasie.nl www.neurologie.nl www.cbr.nl www.uwv.nl www.bpv.nl www.stivoro.nl www.voedingscentrum.nl www.nebas.nl
Contact De afdeling E2 is telefonisch bereikbaar onder nummer: (073) 699 25 22 De afdeling 7N is telefonisch bereikbaar onder nummer: (073) 699 64 00