Bijeenkomst:
Onderwijs-zorgarrangementen (OZA)
Locatie:
SBO Noorderlicht, De Schans 135, Tilburg
Datum:
04-02-2015
Initiatiefnemers:
Tanja Verhoeven, regio Hart van Brabant Anne Willems, Samenwerkende Jeugdzorg Specialisten
Verslag:
Ilona Meuwissen, K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd
Deelnemers: Naam Ester van Wanrooij Marielle Linnemans Arno vd Ven Theo van Rijzewijk Miranda Beerens Edwin Bos Connie Vriens Rob Vorst Erica Provoost Inge van Gameren Tanja Burkink Anne-Riet van Haaren
Organisatie Kompaan en de Bocht Kompaan en de Bocht De kracht van Speciaal Plein 013 Amarant Groep Knut Support De Hondsberg PI School De Keyzer De Keyzer Idris Integrale Vroeghulp MB
Els Claassen Anja Hulshoff Gerry Leijten Laurine Hundscheid Petra Pheninckx Elke van der Pluijm Marion Gillis Yvette Smeets Corke Kolen Tanja Verhoeven Hanneke Reijrink Anne Willems Ilona Meuwissen
Rev. Leypark De Bodde De Bodde en IKC Hilvarenbeek GGZ Breburg Mytylschool Tilburg Mytylschool Tilburg Mytylschool Gemeente Gilze en Rijen Gemeente Oisterwijk Gemeente Tilburg Gemeente Goirle SJS Midden Brabant K2
Emailadres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] …
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Welkom en door Anne Willems, programma manager SJS Anne heet iedereen welkom en alle aanwezigen stellen zichzelf kort voor. Anne licht de aanleiding van de bijeenkomst toe. Een van de doelstellingen van de transitie en transformatie is goede zorg op tijd leveren middels 1Gezin1Plan. Daarvoor is een verbinding tussen thuis, school en zorg nodig. Deze verbinding en intentie is niet nieuw, echter de praktijk is veranderd. Hoe kunnen we goed bij elkaar aansluiten op inhoud en op samenwerking? Introductie door Tanja Verhoeven, beleidsmedewerker gemeente Tilburg Momenteel bezoeken Tanja en Karin Luers, (manager GGD) SO en SVO scholen om de werkprocessen) en de verbinding tussen transitie jeugdzorg en passend onderwijs te inventariseren. Vandaag wordt aandacht besteed aan de inhoud van de onderwijs-zorgarrangementen; hoe ziet die eruit? Er worden drie casussen gepresenteerd waarbij sprake is van een onderwijszorgarrangement tussen de volgende scholen en zorgaanbieders: Amarant / Mytylschool, Kompaan en de Bocht / SBO Noorderlicht, en De Keyzer / GGZ Breburg. Zie bijlagen voor een uitwerking van de casussen.
Deze samenwerkingen zijn mooie voorbeelden van 1Kind1Plan waarbij begeleiding/ondersteuning en behandeling binnen onderwijs, zorg en thuis geïntegreerd is met elkaar. Vanaf het begin werken ouders, school en zorg samen om aan de ondersteuningsbehoefte van het kind (en de ouders) te voldoen. Het kind heeft namelijk een perspectief: ‘Het kan zich ontwikkelen, mits…” Samen wordt aan doelen gewerkt, er zijn korte lijntjes. Hulp wordt in en om de school geboden, bijvoorbeeld tijdens de pauze of tijdens de gymles, tijdens en na school, individueel of in groepsverband, etc. De ervaringen zijn positief, doelen worden behaald en kinderen leren van elkaar. Indiceren vanuit Onderwijsbehoefte (IVO systematiek) Theo van Rijzewijk (Plein 013) reageert kort op de casussen. Het valt hem op dat het ‘nieuwe denken’ in deze voorbeelden al goed verweven zit maar soms ook nog het ‘oude denken’ aanwezig is. Voorbeelden van het ‘oude denken’: - in gesprek, dan gaan we een indicatie regelen en dan bepalen we wat we voor zorg inzetten; - kinderen en jongeren worden leerlingen en cliënten genoemd (terminologie); - een indicatiecriteria van bijvoorbeeld een IQ van 80. Wat als je dan een kind bent met een IQ van 79? Theo geeft aan dat naar de ondersteuningsbehoefte van kinderen gekeken moet worden en men niet moet uitgaan van diagnoses. Scholen inventariseren de ondersteuningsbehoefte van kinderen aan de hand van de volgende vijf IVO-Velden: 1. Hoeveelheid aandacht/handen in de klas. 2. Onderwijsmaterialen. 3. Ruimtelijke omgeving. 4. Expertise. 5. De samenwerking met externe organisaties. Zie bijlage voor meer informatie over de IVO -Velden. Theo geeft aan dat gemeenten af moeten van het criterium-denken. De basis moet gefaciliteerd worden en er dient vertrouwen te zijn en (open) ruimte. Dus van indiceren naar arrangeren, dit vraagt een andere mindset. Tevens vindt Theo het van belang dat de gemeente weet om welke kinderen het gaat (‘namen en rugnummers’). Waar kunnen gemeenten op sturen en wat kunnen ze faciliteren? Naar aanleiding van de presentatie van de casussen is in drie groepen geïnventariseerd wat goed gaat ten aanzien van een onderwijs-zorgarrangement, waar knelpunten zitten en welke duurzame rol ouders hierin (kunnen) hebben. Wat gaat er goed ten aanzien van de OZA’s en kunnen we in nieuwe situatie (na transitie) voortzetten? Groep 1 -
Mytylschool: doordat zij veel expertise zelf in huis hebben kunnen ze goed inschatten welke extra zorg nodig is en waar deze het beste gehaald kan worden.
-
Er wordt goed gekeken wat binnen de school al aan expertise kan worden ingezet voordat extern gezocht wordt.
-
Het systeem wordt steeds vroeger betrokken (er ontstond discussie over wat betrekken is…).
-
Er is steeds meer geïntegreerd aanbod van onderwijs en zorg, zoals bleek uit het voorbeeld van behandeling binnen de schooltijd en thuis.
Groep 2 -
Het systeem staat centraal, uitgaan van contact met gezin en dus met het team in de wijk. Verbinding tussen specialistische zorg en 'normale leven' wordt gemaakt. (Wordt ook een pilot gestart met wijkteams en specialistische zorg vanuit SJS hiervoor).
-
De uitingsvormen lijken veel op elkaar (gedragsproblemen, agressie, ...) maar dat wat kinderen nodig hebben verschilt vanwege de verschillende factoren bij kind, ouders en omgeving. Voorbeeld: kind met een licht verstandelijke beperking heeft iets anders nodig om de ontwikkeling te stimuleren, ouders te ondersteunen, enz. dan een kind zonder licht verstandelijke beperking. Soms heeft ouder psychiatrische problematiek en laat het kind gedragsproblemen zien vanwege deze thuissituatie (oorzaak-gevolg). Nu ligt er de kans om de juiste expertise erbij te halen. Ook al is bv. het IQ lager, dan collega erbij halen vanuit VG en samen zorgen dat het plan 'doorloopt' en dat het kind en het gezin de juiste ondersteuning krijgt. Alle kinderen 18 - vallen nu namelijk onder de jeugdwet. -
De kinderen en ouders die vragen om oplossingen worden vanuit de praktijk aangevlogen. Je kunt veel van tevoren bedenken, maar de vraag staat centraal.
Groep 3 -
Er is sprake van samenwerkingspartners. Vanaf de start staat de ondersteuningsbehoefte van het kind centraal. Er zijn korte lijnen en men weet elkaar snel te vinden. Er wordt vanuit een gezamenlijke betrokkenheid gehandeld.
-
De IVO velden zijn laagdrempelig, de ondersteuningsbehoefte wordt in kaart gebracht.
-
Onderwijs en zorg werken écht samen, de een faciliteert de ander en andersom.
-
De kinderen hebben nabij thuis onderwijs. En nabij thuis én onderwijs hebben zij zorg. Voordeel is o.a. dat ouders zich veiliger voelen.
-
Er wordt samen op de vloer naar kinderen gekeken en met kinderen en ouders gesproken. Casusoverleggen waar je dossiers bespreekt werkt niet.
Waar zitten knelpunten, hoe kunnen we die verzamelen en samen oppakken (onderwijs – zorg – zorgaanbieders)? Groep 1 -
De groepen Zebra en Regenboog van Kompaan en De Bocht: Er is 1 groep minder, waardoor een grote wachtlijst is ontstaan. (Voorheen werd aangemeld via de zorgaanbieder, nu ook vanuit plein013).
-
Criteria die door instelling aangehouden worden. Bijv. GGZ instelling die criterium van IQ>80 aanhoudt.
Groep 2 -
Edwin Bos (plein 013) heeft al veel informatie verzameld over knelpunten die nu spelen.
-
Nu zijn de school maatschappelijk werkers op een reguliere school diegenen die een beschikking mogen aanvragen voor verdere inzet zorg. In het speciaal onderwijs is dit nog niet geregeld.
-
Hoe versterk je 'het normale leven' en 'de normale ontwikkeling' van kinderen, maar ga je toch tijdig expertise erbij halen als dat nodig is? Niet alleen focussen op problemen, maar ook kijken naar perspectief.
-
Vaak komen kinderen uit verschillende gemeenten in de regio.
-
Er is nog weinig kennis bij gemeenten over hoeveel en welke kinderen uit hun gemeenten op speciaal onderwijs zitten en welke zorg zij nodig hebben.
-
Er is veel verschil in de toegangsteams in de regio, hoe wordt omgegaan met de nieuwe vragen en de kennis over speciaal onderwijs?
-
Er moet snel duidelijkheid komen over wie waarvoor verantwoordelijk is en wat geregeld gaat worden. Wat regelt toegang, wat regelt school, wat regelt zorg?
-
Meer aandacht voor vroegsignalering in het reguliere onderwijs. Hoe ga je daarvoor met elkaar kijken wat er nodig is? Bij vroegsignalering ook tijdig consulteren en advies vragen en 'erbij vragen'
-
Nu gebeurt er veel wat we niet van elkaar weten. Ga uit van best practice en deel ervaringen.
-
Voor de kinderen met ernstig en meervoudige beperkingen die nu een nieuwe hulpvraag stellen is het niet goed geregeld. Gemeente stuurt kinderen naar CIZ voor een indicatie, WLZ en CIZ stuurt kinderen terug naar gemeente.
-
Wat is er nodig om de verbinding tussen leerkracht en ouders (nog bete) vorm te geven?
-
Advies is om vooral verbinding te zoeken met de wijkteams als het over kinderen gaat die een arrangement nodig hebben en te kijken hoe thuis en school en zorg worden verbonden, wat is hiervoor nodig? Zo neemt kennis van de wijkteams toe voor deze kinderen. Gemeenten zouden deze ontwikkeling kunnen faciliteren door ook een bijeenkomst te organiseren voor de toegang over de werkwijze en goede voorbeelden in het speciaal onderwijs en de verbinding die daar al wordt gemaakt tussen school en gespecialiseerde zorg.
Groep 3 -
In beleidsnota’s wordt al steeds meer geschreven over de uitgangspunten van de transitie en transformatie (eigen kracht, daar waar nodig zwaardere specialistische hulp). In de praktijk geeft de school echter de grens aan: wanneer haal je expertise binnen? Waar dien je de inzet van zwaardere hulp al te voorkomen middels het bieden van vroegtijdige lichte ondersteuning? De toegang zou dus eigenlijk bijna via school moeten verlopen.
-
Er is vroegsignalering nodig. Bij jonge kinderen al de slag maken om samen met onderwijs en zorg te kijken en in gesprek te blijven.
-
Perverse prikkel: Plaatsing = capaciteit = geld.
-
De infrastructuren ligt er op inhoud. Je dient uit te gaan van de ontwikkeling en de behoefte van het kind, en de samenwerking moet je binnen de school halen. Dus doen wat nodig is. Echter je wordt begrensd in het flexibel zijn. De gemeente dient te faciliteren dat dit een tijdje kan/mag. Dus budgetten loslaten en meer vanuit de inhoud gaan kijken. Vertrouwen in de goede dingen.
-
Er is meer differentiatie nodig in de zwaarte van hulp (bv. jeugdbegeleiding). Jeugdhulp zou dan in het lokale ingekocht moeten zijn.
-
In het onderwijs moet je beredeneerd af kunnen wijken m.b.t. inzet van zorg. Dus bijvoorbeeld verantwoorden dat je binnen het reguliere basisschool zorg inzet, om daarmee uiteindelijk een inschrijving bij speciaal basisonderwijs te voorkomen.
Hoe betrekken we ouders duurzaam bij deze ontwikkeling? Groep 3 -
Er is een mindset in op school (maar eigenlijk ook in de maatschappij nodig): de ouder is verantwoordelijk voor de opvoeding en ontwikkeling van zijn/haar kind. Ouders moeten die rol nemen en regie hebben. Concreet voorbeeld: ouders kunnen in de klas vakken geven aan zijn/haar kind.
-
Scholen dienen bij ouders laagdrempelig en zichtbaar te zijn. Vanaf de start is de ouder een samenwerkingspartner die serieus genomen moet worden. - Bij het bekijken van de ondersteuningsbehoefte van het kind, moet vanaf het begin de ondersteuningsbehoefte van de ouder meegenomen worden.
-
Ouders kunnen van andere ouders leren.
-
Het is niet ouders betrekken bij, maar samen met ouders werken aan.
-
De rol van aanbieders dient te veranderen, niet als alwetende professional opstellen, de ouder is namelijk de ervaringsdeskundige.
Afsluiting Anne en Tanja danken alle aanwezigen voor hun aanwezigheid en bijdragen. Uitgesproken is dat de regiogemeenten Hart van Brabant t.z.t een vervolgafspraak plannen. Wanneer en in welke vorm moet nog bepaald worden, hier volgt later meer informatie over. Extra documentatie - Casusbeschrijvingen. - Informatie over IVO-velden. - Het E-zine onderwijs en zorg: http://www.vgn.nl/e-zine_jeugd/nr2_mei_2014.pdf