Naam:
___
DELFSTOFFEN In de aarde zitten heel veel materialen verborgen, die wij in de loop van de eeuwen hebben ontdekt. Wij kunnen ons geen leven meer voorstellen zonder deze stoffen. Turf werd vroeger gemaakt uit gedroogde plantenresten. Daarmee kon de kachel een poosje branden en was het in de winter een stuk behaaglijker. Pas veel later werden er kolen uit de grond gehaald, die veel minder snel opbrandden. Men moest echter steeds dieper gaan om de kolen uit de grond te halen. Er zijn heel veel stoffen die via mijnen uit de grond worden gehaald. Goud, edelstenen, bauxiet (voor aluminium), ijzer en koper. Al deze stoffen noemen we delfstoffen. Maar ook zand, grind, kalk en zout zijn nuttige materialen. Ze worden net als ijzererts en steenkool ook delfstoffen genoemd. Delven is een ander woord voor graven. Tegenwoordig zijn we ook in staat om olie en gas uit de grond te halen. Omdat dit vloeibaar is, gaat dit met pijpleidingen. Soms liggen deze olie- en gasvelden op plaatsen waar je heel moeilijk bij kunt. Bijvoorbeeld midden op zee.
pagina 1 van 10
Vraag 1a. Wat zijn delfstoffen?
Vraag 1b. Noem drie delfstoffen.
…………………………………….
……………………………………..
…………………………………….
……………………………………. ……………………………………..
Kolen en de mijnbouw Zesduizend jaar geleden haalden mensen in Zuid-Limburg vuursteen uit de grond. Ze maakten hier gereedschap van. Mensen ontdekten dat er ook andere materialen in de bodem zitten die ze goed konden gebruiken. Twee belangrijke materialen zijn steenkool en ijzererts. Vaak wordt in mijnen naar delfstoffen gegraven. Een mijn is een heel diep gat met gangen die mensen graven om bepaalde stoffen uit de grond te halen. In Nederland graaft men naar zand, klei, grind en mergel. Maar Nederland heeft nog vier andere delfstoffen: aardolie, aardgas, steenkool en zout. Steenkool werd vroeger in Limburg uit de bodem gehaald. Maar de laatste steenkoolmijn werd in 1974 gesloten. Vraag 2a. Welke vier delfstoffen zitten in Nederland in de grond?
Vraag 2b. Weet jij waarom de Limburgse kolenmijnen in 1974 zijn gesloten?
………………………………………
……………………………………………
………………………………………
……………………………………………
pagina 2 van 10
Gevaarlijk werk Delfstoffen die aan de oppervlakte liggen, worden afgegraven. Dit heet dagbouw. De plek waar mensen in de grond graven om de delfstoffen eruit te halen, heet een open mijn of groeve. Bij harde stenen wordt springstof gebruikt om het gesteente op te blazen. In Duitsland zijn gigantische bruinkoolgroeven. In zo'n grote groeve doet een graafwielbagger het werk. Veel delfstoffen zitten echter dieper in de grond. Om ze eruit te halen, moeten er diepe gangen worden gegraven, soms meer dan een kilometer diep.In zo’n mijn is het erg warm en vochtig. Op een diepte van 25 meter is het altijd rond de 9 graden Celsius. Bij elke 100 meter die je daalt, gaat de temperatuur met 3 graden omhoog. Op een diepte van 925 meter is de temperatuur maar liefst 36 graden Celsius. Werken in een mijn is gevaarlijk. Alleen al in China komen ieder jaar zo'n 8000 mijnwerkers om het leven. Om het instorten van mijngangen te voorkomen, worden de wanden en plafonds met ijzeren balken en pilaren ondersteund. Dat heet stutten. In mijngangen staat vaak een laag grondwater. Dat moet eruit gepompt worden, anders loopt de mijngang vol en kunnen mijnwerkers verdrinken. Grote pompen voeren het water af. Vraag 3. Hoe kan het dat het steeds warmer wordt, als je dieper komt? ………………………………………………………………………………………….
pagina 3 van 10
Bij het hakken kunnen ook giftige gassen vrijkomen. Om deze gassen weg te zuigen, zijn in mijnen grote ventilatoren geplaatst. Frisse lucht is van levensbelang. Voor 1900 werd het werk met de hand gedaan. Toen gebruikten mijnwerkers houwelen, beitels en hamers. Met de houweel sloegen ze gaten in de harde steenkool. En met de hamer en beitel werden grote brokken klein geslagen. De steenkool werd daarna met een platte schop in mandjes geschept. In een moderne steenkoolmijn doen machines het zware werk. Mensen hoeven de mijn niet meer in. Zij zijn alleen nog nodig om de machines te bedienen en te controleren. Vrijwel alle machines worden op afstand gestuurd door computers. Mensen zien boven de grond op beeldschermen hoe het er in de mijn aan toegaat. Een steenkoollaag is vaak honderden meters lang. Enorme boor- of schaafmachines halen de steenkool weg. Moderne mijnen worden automatisch gestut. Is er een laag afgeschaafd, dan schuiven de stutten vanzelf met de machine mee. Het afgegraven deel van de mijn wordt opgevuld met puin.
Vraag 4a. Wat is het verschil tussen de moderne kolenmijn en een mijn van vroeger?
Vraag 4b. Waarom worden kolen steeds minder vaak gebruikt?
………………………………………….
………………………………………………
………………………………………….
………………………………………………
pagina 4 van 10
Aardgaswinning in Nederland Er is een stuk van Nederland dat wereldberoemd is. Dat is de Waddenzee. Vooral onder vogelliefhebbers is dat gebied erg bekend. De Waddenzee ligt aan de noordkant van Nederland tussen het vasteland en de eilanden. Het bijzondere is dat de Waddenzee af en toe droog staat. Nou ja, bijna dan. Als het eb is, zakt het water zo ver dat er op hele grote stukken van de bodem geen water meer is. Vogels kunnen zo bij voedsel dat anders op de bodem van de zee blijft liggen. Ook de zeehond leeft graag in de Waddenzee. Hij zwemt er als het vloed is en vangt dan vissen. Als het eb is, rust hij uit op het wad. Precies in dat prachtige natuurgebied zit aardgas in de grond. Gas waarmee je huizen kunt verwarmen en waarop je eten kunt koken. Dat gas is veel geld waard.
Nog tien jaar koken. Met het gas dat in de bodem van de Waddenzee zit, kunnen alle huishoudens van Nederland tien jaar vooruit. Ze kunnen er tien jaar lang maaltijden van koken en er hun huizen mee verwarmen. Om het gas uit de grond te krijgen, moeten er diepe gaten in de zeebodem worden geboord. Dat kan alleen met grote boortorens. Die maken veel herrie en zorgen ook nogal eens voor vervuiling. En dat is een grote bedreiging voor de dieren en de planten in het gebied. Vraag 5a. Vind jij dat het gas in de Waddenzee er moet worden uitgehaald? ……………………………………………………………………………
pagina 5 van 10
Boortorens. De NAM, de Nederlandse Aardolie Maatschappij, boort naar gas. Dat mag niet zomaar. De regering moet dat eerst goedvinden. In de regering zit een minister van Milieu. Die wil liever niet dat er wordt geboord. Maar er zit in de regering ook een minister van Economische Zaken. Die moet ervoor zorgen dat er in Nederland genoeg geld wordt verdiend. Hij vindt het jammer om al dat kostbare gas in de grond te laten zitten. De NAM heeft de regering beloofd dat er heel netjes geboord zal worden. Het bedrijf zal zijn uiterste best doen om de natuur niet te vervuilen of te beschadigen. Maar milieuorganisaties vinden dat niet genoeg. Zij zeggen dat de bodem van de Waddenzee zal inzakken als het gas eronder is weggehaald. Als dat gebeurt, blijven de Wadden voor altijd onder water. De dieren zijn dan hun speciale natuurgebied kwijt. Ook zijn de milieuorganisaties bang dat er per ongeluk schadelijke stoffen uit de grond in het water terechtkomen. Bovendien maken boortorens veel herrie. Dat jaagt de dieren weg. Vraag 5b. Wat zijn de risico’s van boren naar gas of olie in een natuurgebied? ……………………………………… ……………………………………... ……………………………………… ………………………………………
Vraag 5c. Waarom wil de minister van Economische zaken graag dat er geboord wordt naar gas? ……………………………………… ………………………………………
Vraag 5d. Waar wordt het aardgas dat in de Waddenzee wordt gewonnen voor gebruikt? ……………………………………… ………………………………………
pagina 6 van 10
Zout Zout zit in alle zeeën. Maar niet alle zeeën zijn even zout. In de Noordzee zit ongeveer 3,5 procent zout. Maar in de Dode Zee wel 28 procent. Stel je voor dat al het water uit de zeeën zou verdampen. Dan zou er op de aarde een laag zout van zestig meter dikte liggen. Maar ook in de aarde zelf zit zout, steenzout. Het bestaat uit dikke lagen samengeperste zoutkristallen. In warme landen haalt men zout uit zeewater. Men laat het verdampen in grote zoutpannen. Dat zijn ondiepe vijvers. Als het water is verdampt, schuift men het laagje zout bij elkaar. In de Sahara ligt het zout op sommige plaatsen voor het opscheppen. Daar liggen namelijk opgedroogde binnenzeeën. In andere landen liggen zoutmijnen. De grootste vind je in de Verenigde Staten, China en Oostenrijk. In een zoutmijn hakt men brokken zout uit de grond. In Nederland zitten ook grote zoutvoorraden in de bodem. In Twente zit het zout op vierhonderd meter diepte. En bij Winschoten in Groningen zit het duizend meter diep. Zout lost gemakkelijk op in water. Men pompt door een lange buis water in de zoutlaag. Het zout lost op in het water. Via een andere buis pompt men het zoute water omhoog. In grote ketels wordt het water gekookt. Het water verdampt en het zout blijft over. Je koopt dit zout als keukenzout in de winkel. Vroeger stonden er in Twente grote houten zouttorens. Daarin stonden pompen en een boorinstallatie. Vraag 6a. Hoe komt men aan zout?
Vraag 6b. Waarom is zout een delfstof?
…………………………………………..
………………………………………………
…………………………………………..
……………………………………………….
pagina 7 van 10
Aardolie Olie bestaat uit een mengsel van dode zeeplanten en dode dieren. Het ontstaat door een natuurlijk kraakproces dat miljoenen jaren duurt. Door de eeuwen heen worden dieren en planten platgeperst door de druk van ophogende slib en zandlagen. Bij hoge temperaturen worden ze dan omgevormd tot olie of gas. Dit natuurlijke proces gebeurt nu ook nog. Het kost alleen duizenden jaren om de hoeveelheid olie te krijgen die de mensen jaarlijks verbruiken. Aardolie is een dikke, donkere vloeistof, die diep onder de grond of onder de zeebodem ligt. De olie die uit een aangeboorde oliebron naar boven komt, wordt ruwe olie of petroleum genoemd. Een boortoren maakt een boorgat in de oliebron en vanaf de boorvloer wordt de olie omhoog gepompt. Een boorvloer of platform drijft soms op het water, maar is ook vaak verankerd in de zeebodem. De werknemers worden dan met een helikopter naar het platform gebracht. De duikers controleren en repareren het platform onder water.
De olie wordt soms ook op het land gewonnen. Het wordt dan vaak opgepompt met zogenaamde “ja-knikkers”. De olie wordt door een lange pijp van het platform of pompstation naar de oliehaven of de olieterminal vervoerd. Van daaruit gaat de olie naar de raffinaderij. Vraag 7a. Waar wordt aardolie voor gebruikt? ……………………………………………………. …………………………………………………….
pagina 8 van 10
Vraag 7b. Wat is aardolie eigenlijk? ………………………………..
Vraag 7c. Hoe kun je olie uit de zeebodem halen? …………………………………………….
………………………………..
……………………………………………. De verwerking van aardolie. Er is olie nodig om brandstof voor auto’s, vrachtwagens, dieseltreinen, schepen en vliegtuigen te maken. Er wordt ook veel huisbrandolie gebruikt. Olie is niet alleen een brandstof, maar ook de grondstof voor plastic, textiel en andere producten.
Ruwe olie bevat een mengsel van chemische stoffen en vele soorten olie. Smeerolie maakt men van ruwe olie en wordt gebruikt om machineonderdelen te smeren zodat de machine soepel loopt. De verschillende olieproducten worden in de raffinaderij gemaakt. Hierdoor wordt de ruwe olie afgebroken of verdeeld in benzine en andere brandstoffen, in smeerolie, chemicaliën en bitumen, zoals asfalt. De chemische stoffen worden verder verwerkt voor gebruik als grondstof voor plastic, textiel en andere producten. Vraag 8a. Wat wordt er van aardolie gemaakt?
Vraag 8b. Waar wordt de ruwe olie verwerkt?
………………………………………….
…………………………………………..
………………………………………….
…………………………………………..
pagina 9 van 10
Olievervuiling Ongelukken met olietankers op booreilanden zijn één van de oorzaken van olievervuiling. Olievervuiling op zee ontstaat ook door dunne oliestraaltjes uit de bodem. Ook wordt olievervuiling veroorzaakt door het afval van fabrieken en ander afval wat in het water terecht komt. Rondom boorplatforms in zee, waar de olie uit de grond wordt gehaald, leeft vaak binnen een straal van één kilometer niets meer op de bodem. Alleen al in het Nederlandse deel van de Noordzee bevinden zich ongeveer honderd boorplatforms. Olie heeft vaak giftige chemicaliën. Wanneer er olie in zee lekt, door bijv. ongelukken, zie je vaak een olievlek ronddrijven. Vele zeedieren zoals vogels, kunnen onder de olie komen te zitten. Vraag 9. Waardoor kan er olie in de zee komen? ……………………………………………… ………………………………………………. Delfstoffen in de toekomst Brandstoffen, zoals kolen, olie en gas, zijn nu nog steeds de belangrijkste energiebronnen, maar niemand weet precies hoe lang dat nog zal duren. De laatste jaren worden er meer en meer alternatieve energiebronnen ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld zonne- en windenergie. Dat zal nog meer moeten toenemen, omdat de delfstoffen steeds verder opraken. In de toekomst moeten we zorgvuldig blijven omgaan met de delfstoffen die we nog in de aarde over hebben. Als we verantwoord omgaan met kolen, gas en vooral olie, kunnen we er nog heel lang gebruik van maken.
pagina 10 van 10