N-F. nv SERVICO sa Kontichsesteenweg AARTSELAAR TEL: FAX: Deutsche Fassung auf Anfrage erhältlich

Technische en praktische voorschriften Prescriptions techniques et pratiques

N-F

FKT-1 S & FKT-1 W vlak paneel voor montage op een plat dak, voor zonne-energie-installaties Junkers capteur plat monté sur un toit plat, pour installations solaires Junkers

Een onberispelijke werking kan slechts dan gewaarborgd worden, wanneer de technische voorschriften strikt opgevolgd worden. Wijzigingen voorbehouden. Wij verzoeken U deze voorschriften aandachtig te lezen en ze aan de gebruiker te overhandigen. Deze laatste dient ze zorgvuldig te bewaren. DE INSTALLATIE, DE INBEDRIJFSTELLING, HET ONDERHOUD EN DE NAVERKOOPSERVICE MOETEN DOOR EEN ERKENDE INSTALLATEUR GEBEUREN.

Deze panelen dragen het keurmerk: Ces capteurs sont agréés:

Un fonctionnement impeccable ne peut être garanti que lorsque les prescriptions sont strictement observées. Sous réserve de modifications. Nous vous prions de bien vouloir lire attentivement ces prescriptions, de les remettre à l'utilisateur et de lui conseiller de les conserver soigneusement. L'INSTALLATION, LA MISE EN SERVICE, L'ENTRETIEN ET LE SERVICE APRES-VENTE DOIVENT ETRE EFFECTUES PAR UN INSTALLATEUR AGREE.

nv SERVICO sa Kontichsesteenweg 60 2630 AARTSELAAR TEL: 03 887 20 60 FAX: 03 877 01 29 Deutsche Fassung auf Anfrage erhältlich

6 720 612 601 (2006.06 BL-NL/FR)

INHOUD ALGEMEEN TECHNISCHE GEGEVENS VEILIGHEID - gebruik volgens de voorschriften - verklaring van de richtlijnen - neem de veiligheidsrichtlijnen in acht VOOR DE MONTAGE - algemene richtlijnen - beschrijving van de onderdelen - montageset voor de panelen - hydraulische aansluiting - bijkomende benodigde hulpmiddelen - transport en opslag - technische handleidingen - instelhoek van de panelen - berekening van de instelhoek - licht hellend dak (max. 25°) - gevelmontage - telescopische steunen monteren - benodigde plaats berekenen - afstand tussen de rijen panelen bepalen - benodigde plaats inschatten MONTAGE VAN DE STEUNEN OP EEN PLAT DAK OF TEGEN EEN GEVEL - afstanden van de steunen bij verankering aan het gebouw - basismontage - montage met bijkomende steunen (toebehoren) - afstanden van de steunen met stabilisatieset (toebehoren) - basismontage - uitvoering van maximale belasting - beveiliging van de steunen - constructie met verankering aan de gebouw - constructie verzwaren met ballast - constructie met kabels beveiligen - montage tegen de gevel - profielgeleiders monteren - profielgeleiders verbinden - profielgeleiders monteren - bijkomnde profielgeleiders monteren - afglijbeveiligingen monteren PANELEN MONTEREN - paneelmontage voorbereiden - hydraulische aansluiting - blindstoppen monteren - panelen bevestigen PANEELVOELER AANSLUITEN VERZAMELLEIDINGEN AANSLUITEN - beugel van vertrekleiding monteren - ontluchting door drukvulling - ontluchting door ontluchter (toebehoren) - verbinding van twee rijen AFWERKING - controle van de installatie - isolatie van de aansluitings- en verzamelleidingen BEKNOPTE HANDLEIDING VOOR HET VERANKEREN VAN DE STEUNEN EN VOOR DE DRUKVULLING CONTROLE EN ONDERHOUD BELANGRIJKE NOTA’S WAARBORG DIENST NA VERKOOP (met techniekers uit Uw regio)

RESUME blz. / page 3 3 3 4 5 5 6 6 7 7 8 9 9 10 10 10 11 11 12 13 13 14 15 15 16 16 17 17 18 18 19 20 20 21 22 22 23 24 24 25 26 27 27 28 32 33 34 34 35 37 38 38 38 39 41 41 41 44

2

GENERALITES DONNEES TECHNIQUES SECURITE - utilisation appropriée - explication des instructions - respectez ces instructions de sécurité AVANT LE MONTAGE - instructions générales - description des pièces - kit de montage des capteurs - raccordement hydraulique - matériel supplémentaire nécessaire - transport et stockage - documentes techniques - réglage de l’angle des capteurs - calcul de l’angle de réglage - toit avec légère inclinaison (max. 25°) - montage contre la façade - montage des supports télescopiques - place nécessitée - déterminer la distance entre les champs de capteurs - estimation de la place nécessitée MONTAGE DES SUPPORTS SUR UN TOIT PLAT OU CONTRE LA FACADE - distances des supports lors de l’ancrage au bâtiment - montage de base - montage avec supports supplémentaires (accessoires) - distances des supports avec set de stabilisation (accessoire) - montage de base - exécution pour charge maximale - sécuriser les supports - construction avec ancrage au bâtiment - alourdir la construction avec du ballast - sécuriser la construction avec des câbles - montage contre la façade - montage des rails profilés - relier les rails profilés - montage des rails profilés - montage des rails profilés supplémentaires - montage des crochets anti-glissement MONTAGE DES CAPTEURS - préparation des capteurs - raccordement hydraulique - montage des bouchons - fixation des capteurs RACCORDEMENT DE LA SONDE DE CAPTEUR RACCORDEMENT DES TUYAUX COLLECTEURS - fixation du support du conduite de départ - purge par remplissage sous pression - purge par le purgeur (accessoire) - liaison de deux rangées FIN DES TRAVAUX - contrôle de l’installation - isolation des conduites de raccordement et des tuyaux collecteurs BREF MODE D’EMPLOI POUR L’ANCRAGE DES SUPPORTS ET POUR LE REMPLISSAGE SOUS PRESSION SURVEILLANCE ET ENTRETIEN NOTICES IMPORTANTES GARANTIE SERVICE APRES-VENTE (avec techniciens de votre région)

1. ALGEMEEN

1. RACCORDEMENTS ET DIMENSIONS

In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van de regels die u bij de montage in acht moet nemen.

Ce chapitre vous décrit les règles techniques à respecter lors du montage.

Deze zonnepanelen dienen door een bevoegd installateur te worden geplaatst. Hij dient zich te houden aan de geldende nationale en plaatselijke voorschriften. In geval van twijfel dient hij zich te informeren bij de officiële instanties of bij SERVICO nv.

Ces capteurs solaires doivent être placés par un installateur compétent. Il doit se conformer aux normes et prescriptions nationales et locales en la matière. En cas de doute il doit se renseigner auprès des instances officielles ou auprès de SERVICO sa.

Bliksemafleiding Indien de hoogte van het gebouw (montagehoogte) meer dan 20 m bedraagt en geen bliksemafleider voorhanden is, moet een gespecialiseerd elektrobedrijf de elektrische leidingen op het dak met een aarding van ten minste 16 mm² verbinden en aan de potentiaalvereffening aansluiten.

Protection contre la foudre Si la hauteur du bâtiment (hauteur où a lieu le montage) dépasse les 20 mètres et qu'aucun dispositif de parafoudre n'existe, le spécialiste doit relier les parties conductrices d'électricité du toit avec une mise à la terre d'au moins 16 mm² et la raccorder à une compensation de potentiel.

Indien de hoogte van het gebouw (montagehoogte) minder dan 20 m bedraagt, is geen bijzondere bliksemafleidingsmaatregel vereist.

Si la hauteur du bâtiment (hauteur où a lieu le montage) est inférieure à 20 mètres, aucune mesure particulière contre la foudre n'est nécessaire.

Indien een bliksemafleider voorhanden is, moet de verbinding van de zonne-energie-installatie met de bliksemafleider door een gespecialiseerd elektricien getest worden.

Si un dispositif de parafoudre existe, l'électricien doit contrôler le raccordement de l'installation solaire à l'installation parafoudre.

2. TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen: verticaal FKT-1 S - hoogte x breedte x diepte Afmetingen: horizontaal FKT-1 W - hoogte x breedte x diepte Afstand tussen de panelen Absorptie-inhoud, verticale type Absorptie-inhoud, horizontale type Buitenoppervlak (bruto oppervlak) Absorptieoppervlak (netto oppervlak) Nettogewicht, verticale type Nettogewicht, horizontale type Toelaatbare bedrijfsoverdruk van het paneel

2. DONNEES TECHNIQUES mm

2070 X 1145 X 90

mm

1145 X 2070 X 90

m m

mm l l m² m² kg kg

25 1,43 1,76 2,37 2,23 44 45

Pmax

bar

10

Vf Vf AG

3. VEILIGHEID

Dimensions: vertical FKT-1 S - hauteur x largeur x profondeur Dimensions: horizontal FKT-1 W - hauteur x largeur x profondeur Distance entre les capteurs Capacité d'absorption, type vertical Capacité d'absorption, type horizontal Surface extérieure (surface brute) Surface d'absorption (surface nette) Poids net, type vertical Poids net, type horizontal Surpression de fonctionnement autorisée du capteur

3. SECURITE

In dit hoofdstuk wordt uiteengezet hoe de richtlijnen in deze montagehandleiding opgebouwd zijn, en worden algemene veiligheidsrichtlijnen voor een veilig en storingvrij gebruik opgesomd.

Ce chapitre vous explique comment les instructions de ce manuel de montage sont conçues et vous indique les instructions de sécurité générales pour un fonctionnement sûr et sans panne.

De veiligheids- en gebruiksrichtlijnen voor de montage vindt u in de montagehandleiding rechtstreeks bij de overeenkomstige montagestappen.

Vous trouverez les instructions de sécurité et d'utilisation spécifiques au montage dans le manuel de montage, directement près des opérations de montage correspondantes.

Lees de veiligheidsrichtlijnen aandacht alvorens met de montage te beginnen.

Lisez attentivement les instructions de sécurité, avant d'entamer le montage.

Het niet opvolgen van de veiligheidsrichtlijnen kan tot zware lichamelijke letsels – zelfs met de dood als gevolg – en tot materiële en milieuschade leiden.

Le non-respect des instructions de sécurité peut entraîner de graves dommages personnels – pouvant entraîner la mort – ainsi que des dommages matériels et à l'environnement.

3

Over deze handleiding Deze montagehandleiding bevat belangrijke informatie voor een veilige en gepaste montage op plat dak of tegen de gevel en voor de hydraulische aansluiting.

Concernant ces instructions de montage Ces instructions de montage contiennent d'importantes informations concernant le montage sur toit plat ou contre la façade sûr et professionnel du kit de montage de toiture et du raccordement hydraulique.

De afbeeldingen in deze handleiding tonen de verticale montage van de panelen. Indien de horizontale montage van de verticale afwijkt, wordt daar speciaal op gewezen.

Les illustrations de ces instructions de montage montrent le montage vertical des capteurs. Lorsque le montage horizontal des capteurs diffère du montage vertical, l'attention est attirée sur ce point.

f

Geef deze montagehandleiding aan de klant.

f

f

Leg de klant de werking en bediening van het toestel uit.

f

Remettez ces instructions de montage à votre client. Expliquez au client les effets et la commande de l'appareil.

3.1 Gebruik volgens de voorschriften

3.1 Utilisation appropriée

Deze montageset dient voor thermische zonnepanelen (verticale en horizontale uitvoering) die op bestaande platte daken en op licht hellende daken met een helling van max 25° geplaatst worden.

Ce kit de montage sert de support aux capteurs solaires thermiques (version verticale et horizontale), montés sur des toits plats et sur toit légèrement incliné avec une pente de max. 25°.

Voorwaarden voor montage op een plat dak Monteer de set enkel op daken met voldoende draagkracht. Raadpleeg eventueel een spanningsanalist of een dakdekker.

Conditions pour installation sur un toit plat N'installez le kit de montage que sur des toits suffisamment résistants. Consultez éventuellement un staticien ou un couvreur.

De montageset is geschikt voor een sneeuwbelasting van maximaal 20 kg/m² en een montagehoogte van maximaal 20 m. Door uitbreiding met gepaste toebehoren kan de montageset voor een sneeuwbelasting van maximaal 38 kg/m² en een montagehoogte van maximaal 100 m gebruikt worden. Zie in dat verband ook hoofdstuk 5.1.2 “Montage met bijkomende steunen”.

Le kit de montage convient pour une charge maximale de neige de 20 kg/m² et une hauteur de montage de 20 m maximum. Si l'on ajoute les accessoires adéquats, le kit de montage peut être utilisé pour une charge de neige maximale de 38 kg/m² et une hauteur de montage maximum de 100 m. Voyez à cet effet aussi le chapitre 5.1.2 "Montage avec supports supplémentaires".

De dakmontageset mag niet voor de bevestiging van een andere dakbovenbouw gebruikt worden. De constructie is enkel voor de veilige bevestiging van zonnepanelen bedoeld.

Le kit de montage de toit ne peut être utilisé pour la fixation d'autres structures de toiture. La construction est uniquement conçue pour la fixation sûre de capteurs solaires.

Voorwaarden voor montage tegen de gevel Monteer de set voor gevelmontage enkel tegen gevels met voldoende draagkracht. Raadpleeg eventueel een spanningsanalist.

Conditions pour installation contre la façade N'installez le kit de montage pour façade que contre des façades suffisamment résistantes. Consultez éventuellement un staticien.

De montageset is geschikt voor een sneeuwbelasting van maximaal 20 kg/m² en een montagehoogte van maximaal 20 m.

Le kit de montage convient pour une charge maximale de neige de 20 kg/m² et une hauteur de montage de 20 m maximum.

4

3.2 Verklaring van de richtlijnen

3.2 Explication des instructions

Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee niveaus, die met signaalwoorden aangeduid worden:

On distingue deux niveaux, qui sont signalés par des signaux d'avertissement:

WAARSCHUWING! LEVENSGEVAAR Duidt op een mogelijk van een product uitgaand gevaar dat zonder voldoende voorzorgsmaatregelen tot zware lichamelijke letsels en zelfs tot de dood kan leiden.

AVERTISSEMENT! DANGER DE MORT Caractérise un danger émanant d'un produit, qui, sans précautions suffisantes, peut entraîner des lésions corporelles graves, voire la mort.

VOORZICHTIG! VERWONDINGSGEVAAR / SCHADE AAN DE INSTALLATIE / SCHADE AAN HET GEBOUW

ATTENTION! RISQUE DE BLESSURE / RISQUE DE DOMMAGE A L'INSTALLATION / RISQUE DE DOMMAGE AU BÂTIMENT Indique une situation potentiellement dangereuse, qui peut entraîner des lésions corporelles légères ou moyennes ou des dommages matériels.

Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die tot middelzware of lichte lichamelijke letsels of tot materiële schade kan leiden. Nog een symbool om richtlijnen voor de gebruiker aan te duiden:

Autre symbole caractérisant les instructions aux utilisateurs:

INSTALLATIETIP Voor een optimaal gebruik en optimale instelling van het toestel en andere nuttige informatie.

CONSEIL D’INSTALLATION Pour un usage et un réglage optimal de l'appareil et d'autres informations utiles.

3.3 Neem de veiligheidsrichtlijnen in acht

3.3 Respectez ces instructions de sécurité

WAARSCHUWING! LEVENSGEVAAR door valpartijen en vallende onderdelen f Neem gepaste maatregelen om ongevallen bij alle dakwerken te voorkomen. f Beveilig u bij alle dakwerken tegen valpartijen. f Draag steeds uw persoonlijke beschermende kledij of uitrusting. f Controleer na de montage de veilige positie van de montageset en de panelen.

AVERTISSEMENT! DANGER DE MORT par chutes et chute de pièces f Prenez les mesures appropriées pour éviter les accidents lors de tous les travaux sur les toits. f Veillez à ne pas tomber lors des travaux sur le toit. f Portez toujours vos vêtements et équipements de sécurité personnels. f Contrôlez au terme du montage que le kit de montage et les capteurs sont bien fixés.

VOORZICHTIG! VERWONDINGSGEVAAR Indien u aan de constructie wijzigingen aanbrengt, kan dat tot verwondingen en bedieningsstoringen leiden. f Breng aan de constructie geen wijzigingen aan.

ATTENTION! RISQUE DE BLESSURE Si vous effectuez des modifications à la construction, cela peut causer des blessures et des troubles de fonctionnement. f N'effectuez aucune modification à la construction.

VOORZICHTIG! VERWONDINGSGEVAAR Indien het paneel en het montagemateriaal langere tijd aan zonnestralen blootgesteld worden, bestaat het gevaar dat u zich aan die onderdelen verbrandt. f Draag steeds uw persoonlijke beschermende kledij of uitrusting. f Bedek het paneel (bvb. met een dekzeil) en het montagemateriaal tijdens de montage om ze tegen hoge temperaturen door zonnestralen te beschermen.

ATTENTION! RISQUE DE BLESSURE Si le capteur et le matériel de montage sont exposés pendant longtemps aux rayons du soleil, il y a risque de brûlure à ces pièces. f Portez toujours vos vêtements et équipements de protection personnels. f Couvrez le capteur(par exemple avec une bâche) et le matériel de montage pendant le montage pour les protéger des températures élevées dues aux rayons du soleil.

5

4. VOOR DE MONTAGE

4. AVANT LE MONTAGE

4.1 Algemene richtlijnen

4.1 Instructions générales

INSTALLATIETIP Omdat dakwerkersbedrijven ervaring hebben met dakwerken en valrisico’s, bevelen we aan met deze bedrijven samen te werken.

CONSEIL D’INSTALLATION Comme les entreprises de couverture ont l'expérience des travaux et de toiture et des risques de chute, nous vous recommandons de coopérer avec ces entreprises.

Informeer u vóór de montage over de bouwvoorwaarden en plaatselijke voorschriften.

Informez-vous avant le montage des conditions qui vous incombe et des dispositions locales.

VOORZICHTIG! VERWONDINGSGEVAAR Indien het paneel en het montagemateriaal langere tijd aan zonnestralen blootgesteld worden, bestaat het gevaar dat u zich aan die onderdelen verbrandt. f Draag steeds uw persoonlijke beschermende kledij of uitrusting. f Bedek het paneel (bvb. met een dekzeil) en het montagemateriaal tijdens de montage om ze tegen hoge temperaturen door zonnestralen te beschermen.

ATTENTION! RISQUE DE BLESSURE Si le capteur et le matériel de montage sont exposés pendant longtemps aux rayons du soleil, il y a risque de brûlure à ces pièces.

Controleer f de levering op volledigheid en mogelijke schade, f de draagkracht en eventuele beschadigingen (bvb. lekken) van de dakconstructie, f de hoogte van het gebouw i.v.m. de bevestiging en benodigde ballast, f de optimale opstelling van de zonnepanelen. Houd rekening met de zonne-instraling (hellingshoek, zuidelijke richting). Vermijd schaduw door hoge bomen enz., en pas de panelenset aan de vorm van het gebouw aan (bvb. vensterrijen, deurrijen enz.).

Vérifiez f que la livraison est complète et intacte, f la résistance et dégâts éventuels (p. ex. fuites) de la construction du toit, f la hauteur du bâtiment en rapport de la fixation et du ballast nécessaire, f la disposition optimale des capteurs solaires. Tenez compte des rayonnements solaires (angle d'inclinaison, exposition sud). Evitez l'ombre causé par des arbres élevés ou autres et adaptez le champ de capteurs à la forme du bâtiment (par exemple alignement avec les fenêtres, les portes, etc.).

INSTALLATIETIP Gebruik enkel originele onderdelen van de fabrikant en wissel onmiddellijk defecte onderdelen.

CONSEIL D’INSTALLATION N'utilisez que des pièces originales du fabricant et échangez directement les pièces défectueuses.

INSTALLATIETIP Laat eventuele werken aan het dak door een dakwerker uitvoeren.

CONSEIL D’INSTALLATION Consultez une entreprise de couverture pour des travaux éventuelles au toit.

Fig. 1

f Portez toujours des vêtements de protection. f Couvrez le capteur(par exemple avec une bâche) et le matériel de montage pendant le montage pour les protéger des températures élevées dues aux rayons du soleil.

Volledig zicht op het panelenpaar, montage op plat dak Vue générale d'une paire de capteurs, montage sur toit plat

Fig. 2

6

Overzicht op het panelenpaar, montage tegen de gevel Vue d'une paire de capteurs, montage contre la façade

4.2 Beschrijving van de onderdelen

4.2

Description des pièces

4.2.1 Montageset voor de panelen

4.2.1

Kit de montage des capteurs

INSTALLATIETIP De montagesets dienen voor de plaatsing en bevestiging van de panelen.

Fig. 3

CONSEIL D’INSTALLATION Les kits de montage servent à recevoir et à fixer les capteurs.

Montageset voor 2 panelen - 1 basisset en 1 uitbreidingsset Kit de montage de 2 capteurs - 1 kit de montage de base et 1 kit d’extension

Basisset per panelenset en voor het eerste paneel (fig. 32): 2X 1 profielgeleiders 6X 3 schroef M8 x 20 4X 5 eenzijdige paneelspanner 4X 6 moer M8 2X 7 staander 2X 8 afschuifbeveiliging

Kit de montage de base, un par champ de capteurs et pour le premier capteur (fig. 3): 2X 1 rail profilé 6X 3 vis M8 x 20 4X 5 butoir d'extrémité du capteur 4X 6 écrou M8 2X 7 support 2X 8 dispositif de sécurité anti-glissement

Uitbreidingsset per bijkomend paneel (fig. 3): 1 profielgeleiders 2 steekverbinding met schroefpennen 3 schroef M8 x 20 4 dubbelzijdige paneelspanner 6 moer M8 7 steun 8 afschuifbeveiliging

Kit d’extension, un par capteur suivant (fig. 3): 2X 1 rail profilé 2X 2 raccord à vis sans tête 3X 3 vis M8 x 20 2X 4 butoir double du capteur 2X 6 écrou M8 1X 7 support 2X 8 dispositif de sécurité anti-glissement

2X 2X 3X 2X 2X 1X 2X

INSTALLATIETIP Naargelang het aantal panelen en de toepassing moeten bijkomende steunen en profielgeleiders gemonteerd worden.

CONSEIL D’INSTALLATION Selon le nombre de capteurs et l’application, des supports et rails profilés doivent être montés.

7

4.2.2 Hydraulische aansluiting

4.2.2 Raccordement hydraulique

INSTALLATIETIP Voor elk panelenset heeft u een aansluitingsset nodig. De panelen worden door geribde verbindingsstukken buizen met elkaar verbonden.

Fig. 4

CONSEIL D’INSTALLATION Vous avez besoin d'un kit de raccordement pour chaque champ de capteurs. Les capteurs sont reliés entre eux à l'aide de connecteurs de tube ondulés.

Aansluitingsset en verbindingsset (afbeelding met 2 verticale panelen) Kit de raccordement et kit de liaison (représentation pour 2 capteurs verticaux)

Aansluitingsset, per panelenset (fig. 4) 2 3 4 5 6 7 8 9 10

clips aansluitbocht knelring moer isolatie voor geribde verbindingsstukken houder voor verzamelleiding wurgwartel voor paneelvoeler sleutel SW 5 blindstop plug voor voelergeleiding, niet afgebeeld

Kit de raccordement, un par champ de capteurs (fig. 4) 2X 2 clips 2X 3 coude de raccordement 2X 4 anneau de serrage 2X 5 écrou 6 isolation pour connecteurs de tube ondulés 1 X 2X 7 support pour tuyau collecteur 1X 8 presse-étoupe pour sonde de capteur 1X 9 clé SW 5 2X 10 bouchon bouchon à passage de la sonde, non 1X illustré

2X 2X 2X 2X 1X 2X 1X 1X 2X 1X

Verbindingsset tussen de panelen, per paneel (verpakt in twee transporthoeken, fig. 5) 2X 1 geribd verbindingsstuk 4X 2 clips

Kit de liaison entre les capteurs, un par capteur (emballé dans deux angles de transport, fig. 5) 2X 1 connecteur de tube ondulé 4X 2 clips Fig. 5

8

Twee transporthoeken met een verbindingsset Deux coins de transport avec un kit de liaison

4.3 Bijkomende benodigde hulpmiddelen

4.3 Matériel supplémentaire nécessaire

- Waterpas - Metselaarskoord - Vest met veiligheidslijn - Bouwstelling - Dakwerkersladder of schoorsteenvegersuitrusting - Kraan of lift

- Niveau d'eau - Ficelle de maçon - Gilet à corde de sécurité - Echafaudage - Echelle de couvreur ou équipement de ramoneur - Grue ou lève-charge

4.4 Transport en opslag

4.4 Transport et stockage

Alle onderdelen worden met transportverpakking beschermd.

Toutes les pièces sont protégées par des emballages de transport.

INSTALLATIETIP Verwijder de transportverpakking met het milieuvriendelijkste recyclagesysteem.

CONSEIL D’INSTALLATION Débarrassez-vous des emballages de transport par le système de recyclage respectueux de l'environnement.

Transportbescherming voor paneelaansluitingen De paneelaansluitingen worden met doppen uit kunststof tegen beschadiging beschermd.

Protection de transport des raccords de capteur Les raccords des capteurs sont protégés contre les dommages par des capuchons en plastique.

OPGELET! OPSLAGSCHADE door beschadigde dichtingsoppervlakken. f Verwijder de doppen uit kunststof (fig. 6, pos. 1) pas onmiddellijk voor de montage.

ATTENTION! DEGATS DE STOCKAGE dus à des surfaces d’étanchéité endommagées. f N'enlevez les capuchons en plastique (fig. 6, pos. 1) que directement avant le montage.

Fig. 6

Doppen uit kunststof op paneelaansluitingen Capuchons en plastique sur les raccords du capteur

Opslag De panelen mogen uitsluitend op een droge plaats opgeslagen worden.

Stockage Les capteurs sont uniquement prévus pour être entreposés à sec.

INSTALLATIETIP De panelen mogen niet zonder beschutting voor de regen in de open lucht opgeslagen worden.

CONSEIL D’INSTALLATION Les capteurs ne peuvent être entreposés en plein air sans protection contre la pluie.

9

4.5 Technische handleidingen

4.5 Documents techniques

De zonne-energie-installatie bestaat uit diverse onderdelen (fig. 7), waarvoor handleidingen bestaan die noodzakelijk zijn voor de montage, de bediening en het onderhoud. 1 Deze handleiding voor de montage op het dak van het zonnepaneel. 2 Handleiding voor de montage van het solar station AGS 3. 3 Handleiding voor de montage van de boilers SK 300, 400 & 500-1 Solar en de regelaar TDS 10.

L'installation solaire comprend différents composants (fig. 7), qui contiennent les documents nécessaires au montage, à la commande et à l'entretien. 1 Cette instruction pour le montage sur le toit du capteur solaire. 2 Instruction pour le montage de la station solaire AGS 3. 3 Instruction pour le montage des boilers SK 300, 400 & 500-1 Solar et pour la régulation TDS 10.

Fig. 7

Onderdelen voor zonne-energie-installaties en technische handleidingen Eléments de l'installation solaire et documents techniques

4.6 Instelhoek van de panelen

4.6 Réglage de l’angle des capteurs

De instelhoek is afhankelijk van het gebruik. Hij kan met de telescopische steunen ingesteld worden (zie fig. 8).

L’angle de réglage dépend de l’utilisation Il peut être réglé avec les supports télescopiques (voir fig. 8).

Fig. 8

4.6.1 Berekening van de instelhoek De instelling moet zodanig gebeuren dat de panelen een optimaal rendement opleveren in elk seizoen. Voor warmwaterbereiding bedraagt deze instelhoek tussen 30 en 45°.

Instelhoek van de panelen op een plat dak Angle de réglage des capteurs sur un toit plat

4.6.1 Calcul de l’angle de réglage L’angle doit être calculé pour que les capteurs offrent un rendement optimal toutes les saisons. Pour la production d’eau chaude cet angle de réglage est de 30 à 45°.

10

4.6.2 Licht hellend dak (max. 25°) Bij licht naar het zuiden hellende daken is de hellingshoek van de panelen gelijk aan de som van de steunhoek en van de dakhelling. Bij licht naar het noorden hellende daken is de hellingshoek van de panelen gelijk aan het verschil van de steunhoek en van de dakhelling.

4.6.2 Toit avec légère inclinaison (max. 25°) Pour de toits avec une légère inclinaison vers le sud, l’angle des capteurs est égal au total de l’angle du support et de l’angle du toit. Pour de toits avec une légère inclinaison vers le nord, l’angle des capteurs est égal à la différence de l’angle du support et de l’angle du toit.

De hellingshoek van de panelen zelf moet altijd tussen 30 en 45° bedragen.

L’angle des capteurs même doit toujours être entre 30 et 45°. Fig. 9

2 3

Instelhoek van de panelen op een plat dak hellingshoek (absolute hoek t.o.v. horizontale) hellingshoek panelen hellingshoek dak

1 2 3

Angle de réglage des capteurs sur un toit plat angle (angle absolu v.à.v. l’horizontale) angle des capteurs angle du toit

1

Fig. 9

de

WAARSCHUWING! LEVENSGEVAAR Wanneer er risico op sneeuwophoping achter de panelen bestaat, moet er een beschermingshek voorzien worden.

AVERTISSEMENT! DANGER DE MORT Quand il y a risque d’entassement de neige en arrière des capteurs, il faut prévoir un grillage de protection.

VOORZICHTIG! SCHADE AAN DE INSTALLATIE door krachtige wind. Bij licht hellende daken moeten de steunen steeds vastgeschroefd worden. f Laat, bij twijfel, deze werken door een dakwerker uitvoeren.

ATTENTION! RISQUE DE DOMMAGE A L'INSTALLATION par du vent fort. En cas de toit avec légère inclinaison, les supports doivent être vissés.

4.6.3 Gevelmontage De steunen voor de horizontale panelen kunnen zowel voor montage op een plat dak of tegen een gevel gebruikt worden.

4.6.3 Montage contre la façade Les supports des capteurs horizontaux peuvent être utilisés pour montage sur toit plat ainsi que pour montage contre la façade.

f En cas de doute, consultez une entreprise de couverture pour ces travaux.

WAARSCHUWING! LEVENSGEVAAR Vallende panelen wegens verkeerde montage.

AVERTISSEMENT! DANGER DE MORT Capteurs tombants à cause de mauvais montage. f L’angle de réglage des capteurs doit être de 45°.

f De instelhoek van de panelen moet 45° bedragen.

Fig. 10 1 2

Fig. 10 1 2

11

Instelhoek van de panelen tegen een gevel Hellingshoek (absolute hoek t.o.v. horizontale) Hellingshoek panelen

de

Angle de réglage des capteurs contre une façade angle (angle absolu v.à.v. l’horizontale) Angle des capteurs

4.6.4 Telescopische steunen monteren Met deze steunen zijn meerdere instelhoeken mogelijk. f f

4.6.3 Montage des supports télescopiques Plusieurs angles de réglage sont possibles avec ces supports. f Sélectionnez les trous dans le profil supérieur et le profil inférieur du support (fig. 12 & 13). f Glissez les profils l’un dans l’autre et fixez avec la vis M8 x 20 (fig. 11).

Selecteer de gaatjes in het bovenste en het onderste profiel van de steun (fig. 12 & 13). De profielen in mekaar steken en met schroef M8 x 20 vastschroeven (fig. 11).

Fig. 11

Montage van de profielen Montage des profils

Fig. 12

INSTALLATIETIP Gebruik het bovenste gat van het onderste profiel in geval van verticale montage - met een instelhoek tussen 30 en 60° (fig. 12, pos. 1). Voor de instelhoek 25° moet het onderste profiel 140 mm ingekort worden en dient men het onderste gat te gebruiken (fig. 12, pos. 2).

Instelhoek voor verticale panelen Angle de réglage pour capteurs verticaux CONSEIL D’INSTALLATION Utilisez le trou supérieur du profil inférieur en cas de montage vertical - avec un angle de réglage entre 30 et 60° (fig. 12, pos. 1). Pour l’angle de réglage de 25°, le profil inférieur doit être raccourci de 140 mm. Utilisez le trou inférieur (fig. 12, pos. 2).

12

INSTALLATIETIP Gebruik het bovenste gat van het onderste profiel in geval van horizontale montage - met een instelhoek tussen 35 en 60° (fig. 13, pos. 3). Voor de instelhoeken 25 en 30° moet het onderste profiel 140 mm ingekort worden en dient men het onderste gat te gebruiken (fig. 13, pos. 2).

CONSEIL D’INSTALLATION Utilisez le trou supérieur du profil inférieur en cas de montage horizontal - avec un angle de réglage entre 35 et 60° (fig. 13, pos. 3). Pour les angles de réglage de 25 et 30°, le profil inférieur doit être raccourci de 140 mm. Utilisez le trou inférieur (fig. 13, pos. 2).

Fig. 13


Instelhoek voor horizontale panelen Angle de réglage pour capteurs horizontaux

AVERTISSEMENT! DANGER DE MORT Capteurs tombants à cause de mauvais montage. f En cas de montage contre la façade, l’angle de réglage des capteurs doit être de 45°. (fig. 13, pos. 1)

f Bij gevelmontage moet de instelhoek van de panelen 45° bedragen. (fig. 13, pos. 1)

4.7 Benodigde plaats berekenen

4.7 Place nécessitée

4.7.1 Afstand tussen de rijen panelen bepalen De minimumafstand tussen de rijen panelen hangt af van de hellingshoek van de panelen.

4.7.1 Déterminer la distance entre les champs de capteurs La distance minimale entre les champs de capteurs dépend de l’angle d’inclinaison des capteurs.

INSTALLATIETIP Bij panelensets met meerdere rijen moet de afstand X (fig. 14) tussen de sets voldoende groot zijn zodat de tweede set niet in de schaduw van de eerste set valt.

CONSEIL D’INSTALLATION En cas de champs de capteur avec plusieurs rangées, la distance X (fig. 14) doit être suffisamment large pour que la deuxième rangée ne soit pas dans l’ombre de la première.

Gebruik de waarden uit onderstaande tabel.

Utilisez les valeurs du tableau ci-dessous. Afstand X Distance X

Hellingshoek van de panelen Angle d’inclinaison des capteurs

Tabel 1 Tableau 1

verticale montage horizontale montage montage vertical montage horizontal 30° 5,18 m 2,87 m 35° 5,58 m 3,09 m 40° 5,94 m 3,29 m 45° 6,26 m 3,46 m Afstand X in functie van de hellingshoek en van de minimale zonnestand (17°) Distance X en fonction de l’angle d’inclinaison et de la position minimale du soleil (17°)

13

Fig. 14

4.7.2 Benodigde plaats inschatten

4.7.2 Estimation de la place nécessitée

VOORZICHTIG! SCHADE AAN DE INSTALLATIE door windinvloed aan de rand van het dakvlak. f Voorzie een afstand van minimum 1 meter tussen de steunen en de dakrand. (fig. 15)

Fig. 15

Afstand tot de dakrand Distance jusqu’au bord du toit

Schaduw - afstand X Ombre - distance X

ATTENTION! RISQUE DE DOMMAGE A L'INSTALLATION par l’influence du vent au bord du toit. f Prévoyez une distance minimale de 1 mètre entre les supports et le bord du toit. (fig. 15)

Fig. 16

Benodigde plaats - verticale uitvoering Place nécessaire - exécution verticale

Voorzie voldoende opstellingsplaats voor de diverse soorten montage (verticaal of horizontaal). De maten (tabellen 2 & 3) hebben betrekking op het benodigde dakvlak. Afhankelijk van de aansluiting links en/of rechts, dient er bij de breedtemaat (A) minstens 0,5 m te worden bijgeteld.

Prévoyez suffisamment d’endroit d’installation pour les différents types de montage (vertical ou horizontal). Les dimensions (tableaux 2 & 3) se rapportent à la surface du toit nécessaire. Dépendant du raccordement gauche et/ou droit, on doit ajouter au minimum 0,5 m à la dimension largeur (A).

Benodigde plaats voor verticale panelen Place nécessaire pour capteurs verticaux Aantal Maat Hellingshoe Maat A k B panelen Nombre de Dimension Angle Dimension A d’inclinaison B capteurs 2 2,34 m 30° 1,75 m 3 3,51 m 35° 1,68 m 4 4,68 m 40° 1,58 m 5 5,85 m 45° 1,48 m 6 7,02 m 7 8,19 m 8 9,36 m 9 10,53 m 10 11,70 m Tabel /Tableau 2

Benodigde plaats voor horizontale panelen Place nécessaire pour capteurs horizontaux Aantal Maat Hellingshoe Maat A k B panelen Nombre de Dimension Angle Dimension A d’inclinaison B capteurs 2 4,18 m 30° 1,02 m 3 6,28 m 35° 0,96 m 4 8,38 m 40° 0,91 m 5 10,48 m 45° 0,85 m 6 12,58 m 7 14,68 m 8 16,78 m 9 18,88 m 10 20,98 m Tabel /Tableau 3

14

5. MONTAGE VAN DE STEUNEN OP EEN PLAT DAK OF TEGEN DE GEVEL

5. MONTAGE DES SUPPORTS SUR UN TOIT PLAT OU CONTRE LA FACADE

WAARSCHUWING! LEVENSGEVAAR Beveilig u bij alle dakwerken tegen valpartijen.

AVERTISSEMENT! DANGER DE MORT Veillez à ne pas tomber lors des travaux sur le toit.

WAARSCHUWING! GEVAAR VOOR LICHAMELIJKE LETSELS door valpartijen en neervallende onderdelen. f Tref bij alle dakwerken gepaste maatregelen om ongevallen te voorkomen. f Draag altijd uw persoonlijke beschermende kledij of uitrusting.

AVERTISSEMENT! RISQUE DE BLESSURE par chute et chute de pièces. f Prenez les mesures appropriées pour éviter les accidents lors de tous les travaux sur les toits. f Portez toujours vos vêtements et équipements de sécurité personnels.

Verzeker U van de voldoende stevigheid van het dakvlak. Verwijder eventuele kiezelstenen.

Assurez-vous de la solidité suffisante du toit. Enlevez du silex éventuel.

INSTALLATIETIP De dakdichting mag niet beschadigd worden. Voorzie een stevige, weerbestendige bescherming onder de steunen (bvb. watervaste platen).

CONSEIL D’INSTALLATION La toiture ne peut pas être endommagée. Prévoyez une protection solide inaltérable en dessous des supports (p.ex. des plaques résistantes à l’eau).

Deze montageprincipes gelden ook voor horizontale panelen. Hierna wordt de montage van verticale panelen op een plat dak beschreven. De montage van horizontale panelen gebeurt op dezelfde wijze. Indien de horizontale montage van de verticale afwijkt, wordt daar speciaal op gewezen.

Ces principes de montage sont également valables pour les capteurs horizontaux. Ci après le montage de capteurs verticaux sur un toit plat est décrit. Le montage de capteurs horizontaux se fait de la même façon. Lorsque le montage horizontal des capteurs diffère du montage vertical, l'attention est attirée sur ce point.

Fig. 17

Verticale steun voor 2 panelen Support vertical pour 2 capteurs

Fig. 18

Horizontale steun voor 2 panelen Support horizontal pour 2 capteurs

5.1 Afstanden van de steunen bij verankering aan het gebouw

5.1 Distances des supports lors de l’ancrage au bâtiment

De afstanden van de steunen (midden/midden, maten in mm) zijn afhankelijk van: - het type paneel (verticaal of horizontaal), - en van de maximale sneeuw- en windbelasting.

Les distances des supports (centre/centre, dimensions en mm) dépendent: - du type de capteur (vertical ou horizontal), - et de la charge maximale de la neige et du vent.

INSTALLATIETIP Respecteer de afstanden van de steunen om daarna de profielgeleiders perfect te kunnen monteren.

CONSEIL D’INSTALLATION Respectez les distances des supports afin de pouvoir parfaitement monter les rails profilés.

15

5.1.1 Montage de base Utilisez le set de base (comprenant 2 supports et 2 rails profilés) pour le montage du premier capteur.

5.1.1 Basismontage Gebruik de basisset (bestaande uit 2 steunen en 2 profielgeleiders) voor de montage van het eerste paneel. Voor ieder bijkomend verticaal paneel is een uitbreidingsset (bestaande uit 1 steun en 2 profielgeleiders) nodig. (fig. 19) Voor ieder bijkomend horizontaal paneel is een uitbreidingsset (bestaande uit 2 steunen en 2 profielgeleiders) nodig. (fig. 21) De basisset kan in de volgende omstandigheden gemonteerd worden: - maximale montagehoogte = 20 meter, - maximale sneeuwlast = 20 kg/m².

Pour chaque capteur vertical supplémentaire, on a besoin d’un set d’extension. (comprenant 1 support et 2 rails profilés) (fig. 19) Pour chaque capteur horizontal supplémentaire, on a besoin d’un set d’extension. (comprenant 2 supports et 2 rails profilés) (fig. 21) Le set de base peut être utilisé dans les circonstances suivantes: - hauteur de montage maximale = 20 mètres, - charge maximale de la neige = 20 kg/m².

Fig. 19

Basismontage van 2 verticale panelen Montage de base de 2 capteurs verticaux

Fig. 20

Basismontage van 3 tot 10 verticale panelen Montage de base de 3 à 10 capteurs verticaux

Fig. 21

Basismontage van 2 horizontale panelen Montage de base de 2 capteurs horizontaux

Fig. 22

Bijkomende steunen voor 3 verticale panelen Supports supplémentaires pour 3 capteurs verticaux

5.1.2 Montage met bijkomende steunen (toebehoren) Bij hogere belasting zijn (bij verticale montage) voor elk bijkomend paneel een bijkomende steun en bijkomende profielgeleiders nodig. Deze uitvoering kan in de volgende omstandigheden gemonteerd worden: - maximale montagehoogte = 100 meter, - maximale sneeuwlast = 38 kg/m².

5.1.2 Montage avec supports supplémentaires (accessoires) En cas de charges plus élevées (pour montage vertical) un support supplémentaire et des rails profilés sont nécessaires pour chaque capteur supplémentaire. Cette exécution peut être utilisée dans les circonstances suivantes: - hauteur de montage maximale = 100 mètres, - charge maximale de la neige = 38 kg/m².

INSTALLATIETIP Bij horizontale montage dient enkel een bijkomende profielgeleider per paneel gemonteerd te worden. (toebehoren)

CONSEIL D’INSTALLATION Lors de montage horizontal on doit seulement monter un rail profilé supplémentaire par capteur. (accessoire).

16

5. 2 Afstanden van de steunen met stabilisatieset (toebehoren)

5.2 Distances des supports avec set de stabilisation (accessoire)

De afstanden van de steunen (midden/midden, maten in mm) zijn afhankelijk van: - het type paneel (verticaal of horizontaal), - en van de maximale sneeuw- en windbelasting.

Les distances des supports (centre/centre, dimensions en mm) dépendent: - du type de capteur (vertical ou horizontal), - et de la charge maximale de la neige et du vent.

Bij verticale montage moet bij het 4e, het 7e en het 10e paneel een bijkomende steun gemonteerd worden. (fig. 23, pos. 1)

En cas de montage vertical on doit monter un support supplémentaire au 4ième, 7ième et 10ième capteur. (fig. 23, pos. 1)

INSTALLATIETIP Respecteer de afstanden van de steunen om daarna de profielgeleiders perfect te kunnen monteren.

CONSEIL D’INSTALLATION Respectez les distances des supports afin de pouvoir parfaitement monter les rails profilés.

Fig. 23

Basismontage tot 10 verticale panelen (maten in mm) Montage de base jusqu’à 10 capteurs verticaux (dimensions en mm)

5.2.1 Basismontage De basisset kan in de volgende omstandigheden gemonteerd worden: - maximale montagehoogte = 20 meter, - maximale sneeuwlast = 20 kg/m².

5.2.1 Montage de base Le set de base peut être utilisé dans les circonstances suivantes: - hauteur de montage maximale = 20 mètres, - charge maximale de la neige = 20 kg/m².

aantal panelen maat A maat B nombre de capteurs dimension A dimension B 4 381 mm -5 381 mm -6 571 mm -7 571 mm 381 mm 8 571 mm 381 mm 9 571 mm 571 mm 10 571 mm 571 mm Tabel 4 Afstanden van de bijkomende steunen Tableau 4 Distances des supports supplémentaires INSTALLATIETIP Bij horizontale montage dient steeds een bijkomende steun per paneel gemonteerd te worden. (toebehoren) Dus, 3 steunen in totaal per paneel. (fig. 24)

maat C dimension C ------381 mm

CONSEIL D’INSTALLATION Lors de montage horizontal on doit toujours monter un support supplémentaire par capteur. (accessoire). Donc. en total 3 supports par capteur. (fig. 24)

17

Fig. 24

Basismontage van 2 horizontale panelen Montage de base de 2 capteurs horizontaux

Fig. 25

5.2.2 Uitvoering voor maximale belasting (toebehoren - fig. 25) Voor hogere belastingen zijn boven op de stabilisatieset bijkomende spankabels (zie blz. 20) en profielgeleiders (zie blz. 25) nodig.

Uitvoering voor maximale belasting, 3 verticale panelen Exécution pour charge maximale, 3 capteurs verticaux

5.2.2 Exécution pour charge maximale (accessoire - fig. 25) En plus de set de stabilisation, des câbles de serrage (voir page 20) et des rails profilés supplémentaires (voir page 25) sont nécessaires pour des charges plus élevées. Cette exécution convient pour les charges suivantes: - hauteur de montage maximale = 100 mètres, - charge maximale de la neige = 38 kg/m².

Deze uitvoering is geschikt voor volgende belastingen: - maximale montagehoogte = 100 meter, - maximale sneeuwlast = 38 kg/m². INSTALLATIETIP In fig. 24 vindt U de afstanden van de steunen voor horizontale panelen bij maximale belastingen

CONSEIL D’INSTALLATION Vous trouverez les dimensions des supports des capteurs horizontaux pour charges maximales en fig. 24.

5.3 Beveiliging van de steunen

5.3 Sécuriser les supports

Er zijn 3 bevestigingsmogelijkheden voor de steunen om de constructie tegen wegglijden en/of kantelen onder windinvloed te beveiligen: - steunen aan het gebouw verankeren, - steunen verzwaren met betonplaten, kiezelstenen, enz… (met stabilisatieset, toebehoren), - steunen verzwaren met betonplaten, kiezelstenen, enz… (met stabilisatieset, toebehoren) en extra beveiligen met spankabels.

Il y a 3 possibilités de montage des supports pour sécuriser la construction contre le glissement et/ou le basculement sous influence du vent: - ancrage des supports au bâtiment, - alourdir les supports avec de plaques en béton, du silex, etc… (avec set de stabilisation - accessoire) - alourdir les supports avec de plaques en béton, du silex, etc… (avec set de stabilisation - accessoire) et les sécuriser avec des câbles de serrage.

Hou rekening met de stabiliteit van het dak bij de keuze van de bevestiging.

Tenez compte de la stabilité du toit lors du choix de la possibilité de montage.

INSTALLATIETIP Met kiezelstenen is maximaal 320 kg ballast per stabilisatieset (per paneel) mogelijk. (zie tabel 5)

CONSEIL D’INSTALLATION Avec du silex, un ballast de 320 kg au maximum est possible par set de stabilisation (par capteur). (voir tableau 5)

INSTALLATIETIP Bij de interpretatie van tabel 5 dient U ook rekening te houden met de afstanden en met het aantal bijkomende steunen. (zie paragraaf 5.1)

CONSEIL D’INSTALLATION Lors de l’interprétation du tableau 5 il faut tenir compte des distances et du nombre de supports supplémentaires. (voir paragraphe 5.1)

18

stabiliseren van 1paneel verankering montagehoogte

verzwaring

windsnelheid

aantal en soort schroeven² 0 tot 8 m 102 km/h 2 x M8 / 8.8 8 tot 20 m 129 km/h 2 x M8 / 8.8 20 tot 100 m1 151 km/h 3 x M8 / 8.8 Tabel 5 Waarden voor het stabiliseren van 1 paneel 1 = enkel met bijkomende profielgeleider 2 = per steun

gewicht (bvb. betonplaten) 270 kg 450 kg --

beveiliging met spankabels tegen kantelen tegen wegglijden gewicht (bvb. maximale trekkracht betonplaten) op de kabel 180 kg 16 kg 320 kg 25 kg 450 kg 33 kg

stabilisation de 1 capteur ancrage hauteur de montage

vitesse du vent

nombre et sorte de vis²

0à8m 102 km/h 2 x M8 / 8.8 8 à 20 m 129 km/h 2 x M8 / 8.8 20 à 100 m1 151 km/h 3 x M8 / 8.8 Tableau 5 Valeurs pour la stabilisation de 1 capteur 1 = uniquement avec rail profilé supplémentaire 2 = par support

alourdissement poids (p. ex. plaques en béton) 270 kg 450 kg --

sécurisation avec câbles de serrage contre basculement contre glissement force de traction poids (p. ex. maximale sur les plaques en béton) câbles 180 kg 16 kg 320 kg 25 kg 450 kg 33 kg

5.3.1 Constructie met verankering aan het gebouw In het voorbeeld worden de steunen vastgeschroefd aan H profielen. (fig. 26, pos. 3) De bevestiging moet zodanig uitgevoerd zijn dat ze weerstaat aan op de panelen inwerkende weersinvloeden zoals wind en sneeuw. Bovendien moet een bevestiging mogelijk zijn die de constructie stabiliseert en het dak niet beschadigt.

5.3.1 Construction avec ancrage au bâtiment Dans l’exemple, les supports sont vissés aux profils H (fig. 26, pos. 3). La construction doit être exécutée de façon qu’elle résiste aux influences du temps telles que vent et neige. En outre, une fixation doit être possible qui stabilise la construction sans endommager la toiture.

VOORZICHTIG! SCHADE AAN DE INSTALLATIE door wijzigingen aan de constructie van de steunen. f Bvb. de profielen van de steunen niet doorboren.

ATTENTION! RISQUE DE DOMMAGE A L'INSTALLATION par modifications à la construction des supports. f P. ex. ne pas transpercer les supports.

f f

f

Teken de afstand tussen gaatjes van het onderste profiel (fig. 26, pos. 2) af op het H profiel en boor de gaatjes in het H profiel. Schroeven (zie tabel 5 en fig. 26, pos. 1) door het profiel en het H profiel steken en vastzetten met rondellen en moeren.

f

Marquez la distance entre les trous du profil inférieur (fig. 26, pos. 2) sur le profil H en percez les trous dans le profil H. Glissez les vis (voir tableau 5 et fig. 26, pos. 1) à travers le profil et le profil H et fixez avec des rondelles et des écrous.

Fig. 26

19

Constructie op H profielen, maten in mm (tussen haakjes = horizontale uitvoering) Construction sur profils en H, dimensions en mm (entre parenthèses = exécution horizontale)

5.3.2 Constructie verzwaren met ballast f Monteer de steunen. (zie paragraaf 5.1). f Leg de kuipen (fig. 27, pos. 2) in de onderste profielen (fig. 27, pos. 1) en haak ze in mekaar (fig. 27, pos. 3). f Leg bvb. betonplaten in de kuipen (noodzakelijk gewicht, zie tabel 5).

5.3.2 Alourdir la construction avec du ballast f Montez les supports. (voir paragraphe 5.1) f Posez les bacs (fig. 27, pos. 2) dans les profils inférieurs (fig. 27, pos. 1) et accrochez-les l’un dans l’autre (fig. 27, pos. 3). f Mettez p. ex. des plaques en béton dans les bacs (poids nécessaire, voir tableau 5).

Fig. 27

4 kuipen per paneel 4 bacs par capteur

5.3.2 Sécuriser la construction avec des câbles La construction alourdie peut supplémentairement être sécurisée avec des câbles. Choisissez la protection par câbles en fonction de la charge expectée. (voir tableau 5) f Fixez chaque capteur avec 2 câbles (fig. 28, pos. 1) au vis du profil inférieur et à un endroit approprié de la toiture.

5.3.3 Constructie met kabels beveiligen De verzwaarde constructie kan bijkomend met kabels beveiligd worden. Kies de kabelbeveiliging in functie van de verwachte belasting. (zie tabel 5) f Bevestig elk paneel met 2 kabels (fig. 28, pos. 1) aan de schroef van het onderste profiel en aan een geschikte plaats op het dak.

Fig. 28

20

Constructie beveiligd met kabels Construction sécurisée avec de câbles

5.4 Montage tegen de gevel De horizontale paneelsteunen kunnen montage tegen de gevel gebruikt worden.

5.4 Montage contre la façade ook

voor

Les supports horizontaux peuvent également être utilisés pour montage contre la façade.


AVERTISSEMENT! DANGER DE MORT Capteurs tombants à cause de mauvais montage. f Seulement les supports horizontaux peuvent être utilisés pour montage contre la façade. f Le montage contre la façade est seulement autorisé pour des bâtiments d’une hauteur de 20 mètre au maximum (vitesse du vent = 129 km/h) et pour une charge de neige de 20 kg/m² au maximum. f Chaque support doit être fixé avec 3 boulons. (pas dans la livraison) f Le montage n’est autorisé qu’aux façades fermées. f Contrôlez la solidité de la façade avant de procéder au montage. f Ne pas modifier la constructions des supports. f Ne rangez rien entre les supports. f Ne pas fixez des revêtements aux capteurs.

f Enkel de horizontale paneelsteunen mogen voor gevelmontage gebruikt worden. f De montage tegen de gevel is enkel toegelaten bij een hoogte van het gebouw van maximaal 20 meter (windsnelheid = 129 km/h) en voor een maximale sneeuwlast van 20 kg/m². f Elke steun moet met 3 bouten vastgeschroefd worden. (niet bijgeleverd) f De montage is enkel toegelaten aan gesloten, winddichte gevels. f Controleer de sterkte van de gevel vooraleer tot de montage over te gaan. f Breng geen wijzigingen aan in de constructie van de steunen. f Niets opbergen tussen de steunen. f Geen bekleding aan de panelen bevestigen.

Fig. 2

f 1. 2.

Als volgt bevestigen: Bevestiging met 3 bouten M8 per steun. Elke bout/bevestiging moet een trekkracht van minstens 1,63 kN een een afschuifkracht (verticaal) van minstens 1,56 kN kunnen weerstaan.

3.

De buitendiameter van de rondellen moet minstens 3 maal de diameter van de bouten zijn (24 mm). De afstand tot de rand van het metselwerk moest minstens 100 mm bedragen.

4.

f 1.

21

Overzicht op het panelenpaar, montage tegen de gevel Vue d'une paire de capteurs, montage contre la façade

Fixez comme suit: Fixation avec 3 boulons M8 par support. Chaque boulon/fixation doit pouvoir résister à une force de traction de minimum 1,63 kN et à une force de glissement (vertical) de de minimum 1,56 kN. Le diamètre extérieur des rondelles doit être minimum 3 fois le diamètre des boulons (24 mm). La distance jusqu’au bord de la maçonnerie doit être minimum 100 mm.

Fig. 30

Montage van de gevelsteunen voor 2 panelen (maten in mm) Montage des supports au façade, pour 2 capteur (dimensions en mm)

5.5 Profielgeleiders monteren

5.5 Montage des rails profilés

De profielgeleiders moeten met steekverbindingen met elkaar verbonden worden. Voor elk paneel is een bovenste en een onderste profielgeleider voorzien.

Les rails profilés doivent être reliés entre eux par des raccords. Un rail profilé supérieur et un rail profilé inférieur sont prévus pour chaque capteur.

5.5.1 Profielgeleiders verbinden f Steekverbindingen (fig. 31, pos. 1) tot aan de aanslag in beide profielgeleiders (fig. 31, pos. 2) schuiven. f Voor de vastzetting de beide voorgemonteerde schroefpennen M10 (fig. 31. pos. 3) in de steekverbinding met sleutel SW 5 vastdraaien.

5.5.1 Relier les rails profilés f Faites glisser le raccord (fig. 31, pos. 1) jusqu'à la butée dans les deux rails profilés (fig. 31, pos. 2).

Fig. 31

Profielgeleiders verbinden Relier les rails profilés

f

Serrez les deux vis sans tête M10 (fig. 31, pos. 3) pré montées dans le raccord jusqu'à l'arrêt à l'aide de la clé SW 5.

Fig. 32

22

Uitlijnen van de profielgeleiders in geval van verankering aan het dak Aligner les rails profilés en cas d’ancrage au toit

5.5.2 Montage des rails profilés Le positionnement des rails profilés dépend de:

5.5.2 Profielgeleiders monteren De positionering van de profielgeleiders is afhankelijk van: - het soort montage (verticaal of horizontaal), - en van de afstanden tussen de steunen. Bij verankering aan het gebouw: Begin de bevestiging van de profielgeleiders als volgt:

- la sorte de montage (vertical ou horizontal), - et de la distance entre les supports. En cas d’ancrage au bâtiment: Commencez la fixation des rails profilés comme suit:

verankering aan het gebouw basisset extra steun verticaal

ancrage au bâtiment set de base support supplémentaire alignement: orifice alignement: central du raccord deuxième orifice allongé droit (fig. (fig. 32, pos. 1) 32, pos. 3) alignement: troisième orifice allongé droit --(fig. 32, pos. 2)

uitlijning: middelste uitlijning: tweede gat van de langwerpig gat van steekverbinding rechts (fig. 32, pos. (fig. 32, pos. 1) 3) horizontaal uitlijning: derde langwerpig gat van --rechts (fig. 32, pos. 2) Tabel 6 Uitlijnen van de onderste en bovenste profielgeleiders bij verankering aan het gebouw

vertical

Bij gebruik van kuipen met ballast: Begin de bevestiging van de profielgeleiders als volgt:

Lors d’utilisation de bacs à ballast: Commencez la fixation des rails profilés comme suit:

horizontal

Tableau 6 Alignement des rails profilés inférieur et supérieur en cas d’ancrage au bâtiment

kuipen met ballast 2 panelen 3 tot 10 panelen verticaal uitlijning: middelste uitlijning: zesde gat van de langwerpig gat van steekverbinding rechts (fig. 33, pos. (fig. 33, pos. 1) 2) horizontaal uitlijning: tweede uitlijning: tweede langwerpig gat van langwerpig gat van rechts (fig. 33, pos. rechts (fig. 33, pos. 3) 3) Tabel 7 Uitlijnen van de onderste en bovenste profielgeleiders bij kuipen met ballast

Fig. 33

f

f f

bacs à ballast 2 capteurs 3 capteurs alignement: sixième alignement: orifice orifice allongé droit central du raccord (fig. 33, pos. 2) (fig. 33, pos. 1)

vertical

horizontal

alignement: alignement: deuxième orifice deuxième orifice allongé droit (fig. allongé droit (fig. 33, 33, pos. 3) pos. 3) Tableau 7 Alignement des rails profilés inférieur et supérieur en cas de bacs à ballast

Profielgeleiders uitlijnen bij gebruik van kuipen met ballast Aligner les rails profilés lors d’utilisation de bacs à ballast

Fig. 34

De voorgemonteerde profielgeleiders (fig. 34, pos. 2) licht vastdraaien met de schroeven M8 (fig. 34, pos. 1) zodat de profielgeleiders nog gericht kunnen worden. Bovenste en onderste profielgeleiders uitlijnen. Schroeven vastdraaien. 23

Profielgeleiders monteren (hier voor 2 verticale panelen) Monter les rails profilés (ici pour 2 capteurs verticaux)

f

Légèrement visser les rails profilés pré montés (fig. 34, pos. 2) avec les M8 (fig. 34, pos. 1) sans serrer pour pouvoir encore aligner les rails profilés.

f f

Aligner les rails profilés supérieur et inférieur. Serrez les vis.

5.5.3 Bijkomende profielgeleiders monteren (toebehoren) Bij montagehoogten van meer dan 20 meter en/of regelmatige sneeuwbelasting van meer dan 20 kg/m² moeten bijkomende profielgeleiders gemonteerd worden. f De profielgeleiders monteren zoals beschreven in paragraaf 5.5.2 in de middelste gaten van de steunen. (fig. 35, pos. 1) f Profielgeleiders uitlijnen. f Schroeven vastdraaien.

Fig. 35

Bijkomende profielgeleider monteren Montage d’un rail profilé supplémentaire

5.5.3 Montage de rails profilés supplémentaires (accessoires) Pour des hauteurs de montage supérieures à 20 mètres et/ou des charges de neige régulières de plus de 20 kg/m², des rails supplémentaires doivent être montés. f f f

Montez les rails profilés comme décrit dans paragraphe 5.5.2 dans les orifices centraux des supports. (fig. 35, pos. 1) Aligner les rails profilés. Serrez les vis.

Fig. 36 1 2 3

Afglijbeveiliging monteren bevestigingsgaten voor de afglijbeveiligingen vastklikken van de afglijbeveiliging afglijbeveiliging

1 2 3

Suspension des crochets anti-glissement trous de fixation des crochets anti-glissement encliquage des crochets anti-glissement crochet anti-glissement

5.5.4 Afglijbeveiligingen monteren Teneinde de panelen tegen afglijden te beveiligen moet u voor elk paneel aan de onderste profielgeleiders twee afglijbeveiligingen bevestigen. f Afglijbeveiligingen (fig. 36, pos. 3) telkens in de binnenste rechthoekige gaten (fig. 36, pos. 1) van buitenaf zo ver over de profielgeleiders schuiven dat ze vastklikken (fig. 34, pos. 2).

5.5.4 Montage des crochets anti-glissement Pour éviter que les capteurs ne glissent, vous devez fixer deux crochets anti-glissement par capteur aux rails profilés inférieurs. f Faites coulisser les crochets anti-glissement (fig. 34, pos. 3) dans les orifices allongés (fig. 34, pos. 1) à partir de l'extérieur jusqu'à ce qu'ils s'encliquent (fig. 34, pos. 2).

24

6. PANELEN MONTEREN

6. MONTAGE DES CAPTEURS

Indien u met de montage van de panelen begint, moet u de volgende veiligheids- en installatietips in acht nemen.

Lorsque vous entamez le montage des capteurs, vous devez respecter les instructions de sécurité et d'utilisation suivantes.

Fig. 37

Fig. 38

Overzicht op het panelenpaar, montage op plat dak Vue générale d'une paire de capteurs, montage sur toit plat WAARSCHUWING! LEVENSGEVAAR door valpartijen en vallende onderdelen. f Neem bij alle dakwerken gepaste maatregelen ter bescherming tegen ongevallen.

Overzicht op het panelenpaar, montage tegen de gevel Vue d'une paire de capteurs, montage contre la façade AVERTISSEMENT ! DANGER DE MORT par chutes et chute de pièces. f Prenez les mesures appropriées pour éviter les accidents lors de tous les travaux sur les toits. f Veillez à ne pas tomber lors des travaux sur le toit. f Portez toujours vos vêtements et équipements de sécurité personnels. f Contrôlez au terme du montage que le kit de montage et les capteurs sont bien fixés.

f Beveilig u bij alle dakwerken tegen valpartijen. f Draag steeds uw persoonlijke beschermende kledij of uitrusting. f Controleer na beëindiging van de montage de veilige positie van de montageset en de panelen. VOORZICHTIG! VERWONDINGSGEVAAR bij onderbreking van de werken. f Zorg ervoor dat de panelen niet kunnen vallen. f Stabiliseer de panelen.

ATTENTION! RISQUE DE BLESSURE lors d’interruptions des travaux. f Veillez à ce que les capteurs ne puissent pas tomber. f Stabilisez les capteurs.

VOORZICHTIG! SCHADE AAN DE INSTALLATIE door beschadigde dichtingen. f Verwijder de kappen uit kunststof aan de paneelaansluitingen pas net voor de montage.

ATTENTION! RISQUE DE DOMMAGE A L'INSTALLATION par des surfaces d'étanchéité endommagées. f N'enlevez les capuchons en plastique que directement avant le montage.

INSTALLATIETIP Gebruik voor de montage een hijswerktuig uit de dakdekkerswereld, voldoende draagkrachtige driepuntige zuiggrepen of als toebehoren verkrijgbare handgrepen (vergemakkelijken het hijsen).

CONSEIL D’INSTALLATION Pour le montage, utilisez un élévateur de couvreur, des poignées ventouses à trois points suffisamment résistantes ou des poignées spéciales disponibles dans le commerce (pour faciliter le levage).

INSTALLATIETIP Tijdens het transport of de montage kunnen onbeveiligde panelen vallen.

CONSEIL D’INSTALLATION Lors du transport ou du montage, les capteurs non fixés risquent de tomber.

25

6.1 Paneelmontage voorbereiden

6.1 Préparation des capteurs

Voor de aanvang van de eigenlijke montage op het dak kunt u de blindstoppen vooraf beneden monteren om het werk op het dak te vergemakkelijken.

Avant le montage proprement dit sur le toit, vous pouvez monter en bas les bouchons afin de vous faciliter le travail sur le toit.

Om de blindstoppen (en later ook de geribde verbindingen en aansluitbuizen) te beveiligen, moeten de aansluitingen met clipsen gebeuren.

Pour fixer les bouchons (de même que les connecteurs des tubes ondulés et les tubes de raccordement dans une phase ultérieure), les raccordements doivent être équipés de clips.

VOORZICHTIG! SCHADE AAN DE INSTALLATIE door lekken in de aansluitingen. f De geribde verbindingstukken, de aansluitbuizen en de paneelaansluitingen mogen niet beschadigd of vervuild zijn. In de fabriek zijn de paneelaansluitingen bedekt met een speciaal vet om de montage te vergemakkelijken. Er mag geen ander vet gebruikt worden.

ATTENTION! RISQUE DE DOMMAGE A L'INSTALLATION par manque d'étanchéité des raccordements. f Les connecteurs des tubes ondulés, les tubes de raccordement et les raccordements des capteurs ne doivent être ni endommagés ni encrassés. Pour faciliter le montage, les raccordements des capteurs sont recouverts d’une graisse spéciale en usine. Aucune autre graisse ne peut être utilisée.

Fig. 39 1 2 3 4

Hydraulische aansluiting rechts met maximum 5 panelen geribd verbindingsstuk vertrekleiding terugvoerleiding blindstop

1 2 3 4

Raccordement hydraulique droit avec 5 capteurs au maximum connecteur de tube ondulé conduite de départ conduite de retour bouchon

Fig. 39

Fig. 40

Hydraulische aansluiting links met maximum 5 panelen Raccordement hydraulique gauche avec 5 capteurs au maximum

Fig. 41

Hydraulische aansluiting omgewisseld Raccordement hydraulique alterné

26

6.1.1 Hydraulische aansluiting De panelen moeten zo gemonteerd worden, dat de voelerhuls bovenaan ligt.

6.1.1 Raccord hydraulique Les capteurs doivent être montés de façon que la douille de la sonde soit en haut.

INSTALLATIETIP De leidingen voor de hydraulische aansluiting kunnen zowel rechts (fig. 39) als links (fig. 40) uitgevoerd worden. In deze handleiding wordt de aansluiting aan de rechterzijde afgebeeld.

CONSEIL D’INSTALLATION Les conduites de raccordement hydrauliques peuvent être raccordées à droite (fig. 39) ou à gauche (fig. 40). Dans cette notice, les schémas illustrent des exemples de raccordements à droite.

Het leidingcircuit in het paneel vormt een dubbele meander die twee verschillende manieren van hydraulische aansluiting toelaat:

Le circuit des conduites dans le capteur forme un méandre double permettant d’effectuer deux raccordements hydrauliques différents:

Enkelzijdige aansluiting tot max. 5 panelen De enkelzijdige aansluiting is mogelijk tot maximum 5 panelen (fig. 39 en 40).

Raccordement simple jusqu’à maxi. 5 capteurs Vous pouvez effectuer le raccordement simple pour un champ de 5 capteurs au maximum (fig. 39 et 40).

Afwisselende aansluiting tot max. 10 panelen Indien meer dan 5 panelen in serie gemonteerd worden, moet de hydraulische aansluiting diagonaal gebeuren (fig. 41).

Raccordement alterné jusqu’à maxi. 10 capteurs Si plus de 5 capteurs sont montés dans une rangée, le raccordement hydraulique doit être effectué diagonalement (fig. 41).

Deze vorm van aansluiting kan ook gebruikt worden voor installaties met minder dan 6 panelen (fig. 41).

Le raccordement alterné peut également être utilisé pour moins de 6 capteurs (fig. 41).

6.1.2 Blindstoppen monteren Alle niet gebruikte verbindingen voor de aansluiting van de panelenset moeten afgesloten worden.

6.1.2 Montage des bouchons Tous les raccords n’étant pas nécessaires pour le raccordement d’un champ de capteurs, il est nécessaire de les fermer. f Démontez les capuchons en caoutchouc (protection de transport) des raccords du capteur en question. f Glisser le bouchon avec les joints toriques (fig. 42, pos. 3) sur le raccordement du capteur. f Pour sécuriser le raccord, glisser le clips (fig. 42, pos. 2) sur le bouchon et le raccordement du capteur.

f

Gummikappen (transportbeveiliging) paneel-aansluitingen demonteren.

f

Schuif de blindstop met de O-ringen (fig. 42, pos. 3) op de paneelaansluiting. Schuif de clips (fig. 42, pos. 2) ter beveiliging van de aansluiting over de blindstop en de paneelaansluiting.

f

van

de

Fig. 42

VOORZICHTIG! SCHADE AAN DE INSTALLATIE door niet-beveiligde blindstoppen. f Elke blindstop moet met een clips (fig. 42, pos. 1) beveiligd worden.

Blindstop met een clips beveiligen Fixer le bouchon avec un clips

ATTENTION! RISQUE DE DOMMAGE A L'INSTALLATION du à des bouchon non sécurisés. f Chaque bouchon doit être sécurisé par un clips (fig. 42, pos. 1).

27

6.2 Panelen bevestigen

6.2 Fixation des capteurs

De bevestiging van de panelen op de profielgeleiders gebeurt door de eenzijdige paneelspanners (fig. 43, pos. 2) aan het begin en het einde van een reeks panelen en door de dubbelzijdige paneelspanners (fig. 43, pos. 1) tussen de panelen.

La fixation des capteurs sur les rails profilés se fait à l'aide d'un butoir d'extrémité du capteur (fig. 40, pos. 2) au début et à la fin de chaque rangée de capteurs et de butoirs doubles de capteur (fig. 40, pos. 1) entre les capteurs.

Bovendien wordt door de afglijbeveiligingen (fig. 43, pos. 3) het afglijden van het paneel verhinderd.

En outre, les crochets anti-glissement (fig. 43, pos. 3) empêchent que le capteur glisse.

INSTALLATIETIP De onderdelen uit kunststof aan de paneelspanners hebben geen dragende functie. Ze vergemakkelijken enkel de montage.

CONSEIL D’INSTALLATION Les parties en plastique des butoirs de capteur n'ont pas de fonction portante. Elles facilitent simplement le montage.

Fig. 43

Bevestigingselementen voor het paneel Eléments de fixation du capteur

Fig. 44

Eenzijdige paneelspanner inschuiven Glissement du butoir d'extrémité du capteur

Eenzijdige paneelspanner rechts inschuiven f Eenzijdige paneelspanner (fig. 44, pos. 1) aan het rechteruiteinde van de panelenset volledig in de profielgeleider schuiven.

Pose du butoir d'extrémité du capteur à droite f Glissez le butoir d'extrémité du capteur (fig. 44, pos. 1) à l'extrémité droite du champ de capteurs complètement dans les rails profilés.

INSTALLATIETIP Monteer de eenzijdige paneelspanners aan de linkerzijde van de panelenset pas na de montage van het laatste paneel.

CONSEIL D’INSTALLATION Ne montez le butoir d'extrémité du capteur du côté gauche du capteur qu'après avoir monté le dernier capteur.

Eerste paneel plaatsen Plaats het paneel zodanig op de profielgeleiders dat de voelerhuls zich bovenaan bevindt. Begin de panelen aan de rechterzijde op de profielgeleiders te leggen.

Pose du premier capteur Posez le capteur sur les rails profilés de façon à ce que la douille de la sonde se trouve en haut. Commencez par poser les capteurs sur les rails profilés du côté droit.

VOORZICHTIG! GEVAAR VOOR LICHAMELIJKE LETSELS Monteer de panelen steeds met zijn tweeën.

ATTENTION! RISQUE DE BLESSURE Effectuez toujours le montage des capteurs à deux.

28

f

f

Het eerste paneel op de profielgeleiders leggen en in de afglijbeveiligingen glijden (fig. 45).

De onderste paneelzijde moet in de opening van de afglijbeveiliging liggen (fig. 45, pos. 1).

Posez le premier capteur sur les rails profilés et laissez-le glisser dans les crochets anti-glissement (fig. 45).

Le bord inférieur du capteur doit reposer dans l'ouverture du crochet anti-glissement (fig. 45, pos. 1).

Fig. 45

f

Paneel (fig. 46, pos. 1) voorzichtig op de eenzijdige paneelspanner schuiven en horizontaal richten.

f

f

Eenzijdige paneelspanner met sleutel SW5 vastschroeven (fig. 46, pos. 2).

f

Eerste paneel op de profielgeleiders leggen Pose du premier capteur sur les rails profilés

Faites glisser le capteur (fig. 46, pos. 1) précautionneusement jusqu'au butoir d'extrémité du capteur et ajustez-le horizontalement. Vissez le butoir d'extrémité du capteur avec la clé SW5 (fig. 46, pos. 2).

INSTALLATIETIP Door het vastschroeven breekt de voering uit kunststof op de verwachte plaatsen af.

CONSEIL D’INSTALLATION Lorsque vous serrez la vis, le guide en plastique se brise aux endroits voulus.

De klem (fig. 46, pos. 2) van de paneelspanner grijpt nu in de onderzijde van het paneel.

Le support (fig. 46, pos. 2) du butoir du capteur est à présent accroché au bord inférieur du capteur.

Fig. 46

Vastgeschroefde eenzijdige paneelspanner Butoir d'extrémité du capteur vissé

Fig. 47

Dubbelzijdige paneelspanner plaatsen f Dubbelzijdige paneelspanner met de moer vooraan zodanig in de opening van de profielgeleider en de steekverbinder plaatsen dat de afstandsschraag uit kunststof (fig. 47, pos. 1) om de profielgeleider grijpt. f Dubbelzijdige paneelspanner tot aan het paneelkader schuiven.

Dubbelzijdige paneelspanner monteren Montage du butoir de capteur double

Pose du butoir double du capteur f Posez le butoir double du capteur avec l'écrou devant dans l'ouverture du rail profilé et du raccord de sorte que le bloc d'écartement en plastique (fig. 47, pos. 1) s'accroche au rail profilé. f

29

Faites glisser le butoir double de capteur jusqu'au cadre du capteur.

INSTALLATIETIP Draai de schroef pas vast wanneer het tweede paneel tot aan de dubbelzijdige paneelspanner geschoven is.

CONSEIL D’INSTALLATION Ne serrez la vis que lorsque le deuxième capteur aura été glissé jusqu'au butoir double de capteur.

Monteer het geribd verbindingsstuk op het eerste paneel f Neem de gummi afsluitkapjes van de aansluitingen.

Monter le connecteur de tube ondulé sur le premier capteur f Retirer les capuchons en caoutchouc des raccordements. f Glisser le connecteur (fig. 48, pos. 1) sur les raccords gauches du premier capteur. f Glisser le clips (fig. 48, pos. 2) servant à sécuriser le raccordement, sur le connecteur du tube ondulé et le raccordement du panneau.

f f

Schuif het verbindingstuk (fig. 48, pos. 1) op de linker aansluitingen van het eerste paneel. Schuif de clips (fig. 48, pos. 2) ter beveiliging over het geribd verbindingsstuk en de aansluiting van het paneel.

Fig. 48

Geribd verbindingsstuk op het eerste paneel monteren Monter le connecteur ondulé sur le premier capteur

Tweede paneel plaatsen f Tweede paneel op de profielgeleiders leggen en in de afglijbeveiligingen glijden.

Pose du deuxième capteur f Posez le deuxième capteur sur les rails profilés et faites-le glisser jusque dans les crochets antiglissement.

VOORZICHTIG! SCHADE AAN DE INSTALLATIE door beschadigde verbindingsstukken. f Gebruik geen hulpmiddelen zoals tangen (fig. 49, pos. 2). Hierdoor kunnen de verbindingsstukken onbruikbaar worden.

ATTENTION! RISQUE DE DOMMAGE A L'INSTALLATION dus à des connecteurs endommagés. f N’utilisez pas d’auxiliaires comme les pinces (fig. 49, pos. 2). Ils risqueraient de rendre les connecteurs inutilisables.

f

f

f

Het tweede paneel zodanig tegen de eerste schuiven dat de aansluitingen in de voorgemonteerde geribde verbindingsstukken van het eerste paneel geschoven worden (fig. 49, pos. 1). De tweede clips (fig. 49, pos. 3) op het geribd verbindingsstuk en de aansluiting van het paneel schuiven.

f

30

Placer le deuxième capteur contre le premier de manière à ce que les raccordements s’insèrent dans les connecteurs pré montés des tubes ondulés (fig. 49, pos. 1) du premier capteur. Insérer le deuxième clips (fig. 49, pos. 3) sur le connecteur du tube ondulé et le raccordement du capteur.

Fig. 49

Tweede paneel tegen het eerste schuiven Glissement du deuxième capteur contre le premier

Fig. 50

VOORZICHTIG! SCHADE AAN DE INSTALLATIE door niet-beveiligde geribde verbindingsstukken en blindstoppen. f Bevestig elke blindstop met een clips en elk verbindingsstuk met twee clipsen (fig. 50, pos. 1). f

Geribd verbindingsstuk beveiligd met clipsen Connecteur de tube ondulé sécurisé à l’aide de clips ATTENTION! RISQUE DE DOMMAGE A L'INSTALLATION dû à des connecteurs de tubes ondulés et des bouchons non sécurisés. f Fixez chaque bouchon avec un clips et chaque connecteur avec deux clips (fig. 50, pos. 1).

f

De schroef van de dubbelzijdige paneelspanner met sleutel SW 5 vastdraaien.

Serrez la vis du butoir double de capteur à l'aide de la clé SW 5.





Doe hetzelfde met alle verdere panelen.

Procédez de même avec tous les autres capteurs.

Fig. 51

Dubbelzijdige paneelspanner tussen twee panelen Butoir double de capteur entre deux capteurs

Fig. 52

31

Enkelzijde paneelspanner links Capteur unilatéral à gauche

Eenzijdige paneelspanner links monteren Wanneer alle panelen gemonteerd zijn, kunnen de beide overblijvende eenzijdige paneelspanners bevestigd worden. f Eenzijdige paneelspanners (fig. 52, pos. 1) in de bovenste en onderste profielgeleiders schuiven. f Paneelspanners tot aan het paneelkader schuiven en met sleutel SW 5 vastschroeven (fig. 52, pos. 2).

Pose du butoir d'extrémité du capteur à gauche Lorsque tous les capteurs sont montés, les deux autres butoirs d'extrémité de capteur peuvent être fixés.





7. PANEELVOELER AANSLUITEN

f f

Glissez le butoir d'extrémité du capteur (fig. 52, pos. 1) dans les rails profilés supérieur et inférieur. Faites glisser le butoir d'extrémité jusque contre le cadre du capteur et serrez-le avec la clé SW 5 (fig. 52, pos. 2).

7. RACCORDEMENT DE LA SONDE DE CAPTEUR CONSEIL D’INSTALLATION La sonde de capteur est jointe à la régulation.

INSTALLATIETIP De paneelvoeler wordt meegeleverd met de regelapparatuur.

Respectez l'emplacement de montage dans les systèmes de capteurs à un ou deux rangs (fig. 53).

Let op de montageplaats bij paneelsystemen op een of twee rijen (fig. 53). VOORZICHTIG! SCHADE AAN DE INSTALLATIE door een defecte voelerkabel. f Beveilig de kabel tegen mogelijke schade.

Fig. 53

ATTENTION! RISQUE DE DOMMAGE A L'INSTALLATION par un câble de sonde défectueux. f Protégez le câble des dommages possibles.

1 2

Montageplaats paneelvoeler (schematische afbeelding) terugvoerleiding vertrekleiding

Fig. 54 1 2 3

Paneelvoeler in het paneel schuiven paneelvoeler wurgwartel voelerhuls

1 2

Endroit de montage de la sonde de capteur (représentation schématique) conduite de retour conduite de départ

Fig. 54 1 2 3

Pose de la sonde de capteur dans le capteur sonde de capteur presse-étoupe douille de la sonde

Fig. 53

32

Montageplaats De paneelvoeler moet in het paneel met de aangesloten vertrekleiding (fig. 53, pos. 2) gemonteerd worden. f Montageplaats (fig. 53, pos. A) bij paneelsystemen op één rij. f Montageplaats (fig. 53, pos. B) bij paneelsystemen op twee rijen.

Endroit de montage La sonde de capteur doit être montée lorsque la conduite de départ est raccordée (fig. 53, pos. 2). f Endroit de montage (fig. 53, pos. A) pour les systèmes de capteurs à un rang. f Endroit de montage (fig. 53, pos. B) pour les systèmes de capteurs à deux rangs.

Paneelvoeler monteren Voor een correct functioneren van de zonne-energieinstallatie is het noodzakelijk dat de paneelvoeler (fig. 54, pos. 1) tot de aanslag (ca. 250 mm) in de voelerhuls ingebracht wordt. f Met de paneelvoeler of een schroevendraaier door de afdichting van de voelerhuls (fig. 54, pos. 3) stoten. f Wurgwartel (fig. 54, pos. 2) in de voelerhuls draaien. f Paneelvoeler ca. 250 mm in de voelerhuls schuiven (tot aan de aanslag). f Wurgwartel (fig. 54, pos. 2) vastdraaien of eventueel tegenhouden.

Montage de la sonde de capteur Pour un fonctionnement impeccable de l'installation solaire, il est nécessaire que la sonde du capteur (fig. 54, pos. 1) soit introduite dans la douille jusqu'à la butée (soit env. 250 mm). f Percez à l'aide de la sonde de capteur ou d'un tournevis la couche d'étanchéité de la douille de la sonde (fig. 54, pos. 3). f Vissez le presse-étoupe (fig. 54, pos. 2) dans la douille de la sonde. f Introduisez la sonde de capteur d'env. 250 mm dans la douille de la sonde (jusqu'à la butée). f Serrez le presse-étoupe (fig. 54, pos. 2) et maintenez-le.

INSTALLATIETIP Indien u door de voelerhuls (fig. 54, pos. 3) van een verkeerd paneel gestoten heeft, kan u dat met de stop van de aansluitingsset opnieuw dichten. Dan moet u echter eerst met de wurgwartel (fig. 54, pos. 2) de moer uit de voelerhuls verwijderen.

CONSEIL D’INSTALLATION Si vous avez percé la douille (fig. 54, pos. 3) d'un mauvais capteur, il faut le reboucher avec le bouchon du kit de raccordement. Il faut toutefois enlever au préalable l'écrou qui se trouve dans la douille de la sonde à l'aide du presse-étoupe (fig. 54, pos. 2).

8. VERZAMELLEIDINGEN AANSLUITEN

8. RACCORDEMENT DES TUYAUX COLLECTEURS

VOORZICHTIG! SCHADE AAN DE INSTALLATIE door lekken aan paneelaansluiting door thermische bewegingen. f Vertrekleiding steeds langs het paneel naar beneden leiden (fig. 55, pos. 1) en niet loodrecht naar beneden

ATTENTION! RISQUE DE DOMMAGE A L'INSTALLATION par fuites au raccordement du panneau par mouvements thermiques. f Guidez la conduite de départ toujours vers le bas le long du capteur (fig. 55, pos. 1) et pas verticalement vers le bas.

Fig. 55 1 2

Plaatsen van de verzamelleidingen vertrekleiding terugvoerleiding

Fig. 55 1 2

Pose de tuyaux collecteurs conduite de départ conduite de retour

33

8.1 Beugel van vertrekleiding monteren U kan met deze paneelbeugel de vertrekleiding aan het paneel bevestigen.

f f

8.1 Fixation du support du conduite de départ

geïsoleerde

Avec ce support, vous pouvez fixer la conduite de départ isolée au capteur.

INSTALLATIETIP Wij bevelen een in de handel verkrijgbare buisbeugel (fig. 56, pos. 1) aan ter bevestiging van de verzamelleiding aan de schroefdraad M8 van de paneelbeugel (fig. 56, pos. 2).

CONSEIL D’INSTALLATION Nous recommandons un collier (fig. 56, pos. 1) de la commerce pour la fixation de la conduite collecteur au filet M8 du support du capteur (fig. 56, pos. 2).

Kies een buisbeugel met een diameter van de leiding inclusief isolatie.

Choississez un collier d’un diamètre de la conduite avec l’isolation. f

Paneelbeugels (fig. 56, pos. 3) op het paneel plaatsen en met sleutel SW 5 vastzetten. Buisbeugels en vertrekleiding bevestigen.

f

Fixez les supports de capteur (fig. 56, pos. 3) au capteur et serrez avec la clé SW 5. Fixez les colliers et la conduite de départ.

Fig. 56 1 2 3

Paneelbeugel aan paneel bevestigen buisbeugel schroefdraad M8 paneelbeugel

Fig. 56 1 2 3

Fixation du support de capteur au capteur collier filet M8 support de capteur

8.2 Ontluchting door drukvulling

8.2 Purge par remplissage sous pression

Indien de ontluchting van de zonne-energie-installatie met een drukvulpomp gebeurt, is op het dak geen ontluchter nodig.

Si la purge de l'installation solaire s'effectue avec une pompe de remplissage sous pression, une aération au toit n'est pas nécessaire.

f

f

Gummikappen (transportbeveiliging) paneel-aansluitingen demonteren.

van

de

Démontez les capuchons en caoutchouc (protection de transport) des raccords du capteur en question. f Glissez le coude (fig. 57, pos. 2) avec le clips et l’écrou sur le raccordement du capteur. f Sécurisez le coude avec le clips (fig. 57, pos. 1). Procédez de même pour le raccordement du retour.

f

Schuif de bocht (fig. 57, pos. 2) met de clips en de moer op de paneelaansluiting. f Beveilig de bocht met de clips (fig. 57, pos. 1). Doe hetzelfde met de terugvoeraansluiting.

Fig. 57 1 2 3 4

Fig. 57 1 2 3 4

34

Vertrekleiding monteren (zonder ontluchter op het dak) clips bocht knelring 18 mm moer

Montage de la conduite de départ (sans purgeur sur le toit) clips coude anneau de serrage 18 mm écrou

8.3 Ontluchting door ontluchter (toebehoren)

8.3 Purge par le purgeur (accessoire)

Indien u de zonne-energie-installatie met een automatische ontluchter (toebehoren) op het hoogste punt van de installatie wil ontluchten, moet u de vertrekleiding stijgend naar de ontluchter (fig. 58, pos. 2) en de terugvoerleiding stijgend naar panelenset installeren (fig. 58).

Si vous souhaitez purger l'installation solaire avec un purgeur automatique (accessoire) au point supérieur de l'installation, vous devez poser la conduite de départ avec un tuyau de décharge vers le purgeur (fig. 58, pos. 2) et la conduite de retour avec un tuyau de décharge vers le champ de capteurs (fig. 58).

Vermijd frequente richtingsveranderingen.

Evitez les changements de direction fréquents. CONSEIL D’INSTALLATION Pour chaque changement de direction vers le bas et ensuite vers le haut, vous devez prévoir un pot de purge supplémentaire avec purgeur.

INSTALLATIETIP Bij elke richtingsverandering naar beneden en terug naar boven moet u een bijkomende luchtpot met ontluchter aanbrengen.

Fig. 58 1 2

Uitzicht luchtpot met ontluchter voor vertrekaansluiting paneelvoeler automatische ontluchter op het dak

1 2

Vue du pot de purge avec purgeur pour la conduite de départ sonde du capteur purgeur automatique sur le toit

Fig. 58

Fig. 59

Ontluchtingsset universeel ELT 6 Kit de purge universel ELT 6

INSTALLATIETIP We raden aan om op zonne-energieinstallaties altijd volledig metalen ontluchters te plaatsen, omdat die tegen alle temperaturen bestand zijn.

CONSEIL D’INSTALLATION Pour les installations solaires, nous recommandons toujours d'utiliser des purgeurs entièrement en métal, car ils résistent aux températures.

Functie afsluitschroef en weerbeschermingskap van de automatische ontluchter De zonne-energie-installatie wordt via de geopende afsluitschroef ontlucht. Om te verhinderen dat vocht via de geopende afsluitschroef in die zonne-energie-installatie dringt, moet de weerbeschermingskap (fig. 59, pos. 1) bij gebruik altijd op de afsluitschroef zitten.

Fonction de la vis sans tête et de la coiffe de protection du purgeur automatique L'installation solaire est purgée par l'ouverture de la vis sans tête. Afin d'éviter que de l'humidité ne pénètre dans l'installation solaire par l'ouverture de la vis sans tête, la coiffe de protection (fig. 59, pos. 1) doit toujours être en fonctionnement sur la vis sans tête.

Open de ontluchter door omwenteling los te draaien.

Ouvrez le purgeur, en tournant la vis d'un tour.

de

afsluitschroef

één

35

Leveringspakket ontluchtingsset universeel ELT 6 (fig. 59): 1X 1 weerbeschermingskap 1X 2 automatische ontluchter 1X 3 kogelkraan 1X 4 dichting 1X 5 ontluchtingspot 1X 6 dubbele nippel met O-ring 1X 7 nippel R 3/4’’ 2X 8 moer 1X 9 dichting 1X 10 rondel 1X 11 klemring

Livraison du kit de purge universel ELT 6 (fig. 59):

Ontluchter monteren f Nippel (fig. 60, pos. 6) en dubbele nippel met Oring (fig. 60, pos. 4) in de luchtpot vastschroeven.

Montage du purgeur f Vissez à fond le niple (fig. 60, pos. 6) et le niple double avec joint (fig. 60, pos. 4) dans le pot de purge. f Glissez le pot de purge (fig. 60, pos. 5) avec le niple sur le raccordement du capteur et fixez avec le clips. f Raccorder le tuyau collecteur (fig. 60, pos. 7) au raccorde de serrage (fig. 60, pos. 2).

f f

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

Luchtpot (fig. 60, pos. 5) met nippel op de aansluiting van het paneel schuiven en met de clips vastzetten. Verzamelleiding (fig. 60, pos. 7) aan de knelkoppeling (fig. 60, pos. 2) aansluiten.

36

coiffe de protection purgeur automatique robinet joint pot de purge raccord double avec joint torique niple R 3/4’’ écrou joint rondelle anneau de serrage

Fig. 60 1 2 3 4 5 6 7

Ontluchter aansluiten clips moer 18 mm knelkoppeling dubbele nippel met O-ring luchtpot nippel verzamelleiding

Fig. 60 1 2 3 4 5 6 7

Raccordement du purgeur clips écrou 18 mm raccord de serrage niple double avec joint torique pot de purge niple tuyau collecteur

1X 1X 1X 1X 1X 1X 2X 2X 1X 1X 1X

8.4 Verbinding van twee rijen

8.4 Liaison de deux rangées

Voor de verbinding van 2 rijen panelen (fig. 61, pos. 1) is een tweede aansluitset nodig.

Pour la liaison de deux rangées de capteurs (fig. 61, pos. 1), un deuxième set de raccordement est nécessaire. f Montez le pièces comme décrit dans chapitre 8.2.

f f

Monteer de onderdelen zoals beschreven in hoofdstuk 8.2. De verbinding tussen de rijen panelen dient in koperen buizen uitgevoerd te worden.

f

Le raccordement entre les rangées de capteurs doit être en tuyau en cuivre.

Fig. 61

37

Twee rijen panelen achter elkaar Deux rangées de capteurs l’une derrière l’autre

9. AFWERKING

9. FIN DES TRAVAUX

9.1 Controle van de installatie

9.1 Contrôle de l'installation CONSEIL D’INSTALLATION N'effectuez les travaux d'isolation finaux que lorsque vous aurez effectué les contrôles nécessaires.

INSTALLATIETIP Voer de afsluitende isolatiewerken pas na de controlewerken uit.

Controlewerken 1 Zijn de geribde verbindingsstukken, de blindstoppen en de bochten met clipsen beveiligd? 2 Zijn de bouten van steunen en profielgeleiders goed aangetrokken? 3 Zijn de afglijbeveiligingen gemonteerd en in de profielgeleiders geplaatst? 4 Is de voeler tot aan de aanslag ingeschoven en met wurgwartel beveiligd? 5 Heeft U een drukproef uitgevoerd en zijn alle aansluitingen dicht?

Contrôles 1 Connecteurs de tubes ondulés, bouchons et coudes fixés avec des clips? 2 3 4 5

Est-ce que les boulons des supports et des rails profilés sont bien serrés? Les crochets anti-glissement sont-ils montés et encliqués dans le rail profilé? La sonde est-elle introduite jusqu'à la butée et fixé à l'aide du presse-étoupe? Avez-vous effectué un test sous pression et tous les raccords sont-ils étanches? CONSEIL D’INSTALLATION Si vous effectuez la purge de l'installation solaire à l'aide d'un purgeur automatique (accessoire), vous devez fermer le robinet après le processus de purge.

INSTALLATIETIP Indien u de zonne-energie-installatie met een automatische ontluchter (toebehoren) ontlucht, moet u na de ontluchting de kogelkraan sluiten.

9.2 Isolatie van de aansluitings- en verzamelleidingen

9.2 Isolation des conduites de raccordement et des tuyaux collecteurs

f

f

Snij de bijgeleverde isolatie (lengte 710 mm) in stukjes van 88 mm en breng ze aan rond de geribde verbindingsstukken tussen de panelen.

Isolatie van de verzamelleidingen bij binnen- en buitenmontage f Gebruik voor de isolatie van de buitenleidingen materiaal dat tegen UV-stralen en hoge temperaturen bestand is. f Gebruik voor de isolatie van de binnenleidingen materiaal dat tegen hoge temperaturen bestand is. f Bescherm de isolatie eventueel tegen aanvreting door vogels.

Découper l’isolation joint à la livraison (longueur 710 mm) en lamelles de 88 mm de long et les enrouler autour des connecteurs des tubes ondulés entre les capteurs.

Isolation des tuyaux collecteurs en cas de montage intérieur et extérieur f Pour l'isolation des conduites extérieures, utilisez du matériel résistant aux ultraviolets et aux températures élevées. f Pour l'isolation des conduites intérieures, utilisez du matériel résistant aux températures élevées. f Protégez si possible l'isolation des déprédations des oiseaux.

38

10. BEKNOPTE HANDLEIDING VOOR HET VERANKEREN VAN DE STEUNEN EN VOOR DE DRUKVULLING gleuf Deze handleiding biedt enkel een overzicht over de te voeren werken. Houd in elk geval rekening met uitvoerige beschrijvingen van de werken op hieronder vermelde blz.’s en met alle veiligheidsgebruikertips. Steunen en profielgeleiders monteren 1 Telescopische steunen overeenkomstig de gewenste hellingshoek monteren en bevestigen. 2 Boor gaatjes in de H profielen (of dergelijk) en schroef de steunen vast. 3 Profielgeleiders met steekverbinders verbinden. 4 Profielgeleiders aan de steunen bevestigen. 5 Profielgeleiders zijdelings richten. Bouten aantrekken. 6 Afglijbeveiligingen in beide binnenste langwerpige gaten van de onderste profielgeleiders monteren. Paneelmontage voorbereiden 7 Voorgemonteerde blindstoppen op overbodige aansluitingen monteren en met clipsen vastzetten. Panelen bevestigen 8 Eenzijdige paneelspanners rechts in de profielgeleiders schuiven. 9 Eerste paneel rechts op de profielgeleiders leggen en op de paneelspanners schuiven. 10 Paneelspanner rechts vastschroeven. 11

12

13 14 15 16

Dubbelzijdige paneelspanners in de profielgeleider leggen en op het eerste paneel schuiven. Geribd verbindingsstuk op de aansluitingen van het eerste paneel schuiven en met clipsen vastmaken. Tweede paneel tegen het eerste paneel schuiven en met clipsen vastzetten. Schroeven van de dubbelzijdige paneelspanner vastdraaien. Met alle verdere panelen hetzelfde doen. Eenzijdige paneelspanners links monteren.

10. BREF MODE D’EMPLOI POUR L’ANCRAGE DES SUPPORTS ET POUR LE REMPLISSAGE SOUS PRESSION

uit de de en

Ce mode d'emploi ne sert qu'à donner un aperçu des travaux à effectuer. Veuillez absolument respecter les descriptions détaillées des travaux données aux pages indiquées et toutes les instructions de sécurité et d'utilisation.

blz. 14

blz. 19 blz. 26

Montage des supports et des rails profilés 1 Montez les supports télescopiques selon l’angle d’inclinaison souhaité et fixez-les. 2 Forez des trous dans les profils H (ou pareil) et vissez les supports. 3 Reliez les rails profilés avec un raccord.

page 26

page 14

page 19

blz. 27

4

Fixez les rails profilés aux supports.

page 27

blz. 27

5

page 27

blz. 28

6

Ajustez les côtés des rails profilés et parallèlement. Serrez les boulons. Montez les crochets anti-glissement dans les orifices longues intérieurs des rails profilés inférieurs.

Préparation du montage des capteurs 7 Posez les bouchons pré montés sur les raccords non utilisés et fixez-les avec des clips.

blz. 29

Fixation des capteurs 8 Posez le butoir d'extrémité du capteur sur le côté droit des rails profilés. 9 Posez le premier capteur à droite sur les rails profilés et faites-le glisser sous les butoirs d'extrémité. 10 Vissez les butoirs d'extrémité du capteur de droite. 11 Posez le butoir double du capteur dans les rails profilés contre le premier capteur. 12 Glisser le connecteur du tube ondulé sur les raccordements du premier capteur et le fixer à l’aide des clips. 13 Posez le deuxième capteur contre le premier capteur et fixez avec les clips. 14 Serrez les vis du butoir double de capteur. 15 Procédez de même pour tous les autres capteurs. 16 Montez les butoirs d'extrémité de gauche du capteur.

blz. 31 blz. 32

blz. 32 blz. 32

blz. 33

blz. 34 blz. 34 blz. 35 blz. 35

39

page 28

page 29

page 31 page 32

page 32 page 32

page 33

page 34 page 34 page 35 page 35

Verzamelleidingen aansluiten 17 Paneelvoeler tot aan de aanslag in het paneel met de aan te sluiten vertrekleiding schuiven en vastschroeven. 18 Beugel van de vertrekleiding aan het paneel vastschroeven. 19 Aansluitset bevestigen en met clipsen beveiligen. 20 Bocht met clipsen beveiligen 21 Installatiecontrole uitvoeren. 22 Verzamelleidingen en geribde verbindingsstukken isoleren met materiaal dat tegen UV-stralen en hoge temperaturen bestand is.

Fig. 62

Montage op een plat dak Montage sur un toit plat

Raccordement des tuyaux collecteurs 17 Introduire la sonde de capteur jusqu'à la butée dans le capteur avec la conduite de départ à raccorder et vissez-le. 18 Vissez le support de la conduite de départ au capteur. 19 Monter le set de fixation et sécuriser à l’aide des clips. 20 Sécurisez les coudes avec des clips. 21 Procédez au contrôle de l'installation. 22 Isolez les tuyaux collecteurs et les connecteurs des tubes ondulés avec des matériaux résistants aux ultraviolets et aux températures élevées.

blz. 36

blz. 37 blz. 37 blz. blz. 42 blz. 42

page 36

page 37 page 37 page page 42 page 42

Fig. 63

Hydraulische aansluiting Raccordement hydraulique

Fig. 64

Paneelvoeler en verzamelleidingen monteren Montage de la sonde de capteur et des tuyaux collecteurs

40

11. CONTROLE EN ONDERHOUD

11. SURVEILLANCE ET ENTRETIEN

De zonnepanelen zelf zijn onderhoudsvrij.

Les capteurs solaires mêmes n’ont pas besoin d’entretien.

Niettemin moeten de overdrachtvloeistof expansievat regelmatig gecontroleerd worden.

en

het Le liquide de transmission et le vase d’expansion doivent cependant être contrôlés régulièrement.

Deze werkzaamheden mogen enkel gedaan worden door Ce travail peut être effectué uniquement par un installade installateur, een bevoegd vakman of door de techni- teur, un homme de métier agréé ou par le service technique de l'usine. sche dienst van de fabriek.

12. BELANGRIJKE NOTA’S

12. NOTICES IMPORTANTES

De typeaanduiding, de fabricagedatum en het serienummer vindt U terug op de kenplaat van het zonnepaneel. Gelieve deze gegevens te vermelden op de garantiekaart en bij elk contact met Uw installateur of met onze technische dienst.

Vous trouvez l'indication du type, la date de fabrication et le numéro de série sur la plaque signalétique du capteur solaire. Veuillez mentionner ces données sur la carte de garantie et lors de chaque contact avec votre l'installateur ou avec notre service technique.

typeaanduiding indication du type

fabricagedatum date de fabrication

¨ FKT-1 W

¨

¨

2,37 m²

Ppr :

13 bar

pmax :

10 bar

FD :

685

tstg :

n.n.°C

Fluid

H2O/PP-Glycol

Vf :

1,76 l

50/50 & 70/30

m:

45 kg

Made in Germany serienummer numéro de série

AG :

Reg.-Nr. : 011-7S053F

7 739 300 410 - 00 - 6128 - 00005

14. WAARBORG

14. GARANTIE

De toegestane waarborg is slechts geldig indien de instal- La garantie accordée n'est valable que si l'installation est latie nauwkeurig voldoet aan deze voorschriften en indien rigoureusement conforme aux présentes prescriptions et de volledige installatie volgens de regels der kunst uitge- si l'installation entière est correctement effectuée. voerd werd. De waarborg is toepasbaar volgens de voorwaarden vermeld op de garantiekaart. Deze moet worden teruggestuurd na de ingebruikname naar SERVICO nv, met vermelding van type en serienummer zoals aangeduid op de kenplaat van het toestel (zie fig. hierboven).

) TIP:

Stuur de garantiekaart onmiddellijk op na de inbedrijfstelling. Dit zal de contacten vergemakkelijken.

La garantie est applicable suivant les conditions reprises sur la carte de garantie. Celle-ci doit être complétée du type et du numéro de série, indiqué sur la plaque d'immatriculation de l'appareil et retournée à SERVICO sa dès la mise en service (voir fig. ci-dessus).

) TIP:

41

Envoyer la carte de garantie immédiatement après la mise en service. Ceci facilitera les contacts.

42

43

DIENST NA VERKOOP (met techniekers uit Uw regio)

SERVICE APRES-VENTE (avec techniciens de votre région)

SERVICO nv heeft een dienst na verkoop ter beschikking SERVICO sa tient un service après-vente à la disposition van de installateur en de gebruiker. de l'installateur et de l'usager. In geval van moeilijkheden, wendt U tot SERVICO nv En cas de difficulté, adressez-vous à SERVICO sa (officiële dienst na verkoop van de fabrikant). (service après-vente officiel du fabricant).

nv SERVICO sa

FAX

FAX

FAX

Kontichsesteenweg 60 2630 Aartselaar ALGEMEEN NUMMER NUMERO GENERAL ALGEMEEN NUMMER NUMERO GENERAL

03 887 20 60 03 877 01 29

DIENST NA VERKOOP onderhoud & herstellingen SERVICE APRES-VENTE entretien & réparations TECHNISCH ADVIES CONSEIL TECHNIQUE DIENST NA VERKOOP SERVICE APRES-VENTE

03 880 71 00 03 880 71 02 03 888 91 56

COMMERCIELE DIENST verkoop, documentatie & scholingen SERVICE COMMERCIAL vente, documentations & écolages COMMERCIELE DIENST SERVICE COMMERCIAL

FAX

LOGISTIEK bestellingen & wisselstukken LOGISTIQUE commandes & pièces de rechange LOGISTIEK LOGISTIQUE

WEB

www.junkers-servico.be

03 880 71 03 03 877 01 29 03 880 71 01 03 887 01 03

BELANGRIJKE OPMERKING

REMARQUE IMPORTANTE

Zelfs een JUNKERS heeft een regelmatige controle- en onderhoudsbeurt nodig. Een preventief onderhoud vermijdt vroegtijdige slijtage en/of een abnormaal hoog verbruik.

Même un JUNKERS a besoin d'une surveillance et d'un entretien régulier. Un entretien préventif évite une usure prématurée et/ou une consommation anormale.

Deze werkzaamheden mogen enkel gedaan worden door Ce travail peut être effectué uniquement par un installade installateur, een bevoegd vakman of door de techni- teur, un homme de métier agréé ou par le service technique de JUNKERS. sche dienst van JUNKERS.

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Wijzigingen voorbehouden.

nv SERVICO sa Kontichsesteenweg 60 2630 AARTSELAAR 03 887 20 60 Fax 03 877 01 29

Toute reproduction interdite sans accord préalable de l’éditeur. Sous réserve de modifications. PVM 6/2006

44

N-F. nv SERVICO sa Kontichsesteenweg AARTSELAAR TEL: FAX: Deutsche Fassung auf Anfrage erhältlich

Recommend Documents