%
!«• ^WIWW^.-
wmmm
IP
,
,
-
-■
-■. '
■l|-
-. S1'-- ■"
"
IJ
-
■■ ■-^l !..■
■.■.'■■
Q^^^^^
^cm^^üjbxiïzrf.
mÜi
/3ieM/^nfH^Mi>iß.ii»iu
Pa/.tMtói4[4cC-&Z' JmwkMvdccv^
Jpcfö. 2k/ ^vshibcyyek dfoMtèKbwyitMk ii}OwM>Jfyiïai)o tkcckd,
^üXo 44M/ Jüvvd
/^
Vaarlwel, benauwd en duf kantoor. Adieu, m n Remmington. Saluut, ik ga er fijn van door 'k Ga met de noorderzon. Acht dagen ben k een ander mensch. Geen soesah in m'n hoofd. De zee is frisch, het strand is wijd. En t zonnetje dat stooft.
»
'
REFREIN: In de vacantie, verzoen je je met alles. In de vacantie denkt niemand aan z'n dalles. In de vacantie, geniet je als een kind. Dan waait er door je duffe geest een frissche wind.
^
&&&
m
mi
Vijf pagekopjes bij elkaar In zoo n gewaagd toilet. Ze lachen alle preutschheid weg. Dit zonnige kwartet. Straks wacht hen weer de H.B.S. Latijn en Algebra. Maar nu beoernen zij den iach En de aesthetica.
Adres van ftedactfe en administratie: Saloewater 22, Seiden Stro no. 41660
"ïn dit nummer bevindt zich een aardig liec^'e van Oirk Goxewijn v. Beek, TAuxiek v. 7^. Schuurman "Jr.— ——— ■
miaJteA-. _
Het Cinema «cIheatcrqedeelte staat onder ' redactie van pier Vesterbaan'" *
ë
l^nad^lW (Mown zelf! Als gij uwe mantels en mantelpakken zelf maakt, kan de stof veel beter zijn en de prijs veel lager dan wanneer ge ze confectie koopt.
I y
6
ÖR3BSJ
®
geeft de NIEUWSTE
1 u
y| ® B ®
modellen van dit seizoen
y
Ingesloten zijn twee patronen van mantelcostumes, een met een coquet kort manteltje, de ander met een haifaangesloten drie kwart lange mantel. De lange mantel, model heerenjas, welke op den omslag staat afgebeeld is als coupon patroon dus voor 40 cent franco per post in alle maten te verkrijgen.
Op versoek plaatsen we gaarne nog een paar nieuwe foto's van JV^ Sokolowa, die het trio van Iris Oylisia en Alfred en £eonid Stroganoff is gaan versterken. 54et viertal is thans na een korte tournee in ons land, weer naar Ouitschland en Zwitserland, en naar we vernemen, sijn de successen aeldsaam groot.
.
'/■'
Ven alle modellen, welke in het blad staan afgebeeld, zijn patronen verkrijgbaar a 75 cent per U nummer franco per post bij Mevrouw MILLY SIMONS, hoofdagente van Weldon's geknipte 2 patronen, 2e Schuytstraat 261, den Haag. — Telef. 34795 — Giro No. 4937T. — De prijs [1 van bovengenoemd blad is 30 cent, franco per post. ® o Godfried de Greet
i.iVr
- i
m
UPP
ffijUl^B
"VTictor Sjostrom, de talent" volle Zweedsche regisseur, die sedert eenige jaren in Amerika werkt heeft daar voor de Metro-Goldwijn de film ,,He who gets slapped' het doek gebracht met ongeëvenaarden aucteur Chaney in de hoofdrol. Wilton-Metro-Goldwijn te Den Haag brengt deze film hier te lande uit onder den naam „De Man, die de klappen krijgt", een werk, dat ons verplaatst naar een circus, waar een clown werkt, die eens op het punt stond door de geleerde wereld met roem overdekt te worden, toen een schurk, baron Regnard zijn papieren stal en voor het werk gedecoreerd werd. Maar wat nog erger was; hij wist hem tegelijkertijd zijn vrouw afhandig te maken. Vanaf dien datum verbergt ..hij" zich in een circus, waar niemand hem kent en waar hij voor clown speelt. Na eenigen tijd wordt hij verliefd op Consuela, de dochter van den armen graaf Mancini, die als paardrijdster in het circus werkt. Hij spreekt zijn liefde evenwel niet uit, daar hij wel merkt, dat zij haar hart verpand heeft aan haar partner Bezano. Consuela's vader is echter tegen het huwelijk en spreekt met baron Regnard af, dat deze het meisje tot vrouw zal krijgen, wat haar pas wordt medegedeeld op den dag dat haar vader een feest in het circus geeft ter gelegenheid van dit huwelijk. De baron bezoekt dikwijls het circus, maar heeft nooit den clown herkend, die nog op wraak zint. Consuela .en Bezano zijn radeloos en „hij", die het meisje zijn liefde heeft verklaard, maar bemerkt, dat zij denkt dat hij den clown uithangt, weerhoudt den jongen man den baron te dooden. Terwijl de jongenlui hun nummer in het circus uitvoeren, ontdekt „hij" den baron met den graaf in het kantoor, waar hij twist
Monomarks. Wanneer wij, nederlanders, hoorcn hoe in New York de straten slechts bij uit zondering namen dragen, en bijna alleen met nos. worden aangewezen, dus de zo'oveelste straat van de znovccls'te avenue, dan verbazen wij er -ons over en zijn er bij lange na niet allen van overtuigd, dat deze manier van aanduiden practisch is, Menschen, die in New York gewoond hebben, verzekeren ons, dat de daar gevolgde gewoonte veel minder moeilijkheden geeft dan de curopecsrhc manier van s'.raataanduiding. Bij eenig nadenken zal ons dit ook begrijpelijk zijn. *
+
TW.T"^,JI"^J "
,l,,
";,
•
~:
,'
Naar aanleiding van het artikeltje over Mooi Twenthe, bereikte ons nog een aardige serie opnamen, waaruit wij enkele reproduceeren.
De schaapherder met zijn kudde
***
PmF - -IS a
TT — K^l
^k' M
1
met hen krijgt en in een aangrenzend vertrek wordt geduwd, waar zich de leeuw van Zanida, de temster bevindt. „Hij" opent de kooi en sluit alle deuren af behalve die, welke toegang geven tot het kantoor. Hij begeeft zich weer naar het kantoor en krijgt van den graaf een steek door het hart. De twee mannen vluchten door de geopende deur en worden beiden door den leeuw gedood. „Hij" weet zich nog met inspanning van alle krachten naar het circus te slepen, waar hij ten slotte sterft in de armen van Consuela.
*
*
In een landelijke streek
*
De moniomarkisten willen nu verder gaan en iedereen, men kan wel zeggen alles, van een kort letteren cijferteeken voorzien, waardoor de identiteit vast te stellen is. Zoo op 't eerste beschouwen trekt het idee wel aan. Dat geef ik onomwonden toe, je denkt direct aan een gevangenis, op zijn gunstigst aan een hotel. De nude rlan ders, met hun drang naar persoonlijke vrijheid, hebben er het land aan, om „als een nummer" behandeld te worden. Maar in de practijk moet het
*
*
*
Nog voor kort had ik er een aardig bewijs van. Dingen, die je zelf gebeuren, spreken veel "v overtuigender dan lange redenaties. We waren op reis en hadden een deel van onze bagage vooruit gestuurd, waarvoor ik een ontvangbewijs had gekregen, üp een autotocht gaf ik mijn overige bagage tegen een ander bewijs af en bij het terugontvangen daarvan, greep ik naar het verkeerde re^utje, dat de ambtenaar aannam. Wij vergisten ons beiden, zonder het te bemerken, met als resultaat dat ik. toen ik later mijn groote bagage moest in ontvangst nemen, geen bewijs daarvoor had. Stel nu voor, dat ik mijn koffer met mijn eigen monomark had voorzien, onomsitoote-, lijk ware dan aan te 'duiden geweest, dat mijn koffers bij mij behoorden en ik bij mijn koffers. Nu werd ik door de vriendelijkheid van den ambtenaar en mijn fatsoenlijk gezicht geholpen. Dit laatste dus als een monomark beschouwd.
***
Aan die nummerbenaming doet een nieuwigheid denken, waarover in Engeland thans veel gesproken wordt en waarvoor men daar propaganda aan het maken is. liet zijn de z.g. monomarks.
[i
toch wel zijn groote voordeden hebben, wanneer men zichzelf en al zijn bezittingen onomstootbaar door een officieel herken-. nnigsteeken kan bekend maken.
Hoe wil de British Monomark Ltd., de nieuwe naamlooze vennootschap, waarin enkele groote engelschc kooplui zitten, werken. De uitvinder der gedachte heeft uitgerekend, dat hij genoeg woord- en lettercombinaties kan maken om alle bewoners der aarde te monomarkceren. Als mijnheer John SmUh monomark BMRT 3T heeft dan weet iedereen in de nfonomark-kringen, dat hij een britsch onderdaan is, bovendien kan overal worden vastgesteld, dat hij John Smith heet. waar hij woont etc. Maar niet alteen voor hem geldt dit, ook voor zijn bezittingen, waarop hij B M RT 3T heeft laten zetten. Kveneens zullen z'ijn producten, wanneer ze op de markt komen, de bijzonderheden van den producent verkondigen. Zoodra de monomark algemeen is inge\oerd, dient zij dus als univer -eel herkrnningstt eken
*
In 't leger heeft iedere manschap een nuinrocraanduiding,waarbij legercorps, regiment on soms cok nadere bijzonderheden met een enkele letter worden aangegeven. Tijdens den oorlog bleek het gr'iote nut van deze korte aanduiding, daar waar liet noodig was gewonden en gesneuvelden te identificeeren. Wanneer er op den openbaren weg een automobiel of ander voertuig gevonden wordt, is het meestal ook mogelijk, om door liet nummer vast te stellen, wien het vehikel toebehoort.
v.:*° v«
Bij een ouderwetsche boerderij
Zoodra de monomark algemeen is ingevoerd. Daar ligt natuurlijk 't zwaartepunt. Er zal voor moeten gezorgd worden, dat de monomark door de officieele lichamen wordt aanvaard. Dat semi-officieelc en particuliere instellingen haar willen aanvaarden. Of dit lukken zal, hangt voor een groot deel af van de propaganda, welke de British Monomarks Ltd. weet temaken. En daar moeten we dus maar op wachten,
(Toto's J.S. Runeman)
M. E. R.CURIUS.
.
,
\ +. Vf
Si
i
«4
'■I-
y
> ,Voor eenigcn tijd geleden beiocht mij ten zwitsersche vriend. Nadat wij ome raken hadden afgedaan, gingen we samen een bezoek aan Am»lerdam brengen. Nadat ik de „oude stad" had - laten zien. stelde mijn kennis voor een taxi te nemen en een uurtje te toeren. We vonden een heel geschikten chauffeur, die ons Amsterdam in alle richtingen liet zien. Ook in de ..nieuwe richting", de uitgebreide moderne wijken, waar de artisten der Jongere en jongste generatie hun opvattingen konden toooen. Er ging werkelijk een andere wereld voor ons open. En. waarlijk, ik was heel blij dat een bezoek van een buitenlander mij er toe gebracht heeft om dit tochtje te maken. Daar ik ervan overtuigd ben. niet de eenige te zijn. die in dat deel van Amsterdam een onbekende is. verzocht ik den heer Louis Fraenkel met onzen fotograaf tochten door Nieuw-Amsterdam te maken. Hier volgt thans zijn eerste artikel over Spaarndammerbuurt, waas het werk van wijlen de Klerk en Walenkamp te zien is. Gaarne geef ik thans aan onzen medewerker het woord. M.E,R.C
Spaarndammerbuurt. De Klerk. — Walenkamp. De tijd van revolutiebouw; van aangeplakte en opgepikte erkertjes en torentjes, stijllooze misbaksels van onartisticke eigenbouwersgeest is eindelijk voor Amsterdam voorbij. De laatste jaren valt er in den nieuw. bouw van particulieren en gemeentewege 'n gelukkigen wil om 't goede te waardeeren, te constateeren, en zelfs, of liever in de eerste plaats, de woningen der arbeiders- en middcnstandsklasse zijn niet meer een staalkaart van wat er door aanncmersi en timmerlieden kon samengeknoeid worden, maar zijn proeven van een opmerkelijke, en over 't algemeen, buitengewoon hoogstaande architectuur. Het doel van de volgende reeks artikelen nu, waarin ik den voornaamsiten nieuwbouw in de hoofdstad wil bespreken, is, om op populaire wijze ook leeken een algemeen architectuur-begrip bij te brengen. Zij moeten dus vooral niet beschouwd worden als critiek op het werk onzer tegenwoordig vooraanstaande • architecten. De man, die op de architectuur van dezen tijd den krachtigsten invloed heeft uitgeoefend, is M. de Klerk; een geniaal kunstcAaar, die in korten tijd op den voorgrond trad en een geheel nieuwe vormgeving schiep. Zijn bouwblokken voor de woniiigbouwvereeniging ,.Eigen Haard" in de Spaarndammerbuurt gewn onmiddellijk een duidelijk beeld van de bijzondere gevelplastiek en karakteristieke dctailleering. De Klerk verwaarloosde in zijn ontwerpen nooit het kleinste detail; terwijl toch ieder zijner ontwerpen een natuurlijken en eenvoudigen totaalindruk geeft. De eerste foto geeft een indruk van de rust en eenvoud dezer architectuur: het intieme pleintje, de lage daklijn die zoo goed het beschermende, beschuttende, weei^eeft; het naïeve, spitse torentje, eenvoudig voortkomende uit de lengte-as van 't bouwblok.
1
V
-
• vêk ^
■
*
l 45 laar gehuwd Het echtpaar J. v. d. Linden—Sennekes te Leiden.
WT'- \
WÊÊÊÊÊÊk^' ■ - -
i
:l
■
IA J
«
1
Het 250-iari2 bestaan der Port. Isr. Synagoge te Amsterdam Het binnentreden der autoriteiten voor de plechtige kerkdienst.
JÜ \
■ -^•«■J
60-iarlg huwelijksfeest Het echtpaar L. L. Corbeau—Snoek, welke dit bijzondere leest hoopt te vieren.
S8
Te waterlatlng van de OIO een onderzeeër voor de nederlandsche marine, door de Nederi. Scheepsbouwmij. gebouwd.
De F VII A het nieuwste Fokkervliegtuig, uitmuntend door een groot« bedrijfszekerheid.
Me|. H. Steeneke die 7 Aug. 25 jaar in dienst was bij de familie Herckenrath te Voorburg-
.■• *~—-rTIBftA-
W
*M»M
W. .4«
iV/ De Nederlandsche vereeniging van oud-strliders welke te Rotterdam haar 25 jaar bestaan vierde.
Een versiersel, een onnut ding Cocd; maar echt; een rustpunt voor het oog. En dan die sonore, prachtige straatwand die ons de tweede foto toom — een straatwand die van een afstand en in de lengteas kan worden bekeken, en altijd interessant blijft. Het woningcompleï ,,Zaanhof"; gebouwd door H. J. M. Walenkamp, doet tegen de architectuur van De Klerk, op het eerste gezicht burgerlijk aan; het imponeerende, fantastische ontbreekt.
\
Toch is deze architectuur wel eerlijk; iets gemoedelijks, guls, ligt er in, een gemoedelijkheid, die op onze derde foto zelfs een artistieken doorkijk vormt. De detailleering is bij nadere beschouwing (zie foto 4) arm; het voortdurende herhalen van het spitse topgeveltje werkt eentonig; de raam- en dcurverdeeling is niet interessant. Als geheel doet „Zaanhof" wel prettig en frisch aan, zonder echter op bouw„kunst" aanspraak te kunnen maken.
*«■ ^
■ ftJIi
■È 1
SU
14 üi Ä 'il' ' . ■
$rm
I ■ TI
i
1
A'".^Jl. A
\
'
.
'%
Geen klein gewicht De turbine-generator van 55000 kilo bestemd voor de electrische centrale aan de Schiehaven te Rotterdam.
,■
!
-:>
P: 1;
i
Alg. bond van politiepersoneel welke te 's-Gravenhage het 25-jarig bestaan vierde.
Hulde aan den heer L. P. van der Heyden die veertig jaar aan de gemeente-secretarie te 's-Gravenhage was verbanden.
ml I^E
■
i
} 1
■(■■■ \
-SÜfT':-'
Generaal Snijders te Zwolle waar hij plechtig de mobilisatie-kruisen uitreikte. Op onze foto ziet men den oud-opperbevelhebber zuster Engelhard! met enkele vriendelijke woorden het kruis overreiken.
Hevige brand te Leeuwarden op „de Tuinen", waardoor een aantal huizen zWaar werd beschadigd.
KI
;t
s fe2^
BI
Feesten te Bergen
door de Ver. tot bevordering van het vreemdelingenverkeer aldaar gehouden.
'-
.
■
'
Met een gelukkig slot
DE OIR©NHNCIlR VEENK©i©NiïM
m Het Winschoterdlep te Martenshoek (Hoogeland) Jaar in jaar uit richten zich vreemdelingen uit verschillende deelen van Europa naar de Groninger veenkoloniën. Niet wegens haar natuurschoon -- de meeste plaatsen, welke tot het veenkoloniale gebied worden gerekend, zijn niet rijk aan die bekoring welke de gemiddelde vreemdeling zoekt. Maar er is voor allen die belang stellen in merkwaardige cultureelc evolutie zoo iets bijzonders gade te slaan in Hoogezand, Sappemeer, Veendam, Wildervank, Muntendam, Stadskanaal, Oude Pekela, Nieuwe Pekela en Ter Apel, dat men de veenkoloniën mag noemen een uniek voorbeeld van door mens<"helijken arbeid in vruchtbaar land herschapen woeste gronden, een triomf van ontginning en intensieve bodemcultuur, welke het geheim verklaart van den opbloei van tal van industrieën, juist in dit deel der provincie Groningen. De hier in practijk gebrachte wetenschappelijke landbouwmethoden, hebben het aanzijn geschonken aan een specifieke nijverheid, welker producten een belangrijke plaats op de wereldmarkt hebben. We noemen slechts de aardappelmeel-, stroocarton-, dextrine- en glucosefabrieken, die voor millioenen guldens exporteeren. Daar zijn voorts belangrijke scheepswerven ontstaan, machine-fabrieken, houtzagerijen ( n andere industrieën welke ten nauwste samenhangen met de nijverheid en 'den handel in landbouwproducten. De teelt van aardappelen heeft den bloei der aardappelmeelfabrieken in sterke mate begunstigd, gelijk de verbouw van rogge en haver in deze streken in hoofdzaak de conjunctuur heeft bepaald van de stroocartonfabrieken. Men bespeurt de werkzaamheid der fabrieken reeds aanstonds, wanneer men de eigenaardige waterverontreiniging ziet - zooals die valt waar te nemen op bijgaand kiekje uit Martenshoek, gemeente Hoogezand. De veenkoloniën zijn het dichtstbevolkte gedeelte van Groningen'» platteland. Het aardige, vriendelijke stadje Veendam, het centrum van het veenkoloniaal gebied, is met zooveel andere plaatsen in Zuidoostelijk Groningen vooral tot bloei gekomen sinds de Noordooster locaal-spoorwegmaatschappij heeft voorzien in de hier zoo dringend noodzakelijke behoefféXaan snel verkeer.
Een mooi piekje te Veendam
■
Gezicht te Stadskanaal
Klikje op de veenderlien te Valthermond
Bekend is de overheerschende positie van de stad Groningen in de veenkoloniën. De ontginning is voornamelijk geschied langs de door haar gegraven kanalen. De gronden, welke zij oudtijds voor een appel en een ei heeft gekocht, hebben door haar energiek pionierswerk thans een groote waarde verkregen. Ten deele zijn nog de uit oude tijden overgebleven erfpachtsvoorwaarden in gebruik. Voor liefhebbers van oud-vaderlandsch recht is het zoogenaamde beklemrecht, dat hier nog geldt, een belangrijk onderwerp van studie. Ten einde een indruk te geven. van de bemoeiingen der stad zij vermeld, dat de door haar gegraven kanalen een gezamenlijke lengte hebben van ongeveer 100 K.M. Deze kanalen dienden voor den afvoer van de turf, die van de aangrenzende stukken grond werd afgegraven. Door doelmatige bemesting van den afgegraven grond, werd een goede teeltbodem , verkregen voor de bovengenoemde gewassen. De veenkoloniale plaatsen zijn voornamelijk ontstaan langs deze kanalen. Vandaar de in de lengte zeer ver uitgestrekte dorpen als Hoogezand-Sappemeer en Stadskanaal. De dorpen gelijken uiteraard veel op elkander. Toch valt er naar gelang van den opbloei groot verschil te constateeren. Hoogezand en Sappemeer geven een heel ander beeld dan Muntendam, en Stadskanaal, dat in zijn eigen hoek een bijzondere beteekenis heeft gekregen, heeft mét zijn serie fraaie winkelhuizen een gansch ander karakter dan het overigens uit een. oogpunt van industrie zeer belangrijke Pekela. We zelden hierboven, dat de veenkoloniën niet rijk zijn aan natuurschoon. Dit beteekent geenszins, dat men er tevergeefs zoekt naar landelijk schoon. Veendam hebben we terloops reeds genoemd als stadje met veel bekoorlijkheid. En Ter Apel in den zuidelijken hoek van Groningen brengt des zomers menig vreemdeling, die hier verpoozing zoekt, in verrukking. De fraaie boschrijke omgeving maakt het plaatsje, dat overigens vermaard, is omdat het overblijfselen bevat uit den tijd dat een oude kloosterinstelling hier haar gezag deed gelden tot een geliefkoosd oord. '
Een aardige opname In 5arevels A. V. W.
Bella Magnus was de dochter van Jozef Magnus, den Juwelier van Torenstad. Ze was 24 jaren oud en door de torentstatters, ook door de vrouwelijke inwoonsters van dit alleraardigst gelegen plaatsje, algemeen erkend als het mooiste meisje van het oord. Bella was bovendien eenvoudig, ijverig en intelligent, zoodat notaris Marvel geen betere secretaresse kon wenschen. Menigeen verbaasde zich er over ,dat Bella haar vieremtwintigsten verjaardag als ,.vrijgezelle" had kunhen vieren. De jongelui van het mannelijke geslacht in Torenstad trof geen verwijlt. Velen onder hen, hadden hun best gedaan Bella's gunst te winnen. Doch tevergeefs. De meergenoemde jongedame ging van de, overigens zeer verdedigbare stelling uit, dat, wanneer ze trouwen wilde, dat alleen gebeuren kon met iemand, waarvan ze hield. Tot nu toe had haar hartje nog ncoit warmer geslagen voor iemand, die, min of meer duidelijk had getoond of beweerd, haar verder door het leven te willen voeren. Bella leefde heel gelukkig. Zij hield van haar vader, ze deed haar werk met pleizier en kende eigenlijk geen zorgen. In stilte had ze echter een verlangen, dat ze heimelijk verborg. Spaarzaam was ze, alles wat zij van' haar salaris overhield, ging direct naar de spaarbank en met omuitgesproken vreugde zag ze hoe het totaal dat haar spaarboekje aanwees, de vier cijfers bereikte. Toen dit gebeurd was, bleek het, waarnaar Bella zoo v-erlangd had. Zij stapte naar haar patroon, den braven notaris Marvel, en deelde hem mede, dat zij over veertien dagen, zes weken vacantie wilde hebben, desnoods zonder salaris. Mr. Marvel kon voor dien lijd gemakkelijk een plaalsvervangster krijgen. Bella had alles voorbeeldig voorbereid. Nog nooit had de oude heer in heel zijn, toch zeker van emsdge momenten overvloeienden werkkring, zoo'n erns'-ig gezicht getrokken. Zes weken vacantie, met wie Bella dan meeging. Vader Jozef zou zeker niet zoo'n langen tijd ui.t zijn zaken kunnen. Bella antwoordde, dat zij geen gezelschap begeerde. Ze wilde naar Brighton gaan, de bekende engelschc badplaats en daar eens echt van haar vrijen tijd genieten. Deze verklaring maakte de zaak niet makkelijk. Verre van dien. Mr. Marvel had dienzelfden avond een bespreking met Jozef Magnus. De beide beeren waren en bleven het ex over eens, dat de tegenwoordige
WILLEM PUTMAN. In Vlaanderen valt jong bloeiend letterkundig leven waar te nemen, tn vooral ook het volkstooneel brengt menig werk en memgen jongen acteur van beteekenis, reeds nu, van nog scliooner beloften voor de toekomst, naar voren. uw/n D » Tot de vooraanstaande jongeren behoort er ongetwnfeld Willem Kutman. iemand, die in heel zijn werk van een fijnen gevoeligen geest blijk geelt. Putman durft. Als durver is hij nog zoekende naar het nieuwe, dat z.i. komen moet. Trouwens de groote zoekende leirllnck is een zijner grootste vrienden onder het geslacht der letterkundigen, die er reeds zijn. Bijzonder merkwaardig is zijn pogen om kindertooneel te scheppen, dw z. stukken, welker vertooning eigenlijk voor en door kinderen bestemd is. Dat laatste zal practisch wel niet licht behoorlijk, d.w.z. zoodat men een kunstproductie krijgt, voor verwezenlijking vatbaar zijn. Maar dat doet niets af aan de waarde van zijn Marietje Hemelzoet, waarin men vijf kinderscenes krijgt, die soms aan Vlaamschen primitieven, soms aan een modernen Shawiaanschen geest doen denken. In Ket afgeloopen seizoen maakte veel éclat een zeer mpdern stuk van Putman, „De doode Rat" geheeten. En thans lazen wij, dat Le Groupe libre, het theatre d'avant-garde in September het nieuwe speelseizoen zal openen met de première van Putman's in het Vlaamsch geschreven „Looping the Loop", een grap van het geweten. Het ral ook in het oorspronkelijk, n.l. door het gezelschap van Dr. De Cruyter te Antwerpen en in Gent en Brussel worden gegeven. Men kan er staat op maken, dat deze nog zeer ionge litterator, die hier te lande wellicht nog het meest bekend is door zijn medewerking aan de N.R.Ct. en welke in het dagelijksch leven ambtenaar aan een Ministerie is, meer en meer een vooraanstaande plaats onder de jongere letterkundigen in het Vlamenland zal gaan innemen.
jeugd heel anders was, dan in hun tijd en... dat Bella niet gaan kon. Doch Bella was het met zich zelve er over eens. dat ze wel gaan zou. En daar het spreekwoord nu eenmaal niet zonder grond zegt, dat ceque femme vent, Dieu verit, kreeg ze haar zin. Met de heerlijkste voornemens en de mooiste toiletjes trok ze naar Brighton, waar ze een kamer in een der grootste hotels had besproken. Heel Torenstad besprak het geval. Maar zoo iets duurt niet langer dan negen dagen en ... Bella hoorde er niets van, aangezien Torenstad heel ver van Brighton ligt en nog altijd geen radio-uitzendsitation heeft. Laten we het verhaal niet te langdradig maken en daarom een weekje overslaan. We vinden Bella terug in de schrijfkamer van bet mooie ho'tel in Brighton, waar ze bezig
is een brief naar buis samen te stellen. Ze had-toch zoo'n heerlijke vacantie schreef ze. Ongedacht beerlijk. Dat ongedacht, was méér waar, dan het héérlijk. Al zag ze er nog zoo aantrekkelijk uit en voelde ze zich niets minder goed gekleed, dan welke andere dame ook in het heele hotel. Ze voelde zich alleen. En dat is iets wat heelemaal niet héérlijk is. Overal om haar been waren gelukkige en opgewekte groepjes. Doch zijl werd er niet in opgenomen. Ze ging maar vroeg naar bed om niet toe te hoeven geven aan dat gevoel van verlaten zijn, dat alle vreugde verstoort. 's Morgens wandelde ze op de pier en al scheen de zon nog zoo helder, 't was niet alles. Er waren heel wat jongelui, die naar haar keken, doch Bella was het meisje er niet naar om met den eersten den besten fat
zich af te geven. Totdat op een morgen zij een ontmoeting had. Heel onschuldig, maar toch meer ijidruk op haar makend, dan welke andere gebeurtenis' tot nu toe. Zij had, over het hek van de pier turend, baar handschoenen laten liggen. Toen zij verder ging, hoorde ze plotseling een zeldzaam aangename mannenstem haar toeroepen, dat ze wat vergat. Zij keerde zich om en zag een heer van omstreeks dertig, knap, doch eenvoudig gekleed met prettige bruine oogen, die baar met een boffelijken groet de handschoenen overreikte. Bella bedankte en ging verder. Doch die donkere oogen bleven haar bij. En het verbaasde baar, dat zij zich zelve er op betrapte, dat ze wel graag zou weten, wie die jongeman was geweest. Denzelfden avond ging ze naar een concert op de pier. Zij had een plaats gereserveerd, ,daar het er meestal nog al vol was. Tot het begin van het concert bleef de stoel naast de hare leeg. Doch nauwelijks had de eerste muziek weerklonken of de man van dien morgen zette zich naast baar neer. Zij noch hij deden of ze elkaar herkenden. Doch uit den aard was er gedurende het concert gelegenheid om een enkel woord te wisselen. En zonder dat Bella wist hoe het was gekomen, wandelde de vreemdeling met haar mee van de pier en begeleidde haar naar haar hotel. Het bleek, dat haar nieuwe kennis de kunst van gezellig praten verstond. Hij wist intressant over alles en nog wat te babbelen en voordat zi) het wist was Bella in baar hotel. Het groote,dure hotel. Zijspra-ken bij het afscheid nemen, geen van beiden over eikaars weerzien. Dat was heel verstandig van den jongen man. Want een dame die in een ,,Grand Hotel" logeert, kan toch moeilijk op de trap, welke naar het terras leidt een afspraakje maken met iemand, dien ze denzelfden dag pas voor het eerst had gezien en aan wien ze beelcmaal niet was voorgesteld. Doch toen Bella met de lift naar boven kwam, was die nieuwe kennis toch bij haar. Niet in persoon natuurlijk, doch in haar gedachte. Den volgenden dag was bet -weer heclemaal niet zoo mooi. Eu toen zij den vreemdeling zag Pardon 't gebeurde heusch niet bij opzet, in een
O O
MOOR MET
BESTE
ROT LOOD
•'
plaats ais iJngnton ■ ontmoette elkaar onwillekeurig en vaa zelf. Dus toen Bella den. jongen man ontmoette, voelde t\j zich weer zoo alleen, dat zij als het ware, ondanks zich zelve, zijn voorstel om samen thee te gebruiken, accepteerde. Ook nu weer was het gesprek alleraangenaamst. Bij het weggaan zei Bella: Het is toch wel grappig, dat wij elkaar zoo bij toeval herhaaldelijke ontmoetten. Pardon klonk zijn aangename stem, ik moet eerlijk zijn en bekennen, dat het geen toeval was. dat ik gisterenavond naast u kwam te zitten. Ik zag u voor het loket staan en zorgde er voor een plaats naast de uwe te bespreken.... En alweer verbaasde Bella zich over haar gedrag. Eigenlijk had zij toch boos moeten rijn over zulke eene impertinentie. Maar relfs een meisje dat in het Grand Hotel in Brighton logeert, kan niet boos zijn, wanneer zij in een paar znlke eerlijke, mooie, bruine oogen staart. Wat zoo vreeselijk jammer is, zoo ging hij verder, ik moet morgen al vertrekken en heel veel toevalligheden, opzettelijk van mijn kant, zijn voor mij helaas niet meer weggelegd, 't Is toch wel pech voor miji, dat gij voor mij hier net verschijnt, wanneer ik van hier moet verdwijnen! Bella gaf geen antwoord. Is u boos? vroeg hij. Zijn stem klonk zoo ,,klein", dat het meisje onwillekeurig er om moest lachen. Toen hij heur lach hoorde, lichtte zijn gezicht weer op. O, gelukkig! U lacht en nu heb ik den moed! om u als . afscheid! een tochtje per Char ä bancs voor te stellen. Het is hier zoo eenig mooi in den omtrek. Bella aarzelde. En.... aarzelen be teek ent in dergelijke gevallen toegeven. Gelukkig in dit geval. Want ze had-
oenbeiden éen heerlijken middag. De tijd vloog om en zij genoten niet alleen van de mooie natuur, doch ooik van hun gesprek. Bella was een ontwikkeld meisje, dat veel en ern stige boeken gelezen had. Geen Wauwkous, maar iemand, die in het volle leven belangstelde. En de jongemah toonde zich een waardig gezelschap. Bij het afscheid nemen vroeg het meisije ,ditmaal opzettelijk en onbevangen, of hij 's avonds met haar naar den schouwburg -wilde gaan. Er was een heel goede troep, die gastvoorstellingen gaf. Beiden genoten van het uitstekende spel. De band, welke tusschen hen beidenzich vastweefde, werd sterker. Op den terugweg naar het hotel spraken zij weinig. Het was een mooie, stille avond met ean helderen sterrenhemel. Toen zij het hotel hadden bereikt, zeide zij, terwijl hij haar hand in de zijne had: Leef wel. Ik ben blij dat ik u ontmoet heb. Gij hebt deze paar dagen voor mij mooier gemaakt. Misschien , antwoordde hij met zijn sympathieke stem, ontmoeten wij elkaar nog wel eens. Ook ik was gelukkig, dat je mij uw gezelschap wildet geven. Vrij plotseling gihg hij van haar heen, 't Groote, mooie hotel, leek haar weer eenzaam en zij sliep dien avond eerst laat in. De restvan de vacantie. ging ook voorbij. Natuurlijk trachtte zij zich echter zoo goed mogelijk te vermaken, ook maakte zij bij toeval kennis met een familie, die in het hotel woonde, aardige menschen, die haar weer met anderen in kennis brachten, waardoor zij' werkelijk en naar waarheid naar huis kon schrijven, dat zij een zeldzaam heerlijke vacantie doorbracht. Maar telkens en telkens weer, Jacht zij aan den jongen man, met de sympathieke stem en de mooie eerlijke oogen, die zoo intressant wist te spreken.
Crelewlelijflc Wefflen twee ctmgen minder. Het aantal dagen, welke haar uitstapje nog zou duren en hekgeld in haar portefeuille. Met precies een tientje en een kaartje tweede klas ging zij naar Torenstad terug. Vacantie en spaargeld waren tegelijkertijd ten einde. Haar vader en Mr. Marvel waren allebei heel gelukkig dat zij weer terug was, knapper en opgewekter dan ooit. De plaatsvervangster op het kantoor was he e Ie maal geen succes geweest. En Bella kon haar werk weer beginnen, het gewone leven op kantoor, het gewone leven in Torenstad, waar de jongelui weer hun best deden om in Bella's leven wat te beteekenen. Maar ditmaal met nog minder succes dan voordien. 't Leek er heel veel op, oif deze geschiedenis geen eind zou hebben. Doch twee maanden nadat Bella weer terug was en zij 's middags van haar huis naar bureau ging, zag zij onverwacht den onbekende van Brighton weer voor zich. „Goeie deugd". Dat was alles wat Bella kan reggen. En hoe gaat het er mee? Zoo vroeg hij met groot e opgewektheid en blijkbare vreugde. Wat komt u hier in Torenstad doen ? Ik maak een voetreis door het land en ze hebben mij verteld, dat het hier zoo'n aardige oude stad is. Dus u trekt hier maar door ? Dat niet precies. Ik was van plan hier een paar dagen te blijven. Is Lioa d'Or een goed hotel? Het beste dat wij hebben. Ik ben er nog niet van overtuigd, dat ik u hier weer zoo toevallig ontmoet. Op wegnaar m'n bureau. Mag ik u er heen brengen ? En weer wandelde hij aan haar zijde. En opnieuw klonk het met zijn prettige stem: 't Is
neeiemaal geen toeval. Toen ik uit Brighton wegging, dacht ik, dat 'het een dwaasheid van mij z»u zijn om na ons afscheid, opnieuw te beproeven u te ontmoeten. U, een meisje, dat in ztoo'n kostbaar hotel kan logeeren. Doch, ik moest nog eens informeeren. Gelukkig dat ik het deed, want.... Ge bemerkte spoedig, dat ik heelemaal geen dame voor l^et Grand hotel was. Beiden lachten. Dächten met een gelukkigen ondertoon. 't Was niet zoo gemakkelijk om u te 'vergeten. Werkelijk niet. Ik ging dus een dagje naar Brighton terug, toen u al weg waart. Met een goede fooi kreeg ik den portier er toe om mij uw adres te zeggen. En zoo weet gij mijn naam. De mijne is Alfred Well. De schrijver....
Ja. O, wat ben ik blij, dat ge nu werkelijk weet, dat ik maar een arm meisje ben. Zij vertelde hem alles omtrent haar extravagante vacantieplannen. En hij lachte hartelijk. Ik ben van plan hier te blijven, juffrouw Magnus, mag ik Bella zeggen.... Zij knikte van ja. Bella, ik blijf hier een tijdje in Torenstad, want ik wilde hier 'n nieuw verhaal schrijven. Ik heb een prachtig idee ervoor in mijn hoofd. En als ik het wel heb.... dan zal dat verhaal .... gelukkig eindigen .... Bella. Zij stonden voor de deur van het kantoor van Mr. Marvel. En hij had heur hand weer in ó* zijne. Steviger nog dan die keer in Brighton. Schrijf dat verhaal. Want o mijnheer Well, ik mag toch wel Alfred zeggen .... Graag. O, Alfred, ik houd zoo vreeselijk veel van verhalen met een gelukkig slot!
De zangvereenlgins van de vereenlsins ..de Grönneger Sproak" welke bij de opening van de G.I.T.O.B. te Groningen met groot succes eenige liederen ten gehoore bracht.
(foto Kramer)
PAPIEREN, BALEN EN KISTEN BAKEL1ET EN TURBONIEt Papier is een wonderbaarlijk artikel, dit heeft men vooral tijdens den oojlog ondervonden. Toen linnen, wol en zijde schaarsch werden, zocht men naar „Ersatz" stoffen en in vele gevallen bleek papier hiervoor het meest geschikt te zijn. Papieren boorden, papieren hemden, tafelkleeden, handdoeken, tapijten, touw, ja geheel papieren costumes wist men op zulk een handige wijze te maken, dat menigeen zich niet kon voorstellen, dat het product, dat hij voor zich kreeg, oorspronkelijk uit papier vervaardigd was. In den loop der tijden bleek wel, dat al deze papieren artikelen op den duur niet de vergelijking met de origineele geweven voorwerpen konden doorstaan en dat de levensduur ervan in de meeste gevallen ook korter was. Het gevolg was dan ook, dat al het papieren moois geleidelijk van de wereldmarkt verdween tot ja, tot misschien de tijden weer zoo miserabel zullen zijn; dat men het mindere niet meer versmaadt, omdat het betere niet _ te verkrijgen is. Enkele uitzonderingen op den algemeenen regel bestaan er echter wel. Zoo wordt er bijv. nog regelmatig met paraffine geïmpcraegneerd papier of carton voor verpakking van jams, boter, of vet gebruikt en bestaan er in Amerika zelfs eenige groote fabrieken, die zich geheel op de fabricage van cartonnen melkflesschen hebben toegelegd. Het groote voordeel van deze cartonnen flesschen is, dat het gevaar van breuk hierbij veel geringer is. Daarbij kan men deze verpakking, welke men na het gebruik wegwerpt, zeker hygiënischer noemen dan de glazen flesschen, die van het eene huis naar het andere worden gezonden, en hoe goed ook gereinigd, toch nog altijd infectie-gevaar opleveren. De bijzondere taaiheid van papier, dat in verschillende lagen op elkaar geplakt wordt, komt al heel sterk uit bij de papieren zakken, die voor het emballeferen van cement gebruikt worden. Er bestaat in Amerika een zeer groote vraag naar deze papieren zakken. In het jaar 1922 gebruikte men 18 millioen, in 1923 reeds 40 milUoen en in- 1924 ruim 50 millioen papieren zakken, tegen 500 millioen jute zakken. Voor katoenen zakken betaalt men thans 18 Amerikaansche cents per stuk, de jute zakken zijn iets billijker, terwijl men voor de papieren zakken slechts 5 cents noteert. Deze papieren zakken kunnen weliswaar slechts éénmaal gebruikt worden, terwijl de geweven soorten over het algemei 11 8 maal opnieuw gevuld kunnen worden, daartegenover moet men rekenen, dat er veel tijd verloren gaat met het sortceren, reinigen, reparceren en tijdelijk opbergen der reeds gebruikte zakken. De meeste Amerikaansche fabrikanten van papieren zakken gebruiken voor het papier een soort kraftpapier waarin manilla-touw verwerkt wordt. Uit oude stukken scheepstouw, die uit alle deelen der wereld opgekocht worden, maakt men nog een steviger zakkenpapier dan uit het nieuwe manilla-touw.
HET NIEUWE MINISTERIE
1. J. Colijn (financiën) 2. Jhr. van Karnebeek (buitenl. zaken). 3. Mr. Schokking (justitie). 4. Ir. Bongaerts (waterstaat). 5. Mr. Rutgers (onderwijs). 6. Mr. Dr. Kooien (arbeid). 7. Jhr. de Geer (binnenl. zaken en landbouw). 8. Majoor Lambooy (oorlog en marine).
Het gewicht der papieren zakken is ook gering. Een aantal van 1000 van deze zakken, welke voor de verpakking van 94 Engelsche ponden (dit is 42 K.G.) cement bestemd zijn, weegt totaal slechts 396 Engelsche ponden of 176 K.G. Het nieuwste model papieren zakken, dat men in Amerika kent, is. de z.g. „Multi-WalBag" of meervoudige zak. Het papier, dat men hiervoor gebruikt, is gewoon kraftpapier, zonder bijvoeging van hennep of touw. Deze zakken bestaan uit 4 papierlagen, welke dusdanig geplakt worden, dat er tusschen iedere papierlaag voldoende ruimte voor een hoeveelheid lucht openblijft. Hierdoor zijn deze papieren zakken uiterst sterk en is het stuk springen; der zakken bijna buitengesloten. Ook bestaat er bij deze zaftken veel minder kans van vochtig worden, daar de afzonderlijke papierlagen isoleer end werken. In een der hoeken der papieren zakken bevindt zich het z.g. Bates ventiel, waarvan de werking al zeer eenvoudig is. Door een rietvormig buisje, dat aan het boveneinde als ecu tong uitloopt, wordt de vulling gespoten. Zoodra de zak nu gevuld is, wordt de tong door den inhoud van den zak naar boven gedrukt en de zak is daardoor totaal afgesloten. Het ventiel werkt jds een rattenval, waarin men gemakkelijk iets naar binnen brengt, doch waarbij het haast niet mogelijk is, om door dezelfde opening naar buiten te treden. Om deze zakken te openen, moet men den bovenrand doorsnijden en zijn de. zakken dus niet voor de tweede maal te gebruiken. De papieren verpakking beperkt zich overigens niet tot de papieren balen. Men heeft reeds jaren lang proeven genomen met extra zwaar en taai bord, om hiermee de houten kistvérpakking te vervangen. De nieuwste machines voor de vervaardiging van geribd bord, zijn
per minuut 45 Meter aan 2 zijden beplakt geribd bord leveren. Nog sterker dan geribd bord is het Amerikaansche Kistenbord (container board), hetgeen uit 2 lagen taai grijsbord van VB m.M. bestaat, waartusschen geribd stroopapier geplakt is. Wanneer men een indruk wil krijgen van de beteekenis van de fabricage van geribd bord, moet men eens een blik slaan in den catalogus van de Amerikaansche Vereeniging van Bordfabrikanten „The National Association of Corrugated and Fibre Box Manufacturers". In dezen catalogus komen alle aanwijzingen voor, die van belang zijn voor de gebruikers van geribd bord voor verpakking. Van elke soort bord bevindt zich een afbeelding met nauwkeurige omschrijving, terwijl er tevens bij wordt opgegeven, voor welke goederen de bordverpakking geschikt is. De 'Ameukaansche spoorwegen hebben reels geruimen tijd bepaalde voorschriften voor de verpakking van goedereu en speelt hierbij het gewicht ook een belangrijke rol. Als nieuwste papiersoort vermelden wij hier voorts nog het hardpapier, dat met „Bakeliet" gedrenkt is, of wel het „Turboniet". Ter verkrijging van dit papier dat uiterst hard is en daarbij totaal ondoordringbaar voor water of andere vloeistoffen, gebruikt men de kunsthout „Bakeliet", die .door professor Backeland te New-York uitgevonden werd. Het „Bakeliet" wordt uit de stoffen verkregen, die zich bij de distillatie van steenkolen ontwikkelen. Alle papiersoorten die met Bakeliet gedrenkt worden, hebben een zeer groot isolatievermogen 1 Zij worden zoo hard als hoorn of ebbenhout en zijn dus bij uitstek geschikt voor de electrotechnische industrie. Het „Bakeliet" wordt door de firma „Bakelite G.m.b.H.", Berlin Wi 35, Lützowstrasse 32, in den handel gebracht. Men verwerkt het tot knoppen van parapluies en stokken, sigarenpijpjes, penhouders enz. Een andere firma, die eveneens allerlei gebruiksvoorwerpen vervaardigt uit papier en celstof die met „Bakeliet" gedrenkt worden, is de fa, Jaroslaw Abt, Turbonit, Berlin, Weissensee. Als nadere bizonderheid van haar fabrikaat, dat zij den naam Turboniet geeft, vermeldt zij, dat het oorspronkelijk bruin gekleurd is, doch ook in de zwarte kleur geleverd kan worden. Wanneer met het Turboniet voor het eerst ziet, denkt men me;t een harde houtsoort te doen te hebben. Men kan het Turboniet uitstekend bewerken, snijden, zagen, boren, draaien, schaven, afslijpen en polijsten. Om de hardheid van het Turboniet aan te toonen, heeft men de proef genomen met een stalen kogel van 1/2 c.M. diameter, die onder een druk van 55 K.G. stond. Bij deze proefneming bleek, dat er slechts een indrukking van Vto c-^- oni' stond, hetgeen zeker uiterst weinig te noemen is. Het Turboniet is niet kostbaar en men kan vrij zeker aannemen, dat voor dit nieuwe papierfabrikaat, dat voor zoovele doeleinden gebruikt kan worden, een groote toekomst weggelegd is. STATIONER.
Petw^ljBcjfór? Hij wist het. Van Buiten was in de stad gelogeerd en ging met z'n vrouw naar de comedie. Toen ze kwamen, was het nog vroeg en het brandscherm was nog niet op. Met grootc letters stond daarop Asbestos. Zeg Piet, vroeg mevr. van Buiten aan haar man, wat beteekent dat: Asbestos? Weet je dat niet, zei de knappe Piet, dat is Latijn voor „Welkom"! Onder vriendinnen. Wat bent u hecsch, juffrouw van Kalker, is uw man gisteravond zoo laat thuis gekomen? De cheque. Mijnheer Groen had een erfenis gekregen en hij ging naar den bankier om te vragen, wat hij er mee zooi doen. Hij wou liever geen effecten koopen, die waren zoo weinig te vertrouwen, geen hypotheek, want je wist nooit, wat een huis waard zon worden. Enzoovoort, enzoovoort. Wel, zei de directeur van de bank toen, geef het bij ons in deposito. Hoe bedoelt u dat ? Och, dat is doodeenvoudig. U geeft ons het geld, wij bewaren het voor u, geven u er rente van, u krijgt een chequeboek en als u geld nocdig heeft, welnu dan schrijft u een cheque en wij betalen voor u wat u schuldig is. Dat was een prachtig idee. De heer Groen gaf z'n f 5000 en kreeg een be wijsje en een chequeboek. Van dat oogenblik af betaalde hij alles per cheque. Totdat hij op zekeren dag een brief kreeg, of hij even op de bank wilde komen. De directeur ontving hem en zei: Mijnheer Groen, het spijt me; dat ik u het zeggen moet, maar u heeft uw rekening met f 500 overschreden. Wat bedoelt u, vroeg mijnheer Groen, met verbazing. Hij begreep er niets van. Wel eenvoudig, dat uw rekening f 500 overtrokken is. Wat bedoelt u daarmee ? Doodeenvoudig, zei de bankier geërgerd. U moet ons f 50a betalen. O, is dat alles, zei Groen, die z'n gemoedsrust weer terug had. Had dat maar eerder gezegd, dan had ik je direct een chequeje gegeven.
V
P3EANOsL.ES
,
De pessimist.
.
(Eerbiedig opgedragen aan alle toetsen-wellustelingen.)
M'n dochter van een jaar of zes, Krijgt sinds een maand pianoles, Het kindje doet enorm haar best. Zoo ijv'rig heeft ze nooit gelest.
l
It %-
L
M'n zoon^ krijgt ook pianoles, Hij speelt van gis, dis, fis, ais, bes, M'n zoontje doet enorm zijn best, Zoo ijv'rig heeft hij nooit gelest. M'n vrouw heeft ook pianoles, Ze moduleert van as in es, Ze doet het aller-uiterst best, Zoo ijv'rig heeft ze nooit gelest.
i
M'n daghit heeft pianoles En trommelt werk'lijk met succes, Ze speelt haar oefeningen best, Zoo ijv'rig heeft ze nooit gelest M'n buurvrouw heeft pianoles, Want dat hoort zoo bij de Nchesse, Ze speelt met d' eene vinger best. Zoo ijv'rig heeft ze nooit gelest. Nou neem ik zelf pianoles. Ik speel alleen leen heele Jasz, En ik doe zoo enorm m'n best, Dat 'k iedereen heb wegge.... lest. CHEF VAN DIJK,
HUMOR UIT HET BUITENLAND
De opvol In de herberg Cast: De lakens lijken mij niet erg hel der! Waardin: NJ ja, dat merkt u immers toch niet als u slaaot!
Nu, zijn jelui tegenwoordig met z'n tweeën ? Weineen mevrouw, maar hij heeft mijn zaak overgenomen en nu help ik hem nog een paar dagen met het aanwijzen zijner klanten.
Ze schelden op de pessimisten, zei de hengelaar, maar ze hebben toch meestal gelijk, wanneer je uit visschen bent geweest. » Onderbewustzijn. Gelooft u in het bestaan van een onderbewustzijin, mijnheer van Zahen. Wat noemt u, onderbewustzijn ? Och, dat is die eigenschap, waardoor ge dingen weet, zonder dat ge voor u zelf realiseert, dat ge ze weet. AIsi het dat is, zei mijnheer van Zahen, dan geloof ik er wel in. Ik denk dat het onderbewustzijn uitgevonden is, nadat de formulieren voor de inkomstenbelasting zijn ingesteld. Het een of het ander. Gaan jelui van den zomer op reis, vroeg de 14-jarige Lise aan haar even oude vriendinnetje Betty. 't Is nog niet zeker. Wanneer ik ma ho-or praten, dan gaan we naar Zwitserland en als ge naar Pa luistert, dan gaan we zeker.... failliet. Op haar tijd passen. Moesje word ik gauw jarig, vroeg kleine Tilly. Nog niet kind. Wilt u me dan waarschuwen, als het gauw is. Anders vergeet ik nog om bijtijds een lief en aardig kindje te zijn. Een wijze overdenking. Geld leenen is een gek dingj zei wijze Piet. Komt een goede vriend bij je en vraagt je een tientje te leen, wat moet je dan doen. Leen je hem de tien gulden, dan ben je ze kwijt. Leen je ze hem niet, dan ben je je goeden vriend kwijt 1 't Is een rare wereld waarin we leven. Moderne sprookjes. Mijnheer en mevrouw Bruut van Goedhart gingen samen op reis en toen mijnheer in haast z'n koffers inpakte, zei hij: vrouwtje je hebt werkelijk niets vergeten! In z'n agitatie. De aanstaande vader ('twas de eerste maal dat hij 't zou worden) riep toen de verpleegster naar beneden kwam met het belangrijke nieuws: O, zeg 't me direct zuster, ben ik vader of moeder geworden?!
Tenmihste één. Ze kunnen toch zulke flauwe moppen over lastige vrouwen vertellen. D'r heb jeer b.v. een. Een man lag op z'n sterfbed en liet z'n notaris komen. Hij maakte zijn testament en liet al z'n geld aan z'n vrouw na, onder voorwaarde ,dat ze hertrouwen ZIOU. De notaris vond die bepaling wel wat vreemd. Och, zei de zieke, ik wil, dat wanneer ik gestorven ben er tenminste één man is, die m'n dood zal betreuren!
Bij de hand. Dame ^in den winkel): Hebt u ook vlecachkleurige kousen ? Bediende (pas bij het vak): Zeker mevrouw. Welke- kleur wilt u, rose, geel of bruin. (Dimanche Illustre)
r-jtrj
MICHE
|i=|
Graaf d'ËxcUval. een zeer trotsch edelmaa, bewoont met zijn familie bet familiekasteel. In het dorp leefde een vrouw, die een kindje had, deze vrouw stierf en het kindje wordt in het huis van Graaf d'Erdéval'a zoon opgenomen. Het kind is zeer gehecht aan den oudsten kleinzoon van den graaf ]ean. Zij is een mooi kind. rustig en intelligent, doch schoollessen kan ze slecht leeren. De dokter schrijft dit aan luiheid of zenuwachtigheid toe. Jean gelooft dat zij wtl degelijk alles hoort en begrijpt. Jean heeft een gesprek met den dokter en daaruit blijkt, dat hij echt jongensachtig verliefd is op een zekere mevrouw Guervitie, een coquette. Miche volgt het gesprek en als de dokter weg is laat ze merken, dat ze mevr. Guerville niet mag. Jean heeft door zijn lastig jongenshumeur de gunst van zijn grootvader verspeeld. Simone, zijn zusje, staat nu meer in de pas. Jean ia gelukkig dat mevrouw Guerville hem op het diner vraagt, dat zij ter gelegenheid van haar verjaardag zal geven. Miche toont hoe groot haar liefde voor Jean is, door hem zelfs haar weinige spaarpenningen aan te bieden, zoodat hii naar het feest kan gaan. De oude markies stuurt ziin zoon voor diens vrouw een rijpaard. Het dier kwam vergezeld van den rijknecht van den Markies. Deze man bleek een onuitstaanbaar wyien. De Markies scheen heelemsal onder zijn invloed, terwijl hij zich tijdens het verbliif bij diens zoon. heelemaal niet aan de regelen van het huis stoorde. De man blijft zich echter aan nu'm.md storen. Het is onbegrijpelijk hoe de oude Markies onder den plak van den man blijkt te staan, ledereen merkt dit op. Na groote onaangenaamheden vertrekt de man wet'f naar het kasteel van den Markies.
Maar daar de markies wel eens eerder voorliefde voor iemand gehad had, dachten de Erdévals dat ook deze gril spoedig zou verdwijnen evenals alle voorgaande. Alleen Olivier had steeds weer zijn ouders op het onnatuurlijke ervan opmerkzaam gemaakt. „Grootvader moet betooverd zijn door hem, dat is zeker!" sprak hij. Ook was de markies steeds zeer wantrouwend jegens zijn personeel geweest. Alle laden en kasten werden door hemzelf afgesloten; nimmer no^j had hij zelfs den meest betrouwbaren dienaar de sleutels toevertrouwd. En nu zag zijn zoon den man heen en weer loopen door de gangen, orders uitdeelend, den >leutel van den kelder in de hand; en hij dacht aan de woorden van Olivier. „Ga naar de stallen; je kunt je paarden naar den stal in den rechtervleugel brengen om hen te laten uitblazen — maar bovendien — opgelet!" „Waarop gelet ?" vroeg mijnheer d'Érdéval zich af. De koetsier Tirté was sinds twee en twintig jaar bij Pitoy, vroeger postmeester en thans den grootsten rijtuigverhuurder van St Ló en den omtrek, in dienst. Men huurde jachtrijtuigen bij hem en tevensi 'koetsen, waarmee men van het eene kasteel naar het andere reisde. Hij verhuurde deze per rit, per dag per maand of per seizoen. Reeds vijftien jaar lang reed Tirté de Erdévals, wanneer zij door Normandië reisden. De kinderen hielden van hem; want soms liet hij hen wel ejns een korten tijd sturen en dat was een ware vreugd. Ook mijnheer d'Érdéval beschouwde hem als een braaf mensch. Het hinderde hem, dat hij op zulk een toon werd toegesproken. Tinté zelf maakte zich niet druk om zulk een geringe zaak, maar nadat mijnheer Anatole, na den koetsier bevolen te hebben: „pas op", trotsch de vestibule instapte, haalde Tinté de schouders op, terwijl hij mompelde: „Ruk op! lompert!" zoodat mijnheer d'Érdéval niet twijfelde, op welke wijze de vertrouwensman van den markies in dit land stond aangeschreven. Hij zelf trad eveneens naar binnen en hoorde zijn vader zeggen: „Heb je Tinté gezegd, in welke kamer hij logeeren kan? Of bemoeit Théodule er zich mede ?" De man antwoordde norsch: „Hij slaapt hier niet; hij kan vanavond wel naar St. Ló terugkeeren." „Maar nooit van mijn leven!" riep de markies uit, „paarden die zooveel mijlen afgelegd hebben, terwijl ze vier personen en veel bagage te vervoeren hadden, moeten lang rust hebben. Tirté blijft altijd een
Chineesche gebruiken Begrafenis vanLimTiangHoey.oud-kapitcinderchineezrn te Weltevreden. Foto van eenige „popoen" welke in oen stoel werden tnedegedraqen.
nacht over, als hij in St. Blaise koiui; niet waar Antoine ?" „Stellig wel. papa, altijd!" De man grijnsde. De grijsaard sprak toen op gezaghebbenden toon: „Doe wat ik je zeg, Anatole! Zeg uit mijn naam aan Tirté, dat ik wil, dat hij hier overnacht; morgenochtend, als de paarden weer fristh zijn, kan hij vertrekken; daar is hij juist; maar waarom keert hij; weet hij niet meer waar de stallen zijn?" Werkelijk kwam de koetsier, die iets verder was gereden, om te kunnen kceren, weer op dezelfde plek terug en toen hij langs het kasteel kwam, groette hij beleefd „Tirté," riep de markies. „Waar gaat ge heen ?" Maar de man scheen hem niet te verstaan en reed door. „Maar waar gaat hij nu toch heen ? Vlug, Anatole, roep hem terugI"
Uit Tschecho Slowakije
Kinderen in de nationale Icleederdracht
Daar mijnheer Anatole zich niet bewoog, wendde de markies zich tot zijn zoon: „Anatole! Jij bent zoo vlug; toe, haal hem terug; het zou me zoo spijlen, indien hij verirok!" Mijnheer d'Érdéval ging naar beneden, maar hij b-tuitte op Théodule, die hem zei: „Doet u maar geen moeite, mijnheer de graat; hij wil toch niet blijven: hij heeft het mij zooeven nog gezegd." ..Waarom wil hij niet blijven?" Théodule, een groote Normandische boerenjongen, antwoordde verlegen en loch beslist, terwijl hij met zijn blauwe oogen in de richting van mijnheer Anatole keek: „Om hem!' „Je hebt hem niet ingehaald." zei de markie> ontevreden, toen hij zijn zoon terug zag komen, ,,als je eens wist, hoe me dal hindert, dat Tinté is vertrokkenzonder zelfs het middagmaal hier te gebruiken. Waarom heb je hein niet ingehaald; jij, die even snel loopt al? een haas?" „Het was o nnoodig; hij wilde niet )lijven: hij had het reed y aan Thédule üezegd!" ..Waarom wilde hij niet blijven, Th vroeg de markies. dul e ,,0, dat weet ik niet, mijnheer de markies, dat heeft hij mij niet gezegd; hij zei alleen, dat hij niel wilde blijven; dat is alles!" Recht tegenover een grooten boom stond Miche verborgen de aankomst van de bezoekers af te wachten. Mijnheer d'Érdéval zag haar. ..Anne Miche; venvacht je je vriend Jean ?" Het meisje knikte bevestigend, maar zij bewoog zich niet. „Morgen komt Jeanl maar nu kun je mi; toch wel komen begroeten ?" De blik, waarmee Miche hem aankeek, scheen te zeggen: „ik durf niet!" en ze verborg zich nog beter achter den dikken boom. „Wat heeft zij toch ?" vroeg mijnheer d'Érdéval, ..zij is zoo verlegen geworden ?" Een weinig verlegen antwoordde de markies: „Zij mankeert niet^; wat wil je dat haar scheelt ?" ,,lk vraag het u juist, omdat ik het niet weet; vroeger vloog zij met een lachend gezichtje naar mij toe, als ik haar riep; en vandaag verschuilt zij zich angstig achter een boom! Mijnheer Anatole kwam tusschenbeide: „Zij is daar heel goed! als men haar vrij liet, zou zij den ganschen dag in het kasteel rondloopen; zij moet tegengehouden worden!" Mijnheer d'Érdéval draaide hem den rug toe en riep een klein hondje, dat hem herkende en naar hem toe kwam draven. Plotseling, in het midden der allee, hield het stil en keek angstig naar de vestibule, waar mijnheer Anatole stond; het beestje weigerde beslist verder te komen. Xu had de graaf geen verklaring meer noodig .Hij had begrepen, dat de vroegere palfrenier dien schrik verspreidde. ,.lk denk, dat Ceres, evenals Miche, moet worden tegengehouden," zei hij ooiijk; terwijl hij het bordes afliep om het hondje te streden, dat zich nu beschermd voelde en vroolijk tegen den graaf opsprong! Men had alle koffers naar boxen gebracht en de gasten gingen naar hun kamers om zich voor het diner re kleeden. De markies zei lol mejuffrouw de Cerisy en haar broeder: ,,Als u iets ontbreekt of u wenscht een of ander, dan wilt u dit wel aan mijn beheerder vragen!" (Wordt vervolgd.)
.
KAMERPLANTEN
VRAAG EN ANTWOORD
Hydrangea hortensis syn. H. Hortensia, De heer K- N., Ouddorp schrijft: kortweg Hortensia genoemd. Deze planten Ik wou u eens een vraag doen. Hoe hebben haar bloei weer gehad. Vele particuontstaat het zoogenaamde St. Elmusvuur? lieren, die een Hortensia koopen, weten Men ziet het veel aan ijzeren voorwerpen, niet hoe. ze de plant na den bloei moeten zooals toppen van masten waaraan de wimbehandelen om het volgende jaar weer pel bevestigd is, meestal bij buiig weer. Ik mooie bloemen te krijgen. heb zelf wel gezien, dat men er vijf in Zoodra de planten uitgebloeid zijn, snijdt den mast en één op de boegspriet en men ze op een jong scheutje terug ter op het roer kon tellen. Eens ben ik op hoogte van i o a 12 c.M. Daarna plant onderzoek uitgegaan in den top van den men ze uit in een, met ouden koemest bemast. Maar dan ziet ge zelf niets. De mest, rabat. Op donkere dagen geve men knechts zagen het wel op dek, je voelt de planten vloeimest. Door deze sterke voeniets warms en je kunt ook met eea ding zullen de planten meerdere scheuten zakdoek ze niet verwijderen en toch zijn maken. De sterkste behoudt men, niet het vuurgevende lichtjes. Wonderlijk hè! meer dan vijf, de andere snijdt men weg. Antwoord. Het St. Elmusvuur is een Ook kan men ze op één stam kweeken; dit electrisch verschijnsel. Blijkbaar stroomt gaat echter beter met jonge planten. Half bij bepaalde atmosferische gesteldheid uit of eind September pot men ze weer op en hoogstaande voorwerpen als masten, boolaat men ze buiten op een beschut plaatsje men ,e.d. een zoodanig krachtige electriaanwortelen. Voordat de nachtvorsten sche energie, dat in den donker een komen haalt men ze binnen. Heeft men een lichtend verschijnsel wordt gezien. bak, dan graaft men ze daarin, zorgdraOok de ouden kenden het St. Elmusgende, dat ze in den aankomenden winter vuur al. De Grieken spraken van Castor niet kunnen bevriezen. Beter doet men ze (Ti Pollux en in tal van wonderverhalen in een koude kas te overwinteren, die men, speelt het een rol. als het al te koud wordt, eenigszins kan; D. P. te Schiedam vraagt: Hoe kan men verwarmen. Heeft men geen bak of kas worm uit eikenhout krijgen. Ik vermoed, dan plaatst men ze in een frissche kamer. Zet men ze in 't voorjaar warmer, dan dal het wormen zijn. Het hout vertoont allemaal kleine gaatjes. zullen te bloeien al naar gelang men ze warmer heeft gezet. Antwoord. Onze medewerker schrijft, dat Eenige mooie Hortensia's zijn: het meer ot minder gevorderd stadium van Mme Emilc Mouillère, deze is groot„worm" ook verschillende behandeling bloemig wit, Lilie Mouillère met roseroode nood ig maakt. bloemen. Absoluut afdoende is een onderdompeDe laatste jaren komen er echter nog ling in benzine. Dit gaat echter maar voor steeds nieuwe variëteiten bij. kleine stukken. Zooveel mogelijk afdoende Een zeer bekende kamerplant is Impa- -is het inspuiten met bijv. een machinetiens, door den particulier ,,waterplajntje" oliespuitje van benzine en dat geruimen genoemd. Deze naam is ontstaan, doordat tijd dagelijks herhalen. Indien de benzine de planten: ie. veel water gebruiken, 2e. de worm treft — vochtig maakt — doordoordat ze veel water bevatten; de vertrekt zij hem geheel en is het insect direct menigvuldiging kan geschieden, door een dood. Het moeilijke is echter, het beestje deel der plant in een fleschje met water tel zelf te treffen. Dit gebeurt afdoende met hangen. Heeft men een goede kennis, die een onderdompeling, omdat de benzine dan een plant bezit, dan vraagt men die om door al de kanalen trekt en het insect • een stekje. Dit stekje hangt men in een doodt. fleschje met water en het gaat worteltjes Wanneer men geruimen tijd, zeg drie vormen. Is dit het geval, dan moet men weken, de tweede behandeling toegepast het vlug in den grond planten, daar de heeft, stoppe men de gaatjes met was en wortels die in water groeien, niet in den indien er dan geen nieuwe bijkomen of grond willen groeien. Zijn ze klein dan de oude gaan niet weer open, is de zaald gaat het wel. Het komt ook wel eens voor, gered. Hout, dat aangetast is door worm, dat het stekje gaat rotten. Om dit te voorblijft echter altijd onbetrouwbaar, daar men komen moet men de stek onder een ge- .het hout inwendig niet doordringen kan en leding afsnijden en de wond eenigszins de kiemen vrij zeker in het hont zitten. laten opdrogen. Men kan ze ook stekken Mahoniehout krijgt nooit worm, noten-, in een zandigen grond, b.v. gewonen tuinlinden- en eikenhout heel veel, beukenhout grond, vermengd met seherp zand. Ook kan minder. de stek in den pot, met scherp zand omgeven en verder tuingrond gesteld worden. Zijn de stekjes geworteld, dan pot men ze CORRESPONDENTIE op (als ze in water zijn gestekt) in een, voedzamen grond, b.v. een mengsel van M. de O. te Utrecht. Het spijt me, dat tuingrond, vermengd met goed verteerd we u niet kuanen helpen. De eenige raad compost of stalmest. Op donkere dagen dien wij u kunnen geven, wendt u zich tot geve men de planten vloeimest. een beroeps-insectenverdelger. , Eenige mooie soorten zijn o.a. Impatiens M. C. te Rotterdam.-Onze raad kan Sultani met helder karfnijnroode bloemen. alleen zijn, begin er niet mee. Het aantal Hiervan heeft men hybriden, waarvan de menschen, dat met het filmspcl succes kleuren varieeren van donker- tot lichtheeft, is zóó gering, dat wij u niet rood. I. Holslii met prachtige vermiljoen kunnen adviseeren u op dezen weg te beroode bloemen. Deze is ook mooi om in geven. De, heer Weisbard van het W. B.een beschaduwd hoekje van den tuin uit Theater ten uwent, zal u zeker in dezelfde te planten. A. GEERTSMA. richting adviseeren. Spreek eens met hem, N. N. te Haarlem. Het secretariaat EEN VRAGENBUS van den Nieuw Malth. Bond is gevestigd H. v. Alphenstraat 1 8 te Haarlem. Lezers, die onzen medewerker op het gebied van bloemen en planten vragen willen stellen, kunnen dit doen, mils zij f 0.30 in postzegels uisluiten. Men vergel e dit vooraf niet. Deze 30 ets. zijn een vergoeding van den brief aan hem, den brief aan ons, den brief terug aan den aanvrager.
/, W. K- U' Deventer. Onze afspraak met den heer Van Dijk is zóó, dat wij alléén zijn gedichtjes opnemen.
ONS SPORTHOEKJE ;
VOOR DE KINDEREN
Ik weet voor jullie een pracht spel, dat met weinig kosten, een welkome aanvulling van den leegen tijd zal brengen. Het spel dat ik hier bedoel is:
Het Hagbalspel. Benoodigdheden: een stukje open speelterrein, b.v. bij in aanbouw zijnde huizen, of een breed grindpad in het bosch; verder een plankje, vier paaltjes, een elastieken bal, ter grootte van een tennisbal en liefst een slaghout van onderstaanden vorm. Het spel wordt het best gespeeld met 12 ä 15 kinderen in elke partij. Partij a heet slagpartij, partij b, veldpartij. We zullen nu achtereenvolgens beschrijven hoe het veld moest opgesteld zijn, wat de slagpartij moet en mag^ doen en wat het werk van de veldpartij is. Het veld. De vorm komt er niet op aan. Waar het mogelijk is neme men een rechthoek, ais eenplankje, brandplankje, genaamd, b is een lijntje op den grond getrokken en waarachter de speler, die aan slag is, zich moet opstellen, c, d, e en f zijn paaltjes. De stippclpijl van uit f, geelt aan in welke richting een rondgeloopen speler der slagpartij weer bij b moet komen, g—h is een lijn, waaroverheen de bal moet geslagen worden om in spel te zijn. De twaalf stippen zijn de spelers van de veldpartij. i, is dq brander, behoort eveneens tot de veldpartij. De slagpartij. Deze stelt zich achter lijn b, in volgorde op. No. 1 neemt het slaghout en slaat den bal zoover mogelijk het veld in, buiten bereik van de spelers der veldpartij. Nu werpt hij het slaghout neder en loopt zoo hard hij kan naar paal c en zoo de bal nog niet door de veldpartij naar den brander gegooid is, loopt hij door tot d, e of f, of (*clfsv naar zijn plaats achter lijn b- Bereikt hij die plaats in eens, dan krijgt hij 3 punten, moet hij onderweg bij een der palen stoppen, dan krijgt hij bij het binnenkomen 1 punt. Bij hel binnenkomen roept de looper hardop: ,,/«". Komt bij het slaan de bal voor de lijn g-h op den grond, dan mag de speler niet loopen. Na no. 1 speelt no. 2 en vervolgens de andere no's hetzelfde spel. Na. 10 ä 1 5 minuten telt men de punten samen en wisselen de partijen. De veldpartij. Wat heeft nu de veldpartij te doen ? We zeiden boven reeds dat de speler, die den bal geslagen heeft, mag loopen totdat de bal „gebrand" is. De veldpartij moet dus zorgen, dat ze den bal zoo vlug mogelijk stopt en naar den brander werpt. Deze kaatst hein op het plankje en roept „hraiid". Wordt door een der spelers van de veldpartij de bal gevangen, zonder dat deze op den grond is geweest, dan roept de speler: „vang" en krijgt 2 punten. Ook de veldpartij kan dus punten verdienen. Goed veldwerk is dus een belangrijke factor. Nu moet ik nog oven mededeelen, dat de »peler, die niet bij een paal is, als er „gebrand" wordt, uit is en nie/ weer mag slaan. Wordt er een zoogenaamde „run" geloopen, d.w.z. (jat een speler inkomt, «onder bij één der paaltjes te hebben gestopt, dan mag de speler die uit was, weder inkomen. VETERAAN,
■■■■ De athletiekwedstrijden Belglé- Nederland te Antwerpen De heer Boot (Holland) wint het no. verspringen (sprong 7.01 M.)
Wedslrijö 1500 meter hardioopen (winnaar de heer Fomnean).
Powelle (Belg.) wint het no. polsstokspringen.
Intern, zwem- en waterpolowedstrliden Nederland—België te Utrecht Een gecombineerde sprong (de heeren Mette, Hemsing en Lotgering).
De winnende nederlandsche eslafette-ploeg.
BR.*^.-"
Intern, zeilwedstrijden op de Zuiderzee Zondag 1 Augustus gehouden. De strijd van de regenboogklasse.
De nederlandschc oloeg. die ook ditmaal den wateroolowedstrijd tegen de be|gen „.floor.
- „W^*^ Wedstrijden op de Zuiderzee
Donderdag 30 Juli gehouden. Links: Mr. Caro rondt met de winnende .Admiraal de Ruyter" het startschip. Rechts: een interessan» kiek tijdens den wedstrijd.
Sportfeest te Zwolle De heer Wiedijk var. het 7de reg. Infanterie te Harderwijk die den 100 Meter wedstrijd in II2/5 sec. won.
(
|/ ^*j
m
'"""^ASfièS
aHEttH' lüt
ik^JH;
rSfe
Sportfeesten der H.V.V. te Hengelo A . J SP... . A . de Amsterd. Politie sportver. werd te Utrecht kampioen speerwerper van Nederland.
Links: Wedstrijd boogschieten. Rechts: De heer v. Bolten Jr. (Amsterdam) winnaar 800 meter hardioopen; daaronder ■-"■>- • " j a , _ , , . . j \ 11. de heer J. Selman (Amsterdam) winnaar kogelstooten.
'flJL.r^Tt De groote vlucht der cinematografie hoeft ook spoedig groote belangstelling in de wetenschappelijke kringen gevonden. Wat zou b.v. de studie der insecten vergemakkelijkt worden, indien men den vleugelslag in de ontelbare momenten vast kon leggen om een getrouw beeld der beweging te verkrijgen. Langen tijd hield men dit voor onmogelijk. Het is ook geen kleinigheid, wanneer men rekent, dat met de enorme snelheid dier vleugelbeweging een opname-getal van 1800—2000 beelden per seconde werd geëischt. Buil, een Parijsche geleerde, gelukte het met Ultrarapid, ook vonken-cinematografie genoemd, de blijkbaar onoplosbare opgave te vervullen. Ter belichting van het op te nemen insect bediende hij zich van de electr. vonk, welker duur buitengewoon kort is en tuschen Viu—'/ao milliocnste seconde varieert. Met behulp van voor dit doel geschikte inrichtingen, gelukte het hem dan ook de enkele vonken willekeurig snel op elkaar te laten volgen, zoodat iedere vonk voor de belichting van oen filmbeeldje gebruikt werd, waarbij het fihnband zelf met gelijkmatige, echter met zeer groote snelheid voortbewogen werd. Bij dezen buitengewoon vlug op elkaar volgenden korten belichtingsduur is het verklaarbaar, dat de film zelfs al loopt zij nog zoo snel, haast geen voorwaartsbeweging tusschen de enkele expositie-plaatsen maakt. Cranz, een andere onderzoeker, en zijn medewerker was het gegeven de vonkenbelichting nog te verhoogen, waarbij ze tot 1 oo.ooo vonken in de seconde kwamen en zoo in minder dan geen tijd een groote hoeveelheid beelden verkregen, waaronder van een wegvallende kogel, explosie-werkingen enz. Het was daarbij mogelijk vast te stellen, dat de versplintering van beenderen door een kogel eerst na het doorschieten van het projectiel plaats had. Ook de Röntgen-cinematografie is een uitstekend middel, als het geldt medische onderzoekingen vast te stellen. Ofschoon aanvankelijk tamelijk moeilijk, heeft de moderne techniek het Röntgen-cinematografeeren tot beter resultaat gebracht. Daar gewoonlijk Röntgen-opnamen zoo geschieden, dat de fotogr. plaat in lichtdichte cassette op het op te nemen object (b.v. een hand) te staan komt, achter welke dan de Röntgenstralen door de hand op de plaat inwerken, dacht men onoverkomelijke beletsels te ontmoeten bij het overbrengen op de film. Groote moeilijkheden bood dit probleem dan ook. Daarbij komt nog, dat men hier hoofdzakelijk groote formaten noodig heeft (18 X 24 c.M. en grooter). Daarbij diendq elke plaat in een looden cassette gelegd te worden. De Röntgen-stralen zouden anders door de platen heendringen en deze versluieren. Verschillende oplossingen zijn in deze richting gevonden met welker behulp men dan ook ca. 5 opnamen in de seconde bereikte, waarmee onder andere een uiterst interessante reeks van opnamen over de werkingswijze van de maag genomen konden worden. Daar echter deze snelheid de hoogere wenschen der wetenschap niet kon vervullen, was een verbetering noodig. Deze is te danken aan Dr. F. W. Grocdel.' Nadat het hem gelukt was, een voor zulk
Willy Kreveid, de nederlandsche humorist, die een buitengewoon geslaagde imitatie geeft van Harold Lloyd en daarmee in de belangrijKste theatets voer het voetlicht treedt.
een momentopname onmisbaar, niet nalichtend versterkingsscherm te verkrijgen, heeft men aan den bouw van de film cinematografie kunnen beginnen, welke een 26 c.M. breed fihnband met schokken transporteerde en een opname-cijfer van 12 beelden per seconde bereikte. Een groote vooruitgang was daarmee verkregen. Naast al deze methoden staan nog vele andere, zooals stereoscopische, kleuren- en panorama-cinematografie. Verder nog vele vertakkingen hiervan, zooals combinatie van film met spreek-apparaten enz. enz. Om alles in de finessen over dit onderwerp uiteen te zetten, zou men meer ruimte moeten hebben dan waarover wij hier kunnen beschikken. Daarom moet ik mij dus bij de hoofdzaken houden. De film heeft bij lange nog niet haar hoogtepunt bereikt, doch bevindt zich in ontwikkeling. Er zal nog heel wat van de film gevraagd worden 1 Alleen de mogelijkheid onbrandbaar filmmateriaal te tabriceeren, zou al een groote vooruitgang beteekenen en het gemakkelijk brandbare materiaal onmogelijk maken. Laat ons een nagaan wat al bereikt is. Door de film was het mogelijk snelle met het oog niet meer volgbare momenten te detailleeren en een nauwkeurige studie te bereiken bij onderzoekingen op wetenschappelijk terrein. Het meerendeel der menschen kent de cinematografische producten althans als amusement, welke ook wel door de gedachte aan winst tot excessen is gekomen. Doch daarnaast is ook een plaats gevonden voor leerrijke doeleinden. De op vele plaatsen bestaande schoolbioscopen bewijzen dit. De laatste internationale filmtentoonstelling te Amsterdam toonde ons eenige werken op geografisch en ander gebied, waarwaarbij de film den successievelijken opbouw in uiterst vindingrijke wijze weergaf, zoodat op zulk een basis berustende verklaringen zonder twijfel gemakkelijker en vaster in het geheugen te dringen zijn dan die waarbij alleen het woord en niet het bewegende beeld kan worden gebruikt. De cinematografie heeft haar brecden stroom te danken aan de kleine riviertjes, die zich met haar vercenigden. Een enkele naam daarbij te noemen, zou tot onbillijkheid voeren. Het is een ontwikkelingsperiode geweest, die zich langzamerhand omhoog heeft gewerkt. De eerste proeven, beelden in leven te
,
—
brengen werd in 1832 door Plateau in Gent met zijn levenswiel gedaan en onafhankelijk van hem te gelijker tijd door Stampfer in Wicu. Een verbetering van' dit idee gaf dan het zoogenaamde tooverwiel, dat in 1833 door den Engelschman Homer precies beschreven is maar eerst omstreeks i860 in Amerika ingevoerd werd. Den Oostcnrijkschen officier Uchatius (1845) gelukte het intusschen het levenswiel met een projectie-toestel te verbinden, en zoo levende beelden op een doek te werpen, welk idee in 1853 door hem zelf weer veranderd werd. Hij voerde tezelfder tijd ook zijn nieuw apparaat te Weenen in. Hij bezat een vaste beeldschijf en daarvoor een krans van objectieven, zoodat op ieder beeld een lens kwam. De ter verlichting gebruikte lamp heeft men cirkelvormig kunnen draaien en zoodoende het eene beeld na het andere op het scherm kunnen werpen. Bij het draaien van een handvat werden dan de beelden in zoo vlugge opeenvolging vertoond, dat ze zich voor ons oog tot een geheel vereenigden. Stampfer merkte reeds op, dat het beeld in den korten tijd waarin het getoond werd, stilstaan moest, hield echter een schokkende beweging haast voor niet mogelijk. De eerste verwezenlijking van dit idee is blijkbaar aan den engelschman Wheatstonc toe te schrijven, toch moet zijn gedachte niet geslaagd zijn, daar wij een practisch patent van een toestel met schokkende beweging eerst weer in het jaar 1 869 van den amerikaan A. B. Braunn vinden. Zijn uiterst vernuftig apparaat toonde destijds reeds, afgeï\en van het filmband,' het voornaamste van het moderne bewegingswerk van heden, en met Clerk-Maxwcll bereikte Reynaud met zijn onder den naam ,,Praxiouscoop" gebouwd apparaat in het jaar 1877 groote verspreiding. De verdere ontwikkeling ging parallel met de fotografie. De moeilijkheden waarmee men in het begin te kampen had, laten zich begrijpen. De fotografische methode was destijds nog niet zoo ver om voortgaande bewegingen, d.w.z. momentopnamen op te nemen. Men behielp zich toen met tijd-opnamen en liet lederen persoon in zijne op elkander volgende bewegingen, in lederen stand afzonderlijk poseeren. Bijzonder verdienstelijk' hebben zich daarvoor gemaakt, Wenham, Wheatstone, Calleman-Sellers en o.a. ook Muybridge en Anschütz, wie het dan ook gelukte in tamelijk korten tijd betrekkelijk veel beelden tot stand te brengen. Verdere noemenswaardige verbeteringen vinden wij dan in het jaar 1874 door den Astronoom Jansen, dien het gelukte den voorbijgang van de Venus voor de zon in een reeks van momenten vast te houden en door hem aangespoord hield Prof. Marey met zijn in 1882 gebouwde inrichting de vlucht van een vogel in 12 momenten in de seconde vast. Daar door verschillenden reeds opgemerkt werd, dat de negatiefglasplaat voor een vlugge voortbeweging te zwaar is, ging men er toe over het celluloidband daarvoor in de plaats te nemen. In 1889 heeft de engelschman FoieseGreene voor het eerst de filmband in zijn toestel aangebracht. Edison gelukte het dan den steen aan het rollen te brengen, doch bleef het den Gebr. Lumiere voorbehouden de lichtbeelden populair te maken.
——^
^
, ■"^..'•.■.■■v.
1 EEN ROMAN MAN DEN i ë EERSTEN CONSUL | © |j
DOOR
MATHILDA MALLINQ
»
Ir |
Het was een gure, stormachtige dag in den laten herfst van het jaar 1800 — of, zooals men toen zeide, in het begin van Pluvióse Anno III. De bladerlooze kastanjes en eiken in het park van Les Fougères droegen een glinsterend gewaad van half bevroren regenwater, en de verwaarloosde pahnheggen met hare kleine, ronde bladeren, die sedert den dood van den koning zeker nooit meer geschoren waren, kronkelden zich in streng afgemeten, kunstige lijnen langs het breede terras tot aan de Loire, en waren zwart en stijf van vocht. Het liep tegen vijf uur in den namiddag, en de schemering begon reeds te vallen. Het kasteel — een oud gebouw uit het einde van de middeleeuwen — rees met zijne vele torens hoog en donker in de grijze, bewolkte lucht. Uit eenige vensters straalde reeds licht, en een man met eene handlantaam trad naar buiten op de hooge, vervallen steenen trap. Zijn lange, wijde regenmantel fladdi rde om de dunne, met een korte broek bedekte beenen, en de saamgebonden haren zijner pruik, die buiten den kraag uitstaken, stonden stijf in de lucht. „Mademoiselle 1" riep hij luid en angstig, terwijl hij de hand boven de 'oogen hield en de lantaarn boven zijn hoofd hief. „Mademoiselle Edmcel" Een jong meisje in een langen, met bont afgezetten mantel zonder mouwen kwam vlug uit een smal zijpad op de trap af. Zij droeg een hoed naar de mode van vijftien jaar geleden met veeren en een breeden rand h la bergère. „Ik kom al, Jeannpt," hare stem klonk frisch en luid door den wind. „ik kom all Je behoeft niet te roepen alsof het kasteel in brand _ stond." Met een 'paar stappen was zij boven op het terras. „Is de Abbé gekomen?" vraagde zij in gespannen verwachting. „De Abbé wacht op u, Mademoiselle!" antwoordde de oude man verwijtend. ..Monsieur de Chätillon vergezelt hem." Terwijl hij sprak, duwde hij de zware deur met den rug open en liet de dame binnentreden. Het was eene groote, met tegels belegde vestibule, waarin zij nu kwamen. Het plafond en de muren waren met verbleekte frescoschilderingen versierd. Tegen een der wanden bevond zich eene gebeeldhouwde, in den muur vastgemaakte houten bank, die tot aan de haardstede doorliep, welker zooeven aangemaakt vuur de zwarte en witte vierkante tegels van den vloer bescheen. In den tegenoverliggenden hoek van het voorportaal leidde eene breede trap met eene prachtige vergulde leuning naar de tweede verdieping. Zij was met wapenborden en vele heraldieke emblema's in stijven stijl versierd. Zij zag er bijna uit, alsof ze nog nieuw was, en haar verguldsel vormde een eigenaardig contrast met de streng ouderwetsche meubelen van donker eikenhout. In den middelsten muur waren twee deuren, waarvan de eene geopend was en door welke men stemmen uit het zich daarachter bevindende vertrek hoorde. Midden op den vloer had Jcannol een doffen zilveren kandelaar met drie dunne vetkaarsen gezet, welker vlammen door den tocht, walmend heen en weer gewaaid werden.
Het gerestaureerde stadhuis te Sneek Het oude stadhuis te Sneek is na geheel gerestaureerd te zijn, de vorige week weder officieel in gebrul genomen.
De jonge dame ging dadelijk naar het vuur, en de bediende nam haar mantel aan, dien hij op de bank legde. Zij betastte hare mouwen, die min of meer vochtig geworden waren, en strekte toen de handen naar het vuur uit. Zij droeg eene japon van zwarte zijde, die er weliswaar niet versleten uitzag, maar nog van het snit was, dat men op portretten uit de laatste jaren van de regeering van Lodewijk XVI vindt: een lahigen, nauwen rok, korte, nauwsluitende taille met eene dubbele rij groote knoopen, breede, driekante omslagen op de borst en lange, nauwe mouwen, die in eene kleine punt op de handen' eindigden. Om haar hals lag een fichu ^1 la Marie Antoinette van groen en witgestreepte zijde, dat over de borst gekruist en door eene groote rozet tamelijk hoog op den rug bevestigd werd. Het haar — prachtig goudbruin haar — droeg zij naar de toen heerschendc mode aan het achterhoofd in een Griekschen wrong geknoopt, terwijl het in natuurlijke krullen voorhoofd en ooren omlijstte. Dit was de achttienjarige jonkvrouw Edmée-Louise de la Feuillade, wier vader voor eenige jaren bij den eersten opstand in de Vendée gevallen was, en die nu met eene oude, doovc zuster barer moeder en verscheidene adellijke dames, welke de tegenspoed van den oorlog van een dak beroofd had, dit eenzame kasteel aan den linkeroever der Loire bewoonde — het oude stamslot van de familie der Rocroycs, dat sedert den tijd van het Regentschap ledig gestaan had en nu tijdens de Omwenteling den vervolgden nazaten van dit geslacht als schuilplaats diende. Zij leefden hier bijna zonder eenige aanraking met de buitenwereld, behalve diegene, welke zij zich door de scharen der Chouahs verschaffen konden, welke haar tegelijk beschermden en beheerschtcn.
Mademoiselle de la Feuillade hoorde door de half geopende deur een dof gemurmel van verscheidene stemmen. Zij streek zich het haar uit de slapen, en bekeek een oogenblik hare handen, die niet volkomen schoon waren, terwijl zij •het hoofd ter zijde boog en de vingers uitspreidde. Daarop trad zij met vasten tred de kamer binnen. Aan de ovale marmeren tafel 'met wijd uitgebogen vergulde pooten, zaten zes per- ■ sonen kaart te spelen. De plaats aan het boveneinde der tafel nam een krachtig man van middelbaren leeftijd in priestergewaad en met tonsuur in, die juist op dit oogenblik peinzend met twee vingers eene kaart vasthield, om haar uit te spelen. Tegenover hem, met den' rug naar de deur, zat een tweede heer, die eene länge gepoederde, in den hals saamgebonden pruik droeg. Tusschen hen, aan de lange zijde der tafel, hadden vier oude damea plaats genomen, twee aan lederen kant. Zij droegen allen hooge, gepoederde kapsels en stijve, spits toeloopende tailles, aan den hals vierkant uitgesneden, met half lange mouwen. Jammer was het, dat men op deze statiejaponnen nog duidelijk de sporen der motten uit dien droevigen tijd zag, dien zij ongedragen in kisten hadden moeten doormaken. De Abbé Bemier, die Mademoiselle de Ia Feuillade het eerst zag, legde dadelijk zijne kaarten op de tafel, en stond met een uitroep van vreugde op. Met elegante, kleine passen en uitgestrekte handen ging hij haar tegemoet. „Lieve dochter," zeide hij, terwijl hij met groote vriendelijkheid haar hoofd tusschen zijne handen nam, „ge weet misschien reeds het groote nieuws, dat Monsieur de Chätillon voor u heeft ?" Daarbij wees hij op den heer met de pruik, die opstond, en eene stijve buiging maakte, Edmée neeg diep en op ouderwetsche wijze voor de beide beeren. „Voor mij ?" zeide zij glimlachend. „Het nieuws is zeker wel voor ons allen. De vrede is gesloten, nietwaar, mijnheer de Abbé ?" „De vrede — ach jal Ik weet, dat ge reeds van Montfaucon gehoord hebt, en dat eindelijk de groote liefde, die allen zonder onderscheid het vaderland' toedragen," zijne stem werd plotseling zalvend, „onze dappere vrienden hier in de Vendée heeft doen toegeven. Voor enkele dagen ondcrtee.kendcn wij den vrede met generaal Hédovillc, en' thans heeft ook Monsieur de Chätillon mij verheugd door toe te treden. Dames!" hij wendde zich tot Mademoisselle de Rocroyes en de anderen, „ik verzoek u overtuigd te willen zijn, dat ik diepe sympathie voor de edele trouw aan een ongelukkigen vorst gevoel, maar de zaak der Heilige Kerk is toch voor het oogenblik de gewichtigste van alle, eft« om iets voor haar te kunnen doen, waartoe thans naar ik hoop, de tijd gekomen is, behoeven wij in de eerste plaats den vrede, den vrede met onze landslieden en broeders, onze arme, verdoolde broeders." Hij 'keek naar de zoldering der kamer. „Nietwaar, lieve vrienden, in de eerste plaats moet de ziel gered worden ?" Niemand antwoordde hem. De dames zuchtten, en eenigen van haar maakten het teeken des kruises. „Maar, mijn lieve kind," vervolgde de
WEES SLIM GEBRUIK GLIM
.
***Wr*rW!pV*
,
,
—
t.
■
'■■
Abbé thans met zijne gewone stem, „dat is niet alles. Wij hebben nog meer nieuws! Raad eens.!" Edmce schudde het hoofd en lachte. De opgewekte stemming van den Abbé deelde zich ook aan haar mede. „Madcmoisselle de Rocroyes, Madame de Beaurullier," aldus sprak hij rpet eenc buiging de oude dames aan, „wenscht gij, dat ik het aan Mademoiselle zeg?" „Gij stelt mijne nieuwsgierigheid al te zeer op de proef, mijnheer de Abbél" riep Kdmt'e. „Is er werkelijk nieuws, dat mij 'aangaat ?" De Abbé gebood met opgeheven hand plechtig stilte. Daarop zeide hij gewichtig: „Monsieur de Chatilloit en ik reizen morgen naar Parijs, om met den Eersten Konsul over den vrede te onderhandelen. Uwe tante wenscht, dat wij u medenemen, Mademoiselle Edméel" „Mijl — morgen! Maar tante!" wendde zij zich tot Mademoiselle de Rocroyes. „Ik ben volstrekt niet reisvaardig. Ik heb niet eens eene japon om aan te trekken. Höe zou ik op reis kunnen gaan ?" Verrukt, verward keek zij met stralende oogen van den oen naar den ander. Reeds de gedachte, het sombere slot te zullen verlaten, deed haar hart sneller kloppen. „Wij hebben alles overlegd, Edméel" sprak Mademoiselle de Rocroyes langzaam en waardig. „Jeannot en Valentine zullen je vergezellen, en een beter reisgezelschap dan den Abbé en onzen ridderlijken vriend 1 Monsieur de Chatillon," met eene deftige buiging naar dezen, „kan je niet hebben. Je weel, van hoeveel belang het is," voegde zij er met nadruk bij, „dat je zoo spoedig mogelijk naar Parijs gaat. Madame de Chateauneuf verwacht je zeker reeds." Edmée bloosde, en fronste even de wenkbrauwen. Madame de Chateauneuf was de zuster baars vaders, en reeds sedert hare kind-vluid was het eene uitgemaakte zaak tusschen de families, dat Edmée met haar neef, Louis de Chateauneuf, in het huwelijk zou treden. Als kind was zij veel met haar neef die zes of zeven jaren meer dan zij mocht tellen, samen geweest; maar in de laatste tien jaar, na de uitbarsting der Omwenteling ,had zij hem, noch hare tante, gezien. Het was voor haar eene vernederende gedachte, dat hare bloedverwanten haar bij de eerste beste gelegenheid wegzonden en eenen man wilden opdringen, die weliswaar sedert jaren tot haar gemaal was bestemd, maar die haar wellicht vergeten was. Buitendien zou zij tot hem komen, ontbloot van alle middelen, en zonder eenig ander vermogen, dan hare aanspraken oji goederen, waaroji beslag gelegd was, en die zij waarschijnlijk nooit zou terugkrijgen. Ja, zij bezat zelfs niet cenr ordentelijke reisjapon, waarin zi] voor hare familieleden zou kunnen verschijnen.
(Wordt vervolgd.)
LEVENSPROBLEMEN Vroeger heb ik het reeds gezegd, dat een van de aantrekkelijkste kanten van mijn werk voor ons blad is, de belangstelling, die de lezers toonen voor wat ik schrijf. Meestal komt deze wel het sterkste uit wanneer ze het niet eens met mij zijn. Doch dat mteresscert mij niet minder dan lof. Integendeel. Critiek houdt je frisch en waarom zou een ander het niet véél beter weten dan ik. Naar aanleiding van mijn advies aan een jonge vrouw, die met een ouderen man getrouwd was en wilde scheiden, kreeg ik van A.T. het volgende schrijven. Het lijkt mij een meening te verkondigen, die waard is ernstig te worden beschouwd, ook al is men het er niet mee eens. Uw antwoord, schrijft hij, vond ik zoo verschrikkelijk, dat ik niet nalaten kon er u over te schrijven. Uit den inhoud van uw blad heb ik zoo af en toe de meening geput, dat uw orgaan in het algemeen op een rijker geestelijk standpunt stond, dan de meeste andere geïllustreerde bladetn, die voor het groote publiek bestemd zijn. En toen ik uw antwoord in „Levensproblemen" had gelezen, toen dacht ik: „Had Curius maar liever gezegd, daar kan ik geen antwoord op geven." Want z'n eigen meening kan dat bijna niet zijn. Hij durft hier niet vrijuit te zeggen, wat de mensch van dezen tijd in zoo'n geval wel moet voelen. Al is deze vrouw van 25 jaar er zelf onschuldig aan, i^ haar samenzijn met dien man liefde of berekening ? Berekening niet van haar, maar van haar vader ? Wat raadt haar aan ? Cherchez l'enfant! Zonder liefdel Afschuwelijk mijnheer! Heusch, het is menschonteerend. Is berekening in al z'n vormen dan zoo leelijk waar het de gemeenschap tusschen man en vrouw betreft? Ja! Waarom? Omdat het onmogelijk maakt te leven! Wat is dan leven ? Het mooiste wat men in zichzelf vinden kan naar buiten dragen! Dat wat men werkelijk mooi in zichzelf vindt omzetten in daden, zooveel maar mogelijk is! Met den drukkenden last van zoo'n liefdeloos, dus onrein huwelijk belast kan er van een mooi fijk „zich uitleven" niets komen. Ideëel genomen is uw advies afschuwelijk leelijik. En practisch genomen, met het oog op het geluk van komende kinderen en van de vrouw zelf ? Ook dan. Want liefde kan men niet maken. Bij die menschen zal op z'n allerbest een sfeer van margarineliefdc hangen, doode liefde, uiterlijk voor de wereld lijkt het misschien wel wat, innerlijk is 't een ijskelder, waar geen bloem van geluk kan gedijen. Ik ken vrijwel een zelfde geval als waar het hier over gaat. Maar die jonge vrouw was zeer energiek en toen ze tot de ontstellende ontdekking kwam van wat ze g<xiaan had, toen hield nietsen niemand haar tegen. Tot tweemaal toe trachtten familieleden de vrouw en den man weer aan elkaar te koppelen, maar ze liep ten derde male weer weg. Toen • heeft men haar met rust gelaten en haar een beetje geholpen. Eerst leek het of de reactie haar zou breken, maar langzamerhand herleefde haar levensmoed. Zij veroverde zich een goede betrekking, wijdde zich aan haar werk en thans is" zij ten tweede male getrouwd met een jongen man, dien zij en die haar lief heeft en een stralend uiterlijk bewijst de gezondheid van geest dezer menschen.
Daarom, als ik een antwoord zou geven aan dé stelster van dit levensprobleem, dan zou ik zeggen: Redeneer zoo kort mogelijk, tracht je man te doen begrijpen dat dit huwelijk leelijk is, maar kan dat niet dän, scheur stuk deze banden, maar denk er om dat je sterk moet zijn, want velen zullen je tegenwerken. A. T. zal, evenmin als ik, willen gelooven, dat hij de wijsheid in pacht heeft en zijn levenservaring alléén doorslaande is. Daarom zal en moet hij kunnen begrijpen, dat, hoeveel moois er in zijn redeneering is, zijn advies mij in het geval dat mij ter beoordecling werd voorgelegd, glad verkeerd voor kwam. Het gold hier niet een krachtige energieke figuur. Integendeel. Wanneer men mij gevraagd had, zou ik het huwelijk aangaan, dan had ik natuurlijk „neen' gezegd, doch nu het eenmaal gesloten is: bleef mijn raad: Make the best of it. In negen en negentig van de honderd gevallen zijn scheidingen voor de vrouw ideëel en practisch een vloek. Hier was een paar menschen, die wanneer ze wilden, héél goed bij elkaar konden behooren en die, mits verstandig tot elkaar gebracht, genoeg liefde voor elkaar konden hebben, en onder den zegen van het kind geluk deelachtig te worden. Die mocht ik niet van elkaar sturen. M.E.R.CURIUS.
Verkeerd begrepen door F. MONTGOMERY Verteld voor de jonge lezeressen en lezers van ons blad
Baron Everard verloor jong zijn vrouw, die hem twee jongens naliet. Humphrey, een wildzang, en Alfred, een zwakker ventje. Hun fransche kinderjuffrouw heet Vlrglnle. De baron is lid van het Parlement, wanneer hij thuis komt zijn de jongens erg blij. Aan tafel vertelt de baron aan zijn zwager, die met hem meegekomen is. dat hij van plan is de adel uit de buurt op een diner te vragen. Wat is dat adel. informeert Humphrey. Oom Charlie houdt hem voorden mal en zegt dat het halve wilden zijn. Je begrijpt hoc de jongens daar nieuwsgierig naar zijn en er met elkaar over praten. Den volgenden dag gaat de baron met zijn zwager en Humphrey naar de kerk. Oom Charlie verbaast zich er over dat Humphrey zoo stil en gehoorzaam is. Hij weet niet hoe het knaapje, gedurende den kersttijd nog altijd vol van de gedachte aan zijn moeder is.
„Neen," zeide Humphrey, „zij is ook geone dame, ten minste niet wat ik eene dame noem," en zijn broertje tot zich trekkende, opdat geen ander hem verstaan zou, voegde hij er fluisterend bij: „zie Alfred, ik zal je dat nimmer kunnen doen begrijpen, omdat je moeder niet gekend hebt." „Neen," antwoordde de arme kleine Alfred, „dat denk ik ook niet." Hij wist bij .ondervinding, dat dit laatste argument afdoende was, en ^zweeg daarom ook terstond. ,.En wie zal mijn kleine Alfred kiezen?" begon de baron weder, ,,Ik denk een heel klein meisje." „Ik zou graag het dochtertje van den boor hebben, als 't u blieft papa, omdat zij het eenige meisje is dat ik ken, dat kleiner is dan ik." Heel goed, dan zijt gij beiden voorzien. Charlie, gij moet tegen het oogstfeest overkomen, om Humphrey te zien huppelen met zijn stevig danseresje en Alfred met het „eenige meisje dat hij kent, dat kleiner is dan hij.' „En wanneer zal het wezen vader ?" vroeg Humphrey, „toe, bepaalt u.een dag dat de oogst mag begiinnen." „Wanneer het gele koom bijna rijp is moogt gij dien dag bepalen," hernam de
vader. „Ik heb dit jaar eene machine om te maaien, dus is alles spoedig gemaaid als men eens begint." „Ik zal alle dagen naar het veld gaan om te zien hoe het koorn vooruit gaat," zeide Alfred. „Dan weet ik een veel korteren weg," riep Humphrey, van het hek afspringende en eenige koomaren met den wortel uittrekkend, „ik zal ze mede naar de kinderkamer nemen en ze dagelijks rijper zien worden." „Dwaze jongen," zeide zijn vader, „gij hebt ze te vroeg uitgerukt, nu zullen ze nooit rijp worden." Humphrey zag treurig naar zijne koornaren. „Daar had ik niet aan gedacht," zeide hij. „Laat ons heengaan," zeide baron Everard op eens, „het is hier vreeselijk warm en ik verlang onder de lindeboomen in het aangrenzende veld te komen." De knaapjes klommen over het hek en renden naar de aangewezen plaats, terwijl de beide beeren langzaam volgden. Baron Everard en oom Charlie zetten zich in d« schaduw neder in het gras, de kinderen namen dicht bij hen plaats en vroeg'en om eene vertelling. „Oom kan het beter dan ik," zeide hun vader, zeelieden zijn juist menschen om te vertellen." En het bleek dat oom Charlie heerlijk vertellen kon. Hij vertelde van haaien en krokodillen, van berenjachten en wonderlijke avonturen te zee en te land. De kinderen hingen aan zijn lippen. De schaduwen verlengden zich, de zon begon allengskens te dalen, maar al luisterde vergaten zij alles, terwijl hun vader onderwijl zjeh- verdiepte in de beschouwing van hunne glinsterende oogjes en van de telkens veranderende uitdrukking hunner gezichtjes. „Komaan," zeide baron Everard eindelijk, opspringende, „geen vertellingen meer, of wij zullen den geheelcn nacht hier moeten blijven. Het is reeds over zes, en Virginie zal niet weten wat er van ons. geworden is." „O hoe heerlijk!" zeide Humphrey met een ziucht, toen hij van die wondcrvolle hoogten moest nederdalen tot de beuzelingen van het dagelijkach leven, waarin de naam van Virginie hem terugriep, „ik hoop vader, dat gij mij zeeman zult laten worden, als ik groot ben ?" „Wel, ik denk niet dat dit juist je roeping- is," antwoordde baron Everard, „maar je hebt nog tijd genoeg." „Ik ook," riep de kleine Alfred, ,,ik wil ook zeeman worden," „Gij, lieveling," zieide baron Everard teeder, „gij niet, ik zou je niet kunnen missen, mijn lief jongske."
...aeneest U verrassend snel wen |
Rheumatiek Ischias Verkoudheid Griep Slapeloosheid Jicht Influenza Spit Hoofd- en Zenuwpijn Genezing en onschadelijkheid gegarandeerd. | Vainjgkaa, 1« allt Jtpolhtkin en ,'Onf il/en f0 80 en f 2
En dit zeggende, boog hij. zich om het gezichtje, dat zoo smeekend naar hem opgebeven werd, en de lipjes die altijd gereed waren zijne liefkoozingen te beantwoorden, te kussen. Humphrey wendde 't hoofd om en staarde op de koornaren in zijne hand. „Zou hij jaloersch zijn ?" dacht oom Charlie, het kleine gezichtje onder den stroohoed opmerkzaam gadeslaande, en twijfelende of hij niet een traan zag glinsteren onder de lange, donkere wimpers.
Maar alvorens hij eenige zekerheid hiervan kon hebben blonken de oogen van het kind alweder van verwondering over een vreemd diertje met duizend pooten, dat uit het koorn in zijn hand was gekropen. ,,En nu- jongens, komaan, naar huis." De baron nam al sprekende zijn rotting op en wandelde met zijn zwager gearmd verder, ,.lk ben zeker, dat al !''■■ LM h >' ni'1 nog eens herhaald zal worden. Charlie! Virginie zal er ter dege van genieten," zeide hij. Bij de thee werd dien avond weinig gebruikt, de kinderen hadden te groote haast om weder naar beneden te gaan, in de hoop meer vertellingen te hooren. Maar de baron maakte zich ongerust over de gloeiende wangen en schitterende oogen van Alfred, en verbood meerdere opwinding, zoo kort voor het naar bed gaan. „Wilt gij morgen verder vertellen van den krokodil ?" vroeg Humphrey, op de knie van zijn oom klouterende, toen hij hem goeden nacht kwam zeggen. „Morgen moet ik weg, mijn jongen," was het antwoord. „Morgen al!" zeide Humphrey. „Wat een kort bezoek!" ,.Ja een heel kort bezoek," herhaalde Alfred, die het altijd zijn plicht rekende hetzelfde te zeggen als zijn broeder. „Den volgenden keer zal het langer zijn," zeide oom Charlie, de beide geacht jes kussende.
Uit de praktijk van Dr. Pijnloos. Bewaren! 8 Vervolg komt! ,,]a jonge man, hoe kom je er eigenlijk bij? )e voeten, hoe onverzorgd zij ook mogen wezen, zijn het mooiste wat je nog hebt en daaraan gaat men toch niet met een scheermes snijden! )e wilt een beschaafd mensch zijn en weet nog niet eens, dat men tot verwijdering van eksteroogen Kukiroi-pleiSter (60 cent p. pakje) gebruikt, die de eksteroogen in enkele dagen, zonder pijnen zonder gevaar verwijdert? En bovendien, wat zien je voeten er uit? Ik heb vroeger als bad-arts Fransche dames behandeld en daaraan hadt ge, wat de voetverzorging betreft een voorbeeld kunnen nemen, om van de Eskimo's, die ik als scheepsdokter behandeld heb, nog te zwijgen. Ik kan U slechts aanraden:
Gebruik Uw verstand en
WIE ZINGT DAAR? DE „NEW EDISON" =
NEW^EBJSON COMPARISON WITH Till [ LIVING AUTIST REVEALS NO DU fcERF.NCE
Wij noodigen U uit tot een bezoek
KUNSTZAAL EDISON AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM
.
LEIDSCHEST^AAT 84 LANGE POTEN 15 . WITTE DE WITHSTRAAT 88
KUKIROLI
Verzorg Uw voeten doelmatig met de door doktoren aanbevolen Kuklrol-preparaten. Hoc U van Uw eksteroogen afkomt, heb ik al gezegd. Maar voorallesneemeenKllklrol-VOetbad IHOcts. p pakjel U zult zien, hoe goed dit U doet. Uw loopen wordt veel krachtiger, want het Kllkirol-voetbad sterkt zenuwen, pezen en gewrichten. De huid der voeten zal niet meer vochtig, opgezet of koud zijn, maar warm, droog en bovenal reukeloos. Na ieder voetbad en ook 's morgens poederen met KukirolStroolpoeder (60 cent p. strooidoos.) De geheele Kuklrol-kuur: pleister, voetbad en strooipocder, (ook afzonderlijk verkrijgbaar) kost, in speciale verpakking, te zamen slechts fl.SO. Let echter goed op het merk „Hanekop met voet", zoodat men U niets anders in de handen stopt. .Volg deze aanwijzingen nauwkeurig op en over een paar dagen zie ik U terug." Bij alle Apothekers en Drogisten verkrijgbaar. Vroogl gratis tocKnilIng der leerrijke brochure „Da jmste Tenerging der voeten", door Dr. F, Nello, per briefkaart of door inzending dezer advertentie als drukwerk met 2 ets, gefrankeerd, onder vermelding van Uw adres op de enveloppe. N, V. Drogeriien Mutachappli, Schiekade 254, Rollerdu. Alleenvertegenwoordigers der RaMral-fabriek, grootste fabriek der urereld voor preparaten ter verzorging der voeten. e «T
—.,
.jv^^^^^^^r'^r-
'^vvr^rvrAv
■■
^^^■»—i^^-—
VOOR ONZE LEZERESSEN
!
's? voor een meisje vfin 2—5 jaar
öen allerliefst Cfbreid jurkje No 13297 Een aardig model kindermanteltje voor de koelere dagen.
y
V
Patronen van deze. mei loeslemmintj der firma Weldon ^ereproduceeidc modellen zijn ad f 0 60. fr. p. p fO.75
verkrijgbaar bij Mevr. Milly Simons, .loofdagenlevon Weldon's geknipt e patronen. 2eSchuylsliaat 261, den Haag.
MOOIE HANDEN Zooals alle dingen, die wc mooi willen liou.den, hun veriürging noodig hebben, zoo is dat zeker het geval met onze handen, die nog maar al te vaak verwaarloobd worden. Toch is het zeer gemakkelijk nm ze mooi te houden, ook al doen we er allerlei werk mee. Het is wel aan te bevelen om, als de handen erg vuil zijn, ze eerst flink in te smeren met crème of een andere vettige substantie. Het wordt in de palmen van de handen, vooral goed in de naden gewreven; de crème lost al het vuil op en maakt de huid /acht en sjocprl. Dc vettige stof wordt er weer afgewreven mot een ouden lap of een stuk zacht papier. Dan worden de handen in een warm zeepsopje gewasschen, waarbij wc meieen het velletje dat over den nagel groeit, met een dun. stevig staafje naar beneden duwen en zuo het halve maantje, dat er onder zat, te voorschijn halen. Xu worden de handen heel luchtig afgedroogd, enkele druppels glycerine in de palm gegoten, deze flink in de huid, zoowel onder als bovenop de harid gewreven, als het er goed ingetrokken is, worden de handen verder stevig afgedroogd. De nagels moeten nooit geknipt, maar altijd naar den vorm van den vinger bijgevijld worden. VijJ de nagels niet puntig bij, puntige nagels zijn leelijk,' draag ook geen lange nagels, het is zeer ongemakkelijk, aan den pink is het niet zoo lastig, daar kan de nagel wel iets langer zijn. De nagels worden gepolijst met pasta of poeder, soms worden ze al mooi glad, door ze enkel te wrijven met een stukje £;emsleer.
No. 126'^; Een aantrekkelijke zomermantej
MODE EN VERMAAK
Dit jurkje zal snoezig staan gebreid van crcmc-z.iji met jaspéstrepen en een koo-rd rond hel lij.fje. Benoodigdhcden: Een streng crème kunstziij, een streng jaspé-z:ij en twee boenen of aluminium naalden no. 7. De jurk wordt gebreid in den kousen steek, dat is een toier recht, een toer averecht. Zet met de crème zij 90 steken o.p. ie toer recht. 2e toer avenecht. 3e toer. Zet de jaspé-rij aan, breek de crème z:ij niet af en brei tot het einde van den toer. 4e toer met jaspé-zij. 5c toer met crème zij. Gaat zoo door met twxe toeren jaspé-zij en twee toeren crème te breien, totdat er 8 strepen jaspc zijn. Brei dan 46 toeren van crème zij in den kousensteek. 47e toer. Zet aan het begin van de volgende twee toeren 10 »teken op. Brei dan nog 6 toeren. 55c toer. Brei 45 steken, werk 20 steken af, brei dc overige 45 steken.
56e toer. Brei nu alleen dc laatste 45 steken, werk hierop 10 toeren, telkens één steek aan het halseinde van iederen steek minderend. Werk, wanneer er nog 35 steken over zijn, 8 steken af, en brei nu de 45 steken van de andere zij op dezelfde wijze. Zet dan 56 steken op en brei 23 toeren van alle steken te zamen. Werk aan beide rijden 10 steken af, brei nog 46 toeren, zet dan de jaspé-zij aan en brei als voor het voorpand. Werk af. Strijk voorzichtig onder een vochtigen doek, naai de jurk aan elkaar en maak van jaspézdj een toer stokjes rond den zoom, den hals en de mouwen. Zet knoopjes en lusjes of trensjes aan de schouderopeningen. Haak een ketting van lossen, 115 centimeter lang, en werk in eiken steek een stokje terug. Dit is voor de ceinture. Werk voor de lusjes, waar de ceinture doorgehaald kan worden, 8 lossen, maak in iederen lossen een vasten, en stik ze dan op de jurk. ■"■''.y
Twee aardige moderne hoedjes, welke van v lil b.v. in een paarsche nuance mei zwarl of ander gekleurd lint, eenvoudig, doch smaakvol kunnen gegarneerd.
Reeds nu loopen er geruchten over de herfst- en wintermode. Japonnen zxdlcn met veel borduursel gedragen worden, doch de kralen spelen daarbij niet meer zoo'n belangrijke rol.
Shawls ziullen ook van zijden borduursel worden voorzien en ontegenzeggelijk grooter in formaat worden. Het groote gemak, dat ztiji bieden, wordt steeds meer geapprecieerd, vooral bij japonnen zonder mouwen. Tule en kant worden veel voor shawls gebruikt, beide in kleuren welke bij. de japonnen passen. * * Kant is bijzonder en vogue vooral in lichte kleuren, beige, caramel en honingtint. * * * Wat er ook veranderde, de effen, gouden trouwring bleef in vorm gelijk. Sinds eenigen tijd is ook hierin een verandering gebracht, welke in het buitenland wel veld wint. Jonge bruidjes krijgen nu een ringetje van platina, lang niet zoo breed «ils de ouderwetsche gouden, doch rondom bezet met kleine diamantjes, welke omgeven worden door emaille in blauw, groen of zwart. * * * Colleen Moore heeft bij haar bezoek aan Engeland ter gegelegenheid van een feest, dat in: de filmbranche werd gegeven, een som van ;000 pond sterling ten geschenke gegeven, dat gebruikt moet worden om de carrière van jonge Engelsche meisjes, die zich geroepen voelen voor de film te spelen, te ondersteunen.
n\e Famous Pipers Lasky CorL-' poration te Amsterdam brengt een film uit onder den titel: „Schofiie" (Dc Wolven van Montmartre), waarin Gloria Swanson de hoofdrol vervult. Zij creëert daarin de rol van Toinette. die door iederen apache van Parijs vereerd wordt en bij de politie bekend is onder den naam van „Schoffie", als een kleine, tengere jongen, die aan het hoofd van een zakkenrollersbende staat. In de nachtkroegen is zij echter Toinette. die danst voor de betere bezoekers. Randal Carey, correspondent van een New-Yorksch blad te Parijs, biedt de politie zijn diensten aan om Schoffie te helpen vangen. Hij ontmoet Toinette in een bar en voelt zich zeer tot het meisje aangetrokken, dal ook hem bijzonder sympathiek vindt. Hij vertelt haar. dat hij helpen zal bij het vangen van Schoffie, die zij hem dan als een grooten, breedgeschouderden man afschildert. Toinette en Carey worden verliefd op elkaar, maar hun droom wordt wreed verstoord als de oorlog Carey in het Vreemde-
lingenlegioen dienst doel nemen. Als de oorlog een ongunstige wending voor Frankrijk neemt, weet Toinette de apachenbende te bewegen dienst te nemeiv. Zij zelf steelt een kostbaar halssnoer met het doel de opbrengst af te dragen voor de hospitalen. Zij wordt echter gesnapt en opgesloten in Si. Lazaire. Zij leest daar. dat Carey ernstig gewond in het huis van zijn tante ligt en als de Zeppelins Parijs bombardeeren en St. Lazaire in brand vliegt, ontsnapt Toinette naar het huis. waar Carey ligt. Zij mag hem verplegen en hij herstelt langzamerhand. Dan komt de wapenstilstand. Op zekeren dag komt de politie Toinctte's verblijfplaats te weten en zij begeeft zich naar het huis van Careys tante om Toinette te decoreeren, daar het bekend is geworden, dat zij de apachen, .de wolven van Montmartre . er toe aangezet heeft, dienst te nemen. Als Carey geheel hersteld is, trouwt hij met Toinette en dan is .Schoffie voorgoed van het tooneel verdwenen.
^
TEKST VAN DIRK QOZEWBJN VAN BEEK
MUZIEK' VAN MELCHERT SCHUURMAN Jr.
—
i i u.iüi
'\£e/t/>uzwj?yKcux*ny,
y&zee^L.
A^OM/.'^CW 59iA/.i4md$dui/-WM-tyMiï
Kent gij haar niet de parel van het Noorden, Zij stoeit met windekind aan 't eenzaam strand; Hoop kent uw ziel, wie ooit haar zangen hoorde. Z' is een zonnebloem, de schoonste van het land.
^c^ 8<^
voor voor voor voor voor voor
den Uw den Uw den Uw
Uiep als de zee met goudglans overtogen, Zoo rein als het blauw der lucht vol hemelsvree; Ziet zij u aan, een lach in d'open oogen, Hollands duinenkind, leeft bij de reine zee.
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden. Kunst-liefhebber, HOME.
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL een "EDISON" of NIETS CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BIJ DE
KUNSTZAAL «EDISON" AMSTERDAM DEN HAAG . ROTTERDAM
LEIDSCHESTRAAT 84 ' .. ' . LANGE POTEN 15 WITTE DE WITHSTRAAT 88
^^^^^
!
11
' ■
'.
-W-P-^B
__.^
^.-^
- , -n -rnT^ ia-J-
I
IJI^M
1
'
:
'.,■':■
■'■'■'- '"
'V
""
H1'!'1""'.''--! •
■;
'
'
■
■
WBS^
■
jUJPjMËfcPIIMIIiW VIMMHUMi & €©. Naar LEMMER (postdienst) met nieuwe dubbeldeksalonschepen 's morgens 9 uur en 's avonds 11 uur. Week-end trips. Doorgaande plaatskaarten naar alle stations der Nederlandsche Tramweg Mij door geheel Friesland, Groningen en Drente. Dagelijks behalve Zondags. Hutten aan boord.
Naar MARKEN en VOLENDAM per stoomjachten. Touristenrondvaart dagelijks (ook Zondags) 's morgens 9.30 uur, 10.00 en 10.30 uur. INLICHTINGEN, DIENSTREGELINGEN EN BESPREKEN VAN SLAAPHUTTEN BIJ
Naar KAMPEN en ZWOLLE per salonboot, 's avond 9 uur. Vanaf 13 Juli ook 's morgens 9.30 uur. Dagelijks behalve 's Zondags.
J. G.
KOPPE'S
Scheepsagenfuur
DE RUYTEBKADE • AMSTERDAM Telef. 42208. 44253 en 49432. (Zondags 44760).
Naar ZWARTSLUIS en MEPPEL Maandag. Woensdag en Vrijdag 's avonds 7 uur.
Voor Behoud van
V
een QcIVG
en
Zachte Huid
JÄ
van Handen en Gelaal gebruik ik altijd
PUROL TANGO 1925 (4. grooie Modedau) Oadcrwii« d.fl.lijk»
Dans Instituut C KUNKERT 2'tiMA
StadkMdenkade 152 Tel. 24232
/
Amsterdam
Naaml. Vennootschap
Directeur E. BOERMA
BLANK ALS HET GELAAT VAN MONA LISA
DAMES-EN HEERENKLEEDERMAKERIS De Coupe in nieuwe banen
te blijven, is de wensch van iedere vrouw, die er prijs op steh baar natuurlijke bekoorlijkheid duurzaam Ie verzorgen.
wil ze^en : De tol nog toe onopgeloste moeilijkheid door film en projedie opgelost omdat de coupeurs, tijdens het snijden rekening kunnen houden met den individueelen lichaamsvorm. GroBingcn HeercMlraat 58 Telefoon 755 •terd.m, Rokia 70. Telefoon 35808
De keuze van de soort toiletzeep is daarbij een belangrijke factor. »
Neem gerust een proef met
MONA LISA TOILETZEEP zij zal D in alle opzichten bevredigen en U zult er de heilzame uitwerking van op Uw huid met voldoening constateeren.
€. J. STREUE? SCHILDEREN EN BEKLEEDEN VAN AUTOMOBIELEN
Dintelstraat 23 (Wijk VII) Den Haag - Telef. 72373 Tegenover het Bureau van den Postcheque en Girodienst EERSTE KLASSE ENGELSCHE GEMAAKTE HEERENKLEEDING Ontvangen schitterende collectie
costuums en regenjassen
in orijzen vanaf f 32.50 tot f 70.—
..LONDON HOUSE" Laan van Meerdervoort 136 Hoek
VM OieaeBstrut DEN HAAG GEEN FILiALttsi
HET ..BUREAU-PISUISSE" Frankenslag-166 • Den Haag Telefoon 50585 BeUsIzick net kei SAMENSTELLEN van Cabaret programma s en kei organiseeree van Feeslavoaden, Concerten, Drawingroom-Entertaiomenls. Soirees parti col ièrea Kiadervoorsteiüagen. elc. etc.
»THi C^Vi ©ÄIMOINKG
Zij is door haar fijne geur en schitterende kwaliteit
DE ZEEP DER UPPER TEN,
99
v/h MASCOTTE - 68 WAGENSTRAAT 68. DEN HAAG HEEFT ZIJN OUD, GEZELLIG
FgPFAB Ril
WEER TERUG, MET VOLLE MEDEWERKING VAN
«^S
THE ROYAL DANCING BAND ONDER EMINENTE MUZIKALE LEIDING VAN Mr. J. C. v. BRÜCK, EN ARTISTEN
yneWoOBBELflAfinriUNEGEfl
W.H. VAN VENETIË AMSTERDAM 2e Helmerstraat 52. Tel. 24413 HONDEN GENEESMIDDELEN van Dierenarts K. DIFFINÉ Chem. Fabriek Krewel A.G. Keulen ..ONZE HONDEN" Handboek voor den Hondenliefhebber en hondenfokker _ Toezending van dit intressante boek geschiedt on aanvrage gratis en franco.
[
DE CAMERA 24 nos p. jaar - f 1.50 per kw
1
r
I
VAN 4-8 UUR
VAN
r
S'/Z-I'/B
UUR
Mijnhardls Zenuwlablellen ZenuwsHllend - Zenuwsterkend Glazen Buisje 75cl. Bij Apolh.en Drogisten
im SAIATMNDfRSCHOENEN ZIJN
VOOR ADVERTENTIES WENDE MEN ZICH TOT HET CENTRAAL ADVERTENTIE-BUREAU LOUIS BENJAMIN. STATIONSWEG 61b, ROTTERDAM
INPASVOPM ONGEëVENAARD T
W
^—.^
JÜHtÜii^B
mÊÊÊÊÊiÊiÊÊÊMÊam^m