N ' 1 JiJJ S | I f U t , üli.11 Uftt H U > O U l » ! f ' ' l f (| f u ii^ * ' i tt» f K ] 11 'i ' n * " 't »i f) ( if t f i t i l t > i 1 ' vv I \ >!
.
tri « n '| MP »I?,]>JII3 , 3 j i 11 i { » L«- t r i k n"x ir" v ! ! i» iiui (h ' | i« } ] 11 k l p- j
Vertrek Pater Steltenpool Maandag 17 februari vertrek. Kwart voor 3 inscheping tfc Antwerpen. Eindelijk is 'lfcÖOVerlHMet de „Ëdmund Fannlng" naar Sjatighaiü Ik denk teï-ug vooral aan Wognutn, Wervershoof, Nieuwe Niec'orp, Spanferöèk, Hdpg"Wöud, de JTeerhugowaarcf ert Alkmaar, waar ik door zoovele vrienden zoo daadwerkelijk ben gchGipcn. Ook denk ik aan de velen, die van elders mij hun milde giften ^r. goede gaven hebben toegezonden. Ja, met dftnkbaarhtid denk ik teriif» aan <\v velen in WoaUFriesland, die my in zoovele tfingen zoo heerlijk hebben voortgeholpen. Vaarwel Westfriesland1, vaarwel vrienden, kennissen, weldoeners en familieleden! Blijft voor mij bidden, Ik zal 't doen voor U, God zegene Ü! Pater P. STELTENPOOL OFM
AFSCHEID
VOGKUI-:
N] NUY/U N3 ; ;iX):!P
HOOFDSTUK 1 MET ZEEGAT UIT ANTWERPEN. Ruim vijf en een half jaar lang had ik in de kop van Noord-Ho11and als assistentie-pater met velen lief en leed gedeeld. De oorlog was nu al bijna twee jaar voorbij. Holland was nog arm en leeg. Het was'al lang geleden dat ons door de Bisschop in een volle kathedraal het missiekruis was omgehangen, We waren zeker wel met een paar honderd man. Hen grote groep Franciscaanse missionarissen was na de oorlog al naar alle streken vertrokken. Diegenen die bestemd waren voor China hadden steeds moeten wachten. F,r was maar steeds geen bootgelegenheid. En wat de missieprocurator in de oorlog had bijeen gegaard, was allemaal reeds uitgedeeld. Met heel veel moeite en heel veel behulpzame handen had ik,met of zonder punten of vergunning, mijn spullen bij elkaar gescharreld en met bijeengebedeld schnpenwol toch nog een behoor!ijk warme uitzet voor het koude China bljeengekregen. De koffers waren Dec. '46 in Rotterdam op de "Champol!ion" gebracht. Dat was toen een barre tocht door de sneeuw. Zelf stapte ik op een vroege morgen in het "koffiemolentje" naar Hoorn. Daar stond een echte trein klaar om naar Antwemen te brengen. Dat was op Maandagmorgen 17 Febr.1947. Broer Ton was er getuige van dat tot en niet Roos~eHJaa laXLëiT 'gbed'i'VërTrêp. Het was maar goed dat hij mee was, want zonder hem zouden de koffers me in Amsterdam en Roosendaal wellicht een breuk bezorgd hebben. Rij de douane hadden we geen moeilijkheden. Na Roosendaal werd ik weer geholpen door een mannetje dat ons ook in Amsterdam al ontzettend behulpzaam was geweest. Hij sjouwde met mijn koffers of zijn leven er van afhing. Op het grensstation in Esschen nam de douane genoegen met het laten zien van de pas. Er moest niets worden geopend. Wat ik mee had was transito en dus was alles in orde. Om kwart voor drie waren we in Station Antwerpen-üost. We kwamen er met zijn drieën aan, want in Roosendaal waren ook de paters Arthemius Huls en Abdias van de Sande komen opdagen. Na enige tijd troffen we hier op het zelfde kleine stationnetje ook de paters Ilubertinus Backes, Stanislaus Mulder en br. Hippolytus van Schie. We waren dus nu kompleet. Er werden gauw twee taxi's gecharterd en allereerst ging het nu naar liet bureel van Vinke & Co.. Hier moesten we de passagcbiïjetten gaan halen. We horen dat de boot in het derde havendok ligt, maar.... de passagiers worden pas Woensdag 19 Febr. aan boord verwacht ! Dat is potdorie de eerste verrassing al, weer een paar dagen uitstel van vertrek ! Ja, ze hadden wel aan onze Franciscaanse Procuur van onze Belgische paters op Den Oever het laten weten, maar wij stonden toch raar te kijken. Waar moesten we heen ? We hadden alleen een beetje overgebleven Hollands geld op zak. Er was ons op de Procuur in Weert verteld dat er in Antwerpen en op de verdere reis voor alle:; zou worden gezorgd. Op br. Hiep na, gingen we allen eigenlijk voor het eerst op reis. Niemand van ons had er dan ook aan gedacht om op een of andere manier wat buitenlands geld, zwart of niet zwart» te bemachtigen. Geen van allen hadden we enige reiservaring. We besloten om te proberen toch maar aan boord te kanen. Maar bij Vinke & Co. zeiden ze, dat de kapitein daarover moest beslissen. Hij was tot vier uur nog aan boord. We trokken dus de stoute schoenen aan en tuften met onze taxi door naar Kaai no. 180. Daar lag het grote Liberty-schip, de " EiMJND FANNING" eigendom van de beruchte ISBRAM1SEN COMPANY. Benzelfde schip als de "Champollion", dat ik in Rotterdam al gezien had.
_ ~\ _
De kapitein was eem geschikte man Hij begreep onze situatie. De steward sputterde nog wat tegen want er was voor de passagiers nog niets klaar. Ondanks het protest van de steward mochten we aan boord. Het was bijna vij uur. Etenstijd. Ook voor het eten moest worden gezorgd, zei de kapitein. Vijf man meer of minder...maak je geen zorg steward' De paters zullen zich in de hutten wel. wat behelpen. En de eerste stuurman, een kerel als een boom, deed er nog een schepje bovenop en hij koesterde het stewardje in z'n gro^e armen. ïn de diningroom leek het wel tafeltje-dekje. Vanuit een verhongerd Nederland leek het wel of we in een luilekkerland terecht waren gekomen. Ik had me niet vergist toen in Rotterdam op de Champillion de lucht ervan al had opgesnoven. Bij de boot hebben we ook onze missieprocurator Majella Weeninck nog even gezien. We kregen van hem Ï00 frs, voor de komende dagen. Net genoeg om 1} maal een tramretourtje naar de stad te kunnen kopen, De koek in Weert was blijkbaar helemaal op. De laatste missionarissen van de grote groep na de oorlog had hij nu afgeduwd. Ons liet hij met een dooie mus in onze handen achter : honderd francs I Met zijn assistent "onze vlotte Joop" is hij daarna waarschijnlijk de stad ingegaan om daar in een heerlijk botelleke onder het genot van een heerlijk etentje de zaken met de maatschappij verder af te wikkelen. De China-reizlgers waren afgeleverd. Ik dacht nog even aan de das die hij ons in Weert had omgedaan (deel I, bit* 65). Ons eerste souper had heerlijk gesmaakt. ïin we vroegen ons af of onze broeken en -jasjes tijdens de lange reis wel bestand zouden zijn tegen de gevolgen van zulk een eten. Maar op een reis als de onze is veel ongewis. Allerlei storingen kunnen op onze buikrien nog van invloed zijn. Voor ons was een plaats ingeruimd op het achterdek. Daar waren onze hutten. De verbinding vanaf het middeschip met het achterdek was wel idyllisch, maar wij betraden de hrugjes en trapjes toch met wankele schreden, liet eerste wat na het souper moest gebeuren was het in orde maken van de hutten, zodat we in elk geval zouden kunnen slapen. We rekenen erop dat we we] een maand of vier op het achterdek moeten bivakkeren. Ik zal mijn verjaardag nog wel op de boot vieren.Abdias en Artheem gingen intussen naar onze medebroeders in de stad, om daar het lezen van de Mis te bespreken. Dat deden we toen nog ieder afzonderlijk, elke dag. We begonnen ons te installeren. Besloten werd dat ik de grootste hut zou delen met Br. Hiep en F'. Huub. Het zou de stamhut worden waar we door de dag en vooral 's avonds gezellig bij elkaar zouden komen. We zouden het. hier gezellig moeten maken, want elke vorm van passagiers-accommodatie ontbrak op deze vrachtschuit. Behalve in de dini.ngroom hebben we alleen een beetje plaats op het achterdek. Verder staat heel de boot vol met lokömotieven en ander spul. Natuurlijk werd er die eerste avond 'm de hut een pikketanissie te voorschijn getoverd.....op de goede afloop van de reis ' Dinsdagmorgen 18 Fe hr.gingen we al heel vroeg in de morgen met een trollyïïus nliar 3esta3 om er in het klooster de H.Mis te lezen. Ik had nog nooit een trolly-bus gezien. Het is eigenlijk een autobus door stroom aangedreven. Dus half auto, half tram, maar dan zonder rails.
- 2-
We hadden in Antwerpen nog ruim 2 dagen vóór we zouden vertrekken. Te lang - en ook zonde - om al die tijd rustig op de boot te blijven zitten. Bovendien hadden we al gauw gezien dat er in de etalages veel meer te koop werd aangeboden dan waar ook in Holland. Die kans mochten we niet laten schieten. Er moest dus iets gebeuren. Pater Gardiaan op den Oever begreep dat ook wel. Hij hielp ons aan Misintenties. Om te beginnen voor de komende twee dagen. Dat was al 300 frs. We konden nu tenminste allen weer een paar keer met de trolly naar de boot en de stad, want dat was wel 2 uur lopen. Ook werd de Missienrocuur in het klooster opgezocht. We sloten eenvoudig een kleine lening. De procurator vond:het redelijk dat we de kans waarname nom in Antwerpen nog een en ander voor de reis in te slaan. Hij zou het later met deerprocuur in Weert wel afrekenen. We hebben er - heel begrijpelijk - nooit iets over gehoord. Voor ieder van ons kocht de procurator een gemakkelijke ligstoel, üen noodzakelijk meubel, voor onze vrachtboot. Zelf kochten we pantoffels voor warme en koude dagen en...aardig wat rookwerk. Mijn pijp moest ook blijven branden. Voor Hollands geld wisten we een flinke borrel in te slaan en ik voor mij kocht ergens een best polshorloge en "n wekkertje. We waren met drieën aan het inkonen doen. Na verloop~van tijd hadden we zoveel bijeengescharreld dat we het zaakje niet meer konden dragen. We waren tenslotte genoodzaakt om ons met een taxi - die waren niet duur - naar de boot te laten brengen. Met groot plezier zag de kanitein de "smokkelaars" binnenkomen. Tussen de bedrijven door werden er natuurlijk in de stad ook nog vele kerken en musea bezocht. We hoorden deze morgen, na het lezen van de M.Mis, in het klooster een mededeling die ons wel verraste. Een van de paters kwam aandragen met de "Gazet van Antwerpen", 17 Febr.'47. Tussen alle berichten in, stond daar, schrik niet, het volgende : "NOORD AAN BOOM) VAN EEN SCHIP" "Het lijk bij aankomst in Antwerpen ontdekt. Zaterdag is in de haven van Antweipen het stoomschip "EIMJND FANNING" binnengelopen. Toen het schip zich ter hoogte van Vlissingcn bevond, ontdekte men het lijk van een lid der bemanning...met afgesneden keel. Het Antwerps Parket heeft een onderzoek ingesteld." Het bericht verraste ons, temeer omdat de bemanning on ons juist een zeer goede indruk gemaakt had. Het verontrustte ons daarom toch niet zo erg. Kranten schrijven dikwijls zo veel. Maar toen we de volgende dag de kapitein zagen, moesten we toch even een visje uitwerpen. Hij lachte zich rot toen we hem vertelden dat we 's avonds alles toch maar extra goed gegrendeld hadden. Er waren volgens zijn zeggen een paar heren wat aan het kiften geweest en één'had er toen inderdaad wel een paar schrammetjes van overgehouden. Dat was alles !.'! Kanitein Fitzgerald is een aardige vent. Hij houdt blijkbaar van orde en tucht. Hij is de baas. Hij gaf ons de beschikking over alle vier hutten op het achterdek...en toen we hem vertelden dat er volgens de steward in Genua nog twee andere passagiers bij zouden komen, verzekerde hij ons : " I say: ik deel de lakens uit". "Die passagiers duw ik wel in het midship. Ik wil dat jullie hier ruim en vrij kunnen bivakkeren." Niet alleen door de kapitein, maar ook door de andere officieren en manschappen worden we met alle egards behandeld. Als de soep een minuut te vroeg wordt opgediend, dan wordt de salonmaster direct op zijn vingers getikt. De kapitein is katholiek en heeft zelfs een neef die kardinaal is. Twee neven zijn bisschop en verder heeft hij in de familie nog 13 priesters. ASWOENSDAG 19 FERR. De boot vertrekt nog niet. We gaan dus de stad maar weer in. ledere dag kan de laatste zijn. Vandaag moeten daarom de laatste francs op. Eén van ons heeft ergens beste broeken zien liggen, kakiebroeken. Prachtig voor een reis op een boot als de onze, want alles buiten de hutten is olie, smeer en stof. Maar onze portemannaie kan zulke onkosten niet meer dragen. "~
D
""*
Toch komen we klaar. We kloppen nog maar een keer aan bij onze paters op den Oever. Ze hebben het niet breed, maar misschien kunnen ze ons nog weer aan misintenties helpen, waarvoor we op de boot H.H. Missen kunnen lezen. Pater Gardiaan vond dat de giften die daarvoor gegeven worden, niet beter besteed konden worden. Een broek is voor een arme drommel een belangrijk bezit l 's Avonds was ieder van ons een kakibroek rijk. ^•1aar wat een tegenvaller l Ik ben niet in staat mijn achterwerk er in te frummelen. Twee anderen zitten met hetzelfde euvel. Gelukkig blijft de boot nog een dag. Na het souper kwam de kapitein bij ons op bezoek. Hij was nog niet op het achterdek geweest. Hij hoorde van onze broeken en begreep onze armoede. Al gauw rende hij overeind en haalde als troost voor ons een hele slof Chesterfield. "Hier voor vanavond". We hoefden niet bang te zijn, zonder te komen zitten. Hij wenste ons veel succes bij het ruilen van de broeken morgen. Net voor hij kwam, waren we begonnen raet de inrichting van ons kapelletje. "Ik loop niet zo hard naar de kerk", zei hij "maar ik heb mijn vrouw vandaag geschreven dat de kerk nu naar mij toekomt. Ze kan nu gerust zijn, want ik heb nu goed volk op de boot". In de diningroom hebben we de eerste plaatsen. Twee van ons zitten er steeds met de kapitein en de eerste suurman aan tafel. Het gaat er erg zakelijk aan toe. Dat is Amerikaans. Geen komplimentjes, weinig woorden. Er is één uur om te eten. Als je klaar bent, stap je op. Als je te laat bent, is er niets meer. Bidden aan tafel doen de amerikanen blijkbaar ook niet. Maar als wij bidden staat de salonmaster, 'n neger, in de houding, dikwijls de meest onmogelijke. Het is voor ons vandaag een vreemde Aswoensdag en de avond gaf ons nog weer een kleine sensatie. De Belgische wachtpost op de boot, vraagt of we misschien een jongen van een jaar of 16 gezien hebben. Hij moet zich op de boot verstopt hebben. Hoe het is afgelopen weet ik niet. Wij hebben er niets meer van gehoord. Maar heel de boot werd afgezocht. IWNDÊROAGMORGEN lazen we voor het eerst de H.Mis in ons eigen kapelletje. Onze eigen procuur had zelfs aan de meest gewone dingen als hosties en miswijn niet gedacht. Voor irat we niet hadde hebben onze onvergetelijke medebroeders op Den Oever gezorgd. We moesten met het Mislezen al vroeg beginnen, want we waren met zijn vijven. Afwisselend dienden we elkaar. We hadden die eerste morgen netjes op elkaar gwacht, tot ieder klaar was en tussen het wachten door ons brevier gelezen. Na de Mis gingen we gezamenlijk ontbijten, maar...de tijd voor het breakfast ging voorbij. De steward was in geen velden te vinden. De diningroom was leeg en alles was opgeruimd. Gelukkig hadden we een heel blik speculaas ingeslagen..en zo was ons ontbijt spoedig gemaakt. Na dit vreemdsoortig ontbijt zijn we met z'n tweeen de stad ingegaan. We konden de trolly nog net betalen. Er moesten drie broeken geruild. Gelukkig stond de winkel er nog. Maar wat een tegenvaller als we even rondkijken. Met grote letters staat er voor de ramen :"HIER WORDT NIETS GERUILD OF TERUGGENOMEN". Het werd toch geprobeerd., arme missionarissen op weg naar China...Het lukte. We waren nu met 't dinner thuis. In de mening dat er niemand meer binnen was, sloten we de buitendeur van onze tent af, om ook naar de diningroom te gaan. In de haven loopt zo van alles rond. Ook mensen met lange vingers. Er was voor gewaarschuwd de patrijspoorten en de deuren steeds goed te sluiten. Abdias was er het eerste slachtoffer van. Toen wij de zaak buiten afsloten, zat hij rustig in het kapelletje zijn brevier te bidden! Behalve zijn ontbijt dreigde hij nu ook zijn dinner te moeten missen. Maar dat was hem toch te bar. Hij is van armoede door de patrijspoort, naar buiten geklommen en zo kwam boontje toch nog on tijd aan zijn loontje Hij heeft die keer gegeten als een dijker J Na het dinner was het weer broeken"passen en meten. Zonder bijbetaling had ieder nu een broek die paste, zij het dan met behulp van de nodige ingrepen die de naald van broeder Hiep nog moest aanbrengen.
- 4 -
HET ZEEGAT UIT...PK REIS BEGINT Vrijdagmorgen staat het aangeplakt : THIS SIIT SAILS AT 12 NOON, 21.2."47 JJatwil duszeggen dat we om twaalf uur vertrekken. De morgen verloopt heel rustig. De laatste lading wordt in de buik van het schip gebracht en om één uur trekken de sleepboten ons van wal. We varen door het kanaal tot aan de sluizen. Hier moeten we een hele tijd wachten. Daarna wordt het de kapitein te laat. Hij besluit hier te wachten tot de volgende dag, want hij wil met zijn vrachtje niet in het donker door de Schelde varen. Het werd Zaterdag half twaalf eer we in de sluizen lagen. Hier gaat er een Belgische loods met ons mee naar Vlissingen. Een Hollandse loods zal ons vandaaruit het zeegat in loodsen en ons vergezellen tot Dover. Het duurde drie uur voor we onze Belgische loods in Vlissingen weer kwijt waren. 's Avonds om half zeven is de Hollandse kust eindelijk uit het zicht verdwenen. "VAARWEL MIJN DIERBAAR VADERLAND " Nu gaat het komen. Je hebt tocht wel het gevoel iets op te moeten geven. Het schip helpt ons in die rol. Het begint al gauw aardig te deinen. We vinden het in elk geval al heel wat. Maar we zijn natuurlijk nog niets gewend. Niemand wil ook van zijn inwendige kriebels iets laten merken. Maar ongemerkt grijpt de een eens naar zijn hoofd, de ander strijkt eens over zijn maag. Al gauw zoeken er enigen verdrijving op bed. Anderen zoeken verfrissing in de ruwe wind op het achterdek. Heel stoer zet ik een grammofoonplaat op en met een heel passend lied, zo in de trant van :"varentvaren over de baren. Het is wel rot, maar het mot". Broeder Hiep ging er prat op dat hij al twee maal de reis zonder kleerscheuren gemaakt had. Hij gaf ons allerlei vaderlijke wenken. Maar ondanks de goede tips aan ons gegeven, was hij de eerste die de zee zijn tol ging betalen. "Rustig op bed blijven liggen" had hij gezegd, maar op eem onverwacht manent vloog hij als een kieviet van bed naar de railing...nog net op tijd l Huub volgde al heel gauw. Ik had, zo ik al zei, verademing gezocht in de frisse lucht, maar bij een domme noging om het ook eens binnen op bed te proberen, was ik vrijwel meteen genoodzaakt om daar holderdebolder het toilet op te zoeken om er verruüning te vinden. Het was die avond gauw donker en sneeuwstormen belemmerden elk uitzicht. Na een paar uur varen werd het anker uitgeworpen om halfweg Vlissingen en Dover te overnachten. Dat gelukte ons buitengewoon goed. We hadden een goede nacht. Maar 's morgens, nauwelijks op de been, begon het bij verschillenden al weer aardig te kriebelen. Op de vraag vanuit de crew, 's avonds tevoren: wanneer het morgen gelegenheid was om de Mis te horen, hadden we stoer geantwoord : van half zes tot half acht .' Nu was het Zondagmorgen. Stan en Artheem waren present, maar toen ik om half zeven zou beginnen, kon het niet verder brengen dan tot de canon. Mijn benen waren als die van een dronken man en mijn maag deed het ergste vrezen. Abdias nam het over, blij dat het voor hem zo met een heel klein misje (alleen de canon) ook gauw bekeken was. Met Huub was het ook helemaal mis. Zo waren we genoodzaakt om op die eerste Zondagmorgen nog een van de weinige misklanten naar huis te sturen. Huub en ik verschenen die morgen niet in de diningroom...de kapitein had grote lol l Zo ndagmorgen is om kwart over twaalf de Engelse kust in zicht. Even over tweéên wordt onze Hollandse loods met een bootje vanuit Dover van boord gehaald. Met hem gaat mijn eerste briefje mee om via Dover in Vlissingen te ^°sten' Ergensopzee. Zondagmorgen 23.2.'47. Liefste allen. Vrijdag 21.2 om 1 uur uit Antwerpen vertrokken. We moesten lang wachten voor de sluis. Zaterdagmorgen de Schelde uit, laat in de morgen. Om vijf uur in volle zee. Veel geschommel. Zware sneeuwstormen.
*~
J
***
We lagen al gauw over de railing.Slecht uitzicht. Sein: niet verder...en dat na 8 uur Noordwaarts gevaren te hebben, Heel de nacht dus stil gelegen. Lekker geslapen. Maar ik kon vanmorgen toch geen mislezen. Nu alles weer best. We gaan nu richting Dover. Daar moet de loods eraf. Hij zal deze brief in Vlissingen posten. Ik loop nu wat rond op liet dek. Lekker fris. De zon schijnt en het sneeuwt wat. We maken een geweldige omweg over zee. Morgen komen we in Le Havre aan. We komen ook nog in Nancls. Het beste ! Jan. De loods is met de brief vertrokken. De zee is hu buitengwoon rustig. De verfrissing op het dek heeft me goed gedaan. Het souper smaakt om vijf uur weer best. De kapitein kon weer gerust zijn. Uren lang varen we langs de Engelse kust. Toen we Maandagmorgen 24 Febr. wakker werden lagen we te wachten voor de haven van Le Havre. Om 11 uur kwam de sleepboot ons halen. Om 1 uur lagen we aan wal. LE HAVRE : ëén grote ruTne I We zouden er maar drie uur blijven. Maar om vijf uur kregen we verlof om te gaan nassagieren. Een boot heeft blijkbaar weinig te vertellen. Men is van allerlei instanties afhankelijk. Dat is in de haven zo. Maar we hadden het ook op zee al ondervonden. Want toen we Vlissingen verlieten om langs de kust naar Le Havre te varen» kregen we bericht om de reis langs de Engel?e kust voort te zetten. Vandaar die omweg. Le Havre is prachtig gelegen tegen de hoge Franse kust. Maar de haven en de gebouwen...het was ontzettend l Wat een verwoesting 1 De haven was totaal aan pulver. We lagen aan een grote ijzeren pier, zoals Amerikanen die gebruikten bij hun landingen. Fr was eigenlijk maar één plaats waar een boot kon aanleggen. Met kleinere schepen kon men hier of daar nog wel aan wal komen. De stad telde nog een 100.000 inwoners. 50.000 hadden vanwege de verwoesting elders een plaatsje gezocht. We vonden het in het stadje maar een vuile troep... en er waren kroegjes bij de vleet. Fatsoenlijke zaken of hotels zag je niet. In de gekste krotten en stukken huis woonden nog mensen. Om je hart vast te houden. Hoe durven ze er nog in. Dikwijls levensgevaarlijk. Alles draagt hier ook de sporen van de allergrootste armoede. Je zag er ook bijna niemand roken. De mensen hadden blijkbaar ook geen zeep om zich te wassen. Alles was er even duur en men had mogelijk ook geen geld om het allernoodzakelijkste te kopen. De mensen leven denk ik van wat groenten. En vooral de viswinkeltjes, smerige vishokkken, hadden het erg druk. F.en bokkumpie is ook voor moeder de vrouw wel erg gemakkelijk ! Niet ver van de haven lag een kerk, een brokstuk kerk. De pastoor was juist bezig met het geven van de catechismus...aan zes kinderen ! Hij deed zijn uiterste best er een oefening van berouw of akte van geloof er in te krijgen. In een andere kerk werd 's avonds het Rozenhoedje gebeden...ook voor zegge en schrijve zes mensen. We brachten een rustige nacht door in het haventje. De morgen die daarop volgde konden we nog even de stad in. We wisten dat er Franciscanen woonden. Na lang zoeken vonden we ze. De gardiaan was een aardige man..hoe kan het ook anders. Priester gewijd in 1908, had hij 8 jaar in Bleyerheide (Kerkrade) gewoond, waar toen vanwege vervolging, een Franse kolonie was neergestreken. In hetzelfde kloostertje waar ik mijn noviciaat gemaakt had. Hij wist er nog eeen paar woorden Hollands uit te brengen. Het was er in dit kloostertje erg arm. De gardiaan had nog de beste hcri nneringen aan het godsdienstig leven in Holland. Hij wilde er Le Havre gaarne voor ruilen. - 6 -
DE "EDMUND FANNING" Ons schip is een van de vele machtige Mberty-schepen, gebouwd voor het transport van troepen tijdens de oorlog. De "Edmund Fanning" is naar ik schat 16 nu breed en 130 nu lang» Van de kade af leidt de brug je naar het middenschip. Daar is de diningroom en de keuken met wat daarbij behoort. Ook zijn daar de hutten van de kapitein' en de bemanning gelegen. Meestal ook nog een paar hutten voor eventuele passagiers. Op het achterdek liggen de hutten die ons heiligdom zijn. Hen dient er als kapel en éën is er volgestouwd met onze koffers. De twee anderen zijn onze si aaphutten. Bij troepentransporten dienden deze hutten als uitkijkpost. Op weg vanaf het middenschip naar onze hutten staan twee knoerten van lokomotieven met twee even grote bunkerwagehs. Hen akelig brugje brengt ons langs vele trapjes en hindernissen naar ons appartement op het achterdek. Ik was al drie dagen op het schip toen ik merkte dat er ook op het voordek zo'n stel van die kolossen stonden. Alles was natuurlijk goed vast gesoldeerd en met allerlei halken vastgetimmerd. De weg naar ons achterdek ging dus niet over rozen. De kleinste misstap en je zag er uit als een machinist. Zonder zaklantaarn was het 's avonds beslist een gevaarlijke onderneming om heelhuids thuis te komen. Boven op de cabines van het achterdek stond een hele serie flessen met zoutzuur. De snelheid van onze boot varieert van 12 tot 15 knopen of zeemijlen. Een knoop is ruim 1609 meter. Voor een vrachtboot op de grote waterplas is dat dus nog een aardig gangetje. We bivakkeren nu ruim een week op het schip. Het lijkt me een duidelijke zaak dat we als passagiers op deze vrachtboot niet als een last worden ervaren. Het geeft de bemanning een zekere verruiming. De mannen kunnen ook eens praten met een ander soort mensen en over andere dingen. Br groeit een zekere hand en een bepaald huiselijk samenleven. Van groot belang is natuurlijk wel de opstelling van de kapitein. Zijn omgang met passagiers en bemanning. En dat zit wel goed. Hij is een rondborstige Amerikaan, een loyale vent. Voor ons lang niet krenterig. Gisteren kregen we allemaal al weer een hele slof cigaretten. Dat is tien pakjes. En ieder nog een paar pakjes tabak voor de pijp. Geen slecht rantsoen voor vijf dagen l Dat gaat wel af van het boardgeld (de snoepcenten) die voor ons gestort zijn. Haar eg schriel neemt de kapitein dat niet. Op de "l-dmund Fanning'1 is het dus zo slecht nog niet...als je tenminste tegen schommelen kimt. De menu's die ons in de diningroom worden voorgezet zijn voor ons nog steeds om van te watertanden. Zowel breakfast als dinner en sunper bestaan voor oen zeer groot gedeelte uit verschillende soorten vlees. Bij elke maaltijd is het vleesrantsoen zowat gelijk aan een weekrantsoen in ons eigen vaderlandje, 't Is hier of er geen oorlog is geweest. Natuurlijk wordt alles op zijn amerikaans klaargemaakt met zoete aardappelen en mais, of beter gezegd'*op zijn negers", want de koks zijn zwart. Maar ze weten wel wat lekker is. Het eten is wel erg zoet. Alles is er in overvloed. Het lijkt er soms wel op dat de Amerikanen hun magen vullen zoals ze dat doen met de tank van hun auto. Ze bunkeren behoorlijk die bootslui l De crew is ook erg gedienstig. Altijd bereid ons ergens mee te helpe n. De bril van Artheem was op een nacht op onverklaarbare wijze kapot geraakt. Daar komt zo'n nassekwant terloops even langs en een half uur later is ie keurig gemaakt. Hen ander breekt de steel van zijn pijp. Alle soorten veilen worden gehaald...en je kunt weer roken. Hen sterkere lamp in de kapel. Je hoeft maar een kik te geven en hij is er. - 7 _
Het -is n u dinsdag 25 Februari. Om een uur of drie zullen we Le Havre verlaten, het stadje dat 120 bombardementen te verduren heeft gehad. De bel roept nu voor het dinner. Het zal benieuwen wie het vanavond weer het eerste kwijt is. Het hoofdbestanddeel is ook deze keer weer vlees...met macaroni. Ja, soms is het wel een puzzle wat er op tafel komt. Als we gewoon aardappeler hebben, wil dat zeggen dat er hoogstens één voor ieder op de schaal ligt. De aardappel wordt zo'n beetie ais groente gegeten. Zonder tegenslag kunnen we Donderdag in Bordeaux zijn. We zijn benieuwd. Maar...men vreest dat de zee niet erg mak zal zijn. Nu..dan zij wij het wel ! De ervaring op het schip, ons schip - want zo beginnen we het al aan te voelen - heeft ons dat wel geleerd. A^ s we Le liavre verlaten hebbeh zitten wc al tamelijk gauw in volle zee. We gaan langs Cherbourg en Brest. We vrezen weer heel wat benauwde uren. De eerste nacht ging het best, maar dat kwam wel omdat de kapitein ons in de avond op een fikse Schiedammer had getrakteerd. Tegen de morgen begon het gekriebel -1. He boot klauterde als een hobbelpaard tegen de golven. De zee was behoorlijk ruw. Het was al gauw helemaal mis en het breakfast kon de meesten van ons helemaal niet bekoren. Voor wie het wel had aangedurfd was het een hele toer om het geroosterd brood en het kopje thee er langer dan 3 uur in te houden. Met mij was het aldus gesteld : veel praatjes als ik rustig op bed lag, maar zo gauw Lk op mi in benen stond was ik als een dronken man met hoge aandrang van binnenuit om de visjes te gaan voeren. Alles bijeen ivaren het voor ons weer een paar rot dagen. Maar zo gauw we de rivier de Gironde opgingen, was alle leed weer geleden. Donderdag 27 Februari, lagen we 's nachts om 12 uur in Bordeaux aan wal. Om een loods*aan' boord te krijgen moet je soms uren wachten, maar hier was het allemaal heel vlot gegaan. Met wat 1 ïxhtseinen wisten wc er een van een andere boot op te pikken. De haven ligt een drie kwartier varen het land in. We hadden er weinig van kunnen zien want het was behoorlijk donker toen we de Gironde binnengingen. Maar in de morgen zagen we dat Bordeaux echt een mooie stad was. Heel iets anders dan Le Havre. BORDEAUX ( 27 Febr. - 2 Haart ) Vriidagmorqen gaan we meteen de stad in. Het valt mee, want vanaf de haven ben je zo in de stad. Alle beroerdigheid en ellende is weer vergeten. Zo gauw je aan wal bent kun je veer genieten van het passagieren. Hn passagieren is voor bootreizigers altijd een heerlijke attractie. JTlereerst gingen we naar de Rue de Pessac 208, waar de paters Franciscanen jnen. We worden er buitengewoon hartelijk ontvangen. Ze nodigden ons uit om Zaterdag te komen dineren. Zoiets neem je natuurlijk aan. We maakten het daarom nu maar kort. Na de korte kennismaking bij onze paters gingen we op snor naar zusters. We kwamen terecht bij de Zu'ters Franciscaines de Marie. Ook zij nodigden ons uit om de volgende dag bij hen te komen dineren, maar...we hadden reeds een afspraak. Na veel aandrang gaven we toe om er in de avond te kanen souperen. We kregen deze uitnodiging nog op den koop toe, want het eigenlijke doel van ons bezoek was : de was. We waren nu tien dagen van huis, waarvan zeven dagen op zee. En bijna al die dagen waren we zo belabberd geweest, dat de was was blijven liggen. Niemand had de moed gehad er aan te beginnen. Daarom zagen we uit naar de zusters aan de wal. "Haal het maar gauw", zeiden ze. Wij terug naar de boot, zochten het zaakje gauw bijelkaar en na het dinner werd het met veel genoegen bij de zusters gedeponeerd. Ze kregen het om half drie en de volgende dag om half zes was alles kant en klaar. Daar kunnen wij niet tegenop. De zuster1: wilden ons nog van alles gevon en onder veel protest gaven ze ons nog .SOU francs voor de tram en andere onkosten. We waren er to'ch wel erg blij mee. Natuurlijk kunnen wjj bij de purser op de boot ook wel wat boardgeld opnemen, maar met dat geld moeten we zuimg ~iju. iWmi na <1# haven* >n \t&\ne. z*d\*n we
dat de mensen bier in ti'invetbindingen denken. Van do ene 'ram verwezen ze je naar de andere. Alles np it dan ook p-ir tram. Gelukkig dat wc br.Hiep bij ons hebben, w.-nt die spreekt vlot lians. Mi i xs zijn levensweg als Broeder in Frankrijk begonnen. Ilii praat nel on v.ij. ..mrar knikken w t af en toe een gebroken zinnetje Frons. Op onze wandeling door de stad naar de lusters kwamen ve <"ok de kapitein nog tegen, Ilii wilde ons wat op stang jagen met de storu en de harde wind die ons na Bordeaux weer te wachten stonden. Hi j zag enb lopen met de vuile was en vroeg ons wat we allemaal Ie smokkelen hadden. Hij gaf ons, nog maar even 1000 fivncs o*n filmen te kopen. Mot de purser kan hij maar niet begrijpen dat wij kunnen met praktisch geen geld. Maar...zolang wij overal zulke weldoeners hebben» gaat het best. Bordeaux is een mooie stad en heett m tegenstelling tot Ie Ilavre, zo te zien, niets van de oorlog geleden. Maar toch zien we in deze stad ook armoede, veel ariroede, Om maar ietc te neocmen : de men.-en moeten hel hier, net als in Holland, doen met erg wcinjg vlees, 200 gr. pei maand l Alles is hier vreselijk duur en het Inkt wel of de merteen hier met tassen vol papiergeld lopen. Want het neld is waardeloos. 's Avonds naJden we het souper M i de Ziuters, De ontvangst was enorm. In een grote kamer was alles even deftig gedekt. Bijna vorstelijk zoals de tafel er uitzag. We hebben ei heerlijk gegeten. Met 2 grote ntcres die aan 't hoofd van de tafel plechtig toezapon. Op hun verzoek werd er Zaterdagmorgen bij de Zusters ook een ff.Mis gelezen, Fcht uit dankbaarheid l Ze vonden het geweldig: zes missionarissen op weg naat (Tiina, bii hen in de kapel l Na de Mis bezoeken we de" kleuterschool met uitsluitend arme kinderen. Op de borduurschool zagen we een 60 flink opgeschoten meisjes. Ze borduren hoofdzakelijk keikgewaden, maar ue horen ook hier dat het met het godsdienstig leven van deze meisjes niet 20 bijster gesteld is. Er was dan ook geen meisje in de II. Mis. In f lol land zou dat toen ondenkbaar geweest zijn. Vaste misdienaars ziin hier ook totaal onbekend. De zusters krijgen voor dit mooie werk in het onderwijs geen cent subsidie. Dit zien en vernemen we allemaal., en nog veel meer. Van de zusters krijgen we nog 3 flessen mi^wijn en wat kaarsen. We horen hier dat in het land der wijnen, mi wijn heel schaars is. Van de paters hadden ve er ook ai een paar gekregen, zodat we voorlopig weer vooruit kunnen. Met een dankbaar hart verlaten we na het souper de zusters, die zo onvergetelijk goed voor ons geweest waien. Voor Barcelona en eventueel voor andere plaatsen hebben wc van de mdre supérieure - en in dit geval is het een hoge dame in de congregatie - de beste instructies meegekregen. Oo1 voor Rome. Deze zusters doen bij Paus Pius XII de huishouding en een aanvraag orn een audiëntie ?al zeker wel slagen. De ruster die de brief schrijft heeft zelf ook in het Hoofdbestuur te Rome. ge/°ten. De kapitein en velen van de crew hopen vanuit Napeis ook naar Rome Ie kunnen gaan. Zo ?oetiesaan beginnen ve dan ook, evenals onze voetballers, al te zingen van : M'ïe gaan naar Rome "» Zaterdag was het diner bij onze medebroeders. De deur ging wagenwijd open. Er ging iets om in die mensen. Ze zagen in ons 6 missionarissen een stukje van het rijke Hollandse Christendom. Ze hunkeren naar de tijd dat ook Frankrijk van zijn overvloedige rijkdom kon geven aan anderen. Met het katholicisme is het in Franlrijk -al iaren lang erg droevig gesteld, Het iand is arm aan golooi. Je krijgt ^e mdruk dat hier alles wegkwijnt onder de drukkende angst voor het communisme, bn het is vooral de macht van de millioenen die er mee svropatiseren, die heel het k ithoheke leven bijna lam legt. We bespeuren dat ook een communiteit als die van onze paters da. nonder lijdt. Het priesterleven is hier moordend hard. <\1 vechtend tegen de bierkaai is" het lang niet altijd gemakkelijk on «ong en fris, en wam 1 en vu'rig te blijven. Ik denk dat het daarom, ondanks do armoede, in de communiteit'vandaag een groot feest is Ze ujllen zirhrolr ook aan ons bezoek wat optrekken/ Van de tafel hebben ie gemaakt wat ze kon b n en de Franse keuken smaakte goed. De gardinan is ^iek, raar hij kont toch even aan tafel. Hij houdt een speech on herinneide dt -r^rnunitci t, en ook ons, eraan, dat er nóg eens _ o ,.
missionarissen in het klooster waren geweest...en die waren nu allemaal martelaar I Ik zag Pelinus van Wognum al op een consolletje staan .f Van de tafel herinner ik me alleen nog dat ie werd afgesloten met een heerlijk kop koffie, met daarin een lekker scheutje cognac. Ik had dat nog itog nooit gehad. Na tafel moesten we met heel de commumteit cm de foto. Deze gebeurtenis mocht niet worden vergeten ! Na afloop nam een van de paters, een vlotte vurige kerel, ons meer naar het huis van de mariniers. Hij was er aalmoezenier. I-lij wilde ons nog even op iets heel fijns tracteren : een glas Bordeaux als nooit ! Een goede vriend die even kwam kijken, gaf ons twee van de fijnste flessen champagne mee van fl. 25,-. per fles toen ! We besloten ze te bewaren voor de Apostolische Vicaris van Kianchow, Mgr. Pessers. Want daarheen gaat uiteindelijk onze reis. 's Avonds kwam de aalmoezenier ons met twee studenten een tegenbezoek brengen op de boot. Hij informeerde naar het gezinsleven in Holland en wij vertelden hem van het grote aantal priesterroeningen. Meerdere Bisschoppen wisten toen met hun jonge priesters bijna geen raad. Waar maar een gaatje was, werd een kapelaan neergepoot en waar het een beetje verantwoord was, werd een nieuwe paro chie opgericht. In het Haarlemse moesten de priesters langer dan 25 jaar wachten om ergens pastoor te kunnen worden. We vergaten natuurlijk niet te vertellen dat een plaatsje als Volendam toen een 5o-tal priesters had. De nater vertrok om 10 uur, want om die tijd zou de boot vertrekken. Het werd 12 uur...want de purser kwam maar niet. opduiken en dat is op een boot een nogal voornaam persoon. Gewacht en nog wat gewacht. De man had te dien in het glaasje gekeken... Er werd een order achtergelaten dat hij zijn best moest doen om in Barcelona de boot weer op te pikken. De grens met Spanje was evenwel gesloten. Mogelijk zien we hem pas in Genua. We hadden nog gehoopt de zondag in Bordeaux te kunnen vieren, want er zou een grote plechtigheid plaatsvinden. In de kathedraal was alles versierd. De relikwieën van de H. Theresia deden een triomftocht door het land en die werden Zaterdag in de kathedraal verwacht. Een grootse plechtigheid in een land arm aan geloof, Ook de hoop om vanuit Bordeaux neg even Ln Lourdes te komen, moesten we opgeven. De tijd was te kort...en het zou ook nogal wat gekost hebben. RARE CAPRIOLEN In het nachtelijk duister werd Bordeaux Zo_ndag 2 Maart in de vroege morgen verlaten. We verlaten Frankrijk met zijn levendTg~gesticulerende mensen. Het land waar iedereen een alpino schijnt te dragen, zo gemakkelijk in het gebruik, al gauw passend voor ieder lid van de meestal kleine gezinnen. De boot snijdt weer door de golven. De dagen die nu volgen kan ik we] het beste tekenen niet de woorden van St, Paulus : er is maar één ding waarop ik kan roemen : mijn zwakheid 1 's Nachts ging het nog goed en in de vroege morgen hadden we nog allemaal de H. Mis gelezen. Maar we waren nauwelijks de Gironde afgevaren of het spul begon. Je kunt je groot, houden, maar ik vind dat ook het minder mooie moet worden verteld. Ook dagene wat je nederig houdt en klein. Moedig gingen we nog ontbijten, maar sommigen gingen meteen weer retour. Bijna gezamenlijk openden we onze mond om in grote edelmoedigheid uit de rijkdom van ons binnenste te geven...aan de vissen.'En dat op de zevende verjaardag van mij Priesterwijding .' Ofschoon we het hadden kunnen weten spuwde de Gironde ons onaangekondigd en onverwacht uit in de ons allen bekende en gevreesde Golf van Biskaye. ' " Van dat ogenblik af ging het met alles vóór de wind. Eén van ons was evenwel alle oriëntatie kwijt. Hij probeerde het tegen de wind. Hij zag eruit als een zebra ! We lagen al heel gauw met vieren tegen de matras gedrukt en ik voelde me als een kikker die zich met opgezwollen buik (waarvan? want ik had nog niets gegeten) en uitpuilende ogen angstig vastklemt aan wat kroos dat hem voor verdrinking moet behoeden. - 10 -
We troffen het wel heel erg slecht. Zelfs de kapitein begon al te spreken van iets dat op een storm leek. Het schip maakte sprongen van drie tot vier nieter omhoog en dan weer omlaag. Dan had je nog die wiegelende beweging zijwaarts..en onder je het gebonk en geronk van de scheepsmotoren. De hutkoffers slingerden van de ene kant van de cabine naar de andere. Zo ging het richting Spanje. Heel de Zondag storm...en het stormt nog als we Maandagmorgen om half negen de meest Noordelijke kust van Spanje passeren. Dinsdag (4 Maart) is de storm wel wat geluwd, maar het schip maakte met z'n kostbare lading nog rare capriolen. U denkt bij die lading aan ons, de passagiers, maar ik denk aan wat ons later in Genua duidelijk zou worden. Want in de buik van het schip zaten geen eieren ! Terwijl we zo langs de kust van Portugal varen, voelen de meesten van ons zich van binnen tamelijk mal. Alleen Artheem en Stan weten zich op de been te houden. Zij passen op hun zwakkere broeders, tiaar ze kunnen weinig of niets aan ons slijten. We•passeren Lissabon. Graag waren we even aan land gegaan o?n wat verfrissing op te doen, daar waar St. Anthonius zijn roeping ontving tot Franciscaan. Hij zag toen de eerste vijf Franciscaanse martelaren in triomftocht Lissabon binnenkomen. Maar wat een tegenstelling : ik was op het purit die roeping bijna te verliezen. Want op weg naar het land mijner idealen was ik zo ziek als een krab. Wat kan een mens op zee ziek zijn. Ze hadden me bij het voederen der dieren wel zo overboord mogen gooien. Ik weet niet of de anderen aan Anthonius hebben gedacht, maar als het zo was, dan hebben ook zij zeker verzucht 'Anthenius, Anthonius, wat laat je je medebroeders in de steek J' Al wiegend en hobbelend door een stormcentrum gaat Portugal aan ons voorbij. Het land van Francesco en Jacintha..en met de maag op mijn tong denk ik aan de gidsen en verkenners van Nieuwe Niedorp, die zo dikwijls van mij over Fatitna hoorden vertellen. Woensdag 5 Maart passeren we kaap St. Vincent. Hen geweldige stuwing uit het Zuiden bezorgt ons nog vele beroerde uren. Van ons kon je dat verwachten. Maar nu zijn er ook van het bootsvolk velen die zich rot voelen. We gaan de na dbt weer in. De laatste beroerde nacht van deze episode. Donderdag 6 Maart passeren we 's morgens om vijf uur Gibraltar. Behalve onze ellendige toestand was ook de duisternis er de oorzaak van dat het maoie van dit schone punt ons ongemerkt voorbij ging. Als de kust van Spanje in de voormiddag weer in zicht: is, zijn we de Iberische Zee binnen gevaren. We varen er allemaal wel bij. Alle ellende is weer verdwenen. De ~ee is weer zo glad als een spiegel. We rapen onze geradbraakte leden weer bijeen om in onze ligstoelen te genieten van de mooie berggezichten langs de kust. Wfe passeren Malaga on afstand en zien al gauw het plaatsje Voorde eerste'keer na bijna vier dagen brengen we weer een bezoek aan de dimngroom. We zijn er vandaag ook mee begonnen om in ons kapelletje weer wat orde op zaken te stellen. Want de stormen hadden ons heiligdom niet gespaard. Alles was tegen de vlakte geschommeld. Maar de kapitein hielp met zagen en timmeren om alles weer degelijk en vakkundig in orde te maken. Met het kapelletje staan ook wij weer overeind en het eten smaakte ons weer lekker...maar zulke dagen en nachten gaan je niet in je koude kleren zitten. In alle rust passeren we op het eind van de Iberische Zee, Catagena. De hoge bergen zijn tegen de avond duidelijk zichtbaar. Het duurt niet lang of we zwenken af naar Barcelona. Vrijdagmorgen voor het eerst weer Mis gelezen. Heel de morgen varen we langs de mooie Spaanse kust. De prachtige bergen doen ons denken aan de Prefectuur waarvoor we bestemd zijn, al. zijn de bergen daar waarschijnlijk heel wat kaler dan hier. Kaap San Antonio, Kaap de La Noa en de eilandengroeo die Balearen heet, liggen al weer achter ons. We staren ons blind op liet mooie plaatsje Javea aan de voet van die machtige bergen. Heel de dag zitten we vandaag buiten en ik maak intussen mijn aantekeningen van al wat vermeldenswaard is. We voelen ons in elk opzicht weer mens. Het leed is echt geleden. Althans dit leed ! Vandaag feestdag van St. Thomas. Over de kwestie dat het beter ware geweest - 11 -
dat we maar in Genua scheep gegaan waren, wordt deze morgen niet gefilosofeerd. Nuttiger is het om ter ere van St. Thomas een meer practisch punt te bespreken. Onze fluub leidt het debat "de non ente" (over wat niet is). Om ook het "ens M (het zijnde) 2ijn deel te geven, hadden we na drie minuten debat haustus (borrel) ter ere van de kapitein die vandaag 36 jaar werd. Even voorbij Javea schrokken we plotseling op. Er werd alarm geblazen. Met onze reddingsgordels aan moesten we ons naar de reddingsboten begeven. Gelukkig gold het slechts een oefening...Na alle stormen kwam die oefening als mosterd na de maaltijd.Maar we weten nu waar op het middenschip de reddingsboten zijn, als de nood ooit aan de man zou komen. Het is intussen ai weer tijd geworden voor het souper. Ik hoop dat: het weer net zo lekker smaakt als de heerlijke visgerechten van het dinner. Als het zo doorgaat zitten we middernacht in Barcelona. Vol goede moed zingen we' : hoe zachtkens glijdt ons bootje.... Als voorbode van de lente kregen we deze vrijdagavond bezoek van een zwaluw. Het beestje zat te slapen boven op het kruisbeeld in de kapel. Om kwart over tien zagen we de eerste lichten, daar waar Barcelona moest liggen. Maar het duurde ons toch te lang om toch te wachten tot we gemeerd zouden zijn. Wc kropen de koezemat in...maar het was van korte duur. Om 1 uur stonden we in pyama met z(n allen op het achterdek. Een heerlijk nachtelijk schouwspel : Barcelona, de stad gebouwd op en tegen de bergen...een zee van licht l Fantastisch l BARCELONA : EEN M3OIE STAD Zaterdagmorgen 8 Maart lopen we al vroeg te huppelen en te springen op het dek, als de schimmel van de Sint over de daken. We hebben maar één verlangen deze prachtige stad te zien. We hebben de passagierslijsten voor de respectievelijke instanties weer getekend, maar het zit niet glad om aan wal te komen. Onze paspoorten moeten mee de stad in. "Jouw schuld1' zegt de kapitein tegen me, "ze zijn hier erg bang voor het schoelje dat men communisten noemt. Het zien van jouw naam, boven aan de lijst, is voor de douane voldoende om met jullie erg voorzichtig te zijn". Feit was dat we Nederlanders waren en Nederland was de eerste die de Ambassadeur uit Madrid terugriep onder het Francoregiem. Mogelijk was dit nog van invloed. Na de middag konden we gelukkig de stad in. De kapitein gaf ons 500 peseta's. Wij op stap. De post wegbrengen en dan met de aanbevelingsbrieven van de zusters uit Bordeaux naar de Mission Franciscaine de Marie. Daar zouden we zeker met Frans terecht kunnen. Die zouden ons ook de weg kunnen wijzen naar de paters Franciscanen. Even gauw naar de zusters dus. Maar dat was een heksentoer, want wie we ook vroegen, niemand verstond er Frans. ï:n de adressen dié we bij ons hadden waren nu juist ook niet zo duidelijk geschreven. Die laten zien, hielp ook al niet. Intussen hadden wc met onze specifieke Hollandse priesterboordjes ontzettend veel bokijks. Vooral de pandjesjas van Stan. Hij liep met die ouderwetse billetikker echt voor schut. We werden bovendien allemaal aangezien voor Protestantse dominee's. Zo liepen we daar, niemand verstond ons. We stonden machteloos. Gelukkig zag ik een toga lopen met een oude geeestelijke erin. Die kent in elk geval Latijn dacht ik. Wij er op af. Het duurde wel een kwartier voor hij begreep dat we Franciscanen waren...en wel hele rare. Zonder pij.' Geloof dat maar. Wel zes keer vroeg hij of we wel katholiek waren... of misschien protestant? In het laatste geval was hij zeker zo weggelopen. Kan t met zulke ketters heb je geen omgang. Wel een keer of tien moesten we hem ver- 12 -
tellen : ^Misslonarii sumus, Franciscani navigantes in China: we zijn Franciscaanse missionarissen op weg naai" China. Cathoiici ? Katholiek ? Ja man wij zijn heus knal Rooms. He man sprak aIJ een Spaans en misschien wat Italiaans. Zijn Lrtiin was bepaald slecht, foen hij eenmaaL was gerustgesteld, wat de zuiverheid van ons geloof betrof, was hij weer erg voorkomend. Wij hadden overigens tijdens het gesprek met hem wel erg veel belangstelling. Wel 2n - 30 mensen staken hun kop tussen de onze, in de hoop ïets van" liet gesprek te kunnen opvangen. Ofschoon het voor hem hoognodig tijd werd om te eten, ging het oude pastoortje toch met ons*mee de ti-ain in. Mij zou ons dan wel naar de Francicanen brengen. In de tram vroeg hij nog tweemaal of we wel echt katholiek waren. Gelukkig zat er in de tram een heertje die in dezelfde straat woonde als de zusters. De oude gessteliike stapte foen maar weer uit en zonder een woord te spreken bracht deze heer ons naar de zusters. Het adres bteek juist te zijn. We werden hartelijk ontvangen. De zusters waren erg arm. We namen een kijkje in hun school tic : allemaal arme kinderen, de armsten der armen. Maar ze zagen er absoluut netjes uit. We namen wat kiekjes en moesten weer verderop. Ze kregen dus geen was van ons.Haar van zusters ben je niet zomaar af. Ook hier wilden ze ons weer met alles van dienst zijn.We hadden samen maar één amikt (schouderdock) en die was intussen al behoorlijk smoezelig.Ook hadden we de man slechts eén keikdoekje. We kregen een nieuwe amikt en elk één kekkxloekje. De niddag was zijn gang gegaan en het werd tijd om ook de paters nog even op te zoeken. Er kwam deftig een taxi voor, Haar hadden de zusters voor gezorgd. Ook bij de paters werden we broeder Lijk ontvangen. Kerst even het het spreekkamertje in. Toen in de refter. In hun tuin "üg ik voor het eerst van mijn le\en citroenen rijp aan de boom hangen. Iiven een kort bezoekje bij P. Provinciaal. Aan de wand r.agen we foto's van 00 paters martelaren uit de biu-geroorlog. We konden ons bij onze inedebi oeders met latijn gelukkig goed verstaanbaar maken. Pater secretaris bracht ons weer de tram in en met meer dan 500 peseta's kwamen we tegen het souper weer de boot op. Gauw eten en toen de stad weer in. De tijd moet goed besteed, want vannacht vertrekken we weer. Barcelona : een stad van twee millioen inwoners. De mooiste stad die we tot nu toe gezien hebben. Onvertelijk ! Zo ik al zei hadden we vanwege onze zwarte pakken en stijve boordjes erg voel hekijks, maar de mensen maakten toch overal een vriendelijke en behulpzame indruk. De mensen liepen keurig gekleed. De stad was zindelijk, schoon. We troffen het want het was juist Zaterdagavond, Dan is er markt. Alles loopt 's avonds over straat. Het was een hele toer om mekaar niet kwijt te raken. Ik hield vroeger erg van markten. Ik heb het nooit zo gezellig gedaan als in Barcelona. I'rachtige groenten : bloemkool, bananen, citroenen, sinaasappelen enz. enz. enz. Ontzettend veel lekkere vis. Alle tentjes waren even zindelijk. Allemaal dingen die we sinds de oorlog niet meer gezien hadden en vóór de oorlog kreeg je zoiets trouwens alleen met Kennis of met een bijzonder feest. Hier lag dat allemaal volop. Kon ik maai iet*-- sturen naar zus Lino die thuis ongeneeslijk ziek lagt en er heel erg blij mee zou zijn. Vergeet niet dat we jaren lang in Holland geen buitenlandse vruchten meer gegeten hadden en toen ze na de oorlog weer kwamen, \
Waar we kwamen zagen we oyeral prachtige grote gebouwen. Van Sinterklaas hebben we alleen zijn schimmel gezien in een etalage. Of hij naar China zal komen ? De mensen in Spanje wisten het niet. liet zal - zeiden ze wel afhangen van het gedrag van zijn vrienden in Holland. In Barcelona komen vier nieuwe passagiers aan boord. Als er in Genua ook nog een paar bijkomen, dan weet ik niet waar de kapitein ze moet stoppen, zonder dat wij plaats moeten inruimen. Nu blijft het achterdek nog van ons. De kapitein bracht ze midshins onder. Hij wist it in woord nu in elk geval nog waar temaken. In Barcelona kwam ook de purser weer opdagen. "Dat nooit meer", hoorden we hem zeggen, liet was hem niet meegevallen om over de Frans-Spaanse grens te komen. Zondag 9 Maart om twee uur in de nacht laten we het mooie Spanje weer achter ons. He vaart begon niet gek, maar het werd ai heel gauw minder mooi. Want tegen een uur of negen zijn we n1 weer gekomen in de Golf van Lvon. De zee is hier al tamelijk onrustig.«Tot vier uur toe wist ik het eten er nog in te houden, maar toen J
In de avond zitten we in elk geval weer gezellig bij elkaar. We passeren de oorlogshaven Toulon en Maandag zien we opnieuw land : de bergen van Savona. Om half tien is Genua al in zicht. Na Le Mavre is dat de eerste stad waar we overdag komen binnenvaren, hn dat is altijd mooi : vanuit de z ee zo'n stad te zien liggen temidden van Je bergen. Maar in de avond of in de nacht is het dikwijls toch nog mooier. Dan lijkt zo'n stad met al «ie lichtjes dikwijls on een sprookje. GBNUA Maandagmorgen 10 Maart om 10 uur lagen we in Genua aan de wal. Hen leger van zwartnaiïï!éTarênl>estornit het schip al voor we vastliggen. Heel begrijpelijk gaan we 's middags meteen de stad in. Ook hier heeft de haven in de oorlog veel geleden en zeer veel kerken hebben het moeten o ntgelden. Ook het kloostertje van de paters Franciscanen "Annunciata" is half verwoest, In wat er van de stad nog over is, wonen nu altiid nop, een 300.000 mensen. De stad mist de zindelijkheid van Barcelona. Tegen de heuvels gebouwd is het in de stad overal waar je komt, klimmen en nog eens klimmen. We kunnen op een afstand de sneeuw nog op de bergen lien liggen. De mensen lopen met tassen vol pnpiergeld. Ze verkiezen elk geld boven dat van henzelf, 's Avonds komen er r.elfs enkelen thuis die met Hollands geld de tram betaald hebben. Toen ik de eerste avond met mijn metgezel thuiskwam stonden er twee geestelijken op de brug van de bootste bedelen, eem Capucijn en een ander die zich Provinciaal noemde van een congregatietje, dat ook iets van Franciscus in haar naam had. Later bleek hij de overste te zijn van de Minimi van St. Franciscus a Paulo. Hr wordt wat afgebedeld in Genua. Het krioelt er van bedelende kinderen. Maar ook de Paters en de Zusters kunnen .er wat van l Dat gescharrel langs de schepen doet ons dan ook erg onaangenaam aan. De niet katholieke crew kan er wel van kotsen, Het is voor ons ook dikwijls erg vervelend, want de religieuzen doen het ook dikwijls erg onbescheiden. Wij zaten met die Cnpuciin ook behoorlijk in onze maag. Om van hern af te komen deed Abdias nog eens een goed woordje voor hem bij de kok. Hij ging tenslotte met een flink blik vlees naar huis.Ook "die man van die Franciscus" hielpen we nog, maar toen we merkten dat dit gescharrel aan de boten hier schering en inslag was, ging voor ons de animo tot helpen er ook behoor lijk van af. Je geneert je gewoonweg. De kapitein had een zuster 1000 Lires gegeven...maar ze wilde niet weggaan. Ze wilde ook nog eten en kleren hebben. '7i iets heb ik nog nooit meegemaakt" zei de kapitein. "Nergens !" De crew noemt de Italianen dan ook de Chinezen van Europa. Voor ons, die op reis zijn naar China, niet zo'n - 14 -
prettig vooruitzicht. Het schooien zit blijkbaar in alle lagen van de bevolking. Een naar maanden later zou ons oordeel evenwel heel wat milder uitvallen.Toen wisten we iets meer van wat die door-en-door arme zusters, broeders en paters in deze stad voor de verwaarloosde kinderen óed^ri, Italië was armer dan waar ook. Duizenden kinderen zwierven er in Genua rond, zonder onderdak en eten. Nergens enige regeringssteun voor. Alles moest bijeen gebedeld. De nood was ontzettend, maar men vergat wel eens dat fatsoen toch nog altijd da arme mens siert. Wij vonden dat toen nog zo vanzelfsprekend. Maar armoede maakt de mensen hard. We hebben het zelf in de oorlog meegemaakt. Ts het dan te verwonderen dat de liefdevolle strijders tegen de ontzettende armoede in Genua, op ons wel eens een onsympathieke indruk maakten. Zij stonden voor ebn bovenmenselijke opgave. Al drie dagen lang waren we aan het klimmen en klauteren in de stad. Br was veel te zien. Mooi en lelijk. Zo kwanten we ook eens bij een kloostertje. Wij aanbellen. Dat doen nette lui, ook al. staat de poort open. Er kwam niets.Wij naar binnen. Misschien was het wel een Franciscaans kloostertje. We zagen geen kop tot we tenslotte in een hee vieze keuken een monnik zagen,..,die lag. te slapen oo een vieze tafel. Wie in Genua komt moet zeker het befaamde kerkhof zien. Daar staat ook het wereldberoemde monument van de bedelares. Heel haar leven lang had ze gebedeld om dit monument op haar graf te kunnen zetten. Het is ontroerend, maar het toont toch wel de armoede van haar geest. "Ijdelheid der ijdelheden" Deze •vrouw heeft haar leven lang nooit aan iets anders gedacht. Er zijn ook arme en arbeidzame bedelaars als een Benois Labre. Deze arme man deelde zijn liefde mee aan anderen en richtte zo een monument op, dat no steeds uitnodigt tot navolging. De plannen om vanuit Napels naar Rome te gaan, nemen in Genua al tamelijk serieuze vormen aan. De kapitein heeft, er ook wel zin aan. We hebben al geschreven naar onze Hollandse Confraters in Rome, om het vereiste verlof van Pater Generaal. We hopen het antwoord in Napels te vinden. De crew heeft er ook van gehoord. Een audiëntie bij de Paus maak je ook niet alle dagen mee. Ze weten dat we arme drommels zijn en één van 'hen is uit eigen beweging met de pet rond gegaan: 16.000 lires ! Dat is ongeveer een 30 amerikaanse dollars. In Rome kost ons logies bij de paters niets. Als nu de kapitein nog meegaats komt alles wel voor elkaar. Ja, de mens heeft zo zijn dromen, maar op Donderdag 13 Maart zouden al onze dromen de lucht in vliegen. Over wat er aan vooraf ging, geef ik nu eerst het woord aan Abdias.
1 ( Ij
va c N U A C11111 a - re I zS ge rs op een
brandend schip «loot jtnt^r Abiila» vnti tl<* Sfttule
Het is Donderdag 13 Maart. Ken frisse ochtend van het Italiaanse voorjaar. In de haven vnn Genua fa nog weinig vertier. Een enkoio kraan ratelt het nachtelijk vork nog voort. Het 8.8, Edmund Funning zal vandaag vertrekken. Strak» zal zijn dek nog éénmaal opengegooid worden en ztillun de ijzeren armen in zijn ruimen grijpen. In de passagiershutten op. bet achterdok is hot rustig. Wy — missionarissen op weg Baar China — hebben da H. Mi» gelezen en sommigen onzer bidden mi hun brevier. De andere passagiers, «en Chinees en vier Spanjaarden, zijn in hun hutten. De Chinees is gisteravond uun boord gekomen, d« Spanjaarden ia Barcelona. Meer passagiers zijn er niet. Do Edtnund Fannmjrs is een vrachtschip niet seer beperkte aceomodatie. Tot nu toe i« de reis voorspoedig? geweest. Wij xya 21 Februari vertrokken vanuit Antwerpen. Via I^e Havre heiiben wy langs de beroemde Franse invasiekust liet zuidelijke Bordeaux gezocht. Van Bordeaux uit zyn we aaa één stuk fSoor iangn Portugal, Gibraltar en de oostelijke Spaanne kust ot> Barcelona aancrekoerst. Barcelopa bracht on» in Genun. Wy hebbeu allen onzo herinnerinirtns aan deze plaatsen, aan de mensen, dia wij er"Ontmoet hebben, aan do ruwe zoo en de liehfo storm, aan zee/iekte en ftan de schoua kusten. Vanduag gaan wij weer verder, eerst naar Livorno. D&arnn naar Napels. Vanuit Napcln zullen wij per trein naar Kome jxaaii en Ier audiëntie bij O.H. Vader de Paus worden toegelaten, («enua is sehosm". iijti city tefreu do stoile helling en zijn hog« bergtoppen dauraehter. Maar «Ie henvvtH vatt het eeuwige Kome trekken OHM Bterker en OTIH bezoek aan Paus Pi vis XI i zal het hoogtepunt zijn van onze rei» naar China. Het i» nu negen uur, om twaaif uur zullen wy vertrekken.
13
MAART 1947
Tot -xovtr v o o r l o p i g
ftbdia,s,diè.
in ""St.AniHc«ius<1,Juni *A7 »en
Ooggetuige verslag" geeft vam d« £&mp •'
- it..
WAT WAS ER GEBEURD ? In de overtuiging dat U mijn betrouwbaarheid niet minder hoog aanslaat dan die van Abdias, ben ik 20 vrij on zelf verder te vertellen, wat er daarna met mij gebeurde. Na een heerlijke nacht ziet het er naar uit: dat ook de vierde morgen in Genua weer een hele mooie zal worden. Al vroeg in de morgen staat liet aangeplakt : "TUIS SHIP SAILS AT 12 NOON, 13.3.'47." Wij zijn allen-van plan om deze laatste morgen aan wal nog maar goed te besteden. Ik besluit mijn zomerkleren maar aan te trekken. Pat komt dan neer op het thuis laten van je vest en het uitdoen van je borstrok. Ik bleef dus deftig in het zwart. Hen zomerpak om te gaan passagieren had je niet en niemand had toen nog het lef z'n stijve priesterboordie af te leggen. Maar het brillante weer en de klimpartijen in petto, noopten me toch om iets sportiever de stad in te gaan.We willen allen graag nog iets zien van de bergen aan de rand van de stad, om 20 iets op te snuiven van de lucht die ons in China met zijn talrijke bergen te wachten staat. We hadden al vroeg de f!. Mis gelezen en na het ontbijt hadden mijn confraters, gekleed in hun bootcostuüm - met pantoffels en een oude sok - elders op de boot hun toevlucht gezocht.' Want het is zo mooi om vanaf zo'n boot een havenstad te zien ontwaken, ik was op het achterdek gebleven. Ik had een flink begin gemaakt met liet bidden van mijn brevier in ons stemmige kapelletje. Na een tijdje ging ik onze eigen cabine weer in. Met nraten in de hut van Stan was ook opgehouden. Ook de laatste twee hadden het achterdek verlaten, om elders aan de railing, een luchtje te gaan schepoen. Met was dus erg stil achter op het dek. Ik had de kleine uurtjes (verplicht morgengebed) al af, maar ik dacht : laat ik de vespers (avondgebed) ook alvast maar bidden. Dat valt weer mee als ik vanavond thuis kom. Intussen zat ik eigenlijk op de anderen te wachten. Ik had de schoenen al aan. Alles was klaar om zo de stad in te gaan. De pas en wat geld had ik bij me. In onze hut was alles netjes opgeruimd. De cabine naast ons, hadden we moeten ontruimen, want daar was een Chinees ingestopt. De kapitein had het niet kunnen tegenhouden. De meeste koffers van ons, waren daarom naar het midship gebracht. Ik had nog maar één koffer over. Je kon moeilijk alles uitpakken en uitzoeken wat je zeker nodig zou hebben en zo had ik radicaal besloten het de verdere reis maar met die ene koffer te doen. Terwijl ik 20 in de hut eigenlijk wat zat te wachten hoorde ik plots een rinkelend geluid, ais van een bel of zo iets. "Het zal de wekker van Stan zijn. Zeker vergeten af te'zetten '•', dacht ik. Toch maar even in die andere cabine kijken. Hij staat zeker in de kast. Maar de kast was op slot. "Laat dat ding dan maar rammelen"...Ik kijk daarna door de patrij spoort. Potjandorie» wat is het ineens mistig geworden, Weer dat gerinkel. Het lijkt de stoomfluit wel. Ik wordt echt wat ongerust. Drie keren ! Zou het alarm zijn ? Maar dat kan toch niet. We liggen al drie dagen stil in de haven. Zou de boot dan nu ineens vertrekken ? We vertrekken toch pas om twaalf uur. 't. Lijkt toch wel iets bijzonders. Ik vind het allemaal erg vreemd en zeg bij mezelf : "Waar blijven die anderen toch ? Want het wordt onderhand tijd de stad in te gaan. Ik vertrouw het niet. Kan, ik moest maar eens gaan kijken. Ik gooi mijn brevier op bed...Daar komt iemand aangehold. De buitendeur slaat dicht en Artheem stapt mijn cabine binnen. " Peul, d'r is een brandje. Waar ?, Vóör op het schip." WAT WAS ER GEBEURD ? P.Abdias stond boven or> de brug de heerlijke morgenlucht op te"shiTTvën. Artheem was daar ook ergens. Plotseling zag er een» aan de voorkant van het schip wat rook, waaierig en grijs, maar anders dan de bekende rooks.1 ierten van kleine slepertjes. Huub was net weer van een wandelingetje op de kade, terug op het schip. Abdias zag dat er iets mis was en hij holde naar beneden. Hfj waarschuwde de Chiefmate, die hij net tegen het lijf liep. Deze nam de situatie op en gaf direct het eerste alarm. Er werd een snelblusser gehaald en geholpen door Abdias en Artheem werden de brandslangen uitgerold. Intussen waren er ook enkele leden van de crew komen orxlagen. De meesten liepen niet zo hard, want het was de avond tevoren aan wal voor de meesten erg laat geworden. - 17 -
Uit de twee luchtkokers van het eerste ruim komen grote wolken rook en al heel kort daarop stijgt do rook dicht en zwart op uit de ruimen. Direct wordt het grote alarm gegeven en de stoomfluit loeit zijn langgerekte noodschreeuwcn. Hr klonk bevel dat alle passagiers direct het schip moesten verlaten, Hnkelen vlogen meteen via de loopplank de kade op. Artheem was al naar achteren om zijn pantoffels voor schoenen te verwisselen. Abdias en Stan volgden om gauw nog het een en ander op te halen. Ze zijn amper bij de hutten op het achterdek» toen ik vanuit de cabine naar buiten stapte om een? polshoogte te nemen...Op datzelfde ogenblik dreunt een oorverdovend lawaai in onze oren. Een brede vuurzuil springt vanuit de voorste scheepsruime»' de lucht in. Stukken ijzer, hout en scheepshallast worden omhoog geslingerd vanuit de buik van liet schip. Ik zag een zee van vuur en gloeiend metaal, huizenhoog...om ons allen te vernietigen. Intense rookwolken snijden ons de adem af. De lucht rondom ons wordt sterk verhit. Het schip springt en rukt aan de touwen. Ik had de indruk een onderdeel te zijn van een ontploffende bom, die ons schip was. We werden tegen de grond gedrukt en kwamen terecht aan de achterkant van onze cabines, die ons gelukkig tegen de scherven en de luchtdruk beveiligden. Eén gedachte bezielde ons : we moeten van dit s e M p aF !!! Maar overeind gekrabbeld zien we dat de brug op het nüdship is weggeslingerd. Waar moeten we heen ? Het schip is 20 hoog en de achterpunt van het schip ligt meters ver van de kade l Over wat er na de eerste explosie gebeurd?, citeer ik nu uit liet verhaal van P.Abdias. "Pater Pelinus" ben ik : Op het moment zelf, waarop zij plaats heeft, komt pater Pelinus uit de hutten. Hij schrikt zo hevig van wat hij hoort en ziet, dat hij zonder meer op de railing klint en zich onder de kreet : Abdias, het moet 1 omlaag stoot. Hij probeert nog een der touwen te grijpen, waarmee het schip vastligt, maar zijn eigen val slaat hem ervan los en plonsend duikt hij in zee. Ik ben hem over de railing gevolgd. Ik heb mij al van het schip laten zakken, de handen aan het dek geklemd, klaar omte vallen. De paters Artemius, Ilubertinus en Stanislaus blijven op het achterdek staan, gedekt door de passagiershutten. Een twede explosie volgt. Opnieuw vuur en rook en projectielen. Officieren en mannen swingen in zee of vluchten achter de passagiershutten. Ik roep om hulp. Twee kerels schieten toe op de handen, die zich nog aan het dek vastklemmen en sjorren mij weer aan boord. Dan weer een nieuwe explosie. Horen en zien vergaan. Wij moeten weg van dit vuurschip, misschien barst het in het volgend ogenblik helemaal uit elkaar. Wij grijpen naar reddingsgortlels, want. we zullen todi in zee moeten. Kr zit niets anders op. Van de loopplank gaan durft niemand; daarvoor moeten wij achter de veil i-ge. wand van onze hutten uit komen en dat betekent de dood. De bemanning heeft het gevonden. Zij kruipt door het gat in de scheepswand, waardoor twee naast elkaar lopende touwen het schip met de kade verbinden. Er is geen beraad nodig. De een na de ander stoot zich voor het gat en kruipt achteruit de touwen op : de laatste van de bemanning, clan pater Hubertinus, ik, Artemius, Stanislaus en.de Chinees. Zo kruipen wij terug naar het leven. Tot zover Abdias.
-
18 -
Na mijn salto-mortaie zwom ik naar de kademuur. Die was natuurlijk veel te hoog oüi er uit eigen kracht tegenop te klimmen. Maar soms zijn Lieren daar van die trapjes. Zien kon ik ze niet» want mijn bril v;as een en al vuiligheid» Ik taste de kademuur af. Maar...geen trapjes te bek^nnan. Ik durfde ook niet te ver te gaan bij het zoekens v;ant dan zou ik bij een volgende explosie tussen de muur en het schip te pletter worden gedrukt. Ik kreeg nog de bekoring v/eg te zwemmen van het schip, maar de overkant van de haven was veel te ver en bovendien zou de rook me onzichtbaar maken.De kade bccd me weinig hcHyast. Ik hield me daarom maar wat drijvende» Ik vertrouwde cp mijn corifraters die vasten dat ik tussen ons achterschip en de voorboeg van onze Amerikaanse buurman lag. Bij het kruipen over de touwen naar de kade, raakte een van de bemanningsleden zijn evenwicht kwijt en zo kreeg ik nog onverwachts gezelschap in het water* Bij een van de explosies had ik grote balen stof cf zijdedoek uitgerold in de lucht zien hangen. Ze werden uit de ruimen gesuikerd. Mannen aan de kant wierpen bij wijze van touw een lang stuk naai- ons toe» Het mannetje greep het vlug vaste Hij bond het cm zich heen en ik gaf hem nog een kontje en dacht bij mezelf : die weet in eik geval dat ik Lier nog lig. o cStraics is het mijn beurt . Iiij zal me ze^er helpen. Maai' toen het mannetje boven was, holde hij met zijn helpers weg... en machteloos lag ik uit te zien naar nieuwe hulp. In zulke omstandigheden is een minuut erg lang. Ik wachtte éens tv;e-3s misschien wel drie minuten, teen ik voetstappen hoorde. Ik keek offilwog en zag de doodsbenauwde gezichten van Abdias, Artheem en Stan en ik riep t "Hebben jullie een touw?" "Nee" n Pak dan zc'n lap van die balen stof.... en daar kwam ai zo'n lap» «.ze haciden net blxjicbaai- s.± bij zien. lic benei het oni mijn middel, en draaide het tussen mijn benen.*."Vooruitl Trek maar. Schiet op V Zo gaf Feuitje zijn bevelen.„.Ik schommelde het water uit, schuurde tegen de kademuur...één meter, twee meter.,.drie en..«pats l Daar brak de lap en ik tuimede weer het water in. Radeloos renden mijn redders weg., .cm iets beters te zoeken. Juist op tijd; want ze ware:;. net weg of er kwam weer een explosie. In dodelijke angst schreeuwden ze elkaar toe dat Peul nu wel reddeloos verloren zou zij E. Lie zuiging van het water had me weer naar beneden getrokken, inaar de achtersteven van het schip had me weer beveiligd tegen alie mogelijke brokstukken. Weer boven gekomen zag ik tot mijn schrik boven op onze cabines de vele flessen zoutzuur staan. Ze stonden daar ais stuka's, klaar om op mij te worden afgevuurd. Ik had in mijn angst het water boven het vuur verkozen, maar nog lange minuten heb ik daarna de angst voor beiden moeten ondergaan. Nog, wordtelend met deze gedachte werd ik door een volgende explosie zo diep onder water gezogen, dat ik dacht dood te zijn. En in liet angstaanjagende gat van mijn bestaan zag ik een voor mij onbegrijpelijke God, die, om zo te zeggen, zijn eigen glazen ingooide. Vlarden uit het verleden vlogen vluchtig aan mij voorbij : neef Piet MSC moest jong sterven, toen hij net een jaar in het verre Eraziiie was. Broei- Paul was in de oorlog plots weggerukt. Ik zag liet verdrietige gezicht van mijn Moeder. Mijn God, vraagt U nu liet leven ook ai van mij ? ik stond als liet ware voor God en mijn korte leven ging aan me voorbij...heel vlug. Ik stond voor de Heer van alle leven en de woorden die ik in gedachte uitsprak, waren eigenlijk een gebed om toch maar te mogen blijven leven.,. En toen ik weer boven het water was uitgekomen, kwam ik tot de ontdekking dat ik nog leefde ï Ik voelde me weer I-tangen in het donkere gat van het niemandsland.ïk denk ei1 aan mijn schoenen uit te trappen en mijn jasje en mijn lange broek uit te doen. Maar wat je hier in het water uitdoet, ben je voorgoed kwijt, en in mijn jasje zat nog altijd mijn paspoort en wat geld. Ik wilde nog wegzwemmen, maar bedacht me. Met de zwembewegingen van mijn benen, wist ik me nog drijvende te houden. Soms dreef ik wat op mijn rug. Ik klampte me vast aan de ene gedachte : ze komen nog. En inderdaad 1 Niemand durfde of mocht nog in de buurt van het schip komen. Maar nauwelijks was het lawaai van de explosie weer bedaard of mijn medefef-Jf^ifê vergaten hun eigen levensgevaar. Het accute gevaar van een der - 19 -
hunnen, weerhield hen ervan om ook ver weg te vluchten. Na wederzijdse aanmoediging springen ze op het nabij zijnde Amerikaanse schip. Ze worden er door de kapitein v/eer vanaf gestuurd, "Er ligt neg een mens te water" schreeuwen ze en vragen hem een mes cm een kabeltouw van zijn schip te mogen doorsnijden,, De man gooit zijn zakmes naar hen toe,..en daarmee wordt die dikke kabel stukje voor stukje doorgesneden. Ze rennen er mee naar het brandende schip..."Peul, leef je nog ?" hoor ik hen schreeuwen. Hu vanuit de diepte klonk weer de w a a g omhoog : "Hebben jullie een touw ? Ja '" hoorde ik bulderen en ze gooiden het naar beneden en meteen zie ik weer het van doodsangst verwrongen gezicht van Abdias en wat vager de gezichten van Stan en Artheem. Het touw komt voor mijn ogen. Ik mopper en zeg :"zijn jullie gek. Dat touw is veel te dik. Dat kan ik niet knopen !" Deze nuchtere ontboezeming irriteerde mijn medebroeders, die- hun leven voor mij op het spel hadden gezet en ik hoorde dan ook "Joh,schiet op ! Anders vliegen we straks allemaal de lucht in I" Ik sloeg de kabel tussen mijn benen en toen om me heen en hield liet uiteinde naar boven gedraaid vast. Weer begonnen ze boven met alle kracht die er in hen was, te trekken. Mijn lichaam, verzwaard door ai liet xvater, schuurt weer tegen de kademuur. Uén meter omhoog..„twee meter.. .drie... en toen schoof plots de kabel over mijn bibs...een angstig ogenblik...maar ik hield de lus met mijn knieën en het uiteinde boven mijn handen vast. Zoiets lukt je maai' eens in je leven. Onbegrijpelijk l V7at kan een mens die zich vastklampt aan de laatste draad van zijn leven toch sterk zijn. Ook mijn helpers bo \an presteerden iets v/at eigenlijk bovenmenselijk is. Ruk voor ruk, kom ik dichterbij„..en ais mijn hoofd boven zichtbaar wordt en zij mij bij mijn polsen willen grijpen, weet dat natte Dak niets anders te zeggen dan : "denk ow mijn polshorloge" "Wel een staaltje van de onverwGestbaarheid van Hollands nuchter" noemt Abdias het in zijn verhaal. Onvoorstelbaar I Mijn heipers hadden geen kompassie en met een laatste ruk sjorden ze me op het droge. Het polshorloge in Antwerpen voor Hollands geld gekocht was blijven staan op 9.10 uur....Zeker 15 minuten lang had ik gehangen in het gapende gat van het niemandsland. Eenmaal op het droge, sjok ik nog een meter of tien zo'n beetje op eigen benen verder, maar dan grijpen mijn medebroeders me beet en brengen me veilig in een havengebouwtje. Ik doe mijn natte kleren uit „ Ik zit te rillen van de kou. Er wordt een Lrandertje gehaald. Ik zit me zo in mijn onderbroekje wat te warmen. Intussen heeft er een 'n üiaatsje voor me ingeruimd in een van de ziekenauto's en zo werd ik gebracht naar een van de hospitaals. Over al wat er toen gebeurd is, heb ik later dikwijls nagedacht en vol dankbaarheid gebeden wat er in psalm 18 geschreven staat : Hij schoot zijn pijlen en strooide ze rond (vers 15)...Open lag de bedding der zee (vers 16), maar toen stak Hij zijn hand uit en greep me vast en trok me omhoog uit de onstuimige golven (vers 17). Toen ik was afgevoerd lioorden mijn confraters opnieuw geschreeuw om hulp. Ze willen wel weg, maar kunnen niet. Abdias vertelt het aldus : Nog een man aan boord. Wij kunnen niet weg en schreeuwen al: Where are you? Waar zit je. Waar zit je? in het water? No 1 Op het schip? Ja .' Wij roepen, dat hij zich naar het achterste dek moet begeven en daar op de touwen moet zien te komen. Na enige ogenblikken zien wij hem werkelijk achter op het schip staan. Hij kruipt door het gat in de scheepswand en vindt dan de reddende touwen. Schreeuwend vanangst komt hij naar beneden gekropen en wordt in veiligheid gebracht. Het is een der Spaanse passagiers. Als wij opnieuw aanstalten maken om,te vluchten, horen wij een andere stem om hulp roepen. Wij beginnen weer te roepen. De man blijkt in het v/ater te liggen, tussen het schip en de kade in, ongeveer midships. Wij halen een nieuw touw van het andere sci ;:, en trekken ook deze man nog aan wal. Naast ons ligt een lijk, ndend en met opgengespleten schedel op de kade. Zo gauw we kunnen . „-nnen wij met de laatste drenkeling tussen ons in, weg van het gevaar, achter de beschutting-, van de hangars. Wij zorgen, dat de man, die wij meegesleept hebben, - 20 -
naar het ziekenhuis vervoerd wordt en hebben dan pas tijd elkaar eens te bekijken. Wij zien er uit als bootwerkers: bevuilde en gescheurde kleren en vol kleine brandwonden. Wij wassen ons wat in een naburige garage en trekken dan verder de stad in. De paters Minimi nemen ons op» vandaar worden wij via het Amerikaans consulaat en het agentschap van onze Rederij in een hotel ondergebracht. IN HET HOSPITAAL Ik was dus naar een hospitaal gebracht. Daar werd ik in een deken gewikkeld en in een bed gelegd met evenveel aan als toen ik werd geboren. Na een korte maar hevige huilbui kwam ik al tamelijk gauw weer tot rust. Ik doezelde wat en na verloop van tijd zag ik dat er nog een stuk of zes van onze bemanningsleden bij me op de zaal lagen. Enkele van hen hadden urenlang moete nzwemmen voor ze werden opgepikt! Ze waren allen geradbraakt. Gelukkig maar Jat ik de bekoring had weerstaan om van het schip weg te zwemmen, want ik zou het zeker niet; overleefd hebben.Tijdens en na mijn redding had ik maar drie medebroeders gezien. "Waar was broeder Hiep ?" Daar lag ik lange tijd over te piekeren...maar er zat niets anders op dan maar geduldig te wachten tot er iemand zou komen. Na lang zoeken waren mijn confraters er achter gekomen in welk ziekenhuis ik terecht was gekomen. Het was al flink in de namiddag toen Abdias bij me kwam. Hij vertelde me dat broeder Uien direkt na het bevel van boord was gehold, net voordat de brug bij de eerste klap kapot was geslagen. Hij vertelde me ook, dat ze 's middags naar het schin terug waren gegaan. ïiet gevaar was, naar men dacht, geweken en Huub had het klaar gekregen om via een van de brandladders op het achterdek te komen, want dit was wonder boven wonder voor het vuur bespaard gebleven. Hij probeerde nog een en ander te redden. Maar het was voor Huub om er moedeloos van te worden. Want telkens als hij vanuit de hutten weer met iets naar beneden kwam, was er beneden op de kade weer liet nodige weggepikt. Gelukkig kreeg hij helpers in ziin medebroeders. Maar ze moesten de geredde spullen met hand en tand verdedigen tegen de roofzucht van de Italianen die er als aasgieren bij stonHên
S&i hield er de wacht.
- 21 -
Van alles werd hen nog ontstolen. Toen het gevaar voor verdere uitbreiding van de brand weer dreige, moesten verdere pogingen worden opgegeven. De volgende ochtend bleek dat onze Italiaanse vrienden» verschillende koffers die nog onbeschadigd aan boord stonden, ook maar hadden weggekaapt. Ook de twee flessen met heerlijke Champagne, die we in Bordeaux gekregen hadden,, waren verdwenen. Onze lieve vrienden hebben practisch alles wat niet verbrand was, weggehaald. Hn ze waren zo brutfcal, dat ze ons bijna een half jaar later in Peking nog achtervolgden. Want Abdias kreeg daar nog een brief. Daarin zaten, wat 20 gezegd werd "gevonden" foto's van een zogenaamde eerlijke vinder, met daarbij ingesloten een bedelbriefje voor zijn zorgwekkend gezin. De man was blijkbaar vergeten dat hij het adres van ons in Peking, alleen kon weten door het af te lezen van de gestolen hutkoffers waaruit ook de foto's kwamen. Je krijgt geen hoge dunk van een volk als het profiteert van de onmacht van vreemdetingen die schipbreuk lijden. Maar kom, ik dwaal af. Ik lig tenslotte nog in het.ziekenhuis. En al lag ik daar dan in bed. ik had het daar ontzettend koud en vroeg de aandacht van de verpleegsters. "Caldo? caldo?" vroegen ze. Ik zei "ja", want ik had het koud en wilde graag een broek aan mijn gat, Ze begrepen er niets van, maar kwamen toen maar met een tweede deken aandragen. Maar dat gaf niets. Een deken sluit niet af. Het probleem bleef. Om mijn probleem op te lossen werd er in de avond een verpleegster op mij afgestuurd die was Duits verstond. Het bleek dat de hele verpleegafdeling op zijn kop stond. Die pater zegt dat hij het warm (caldo) heeft, maar hij heeft geen koorts. Itet tegendeel lijkt waar. We hebben hem daarom nog maar een deken gegeven en nu was het nog niet goed. Ik had op de vraag "caldo", "nee" moeten zeggen, want "caldo" is juist warm. Ik had het koud en dat is "frigido". Ik had het kunnen Weten, want "frigidus" is koud in het Latijn en wat een frigidair is, weten we allemaal. Maar...die avond werd het probleem nog niet opgelost, want in heel het ziekenhuis en klooster was geen broek te vinden, althans geen mannenbroek 1 De volgende dag kwamen de zusters met een hansop aandragen. Dat is een hemd met lange broek aan één stuk, met een klep van achteren en knoopsluiting van voren. Ze hadden dat instrument voor tabak, zwart gekocht van een oude man. Ik heb nooit zo'n lekkere broek aan mijn bibs gehad S In de avond en nacht zag ik vanuit m'n bed in het ziekenhuis een prachtig vuurwerk. Heel de haven was verlicht, want de brand was tegen de avond weer opgelaaid. De tweede dag in het ziekenhuis kwam de Hollandse Consul, op bezoek en even later kreeg ik bezoek van een zuster die nerfekt Latijn sprak. Ze had haar klas meegenomen, de zesde klas van een meisjesgymnasium. Onder hen was een nichtje van de Gasnari, de premier van Italië. We sprake nwat Latijn en ofschoon de kennis van het Latijn bij het broekverhaai wel wat zoek was geraakt, wees de zuster haar pupillen op het goede gebruik van 't gerundium en supinum, door de pater. Ik weet er nu niets meer van. Maar toen klonk het blijkbaar goed. De meisjes brachten wat druiven en rozijnen voor de slachtoffers van de boot en in het bijzonder voor de pater-missionaris. In het ziekenhuis hoorde ik dat er bij de eerste ontploffing ook doden waren gevallen. Waarschijnlijk zes. Het waren degenen die het bluswerk ter hand hadden genomen toen de paters werden weggestuurd. Van mijn polshorloge, dat ik nog steeds bij mij had, was waarschijnlijk alleen het glas gebroken. In het ziekenhuis kwam er al heel gauw een Italiaan, die dat wel even voor me zou laten repareren...Ik heb het natuurlijk nooit meer teruggezien! Ofschoon ik, na het bekomen van de eerste schrik, eigenlijk niets mankeerde, mocht ik toch het ziekenhuis niet uit.Ik heb het er twee dagen uitgehouden. Toen ben ik maar weggelopen...en ik was wat blij dat ik me weer bij mijn confraters kon voegen, die intussen in hotel Brittania waren ondergebracht. Ik hoorde van hen dat ze na de ramp nog veel plezier hadden gehad van de Provinciaal der Minimi van St. Franciscus a Paulo. We zouden hem twee maanden later nog weer ontmoeten. De dagen die -nu volgden werden van het ene bureau naar het andere gesleept - 22 -
We mochten in een deftige zaak een burgerpakje kopen. Gewone mensenkleren. Je had het gevoel of je tot de lekenstand was teruggebracht. Je was helemaal niet meer "apart"...en het leek wel of juist daarom iedereen naar je keek .' We kregen twee stel ondergoed en twee overhemden met een das je. Alles op kosten van de maatschappij. In een hele sjieke zaak mochten we schoenen passen. Hen stel keurige dametjes waren er met ons bezit...toen in een onbewaakt ogenblik vanwege de gladheid van de vloer» de stoel waarop ik zat, onder me wegwipte...Tk met de benen de lucht in..,maar de dametjes vertrokken geen snier...tot. mijn confraters en ik zelf het uitproestten van het lachen. Voor een klant deden ze daar nog alles. Liggend op zijn gat is hij daar nög Koning I Intussen was er naar Holland een telegram gestuurd om het Moederhuis en de familie genist te stellen. Persoonlijk hadden we geen letsel opgelopen. Maar....we waren wel alles kwijt I Teruggaan naar Holland. Als een verzopen kat weer thuis komen. Wéér aan de bedel, met in het vooruitzicht weer afscheid nemen....het was geen plezierige keuze. Maar zó de reis voortzetten was gewoon dwaasheid. Van armoe besloten we dus om maar naar huis terug te keren . Wellicht omdat hij bij de reddingsactie in het water was gevallen, was mijn hutkoffer niet gestolen. Ik heb hem toen met mijn oude typemachientje en wat spullen van de andere paters naar "Annunciata" gebracht, het half kapot geschoten kloostertje van onze paters, dicht bij de haven. Want met de maatschappij werd geregeld, dat we met. een der volgende boten vanuit Genua weer verder zouden reizen. Op het consulaat heeft Consul Drogendijk ons met raad en daad bijgestaan. We hadden onze passen nog en ook ik kon mijn verzopen pas nog tonen. Mej. Nagelhout raadde ons aan met de nachttrein uit Milaan» over Bazel, naar Holland te vertrekken. De maatschappij had naar ik meen het spoorkaartje betaald, maar de Consul liet ons heel vriendelijk zonder een cent op zak naar huis gaan. We konden voor de reis geen rooie cent loskrijgen. De reis naar Rome konden we wel vergeten, en van de centen die men 's avonds vóór de ramp voor ons bijeen had gebedeld, hebben we ook nooit meer iets van gezien of gehoord. Waar ik me later erg over heb verwonder was dit: ondanks de reddingsoefening even voor Barcelöna, was niemand op het idee gekomen, een reddingsvest of een reddingsboei naar me toe te gooien. En in het water heb ik er zelf ook niet aan gedachtI We namen afscheid van onze vriend, Kapitein Fitzgerald, die nog alles had gedaan om onze privacy op het achterdek te beschermen. Maar hij kon het niet tegenhouden-. De Chinees kwam daar toch. TIn om de pil wat te verzoeten had hij ons 's avonds flink getrakteerd. Toen wij naar onze hutten gingen was hij de stad ingegaan. Hij is daar toen blijven logeren en op de morgen van de ramp was de kapitein niet op het schip. Ontzettend beroerd voor de man die nu in Genua moest achterblijven, om het gerechtelijk onderzoek af te wachten. Het was voor ons een moeilijk afscheid. TERUG NAAR HUIS Op het feest van St. Jozef (Woensdag 19 Maart) verlieten we met de nachttrein, als een stelletje landverhuizer Italië, keurig gekleed in lekenvermomming. Zes dagen na de ramp ging het zo vals schijnende Italiaanse zonnetje achter ons onder. Abdias eindigt zijn verhaal aldus : "God en Zijn heilige Moeder hebben ons beschermd. Onie reis was door één der missionarissen gesteld onder bizondere bescherming van de Sterre der Zee, wier beeltenis in zijn hut hing. Precies vóör onze hutten is de"brand geblust. Moge onze goede Moeder ons weer even moederlijk beschermen oij ons volgend wogen." - 23 -
KLAAR VOOR DE START HOORN EN OMSTREKEN I
Poter Steltenpool vertrekt weer Wojfnum, 20 April '47. Datr gaat hij weer... Pater Pech zou ik bijna ïngjien. Weer gaat het naar China, maar nu mot het zwemdiploma In de zak. De vuurproef en d<' waterproef heb Ik doorstaan en met groot vertrouwen op de Öoddfii.ikf Voonicnigheld gtian wc veer vol goeden moed met de „Stejhan Keurny" vanuit Genua naar hot land onzer idealen. ..Vol goeden rnocd", want we zullen toch Reen tweemaal zoo'n pech hebben. En Maria xal zeker ook nu weer mot ons zijn. Maria, die on» *oo wonderlijk hielp. Gelukkig mogen we haar in Lourdea eerst gaan bedunken. Ja, onee denkbaarheid Rnat vooral uit naar Boven, maar ook in ons dierbaar Holland zijn er velen. di« we wel erg dankbnar moeten zijn. Ik denk aan Wngnutn. Beverwijk en Hoorn. Dnar Is toch zeker Iets gepresteerd! tk denk ook aan de vele giften die kwnmen p*r post of op andere wljate. Aan die N.N.'s. die stille gevers, aan die enveloppe met « n zakdoek; aan die kinderen met dat kwartje uit hun spaarpot; flnn dat meisje «én van de 14) die l'/j uur moest fietsen om me 12 mooie zakdoeken te bn-ngen. Ik denk aan dien werkman, die me in den trein een gulden in de hand drukte; aan die winkel juffrouw en die man van achter het buffet, die even wegglipten om tn« wat tot t# drukken. Ik zie daar voor me dien man, die me een Jas rag patsen en meteen de helft betaald». Ik denk terug aan dat meisje, dut me uit de bua ach* terna liep om me wat te geven e« van moeder niet mocht zeggen hoc ze heette en vanwaar te kwam. Aon de vele nakje* en giften en punten, die binnen kwamen. Aan de velen, die hielpen zooveel ie konden; vrienden en weldoeners In heel Noord-Holland en daarbuiten, tot zelfs uit Ove.rljs«l toe. U begrijpt 't: het is onmogelijk u uilen afzonderlijk te bedanken, temeer d»ar Ik weer vrij plotseling moet vertrekken. Lanr;s deren weg wil tk u allen hartelijk, hartelijk, hartelijk dankem! Ik lal aan « denken, Ik sal U niet licht meer vergeten. Ik bid voor u. V blijft ook bidden voor mij,.".. God zegens u allen!!1 P. fr. PKLÏNUS STELTENPOOL O.F.M. Wognum (N.H.).
COLLECTE 2e PAASCHÜAG. l>e W-elEerw. Pater Pctenus Steltenpool O.F.M. (Franciscaan) ging voor anderhalve maand op reis naar zijn Missie in China. Ken week oi drie geleden f brak in de haven van Gvnua brand op j,het schip uit, 't welk uit elkaar barstte.) jDe missionaris bracht er .ternauwernood het leven af; toen hij geheel uitgeput in 't water lag en dreigde te verdrinken,! werd hij met veel moeite HOP verrd.
HOORN VLACDI! En pater Steltenpool collecteerde f 2377.65
M KN wil
ZÉC.t WEL EENS: 33 \* oiiücluKsgetal. Ik begon 't bijno IP gcluoven. De ramp In CJe> nu» was toch ook op den tSde.n Maart. Kn in "t hotel In Genua wa* ft'cii kimicr )3. Zou Ik nu evengoed J3 April naar Hoorn gaan? 't Was ren blzondere diif!, Zondag 13 April. D'r war, motorrace in Hoorn. Hoe kunnen /.e zoo iet* nu doen op den derlk'iuten? Ik r.an tti Utr stad heel wnt
VI:IK(J
Wat
dat
omdat Ik er kwam? Nc«, dat niet. Toch wns 't c<>n Rcluk, dat ik juist dewn ti:ig iti Huurit kwum Want Koorn vls^di'.... omwille van de nanslriilU'Mc! En het Bleef niet bij vlaKP'-ii Ot? tj.irfichiancn van Hoorn helilx'i» 't ook tlnndwoikpltjk !at«-n zi«>n. Kr was collorte in dt- kork. Collocli' vuor oen arme drommel van een niiN.'inü.-uia. DP man hiwi in Genua c)o vtiurproof rnnptcn doorstiian pnv de waterproet en. ... tic Kans om hi t ïi'wmdtploma te behalen heeft hij zich niet lutcn ontglippen Nu wil hij wi-pi' trniH nanr Gnnua on vandaur wunt hij 25 April met de 5 midcn- üchiitbri'iikrHnitcn-missimiarissen n.jBi ... . Chlnn. En wat heelt Hoorn mt jjeflnnn? Mot vlait 2ii w;'ni pel Pater Steltenpool blnnenRrhtiRld En dr> collecte vix>r hom Bfhourlen bt-nehl niet minder op dan f 2.377.63 r n . . . . verschillende pakjes Was ! dat even een das van naastenliefde! Gelukkig de mart, die dat mocht ondervinden! Parochianen van Hoorn, hartelijk, liarletiik cimikl Ook nnmen* de an"dere miRfiionniiisgcn. Vergeet on* r»ok ^iet tüdens rie rei*. Ik ïal rtenken ann U. • Pater Sfefitenpool O.F.M. I
21
BERICHTEN
Zes missionarissen aan den dood ontsnapt Schip geëxplodeerd
Zes Minderbroeders op weg naar de Missie aan den dood ontsnapt
In « mloslomirKM'ii. t v r ' j i a t i r s | v . Iliun StitlfMlMKil, HUiK-rUuu* llarkt-H.
Schip door explosie doormiddengespleten Ou 19 Februari waren «e» Nederlandsehe Mlndcrbrwdrr», de palet* rellnus Steltenpool, Ituhertlmta Baekes, A Kim lus Hul». Abdiac van der Samle, •S nttisIniiK Mulder en de broe«Ier ARtirilu* van U«r Weide, met het Amcrtkaanüche vrachtschip „Edmund Fantiinu" uit Antwerpen vertrokken mei beMenim!nn SJanRhai TerwUI hel M'hip In een haven lag U het als RCVOIB van e«n «-xplor.ie door midden gespleten, waarbij de mijsloitarlHsen "i> het kan Je af aan den dood syn oiitxnapt. Het Provineinlant te Weert vin de Minderbroxlers krees» 'itp 14 Maart het bericht vim de explivie alsmede de meder'eeliny, dot
heli preeles «ritsen. Kr werd vuur graten en even later had *r Pen explosie plaats, dlc hel «chip van 19.000 ton doormidden «pleet en de aanwezig;* lading meters ver uitren deed «patten. Twee Womotlrvrn, dl c aan liixin! wnren. werden opgetild en en» wectt op *U geworpen. Il randend Uier vloog rnnd <MI s ukken haut dreven In de haven, Haeheiykr situatie Pater Stoittnponl was naar de rnilins gesneld en prnbeen'e naar berieden springend ecu k;ibe! te p.ikken te krijRon. 111:t misluk'e hem en hij vH-1 in hft water. De andere paler* iratblctt met di' opvarenden het schip te verlaten, Üinnen lien minu'en had,Ion verschillende explosii's plaats en Ct'CCji het vuur stetnl? snoilrr nm zich hc<-n. Ik was wonderlijk kalm T.Cui pater SlclX'npool. rit voelde rno iti'ici-, omdat ik /.u-emnien kon, Hij probcere'e er-n afhanKi.nd kabeltouw te pakken te krij.'i n, ini.ir 'e zwaar in ï.ijn nattv kleeron' moest lii.) h.:l opgeven op cltve manier ?.irh omhonjj te werken, Iw anderen r.aifcn 7i,in worstelini; en maanden tot haast aan. Ieder oogenblik kon K'n nlctiw? explosie den teestand onmogelijker nnken. Een stuk band werd hem
toesjereikt, maar het brak duormjddeh. toen hij werd opgetrokken. Mei een zakmes wvrd ecu 'decimeter dik kabeltouw afgesneden en den pater toegeworpen. Hij kon ?wt te pakken krijgen, maar was niet in staat Int vast te v kr.ooj-en. Hij draaide h< t cm zijn lichaam en hield het met zijn halfverlamdt' handen en pol:;i:n vast. Zoo kon hij gered worden Aan het redden van d<» hattiifje kon niet ijof'aeht worden, t v paters ii\<'cslcn <"er«t noR een p;jrir Spanjaard».'!» uit het w.it'r balen. die anders «>im;ekomen «m^-n zijn,
Alli-ltillls
Illlls,
VlulliM
1:111
•ter
worilrn,
Ku /tjn ro t^ruggekorrd, Knviweiijk» "p het e i s t e RczlPlit te herKptiiicn. wntit /.ij Urnisrn allen bururrklrccliig tn blyiirii Mie» verloren U> licbbcn. Niemand kun precies yev'-cn «at rto ouivnnk vmi tlö ramp w»«. Er UTICJ vuur ((i/icii m cve-n.tntcr hiw rr «*ni psplnüt* pl.iniV.tllc het nclilp v«n 11)000 tui» cl A-tmUKIrü 8p)ci:t ft» do nnuwf^ltc» !!\crd wp'i-n ^-«srdrri npni i'.ccKii .nprtt)lf:nd ten' knbcl te pukkeu te (trlj^pii, Hel mtNlnktc en tiij vlrt tn hi't wiitcr üm
Kr lifcrst hfe een (Cinveidiue verwarrlHB, waarvan etui Rroot «tel dieven Rehrtiik «inaUlrn om allr-s wa( ?i| te pakken konden krljnwt m«-e •« «lerprn. Wc nmestcit op de dlmn-n. «li*• «V ntig jsercd hndden, (taan ritten om «e niel kwijt 'f taken, vertelden de iniwtiitiiariü«en. Pater Sti'llenpixd, die f>py"nomen werd in een ziekenhuis moe.it het met geleende kleeren d'n-n. We hebben veel steun ondervonden v;tn den Nedf'rlani'selven consul, v e r r l . den zij. Hij hielp hen mr) de no;>dice forma!t'citer, vo°r d«;n 'er'i.4reis naar Nederland en nam »n.!.>. re neod?nke.liiki, maalrepeli-n. ! (Dit ber ; cht untvinc» n wis van I een medewerker uit Weert; Intusj schen hndden wij hetelds een onderhoud met Pater Stoltenpu-il. in i 7.iin ouderlijke woniuK te WOLJIHIITI; daarop kinnen wij mm ten termt. — lied!
ntidero pater» trnchtten m't (!P opvarr.n-
tl«n hft,' neh!|i te veilatsit Umi en tien minuten htiddmi Vt Isehllli nel» t'dplosliS plnnts en Rrcrp het vuur «Ueils «ucIlcr om irtch hrrn. 1'ntcr Rte1tpn)».inl prot.ieT» do een nfhuniïcnrt kabeltouw to pakken to krijgen, imiar to r.waar tn ".".tjn not'.'J kleedtng mncKt, hij !»-t opttrvru op dT.'i mailler *leh omhong te werken. Do iinrt<>ren CJIK*"'* flju wointrllng tu mMim^n t«t, hna«st «nn. Ieder owjrtiiilllc kun ««1 nteuwo explosie ücn tcfiMhd nnmijgciljk mnkesn. Mei oen eakmo» word icn d«w.lmelor dik kHlirltouw afResnprKu Pu den pntcr toc^pwurpen. HIJ k m liet te pakkrn krtjKen. munr wan niet In slitat het vtut ti P : l a r BpiuiJnardeti uit het Water h*>li, rtli? endrts tOTiKOkomrn r.uudiMi /Ijn. Er heersen** r e i fjpwpliilge •erwurrtiin. wnarvan een groot «tel dieven pfbrulit maakten om nllw w»t t\j te pakken konden krijgen mw t« strepen; We moent-ti» op de dingen, dlo w« nog gered hnoilrn, «uan yitten osn M uu-t kwyt 1° roken, verleiden
NIEUWSDIENST China. Met het amerlkasnse vrachtschip Edmund Ft bruari vanuit Antwerpen naar China do paters Pelinu. Huls — MuberUnus Baekes — Ahdlas van de Sande — S der Hippolytus van Scliie, 14 Maart kwam in Weert he non, dat de boot in de haven van Genua geëxplodeerd w; allen nog in goede welstand. Bagage was verloren gegn 19 Maart .kwnmon de onfortuinlijke reizigers In Weert met de schamele m-len van hun bagage. In het volgen uitvoertK verslag van deze onüeluksrelu te kunnen nl'ial
Zha.
SHililP,
"laiil«hi(i« Miidter en il e l>r<M*d<*r AsurlMH Mltl «ll'f tt'ritll'; Wlitrn I!) '-l'ffbrUult VHM \HlH<M|M'll «|I( VMlrOlWll Ilirt (!•'! AllH1lll,ililli»< lii- vult'litsvlilp „I •tmtiliil I-mntiiK" m«t brnlrnintliii; .«Imietul, 11 Muirt lierHktfi lu-t 1'i-ovlmlwlRat ir ttnn hrt oiiUlcllt'iiittt iH'ritiit, ilol «Ie li>«>t In tic Itini'ii Ki-Cviiliidi-rril «*H». In- tnl'-^MiiiHttiM'ii iwirnt miK hl Ifvru, itiHti lk»« dn «lliiiitlr »nx, kun iiuH'lUjk iiltpi-ni.iiilil
PATER-STELTENPOOL HEEFT NIETS MEER ! Hij werd als door een wonder van den dood gered dumtle maar. hot loeV'eïïn eeuwigPater Fetinus Steltenpool ver. heid en Ik wa« np het wemmen, it hij fii..i wns gotde vrienden to mijn redding geweest. Eindelijk hebben twee van de andere paters (irnvarjK«'n, die hi-m witler. lwlpcn — WÜ waren niet vijf en een broe- of hij hoopt lanüs den meer geder — mij ontdekt. ZIJ Maken mij br\itkflijkon wrg van giro t n posteen dik touw toe van «Ie kade af wlsscl of in natura de medewer— T.ca meter hoog! — m.iar Ik kr>n keridc mih.'dadinhflt! van iijii tint eerst hiet omvntlen Met rawl- vrienden en bckt'rnlfn en ook van te dranide ik die kabel 'tenslotte' (jvtTiKOtis onb(<«ndi- missievri'-nmin of meer als een lus om me heen en tnet niet minder moeite den te ondervinden. Defik nog eens kon men rnij. rnei wijn loodzware aan: e^n mlskelk heeft hij kunnen gewicht door tnljn Metmatte klef» rtddtii, maar zijn vl«:r groo'v kof. ren, naar boven halen. Toen W/H ïc•r^ rnct kierren, die niiiJschCüjiH het tiftg een toer om over dèh raml stom'en.. /.ijn \ycy, zijn rniskoffcr, en een IM.CIJP cr.ld, dut hU 'At vnn de ka^e te komen itict rtnt dik- zijn r-ir rekening van «.'n het wistera voor mij — het Is al net ut» AmciikaanschB' mtiatschappij va- bij ons — vnor een twiHtie tnhak M>nilc «chip van iO.OOO Ion, w n een pvntnn mnehiiit «orden! knaap van <*n tKX>t, vertrok vüti Uit flp cnhine, die do pater» RPAntwerpen naar Genua om doo, te rrimenlijk oti het Brliterdek van 't reizen naar Sha»ghaS. C\-(-r de schip belrokken hactiien. kon men route tot Gt-nua deed het schip naderhand noj? »*en en nnder TOA~ ruim drie weken. Over den terug- den. manr d.it Rftig via de Itflde a!reis vnn Gtnua r>aar Neileritnii leniBnl nnnr de Oenneexen, die den deed tk' patt'r p' - r trein twéé cia- nsnm der diefüchÜKheid van het ïlrUjitnnsehe volk volkomen hnndfii'n! Dal wat vlug, maar het was hajifden. 7.oo kwnm er niet!» moer tie bedoeling niet. . . . terecht vnn de kostbare haKUge. Wat it er nu precies gebeurd? die pater Steltenpool bij ilch had. Niemand weet het. Maar toen men behalve een koffertje met een en Zijn hccle Missie-uitzet, niet zooin de haven lag, klcmk er plotseling ander. M«nr van ?Hn (froote koffer* een ontploffing, nadat een van di' met kleer^n. die hij f>ok voor drie veel movHc in verschillend.? parochie» bij palcr* eerst Iets vnn brand leek te atulere paters in de minsio vnn elkaar gebedeld, heeft hij bij den brand vtitttilateercn. De brand was ont- vnn Chinn hij zich hmt. vnn de verloren. Over enkele weken vermoedest.inn op het achterschip eti vlak kostbare par.tmenten enz. tisarvnn lijk zal hij opnieuw vertrekken. Parochiadaarop had er mldsrhccpt een ont- is niets, meer over. liet Is bij de ploffing plaaU.' Hoe er verband kan ontploftititfsramp omgekornen of op nen, helpt dezen ongelukklgcn Missionabestaan tusschrn dien brand en de de kade v»n Gentta ontvreemd. En ris met een oflcrtje, opdat hij weer het ontploffing, terwijl er verschillende hij was voor «Ij» Vertrek door vele noodzakelijke bij elkaar kan krijgen. Oodj ijzeren tusschenschotten in het goede vrlemlcn In Noordhollnnd ÏOO pracht IK «ehnlpen. • loone het U •chip waren, is een raaditel. Natuurlijk haak! poter SteltenMaar t-rn feit iü, dat er vlammen opstegen, en d«t Ijzer en stnal en pool, wiens rei* toch «1 met zoohout on* om de ooren vlogen, zo» veel hinderniseen gepansd wa» gevertelt pater Steltenpool. Ik tracht- gaan, noar 't oogenbhk, waarop een te me te redden langs den kabel, volgende boot hem en lijn coufrawaisrmede het schip aan de kade tprs weer zal meenemen. Want de gemeerd I», doch Ik kon het dikke missie heeft al zoo lang gewacht touw niet houden en viel in het en kan niet blijven wachten. Hij water. De anderen zagen me tüefc moet toch al eerst twee jour naar Weer en nog eens klonk tr. een ont- Peking, om de talen te leeren en ploffing, totn kon ik Iets grijpen, gaat dan naar Zuid-Sjans!, waar wat een soort Hnt leek, manr hft een nog on-ontgonnen terrein i«, brak en Ik viel weer te water. Met dat bovendien zwaar geleden heeft (fUcrtde krachtsinspanning hield ik door den oorlog en den buncr» me drijvende tuwchcq het Betrof- krijg. f«?n «chip en een tweede boot, die In rfp b""rt l»g. Jtlet duurde en PATER 8TFXTENPO0L *it vcor me in ren keurig llali«ar.sch eolbertje. HU heeft dit Bi krrgi-n dank *U de bemiddeling van den Nederlajndschen wnsul In Genu». In deze haven in fc«t nhip, wurmee hU naar China tuit (aan, door een aerie onverklaarbare ontploffingen vergaan. Daardoor, ën door den dlrfachllgen (nulag van het HaUsatuche vclk, I* pater Stel(«•npcol van alle» beroofd. Zijn kt ik alken hefft hU neg gered
2*rb'
We waren practisch alles kwijt. We moesten wel naar huis, maar wilden toch weer in Genua terugkeren. De reis is nog niet ten einde. De treinreis overdag door Zwitserland met zijn fantastisch mooie bergen en dalgen, was geweldig ! We hadden ogen tekort, maar het bleven blijkbaar wel priesterogen. Want toen een van de heren-in-burger een gesprekje probeerde aan te knopen met een jonge dame» werd hij toch maar netjes met "Padre" aangesproken. Men kan blijkbaar aan neus en ogen zien dat je "pater" bent. We kamen, denk ik, + 2 uur in Bazel aan en de trein zou. om 6 uur weer vertrekken. We waren hongerig als wolven. We wilden graag wat eten, maar zonder geld doe je dan niet veel. In Bazel waren geen Franciscanen. Maar Capucijnen zijn ook volgelingen van Christus, tin die waren er wel. De portier opende de deur, maar zijn ogen gingen nog veel wijder open toen hij ons verhaal hoorde. De tijd van eten was voorbij. Hij wilde daarom even horen wat de Gardiaan er van dacht. Ik denk dat ie de zaak niet vertrouwde. Heel begrijpelijk. De Gardiaan kwam en vroeg mij m'n paspoort. Het ding zag er heel vies en met vuil water doordrenkt uit. Geloof in ons verhaal, en alle vertrouwen in ons, als persoon, was daarmee gewonnen. De man bood zijn excuus aan en wij prezen zijn verstandig beleid. We werden als medebroeders allerhartelijkst ontvangen. Het eten in aller ijl klaar-, gemaakt, was er heerlijk en overdadig. We kregen meer dan voldoende geld mee, om ook in de trein nog wat te kunnen kopen. Gesterkt gingen we weer verder...om half uitgeslapen in Maastricht aan te komen. Hoe laat weet ik niet meer. In de loop van de morgen heb ik van daaruit het Moederhuis in Weert opgebeld. Ik kreeg de Provinciaal hintself (Apollonarius) aan de lijn. Waar zitten jullie, Peul" "In Maastricht!" "Wat, zitten jullie in Holland?" "Ja, en we vragen nu of v/e naar Weert mogen komen, om ons verhaal te vertellen." "Ja, kom maar gauw !" fin in Weert werd het verhaal verteld. Ik was zo gelukkig om met het. zwembrevet, behaald in de Golf van Genua, in de hand, alles te mogen navertellen. Er werd met spanning naar geluister. Hn toen het afgelopen was, zei P. Provinciaal : "Peul, maar goed dat je kon zwemmen !" En op de manier waarop toen de Provinciaal nog werd aangesproken, zei ik, heel. droogjes maar toch eerbiedig : "Pater Referende, weet U wel, dat ik het klandestien heb moeten leren Hl Toen'"er in mijn studentijd in Sittard een zwembad kwam, mochten de studenten van Solanus daar niet heen, Wc hebben als student gestaakt, maar de progressieve minderheid van de lerearen moest het onderspit delven. Toen we na het uitbreken van de oorlog, als jong pater, werden ondergebracht in Baexem (deel "f, pag. 47)werd het door de Magister aanvankelijk oogluikend toegestaan dat we in het ven mochten ; zwemmen, maar om scandalum te vermijden, werd het later weer verboden. De grootste schrik voor het water ben ik pas kwijt geraakt in het "Petje" van Oude Niedorp. Alles bijelkaar is het nêt genoeg geweest om mijn leven in Genua te kunnen redden. Mijn confraters kregen natuurlijk een pluim voor hun moedig gedrag. Ik weet niet meer wat ze toen gezegd hebben, maar toen ik Artheem 33 jaar later (op de reunie van het 40-jarig priesterfeest), ontmoette, zei hij: " Ja, we moesten jou er wel uithalen, want' jij had ons geld bij je '!! " Vrijdagmorgen 21 Maart ging het vanuit Weert met de trein naar Wognurn, blij weer bij Moeder thuis te zijn, na alles wat. er gebeurd was. Iedereen was blij dat het allemaal goed was afgelopen. Met alle recht konden we zingen HIJ TS MET ZIJN GAT,JE IN HET WATERGEVALLEN, FALDERALDEiUERE, FALDERALDERA....HOERAJ!11HOERA 1!!! Een maand en één dag was ik in Wognum, ma.ir.de weken thuis waren geen weken van rust. Practisch alle dagen was ik q> sjouw, om weer een nieuwe missie-uitzet bij elkaar te krijgen. Drie Zondagen had ik slechts om een klap op de preekstoel te geven. Dat gebeurde in Wognum, Hoorn en Beverwijk, waarheen Deken Morsman verplaatst was. Het waren weken van zwoegen en sjouwen, maar ook weken waarin ik veel liefde en dankbaarheid mocht ondervinden. Dit maakte ook mijn zorgen licht en gaf me de-kracht om met een blij hart de reis opnieuw te aanvaarden. - 25 -
HOODSTUK 2
LANGS EEN ANDERE WEG
DE VROLIJKE GOLF Alle goeie dingen in drieën. De eerste keer werd de afstand Holland-Genua per schip afgelegd. De reis duurde 17 dagen. Ontnuchterd en berooid werd de weg terug'afgelegd per trein, 't Ging heel wat vlugger ! Toen we de derde keer de afstand weer zouden afleggen, werd gekozen voor een avontuurlijke reis per autocar.,..langs weer een heel andere weg. Inspecteur Brouns uit Oss, de zwager van br. Hiep, was de aanstichter van dit feest. Met twee agenten had hij het plan geopperd om ons tegen betaling van de treinonkosten, per auto naar Genua te brengen. Het wagentje van het muziekgezeischap "De Vrolijke Golf" uit Boxtel was daartoe omgebouwd tot een soort touringcar, lir waren banken in getimmerd en ramen ingemaakt en enkele hoevendekens moesten ons zitvlak voor ergere dingen behoeden..De grote bagage was in een boevenwagen door een agent opgehaald, maar verder wist ik er weinig Van, hoe alles zou verlopen. Zaterdag 26 April zou de "Stephan Kearny" ons vanuit Genua brengen naar het land van onze idealen. Dinsdag 22 April moesten we daarom in Alverna zijn, ons verzamelpunt. De tijd van afscheid nemen was weer aangebroken. Ik bezocht in het ziekenhuis in Alkmaar voor de laatste keer zus Lino en ik wist dat ik haar nooit meer terug zou zien. Het einde was toen al in zicht. MAANDAG 21 April ging het met een taxi naar Hoorn. In Amsterdam nam ik afscheid van zus Tine en Truus en moest toen allereerst naar het Italiaanse consulaat om mijn visum te halen. Ik trof daar een zekere mijnheer Laken uit Eist. Hij kende wat Frans en hoorde dat de aanleggers van het feest hem graag mee hadden als tolk. Hij moest een visum zien te krijgen om als chauffeur mee te kunnen gaan naar Genua. Haar zofn verhaaltje kan iedereen wel ophangen. Hij kreeg geen visum. Gelukkig had ik de uitzendingsbrief van Pater Generaal uit Rome bij me. Hij was geschreven in het Latijn en ik gaf de Consul er tekst en uitleg van, :•;'•• v/cl O P "•& jn nn^icr l FR. PACIF1CUS PERANTONI VICARIS-GENERAAL VAN DE ORDE DER MTNDERBROEDERS en nederige dienaar in den HEER aa.n zijn in Christus zeer geliefde zonen : Pater PEL TNUS STELTENPOOL Pater Uubertinus Backes Pater Arthemius Huls Pater Abdias van de Sande Pater Stanislaus Mulder HEIL EN SERAFEINSE ZHGEN Onder de gewichtige aangelegenheden van de Serafeinse Orde, welke wij krachtens ons ambt gehouden zijn te behartigen, is wel een van de voornaamste deze, dat wij geschikte mannen uitzenden om in de missieën aan het zieleheil van de ongelovigen te gaan arbeiden. Daar wij nu een zeer groot vertrouwen stellen in Uw ongerepte levenswandel, l/w alleszins voldoende kennis en Uw ijver voor de verbreiding van het heilig Geloof, dragen wij U krachtens deze en onder de verdiensten van de heilige gehoorzaamheid op, U te begeven naar onze Missieën : PATER PELINUS STELTENPOOL, Pater Arthemius Huls...enze.enz., naar onze Missie in CHINA om daar in het gebied, dat aan onze Orde en de Nederlandse MinderbroedersProvincie, is toevertrouwd, te gaan arbeiden onder de gehoorzaamheid aan Uw Oversten aldaar, terwijl WIJ U ten zeerste aanbevelen aan Uw Oversten en aan allen, die Gij op Uw reis zult ontmoeten. VAARWEL .' Gegeven te Rome in het College van den heilige Antonius. December 1946. Fr. Pacificus Perantoni Vicaris-Generaal der Minderbroedersorde. - 26 -
Ik vertelde de man op het Consulaat, die zeer goed Hollands sprak, dat.ik als leider van de groep fik was de oudste en stond gelukkig bovenaan) het absoluut noodzakelijk vond, dat er, behalve een tweede monteur, ook een tweede chauffeur mee moest naar Genua. We mochten geen risico nemen om met het labiele automateriaal de boot in Genua weer te moeten missen. Meneer Laken kreeg zijn visum en samen reisden wij naar Gist, In Nijmegen deed ik nog enkele boodschappen en als eerste kwam ik tegen de avond in Alverna aan. DINSDAG 22 Apri 1 kwam om 9 uur "de Vrolijke Golf" voor. Even wat zaken regeTëlTme't 'JiTprbcurator. Nog gauw een korte bespreking over de te volgen route. Een afscheidsbezoekje bij P. Provinciaal. Hven naar de kerk om het reisgebed te doen en....we stapten de "touringcar" in, omstuwd door een menigte hartelijk meelevende medebroeders. HET AVONT11JR BEGINT Om kwart voor tien gingen de wielen rond en wij rolden de Graafseweg op, richting Eindhoven. De reis was begonnen. Alles op goed geluk af 1 Onze reisbagage was boven op de wagen vastgebonden en waar het nog enigszins kon, stond nog een jerrycan benzine, want met de schaarste die er overal was, zou het niet gemakkelijk zijn om ons karretje rijdend te houden. Vol goede moed zongen we : "Hen karretje op de straatweg reed.... Toen chauffeur de Jong met de boevenwagen in Wognum mijn koffers had opgehaald, had hij vergeten mij nog wat zeepbonnen te geven. Hij had ze nu bij zich en zijn geweten begon te knagen. Zonde om die niet te gebruiken. Onderweg had ik hier en daar al eens geprobeerd, maar steeds kwam ik zonder zeep de winkel uit. Bij de Gruyter in Eindhoven zou ik het nog eens proberen. Triompherend kwam ik de winkel uit met een pak van 20 stukken zeep in de lucht. Alle aandacht was gericht op de juichende schare in de auot... Intussen liet een kind bijna het leven. Met een stuk vel van knieën, kwam ik met mijn neus op de straatstenen terecht...overal stukken zeep over de grond. Ik meende nl. achter een Moeder om te lopen, maar deze had aan een lange stok nog een karretje achter zich, met een kind er in. De eerste hulp bij ongelukken was overigens niet nodig, maar men vertelde in de auto, dat de moeder van schrik ook om zeep is gegaan.... Om half 12 gingen we bij Reusel de grens over. Dat ging va.n een leien dakje. Inspecteur Brouns ging met zijn manne, allen gekleed in uniform, in de houding staan en zei : "In naam van Oranje, doe open de poort ". De poort ging open en met de meegesmokkelde benzine konden we nu een heel eindje vooruit. De weg naar Antwerpen lag voor ons open. We waren naar Antwerpen ~ gegaan om financieële redenen. Want hier konden onze begeleiders van een paar bekende wielrenners, wat francs op den kop tikken en die zouden, vooral in Frankrijk, goed van pas kunnen komen. We deden natuurlijk ook onze medebroeder on Den Oever aan. Het was een prettig weerzien en ze hadden een heerlijk etentje voor ons klaargemaakt. We kregen nog een rokertje mee en om kwart over 4 werden we weer hartelijk uitgeleide gedaan.Broeder portier zag zijn gasten weer vertrekken. Daarna werd het spurten,...op Brussel aan. Hier kregen we de eerste lekke band, maar met een kwartiertje was dat weer verholpen. We zouden nog heel wat lekke banden krijgen, maar de reparatie was telkens een peuleschilletje. Want de reservebanden waren steeds in orde. Als we ergens de nacht doorbrachten, was dat altijd een mooie gelegenheid om tevens de banden te laten repareren. In Brussel dacht.ik nog aan m'n schoonzus, Rie Bayer, de weduwe van broer Paui. Ze was nu met Torn Beerepoot getrouwd. Maar waar zou ze wonen ? Ik had " e n de tijd ontbrak ons ook, want we hadden nog een hele reis voor de boeg. We wilden komen tot de Franse grens. De wegen in België waren na de oorlog bar slecht en de heuvels begonnen al te komen. We passeerden Waterloo dat ruim 120 m. boven Amsterdams Peil ligt. Waterloo met zijn slachtvëlïïërTïïit de tijd van Napoleon. De leeuw van Waterloo met z'n 226 trappen en een gewicht van 28.000 kg, stond er nog. Van hieruit zoeken we het Maasdal. Passeren Charleroi, met zijn kolenmijnen, ijzer en staal. De \^eg is sterk golvend en na Philippeville zeer bosrijk. - 27 -
Het loopt al aardig in de avond en het wordt tijd eens uit te kijken naar onderdak. Maar we zien niets dat lijkt op een klooster of zo iets. Br.Hiep stapt met een van de agenten, chauffeur van Nunnen, maar eens een café binnen. Een kilometer of 10 verderop ligt een Canucijnenklooster. Het is al half elf ! 'n CAPUCI.ÏNENKLOOSTER Nog eens ergens vragen. We zijn dan in Rni.lv. We treffen daar in een huis een moeder aan met drie dochters. Ze scTvrlMen zich rot, geen wonder, want de inspecteur en de agenten zijn in uniform en voor hen is dat een heel vreemd uniform. Eenmaal van de schrik bekomen was de moeder toch heel vriendelijk. Ze vatte al haar moed bijeen en bracht ons naar de ingang van de pastorie, die vlak bij lag. Zij gauw terug naar haar dochter. Je weet het nooit. Vol goede moed belden we aan, in de overtuiging dat de pastoor er wel raad op wist. Er wordt boven een raampje opgen gedaan en wij ontwaren het hoofd en een stuk pyama van de pastoor. Hij had wel wat plaats, maar toen de man hoorde van onderdak voor elf mensen, toen schrok hij toch. Zeer begrijpelijk en ...hij kuchte. We infromeerden naar dat Capucynenklooster. "Ja, dat is vlak bij in Petit Chapelle. Ga daar heen, want daar is plaats in overvloed. De pater zal jullie zeker ontvangen. Maar mocht het niet gaan. kom dan gerust terug, dan zal ik twee kamers voor jullie inrichten. Maar het zal niet nodig zijn." Om bij het klooster te komen, moesten we even over de Franse grens. De douane liet ons door op voorwaarde dat we de volgende dag daar weer terug zouden komen. Bruly ligt 283 m. boven A.P., maar om in Petit ChapelIe te komen, moest ons wagentje nog aardig klimmen. Om 11 uur"'bcïderTwi"j Bij het klooster aan. Een Capucijnerpater deed open. Hij bleek de enige bewoner van het klooster te zijn. We werden met opgen armen ontvangen. De huishoudster, een meisje van + 70 was al even hartelijk. Er werd gauw koffie gezet. Brood hadden we nog. De Capucyn gaf ons een goed glas wijn en intussen werden er bedden en dekens gezocht. In' vier kamers met ledikanten en kermisbedden brachten \ve die eerste nacht door. Het klooster was een gymnasium geweest. Maar wegens bezetting van Duitsers en later van Engelsen, was het ontruimd. Volgend jaar hoopte men er weer te kunnen beginnen. De pater was waakhond van het college en tevens rector van het gehucht. We hadden er een heerlijke nacht...want de dag was zwaar geweest, 's Morgens lazen we er de M. Mis. Dat kon toen overal nog zonder moeilijkheden, want liet gebeurde overal nog in het Latyn. De keuken was een echte Franse, buitengewoon aitnoedig aangekleed en wat rommelig, maar het was er tafeitje-dek-je.Het regende spiegeleieren en volop brood. En brood is vooral over de Belgische grens erg schaars. We kregen nog een brood mee. De pater ging op zijn bergfietsje alvast vooruit, naar de douane in Bruly, die ons er op het eerlijke gezicht 's avonds tevoren had doorgelaten. We namen daar afscheid van onze buitengewoon gastvrije gastheer en gingen zonder moeite Frankrijk binnen. Dat was Woonsdagrorgen 25 April om 10 uur. IN 't WITTE PAARD We zochten Sedan en volgden vandaar de weg, welke een der belangrijkste verbindingen vormt van Nederland naar de Rivièra. We komen in het dal van de Maas en het blijkt dat onze tocht op een historische gaat lijken. WfflJÖKT roept ons weer naar de geschiedenisles, maar de onderlinge repetitie gelijkt soms op een repeterende breuk. In !)ONRFWY-LA-C!-iAPELLE passeren we het geboortehuis van Jeanne d'Arc, de redster van Frankrijk. ls Avonds om 9 uur zijn we in Langres_, 460 m. boven A.P.. De inspecteur was in zijn kleine wagentje vooruit gereden en had na wat zoeken een onderdak gevonden in hotel "Le Cheval Blanc". Weer sliepen we allemaal onder hetzelfde dak. We verlangden naar een bed en na een uurtje zitten, kropen we gauw onder de wol, want de volgende dag moest de afstand nog een stukje groter zijn. We vertrokken daarom om kwart vöör zessen al uit Langres. In Dyon déjeuneerden we in een café en in Lvon aten we 's middags om een uur oT drie bij onze paters. We werden weer hartelijk ontvangen en onze knorrende magen •"
Co
werden weer tot zwijgen gebracht. Vanuit Pyon hadden we 's morgens een telegram gestuurd naar de consul in Genua, met het verzoek om de juiste vertrekdatum van onze boot : antwoord, poste restante te Avignon. Nu waren we in Lyon. Het zou niet kwaad zijn om van hieruit het postkantoor in Avignon te bellen, om het antwoord op ons telegram te weten te komen. Maar de voorschriften stonden d a t niet toe. lïr ging ook een telefoontje naar onze medebroeders in Avignon om onderdak, want we wilden die avond nog tot Avignon doorreizen. Dat was nog een paar honderd kilometer van Lyon. Het antwoord was gunstig en wij vervolgden onze weg door de heerlijke wijnbergen van Frankrijk. Bij een wijnboer wisten we voor een prikje enige flessen los te krijgen. Het smaakte heerlijk ! De heuveltjes zijn niet mis en het is met ons wagentje soms een toer om er bovenop te'komen. De motor is af en toe aardig aan het ronken. Maar toch loopt ons karretje vandaag beter dan gisteren. Teveel gastoevoer blijkt bij het klimmen "fataal te zijn. We passeren Vienne, Valence en Montelimar, waar de heerlijkste nougat vandaan komt. Het land verandert van karakter. De bergen worden kaal. Het is al aardig aan het schemeren al| we Orange passeren, de bakermat van ons Vorstenhuis. Een plaatsje van - 8.000 inw. We zongen hier het Wilhelmus en om half 10 kwamen we aan bij de paters in Avignon. BIJ DE MEDEBROEDERS IN AVIGNON Waren we in Bruly vertroeteld door een dienstbode en haar buurvrouw, die hun schoonheid al lang verloren hadden - zo ze die ooit hadden bezeten hier in Avignon waren het weer hartelijke medebroeders, die ook weer hun beste beentje hadden voorgezet. Het klooster was oud en in een steeg gelegen. On ons tegen mogelijke diefstal te beschermen werden onze wagens door de tuinpoort naar binnen gereden, veilig achter de hoge kloostermuur. Het leek me een echte achterbuurt toe en de paters hadden het. blijkbaar erg arm. Ondanks hun armoede hebben ze toch gedaan voor ons wat ze konden, «rood hadden ze niet. Als een soort eregast zat ik naast de gardiaan aan a e ^. Door een broeder wei*d een pan met nap op tafel gezet en daarna een grote pan met zwarte niepers. Piepers,gekookt in de schil, zoals buurman Renckens ze aan de varkens gaf. Het was de eerste keer dat ik dit meemaakte. Maar in China zag ik later zulke piepers, wel zoete, als een lekkernij op de'.markt liggen en in N. Guinea zou ik later dikwijls lekker eten van de zoete aardappelen, met de schil, geroft in de hete as. Toch moest ik proberen met dankbaarheid te eten. Kr kwam nog een en ander on tafel en als dessert, een portie dadels. Het smaakte de meesten als koek. Tot slot nog een flinke slok franse koffie. He paters en broeders hadden zich werkelijk uitgesloofd on deze late avond. In zulke.omstandigheden heb je er toch maar veel plezier van te behoren to de grote Franciscaanse familie. Mij werd voor de nacht een grote - ik denk de bisschopskamer aangeboden. Ik denk vanwege liet grote panier van P. Generaal, waarop mijn naam bovenaan priikte. De anderen hebben heerlijk geslapen in een kennisbed. Zoals ik al zei hadden we in Lyon de paters opgebeld of ze liet telegram van de Consul uit Genua wilden afhalen van het nostkantoor. Ze hadden het wel geprobeerd, maar ze mochten daar eigenlijk niet eens zeggen, dat er een telegram was aangekomen. Alleen de persoon aan wie het. verzonden was mocht het in ontvangst nemen, 's Avonds was het kantoor gesloten en we konden het pas de volgende dag om 7 uur 's morgens afhalen. Dat was een beroerd geval, want van het. antwoord hing heel onze verdere reis af. Met was nu 24 April. Als de boot inderdaad op 27 April zou vertrekken, dan moesten we toch zeker zeker Zaterdagmorgen 26 April-in Genua zijn...en dat was nog een hele afstand. D'r zat niets anders op dan maar net te doen alsof de boot Zondag zou vertrekken. VrjjJajjmOT£en_^5 Atsril werd in alle vroegte de vragen opgeladen. Met het kleine auto"TT5e^«mr"-her~telegra]n opgehaald. Intussen stonden wij klaar om zo in de auto te snringen. Het telegram kwam en de Consul Drogendijk liet weten dat de boet niet 27 April, maar 3 Mei zou vertrekken. - 29 -
Zouden we nu nog naar Lourdes gaan ? We vonden het toch te riskant. De Vrolijke Golf liep wel best, ja hij liep steeds beter, maar we wisten al wat het zeggen wilde om ruim 400 km. op één dag te moeten rijden. En dat zouden we dan nog een dag o£ 4 moeten doen, met het gevaar misschien nog net vöör Lourdes te moeten teruggaan. Bovendien zou dat stuk door de bergen, geen benzine drinken, maar zuipen. We besloten maar flink door te rijden. Misschien zouden er nog wel een paar dagen uitstel bij komen en dan ....zouden we nog naar_Rome kunnen gaan. We zouden dat dan met de trein doen, want de benzine was in Italië tweemaal zo duur als in Frankrijk, nl. fl. 2,~. per liter. Bovendien : de inspecteur met zijn knechten konden ook niet steeds op vakantie blijven. Ze moesten weer op tijd naar huis. Al wachtend op het telegram, hadden we toch nog even tijd om in Avignon het pauselijk paleis te bekijken. Ik vond het zeldzaam mooi. Het is gebouwd in de 14e eeuw. Het was mooi gerestaureerd en de tuinen waren keurig verzorgd. Wij hadden hier een prachtig uitzicht op het Rhönedal, waarin we, vanuit het Maasdal via het Saönedal. al rijdende terecht waren gekomen. Een heel stuk sombere kerkgeschiedenis ging er hier in Avignon aan onze geest voorbij. Op aandringen van Catherina van Siena is Paus Grègorius XI toch maar weer naar Rome teruggekeerd ( 14e eeuw ) . NOG DRIE DAGEN IN DE AUTO Vrijdag 25 April ging het om 10 uur vanuit Avignon allereerst naar Arles» We dachten vandaaruit met de middag bij onze paters in MARSEILLE te zijn. Maar dat werd een lelijke misrekening. We waren er pas om 4 uur. De mannen in de voorste auto'hadden niet goed naar de wegborden gekeken. Dat kostte ons 2\ uur. Ook in Marseille werden we door onze paters weer erg hartelijk ontvangen. We hebben er weer goed gegeten. Dit spaarde ons weer heel wat francs uit, die we overigens op de Bank in Avignon volop konden kopen. Het vriendelijke aanbod om te blijven overnachten, namen we maar niet aan. We wilden verder, want we vreesden nog heel wat kilometers. We passeerden Toulon en daar we nergens een klooster konden ontdekken, verlieten we al tamelijk laat in de avond de grote weg en kwamen terecht in SALIER-PONT, 'n heel stil dorpje. We konden wel samen eten, maar om de nacht door te brengen, moesten we ons verdelen over twee herbergen. Onder het eten kwamen er een paar kerels binnen, tamelijk sjofel gekleed. De een bleek de burgemeester te zijn en de ander zal zijn secretaris wel geweest zijn of anders was hij zeker van de gemeentereiniging. Het halve dorp stond hier van de ramen van ons hotel, want er was de krgemeester verteld dat er vuil schoelje het dorp was binnengekomen ,spionnen... Duitse generaals in uniform. Het hoofd van de gemeente stapte met grote schreden op onze inspecteur af en vroeg hem om zijn papieren. Het liep met een sisser af en de goêie gemeente werd gerutgesteid...de paters waren echt én de generaals gewoon hollandse agenten. De dag was weer lang niet gemakkelijk geweest. We hadden zo graag eens vanaf een uur of zeven, gezellig bij elkaar willen zitten. Nu was het al weer bedtijd, het souper was - hoe kan het ook anders - echt frans en we konden o.a. ons hart ophalen aan olijven, die ik nog steeds liever aan de varkens geef. In het hotelletje was het allemaal tamelijk primitief, maar het lukte die nacht met het slapen weer erg goed. De prijs viel er reuze mee. ZATERDAG 26 APRIL Om 9 uur ging de reis weer verder langs de Cöte d"'Azur namen we een bad. In NICE werden wanhpopige pogingen gedaan om wat brood te kopen en dat bleek geen gemakkelijke opgave te zijn. Enfin, het leverde in elk geval iets op en omdat je een bedelmonnik altijd x^at geeft -aldus de bakker - kreeg de pater een citroen cadeau. Er werd hier ook even gebeld naar de medebroeders in Monte Carlo. We waren, hoe kon het ook anders, ook hier weer welkom. Het valt niet mee om telkens in zo'n vreemde plaats zo'n klooster te vinden. Meestal wisten we wel een eindje een passagier mee te troggelen. Het klooster lag zeer hoog, maar tegen onze verwachting in, xvist ae motor tegen de heuvel op te klauteren. Natuurlijk namen we een - 30 -
kijkje-bii de beruchte speelbank. Zoals bijna overal', ontmoetten we nok hier'weer een Hollandse familie, Na een goed souper bij onze paters, zochten we de rust weer op &\ brachten ?.o saraen "eine Nacht" door "in Monte Carlo", Ook dit 'hoorde eigenlijk wel bij een, reis als de oii"ö, ZONDAG 27 APRIL» Vandaag moeten we...Genua, halen.,-We wilden daarom om 9 uur vertrekken, maar het werd itaïf elf. Bij MÉN"JT)N-moesten we de grens naar Ttalie over. Het ging niet, 20 erg'gesmeerd.. :De douane was niet gemakkelijk en toen Stan wat zenuwachtig rond ons wagentje liep, moost ie zijn zakken binnenste-buiten. keren..- Hij moest heel wat lichter verder» Op de terugreis souden onze agenten het geld weer kunnen ophalen.*».Jammer van die centen., maar we komtert nog vooruit. Want op deze tweede reis waren we 7-elf financieel ook wat beter uitgerust met. dollars en ponden. Na dit 'intermezzo in Mertton volgden, we de weg langs de zee. Het was een prachtige tocht, maar de weg. langs de Riviêra was toch stukken moeder. Aan het strand sa.g je overigens heel wat minder aap-menselijk gedoe*. Misschien zijn de Italianen nog wat bang'voor het water. We weten onmogelijk hoc lang de w#sg nog is. De weg slingert: zigzag langs de kust. en dan weer dooi* de. bergen, 'net de meest mooie vergezichten. Eindelijk zien /we. een wegbard : Genua '13 km.f wij xijn er dus bijna. Zou het daar op die hoek Liggen ? Och dat kan niet. Waar ligt de vuurtoren'dan ? We zouden er heel wat later achter komen dat er van. dat kilorsieterbord een nul was zoekgeraakt. Het "was van daar geen, 13 maar 130 km.» Het was intussen al flink in de namiddag» De maag begon al aardig te rammelen. Maar nergens slaagden we er in om brood te kopen. Ja, een heel klein stukjef net genoeg voor anderhalve man. Meneer Laken uit Eist bracht nog een beetje uitkomst. Hij had nog een, 'brood bewaard, voor het geval we eens niets zouden hebben. Maar wat is één brood voor ".oveleu ? En de vissen ontbraken totaal, leder kreeg anderhalf snee brood en een glas wijn. Daar moesten we liet voorlopig mee doem De eieren die wij nog bij ons hadden voor* noodgevallen, bleken te zijn bedorven. Geen wonder l Wie sou er niet bederven ais hij gekookt een. week lang een brandende rit: moet meanaken ? Enigszins versterkt gingen we weer verder« We konten in etm dorpje Mbenia* We .zien er een paar paters lopen. Wij er op af. We kregen in een. soort7""*"" patronaat een glas wijn, maar eten was ook daar niet. We hoorden dat het nog een heel eindje was naar Genua.» We gingen dus weer gauw verder. We kwamen om half 10 in Genua aan bij het klooster "Annunciata", waar onze koffer** ware1") ondergebracht met nog wat spullen van de "Bdntund Fai'ming". Hier werd alles in het werk gesteld om voor ons onderdak te krijgen. In het half verwoeste kloostertje was geen niaats voor allen» Om Maandagmorgen vlug .Inlichtingen te kunngn inwinnen ontrent de boot, werd besloten dat ik met een van onse paters ïn, "Armunciata" zou blijven, De gardiaan en pater Mfl.uriti.0 gingen ergens buiten slapen en gaven zo hun cel aan ons* De kerk die bij het klooster hoorde was vroeger de rijkste kerk van Genua, Alias was grondig verwoest en het. herstel zou zeker een S miliioen kosten. In het kloostertje woonden slechts S paters en geen enkele broeder. Ite knecht-koster-huishoudster was de stad in. Peter Mauritio bracht me naar zijn cel en daar stond ilc...,ik rammelde van de^honger. Ik vroeg Mauritio of hij misschien een stukje brood voor me had, Hij trok een bedenkelijk gezicht en ?,ou eens gaan kijken in de 'keuken*f Maar er was totaal .niets l " Ik weet tvat het wil zeggen, honger te hebben * 2ei hij, M want ïk hen nog niet 20 lang terug uit Engelse krijgsgevangenschap.., mar we hebben niets. Morgenochtend legt'de knecht voor ieder een portie brood neer, Jij mag dan het mijne opeten ", Een gezellige avondrecreatie zoals in Holland, kennen ze in Italië ook al niet, maar ik vond het. niet zo erg3 Ik. was moe en kroon lekker te bed, Ik sliep al heel gauw als een os. Intussen waren de anderen ondergebracht in een klooster met grote tuin, ; boven op een berg. Ook daar was.gem brood» want dat -is ovoral erg schaars. En Zondagavond laat is dat natuurlijk; nooit ergens te koop, Maar in dat klooster hadden, ze het. fornuis weer aangemaakt en voor het uitgehongerde stel een Italiaans potje klaargemaakt. 2e hebben het daar opgegeten of het koek was. - 31 -
WE GAAN NAAR ROME M/\ANDAG 28 APRIL. De morgen was er een van zaken doen. Op het agentschap horen we dat de boot zeker niet vóór 5 Mei vertrekt. We kunnen dus nog naar Rome. We gaan er maar vanuit dat het verkregen verlof van P.Generaal twee maanden geleden, ook nu nog wel van kracht zal zijn. Weverzoeken de Consul of hij ons in Rome een telegram met de vertrekdatum wil sturen als de boot binnen is. Daar kunnen we op rekenen. Dan moeten we naar de bank, want een reis naar Rome kost lires. We moeten dus wat buitenlands geld gaan wisselen. Tussen de bedrijven door ontmoetten we de kapitein van de "Edmund Fanning", die nog steeds in afwachting was van het proces. Als altijd is hij nog steeds even aardig voor ons. Met drie man, de anderen konden niet, dineren we met hem in Hotel Colombia. Na verder alles geregeld te hebben, werde de spoorkaartjes gehaald en om 0.20 uur in de nacht hangen we in de trein naar ROME. Hangen, want het was er tjokvol l Maar de droom zou werkelijkheid gaan worden. We gaan naar Rome !.' Urenlang stonden we in het gangetje van de trein. Soms kon je even op je hurken zitten. We waarschuwden elkaar voor zakkenrollers en we probeerden de heren en dames in de gaten te houden. Ze zaten in je zak. Letterlijk I Huub was de eerste die na een uur zijn portemonnaie al miste;- Het duurde niet lang of ook ik was de kees. Ondanks het feit dat mijn handen, mijn zakken bewaakten, was mijn portefeuille met een flinke duit Italiaans reisgeld uit mijn binnenzak verdwenen. Er zaten gelukkig geen ponden of dollars in. Alleen het geld dat ik gewisseld had. Dus ook het reisgeld voor de terugreis. Verder wat officieële stukken, als benoemingsbrief, celebret, foto's enz. Mijn pas had ik gelukkig nog en verder zal men ons op ons eerlijke gezicht moeten geloven. Een tjokvolle trein met hangende, hurkende en halfslapende passagiers is natuurlijk v/el een lustoord voor zakkenrollers. Het is dan ook georganiseerd x^erk van mannen en vrouwen, geholpen door handlan(st)ers op ieder station. Steeds staat er iemand klaar om de buit in ontvangst te nemen. DINSDAG 29 APRIL zijn we om half 5 in de namiddag in Rome. Een reis van 17 uur hangen in de trein. We zijn geradbraakt als we bij ons klooster San Antonio, aan de Via Merulana, aankomen. Het is ons Generalaat en tevens een internationaal studieklooster. Een geweldig groot gebouw met daarin gelukkig ook enige Hollandse medebroeders, die van onze wederwaardigheden wat op de hoogte waren en voor verdere introducties zouden zorgdragen. Ze konden meteen aan de bak, want San Antonio zat tjokvol Franciscanen die internationaal Mariacongres hielden. We waren erg \<>relkom. We konden er ook eten, maar er was geen slaapgelegenheid. Maar bij de Capucijnen werd slaapgelegenheid gevonden. Overigens troffen we het, want de studenten hadden deze dagen geen les. DE EEUWIGE STAD Als je Rome wilt zien dan moeten je voeten het ontgelden, ook al pik je af en toe een tram. De tijd is kostbaar en moet goed besteed. Met enige patersstudenten gingen we Woensdagmorgen meteen op stap. Onder hen was ook pater Felix Neefjes uit Westwoud. Tegen alle regels in heb ik zelfs met hem op zijn cel geslapen. 33 jaar later zou ik hem in de Heerhugowaard weer ontmoeten* Hij kwam toen vanuit Brazilië als generale visitator naar onze Hollandse Provincie. Hij vertelde me toen dat hij die nacht in Rome slecht had geslapen,. .. .ik denk : uit angst, \\rant met twee man slapen op êên cel was zeker een reden om je meteen naar huis te sturen. Het kan verkeren I Was het uit angst of kwam het misschien door het snurken ? Die eerste morgen namen we een kijke in de kerk van Maria super Minerva. Daar was feest van de patrones van Rome, Catharina van Siena, de vrouw die zo veel gedaan had om paus Gregorius XI vanuit Avignon, weer in Rome terug te krijgen. 7Z- j nam ook geen blad voor de mond5 om haar kritiek te uiten op alles wat ur in Rome mis was. Er waren wel 10 kardinalen aanwezig. 's Middags gingen we op stap met P. Pancratiüs Maarschalkerweert. Hij was - 32 -
niet knap van uiterlijk en hij werd daarom in. de Provincie sarcastisch "Miss Rome" genoemd. Hij was een uitstekend Rome-kenner, We hebben veel gezien.* maar ik zal U het opnoemen en beschrijven van alle kerken en manureenten besparen* Een weekje in Rome. .Het lijkt heel wat, maar je duizelt v«n ?ii wat je 3iet en hoort. Ik wil slechts een. paar dingen aantippen. Natuurlijk zagen we het geweldige hörenigifigsiiionument door Victor ümsnuel gebouwd» door de Kerk van toen. uitsluitend, gezien als verheerlijking van de rooi" op é» kerkelijke staten in 1S?0. Van toen af' voelde de Paus zich nl. als de gevangene van hot Vatic'san, De Italianen, slen hierin echter de geboorte van. het rdetwe Italië. In 1920 werd onder Pius IX het verdrag van Lateranen ondertekend „ waarbij het Vaticaan weer een onafhankelijke Staat wfcrd» In de kerk era de Ara Coe.i.j. - het klooster is afgebroken vanwege het monument - maakten i^e voor hst eerst kennis raet een echt Italiaanse devotie van de H, Bambino, Bambino is kind. Een Franciscaan laat je het beeldje van het Jesus-kin.d zien» dat; ook al door een Franciscaan gevonden is in Gtethemanie in de H e eeuw, 3jet is toen overgebracht naar bovengenoemde kerk en wordt er huitcaigewoon vereerd. Ik vond het beeldje bidtegawoon lelijk, al was het dan ook opgesierd met goud. en allerlei tierlaxttijttties» Hier en elders doen de winkeltjes goede zaken, roaar je vraagt ie wel af, waarom er soveel paters, broeders en zusters met dese- devotie-negotie besig «eten zijn* Zou er in RoRie of elders in de wereld geen beter werk te verrichten zijn ? We bezoeken de St» Jan van Lateranen, met op de gevel de beelden van 10 m. hoog. Het is de domkerk van de bisschop van Rome. Het paleis door Keizier Constat.ijn aan de Paus geschonken» werd tijdens het verblijf van. de paltsen te Aviguoii door een aardbeving en. door brand geteisterd en onbevjoanbaar,, zodat de paus later in het Vat.ica.an ging wonen.» We zagen de Maria Maggiore, Een pracht van oen 'kerk raet zeldzaam mooie mozaïeken in, de zijbeuken. Verder de boog van ConstaJitijn niet da grote Ov^rwinningsweg s die Mussolini ais een andere Constaütijn het aloude Rome had moeten binnenvoeren.. We zien liet paleis en het balcon, waarop Missoiini# de tegenhanger van de P'ius, de menigte toesprak. Ook de IL Trap •werii bekocht,, Ik herinner me nog dat oom f'fenus (oud-aouaaf) «oj daarvan vertelde. Ook het. ColosseijRi worrdt bekeken. Daarin was indertijd plaats voor 87,000 toeschouwers., die er kwamen kijken naar de gevechten van de gladiatoren inet de wilde dieren. Allerlei herinneringen aars de oude heidentijd on de glorietijd komen naar boven, en natuurlijk moet je daar ook denken aan de martelingen van ontelbare Christenen onder Nero. Ook. een heldin uit onze tijd wordt beïoerht. Ze lag opge bard in de Kerk van ' Joh.an.nes en Paulus. Haar gebalsemd gebeente rustte in een sprekend gelijkend missen beeld. Heel Rome vos er vol van* Want ze was Zondag j , 27 April, 2.alig verklaard» Een meisje van 12 jaar, een dorpskind.., ,arm, want vader was vroeg gestorven. Moeder moest hard werken en vanaf haar 9e jaar woest ^ËLlSJiSJlS.i'Êj ^mt~ kuishoudenwaarneroen. Het was een flink kind.,' Vroegrijp Ièr*to0rr¥©7""a.!ieeii in huis, 03;) een dag in 1902, door een jonge m m werf overvallen» liet :5e si eb. niet verleiden* maar ze stierf onder 2,ijn handen als-martelares. Als ik me niet vergis is dit het enige geval in heel de hagiographie (heiligenlevens-beschrijving), waarin iemand de martelaarskroon verd.i.end heeft? alleen door de deugd van reinheid te bewaren. ^ e s t ging het gepaard met de verdediging van het geloof. Er doen zich. veïe gebeclsverhor:ingèn voor. Men verwacht daarom dat 2e binnenkort St, AnthonitLS wel van ?iin plaats in de Ita.lin.anse vroomheid zal verdringen. Bn. dat zegt veel. Want al gaat .een Italiaan, ook nooit naar de ker, hét feest van Anthonius-' zal hij vieren. Heel de dag door \vas het in de kerk zwart van de mensen. Ik ben er zelf 3, maal geweest en Zaterdagmorgen, heb ik ter harer eer voor zus Lino een !L Mis gelezen. Ik sprak er in het klooster bij het ontbijt nog twee Hollandse broeders» die er als koster fungeerden.. Ze hadden handen vol werk. Br werden die morgen in die kerk meer dan H O lELMissen geleden. Zelf nog geworteld in het oude rijke Roomse Leven in. Holland* •" S .i ™
werd ik door dit alles zeer getroffen. Ik was echt wel. geraakt door de Italiaanse, vroomheid, Bij de zaligverklaring van Maria Goretti waren haar moeder aanwezig, een vrouw van 86 jaar, twee zusters en een broer. Eén van haar zussen, een nonnetje heb ik ook gezien, en zoals alle Italianen dat deden, haar ook aangeraakt. Je moest wel meedoen, zo spontaan ging dat ! Ik was werkelijk bang dat dat nonnetje niet levend door de kerk heen kwam. De moordenaar, knecht geworden in een klooster, was ook van pla nde zalgverklaring bij te wonen, maar bij een poging tot inbraak 's nachts in het klooster, werd de pater die de man naar Rome zou vergezellen, zwaar gewond. De moordenaar beschouwde dit als een vingerwijzing, om maar niet naar Rome te gaan. Een wonderlijke geschiedenis. Er werd ook verteld dat de man, na zijn lange ge vangenisstraf te hebben uitgezeten, zijn ouderlijk huis voorbij liep en zich direkt naar het huis van de moeder van Maria Goretti begaf. Hij vroeg haar vergiffenis en de moeder zei ; hoe zou ik dat kunnen weigeren. Maria zou zeker ook niet doen...De volgende dag lagen ze samen aan de Communiebank..... I Pater Pancratius was conservator van het missiemuseum in het Paleis van Lateranen. Met hem gingen we ook ó&ê.r heen. Prachtig, wat daar te zien was. We beperkten ons tot de Chinese afdeling. In dit paleis is ook het Verdrag van Lateranen ondertekend. Ik kon niet nalaten even te gaan zitten op de plaats waar Mussolini het heeft ondertekend. De St. Paulus buiten de muren, met haar mooie mozaïeken in de apsis, werd niet vergeten. We deden een rondgang door de catacomben van Callixtus. Als jongen speelde ik eens de rol van Neo, de martelaar der catacomben. Dat was hier dus. De gids die ons hier rondleidde was een Maastrichtcnaar. Zondag 4 Mei woonden we de zaligverklaring bij van de Franse zuster Alessia Ie Clerc. Mr waren ook 100 Hollandse pelgrims aanwezig. Bijna uitsluitend koSschoolmeisjes uit Vught...en met één daarvan gaf ik enkele souveniertjes mee naar huis. Iets om thuis op de piano te zetten. Voor de meisjes een kruisje. Voor de jongens een rozenkrans. Voor mijn oomzeggertjes een speldje of ringetje met Maria Goretti er op. Voor de gehuwden een plaat met pauselijke zegen. Daar was toen ieder wel blij mee. We hebben dus ook Paus Pius XI1 gezien en zijn zegen ontvangen. We konden geen narticuliere audiëntie krijgen - ook onze Generaal met de paters van het Mariacongres niet - want de Paus had het erg dnik en moest zich zeer in acht nemen. Maar het doel van onze reis hebben we toch niet gemist want we kregen een kaart voor de grote algemene audiëntie. Het binnenkomen van de Paus op zijn draagstoel maakt een geweldige indruk, liet is een geschreeuw en gedoe, maar toch werd ik er door getroffen. Ik begon ook al te roepen : " Viva Papa".'! Velen reikten de paus een wit. solidee't je toe. Hij zette het dan op zijn hoofd en gaf het weer blij terug. Een vreemd gedoe, maar ja... het volk is hier anders dan in Holland. Als wij 's morgens de kerk binnengaan om de H. Mis te horen, is het alles zo doods en heilig stil. In Rome lijkt het dikwijls op een markt. Hier en staan of hurken groepjes mensen. Hr worden soms op al die zij-altaren wel 10 Missen tegelijk gelezen, maar ieder volgt dan zijn eigen Mis. Soms dient de koster een heel stel missen tegelijk. Hij lijkt dan wel op een kellner, die nrompt reageert als ergens aan een altaar iets gezegd wordt en dan vliegensvlug weer nresent is, als ergens anders water of wijn moet zijn. Maar als hij er niet is komt er wel een of andere man inspringen en op enige afstand zijn er altijd wel enige vrouwen die antwoorden in hot Latijn, zoais dat toen nog overal gewoonte was. [;,erst vond ik het 's morgens in zo'n kerk erg rommelig, maar later werd ik toch gesticht door de diepe godsdientzin die je er aantreft. De druk gesticulerende Italianen kunnen bidden om jaloers van te worden. Ze zijn met hart en ziel met Gal bezig. Ken en al overgave ! Kortom : ik heb in Italië vele beroerde dingen meegemaakt, maar toch ook veel moois gezien, waar een nuchtere Hollander echt wel iets van kan leren. Rij ons is in de kerk dikwijls alles zo stil en heilig, dat we op buitenlanders wel de indruk moeten maken van een bid- zit- en pitkerk. Br zit - 34 -
dikwijls totaal geen leven in ons samen kerk zijn. De tijd gaat intussen door. Maandag 5 Mei hebben we maar eens opgebeld naar Genua. We krijgen bericht dat de boot pas 20 Mei vertrekt. Dat is te gek om los te lopen ! Maar gauw een telegram er overheen naar de Consul. Dat was maar goed ook. Want. hij vertelde ons dat de boot 8 Mei zou vertrekken. Zo'n snotneus op het agentschap zou je een mooie poets bakken. We moesten dus zeker 's morgens 7 Mei in Genua zijn. Dinsdagmiddag om 2 uur vertrokken we uit Rome. Assisie moesten we jammer genoeg laten schieten. Alleen Abdias had het op de heenreis nog even mee gepikt. We hadden allen een zitplaats in de trein, maar we waren er ook 2 uur tevoren. We hebben in Rome een fijne, maar vermoeiende week gehad. Alles bijelkaar was het een goedkoop uitstapje. De kost en inwoning, hadden we gratis en de reis naar Rome had ons, omgerekend in Hollands geld, 16 gulden gekost. Pater Pancratius heeft bijna alle onkosten voor zijn rekening genomen. WEER GENUA DE " STEPilAN KFARNY " LIGT KLAAR Woensdagmorgen 7 Mei zijn we om 5 uur weer in Genua. 15 uur sporen deze keer. We gingen direkt maar naar de paters. Daar misgelezen, gegeten en toen naar het agentschap om de papieren in orde te maken. Hier horen we dat we pas Zaterdag 10 Mei vertrekken. We mochten in ieder geval de boot op. Ik heb het indertijd niet naar huis geschreven, maar ik kreeg de tranen in mijn ogen, toen ik het schip zag. Eenzelfde Liberty-schip met op het dek dezelfde lading I Lokomotleven met aanhangwagens. En wat zat er nü in de buik van deze gigant ? Zeker geen " ham and eggs " voor Korea. We dineerden om 12 uur in de diningrootn van de " Stephan Kearny ". Het leek erop alsof er in Genua niets gebeurd was. Alles op de boot was precies als op de " Edmund Panning ". VOOR MIJ WAS ALLES ANDERS. Want toen ik DEZE keer de boot opging, draaide mijn hart om in mijn lijf. Ik beleefde opnieuw de momenten dat mijn adem bijna stokte en mijn leven als een schaduwbeeld aan me voorbij trok. Ik heb de angst heel de reis meegedragen en als er maar een wekker afliep, ging mijn hartje al van rikketikketik. Als ik iemand zag roken terwijl in de haven de ruimen open lagen, dan vloog ik als een controleur op die havenarbeider af, en riep dan : "No smoking"II Steeds was ik bang voor brand. Zo zijn we de boot opgegaan met de verzekering dat het met de lading nu zeker goed zat. "We zijn gerust voorzichtig",zei de Chiefinate, "Ik heb ook vrouw en kinderen". Na het dinner ging het weer naar liet achterdek, naar onze cabines. Nog moe van de Rome-reis hadden we gelukkig allemaal een heerlijke middagdut. Daarna werden op kosten van de maatschappij met een auto onze koffers opgehaald. Direct er mee naar de douane. Ze waren daar deze keer buitegewoon voorkomend. Zonder uit te pakken kreeg alles direkt een krijtje. Er was deze keer ook niets gestolen en in de loop van de middag brachten we alles netjes aan boord. Als de spullen in de cabines een plaatsje hebben gekregen, beginnen we meteen maar een van de cabines in te richten als kapel. De paramenten werden gewijd en drie corporales dienden als altaardwalen. Alles netjes volgens de voorschriften. DONDERDAGMORGEN 8 MEI mocht ik de eerste Mis op een geïmproviseerd altaar lezen om Gods zegen over de reis af te smeken. Mijn grammofoon, die gered was, werd geprobeerd. Ook hij deed alsof er niets was gebeurd. 's Middags gingen we met een bootje naar de"Rotti", die net was aangekomen maar nog buiten de haven lag. P. Tobias die de hele autotocht met ons had meegemaakt, wilde er even naar toe, om een hem bekende mede-missionaris uit Brits Indie te begroeten. Daarna zijn we even doorgevaren naar het wrak van de "Edmund Fanning". Even on de kade geweest en daarna wat rond gedobberd O P de plaats waar ik in het water lag. Na een half uurtje roeien in de haven, waren we weer thuis. - 35 -
Vrijdagmorgen kregen we de oude kapitein nog even op bezoek. We nemen nu afscheid van hem. Het proces is voor hem slecht verlopen. Als oorzaak van de ramp werd stuwing in de lading genoemd...en dat terwijl het schip al drie dagen stil lag in de ha wi. Wij denken meer aan sabotage. De buik van het schip zat vol spullen die vanuit Hamburg vervoerd werden naar Korea, daar werd toen hevig gevochten. Kap. Fitzgerald werd verantwoordelijk gesteld voor die stuwing, ook al was hij bij het innemen van do lading geen kaüitein op het. schip. Ook de bootsjongen, -John, van de "Edmund Fanning" kwam ons nog even gedag zeggen, hij was dolblij dat hij het kruisbeeld dat hij van de brandende boot gered had, zelf mee mocht nomen ais aandenken naar huis. Consul Drogendijk kwam ook nog even een afscheidsbezoek brengen. 's Middags werden nog wat boodschappen gedaan. Voor 5 Hollandse guldens werd een Missale Defunctoruin gekocht. Zaterdag souden we vertrekken. Maar dit werd weer uitgesteld tot Maandag. Zo heb ik Zaterdagïïiorgen alle tijd om de koffer met de geredde spullen eens rustig na te kijken, liet zeewater had er geen goed aan gedaan. Mijn tropenbroeken waren aardig opgesierd met roestvlekken. Alles wordt eens goed gedroogd en je maakt je er maar weer blij mee dat je tenminste nog iets hebt teruggevonden. 's Avonds krijgen we Mathieu Smedts, redacteur van de Volkskrant, op bezoek. We wisselden onze indrukken over Italië uit, en over Genua in het bijzonder. Genua, waar de volgende Uag ter ere van Catharina van Siena een processie zou worden gehouden van 10.000 kinderen. Maar in datzelfde Genua lopen een 25.000 kinderen rond, die geheel aan hun lot zijn overgelaten. We zagen reeds hoe paters, broeders en zusters voor hen aan het schooien waren. Maar de meesten moeten zien, hoe ze aan de kost komen. Ze bedelen,schooien en stelen, lopen met cigaretten of" met weet ik wat, te koop em velen komen terecht in café's of zaakjes van het allerminste allooi. Een jaar of- zeven later zou ik de heer Smedts in N. Guinea nog eens tegenkomen. Ik woonde toen bij de mensen in het stenen tijdperk. In zijn boek : rt Geen tabak, geen hallelujah " schrijft hii daarover on hlz. 49 e.v. Zondag tegen de avond komt er een Hollandse boot binnen. We zien met de verrekijker dat er monniken op zijn. Pater Abdias gaat er met een roeibootje heen en komt met drie Belgische Carmelieten terug. Later op de avond krijgen we nog 4 Italiaanse verkenners op bezoek. De verkennerij staat hier blijkbaar nog in de kinderschoenen. Ik liet ze de verkenners en gidsen van N.Niedorp zien. Zo ver zijn ze in Genua nog niet !J Hier is het alleen wat elite-werk.
- 36 -
HOOFDSTUK III MOEDIG VERDER Maandagmorgen 11 Mei staat het geschreven :S/VtLING AT 12 NOON. Het' werd kwart voor vier, toen we de haven van Genua eindelijk verlieten. We moeten nog beginnen te varen, maar wij zijn al aardig thuis op de boot. Ergens is voor ons alles precies hetzelfde. Alleen de mensen zijn anders, De crew (scheensnersoneel) telt 36 koppen. De kapitein en officers inbegrepen, Met lijkt dat de kan. op het schip de puntjes wat on i heeft gezet. In Genua zijn er niet minder dan 5 weggestuurd vanwege dronkenschap. Overingens geloof ik, dat we het mit volk v/eer best zullen vinden. We hebben intussen #1 kennis gemaakt met onze medepassagiers, de hr. en mevr. Graafland uit den Haag. Ze gaan naar Bombay. Hij werkt op het Consulaat. Het leven op deze rommelige vrachtboot kan hen niet zo bekoren. De mensen waren al 2 weken te vroeg in Ge m a . Ze hebben hun buik al vol, vóór de reis begint. Ze hebben de cabine bij ons O P het achterdek verlaten en èen hut. midships gekregen. Wij hebben nu alle vier de cabines tot onze beschikking. Bij slecht weer buurten we midships. Als het weer mooi is en stil, dan komen ze bij ons. DINSDAGMORGEN vroeg gaan we de eerste haven al weer binnen. Het is LTVORNO. Het stadje en de haven hebben veel geleden. Maar er wordt best gewerkt, al zijn er slechts twee grote kranen en 6én kleine. Alles gebeurt, hier met eigen kranen. We hadden een aardige lading in te nemen, maar WOENSDAGMORGEN om 9 uur konden we al weer vertrekken. Wc mochten jammer genoeg de stad niet in. Kakelen van ons lieten zich op de boot v/oor een pakje cigaretten de haren afsnijden. Met een politieman, die best Rooms was, want hij was gedoopt en gevormd, en ging over een maand in dienst bij het Vaticaan, gaf ik mijn laatste vanaf het vasteland mee naar huis. Ik hoon dat. hij me goed begrepen heeft en op de brief ook een postzegel heeft geplakt. Het vertrek uit Livorno ging erg gesmeerd. Het ging bijna te vlug. Het scheelde een haar of we hadden in Livorno nog een paar weken vacantie gekregen. De kapitein had haast. Hij wilde vlug de haven uit. Want de Consul had vanuit Genua een dronken kok naar Livorno gestuurd om die naar Amerika terug te brengen. Vóór die was aangeland, moesten we weg zijn. Het scheen dat ook de loods wat wilde meewerken. Want het schin mocht al heel gauw op eigen kracht meevaren. De wind deed ook zijn best. 's Avonds had de kap. ons nog verteld dat de loodsen van Livorno de besten ter wereld waren, maar het scheelde die morgen een haar, of onze loods had het schip te pletter laten lopen. De kapitein greep in en de eerste stuurman liet met donderend geweld de ankers vallen. We lagen een 30 meter voor de grote havenmuur stil. Het was een spannend moment. Alles was wat te vlug gegaan. Het had de kapitein zijn baantje kunnen kosten, want de kap. is verantwoordelijk ook al heeft. hij de voorgeschreven loods aan boord, f let lijkt me niet zo erg konsekwent, maar het is nu eenmaal zo. De kapitein moet luisteren naar de loods en als het verkeerd gaat, dan krijgt de kapitein op zijn nek. We moesten een naar honderd meter terug en toen kon het schip de draai pas nemen. Op onze eerste tocht naar Genua waren we steeds trouw begeleid door hele zwermen zeemeeuwen. Hier zien we ze niet meer. Het is vanmorgen heel. rustig. Twee van ons hebben de cabine van de fm».Graafland in bezit genomen. We hoeven dus niet meer met 4 in êën cabine te slapen. Het zal in de Rode Zee wel erg benauwd worden. In iedere cabine is daarom een fan (luchtvenerser) aangebracht. We passeren Gorgona en Corsica, het geboorteland van Napoleon, Maar als we Elba naderen, wordt de zee al tameliik onrustig. Bij het dinner blijven er 2 plaatsen onen. Een flinke dosis slaan besnaarde me 's nachts vele akelige uren. 's Morgens was het 1ffÜMELVAARTSDAG.Als een bezetene ben ik na de Mis midships naar de brug gehold en zo wist ik me een uitstapje naar de railijig te besparen. De zee wordt steeds onrustiger. De kleine hartversterking ter ere van het feest bleef onaangeroerd. Niemand die een slokje lustte. Tot aller verbazing hielden ze ook nog een reddingsoefening. Maar van het chorus clericorum was niet veel present. Onopgemerkt gaat 's middags de vulkaan de Stromboli aan ons voorbii,maar de woelingen van de onstuimige zee hebhen - 37 -
in ons binnenste wel degelijk hun uitwerking. Oe etcnslust is ook zoekgeraakt. Het regent en het is koud. Het waait en stormt dat het niet mooi ïiieer is. En ondanks de kou, bivakkeer ik heel de dag buiten on het middenschip en zoek daar naar verstrooiing die er niet is. Dat is zo ook geen leven II Ik zoek miin heil maar weer O Ü het achterdek. Daar waren er al 3 bezweken. Het duurde maar een paar minuten...toen was ook mijn eerste offer weer volbracht ï Stilliggend in mijn kooi, had ik daarna gelukkig een goede nacht. ï-n toen ik Vrijdagmorgen 16 Mei wakker werd, was de zee weer rustig! We naderen intussen de Straat van Messina* Aan de ene kant het vaste land van Italië, aan de andere tent . N het eiland CJciliÊ? waar de Landing van de geallieerden .'.'.'.'. . \ begon.
T
t Is iammer genoeg erg mistig. We zien niet veel. We herinneren ons de verhalen van de Scilla en de Charibdis. Alleen Odysseus ?,ou het gezang van de Sirenen nogen horen. Hij stopte daarom de oren van zijn mannen dicht met was. Maar om zelf niet voor de tovermacht van hun lokkend lied te bezwijken liet hij zich met de sterkste touwen aan de mast vastbinden. Wij varen er gelukkig rustig doorheen, maar we zien niet- veel van de zingende nvmphenr die zoveel zeelieden hebben verlokt. Tussen de poëzie en de werkelijkheid is blijkbaar een groot verschil. Want zelfs van de aloude draaikolken konden we niets merken en ze zeggen nu dat de nymphen verhuisd zijn naar de haven van Siracusa. Hoor de onderinding onderricht, blijf ik heel de middag maar wat midships. Kr staat een stevige wind, maar de zon maakt het verblijf midshins nogal dragelijk. Ik weet in elk ge\al de kop boven water te houden. Stan en Arthcem timmeren er intussen iustig op los en eer het avond is, staat er in de kapel een stevig altaar. Zaterdag 17 Mei wordt het voor het eerst gebruikt. Het is mooi weer en iedereen is weer op de been. ZONDAG 18 MEI is het een dag van bil zondere devotie, firgens tussen Cicilië en Alexandrië vier ik mijn 34e verjaardag. Het weer werkte mee en het was echt gezellig f on het achterdek. Mevr. Graafland zorgde voor een lekkere ice-cfeam en s avonds zaten we ook niet op een droogje. Als je een 1500 kin. gevaren hebt, doet het je goed weer een haven binnen te varen. De tocht was vanuit Livorno gesmeerd verlopen, ofschoon onze maag zo af en toe zijn protesten had Jaten merken. De mannen on zee spraken van een gunztige wind. We haalden gemiddeld bijna 11 knopen, d.i. zowat 17 Ion. per uur. Met afgelegde stuk was zowat even groot als de afstand van Bordeaux naar Barcelona. Viif dagen en vijf nachten hadden we weer op zee doorgebracht toen we Maandagmorgen 10 Mei de haven van Alexandrië binnen liepen. Wat voor verrassing zou Alexandrië ons bieden ?
- 38 -
ALEXANDRIA De stad heeft een flinke haven en ik denk dat je hier alles wat. Oosters is bijelkaar vindt. Interessant is het om vanaf de boot op de kade te kijken. Je bent net aangekomen of op de kade en on de boot wordt er van alles uitgestald. De prachtigste spullen, het fijnste leer en niet duur....als je maar dollars hebt. Ze praten in alle talen. Ook in het Hollands : "verdomme ...jij kope, jij hep veel geld...ollands geld ook goed " enz.enz. Kunstenaars balanceren met een stoel on de neus en een kind van een jaar of 10 er botenop. Anderen balanceren weer met twee wandelstokken op hun neus. Duikelaars springen het water in, achter een muntje aan. Allerlei soorten goochelaars en slangenbezweerders. Wij hebben er uren naar gekeken, want vijf uur lang moesten wij wachten op de kapitein. Hij was de stad in, om het nassagieren te regelen en om geld te wisselen. We konden pas om 6 uur de stad in. We gingen twee aan twee. Teder had wat te doen. De mensen hier, groot en klein, zijn voor de passagiers ontzettend lastig. Ze zitten op je, als vliegen op een koeienvla. Je moet van alles konen. Ze willen met je mee, zijn stuk voor stuk onmisbaar. Tonen napieren, zijn van de geheime politie en zijn in staat je tassen en je zakken te doorzoeken. Sommigen willen je mcetroggelen naar een hotel en nouden foto's met de schoonste dames voor je ogen. Anderen scheuren je aan je jasje of staan op je tenen. Ze blijven met hun karretjes een kwartier naast je rijden of rijden rondjes om ie heen. Door weer anderen wordt je er zowat ingetild. Kortom, eigenlijk een honeloze zaak als je daar tussen terecht komt. Nog onwetend van alles stapten Artheem en ik moedig en enthousiast de kade op, blij dat we weer vaste grond onder de voeten hadden. Wij zouden samen onze brieven gaan nosten. Het. begon al op de kade en we houden al heel wat troubles moeten doorstaan, want een heel stel kwaie apen cirkelden om ons heen. Aangemoedigd en bijgestaan door elke ingezetene, wilden ze ons van alles aansmeren. Maar sommigen hadden ook duidelijk andere doeleinden voor ogen. Sinds het vertrek van de Engelsen nam de vreemdelingenhaat met de dag toe. Europeanen zijn alleen nog maar goed om ze uit te kleden en daar waren ze al aardig mee bezig. Het begon bij ons van binnen al aardig te koken. Maar wat doe je ? Als je er één een tik geeft, krijg je heel de stad tegen je. Artheem had een kleur als een pioenroos. "Ik sla er op", zei hij. "Doe dat nu niet, want dan komen we niet levend meer thuis. We moesten maar terug gaan vóór er moorden gebeuren". Het kalmerend aanbod wordt aangenomen. We lopen misschien nêt een meter of tien terug..."Potdorie ik ben mijn vulpen kwijt"., en meteen keert de eerwaarde heer ^rthemius Huls zich om...achter de dieven aan l Ren iongen zegt : "Ik weet wie het heeft gedaan " en hij komt het slachtoffer edelmoedig ten hulp. "I know him : ik ken hem. Follow me : ga maar met me mee". Fin de man stoof vooruit. Als een lokomotief liep de gedupeerde er achteraan. Alles ging razend vlug en vóór ik het in de gaten had, was ik een 50 meter achterop geraakt. Alle aandacht was op Artheem gericht en op de man die voorop liep. De man schoot een zijstraat, in, Artheem aarzelde, maar vatte daarop alle moed bij elkaar. Hn M i "zichzelf moest hij ongetwijfeld gezegd hebbeen : "ik laat me niet kisten. Ik ga mee." En hij volgde hem met in zijn hart duizend angsten : waar zou dat jong me heen brengen ? Ik was intussen het spoor kwijtgeraakt en...koos de kortste weg naar huis. Tk ontmoette Stan en Huub die na ons toen juist samen de stad ingingen, "Wat is er met jou?", want het viel hen op, dat ik als een dolle stier door de straat H e n . "Waar ga je heen?" Ik vertelde hen hoe ik Artheem was kwijt geraakt. "Ik ga naar huis. Ze krijgen mij met geen stok meer van de boot". Ik nam de benen en dacht : de Heer zal wel over zijn beenderen waken, opdat hij er geen van breekt (ps. 34:21). Zij besloten toen een andere weg te nemen en schoten een zijstraat in. Ik nestelde me.ergens op het achterdek en wachtte daar rustig op de dingen die komen zouden. Het duurde niet eens zo erg lam», toen ik in de verte tot mijn grote verrassing en vreugde Artheem zag aankomen. Als een casuaris zag ik hem van de straat uit, de kade opstampen. Met grote stappen kwam hij de boot op, en rood van kwaijigheid kwam hai bij me zitten. Zijn verhaal was - 39 -
kort. Die iongen ging een zaakje binnen. Het bleek een Brits café te zijn. De zaak werd verteld, de kastelein er bij gehaald. "Wacht U maar meneer, ga even zitten en drink een potje bier". Het jong zou intussen de dief wel even opsporen. Artheem vertrouwde de zaak natuurlijk niet en wilde ook niet gaan zitten. Er werd een Hollandse jongeman bijgehaald. Ook die zei hem wat te wachten1. Naar Artheem had er het lef niet toe. Hij wilde weg. "Ik moet om kwart voor 7 op de boot zijn". "Op Uw werk?" "Ja !" "We zullen zoeken. Komt U morgen nog even terug..." "Kom" zei ik, "laten we dan op de goede afloop maar een goede Hollandse sigaar opsteken.Dat gebeurde, maar de afkoeling verliep minder snel. Ik heb toen maar gauw een Hollandse borrel gehaald om de alternatie wat af te spoelen. We zaten nog niet lang of er kwam al weer ander volk thuis. Waren wf_f thuis gekomen rood van woede, nu kwamen Huub en Stan thuis, nog hijgend en krijtwit van emotie. Rij hen was het een schoenpoetser, die het ( m had geflikt. Zij waren een stil straatje ingeslagen, maar het duurde niet lang of ze \verden lastig gevallen door iemand die maar bleef zeuren over schoenpoetsen. "Meneer, ftw broek is vuil....en Uw schoenen ook." Dat vuil maken, flikken ze 'm dan ongemerkt door een flesje rommel langs je heen te gooien. Ze beginnen dan meteen al te borstelen..."Schoenpoetsen menöer ?" "Mee". "Heb je geld bij je ?" "Nee ?"...Meteen staat het suiet met een mes voor hen. Wat moeten we nu ? Iemand hier overhoop steken is hier zo erg niet...Huub had slechts één biljet in zijn zak, maar dat had een waarde van $ 4,-. Het kwam er even uit...en weg was het. De man natuurlijk ook... Afodias was met Hiep in de namiddag het eerst op pad gegaan, zii zouden zusters zoeken voor de was. Ze 'kwamen terecht bij een pastoor die hen een ioneetie meegaf" om hen hii de zusters te brengen. Hij was daar misdienaar. Zij mochten de was direct wel brengen, want de volgende dag moesten ze toch wassen. Het zovi zeker dinsdagavond'klaar zijn. Zij gauw naar huis, om het zaakje er heen te brengen. Maar bij de havennolitie moesten ze alles op tafel leggen, daarna mochten ze doorgaan .Hl'ij kwamen ze' thuis, toen hoorden ze dat ons vertrek vervroegd was. Morgen half drie. Ze moesten meteen rechtsomkeerts om de zusters te vragen,of de was om 12 uur al klaar kon zijn. Ik gaf Abdias tevens de oost mee met het verzoek : "vraag maar of de zusters er voor willen zorgen, maar betaal de nostzegels". >)e zusters wisten met die buitenlandse post en hetgejwicht ervan geen raad. Maar in het gebouw voor Britse zeelieden kwam alles voor elkaar. De was zou klaar zijn. Maar toen die werd ongehaaid kreeg Abdias toch nog een steen naar hem t.oegegooid.. .maar die leek bestemd te zijn voor een hond die met hem was meeeelonen. Dinsdagmorgen is Artheem toch nog even naar dat café" geweest. Natuurlijk geen Tien te bekennen. Het lijkt dat ze dat lokken naar enfe's ook wel doen om on die manier klandizie te krijgen. • We kregen deze morgen ook de consul nog even op bezoek. Dat ze hier stelen als de raven, was voor hem peen nieuws, Hjj begreep best dat we de afgelopen nacht alles achter slot en qrendel hadden. Alle kleren in de kastjes, patrijs"noorten dicht en zelf zaten we helemaal ongesloten, terwijl we zo hard frisse lucht nodip hadden. De consul feliciteerde Artheem dat hij er O P de pen na, toch nog zo goed was afgekomen. H U vertelde ons nog enige staaltjes van kunnen. Hen hollandse nnter, die hier in de oorlog veel gedaan heeft, zat met een engelse officier te nraten en zei hem : "doe ie vulnen toch weg," "dat wil ik zien of ze hem van mi i zullen <\("nikken". Geen drie minuten later : weg pen ! niemand gezien l De officier «licht dat de pater het voor de gr;ip gedaan had...De consul heeft de kwestie moeten bijleggen. Achteraf bleek toch dat iemand hem een vuurtje had aangeboden, tien rijke RnqelsTian had een pracht van een auto. Die krijgen ze nooit...dacht hij. Hij zat in de bioscoop en had met een dikke ketting het voorwiel vastgezet, aan een ijzeren hek. De bioscoon was uit. De auto verdwenen. 'M leen het wiel stond er nog. Ze hadden eenvoudig het reservewiel uit de achterbak gehaald. In Alexandrië was het met het nassagieren dus lelijk misgelopen. Het had ons nog een ruime dollar gekost om aan wal te mogen gaan. Wc hadden nu alle hoon op Port Said gericht. We moesten daar nog wat winkelen bij Simon Artz, - 40 -
bii alle bootrezigers een zaak van wereldfaam. Om ons in deze stad voor troubles te behoeden zou de consul even bellen naar zijn ambtsgenoot aldaar. "Jullie hadden me direct moeten bellen" zei hij "dan had ik jullie ook kunnen helnen". Ja, dat is maar een weet l leze consul bleek zeer behulpzaam te zijn en voor boodschappen die gedaan moesten worden, gaf hii personeel mee. "Daar ziin we voor", zgi hij. Of het in Port-Said ook zo zal zijn... we zijn benieuwd l DINSDAGMIDDAG 20 MEI verlieten we om half drie Alexandrië. Maar een paar uur vóór we vertrokken kwam er nop, een minder plezierige verrassing op ons af. Haar zouden vóór het vertrek nog even vier passagiers bijkomen. Een rijke dame, een iongeheer en een echtpaar..,en er was nog maar één cabine op het middenschin. Gelukkig is het echtpaar niet gekomen, maar die jongeman werd neergepoot in een van onze cabines. Met gevolg is dat we nu weer met vier man in één cabine slanen...en dat met de Rode Zee vóór ons. Het was in Alexandriè al zo warm I Wat moet dat worden ? De officieren vinden het een schandaal... maar de maatschappij wil verdienen. Oeze kapitein wil bliikbaar een wit voetje hebben, zeggen ze. Maar wij ziin wel de kees !1! WOENSDAGMORGEN 21 W-I lagen we gemeerd in FORT-SAIO. Vanaf de boot gezien een bui tenew woon mooie stad, Als je het kanaal binnenvaart, wordt je er stil van. Haar stond toen aan het begin nog het machtige heel van de man die dit reuzenwerk verricht heeft : Ferdinand de Lessens. Alles is met de hand gegraven. Maar hoeveel mensen hebben er het leven hij gelaten ? We mochten hier niet aan wal. Het was de moeite niet waard, want. om 12 uur zouden we al weer vertrekken. We konden het winkelen bij Simon Artz dus wel vergeten. De kapitein krijgt haast. We passeren het mooie Ismailia. We zien een naar nederzettingen met een paar echte lieve katholieke kerkjes. Zelfs nog ergens een sroorweg over het kanaal. Alles nog wel uit de Franse tijd. We gaan door het Bitter Meer op Suez aan. We hadden Suez graag gezien, maar we gaan er in de nacht in alle stilte aan voorbij. De convoo.ien hebben ons tot nu toe weinig oponthoud bezorgd. LAS VINKEN IN EEN BRAADPAN Ongemerkt varen we DONDERDAG 22 MEI de Hol f van Suez binnen, we zien aan beide kanten alleen maar woestijn, 's Avonds zitten we op de hoogte van de Sinaï» maar de nacht valt en we zien er niets van. ilet duurt niet zo lang meer of we zien overdag alleen maar water, water, Rode Zee-water. Een plas water die 149 mijl breed is. Halfiveg.de Rode Zee nasseren we links Mekka. Van de Egyptenaren die in dit water verdronken zijrij merken we niets. Meer dan vier dagen duurt het nog eer we in Aden zullen zim. He temperatuur stijgt bijna met het uur. Het is of we door een kokend meer varen. H e t Mis lezen is bijna geen doen. Je staat doornat aan het altaar. We dienen mekaar ook nog. Maar af en toe moet je wel even weglopen, want een uur achter elkaar in die cabine houd je niet. vol. Gelukkig vinden we in de buurt van de hut zo af en toe wat schaduw. Tegen de avond nemen we ons bed on en gooien het dan ergens op het dek neer., ZONDAG 25 MEI is het PINKSTEREN. We vieren het met een gezongen 11. Mis in de diningroom. 'Vlies van buiten, want boeken hadden we niet. Het deed ons goed dat. alles zo keurig verliep. We hadden echt een beetie Zondags-idee. De kapitein was aanwezig en ook de 1e Stuurman. Twee matrozen in de houding naast het altaar. De hr. en mevr. Graafland waren er ook. Jammer dat het zo warm was. De kaarsjes smolten op het altaar. Gelukkig stond de ijskast er vlak bij, Vier minuten inde ijskast en dan weer vier minuten op het altaar. Zo hadden we de langste tiid toch kaasticht titdens. de dienst. De temperatuur was naar schatting 96-97 gr. Fahr. We waren door en door nat. We voelen ons als vinken in een braadnan. ^et Zeewater was gister om R uur in de avond, 92 gr. In onze hutten lien het tegen de 100 en on het dek in de zon, was het 116 gr. In de machinekamer was het 124-126 gr. en men zegt dat het hier over een maand nog voel wanner is. Je moet nog al eens van henrnie verwisselen. Als ie je even over het dek waagt om te gaan eten, alles is ijzer, kan je bij je terugkomst je hempie wel uitwringen. Een mens in deze warmte doet je soms denken aan een slak, die - 41 -
met -wat zout op ziin rug-in het zcnnetie ligt : je bent een en al vettigheid. Vte boot helpt er wel aan mee, want alles is even vies, stoffig en roestig. Overal hangt een vette olielucht. Je bent totaal niets nut. Met veel dingen moet ie jezelf ook maar redden. Je doet maar net of ie thuis bent en daar neemt ook in de diningroom niemand aanstoot aan. Als je zin hebt snij je een boterham of brouw je een kon koffie of thee. ftikwiils moet ie eerst nog een kopie zoeken. Er is hier ot> deze boot heel weinig van dat spul. Door de stormen is er bliikbaar veel gebroken of het is on een of andere manier zo langzamerhand verdwenen. r>e rantsoenen on de "Stenhan Keamy" ziin zowat net als op de "fidmund Fanning". Vanwege de warmte hebben we gelukkig een naar keer een koud supner gehad. Dat is niet zo zwaar en dat doet je daarom goed. We hebben ook al eens inktvis gehad, maar daar vond ik weinig smaak aan. Dikwijls krijg je iets in ie buik.«.wat 't is mag Joost weten. Wat overblijft qaat allemaal over boord. In
Katholieke Arabieren ziin er nractisch niet.. He paters zaten er al een hele txirl...te wachten op bekeerlingen. Je zit daar dan fijn als Bisschop omdat Rome' de Kerk overal present wil stellen. Hier missionaris te zijn lijkt me ontzettend zwaar. Vruchten van ie werk zie ie practisch niet. De Moslem Arabieren zien je eenvoudig niet staan. Toch waren ook deze Paters er op uitgestuurd en er toe bestemd vruchten voort te brengen (Jof.15,16). Later on de Wisselmeren heb ik dikwijls aan deze paters gedacht. Ze hadden het misschien zwaarder dan wij. Hen mens die vruchten van zijn werk ziet, kan veel aan. Je kracht groeit met. de dag I Naar de mens gesnroken, wel fijn dat te mogen constateren ! Onze hosties waren zo goed als op, maar de patjers hadden slechts 25 kleine hosties in voorraad. De koster was evenals de huisknecht.een Moslem, maar hoewel het snikheet was, ping hij voor ons nog even aan het hosties bakken. Voor 'Wen was het nu de warmste tijd van het jaar. Hr stond geen zuchtje wind. Toch wilden we in de avond nog wel even winkelen. De paters gaven ons een knechtie mee. He mensen waren hier niet zo lastig als in Alexandrië, de Britse nolitie was sterk vertegenwoordigd en hield hen poed in de gaten. De jongen die met ons meeliep werd er dan ook netjes tussenuit genikt en gevraagd wat hij met ons wilde uitspoken. Het liep voor hem nogal goed af. !)e Joden hebben hier de grootste shops. Vanwege de 2e Pinksterdag waren er dan ook vele winkels gesloten. Maar M i enkele zaakjes konden we nog terecht. Goedkoop als nergens. We slaagden dan ook best. Je kon alles vrij kopen en behalve whisky - meenemen naar het schin. Met mijn witte pantalon - nog gered van de "Kdniund Fanning" - leek ik op de boot, vanwege de roestvlekken, wel een bonte ïïoe. Ik had ze al eens met witte verf behandeld. Een paar nieuwe witte broeken waren dus niet overbodig. Ik kan nu weer verschijnen. Ik kocht hier ook nog een rozenkrans van een MohammedaanI DINSDAGMORGEN 27 MHI verlieten we om 7 uur Aden, na weer een heerlijk nacht je op het dek geslanen te hebben. Gelukkig moesten ze in onze buurt niet laden of lossen. De cabines moesten zoals gewoonlijk in de havens secuur gesloten. Wat je niet kon missen zoals sandalen, bril, sleutel, enz., lep je dan maar vlak bij ie of onder het hoofdkussen. Fr ligt nu een waterweg van 1472 mijl vóór ons. Hat. is zes dagen en nachten waterl Hoor het afsluiten van de hutten was het dinsdagmorgen daar zo warm, dat je O P de vloer wel eieren kon bakken, 'n smeltkroes gelijk. Van Mislezen kon niets komen. De kaarsen die we nog hadden waren in de kast tot een hoopje was geworden. Al. vele dop.en staat overdag de zon recht boven ons hoofd.'s Avonds is het om half zeven donker, Dinsdag zien we in de Arabische Zee vliegende vissen bij de vleet. Ze zijn een armlengte groot, Met de warmte wordt het gelukkig weer wat beter. Hr is een frisse wind merkbaar, maar overdag kan het nog knap toe. Europa ligt. achter ons. Afrika met figvpte en 't zo bekende Somaliland zijn we ook al weer gepasseerd. We zi in al kilometers ver van de Arabische kust verwijderd. De kerels met de zwarte snoeten en broeken aan, waar Volendammerbroeken kinderbroekies bij ziin, do zwaar gesluierde vrouwen, we denken er nauwelijks merrr aan. We zijn verlangend naar weer een nieuw land en een ander volk. De boot haalt intussen 13 mijlen per uur, een record l liet. is nu om half acht donker, want de klok is weer eens een uur verzet. We gaan weer wat naar het Noorden en zien het Zuiderkruis nu in het Westen. Voor de afwisseling houden we Donderdag om 1 uur een reddingsoefening. De oevergang van de Perzische Golf naar de Arabische Zee bracht meerderen van ons weer in een moei!lik narket. We ziin geen van allen meer 100%. Na de reddingsoefening kan er geen dutje meer vanaf, want er was geen plekje schaduw te vinden. Je leefde met de angst dat er straks op de gloeiende plaat ijzer ergens alleen nog maar een vetvlekje van ie te vinden zou zijn, Vrijdag 30 Mei is het helemaal om te stikken. Nergens een briesje wind te vinden. Het lijkt er weer on dat we in de Rode Zee zitten. On een boot als deze loopt in deze hitte bijna iedereen halfstok. Maar aan tafel verschijnen de officieren toch nog met een hempie aan. De kapitein vergeet W P 1 w n s «vj ander broekie aan te trekken, maar in een onderbroekje smaakt het - '13 -•
eten hem ooïc wel. O D een Hollandse boot is zoiets ondenkbaar. Het eten is nu net als dat van de winter op de "Edmund Fanning". Dus veel te zwaar voor deze warmte. De steward gelooft het wel. Hij had er misschien op gerekend onderweg een eilandie met verse groenten tegen te komen. We eten nog steeds winterkost. We gaan al eens aan het rekenen en zien dat wil Zondagmorgen in Karachi kunnen zii.n. Zijn we dan halfweg? Van Karachi af hebben we nog zo'n 5S00 km. af te leggen. De afstand van Genua naar Karachi is in elk geval korter. De Heer en Mevr. Graafland geven een afscheidsavond;] e. Ze hebben de reis er bijna opzitten. Vanuit Karachi gaan ze met de trein naar Bombay. Niet te zeggen, dat ze blij zijn deze boot hun rug te kunnen toekeren. De bemanning is zo'n beetje begonnen de boot wat on té schilderen. De vieze vuile grauwe oorlogskleur gaat er nu eindelijk af. Maar of nu alle roest en vuiligheid ook verdwijnt ? We betwijfelen het. Je bederft al te kleren. Het is bijv. onmogelijk om vanuit onze cabines in een witte broek naar de diningroom te gaan. Zonder scheuren kom je er misschien af, maar zeker niet zonder vlekken. Het. is mij geloof ik nog nooit gelukt om met schone handen aan tafel te komen. Wat je ook aanpakt, het is zwart. Ik trek nog steeds deftig mijn roodbonte broek aan, als ik ter tafel ga. Mijn nieuwe broeken zijn voor aan de wal. Mijn overhemden hebben ook allerlei gore kleuren, het midden tussen rood, wit en zwart. Een heerlijke nacht op het schommelende dek brengt ons weer in de Zaterdagmorgen. De zee is wat wilder. Dat komt door de stuwing uit de Perzische Golf. Gelukkig moeten we daar niet in. De warmte moet daar onuitstaanbaar zijn. Of het een andere schommeling is, of dat we er nu tegen kunnen, de vissen worden in elk geval door ons niet meer gevoederd. Het stikt hier van de vliegende visjes, kleine zilverkleurige krengetjes. Ze vliegen soms wel 20-30 meter. Het lijken wel vogeltjes. De stuwing van het water tegen de zijkant is nu zo zwaar dat we 2 mijlen per uur minder varen. De neus van het schip wordt steeds uit de koers gedrukt, ivè zullen dus een paar uur later in Karachi aankomen. We hebben de paters alvast een telegram gestuurd. Het is altijd mooi als je van tevoren weet dat ie een paar loge's krijgt. We hopen tenminste dat er plaats is, om daar weer eens heerlijk te kunnen slat>en. Want op de boot is het zeker in de haven bij deze warmte geen leven. Drie dagen geen boot en geen water i BRITS INDIE; Zo heette dat toen nog. Nu spreken we van Pakistan en India. We maakten er kennis mee in Karachi en Bombay. ZONDAGMORGEN 1 JUNI tegen een uur of elf kwamen we dansend over de golven Karachi binnen. Pater Valens Wienk superior Eccl., br. Prosper en een BritsIndische medebroeder stonden al op de kade. Ze hadden denk ik van alles maar wat gestuurd, want ze wisten niet precies wat voor confraters ze mochten verwelkomen. Ook hier teerden we weer allerhartelijkst ontvangen. Want het NoordHollands Dagblad had hen ook hier al van onze avonturen verteld. We gaan meteen naar de mooie St. Patric kathedraal waar ook het klooster ligt van onze paters. Vóór de kathedraal staat een groot H.Hart-monument. Daar in de buurt staat ook de mooie high-scool, een voor 1600 meisjes en een voor evenzoveel jongens. Er is in Karachi veel te zien. Veel wat erg vreemd is voor onze ogen. Allereerst va"; op dat het in de straten wemelt van koeien. Ze leven van eten uit de vuilnisbakken, ze zijn blijkbaar allen lid van de stadsreinigingsdienêt. Ze lopen er dag en nacht rond als hondjes. Iedereen laat ze begaan, want in de ogen van vele Brits-Indiers zijn het heilige beesten. Maandenlang kuieren ze in de straten zonder dat de eigenaar er naar omkijkt. Nooit komt het voor dat zo'n beest gestolen wordt, Die koeienvereerders worden, denk"ik, vooral gevonden onder de z.g. Parsies. En de heiligen onder hen aarzelen niet zich in te wrijven met datgene, wat zo'n beest dik of dun laat lonen. Die heiligen zijn de meest vieze kerels die er rondlopem Ze laten haren en baard groeien (vrouwen kunnen daarom blijkbaar niet heilig ziin ) ze dragen een paar todden om hun lendenen en smeren zich in met allerlei vuil. Behalve koeien en heiligen zag ie ook veel kamelen, vrouwen met potten of snanden op hun hoofd en heel veel blote kinderen die evenwel altijd nog wel iets om hun hzjpen hebben. Soms is het bandje wit, soms bruin. Ik denk naar gelang ze sympathiseren met de derde orde van Franciscanen of Dominicanen. - 44 -
PikwiUs dragen, ze een nikkelen of koperen kettinkje. Met staat in elk geval toch gekleed. In Karachi wonen nogal wat katholieken. Meestal zijn het Goanezen". ik. geloof niet dat Ik ergens zulke goede bidzielen gezien heb onder de Christenen ais in Karachi, Maar'in tegenstelling roet bijv. "Rome was in de kerk alles ingetogen, stil en heilig. Het Anthoniuslof was stikkend vol. en 's morgei in de missen ook steeds veel volk. Mannen en. jonge kerels ontbreken niet. Ook door de dag Kitten er steeds mensen in de kerk, ïn Karachi bezochten we verschillende kerkjes waar onze medebroeders werkten. Op de rand van de woestijn bataóiten we het, studieklooster. Negen hollanclse fraters - waaronder Zepherirms .de Mati» bekend uit N, Niedoro - en 9 Brits-Indische fraters ontvangen daar hun ooleiding. Ik ontmoette daar ook water Lobo» het Brits-Indisch pastoortje die in onze tijd in Wyehen noviciaat naakte. Hij was er vicarius. In Karachi.- ontmoette ik ook pater de Moei uit Venhuizen. Voor het eerst van mi in leven ging ik hier op ecsi avond, 'kiiken naar een hockev-rnatch. 'De beste teams uit Brits Indië spelen.het liefst o» het veld, van de St« Patrioschool, We hadden het hier bii onze paters reuze fijn. ,ïn Karachi heb ik geen. grasswietie ki.in.tien ontdekkers.» Het was er alles 20 kaal als een luis, Hier en daar alleen, wat bomen zoals -rond ons klooster in de stad en rond het studie- . ; buis» De fraters die met ons -in. Wyehen Dec. '46 hun afscheid vierden, hadden in het halfjaar dat 2e er waren nog geen druntsel regen gesden. Het regent in Ka~ rachi als regel tisaar 2 é. 3 dagen in het jastr. Dan sijn er de z.g. raoesons. Alles smelt dan van de straten. Deze regen wordt eind Juni verwacht. Dan is de natuur ontzettend warm en drukkend en de zee is clan erg onstuimig en. woeste In KarfteM was hettrouwens ms al stikkend heet en overdag was het voor ons geej doem. cm #en wandelingetje te maken, De tropenhelm kon hoofd en leden, niet koel houden.* Gelukkig kregen we elk een lekker dun wit tropenpijtie' aan. Dat. was heerlijk. Maar de tijd ging door. De koek was weer op* De drie dp.gen in Karachi tvaren weer om* ViOÏMSOAGMÖftGEN 4 JIJNT sou onze boot weer vertrekken> OP. 1.2 uur. We moesten dus mi elf uur present ziin o?3 de kade. De meesters gingen met de tram» begeleid. door enkele medebroeders. Ieder hield de tropenpij aan om bii de douane geen -Moeilijkheden te kriigen. Daar ik toevallig de oudste was mocht ik met Pater Valens in de auto van het klooster rneeriiden. We waren er trrecies cin elf uur. Maar alles *!&$• in ren en roer. Want de boot: stond or» het punt «1 te vertrekken Je zal het meemaken II Het is toch nos geen 12 uur, zoals was afgesproken. Wat was er gebeurd ? T)e loods was aan. boord gekomen. '13e éb begint 20 !t had ie gelegd, "direct vertrekken anders kan liet niet v66t morgen". En dat. kost de müatscha'fjnii geld, "IVaar 2i1n de andere peters?" riep de kapitein al vanaf de brug. De eerste stuimrian kwam al naar me toehollen o;n de kade. De tweede ook al "Ze komen 20",, z-ei ik "wet de tram" Maar die was van daaruit, niet. te sien, Pe toiMen meteen al lós.t^ejnaafet en ik stond daar troedersiel alleen op de toot. '"Ze konten zo JM Net wilde èe kapitem het sein geven om te vertrekken» toen zo in de verte heel rustig kwamen aankuieren. Wij scb.reeuwen : "Kom l Kom I Schiet op 2" Ze waren nog net op tijd. De laatste roet was nog snaar net op de boot of de treeplank •werd naar binnen gehaald,..We gingen al. De paters die hen uitgeleide hadden gedaan konden het kotvje koffie op de boot wel vergeten, De geleende pijen konden nog net op de kade worden gemikt en daar ging het.,.., naar Bombay j Het. is naar Botnbay t.oe n?a.ar een 'korte trip-s triaar wij maakten, die trip net. in de overgang van de droge tijd naar de natte roesons. De lucht, was'benauwd, en warm De zee tameliik- n w en ik moest mijn troost al weer op bed toeken. VRJCJDA.CMfDDAG 6 Juni kwamen we in Bombay aan. In Karadii hadden we gehoord, dat er in ISombay een Engelse Frmiciscaan zat, rector van een high-scool voor meisjis Het >?as dn.ik net de schepen in d.e haven, sodat we pas Zondag in dok konden gab Dan lip, je daar waar in zee te braden on ie schip,'Om kapotste gaan. l Twee gaan er met een 1:>oatje naar de wal. Die onkosten moéten er m a r a£. Je uwet trouwens wel een visie uitwerpen om een snoek te vangen. Se gingen die pater Franciscaan opzoeken en zien of er hij hem misschien plaats was voor enkele logé's. Na ee:.i paar uur komen de twee terug. We kunnen allemaal, slapen in de refter van de rrseisies, want die aijn op vacant i e. 'De susters, •weer Pranciscaines de Marie» söullen ons hartelijk ontvangen. Het ims voor mij een. bevrijdende boodschap dit schip weer gauw te ruogen verlaten. Want Ik voelde de ivannteskruinen in de raven - 45 -
al"als bonkige stieren op me afkomen» Ik zag al hoe ze mij als de buffels van % s a n zouden omsingelen en hoe ze hun muil als verscheurende, brullende leeuwen naar mij zouden opensperren (ps.22,13")". Maar deze angstaanjagende warmtebuien «ingen nu gelukkig aan; mij voorbij. Juist toen we van boord gingen krees ik de eerste post van huis. !,r was wel post verstuurd, maar die was in M e n te laat aanrekenen en nu naar Bombav doorgestuurd. Aan een piinliike onzekerheid was nu een. eind gekomen. Zus Lino was op 27 Mei gestorven , net even 30 ianr oud. Ze hield van het leven. Hen heldin in haar ïiiden. Het zonnetje in huis. O.L.M, wij danken 11 zo'n lieve zus gehad te hebben. RO>*RAY heeft drie en een half millioen inwoners. Rr is veel te zien : modern, maar ook veel dat autochtoon is. Mensen van allerlei ras lonen er rond. Je ziet er Hindoes, Mohammedanen, Parsi's enz.. Je ziet er lopen met rooie of zwarte ronde plekken on hun hoofd. He vrouwen Ionen er sierlijker bij dan ik Karachi. Je ziet er velen met ringen en medailles in hun tenen, beneden de enkels of aan hun neus. Soms is dat een teken, van stamverschil, soms ook gewoon een ornament. Vele mannen dragen geen broeken en de vrouwen ook geen lurken zoals bij ons. He mannen knopen een doek om hun beunen en de vrouwen draaien die om haar lichaam en zo tot over bet hoofd. Oikwijls heel vreemd. Ken heel stuk van de rug en de buik is onbedekt en de benen dikwijls ook.Ze lopen bijna allemaal op blote voeten. Van achteren dikwiils een koddig gezicht. Je ziet moderne grote zaken, maar ook piepkleine winkelties, zo groot als een tafeltie. Haar zit dan dikwijls zo'n vieze vent met zijn zweetvoeten in, lekker O P zijn hurkies. Hele troenen vrouwen en kinderen zitten hurkend op straat, met allerlei koopwaar rondom hen uitgestald. Soms zitten kerels met de "lekkere" eetbare spullen, uitgestald tussen hun benen of achter hun zitvlak. Groenten, besmeerd met zoet of zuur. Rn bij het klaarmaken zie je tegelijk hier en daar en overal krabben...maar men eet er lekker van II Zo zitten er honderden op een riitie, op de grond, op een verhoginkie of in een keldertie waarin ze zich hurkend üunnen omdraaien. Och, ie moet het zien. Het is niet te beschrijven. Je ziet er Leuke straaties met kleermakers, koperslagers en blikslagers, timmerlui, schoenmakers, goudsmeden enz.enz. en alles zit in die benauwde hokjes te werken. Kappers zitten in grote riien O P de "rond of O P een tafeltie met een afdakie van hout er over heen. Hurkend tegen en over de klant wordt er dan geknipt. Bij honderden slanen de mensen onder de bomen, in de portaaltjes of langs de weg, tegen de huizen. Je struikelt er dikwijls over. Heilige koeien en heilige mannen (Heilige vrouwen zag U; ook hier niet) horen ook hier bij het straatbeeld. Ook bier zag ik on het trottoir van een brug zo'n heilige liggen. Helemaal grijs I Ik dacht eerst dat het een geraamte was, maar hij leefde en vroeg om een aalmoes. Languit in de brandende zon Ing hii daar. Iedereen loopt er rustig om heen. Er ziin er die zich rustig een 48 uur laten ingraven. Vandaar die grijze kleur I Wii zagen in Rombay ook een prachtig landgoed, alleen toegankelijk voor Parsies. Haarbinnen ligt een mooie temnel en op het plat van een grote toren leggen ze de lijken. Ze begraven ze niet, maar geven ze ten prooi aan-de gieren en andere roofvogels. We bezochten ook een artis. K %ar dat viel tegen. Wie denkt er nou in een artis in Bom^av een kameel enz. te zien ? Ik dacht er een varken te zien, een schaap of een konijn enz., kortom Buropese dieren. Mee, dat viel erg tegen ! Mooier waren de z.g. "hanging gardens" : de hangende tuinen, maar een achtste wereldwonder vond ik het niet. Dan moet je, zegt men naar Babyion. Hier waren het gewoon dieren uitgeknipt in heiningen en boomstruiken. In Bombav hadden we ook voor het eerst gelegenheid om eens te zwemmen. Ik kon het resultaat' van Genua hier niet overtreffen. Toen ik na een avondwandeling de engelse pater vertelde waar ik geweest was : een straat barstensvol mensen met om de 30-40 meter een Politieagent, toen zei hij : "Wees maar, erg blij dat je heel bent thuisgekomen,"
MOEDIG
VERDER
EVEN VAN BOORD
OP NAAR STNfAPOTU: Na een week ver1i eten we BomKiv, ZATERDAG 14 JlfNI gingen we de grote plas weer on. He trip naar Oalcutta wordt gelukkig geannuleerd. We laten ook Uangoon (Birma) en de Golf van Bengalen noordel lik liegen. We koersen de Indische Oceaan on richting Malakka. In plaats van 2000 ton hebben we nu 6500 ton bij ons, hoofdzakelijk katoen. We zijn nog wel niet vol, maar liggen toch heel. wat zwaarder. De zee was rustig maar het was nog behoorlijk warm. Toen de fam. Hranfland vertrok, kwam hun cabine O D het mi.rldensch.ip leeg. Met algemene stemmen werd die toegewezen aan Hut tb en ondergetekende. Het was echt goed bedoeld en door ons dankbaar aanvaard. We hadden ook minder last van de schommelingen, maar in de cabine was het. om te stikken. Heen zuchtje wind. De oude cabine 'He we on het achterdek hadden en met. ziin vieren deelden, gaf bij gunstige wind nog wel eens wat frisheid. De eerste nacht na Hombav. Ik kon niet slapen. Ik ping om half twee eens naar het achterdek om een ligstoel te zoeken. Tk vind alleen slanende medebroeders. De ligstoelen 1 ismen binnen. Maar ze hebben de fleur on slot. Maak ze dan maar eens wakker. Tk terug en dacht aan de hangmat die ik met Abdias voor onze laatste Hollandse centen in Bombav gekocht had. Rr werd gauw een plaatsje gevonden en al-heel gauw si iet) ik als een nrins. Ongemerkt begon het te spatten.. Ik voelde me denk ik heel fris. Hiar...dc touwen begonnen door te zakken...en na een paar minuten zat ik letterliik met mijn gatie in het water. Hen klein moesonnet ie l In de cabine was het 92 gr. 'te komende dagen waren we geen van allen 1001 . Ik was er gewoonweg beroerd aan toen. Was het zeeziekte ? Ren week lang leef ik op een naar sneedjes brood en wat. water. Van al het eten kan ik wel spuwen...en de anderen met mii. "re zoeken ons heil dan ook dikwijls op bed en proberen het in elk geval met een flinke middagdut weer wat goeH te maken. Van het personeel zijn er ook een heel stel die zich lang niet goed voelen. De overgang van het weer wreekt zich blijkbaar in de maag. We zijn maar eens isrezen klagen : bonen, bieten, wortelen, zuurkool en dan al dat zware vlees. Dat is toch geen eten voor warme dagen. De kanitein geeft de kok de schuld en belooft in een volgende haven verse groenten te zullen kopen. We leven dus maar weer met hoop. Intussen krijgen wo in elk geval 's avonds kaas en kinnen we een lekkere hollandse boterham nemen. Van Bombav naar Singanorc zijn acht .1 tien dagen.. .niets dan water.. .water en dan geen van al Jen fit..stikkend warm ! Je hebt allen behoefte aan afleiding en ie vindt er geen. Ik wou het eens nroheren. "Artheem", zei ik, "zullen we eens een potie natience snelen" "Ja, dat is wel iets" Maar...ik kon nergens mijn patience-kaarten vinden. '11i hield erg van schaken. Het was ook geen weer om een nartiïtie te gaan knokken. De tetnnerattiur was juist erg geschikt om maar heel stil achter een schaakbord te gaan zitten. Daarom vroeg ik hem : "zullen we maar eens een notie gaan schaken?" Ja, daar had hij ocht wel eens zin in. fïraag l Rn hii ging ziin schaakbord halen met het blikken doosje met de stukken. Teruggekomen gaf ik hem nog een hollandse sigaar. Met een trek van voldoening werden toen de spullen on het tafeltje gezet. De mouwen werden opgestroopt en Artheem opende het doosie met schaakstukken..,.hij trok wit af...door de warmte waren de ebonieten schaakstukken bijna allen tot één klont geworden,..behalve een naard dat meteen on ziin gat viel en de koningin die meteen de grond kuste. Verder kleefde alles aan elkaar, één vormeloze massa ï Zo ging ook deze pret weer gauw over. Na een kwartier bood ik aan een grammofoonplaatje te.gaan draaien. Ze vonden het een goed idee. He zaak wordt gehaald. D'r wordt gedraaid maar de nlaat wil niet lonen. Ook deze poging mislukte. Hr kwam geen muziek uit. Later bleek dat. gelukkig niet alle njaten bedorven waren. De dagen verliepen traag en somber. Donderdagnacht dreigde het heel somber te worden. Het had maar een beetje gescheeld of we wnron weer naar Bomba'v teruggevaren. De ternneratiiur daalde die nacht in onze cabine tot 88 gr. Het was geweldig. Hr kwam een lekkere frisse wind naar binnen. Ma ar.... het ging met het schip helemaal fout. Na een uur kwam men er achter en er werden direct, maatregelen genomen. Het bleek dat de man aan het roer de richting kwiit was. liii had te dien in het glaasje gekeken. - 48 -
Er lag die nacht pok een vliegende vis or) het dek» Ze werd aan Flosjc, onze enigste vrouwelijke nassaiüere gegeven.,.aan tafel... Na een week waren we eindeliik aan land. Blijkbaar een paar eilandjes van de Nicobarengroep, vlak vóór Suntatra. We naderen de S T U W VAN MALAKKA, die nog al breed en lang is. We zien zelfs geen land meer. We varen er twee dagen lang doorheen, öovallend was dat we ons allen meteen een stuk heter voelden toen we de Straat van Malakka binnen voeren. Zelfs onze Hutib was weer zowat tot het peloof der vaderen teruggekeerd. Hij durfde evenwel de Mis nog niet te lezen, maar ging wel te Communie. We eten nu al heel wat beter. l:.n...het water is spiegel<»iad. We honen maar dat de wind ons gunstig gezind blijft en er wat frisse wind de cabine blijft binnenwaaien. We passeren zelfs een boot, maar die kon de elf knonen niet eens halen. We ruiken SINGAPORE en verlangen er naar om daar weer eens voet aan wal te kunnen zetten. He temperatuur in onze cabine daalde tot 86'gr.
ÏHNSHAG 24 .lïINT waren we in SINGAPORE. We voelden ons bii aankomst in Singapore kiplekker, maar de domper kwam meteen. De kapitein heeft order gekregen zo snel mogelijk door te varen. We mochten niet in dok gaan liggen en niemand mocht aan wal ! Alleen Flossie..maar niemand liet daarom een traan. Anderhalve dag lagen we daar on zee. Alleen om het havengeld uit te sparen. Passagiers tellen dan niet. 0, 't is 20'n duitenpikker, die maatschannii. Wii waren intussen aardig de klos. Gelukkig kwam er die dag nost van huis. En ik vergat de lange vervelende uren die we on zee vóór Singapore moesten doorbrengen met in mijn handen de brieven en in mijn gedachten de laatste woorden en daden van zus Lino, ons zonnig smartenkind. Haar offer is volbracht on heerlijk schone wijze, liet mijne ? Moet dat misschien nog beginnen ? Lino oaf hlij haar leven om volledig vrij van al wat aarde is, om vrij van al. haar steeds terugkerende nijnen, alleen' nog maar te genieten van God. Zo voelde ze dat ook zelf aan. "Oun me dit", zei ze. "Wees niet egoïstisch en. huil toch niet." Libertas vita carior : de vrijheid oin zo verder te mogen leven, is meer waard dan het leven on aarde. Geloof het maar : het leven neemt een andere, een betere wending, maar het sterft niet. Vita mutatur, non tollitur. Lino was zo door en door gezond in haar geloof, in haar opvattingen. We geloven dat. ze daar nu ook van geniet in overvloed bii God. - 49 -
EEN MOOIE POKKESTWEK Fr was rond ons schip gelukkig ook nog wel wat afwisseling. Vanaf de bootjes komt er van alles op ons schin. Het Hikt wel een markt op het dek. Ik kocht maar v
Zaterdagmiddag moeten we de stad in om hosties. Wc zijn met zijn drieën. We komen terecht bij de naters van de vreemde missie van Parijs. Ook hier een droge ontvangst, maar de nater brengt ons naar het militaire tehuis om er een- biertie te drinken. De aalmoezenier was een Franciscaan. We praatten wat met hem, maar hij moest paan biechthoren inde kathedraal. Zo moesten we ons biertie nog zelf betalen. Bier is hier duur. 2 Potjes voor een dollar of 2 naki.es cigaretten. We zouden nog wat winkels gaan kijken en zo op huis afgaan. IJuub wilde nog even naar de kapper. De regen dreigt...wij hollen naar de boot, net on tijd binnen. Pen wolkbreukie. ïluub i»t"R schuilen in een leeszaal, maar deze werd om 7 uur gesloten. De stumper,. heeft buiten nog ruim een uur onder een afdakje staan schuilen, voor hij het waagde naar de boot terug te keren. Wii waren al 2\ uur thuis, \rtheem ging nog even met Huub naar het achtèrdek om iets te halen. Mij kon. daar twee uur vachten, toen kon hij samen met 'Huub eindelijk ook even gaan eten. ,1a, dat regenen kan er hier afgaan! Saigon, och het is er net als overal. .Fe ziet er aardige dingen, maar ook veel dat lelijk, is. We treffen hier een slavenvolk van de fransen aan. Hen tran hier en een grauw daar. Pen massa koelies. Fen naar gevonden aardappels... geef hier 2 Een naar kleine lege flesjes....waar haal je die vandaan ? Zo gaat het bij de havenwacht. w e maken kennis met. een arm volk en naar het schijnt door en door ziek. Ook daar zie je heel wat van.Haar niet alleen hier. Overal in het Verre Oosten zie je dezelfde uitingen van het verval. De toekomst ligt in het Oosten .' Zou het oosten de morele waarde van het livangelie accenteren ? De Kerk van de fransen ? We zullen het hopen. Pn je denkt dan aan Rome waar alle moraliteit zowat verdwenen was toen Petrus en Paulus er kwamen. Ze hebben niet gewanhoopt en gewonnen ! Ook de andere Apostelen deden dat elders. Waar misschien heeft het Oosten toch wel oerspectieven. Sairon het zal ons lang heugen. Geen kerel \vas meer veilig op de boot. Iin wij de enige passagiers on de "Stenhan Kearny" waren het. evenmin. We hadden de eerste avond wel wat bootjes gezien. Ze kwamen van alle kanten aanvaren en zaten allen vol aantrekkelijk opgedirkte meisies. We hadden dit wel ongemerkt, maar nog niet meegemaakt hoe dit verder in zijn werk ging. Deze dames hadden bii ons on het achtèrdek in elk geval geen sioege gekregen. We zaten gezellig bij elkaar. Maar toen Huub en ik naar het middenschip Ringen om te gaan slapen zagen we dat tuig overal or> het schip rondsluinen on zoek wie ze nu weer zouden verslinden (Petr. 5:8). Ik trof er zelfs een aan,hurkend boven op de W.C.-bril, met ergens helemaal niks aan. Ze lachte vriendelijk en uitnodigend, maar de deur werd hard dichtgeklapt. Onze broeders on het achtèrdek hadden er intussen ook wat van oemerkt. Ze zagen de dames als ratten langs de touwen de de boot opklimmen, maar onze mannen werden on het achtèrdek,waar men de deur en de natrijsnoorten gesloten had, gelukkig verder met rust gelaten. Iluub en ik hadden een slechte nacht, want het was in onze buurt tamelijk luidruchtig, maar vijhadden het wel raadzaam gevonden maar rm.:t: gesloten deuren te slapen. We werden in onze slaap ook nog gestoord door de.muskito's..,en dat zijn hele lastige kleine krengetjes! De tweede avond in Saigon was wat minder luidruchtig. w|j z ü n de volgende dag met zijn allen naar de kapitein gestapt. Ui} vond het ook niet leuk en ipoest bekennen dat hij zijn mannen niet meer in de hand had. Hij beloofde bij de brut» een extra wacht, te zullen zetten, dat is dan iemand van het havennersoneel. Rn wat hij verder zei was zo iets als : ratten daar heb je rattenvangers voor maar insecten kunnen tegen alles opklimmen en overal doorheen vliegen. He kanitein vertelde dat de bemanning er al een hele lange trip op had zitten en dat ze afgelonen week nog even bericht kregen, dat ze er nog eenzelfde trip aan moesten toevoegen. T)e heren wilden wei. eens naar huis. Hij kon ze niet meer houden. We begrepen wel dat de kapitein het moeilijk had, maar nu had hij er toch wel blijk van gegeven een vent. van Jan Pet te zijn. Wèl, hii zou ziin best doen. Huub en ik dachten de derde nacht dat het wel veilig zou zijn. Onze deur was niet op slot. Om een uur of 12 hoor ik een dronken sailor...maar die werd er blijkbaar gauw uitgebonjourd. Maar daar bleef het niet-bii. Waarschijnlijk door het opendoen van de deur werd ik wakker, en voor ik mijn ogen goed en wei open heb, hangt daar zo'n slet - de moeder overste van het zoodje, over me heengebogen. Zonder me van alles goed bewust - SI -
te zijn, had ik haar ai een opdoffer gegeven, zodat ze aan de overkant tegen de kast viel. Huub leverde ook zijn bijdrage en in oogwenk lag het slet buiten on d» grond. Wij denken dat ze gestuurd was door een lid van de bemanning. Die wilden wel eens zien hoe "naters" zouden reageren. Ze kwam niet meer terug l On de "Edmund %nning" zou zoiets niet denkbaar geweest zijn. Drie dagen Saigon, het was meer dan genoeg. MAANDAG ^0 .JUNI verlieten we Saigon. He Mekong slingerde ons weer het zeegat in...naar Honkong, een 940 miil. We gaan snel. Zelfs êên dag 12? mijl per uur.De zee was buitengewoon mooi. Van dit stuk valt weinig te vertellen. De dagen worden weer wat langer. Dan is 't het ondereaan van de zon dat onze aandacht trekt, d3n weer het onkomen van de TTi'lJ-ïf'l
Halfweg nassercn we de Parcel-eilanden, als zovele eilanden die we hadden gezien, lagen ze daar als korrels zand, verloren in de zee (Jes.40,15). Hier in de buurt hadden we met de boot 1 uur ononthoud. Heel in de verte zagen we dobberend on het water een bootje, een zwart bootie, maar on de rand zie je duidelijk witte gedaanten. Je ziet beweging. Zouden er mensen in zitten ? Daar wordt een töuwladder uitgeworpen. Br wordt met het schip gemanouvreerd. He eerste stuunnan komt in zwembroek aangelonen. Het bootje lijkt naar ons toe te komsn. Wii komen steeds dichterbij. De gedaanten lijken op vogels. En inderdaad I Als we er bij zijn, vliegen acht witte grote zeemeeuwen van de rand. De chiefmate soringt onder van de touwladder de zee in...een naar grote slagen en hij heeft het bootje te nakken. Ook een tweede wordt nog ongenikt. Waarschijnlijk zijn ze losgeslagen van de eilanden, Gelukkig geen bootramp. Een boot als de onze draait heel log, maar 't lukte vrij snel beide bootjes als buit aan boord te hiisen. Met twee sokken van de stuurman armer en twee bootjes rijker ging het weer verder. Het water was hier zo helder dat de Chief onder de boot door kon kiiken. Haaien had hij niet gezien. Een kranig staaltje van de man die in Bombay zei, dat h ü niet. kon zxvemmen. Intussen ruiken we Hongkong. Hongkong ligt vóór ons...en je kunt wel zeggen, dat we daar al in China ziin i HONGKONG DONDERDAG 4 .JULI om 5 uur ziin we in Hongkong. We kunnen niet in dok en brengen de eerste nacht door in.de baai. Van alle kanten liggen we tussen de bergen. Het is een nracht. En als ie 's avonds de stad met al die lichtjes tegen en on de bercen ziet liggen,, is dat gewoonweg een snrookje. Toch honen we hier niet zo lanp te moeten blirven. 'Ve willen liefst zo gauw mogel.uk naar Sjanghai. Die eerste avond en nacht was het in onze cabine 98 gr. We zullen dan ook gauw proberen ergens in de stad een onderdak te vinden, liet is hier wéér om te stikken. T n Karachi en %jmbay is het goed gelukt, maar als we hier in Hongkong niet ergens worden ongevangen, is het gevaar niet denkbeeldig, dat we toch nog geroosterd in het eigenlijke China aankomen. Een van de eerste bezoekers aan boord in een haven, is altijd de dokter. Ook hij vertelde ons dat we ingeënt moesten worden. We lieten onze briefjes uit Saidon zien en we vertelden hem van die nokkestreek, die ons 15 dollar had gekost. M aar die briefjes waren niet voldoende. Wij dachten dat hij misschien wist van dat bordeel, dat zo hartelijk on onze boot door onze lieve crew was ontvangen. Die lui brengen dikwijls ook bepaalde besmettingsgevaren mee. Maar daar ging het niet om. We waren in Saigon toch aan wal getveest en daarom moesten we ingeënt worden. We hadden mogelijk de pest in, nu dat was wel zo. Zeker weer 15 dollar. Van onze boardmonev zou dan practisch niets meer overblijven. Hoe we ook protesteerden : het nokkebrie-f'ie van Saigon was onvoldoende. Hij bleef op ziin strepen- staan : laten inenten of niet aan de wal ! We voelden ons genomen. Weer een rib uit ons liif, maar we hadden geen keus. Met het bootpersoneel moesten ook wii ons laten inenten. We hebben het. toen maar gedaan en....het kostte ons niets. Wat ziin die Engelsen rovaal .' Tegen de avond werd ook hier ons schin bezocht door een schuitje vol met gepoederde dames, die van hetzelfde kaliber waren als die in Saigon. Maar ze - 52 -
troffen het slecht. Ze meenden aan te leggen aan het achterdek...waar 6 eerwaarde heren waren eezeten. Ze kwaman van een koude kennis thuis ! Geen klandizie ! He wachten werden door ons ook even onder schot genomen : het is jullie taak er voor te zorgen dat dit gespuis niet aan boord komt ! De.wachten, een Indiër ('n Shik) en een Mohammedaan deden daarop wat hun best. Het zal vooral de >fohammedaan wel moeite gekost hebben, want die lui nemen het op dit eebied niet zo nauw. Hij zal onze manier van...doen wel erg vreemd gevonden hebben. Voor alle zekerheid gingen er nog twee van ons naar de kanitein. Hij verzekerde ons dat hij'order regeven had iedereen te weren on straffe van inhouding van het wachtloon. Het bleef in Hongkong inderdaad schoonschip. Het was on het schip bar warm en ontzettend druk met het lossen. De luiken van alle ruimen stonden open. Hn steeds als dit het geval was, was ik bang voor rokende havenarbeiders. Artheem en Stan gingen zo gauw mogelijk de stad in. Er moesten weer hosties worden opgescharreld en wat voornamer was : ze zouden proberen ergens onderdak voor ons te vinden. Hiep en ik zouden vat boodschappen doen. Abdias en Huub zouden wat films laten ontwikkelen. Net was ik met Hiep thuis toen Artheem en Stan aankwamen. Ze hadden een nrachtig Kanaan voor ons gevonden bij de kathedraal. Paar zaten de paters van de vreemde missieën van Milaan. Italiaanse paters, maar ze spraken lingels, zoals trouwens bijna iedereen in Hongkon«. We waren allen zeer welkom en werden om half acht aan het souoer verwacht. ' Het was al half zeven. Het werd dus zo'n beetje tijd om er heen te gaan. We konden toch moeilijk de tafel laten dekken en dan niet on tijd komen. Onze boot lag in Kowloon en van hieruit moesten we met een pont om zo in de stad te komen. Dat kostte dus wat tijd. Stan zou wachten op de filmboodschappers. Hii hee**t gewacht tot 10 uur „Toen is ook hi i naar de wal gegaan, met achterlating van een briefje voor de anderen. Wat was er gebeurd ? Huub en Abdias hadden in de stad de kanitein ontmoet. Hij vroeg hen of ze met hem mee wilden gaan om te shonnen (winkelen). Van shontren kwam souperen en de man werd .er» pratig. Hii had er blijkbaar behoefte aan zich eens uit te snreken. Hii sprak over zijn moeiliikheden. Hij had zelfs een poging gedaan zich van het leven te benemen. Dat was een maand geleden, '•laar de kogel ging niet af. De huls was leeg. Hti beschouwde het als een wondet.Hij zag nu zijn dwaasheid in, de arme kerel 1 Ronduit sprak hii ziin opinie uit over ons en wat andere officieren van\:ons dachten. Hij had ook eens Methodisten mee gehad. Maar dat soort priesters kon ie wel doodschieten. Hij vralgde ervan. Wij waren gelukkig niet van die doodbidders. He meeste officieren mochten ons wel. Maar er was er onder hen toch nog wel de een of ander, die niet' ge lofde dat wij leefden zoals wii ons voordeden... o..dat' celibaat I T oen Huub en Abdias die avond de boot opgingen, vonden ze niemand thuis. Ze hadden een hele warme nacht in hun cabine. Zaterdagmorgen om '0 uur waren ze bij ons. We hadden in Hongkong een paar. heerliike dagen. Het klooster was lekker fris. Tn de stad en vlak bij de bergen. We hadden Hier ieder een eigen kamer. Je was vrij in al je doen en laten. Kortom een heerliik hotel. De overste was buitengewoon aardig en wilde niets liever dan dat we na alle schommelingen een paar mooie dagen zouden hebhen. Hongkong ... is eigenlijk helemaal geen Chinese stad. Ja, de inwoners zijn wel allemaal zowat Chinezen, maar de bouw is Westers. De stad kon ook gerust in Spnnie of Italië liggen. !Iet is buitengewoon mooi zoals de stad op en tegen de heuvels gebouwd is. Hrote wegen tegen de bergen i Onbegrijpelijk zoals ze daar hangen. Sommi«en waren nog niet hersteld en slechts on eigen risico begaanbaar. Ook de haven is buitengewoon mooi. i-en van de paters vertelde ons dat er 100 iaar geleden geen mens woonde. He Engelsen zagen er een mooie haven in en gingen aan de overkant wonen, de Westkant, die van de bergen. Maar ze stierven er als ratten. Toen hebben ze het on een andere plaats'geprobeerd.. Ze zijn aan het graven gegaan en aan 't werk en nu ligt er een stad van ruim 3.000.000 inwoners. Hongkong is momenteel de meest welvarende stad van de Chinezen. Het was er nog nooit zo p;oed pewecst volttcns de mters. Van alles was er te krijgen. Het is dan ook wat ie noemt een VUJHAVT-N. Winkels en etalages... Hoe ze aantrekkelijk te maken ? De inwoners van Antwerpen, Harcelona of van waar ter wereld ook, - 53 -
HET LAATSTE
STUKJE
ze hoeven het de 'Chinezen niet te leren. Want smaak hebhen ze wei. Het was in de stad ook erg schoon. Natuurlijk heb je in de stad ook wel echte chinese wijken en daar rommelt het ivel wat. Alles zit daar on of langs de straat. Maar er lonen daar geen koeien zoals in Brits-Tndië. .Je hebt in Hongkong echt Chinees en modern Westers doorelkaar. Van muskieten of ander soort ongedierte hadden we ook 's nachts geen last. Er stond trouwens in de krant dat de Hngelsen D.D.T.poeder met vliegtuigen hadden uitgestrooid. Aan wat ie zo hoort, hliikt wel dat het niet de Hngelsen zijn, die de Chinezen sympathiek zijn, maar de Amerikanen. Oie helnen tenminste, zegt men. Maar...dat neemt toch niet weg dat het werk van de Hngelsen in Hongkong je respect afdwinpt. Hn natuurlijk heh ie toch ook wel re snee t voor het aanpassingsvermogen van de Chinezen, Men liet ons duidelijk blijken dat Hongkong niet het. echte China is. Het blijkt ook nergens uit dat de modernisering de Chinezen dichter tot het Christendom gebracht heeft. Tn het klooster hier was ook een Italiaanse franciscaan. Hij is bezig met het maken van een Chinees-Italiaanse dictionnairc. He man was al op laren. Had altiid in China ticwerkt. Was daar o.a. 15 jaar rector van een kleinsemenari. Wat liet gehalte van de inlandse clerus in China betreft, was de oninie van deze man niet zo optimistisch. Ze missen de anostolische geest. Het zijn geen zielzorgers. Hii hoonte dat wii er op onze oude dag meer moois van mochten zien. Hij zei nop wel dat forceren niet helpt. Het moet van Roven komen. Alles kost ook tijd. Behalve praten over de problemen die jonge missionarissen interesseren, amuseerden wij ons in de stad. He mensen maken een veel gezelliger indruk dan in Brits Tndië, laat staan figvpte. Twee middagen gingen we ('e bergen in, een 130D voet hoog. Met het weer troffen we het reuze. Van de inenting tegen de nest heeft gelukkig ook niemand last. gehad. We hebben aan Hongkong de mooiste herinneringen. Hongkong heeft ons fjoed gedaan. Woensdagmorgen moesten we om 11 uur weer on de boot zijn. We werden opgescheept met twee nieuwe passagiers van een ander schip van onze geliefde maatscharmij. De een was ziek en de ander was een officier die geregeld dronken was. Hij had in Hongkong gevochten en met een bijl op het schip de zaak kort en klein geslagen. De kamtein moest hem meenemen om hem aan de politie in Sianghai over te leveren. Onze Lieve crew wilde hem niet bij zich hebben. Hr zat niks anders on dan hem on te bergen bij de zieke op het achterdek, in de cabine die onze kapel was. ?:,erst zou hij geboeid worden, maar hij loont toch los...met drinkverbod ! De slnieur heeft evenwel toch wat binnengesmokkeld. Hie zieke passagier heeft hem daarbij wel geholnen' en gewoon gezegd dat het van hem is. 's Avonds kwam meneer ons uitnodigen on een borrel. We zeiden maar dat. we gingen slapen...en wc sliepen die eerste nacht, op weg naar de Chineese zee, van armoe met gesloten deuren. WIF^WlMluDAG 0 .T1FIJ om 4 uur, de laatste trip met de "STF.PflAN KEARNY" is begonnen. v ia de straat van Pornosa ging het door de Chinese Zee op Sianghai aan. Hen afstand van 860 mijl, bijna drie dagen varen. We hadden gelukkig een rustige zee. De enige afwisseling die we hadden was een bezoek aan de machinekamer van het schip. Daar was heel wat te zien. Maar ik vond het toch erg eng, zo diep onder water. De temperatuur was T maar even 124 gr. Na dit bezoek volgde de laatste avond en de nacht on dit schin. Daarmede kwam het einde van onze trip met de "STF.PHAN KRARNY"; SJANQ1AT ZATERDAGMORGEN- 1? .11 IL f komen we in Sianghai aan. We mogen de haven niet binnen en onze boot blijft vóór de haven liggen. Ongeveer 6 mijlen van het centrum van de stad verwijderd. Ze willen ons op de boot blijkbaar zo lang mogelijk bij zich houden. Renakt én beladen stonden we uren lang te wachten. De havenpolitie en het agentschan zouden ons netjes aan wal brengen. De formaliteiten met de dokter waren gelukkig vlue geregeld. Maar alles bij elkaar duurde het tot 5 uur eer het bootje ons naar de wal bracht. Hoe zal het nu bij de douane gaan ? De douane- 54 -
praktijken zijn overal anders en we zaaar de ramp z.g. door de stuwing in de lading was ontstaan, werd hun schin door verschillende experts eerst goed nagekeken, vóór zv verder mochten varen* Me+ hun boot waren er ook twee van de vier Spanjaarden die de ramn hadden meegemaakt, verder qevaren. Ze wilden in Hongkong van de boot, maar -Ho vlieger ging niet on. Ze waren hun pasnoort kwiit of het was ver lonen. F.r was geen ^naanse consul in Hongkong. Ze moesten toen door naar 'vinnghai. Maar ook daar was geen Consul, De maatschanpii had ook de paters gevraagd of zij niet konden helnen, maar ook dat lukte niet. Misschien ziin ze wel helemaal naar Amerika doorgerei'vl om hun nnssen in orde te maken. Het zal je overkomen I Nu het heeft een haartje gescheeld of ditzelfde was ook ons overkomen. Maar wii waren gelukkig al van de boot af. We zaten reeds in de stad. Bij het in orde maken van onze nassages voor de verdere reis bleek, dat ook onze naspoorten al 10 dagen verionen waren- He havenpolitie had het niet gemerkt. De eerste morgen ziin we al on drie hureaux geweest. Vellen invullen. Morgen terugkomen met een •*"oto enz.. Maar toen bleken onze verklaringen dat we 5 maanden on reis waren geweest, weer onvoldoende, weer een nieuwe verklaring onstellen. We hadden gelukkïs* nog een darr of acht om alles in orde te krijgen. Rn dat is gelukt. SJ/WIAI is weer een heel andere stad dan Hongkong. \k vind de mensen ook lang niet 20 knar), Meer van een landeliik tvne. He stad is ook wel minder rijk. He geldontwaarding is enorm. Met dio naar vreemde dollars die we nog door de douane sleepten ziin we hier millionair. Ten tramritje kost ï 500 Chinese dollar. He Procuur kocht voor ieder van ons twee witte Chinese lassen. Hat was even 750.000 dollar rle man. Vele mi 1tionairs ziin hier straatarm. We konden hier in elk ncvat goed zaken doen, maar met ons z c K qinn, het minder florissant. We waren van \2 tot 28 Juli in Sianghai, He gevolgen van de reis begonnen zich te wreken. Het zware eten...de warmte, die naar het scheen steeds erger werd naarmate we vorderden.. .Niemand was meer 100 <>. Er waren er ook die geen 50 % meer waard waren. In Sianghai barstte"de bom. (ieen wonder ! Want in Sjanghai lien de warmte "in 'te avond on tot 06-97 e,r. .^ms daalde de temneratuur in ln-12 uur meer dan 20 gr. Hn dan is het' gevaarlijk. Dan i.s het oppassen, want ie hebt het zo voor ie krieken. We waren allemaal zo slap als een vod. Artheem QT> Midias kregen zelfs ! W 5 koorts. Gevolg : drie dagen ziekenhuis. Hun laatste drie dagen in ^ianghai. Ze waren net on 11 iel weer zo'n beet ie klaar om de verdere reis mee te maken, 's MvWags voor we vertrokken fünp ik zelf om zeep ''oor do warmte. M onze magen waren van strook en we Henen een noot af naar
- SS -
een zekere plaats, fn Sianghai was het 37 iaar niet zo warm geweest. Je moet het maar treffen om ook zo iets nog mee te mogen maken. Met. eten on de Procuur was best, mnar waar ie trek in had, mocht ie niet hehhen.«.komkommers, tomaten.. .fruit. Met zweet drupt heel de dat? van ie lij F. Het minste tochtje en ie bent verkouden. We waren als kasplanties, o zo teer ! Hoe was intussen de toestand in China ? We waren er erg benieuwd naar toen we er aankwamen. Want de berichten die we opgevangen hadden waren nogal verontrustend. We hoorden al M i onzp medebroeders in Karachi dat heel de Prefectuur van Kianchow (mgr. Pessers) helemaal in handen was van de communisten. Tn ^janghai lazen we in de krant dat de kanonnen van de communisten al in Peking te horen waren. Tn het. Zuiden was alles rustig. P. potveer was naar Nanking vertrokken, naar was een nieuw huis gekocht. De paters Fortuin en n rankhuizen konden niet naar hun Umnfu terug en zouden ook ergens in het Zuiden peolaatst wsrrden. Wat "moesten wij ? Toch naar Peking, naar de taalschool daar ? Pater Schnussenberg, de delegaat en overste van al onze paters in China had met Mgr. liburi, de internuntius, de zaak besnroken. 'let resultaat was •-'at ze samen met ons naar Peking zouden reizen. Ze zien er geen gevaar in. 'fe hoorden dat, toen de de legaat naai" Sjanghai kvam om er zijn veriaardag te vieren. Tn Pekin" zitten nog vele buiten Sanders, mocht het gevaarlijk worden, dan kunnen er alt.lid no<7 maatregelen genomen worden. Op afstand is het alles moeilijk te beoordelen, zeker in China. l!n on de geruchten die in de krant staan, kun ie ook moeilijk vertrouwen. Ren bemoedigend Keri.cht kregen we de eerste dagen van Mgr. Kramer. Hit schreef vanuit Peking dat de communisten-generaal in ons vicariaat Kianchow was overgelonen naar de nationalisten. Mii gooide er alle communisten weer uit. In December '46 werden onze plaatsen op de "Chamrto 11 ion" door receringsnersonen ingenomen. Haar met die boot is toen een hele grote zending naar onze missie in China gegaan. Hen 60 koffers en kisten. DaarMj waren ook onze snullen. P. Potveer heeft al die kisten moeten openbreken en van de inhoud lijsten moeten maken. Dagenlang heeft hii geploeterd. Alles werd aangeslagen voor het volle pond. Hij heeft toen geprobeerd om als liefdeszending uit Holland alles belastingvrij te krijgen. Maandenlang hebben die koffers bij de douane gestaan, wachtend op antwoord uit Mankirif. Wat. het antwoord is geweest weet ik niet. Ik weet wel, dat wij alles wat wij maar konden kriigen biieengescharreld hadden voor onze twee arme vicariaten, die tijdens de oorlog totaal waren leeggenlunderd. M i e paters en. zusters waren geïnterneerd en waren alles kwijt. Mgr. pcssers was met een paar paters weer teruggekeerd. Ie rest zat nog allemaal in Peking te wachten. De zusters waren daar weer begonnen met een ziekenhuisje. i-en week vöör het vertrek uit Sianghai kwamen de koffers vrij. Hns werd door de delegaat aangeraden, alleen het. allernoodzakelijkste rnee te nemen. De rest moest voorlopig maar huiven staan. Want het huis in Peining was propvol. Er werkte al een stel van onze paters in. het Zuiden. Bovendien zouden we, na het beëindigen van de taalstudie, misschien ook naar het Zuiden moeten, als de prefectuur Kianchow dan nog niet vrii zou zijn. He reis naar Peining begon 'lus l.a?v niet zonder spanning .'! De droom kreeg wel een dreun...maar de rnis werd voortgezet. -Mleen. hr. Hiep bleef in Sjanghai achter. *fl;,T HT OWi'SlR NAAR TNlNTSrN MAAMDA^ 28 .THLf verlieten we Sianghai. De laatste 600 mijl op zee. Deze keer met een kustvaardertie, volgeladen met tamelijk veel deknassagiers, die genoegelijk in groepjes bijeen zaten. Ze hadden hun sJaapspulien mee en deelden hun natie en droogje met el knar. Wjj hadden onze hutten en niemand viel ons lastig. We rekenden on dik twee dagen met dit bootje. Maar dat viel tegen. Want na een ruime kilometer varen bleef ons schuitje liggen. Heel de dag lang lagen we daar in de brandende zon. Het. was om te stikken. Want als een boot stil ligt krijg ie als regel ook nergens een zuchtje wind. Het eten en de verzorging van de nnssagiers was overigens uitstekend. Daar ik me ook niet zo lekker voelde, kreep ik on mijn verzoek rijst met suiker. Dat stont wat en is bovendien 1icht verteerbaar. Ik was niet zeeziek. Maar in'n - 56 -
maag noopte me 's middags om maar gauw van tafel weg te hollen naar de railine Met wat ik orferde, verloor ik,om mijn bril te redden, ook m'n gebitie (een brugstukie met twee tanden). Zo werd ik ongewild uiterlijk weer enige dagen ouder en dat terwiil ik ook al een tijdie mijn baard had laten staan. Teeen de avond deed Stan de ronde om te weten hoeveel nislezers er zouden zijn voor de volgende morqen. Dat moest goed geregeld. Hii telde er zes, maar over liet «.lek lonend zagf hl i daar iemand in pyama zitten. Hij zat daar z'n brevier te bidden. ' You are a nriest too "'? vroeg Stan. " T think so", zei de mand. Laat het nu Internuntius Mgr. Riberi zijn ! Het was die nacht erg heet. ïk wilde mijn slaapntatie on de brug neerleggen, maar werd weggestuurd. Ik heb toen maar buiten voor de cabine, tussen de Chinezen de nacht doorgebracht. dinsdag 2°i Juli werd de reiswortn:ezet. Het <*ferd mooi weer. Gelukkig niet zo warm. Het bootie lien maar 9 mijlen, een slakkengangetie dus. Het werd nog een behoorlijk lange trio. VRIJDAGAVOND 1 AUGUSTUS kwamen we pas in 'HnNTSIN aan. De Belgische paters hadden alles keurig voor elkaar, om de hoge gasten en de nieuw aangekomen missionarissen naar de Procuur te brengen. We waren er. Maar bijna waren we nog verongelukt. Toen de boot de haven binnenvoer en de trossen werden uitgegooid ging er blijkbaar iets mis. On een gegeven ogenblik lag de boot weer dwars op de rivier, terwiil een andere boot in volle vaart kwam aanvaren. Hen getoeter van jewelste I Maar de boot kon niet meer stonnen. Ik stond op het nunt om bij de botsing mnar veer in het water te springen indien dat nodig mocht zijn. Het was een hachelijk ogenblik voor allen die het zagen. Het scheelde maar een haar ! He boot wist net langszij te schieten. Je hoorde de mensen zuchten van verlichting. Mijn hart stond even stil, maar het liep noed af. Ik nam mijn benen onder m'n arm en liep samen met de onthutste passagiers maar 20 snel mogelijk de boot af. Dat was het slot. van onze lange bootreis. In de haven van aankomst nog bijna verongelukt II TIRNTSIN is een moderne stad als Hongkong of Sjanghai. Tamelijk Westers. Alleen zitten nu alle buitenlandse concessies en Buropese gebouwen vol met Chinezen. Ze doen niets aan het onderhoud van de gebouwen. Ze wonen er net zo lang in tot de zaak in elkaar duvelt,Met de trams en autobussen is het precies hetzelfde. Ze-rijden net zo lang tot het niet meer gaat. Van goed onderhoud of repareren is geen sprake. Ze hebben ook de onderdelen niet en doen het dus maar met ijzerdraad en touwtjes. Zelfs electriciteitskabels zag ik vastgebonden met touwtjes. Is men in Tientsin niet bang voor de communisten ? Die zitten toch al. vlakM i . M en is wel eens een ogenblik bang geweest, maar de regeringstroepen in die stad zijn nu zeer versterkt. M zitten de communisten zowat overal in het Noorden, de qrote steden durven ze niet aan. Niemand is ook bang voor Peining. liet is allemaal meer het werk van kleine communistische bandietenlegertjes, die de regeringstroenen vermiiden. Ze gaan van het ene d o m of stadie naar het andere en lonen zo een beetje achter elkaar aan. Maar de mensen en vooral de missiestaties zijn wel de dupe. Het zal dan ook wel een hele tijd duren, voor heel China is schoongeveegd. Dit is het wat we zoal hoorden. Vanaf April heeft men niets meer gehoord van M g r - Pessers (Kianchow). Pater Ca lus en P. Dassen laten nog wel eens iets van zich horen. Zij werken daar nog. Zaterdag moesten onze koffers van de boot gehaald worden. Zondag was geen dag om met. onze bagage on reis te gaan. Zo gingen we pas Maandagmorgen met DH TRKIN NAAR PHÏPING. Hen keer of wat .stonnen voor een kanotte of pas gerepareerde brug, maar na drie en een half uur waren we, God zij gedankt, eindelijk in i'eipini*. DOOP 12 LANDEN F.INnF.lJJK IN CHINA Het liikt me aardig om nu nog even de balans on te maken. - 57 -
DE EERSTE HTAPPE ging w r trein van Wognum naar Antwerpen. Vandaar per boot naar f^nua. Na de rarnn aldaar ging het per trein via Milaan-Bazel terug naar Wögnum« De bootreis duurde 17 dagen. Over zee werden 2664 muilen sfeelegd. 4 Dagen zaten we inde trein- 9 Hagen in Genua. 3 Hagen in Le Havrc en. Bordeaux. Üe2e triti duurde van M Febr. tot en roet 21 Maart, dus 53 dagen, DB TWEEDE KTAPPE ging 21 April van start, Per trein van Hoorn naar Nijmegen. Daarna naar Wychen OTI per touringcar naar Genua, Vandaar een sliopertie naar Rome en vice versa weer terQg naar Genua. Daarna gin* het op 11 Mei weer per boot naar Tientsin. Dit was een afstand van 9703 mijlen. De stukken van haven tot haven deden me denken aan de narassngen van de anabis, alleen waren 2e heel wat langer. Deze* tt^eede etanoe duurde 105 dagen en eindigde op 3 Augustus. De afstand van de hele reis óver zee bedroeg M A % ! mijl. Over land oer auto t>£ per trein konen er dan nog zo'n slordige 300(1 mijl bil. Dat wordt sasien een afstand van 1.S.457 mijl.Bij elkaar is dat meer dan de halve omtrek van de aarde. We ziin O D weg naar China wel echte globetrotters geworden, De hele reis heeft 167' dagen geduurd. Daarvan brachten we 62 dagen al varende door op z;ee. 61 dagen j.a^en we m de verschillende havens. Een maand lang waren we " om ov verhaal te kranen M in Holland. Een week in Home en de rest van de dagen brachten ve door in de trein of zwervend door Ruropa met onze touringcar. 5 Maanden en 18 dagen en nachten, varen we onderweg. We kwamen in België, Frankrijk, Italië, Zivitserland, Luxemburg, ftaaco, Egypte, Arabië, Brits Indië, de Straits Settlements en Chochin China. Reizend door of1 Ijpgs 12 landen kwamen ww einsielijk MftAND.AO 3 AOGÜ?mB ! 47
in W I P M ' 'aafii.""
- 5f -
as
HOODSTUK I PF.IPINR : HET HARTJE VAN HHT HEMRLSR RIJK De stad was voor ons niet uitgelopen en op het station geen vlag om ons harteliik welkom toe te roet>en. Maar wel waren daar de blij uitgestrekte armen van enkele Hollandse waters : van Mgr. Kramer, Claudius van de Westenlaken (later nog mijn overste in Nw. Guinea) en P. Jesualdus van Ifemert. Ze hielpen ons bij de pasformaliteiten. Voor .vreemdelingen is dat in China een hopeloze zaak. Deftig gezeten in een riksja werden we daarna gebracht, naar wat ons nieuwe thuis zou worden : 18 Li Kwang Ch'iao. C V i a o betekent "brug". Het geheel is genoemd naar de brug die leidde naar het huis van een prins die Li Kwang heette. Met de ondergang van het keizerrijk (1911) was ook hij aan lager wal geraakt. De nieuwe republiek werd gesticht. Sun-Yat-Sen kreeg met. zijn Kuo-min-tang (nationale volkspartij) de touwtjes in handen. Maar echte hervormingen bleven uit. 1-r brak in 1916 een nieuwe opstand uit. Tijdens de eerste wereldoorlog werd het land blootgesteld aan nieuwe vernederingen toen de Japanners de Duitse bezittingen in Siantung veroverden en 2ich daar vestigden. Daarop vormde de Kuo-min-tang een eigen regering in Kanton. Intussen waren de regionale rovergeneraals alleen maar uit op eigen voordeel en plunderde de arme weerloze boerenbevolking. Chaos en anarchie dreigden overal. De grote mogendheden dwongen Janan zich terug te trek uit Shantung. De oude haat tegen de vreemde indringers stimuleerde het nationaliteitsgevoel. De Chinese communistische partij werd ongericht en deze begon zijn partijtje mee te blazen in het gistingsproces. De regering in Kanton met Sun-Yat-Sen aan het hoofd, zocht steeds meer samenwerking met de regering in Moskou. Met Russische steun werd geprobeerd in de vormeloze massabeweging wat orde te schennen en er werd een modern leger gevormd. Na de revolutie-van 1925 begon dat nationale leger in .Juni 1926 vanuit Kanton zijn lange opmars om het land één te maken' en te bevrijden van alle vreemde indringers. Het werd één grote overwinningstocht. De rovergeneraals werden een voor een verdre\fen 6f tot onderwerping gebracht. De ene provincie na de andere kwam in handen van het leger van de Kuo-min-tang. De vreemde machthebbers moesten verdwijnen. Het iuk der vreemdelingen moest afgeschud, er moest rust en orde komen in de staat. Het p.ezag moest hersteld en de belangen in het buitenland moesten gehandhaafd. Maar in de Kuo-min-tang waren ook de radicale intellectuelen en de communisten. Ook zii wilden één groot China, maar er moest een radicale sociale ommekeer komen.Sun-Yat-Sen wist tot zijn dood toe (1925) het evenwicht te bewaren. Maar toen kwam Tsjang-Kai-Siek. Hij moest van de communisten niets hebben. Ze werden buiten regering en leger gezet. Tsjang werd dictator van China. Sjanghai werd veroverd en alle communisten eruit gegooid. Daarop kwam Mao-Tse-Timg. Hij begon de boeren, die 851> van China's bevolking uitmaakten, nolitiek te interesseren en te organiseren. Hij bracht zijn rode partisanen op de been en begon daarmee zijn guerilla-oorlog. Steeds achtervolgd door Tsjang begon hij in 1934 zijn beruchte "lange mars" van bijna 10.000 km. door woestijnen en moerassen, over bergen en door dalen, door Huan, Kueichow en Sechuan naar Shensi in het Noordwesten. Honger en ziekte teisterden zijn troepen. Van de 100.000 man bereikten 20.000 het doel. Yenan werd de hoofdstad en hier werd het uur van het communisme afgewacht. Niet tevergeefs. Hier trouwde M ao in 1939 de "geslepen" Jiang Quing, die later als een nieuwe keizerin de Culturele Revolutie zou leiden. De tijd zou voor Mao werken en Tsjang-Kai-Sjek zou met zijn onbekwame en corrupte ambtenaren het loodje moeten leggen. Maar daarover later misschien nog een en ander. 'Toen wii in China kwamen was de strijd tussen beide kemphanen nog in volle gang. De uitslag ervan zou ook ons verder lot bepalen. Voorlopig was Peiping wel het eindpunt van onze reis, maar bij onze aankomst was de spanning om ooit nog verder naar Kianchow te kunnen gaan, nog volon aanwezig. Pater Schnusenberg ofm, de Delegaat van alle Franciscanen in het Verre Oosten was optimistisch en had ons daarom naar hier gebracht. Als Duitser wist hij het tijdens de Tweede Wereldoorlog van de Janpen klaar te krijgen dat alle
- 1 -
buitenlandse missionarissen uit Noord China, hier in dit mooie huis werden geïnterneerd. Sinds de .Tanpen hen hierheen hadden gebracht zaten er hier na de oorlog nog altiid een groen oudere paters en broeders en ook nog enkele bisschopnen uit de j?ebieden die nog door de communisten bezet waren. Tien deel van de Hollandse paters was na de internering op vacantie gegaan en na terugkomst voorlonig in het Zuiden geplaatst. De Paters Potveer, Goedhart, de Reep, Herculanus, Cajus en naar ik meen ook Schoor! had ik in Ifolland ont moet. Van de oudere paters die waren achtergebleven troffen we Mgr. Kramer aan en behalve de naters van Westenlaken en van üemert ook P. Wismans en P. Authert van Macht. Bij den zusters woonden verder nog de paters Schilte en de oude krasse Marcianus erks, eens na de Uoksersopstand bevorderd tot mandarijn, H ü was de held die met kachelpüpen en veel lawaai Matschang met succes tegen de Boksers verdedipd Had. Mars was ;il 50 jaar in China l Op 1B Li Kwan Oh'iao was het vooral-Mi de Hollandse paters feest. Alles lachte ons als he ware toe. Het was alsof alles ons toerien :
ft
VEEL NIEUW GELUK VANUÏT DB IffiMFl VOOR HFT JAAR HAT KO1EN GAAT ï "
De eerste vijf ionge missionarissen na de oorlog waren dan toch eindelijk aangekomen. Vijf man. Allen bestend voor de pasopgerichte Prefectuur van Kiangchow, dat voorheen tot Luanfu behoorde. Mgr. Pessers was er na de oorlog met enige paters heengegaan, 2e waren daar moedig weer begonnen. M s pas aangekomen nieuwelingen in de oude keizerlijke stad hadden we ogen en oren tekort. Na een lange reis waren we in het 36e jaar van de Chinese Republiek, OTJ de derde dag van de Hste maand, dan eindelijk in het hartje van China aangekomen. In het Westen was het. 3 Augustus 1047. We kwamen te wonen in een pracht van een huis met een magnifieke tuin. Voor ons een sprookjesachtig begin I
_ 7 ~
18 LI KWANG ÖT'IAO Li Kwang Ch'iao was niet zo maar een huis, Dagenlang was het voor ons als een doolhof. Op een terrein van 150 bij 100 meter stonden allerlei gebouwen, groot en klein. ïn grote'liinen kwam dit buitenhuis overeen met een chinees huis waar een hele familie in woont. Ik heb er een plattegrond van gemaakt. Het was een heel karwei, u vindt het on pag, 3, misschien vel interessant 't eens rustig te bekiiken. Aan de Westziïde van het gebouwencomplex liep een beek met daarover aan de zuidzijde een brug. De brug naar wat eens het buitenhuis was van een prins, Li Kwang genaamd. Mij woonde daar dus in met zijn zonen en zijn personeel. Vanaf de brug liep er een iveg tussen de wal en de zuidelijke muur om-de school heen, naar de eigenlijke ingang aan de Oostzijde. Het hele complex was omgeven door een muur, zoals meestal in China. Eenmaal door de ingang binnen, stond je voor een muurtje dat de kwade geesten moest weren. Om hen af te schrikken stonden er op dergelijke muurtjes afschuwelijke draken afgebeeld. Soms ook staat er een stenen draak voor een gebouw. Zo stond er ook een voor de bibliotheek» Achter de geestenmuur lag de Yüentze (binnenplaats) die ie in bijna alle oude chinese huizen aantreft. De Yüentze was de eigenlijke woonplaats. Rond de Yüentze was een galerij gebouwd met twee grote zalen. In zaal ! woonde dan de vader en moeder. Aan beide kanten van de Yüentze de oudste zonen. Zaal 2 was bij onze Prins de zaal van het zalige nietsdoen. Van achter had deze zaal uitzicht op het water (nu droog en volleweid) en op de hambu-tuin. De '©verdekte galerij liep door naar zaal 3, die voor ons als kapel was ingericht. Daarvoor lag weer een rotstuintie. 'Van de Westzijde lag er dan nog, rond een prachtige bioementuin een grote sniegelgalerii. Vanuit zaal 3, die vroeger ontvangzaal voor de dames was, konden deze dames zich dan spiegelen in een twintigtal spiegels van allerlei vormen. Heze spiegelgalerii was een nabootsing van Hie in het zomemaleis van de keizer. Noordellik hiervan lap; het domus Pranciscana, waar het merendeel der paters woonde. Met de school (geheel in het Zuiden) is dit later gebouwd. Helemaal in het Noorden lag het oude gebouw met veranda en met nog wat kleine gebouwtji Al repende het ook hooivorken, vanuit het domus franciscane kon ik altijd met een klein sprongetje op de overdekte gangen komen en dus zo droog O P school. Naar de refter en de kapel moest ik altijd even door de buitenlucht. Tn het Noord-Oosten lag dan nog, temidden van uitzonderlijk mooie rotstuinen, de bibliotheek met veranda. Het was een geweldig comnlex van gebouwen waarin tijdens de internering talrljke paters en broeders waren ondergebracht. Rond het geheel liep een pad, westelijk van de beek, in het noorden langs de grote waterplassen net lotusblomen. Langs meerdere plaatsen kon men zo naar de stad. In de zonnige dagen van onze aankomst was Li Kwang Ch'iao met zijn overdekte wandelgangen en ziin overdaad aan tuürolezier als een Eldorado voor ons, een stukie paradiis. Maar dit zou gauw veranderen. Want.ook in dit stukje paradij: had de zonde ziin sporen nagelaten. Uit vele landen waren we naar hier gekomêi om hier, temidden van een warwinkel van talen, de taal óer wijzen weer te ontdekken : liet Chinees. Om hiermede gewapend, in dit land vol verscheidenheden, tot de mensen te gaan met een boodschap van vrede en liefde. Mooi .' **aar het innemen van die letters op onze school, zou me zwaar op de maag gaan liggen .' Ergens mijn eigen schuld, want net als alle andere Hollandse studenten in PeiPing, had ik in 1041 ook naar Niimegen kunnen gaan om er van China een en ander O P te steken bii Prof. Mulder. Maar ik had daar toen weinig vertrouwen in. Ik dacht ook dat het oponthoud ui Holland wel niet te lang zou duren. Ik wilde daarom liever naar Nieuwe Niedorn om daar in de pastoraal wat thuis te geraken. Maar ik heb het geweten want mijn OFM-con^raters hadden in die tijd vooral bij P. Maurus van Genk OFM al heel wat chinese lettertjes gegeten'. ?-Q lagen me in Peirung wel een streepje voor.
~.3««
DF. TAALSCHOOL Vroeger moesten de jonge missionarissen die naar China wilden» als het enigszins kon, eerst een jaar naar Rome orn daar in het missierecht onderricht te worden. Pater Schnusenberg of.m. meende zeer terecht dat dit beter in het betreffende land kon plaatshebben. Pastoraal kon dan alles beter worden aangepast en ook de taaistudie kon effectiever worden aangepakt, de "Scbnus" richtte daarom na' de oorlog in Peining de taalschool on. Deze was een gerichte voortzetting van de taalstudie waarmee velen tijdens de internering al zeer intens begonnen waren. Als vroeger een missionaris in China aankwam, dan werd hii onmiddellijk doorgestuurd naar zijn missiegebied. Het hehuln van een confrater, de knecht en iie Christenen, moest hii het Chinees maar zien te leren en tegelijkertijd begon hij dan het-werk wat over te nemen. Haar met het Chinees kom je'dan niet ver.tOm'Roed Chinees te leren praten, lezen en schrijven is een jarenlange studie vereist. Al het andere werk moet dan opzij gezet worden. De jonge missionaris moet weer naar school. Pater Schnusenberg vond dat die school in Peining moest komen. En hij droomde er van om in Li Kwang Ch'ao die school voor ionr>;e missionarissen te kunnen beginnen. Peiping. was volgens hem de aangewezen plaats. Deze stad was eeuwenlang de keizerlijke residentie geweest. Hier klopte nog steeds het hart van de Chinese cultuur. Peining is één groot museum. Alles spreekt hier van een groots verleden. De schatten der cultuur liegen hier bij honderdtallen uitgestald. Je ziet zo iets nergens anders, Temnels, naleizen, pagoden, erenoorten» beelden van draken enz. enz., een stad voll Bovendien is de taal van Peining, het Pekinees of de mandarijnentaal, de offciele taal van China. Peining is dus de aangewezen plaats voor een taalschool. Lik Kwang heeft weinig plezier van z'n buitenhuis gehad. Want het was net klaar en meteen daarop kwam de revolutie. De man kwam op de keien terecht en xvii uiteindelijk in ziin buitenhuis, nu taalschool voor de jonge missonarissen in China. De Belgische pater Hermes Peters en de taaivirtuoos P. Beatus Teunissen hadden de leiding. Ze werden ov school geholpen door een 20 Chinese onderwijzers. Later werden er nog wat aan toegevoegd. Aanbod, was er genoeg zodat er een goede keuze remaakt kon worden. De meesters moesten een goede uitspraak heb" ben. On hun godsdienst werd niet gelet. Ze waren bijna allemaal nog heiden. Wel moesten ze onze cathechismus wat kennen, want deze stond op ons lesprogramma . Toen wij na een lange reis van veel omzwervingen eindeliik in China aankwamen, wisten we dat we naar school moesten. 'Twee jaar lang naar school... en je staat dan on de torens van het beloofde land l Schrijf de missietochten op de rug van een muil voorlopig maar op ie buik J Vooruit jongens de schoolbanken weer in .' En daar moet. ie dan een taal leren waarvan gezegd wordt dat ie zo moeilijk is'omdat de duivel zelf die uitgevonden heeft om de bekering van China een halt toe te roenen. Het zal dan ook een hele worsteling worden Iedere 3 maanden zou een nieuw schooljaar beginnen. Wij begonnen met een 60 leerlingen, maar er zouden er in de loon van het jaar nog een dikke 20 bijkomen, allen bezield van het zelfde doel. De leerlingen kwamen wel uit 10 verschillende landen. Het was alsof er geen oorlog geweest was. Allerlei ordes en congregaties waren vertegenwoordigd. De meesten bezaten een eigen huis in de stad. Tn ons huis zaten denk ik zo'n 50 o.ïï.M.ers, waarvan 10 Hollanders. (>p school begonnen we met 5 Hollandse studenten HFM. Verder waren er nog vier Hollandse S.V.D.'ers en drie Lazaristen. Van vijf ervan ken ik de namen nog ; de Kort, Beune, Lcenaerts, Brasnenning en mijn kameraadje in de klas, Verstap nen. Na een paar weken van acclamatiseren begonnen de lessen. Viif lesdagen in de week...en die waren niet mals 5 We zaten 's morgens om 8 uur al in de klas. In de morgenuren hadden we vijf lessen. In die les zaten v/e met 21 man. P. Hermes geeft dan kerkelijk recht of mstoraal. Alles in het Latijn. 1'. Reatus vertelt ons in zijn les, dikwijl in allerlei talen, over de structuur van de taal. Hii laat ons een duik nemen in het. moeras van de "karakter1'-opbouw en probeert ons de oren te ~ z. _
18 LI KWANG CH'AO
openen om de verschillen in toonhoogte, kwantiteit en klemtoon op te vangen, "n Verschil in klemtoon kan rare gevolgen hebben. We weten dat uit het verhaal van de slechte koning Achah. Om hem tot overgave te dwingen werd hem toegeroenen : "Gooi je sabel naar beneden". Verdoofd door het geschreeuw en gehoon gooide hij toen zijn lieve Jézabel vanuit het raam boven, tegen de straatstenen. Als wij in de Sinterklaastiid vragen om een lekker stukje "taai-taai" maakt het geen verschil OT> welke toon wij dat uitspreken. Maar zeg ie dat tegen een Chinees O P de eerste toon, dan denkt ie dat je gek bent geworden. Je vraagt toch geen "oud wiif" om op te eten ! Behalve de twee algemene lessen, hebben wc dagelijks nog drie sectj.e-lessen. Je zit dan in groenjes van viif samen. Verder heb -je elke dag nog twee privaatlessen. Je zit dan een half uur lang alleen met zo'n meester in een kamertie. De kriebels lopen dan over ie lijf. Want die man mag alleen maar Chinees praten. Als hij Engels snreekt wordt hij prompt ontslagen. Je moet dan zijn geluiden nabootsen en proberen te begrijpen wat hij zegt. Wijzend op,zich zelf zegt ie dan in de derde toon'Vo". Jè komt er dan achter dat wo : "ik" betekent- Wijzend on de natient tegenover hem zegt ie dan op de tweede toon : "nin ". bat is dan : "lij". En wijzend naar een denkbeeldige derde persoon zegt hii dan op de eerste toon : "ta " en dat is dan "hij". Tellend op de vingers zegt ie dan op verschillende tonen: T, êrh, san, tzu : én1, twee, drie, vier enz.. De meesters stellen je dan ook allerlei vragen. Van de kant van de patiënt valt er dan dikwijls een langdurige stilte. Je weet je met ie dommigheid geen raad en sotns de meester ook niet. Kortom : de methode lijkt on een naardemiddel, maar het werkt wel. Na verloop van tijd heb ie het handvat om vragen te stellen dóór., en je begint dan zelf : wat is dit ? Wat is dat ? enz.. Dan leer ie zo woordjes kennen. Uit het niets kom ie zo langzamerhand tot iets. Toen ik later bij de Bkagi's op de Wisselmeren kwam, heb ik zelf deze handvaten ook toegepast om met de mensen daar de eerste contacten te kunnen leggen. Ik heb later dikwijls teruggedacht aan die lessen in dat kamertje met zo'n Chinese meester. Moederziel alleen met hem, opgesloten in dat vertrekj? wist je dikwijls alleen maar de benauwende geur te definiëren van de knoflook, die op de vroege morgen al, uit de keel van je leermeester opborrelde ^a een half uur mocht ie dan naar een ander kamertje, waar een andere meester al een half uur lang op dezelfde manier zijn stinkende best had gedaan. Biina dagelijks klonk het : "Heer, o Heer, wie zal bestand zijn"? van onze lippen. Maar onze verzuchtingen werden verhoord, want om ons toch nog enige overlevingskans te geven, werd na verloop van tijd gelukkig besloten om met dat knoflookrantsoen maar te stonnen. De meesters verdienden, naar ik meen, één amerikaanse dollar per dag. Voor hen toen een aardige duit. Er kwam dan ook niemand O P het idee om maar te gaan staken. T-r waren voor dit vak liefhebbers bij de vleet. Ik had een •nrivaatdocent die precies op Tsjang Kai Siek leek. Mij was zo blij als een kind, als ik soms een goed antwoord gaf. Hij gaf me alle dagen ook enkele karaktertekens mee naar huis. 7e waren keurig met een penseel geschreven. Ik legde ze alle dagen, netjes uitgeknipt, in een Hernardo-doosje en daarmee speelde ik op miin cel dan legpuzzle. Aan de achterkant had ik de uitspraak en de betekenis geschreven, maar daar mocht ik natuurlijk niet naar kijken....Zo moest Jantje leren lezen 1 Allemaal streepjes, haakjes, boogje: en vierkanties, waaruit het mannetje was ongebouwd. Ik voelde me dan als Adam, die alle diertjes een naam mocht geven. Maar hij kon ze zelf bedenken Ik moest er maar naar raden, hoe anderen dat beeestje genoemd hadden. Tk had echt het idee weer O P de Kakschool te zitten...zij het dan zonder klepbroekie. We zitten in school allemaal braaf op een stoeltje voor een schrijftafeltie met een schrijfplankje eron. Het is net een Montessorischool...en dan te bedenken dat ik al 34 iaar ben. "Als ge niet wordt als kinderen"....Tjo1ken in de klas met banana-drink was er toen nog niet bij, maar er ziin wel grote kinderen, 'die zo nodig af en toe hun vinger moeten opsteken. De elf nogal levendige Italianen, met hun Overste aan het hoofd, hebben daar een handje van. In de latiinse les P. Hermes hoor je ze niet. Je hebt het idee dat ze amper weten waar liet over gaat. Maar als ze door hebben wat de meester in z'n les bedoelt, dan laten ze het met handen en voeten zien. - 7 -
Er gaat dan steevast van zo'n braaf mannetje, als om striid een vinger omhoog. Twee vingers omhoog steken mag niet. Dat is om het geheim te verbergen, dat onze zorgzame paters vergeten hebben in de kakschool een W.C. te bouwen. Die staat nu ergens buiten. We moeten daarom groot zijn en wachten tot na de les. Tn de les denken we alleen aan hogere dingen. Men heeft ons toch niet Voor niets een nieuwe naam gegeven, (Jes.62,2) : sienf.u, vader van de geest, zielevader. Luisterend naar de klanken van 'Steltenpool" noemde de meester mij "Suntzu-nu" Kort gezegd: Sun-sienfu. HET LEVEN ROND DR BOERENKATER Na een naar weken had ik de Belezenheid om me eens te laten wegen,142 pond. Een verlies van 10 pond, sinds ik van huis gegaan was. De hitte van de reis was niet in mijn kleren gaan zitten, maar eenmaal in Peiping kwam ik weer aardig bij. We eten alle vijf als dijkers, het lijkt wel of we uitgehongerd ziin. He maat* blijft om eten vragen. Sinds het noviciaat - 13 jaar geleden - heb ik niet zoveel gegeten als nu. In de keuken staat een Beierse broeder en al ziin ziin knechten niet alt Lid even sdhoon, het. eten is werkelijk poed. Mleen kan ik de "Maagdenburgerba1len", die we nog al eens krijgen, niet zo ern; appreciëren. Dat zijn van die meelklodders, bijna een vuist dik, die in het water gekookt worden. Ze worden met jus erover opgediend. Maar ze liggen als een keisteen O P ie maag. Rlke morgen zit ik na de M. Mis om 7 uur al achter een bord vogeltieszaad. Hen waterpapje dat best te verteren is, maar of het als zangzaad bij mii ook enige uitwerking zal hebben, valt te hetwiifelen. Op Zon- en feestdagen krijgen we 's morgens een rijstpapje, maar ook zonder melk. Melk is bier erg kostbaar, want koeien ziin hier zeldzaam en de beesten geven maar een naar liter melk. De bahies zien het zelden. Het. gewone volk ziet nractisch nooit melk. Na een week of zes had ik slechts twee maal een klontje boter geproefd en dat v/as nog van de IJNRA. Wij krijgen bijna alle daeen wel wat vlees en het brood is lekker. De gewone drank aan tafel is thee. Koffie is een elite-drank. We drinken het alleen in de recreatie die Hollanders met elkaar houden. De thee heeft meestal een verdacht lichtgele kleur, maar soms zit er echt een nunneltje thee in. De thee wordt door de Chinezen en paters veel gedronken. Ik drink het voorlopig alleen 's morgens bij 't ontbijt, want 's middags en 's avonds krijgen we aan tafel nog steeds bier van de'.Amerikanen. Want toen ze na de oorlog weggingen hebben ze al 't eten dat ze achter moesten laten maar aan de naters en. de zusters gegeven. Daarbij was ook tamelijk veel bier en prote blikken bonbons. Wat dit betreft waren we hier dus nog mooi op tijd aangekomen. Want er was nog heel wat van dat spul. toen ik wat was ingeburgerd heb ik, maar eens een tandarts ongezocht. Want O P de boot naar Tientsin was ik mijn voortanden kwijtgeraakt. Ik kwam bij een Pool terecht, of misschien was het ook wel een Hongaar. Maar het was er in elk geval een, die de waarde van het geld goed kende. Hij metselde een paar stifttanden in mi in mond, heel keurig, maar ik moest er wel 1.800.000 Chinese dollar voor neerdokken, oftewel 36 Amerikaanse dollar. Gelukkig had ik ze nog. Ze ziin in eik geval goed besteed. Ik zie er nu weer behoorlijk jong uit. Het is nu alsof de tijd aan mij is voorbij gegaan. Hit zei. P. Reatus tenminste tegen me, toen ik mijn baard had afgeschoren. Ren van de Chinese meesters vond het maar niks met al die baarden. Oe tiid is voorbij dat wij in het buitenland een museum willen ziin van oude mannen met baarden. "We ziin in een modern China", zei hii. Maar Chinezen ziin fijngevoelig en slim. Hij bedoelde misschien wel te zeggen, dat wij niet moesten denken ooit echt Chinees*te worden. Zeker niet als we meenden dit te moeten bereiken door wat haren rond onze kin te laten proeien. 'teel radicaal heb ik toen meteen na de les meteen mijn baard, die bestond u.it trvee woeste plukken haar, maar afgeschoren. Ik was er net mee klaar toen pater Autbert, een man van 50, me kwam vragen of ik zijn haar wilde krdrmen. "Je kunt het toch"? "Natuurlijk", zei ik...maar ik had het nog nooit gedaan. Ik had wel de spullen. Hij ging zitten en ik begon het veld te verkennen. Ik maaide wat over ziin kop* ma^r de resultaten waren miniem. - 8 -
Ik wilde me niet laten kennen. Zonder dat hij het merkte - hij was behoor' lijk kippig - had ik een hand van mijn eigen baardharen on de grond gestrooid. Hij voelde met zijn hand naar zijn hoofd. "Er is nog niks af". Wat ? Kijk dan eens op de grond ! Ja 2 En hij ging er weer voor zitten. "De machine trekt", zei Autie. "Ja, ik moet hem even smeren". Weer geprobeerd en ik wist er hier en daar een hak uit te krijgen. Zelfs een hele ladder midden over zijn kon. Maar toen ping het helemaal mis. Ik kon er geen beweging meer in krijgen. De tondeuse hin.p in zijn haren. Ik kon niet meer van het lachen. Br kwamen natuurlijk buren 'on bezoek. Fr werd een meer bekwame vakman M i gehaald, maar die kon het ook niet. We lagen krom. Tenslotte heeft een Amerikaanse medebroeder zijn machine gehaald...en heel dat hoofd maar gemilimeterd met behulp van een klein schaartje. Het -schouwsnel heeft bijna twee uur geduurd en....het kostte niets. Alleen had het lijdend voorwem er zijn dutje voor moeten opofferen. We woonden als Hollanders allemaal gezellig bij elkaar in het Franciscaanse Ordenshuis. On Zondagen en bijzondere Feestdagen kwamen we op de kamer van Mgr. Kramer bil elkaar. Dan nodigde Luanfu ons uit. op de Chinese borrel. Het indrinken van de Chinese wetenschap ging me lang niet gemakkelijk af. Maar de Chinese borrel heb ik nöóit door mijn keel kunnen krijgen. Precies petrolie. Meestal was er dan ook wel iets anders. Het was onder die borrel wel altijd gezellig, maar veel openheid over het wel en wee van de missie was er niet. Was dat om ons de moed niet te ontnemen ? De gesprekken waren altijd wat geheimzinnig en te rooskleurig. Wij moesten onze inlichtinge nractisch uitsluitend uit Engelse kranten in Peiping halen. Bij de andere ordensgenoten in huis, was het geen gewoonte om samen wat recreatie te houden. .Ta, men liep na het eten dikwijls een rondje in de tuin. Maar dat was dan ook alles. Samen recreatie houden op een cel. in huis, was dan ook verboden. Er moest in huis stilte en rust heersen, een sfeer van studie en gebed. Maar de Hollanders waren die gezellige recreatie van huis uit gewoon.Daarom had de Delegaat voor ons een uitzondering gemaakt. Ook de huisoverste Pater Fortunatus Baumgarten begreep dat goed en stopte ons in de vorm yan misintenties wel eens wat toe, om zo behalve koffie, ook eens wat anders te kunnen drinken. In de missie had men vroeger al het nrivilege on je kamer de H.Mis te mogen lezen. Zo x^as mijn cel in Peining 's morgens kapel en 's .avonds werd hii meestal verheven tot "boerenkamer" waar we dan dikwijls nog even gezellig bij elkaar kwamen. Die naam stamt eigenlijk uit de oude kloosters in Holland, waar ook altijd een aparte kamers was, waar de boeren gezellig bii elkaar kwamen samen met de portier, als ze de spullen naar het klooster brachten ( boter, kaas, mest voor de tuin enz.) die de termijnbroeder bij elkaar gebedeld had. Wij hebben on onze hoeronkamer veel lol gehad. Toen we in Peiping aankwamen waren de hondsdagen net zowat voorbij. Tijdens die dagen is het dag en nacht ontzettend zwoel. Het vocht trekt dan overal doorheen. Al is het overdag nog zo warm, drogen doet het niet. Je moet ie tabak voor de pijn dan alle dagen op het vuur drogen. Drie, vier keer op een dag moet je wel van kleren verwisselen. Als je dan maar goed kunt transpireren, want dat is gezond. Na de hondsdagen komt er dan weer een tijd van veel regen. De hitte wordt er dan evenwel niet minder op. De zomerdagen zijn dan ook meestal zwoel en nat. Al regent het hooivorken, echt onfrissen doet het niet. In de nacht daalt de temperatuur wel iets, want dan is ook in Peiping meestal de zon afwezig. Maar als regel blijft het toch benauwd. Dat duurt dan meestal tot Maria ten Hemelopneming, 15 Aug. Daarna is de zon overdag nog wel sterk, maar 's nachts begint het dan al aardig af te koelen. Daarna gaat het langzamerhand naar het midwinterfeest toe. Met als in Sjanphai kan ook in Peiping het weer erg verradelijk zijn. Ineens kan de temperatuur dan flink omlaag vliegen. OMRINGPDOnR HOFFELIJKE MENSEN Enige dagen vóór het feest van Franciscus f 4fet.) kreeg ik het voor miin krieken. Zowat vijf dagen achtereen bracht ik door O P het stilletje, oftewel
-9-
de W.C.. Ik had behoorliik wat kou in de buik. Mgr. Kramer bracht me een lekkere warme buikband. Maar deze kon toch niet verhinderen dat ik, niet tijdens de retraite, naar het ziekenhuis moest. Ik lag daar met nog een Hollander, Het waren daar Belgische zusters. We konden dus Hollands praten, zulle. Ja viif dagen kuren was ik weer van alle vreemde smetten vrij. Ik heb er h?el wat pillen moeten slikken en drankjes ter bestrijding van de nijn. >p het feest van Franciscus kwam Moeder-Overste van de Hollandse Zusters met druiven en neren...maar ik mocht er alleen maar naar kijken. Toer. de broeken schoon waren en de nijn weer geleden, mocht ik weer naar hui.Ï. Dat ging ner riks ja» waarvan er wel enkele duizenden in Peipdng roncriiden. Met behulp van een zuster had ik met het riksja-mannetje aftjesuróken dat M j me voor 4000 dollar zou thuisbrengen. Als een vorst zat ik in dat wagentje, een soort sulky dus met het man-dravertje ervoor. Maar na een minuut of vijf ploft er een band. Ik er uit en ik wilde meteen in een andere riksja stampen, die me al werd aangeboden. Dat kereltie achter mij aan. Gesticulerend met handen en voeten stond hij vöör me. Hij wilde zijn geld hebben. Ik vond ook dat hij wel recht had op bijv. 1000 dollar, maar ik had alleen maar een briefje van 5000 dollar. Ik kon er niets afscheuren en ik zag er ook geen kans toe om hem duidelijk te maken mijn briefje van 5000 dollar te wisselen. In een wip stond ik wel tussen honderd mensen : n. Ik dacht aan Alexandrië. Maar in Peiping bleek men nog met respect na;-?- een buitenlander op te zien. Het waren hier geen brullende leeuwen die m<J omringden om te roven (ps.104,21). Zij die mij omringden waren hoffeliiVs mensen. Terwijl ik daar zo stond had het mannetje intussen de lekke bant' van de fiets gehaald en deed zijn uiterste best mii weer in zijn wagentje te loodsen en me zonder band over de hobbelige keix«3g naar huis te brengen. Maar mijn buik en mijn zitvlak waren me nog te lief. Ik bedankte dus vriendelijk, lir bleken onder de omringenden, twee partijen te bestaan. Ik stond daar moederziel alleen tussenin en dat in een mij totaal onbekende stad. Ik kende nog maar een paar gebroken woordjes Chinees. Ik vroeg toen in het Engels of er iemand was die mii verstond. Daar trad toen een jonge man naar voren. Hit. het geroezemoes begreep ik dat de ene partij het voor mij onnam. "Die meneer mag gerust een andere riksja nemen ". "Ja", zei de andere partij» "Maar de vreemdeling moet voor het stuk tot hier toch ook iets betalen". Ik vond dat heel billijk. Maar hoe moest ik dat varkentje wassen? Als ik mijn éne briefje van 5000 uit handen geef, ben ik het misschien kwijt ook. Rn ik wa.-> oang, dat ik dan van armoe de rest moest lopen, terwijl ik heg nog steg kende. Toen wilde mijn tolk dat briefje hebben. "Hoed" zei ik "maar dan moet dat andere riksja-mannetje eerst 1000 dollar geven aan dat mannetje met de kapotte riksja. Als die man 1000 dollar krijgt is dat meer dan genoeg. Iedereen stemde daarmee in. Daarop kreeg de schreeuwlelijk van de kapotte riksja 1000 dollar. De ander zou me dan voor 3000 dollar netjes naar Li Kwang Ch'ao brengen. Dat zou ik thuis uitbetalen, plus de 1000 dollar die hij voorgeschoten had, samen 4000 dollar. Precies de prijs die was afgesproken. De tolk gaf me daarop het briefje van 5000 dollar terug. Ik dacht zo bij mezelf : meestal vragen ze bij aankomst wat meer of ze hebben geen geld terug. Ik houd de eer aan mezelf. Pas als ik thuis ben, krijgt hij zijn geld. Het mannetje was gelukkig erg bescheiden hij aankomst. Hij zocht wat in zijn zak, maar het hoefde van mij niet meer. Hij kreeg het 5000-dolarbriefje helemaal en daarmee 1000 dollar fooi. Hij rijk, en ik blij dat ik thuis was en dat hot zo goed was afgelopen. ALS DR BLADEREN VALLEN Het midwiirterfeest wordt,zoals ik al zei, gevierd als de regentijd en de drukkende warmte voorMi is. Je hebt dan nog wel mooi weer, maar het wordt al aardig koud. De zomerkleren verhuizen naar de kast. De kleine hummeltjes in de stad lonen dan al in hun winterkleren. Half October vallen de bladeren al aardig van de bomen. Het is dan wel vreemd als ie op zekeren dag de tuinknecht in de boom ziet zitten. Ik dacht natuurlijk : wat. doet die man nu toch in 's hemelsnaam in die fruitboom '] - 10 -
Haar zit. toch p,een vrucht, meer aan I Dat was wel zo, maar de knecht, dacht ik moet de paden schoonhouden. Als die bladeren maar steeds blijven vallen kan ik wel aan het harken Wijven. Mij zat daarom in de boem om alle bladeren er af te schudden l Half Hctober was er vanuit Weert een uitzending voor de missionarissen. •Het was om 3 uur 's middags in Holland. Hier was het toen middernacht 12 uur. Dus 9 uur verschil. Het woordje van de provinciaal kwam goed over. De muziek kwam minder goed door. Het eerste wintert.ie dat we meemaakten, een soort voorwintertje, begon plotseling op 12 November. Ineens was het mooie weer voorbij en het vroor meteen 7 graden. De volgende dagen varieerde het van 6 tot 13 gr.. De kou liep zelfs op tot 16-17 gr., maar het weer was lekker droog. RÏoemcn on de ramen zie je dan zelden, want alles is kurkdroog. Vóór de droge koude begint, de eigenliike winter, heb ie de beruchte Voord Ooster of zoals de Chinezen zeegen : de Oost-Noorderwind, Als je dan met ie gewatteerde kleren on straat loont, heb je het gevoel in je zwembroek ie te lonen. De koude wind voel ie dan door hart en nieren heen. liet kan gebeuren dat ie op straat geen hand voor ogen kunt zien van het zand en de stof. Ik ben zo gelukkig dat ik miin kamer aart de Zuidzijde heb, maar aan de Noordkant moet je in die tijd steeds lagen zand van vloer en tafel verwilderen en dat terwiil er toch dubbele ramen zijn. In de donkere avonden zitten we dikwijls bij een petroleumlampje, want met het licht hier is het steeds klungelen. r5e nieuwe baas van de lichtvoorziening; gaf er laatst een verslap van in de gemeenteraad. Waarom, zo werd Gevraagd, gaat het met het licht nog steeds zo slecht ? Wanneer is het nu eens gemaakt ? Het is er mee, zei de slimme Chinees, als met een patiënt. He dokter kan ook moei.liik zeggen wanneer deze helemaal genezen zal zijn. He H een concreet plan om het te verbeteren ? Ja, negatief zal er naar gestreefd worden door rantsoenering van het lichtverbruik. En positief zal de verbetering hierin bestaan, dat er nieuwe machines uit Amerika moeten komen. He slimmerik l Ze doen geen cent ruin de verbetering, maar desondanks heeft het bedrijf de laatste 3 maanden 2 billioen Chinese, dollar aan schuld. EEN ONVERGETELIJKE SINTERKLAAS 'Iepen Sinterklaas kwam er hier uit Holland een nieuwe spruit aan. Hij moet een bolleboos ziin in het Chinees, Nevolon Smith. Hij heeft in Holland al jarenlang met buitengewoon succes Chinees gestudeerd. De reis naar China zal hem ook nog lang heugen. Want ook hij kwam met een verhaal van een brandend schift in China aan. Tussen Manilla, op weg naar Hongkong, brak er brand uit on de boot. Het begon in het. eerste ruim, net als on onze boot. Toen ze het in de nacht baTierkten, was het hele dek v6ór al vuurrood. Het barstte onen en een vuurzee kwam naar boven. Daarbij kwam nog dat ze midden in een tynhoon zaten. Zo lagen ze te dobberen toen het tweede ruim ook al begon. Toen kwam de kapitein, O P het idee om ruim twee en drie onder hete stoom te zetten, zodat na afkoeling in die ruimen alles nat zou ziin. En dit is hun redding geweest. Er waren vijf geestelijken aan boord en onder hen drie Franciscanen. Van 's nachts 12 uur af tot 8 uur in de morgen hebben ze in regen en wind bij de reddingsboot gestaan, die al buitenboord hing. Ze zijn er niet ingegaan, omdat dat met die hoge zee voor 80% de dood betekende. Wel was on het alarm een Amerikaanse tanker komen opdagen. Maar deze bleef alleen in de nabijheid om eventuele drenkelingen on te nikken, dn 8 uur was de bemanning de brand meester. Ofschoon de boeg deerlijk gehavend was, ziin ze achteruit varend, tegen de wind in, naar Hongkong gestoomd. Dit gebeurde zo, opdat de vlammen door de wind niet opnieuw zouden worden aangewakkerd. Fn Hongkong kwam de zeebrandweer otxla-en. Maar de schrik was ons Smithie ook niet in zijn koude kleren gaan zitten. De koude wind bil aankomst in Peining, sloeg hem dan ook meteen op ziin borstrok. Maar het lien gelukkig met een sisser af, het bleef bij een grienje. Met Sinterklaas is het overal in Holland vreugde. Je denkt aan de mooie -11 - .
Sinterklaasavonden van de laatste jaren M i de jeugd in Nieuwe Niedorp. China kent de weldaden van de Sint nog niet. De oost uit Holland was evenwel present en onze huisóverste, die een Duitser is, had in de refter goed aan de Hollanders gedacht, om van de Hollandse zusters maar niet te praten. He eerste Sinterklaasavond m China werd een onvergetelijke avond. Maar de oorzaak van het onvergetelijke lag in iets geheel anderst Uit Kiangchow waren al wat vage berichten binnengekomen. Dat Pater Bruns vermoord was, daaraan mocht ie niet meer twüfelen. Hat was wel zeker. Van de andere paters en zusters werd verteld dat ze ook waren opgepikt of gevlucht. Maar van een van de zusters klonte de naam weer niet, daarom werd dit bericht vanuit Peining niet doorgegeven naar Holland. We zaten in elk geval al een paar weken in onzekerheid. Ais do een iets vertelt aan de ande: berg ie dan. Hen Chinees weet dan zelfs niet meer wat waar is. De bijzonder' heden van de dood van Mgr. Pessers kwamen ook van iemand die in de stad geveest was...en er bleek niets van waar te zijn. Maar vanuit Nanking had men dit bericht al als zeker naar Holland doorgegeven. De berichtgeving van ver is o zo moeiliik. Wat ivisten we eind 1947 van wat er achter het ijzeren gor dijn biiv. in Polen gebeurde ?. Van drie Chinese priesters die uit het vica^ riaat gevlucht waren, hadden we nu in Peining on Sinterklaasavond de laatsti gegevens. Eén van hun hen was nu bii ons in Peining aangekomen. Hun relaas was.bijzonder voor ons ionge paters, een harde klap. He missie waarvoor wij bestemd waren, was nu ook in handen van de communisten. Die Chinese prieste: vertelde dat hii even vóór het feest van St. Franciscus (4 Oct.) nog heilij Olie had laten halen bii Mgr. Pessets. 'let het feest van Franciscus waren &'. naters (on twee na) nog M i elkaar geweest, nok Pater Bruns was er nog. De Chinese priesters waren toen al erg bang, maar de Hollandse paters hadden n< wel hoon. Ze hebben nog een gezellig feest gehad. Een van de drie bovengenoemde Chinese priesters was er bij geweest dat Mgr. Pessers met de andere paters gevangen genomen werd. Hij zat toevallig in de kerk, toen die omsingeld werd. Maar hij wist in het hospitaal te komei en 's avonds werd hij, alsof hij een lopende patiënt was, naar huis gestuurt samen met de andere zieken, die ook de hele dag hadden vastgezeten. Deze priester vertelde dat Mgr. Pessers nog in leven was, althans een dag of vij. vóór hij naar Peining kwajn. Wel was Mgr. flink gepijnigd om zo de verborgen kerkgoederen te pakken te kriigen. Ook Moeder-Eerste en een Chinese priesti hadden veel moeten lijden. Ze zaten dus allemaal gevangen en Mgr. moest aan meelmolen draaien. Dat was nu 10 dagen geleden. Wat er daarna gebeurd was, \ bovengenoemde Chinese pater niet. Want hii was, met nog een chinese priestei gevlucht naar een plaats waar nog 12 Chinese priesters,. 6 Chinese zusters ei een stel semenaristen zaten. Ze zaten daar zeer geïsoleerd, maar de stad ha< een vliegveld! en vanuit Peining zijn ze met een vliegtuig opgehaald. Niet t< zeggen dat ze blii waren ! Toen Mgr. Pessers O P het Franciscusfeest sprak over weggaan, wilde pater Bruns daar niets van weten. Hij wilde niet vluchten, maar bij zijn Christen* blitven. Na zes dagen gevangen gezeten te hebben is hii op 20 October 1947 vermoord. Tn een kamer naast de ziine werd vergadering gehouden. P. Bruns • kon alles verstaan, want hij kon Perfect Chinees. Hij hoorde die avond dat hii de volgende dag zou moeten sterven. Toen zijn knecht hem eten bracht, was hij zeer opgeruimd. Hij maakte er nog gekheid mee. "Ik zal nog eens lekker eten, want morgen hoeft het niet meer ". Hii is de volgende dag van het z.g. crerechtsverhoog, achterover gegooid on toen doorstoken. De knecht heefi han mogen begraven. Tk heb Pater Leonidas Bruns uit-Amsterdam heel goed gekend. Hii was. meet ik, tv/ee klassen boven mij. Ik heb hem dus in Sittard 4 jaar meegemaakt. Hi* was een zeer begaafde jongen, snrak Chinees als de beste. Hij stierf temidcü van ziin Christenen, die al eeuwenlang hebben laten zien dat'ze in geloofs~ sterkte en heldenmoed niet onderdoen voor de beste Christenen, waar ter werc ook. Pater Bruns is een echte martelaar, die t.z.t. ziin plaats wel zal krijgt in de Franciscaanse heiligenbooin. Ongemerkt dacht ik die Sinterklaasavond -aan ons bezoek bii de Franciscant in bordeaux (Deel 2,1. Ik dacht aan het vuur waarmede de gardlaan had ge- f? _
snroken over het bezoek aan dat klooster van iongemannen, die allemaal martelaar waren geworden. Ja, de moed en offers van de martelaren moeten latere geslachten wel strekken tot grote steun en zegen l Dat is de Christelijke wraak : de hemel zal de akker vruchtbaarder maken dan ooit. Dit is dan misschien wel mooi...voor later l Maar als je het 20 van dichtM i meemaakt, wordt je wel erg droevig gestemd. Want door wat er allemaal in Kiangchow gebeurde hing ook onze toekomst, aan een zijden draadje. ..Je krijct in elk geval, wel een schok en ie begint je af te vragen of je droom wel ooit werkelijkheid zal worden. Daar waar onze naters 50 jaar gewerkt hebben, is nog maar één Chinese nriester werkzaam. Hij zwerft er als een koopnannet i e al vi 7 f j aar rond. ALS KERSTMIS MADRRT 'let leven on school is erg saai. Alle dagen die poppetjes onder je ogen... ie wordt er gek van- '\re hebben, om dit te voorkomen, dan ook elke Zaterdag vrij. On die Zaterdagen en in de vacant ie duld fk dan ook geen letter onder mijn ogen. In de zomer kun ie noc, eens hier on daar heen. Maar in de winter is er heel weinig te beleven. Gelukkig is er on de katholieke universiteit van de paters S.V.D. nog wel eens iets te doen. Zo ben ik tegen Kerstmis naar een Mozart-concert geweest. Kardinaal Tien was er ook. Met Smithje ben ik ook mee geweest naar een toneelstuk. Het duurde vier uur en een kwartier. Drie uur heb ik het volgehouden, fk begreep er zo goed als niets van. Wel werd ik er nog iets wijzer van. Want de taal die we leren, stant in elk geval niet uit de tijd van Hamurapi. De spelers snraken wat wij on school, leerden : Kwuo Yü, de officiële taal van het land. On school bleek al heel. gauw dat Smithje ons allen in 't Chinees verreweg de baas was. De assistent en oudkapelaan va.n Nieuwe Niedorp bracht er niet veel van terecht. Om te beginnen had ik een horrelpoot. Het tekenen van de oogies, oortjes en mondjes van die chi.nese mannetjes was bij mij echt Vakschool-werk. Wat ik de ene week leerde, was ik de andere week weer kwijt. Tn mijn hoofd lonen de namen van al die poppetjes steecis doorelkaar. En bij het uitspreken ervan tref ik zelden de goede toon. Tk val soms van de ene wanhoonsstemming in de andere, maar ik probeer toch mijn kop koel te houden. Je hebt het gevoel alsof bij elk nieuw karakterteken dat er in moet. er weer tien ouderen plaats moeten maken en de benen nemen. Ze willen op school dat de mannetjes aangroeien tot legertjes, maar het aantal deserteurs groeit met de dag. Tk laat ze maar wat lopen in de hoop dat ze later weer terugkomen. Soms "lijkt het alsof die mannetjes ais spoken door je hersenkamers vliegen. Dan weer ben ik er rustig mee be2.ig als met kruiswoordpuzzle of met het ontcijferen van een algebrasom. LOM P'ING VIERT KERSTMIS IN PETPFNG Hij heette Lou P'ING. Z'n familie was al eeuwenlang Christen. Hij heeft zelfs een broer die uriester is' en Franciscaan. Lou P'ING was boer en van goede h u i z e .
: .
.,.•
..... •
• •„
..'
. •.,...
....
•
.
. •
•
.
:
.....
Mu is hij gevlucht met velen uit het vicariaat van Luanfu. Z'n familie is uiteengerukt. Zijn oudere broer is vermoord. P'ïng werkt nu als knecht in het Franciscaanse studiehuis te Peiping. . .. • . De voorwinter is al begonnen en Lou P(Ing zorgt nu voor de verwarming van het huis. Hrenlang brengt hij door temidden van sintels en kolengruis. Het duurt niet lang meer of het zal Kerstmis zijn. Alle dagen zit hij met zijn gedachte in Luanfu. Wat zal het daar een droevig feest worden : geen bisschop, geen priester, geen H.Mis, geen kribje....alleen maar moord, vernieling en christe haat ! In alle stilte zal hier en daar nog vel worden gebeden door een oude vader of moeder, door een vrouw die met haar kinderen of met die van anderen is achtergebleven. Hii weet dat zelfs dit bidden levensgevaarlijk is. En dat weten ook alle vluchtelingen uit Luanfu. Ze komen nu in Peiping nog dikwijls bij elkaar
- 13 -
rond de paters of om M i de zusters het Rozenhoedie te bidden. Lou P'Ing is alles kwijt. Maar meer dan ooit weet hij wat Christus nu voor hem betekent. Hij wil daar nu getuigenis van geven, Hij wil er anderen mee troosten. En Lou P'ïng, de boer uit Sjansi, begon zijn werk met sintels en kolengruis. On tveg naar school lien ik er alle daeen langs en ik vroeg me af : wat gaat Lou P'Ing hier nu maken ? Hij stapelde de sintels or> elkaar. Het leek wel een huis, in elk geval een onderdak. Hij begon beelden te maken, poppen. Vormen van menselijke wezens en iets dat on een kribbe leek. Toen het zo ver was, begon het wat te sneeuwen. En met die sneeuw, het kolengruis en de sintels , steentjes en oud napier beeldde hij zijn kerstgroep uit. : de GEROCKTE IN HF. STAL. En iedereen die kwam kijken vertelde hij van ziin geloof in Christus. Lou P'Tng had van Jezus' komst op aarde iets begrepen. En met de handen nog zwart van het kolengruis, getuigde hii met bewogen stem van Gods liefde voor de mensen. Hii wilde warmte en liefde on aarde vestigen. Onze schuld dragen. lln zo gaf Jezus zijn leven voor het wel ziin van de .mensen ! De communisten konden hem alles afnemen...maar juist nu was Christus hem meer nabij dan ooit. Dat gelovig weten en ervaren was(ziin steun en kracht. Wat Christus voor hem betekende kon niemand hem ontroven I Zo werd met m j n in het hart EER gebracht AAN GOD IN DEN-HOGE en de christenen van Luanf.u zongen in Peiping van VREDE AAN ALLE MENSEN VAN (DEDEN WIL. Zii zongen in ballingschap de hun vertrouwde kerstliederen. Ik zal die Kerst in Peining in 1047, nooit vergeten. Voor mensen van goeden wil gaat de hemel eenvoudig open en dan wordt al les stil (Anton van Duinkerken") Pater Goedhart die op het eind van het studiejaar ook tijdelijk naar Peiping kwam en ons van zijn kostelijke verhalen or> onze boerenkamer liet genieten, zei om ons te troosten : Chinees is net meetkunde, Misschien wel een goede verstandsoefening, maar verder heb ie er niets aan. Het is alleen goed om aan het klimaat te wennen. Om iets In China te kunnen doen, moet je in elk geval ergens een tijdje zitten. Ik denk dat de man uit de Wormer blij was dat ie de verstandsverbijsteringsnerikelen van onze school niet behoefde mee te maken. De taallessen die hij in de interneringstijd had meegemaakt vond ie al mooi genoeg. Feit is dat ik van mijn kant heel wat verzuchtingen geslaakt heb. Ik heb dikwijls tot mezelf gezegd : Peul, wat ben je toch begonnen ! Echt spijt heb ik er nooit van gehad. Maar ik begon me toch wel eens af te vragen : waar zou het uiteindelijk voor dienen ? He toestand was niet zo rooskleurig. Soms had ik gelukkig het gevoel toch al iets van het Chinees te begrijpen. Hêt was een geweldige ervaring als je tegen een Chinees iets zei, die er dan ook nog iets'van scheen te begriineh. Maar als h.ff dan z'n mond open deed, sloeg de schrik je dikwijls weer op het lijf. Je verstond er dan geen syllabe van. Ik v/as steeds erg jaloers op kleine kinderen. Die kleine hummels praten Chinees in alle toonaarden l Maar....het schrijven en lezen is voor hen toch ook erg moeilijk. Dat is ook voor elke Chinees een heksentoer. WÏ5 zijn klaar met 26 letters. Sommige talen hebben er nog minder. Het Ekagi dat ik later in Nw. Guinea leerde kennen, heeft maar 10 medeklinkers, 5 klinkers en 5 tweeklanken. Het Chinees is heel iets anders. Het is een beeldschrift. Fik begrip wordt door een klein tekeningetje uitgebeeld, een karakter. En dat karakter is opgebouwd uit allerlei streepjes, krulletjes en onderdeeltjes. Dat kan wel oplopen tot 30 stuks. Er zijn alles bij elkaar misschien wel 50.000 karakters. Die kan natuurlijk niemand onthouden. Voor het lezen van de krant kom ie met zo'n 4.000 wel klaar. Ik moest na 4 maanden taalschool 275 karakters kunnen schrijven. Maar toen ik repeteerde wist ik er slechts één O P de tien. Tk moest toen een 700 - 14 -
woorden binnen spreken. Maar dat was met een paar honderd ook wel bekeken. Toch hield ik taai vol. Maar ik voelde me dikwi.ils alsof ik met een zeef water aan het sjouwen was. Op het eind van de week was ik leep. Zaterdags moest ik er uit. om verstandsverbijstering te voorkomen. Uit onze missie's Luanfu en Kianpchow hebben we na het Sinterklaasfeest geen nieuws meer vernomen. Maar over het geheel genomen is de toestand er niet heter op geworden. In liet Moorden (Mukden) misschien zelfs wat slechter. Ik meen dat het even vóör Kerstmis was, dat de bevelhebber van heel Noord China (generaal Fu-tso-J) heel de geestelijkheid van Peiping biieen riep, om met hen te praten. Ik was er ook bij. Het maakte op mij wel indruk dat een heiden dit contact zocht. Kardinaal Tien was er ook bij en nog 4 bisschoppen. Generaal Fu stelde veel .vertrouwen in het werk van de Kerk in China. Hij verwachtte van haar ook alle medewerking als -na de herovering en zuivering nieuwe bestuurders moesten worden aangesteld. "Jullie kennen de mensen daar beter dan wij", zei hij. Overigens wist hij niet veel meer te zeggen dan dat het niet hopeloos was. Fin de reorganisatie die hii moest, doorvoeren vorderde nu eenmaal tijd, dus geduld. Als iedereen meewerkt komt het zeker weer goed. Dat was zo ongeveer alles wat generaal Fu ons te vertellen had. In de recreatie op de. kamer van Luanfu had men een bijna blind vertrouwen in deze generaal Fu-tso-J. De tijd ging gelukkig door en ongemerkt was het.Kerstmis. Om 12 uur hadden we gezamenlijk een mooie gezongen H.Mis in de kapel. Daarna las ik met mijn compagnon or> mijn cel de drie H.M.Missen die met Kerstmis waren voorgeschreven. We dienden elkaar, zoals we dat dagelijks deden. We vonden het toen al een groot privilege dat je in de missie gewoon op je kamer de Mis mocht lezen. Nu mag je in Holland bij huisdiensten of met een zieke op de kamer de Mis lezen. WAAR GAAT 'T HEEN ? Op 1 Jan. 1948 hadden \ie een grootse plechtigheid in de cathedraal, er was een biduur voor de vrede. Ik had nog nooit zoveel heren geestelijiken bij elkaar gezien. Peiping leek Rome wel. Er waren zeker 600-700 Chinezen en buitenlanders, maar het kunnen er ook wel 1000 geweest zijn. Rn dan nog de vele zusters van allerlei pluimage. Behalve kardinaal Tien waren er nog 7 bisschoppen die uit hun diocees verdreven waren. Rn dat allemaal midden in een heidense stad. Heidens ? Peiping kent ook vele gelovige boedisten van welke richting ze dan ook ziin. Er waren natuurlijk ook ontzettend veel katholieke vluchtelingen van elders Wat had er niet kunnen gebeuren als al deze priesters en zusters normaal hadden kunnen werken. Ze waren er nu, in afwachting van betere tijden. Maar...rooskleurig was de toestand niet. Dat wist men ook in Holland wel en uit vele brieven bleek dat men daar met nog groter belangstelling dan ooit, uitzag naar wat er in het grote Chinese Rijk stond te gebeuren. Hun belangstelling liep parallel met de miine, wat betrof de gebeurtenissen in Europa. Daar gebeurden weer dezelfde dingen als in '37,'38 en '40. Wat was er in China aan de hand ? 6 Jan. 1948 schreef ik daarover naar mijn familie, als antwoord op hun vragen, het volgende: "Eerlijk gezegd wordt het er hier niet beter op...maar het moet gezegd, dat er door Tsjang Kai Sjek wel het een en ander gedaan is, om de gunst en het vertrouwen van .Amerika weer enigszins waardig te zijn. Voor Chinees doen, ziin er werkelijk radicale hervormingen aangebracht. Zo berust de militaire leiding in Noord China nu eindeliik in één hand, nl. generaal Fu. Maar generaal Fu heeft met de grootste moeilijkheden te kampen. Voorheen d»ed ieder provinciebaasie zijn best om niet met de communisten in aanraking te komen. Wat er in het gebied van zijn buurman gebeurde was iets, waar hij niet voor had te zorgen. En heel wat van die heren dachten alleen aan hun eigen portemonnaie. Want dit is bij de militaire en - 15 -
burgelijke bazen als een overgeërfde ziekte. Verschillende van die heren zijn nu afgezet. Maar juist die heren moet men met veel eerbied behandelen. Een jonge generaal aanstellen boven een oudere is in China een heiligschenni: Want als de heren htm gezicht, verloren hebben, zijn ze tot alles in staat. De coördinatie van de militaire krachten onder jonge leiding staat wel op papier, maar dat is zo direct nog geen werkelijkheid. Wordt bij de bestuursonderdeten het landsbelang maar al te dikwijls vergeten, bij de legeronderdelen is dat ook maar al te veel het geval. Het lukt me wel dat er aan de organisatie en uitrusting wat meer aandacht besteed wordt, maar het gaat. allemaal, niet zo vlug." Het. volk als zodanig mist ook nog steeds de bezieling om eens echt alles in het werk te stellen, de communisten er uit te boksen» Met is voor hen die goed willen, wél modderen. In onze missie is bijv. laatst Yuntchen veroverd door de nationalen. Een grote overwinning ! Maar als diezelfde nationale troepen geen maand getreuzeld hadden (ze lagen er maar een dag of wat vanaf) dan had de stad nooit een communist gezien. Toen heel de stad was leeggeroofc en dus geen betekenis meer had voor de na lou's (roden) zijn ze weggegaan. Daarop begonnen de nationalen te schieten...en veroverden de stad, die nu ook voor hen geen betekenis meer heeft, ^et zulte onderdelen moet generaal Ft werken. In Noord-China (Mukden) is de eigenlijke legermacht van de nationalen nog steeds intact»..maar de eigenlijke slag wordt vermeden. , De tactiek om alleen maar grote steden te verdedigen moet veranderd. Er moetc verzetsbewegingen komen, men moet het lef hebben om eens aanvallend O P te treden. Maar wanneer zal dat beginnen ? De nationalen hebben nu nog mensen in overvloed. En volgens generaal Fu zijn hun wanens heus niet minder dan die van de pa lou's, maar....! Als MUkden valt, zegt men, ligt heel China open voor de communisten. De val van Mukden kan evenwel nog een hele tijd duren. De oorlog gaat. hier anders dan in Europa. Met is trouwens ook heel best mogelijk dat Mukden bijv. over een half jaar, maar dan is het lang niet zeker dat ook Peiping een paar maanc later ook valt...en dat wij dan allemaal de Kees zijn ! Nee het is hier geen bliksemoorlog. Zwaar geschut hebben ze practisch niet en vliegtuigen ook niet. Ja, de nationalen hebben er nog wel wat, maar de communisten schijnen ze zo goed als niet te hebben. Momenteel hebben we hier in Peining de indruk dat. de regeringstroepen inderdaad alles doen om Mukden te behouden en daarmee practisch heel Noord-China. We zullen dan öok maar honen dat het lukt en dat we niet hoeven te verhuizen vóór onze"kostelijke"studie er on zit. Direct gevaar is er in elk geval nog niet. Geloof daarom maar niet wat eventueel in Holland de kranten zeggen : Mgr. F'essers leeft ook nog... .alle berichten ten spijt. Alles overziende mag wel worden geconstateerd dat. het voor de regering en het volk gaat om het zijn of niet-zün. En Amerika ? Ziet het bij deze worstc ling belangeloos toe ? Ik geloof het toch van niet. Waarom stuurt het dan gec militaire hulp ? Welke consequenties zou dat met zich mee brengen ? Er zijn er verschillenden die op het standpunt staan dat die consequenties toch niet te voorkomen zijn. Zij zien de gevolgen in Europa (communistische penetratie) en de resultaten van de besprekingen misschien wel zoals ze gezie moeten worden : daarom moet alles gedaan om China te behouden en dat kan alleen als behalve economische en financiële hulp, ook militaire hulp komt. Aldus spreken mannen als Mc.Govern, Rullit, Wedemeyer en Mac Arthur. En de vliegergeneraal Chennault zal in Amerika wel hetzelfde gaan zeggen. Wil Marshall er dan volstrekt niets van weten ? Hij zegt : geen militaire hulp J....maar toen het vuur hem na aan zijn schenen werd gelegd, moesTÜij toch toegeven dat er wat oude schepen aan China waren verkocht...en wat oude geweren enz.. Ze waren het overbrengen na. de oorlog niet meer waard. Ook met een duizend vliegtuigen was het zo gegaan. Natuurlijk alleen voor het economisch herstel ! De vliegergeneraal Chennault (maar dat zei Marshall niet) leidt nog steeds Chinese piloten op*. Net als tegen de Jannen, Ook is het wel zeker dat nu.verschillende legeronderdelen niet alleen op z'n amerikaans zijn uitgerust, maar ook opgeleid. 1-n af en toe zie ie hier of daar weer eens - 16 -
een amerikaanse generaal om de hoek kijken. Nee, onverschillig is men in Amerika niet...Maar is het te verwonderen dat men van de eigen regering en legerleiding eerst eens daden wil zien ? Waar zal men het meemaken dat een buitenlandse gezant in een brief aan het volk, de zwakke plekken van zijn regering aanwijst ? De ponulaire Amerikaanse gezant Stuart (getogen in China) deed het toch maar, zii het dan op vaderlijke wijze. Verschillende politici en generaals hebben hetzelfde gedaan en hun mening onomwonden aan Tsjang Kal Sjek bekend gemaakt : eerst hervorming in regering en legerleiding l De verkeerde elementen moeten e"r onherroepelijk uit. De regering moet zonder uitzondering eerst het voorbeeld geven. Dan zal het volk zijn taak ook begrijpen. Toch is Tsjang Kai Siek nog de enige in wie men nog vertrouwen heeft. Zal Tsjang er in slagen de oude militaire aristocratie aan kant te zetten ? Zal hii de invloed van enkele grootkapitalisten (.Soong,Kuung) kunnen breken en de leiding van alle corruptie zuiveren ? Men meent dat het in de goede richting gaat. De verzekering van (om te beginnen) economische en financiële steim is er het gevolg van. Rn de ''adviseurs'V 3T?~men op" "de koop to¥'1krTjgt, worden dankbaar aanvaard door alle vooraanstaanden die van goede wil zijn. Het begin van de hervorming is er. De rest zal, naar wii hopen, ook wel komen. De tijd zal leren of het mogelijk is om zonder openlijke conflicten uit te lokken, in China een leger on de been te krijgen, dat" in staat zal zijn minstens in eigen land het communistisch gevaar'te keren. Marshall hoopt het te bereiken op deze manier. P,n hij hoopt, dat als het ooit tot een openlijke breuk of een nieuwe wereldoorlog komt, dat dan het Chinese leger veel kan doen wat anders de Amerikanen zouden moeten doen. Ren soort gokje dus. fin als dit niet lukt ? Dan zullen Wedemeyer c.s. wel hun zin krijgen, vóór China zich heeft doodgevochten. Om dit laatste te voorkomen en om zich dan bijtijds van militaire hulp te verzekeren is er - zoals een hoge Piet hier opmerkte - nog één oplossing : Tsjang zal dun Amerika de oorlog moeten verklaren. Dan moeten ze wel komen om het land te bezetten. En dat zal dan tevens ook de zuivering van de communisten tot gevolg hebben. Maar deze grap zal wel overbodig ziin. Alles bijeen : China lijkt nog credietwaardig zo te zien, en Amerika verkiest de staande regering boven elk nieuw experiment. De eigenlijke winter was van korte duur en is best. meegevallen. Een paar keer hadden we wel een flinke koude wind en heel Peiping was die dagen dan ook één grote stofwolk. Stel je het grote Peiping dan niet vroor als een mooie stad wet asfaltwegen, grasperken en plantsoenen. Br zijn enkele wegen met kinderhoofdjes. Verder zijn het bijna uitsluitend modderwegen met veel zandstof en gruis, zonder grasbermen. Er is *s winters geen grassprietje te zien. Alles is dan stof en kolengruis of iets van dien aard en daar tussendoor waait dan die koude Noord-Oostenwind. Alles waalt door ramen en kleren heen. Maar dit iaar was het half Januari al buitengewoon zacht weer. Maar het is in deze tijd wel gauw donker. En als je dan, na de lessen, op je cel komt - min of meer "black out"- dan begint liet geklungel met het licht. Alle avonden een lichtje nog kleiner dan een kaars. De Chinese petroletmlamnjes zijn vreselijk. Het ene lampje na het andere be~ zwiikt. De katoentjes zakken steeds weg en als ze niet zakken ziet zo'n lampie er na een klein tiidje uit als een schoorsteen zo zwart. Dan zou ik het dine liefst zo het raam uit kwakken. Dikwijls is 'het dan verstandiger maar kalm het. bed in te kruipen. De lente begon al O P 5 februari. Maar al was het dan al zacht weer, de bomen buiten begonnen toch nop niet uit te botten. Tijdens de winter had ik natuurlijk hard gestudeerd. Van Kerstmis af. On 9 Februari had ik weer examen in de Chinese letteren. Met Stnithje ging ik op de vrije Zaterdag dikwijls aan.de wandel. Mij kon bijna alles lezen wat op de winkels of de reclameborden stond. Voor mij was het om te duizelen. Op het examen was het ook zo. Maar na het examen was het feest. Want de volgende dag was het in China Nieuwjaarsdag. - 17 -
CHINEES NIEUWJAAR ( 10 FEBRUARI ) Met Chinees Nieuwjaar is het alsmaar donderen en lichten, De donderbussen doen hun werk dag en nacht.. De vuurpijlen alleen in het donker. Alle Chinezen van twee tot tachtig jaar doen er aan mee. Hoe meer gedonder hoe groter feest. Deze srjort wordt overal gepleegd, op straat, maar ook tussen de huizen. Tegenwoordig kent men deze snort ook in Holland, maar ik heb het •t eerst in Peining meegemaakt. Tk ben me die eerste keer het apenzuur geschrokken. Je was on straat je leven niet zeker. De stukken donderbus vlogei tussen ie voeten en om je oren. Van een rustig opzitten of slapen van Oud ii Nieuw was geen sprake. Het was herrie en het bleef lawaai, heel de nacht doe Want het was feest ! V66r het feest begint hebben de Chinese vrouwen de schoonmaak achter de rug Want met Nieuwjaar moet alles fieter zijn. Maar, zei een van de meesters, ze kunnen het gerust laten. Want na twee dagen is alles weer vuil. On het Nieuwjaarsfeest viert elke Chinees zijn verjaardag, werkt niemand en men gaat dan ook niet on reis. He winkels zijn dicht en nergens is er eten of drinken te koop. Eigenlijk mag je ook niet doodgaan. Je wordt, in elk geval die dag niet begraven. Tn elk huis heeft er 's morgens een intieme plechtigheid plaats. Al buitenstaander zul ie dat niet gemakkelijk te zien krijgen. De kinderen gev die morden hun ouders (broers en zussen doen het aan elkaar) de z.g. "ko t' Een eerbiedsbetuiging die bestaat uit drie heel diepe buigingen (dikwijls doen ze dat geknield) met de neus tot aan de grond en met gevouwen handen. Daarna begint het. feest.LeVker eten en geschenken geven. Als dat thuis gebe is gaat men de familie af en men doet dan hetzelfde bij de getrouwde broers Daarna gaat men naar een of andere tempel. Want het is een van de attractie in Peining dat er die dag enige temnels open zijn, die verder heel het jaar gesloten zijn. Velen trekken clan naar de grote Tüng Yueh Miao (tempel van d Oostertop)." Ze doen dat uit nieuwsgierigheid of^ö¥*a5ÏÏ*Tïürr3evotie te volde Want ook de godheden moet de "ko t'ou" gegeven'•worden. Velen doen het eerst thuis voor een of andere voorstelling van een of andere geest- dikwijls gemaakt van louter namer - of voor het htiisgodénaltaar. Ze geven de geest de veel lekker eten. Dat eten moet dan drie dagen blijven staan. De christenen ( in de mond van de naters zijn dat alle katholiekgedoopten ) toeven op die dag de "ko t'ou" eerst aan het kruisbeeld, dan aan hun ouders, enz.. Wat er thuis gebeurt kan een buitenstaander als regel niet zien. Wel wat er in de tempel gebeurt, want die staat heel de dag voor iedereen open. Oe Tung Yueh Miao ligt even buiten de stad. Ste'1 je nu zo'n tempel niet voor 'aTs'^e^nTRêrTT Zo'n grote ternnel is een groot, comniex met enkele gebouwen, aan de zijkanten aaneengebouwd een reeks van devotiekapelletjes zal ik maar zeggen.- Langs het geheel temt een veranda. Achter de grote ing; van bovengenoemde tempel heb je drie grote vierkanten. Binnen die grote ruimten en overal buiten is het dan met Nieuwjaar kermis. Haar lijkt het tenminste wel on. Huizende mensen stromen er met Nieuwjaar naar zb'n tempe Fn nog eens duizenden lopen er overal rond. Onvoorstelbaar zoveel mensen j' dan ziet. Alles wat lonen kan gaat er heen. Een stuk of acht s^oden bleken erg in tel te zijn. Bij hen werd geofferd en gestookt (offerstokjes) dat het een lust was. Rij hen brachten al die mens ook de "ko t'ou". Ik zag er zelfs enkelen huilen, maar dat kan ook van de rook zijn geweest. Toch zag ik hier iets wat ik eigenlijk niet verwacht ha ontzettend veel gelovig ongeloof 1 Het heidendom in zijn schrilste armoede En dat gedoe gebeurde niet alleen door wat ouderwetse mensen. Nee, men zag ook heel veel modern geklede mensen lui in de rij staan om op hun beurt op de grond te knielen en de goden te vereren. Schoon.was het niet in deze tempel. Rr waren beelden waar wel een centimet stof on lag. Ik vond het jnaar een vuile boel. In een hoek van de hoofdtemt. zag ik zelfs onder het stof en-de rommel nog een hele hoop kolen liggen vc de winter. De Lab tao, de monniken zagen er gewoonweg vies uit. Er werd ge praat en gelachen, gekheid gemaakt en van alles gedaan. Maar die goeden houden daar blijkbaar van. Leuk was het te zien hoe buitenlanders overal *
1Q i o ~
met hun neus bijzaten. Dat mocht allemaal. We hebben nog geprobeerd foto's te maken, maar in de tempel was het zonder flitsen practisch onmogelijk. Het was er te donker en buiten v/aren zoveel mensen dat je nergens bij kon komen. Geloven die mensen nu dat die beelden God zijn ? Ik denk van bijna niemand. Maar ze geloven wel in het bestaan van die god of geest. Rn dat beeld is er een voorstelling, van. De god of geest is er die dag ook wel met een bijzondere macht aanwezig. In eik geval : ie kamt nooit weten I Het is onmogelijk alles in êên bezoek in je op te nemen. Stel je voor : het eerste vierkant omvat al 72 z.g. Szu, van die kleine kapelletjes, Maar ik heb wel gezien dat de tweeling-goden van de Rijkdom ( met ieder 18 ondergeschikte godheden ) het erg druk hadden. De pijnigingen voor de zondaars waren ook niet mis, Hoe denken ze het allemaal uit ! Je wordt doormidden gezaagd, in een molen rondgedraaid, van met. messen bezaaide rotsen naar beneden gegooid, opengesneden, uitelkaar gerekt of opgehangen. Je kunt het. zo gek niet uitdenken of het is wel ergens uitgebeeld, Het kunstpebrilte van de beelden was beneden nul. Flat virl wel erg tegen. Jammer nenoeg kon ik de oude Moeder Wang i'Wnng Mn-M,->) vanwege 'dn drukte niet zien. Oat zou me wel een naar uur "pelcöst hebben. Wang-Ma-Ma in het blauw gekleed, een bloem van appelgranaat in haar haren en met een lepel in de hand, is de eerste toevlucht voor de zielen der afgestorvenen. Als ze bij haar komen aangevl ogen^eeft ze hen met de lepel een schep heerlijk sap uit de kuip met suikerwater, die aan haar voeten staat. De zielen vergeten dan hun aards bestaan. Maar de kuip was, zo ik hoorde zeggen, leeg. Mogelijk omdat het water erq schaars was, of misschien was de suiker O P de bon. De god van het huwelijk heb ik ook niet kunnen vinden. Dit godsbeeld is omhangen met rode draden. Het is trouwens on deze dagen alles rood, want rood is geluk. Als iemand nu geen vrouw kan krijgen, dan heeft hij altijd wel een vriend die een draad van dat beeld komt halen. Hij spant die draad dan stiekem ergens in zijn huis. Breekt, hij die dan. zonder er erg in te hebben, dan zal M i gauw getrouwd zijn. De gelukkige moet dan weer een andere draad aan het beeld hangen. F,r is in deze tempel geen ziekte vergeten en geen hellestraf niet uitgebeeld Bar druk was het ook bij Wen Ch'ang met het fameuze witte i paardvan _Jadet waarop hij zijn reizen doet. Haar stond ook een bronzen imiilëzeYHie"'/overal werd aangestreken. De ogen en de jukbeenderen waren zowat afgesleten. De voet van Petrus in Rome is, hierbij vergeleken, nog kinderwerk. Het aanstrij van de muil beschermt tegen allerlei ziekten. De verering was enorm ! Er waren hier in deze tempel denk ik, weinig monniken. Maar goed ook, want deze Lao tao waren, zoals ik al zei, stinkend vies. Aan de overkant van de weg stond nog een andere tempel, niet zo groot, de temnel van de 18 hellen. Daar woonde maar één monnik. We brachten een bezoek aan de slapende Boeddha en de tempel der witte wolken. We hebben ook nog een heel groot klooster bezocht. Daar woonden wel een 100 Lao tao-mohniken. Een van de onderwijzers vertelde in de klas, dat de heren in dat klooster, even vóór wii in Peiping aankwamen, de "abt",zal ik maar zeggen, hadden vermoord met de procurator erbii. \in hij die nu het hoofd van de Pai-Yu-K'uan•(kloost is, geniet alles behalve een goede reputatie. Het moet een rare scharrelaar ziin. Hij heeft ziin vrouw naar huis gestuurd en is met behulp van waf monniken van minder goed allooi en met steun van de Yamen (hoge omes' in de ste nu geestelijk vader geworden. Deze heren staan bij de mensen niet zo erg hoc aangeschreven, maar met de Nieuwjaarsdag kwamen'er toch duizende mensen kijken en hun stokjes stoken. Het liikt ook dat ieder jaar zijn eigen beschermgod heeft. Er zijn dan ook gedenktemneltjes voor elke leeftijd in genoemd groot klooster. Vroeger genoc dit klooster grote reputatie bij het keizerlijke hof. Ook hier leek heel de feestviering op een kermis en alles bijeen was het ongetwijfeld voor de monniken een goede business. In één van die tempels was de volgende dag de uitdrijving vaïi de boze geestc
- 19 -
Ook een interessante bezigheid! We ziin er niet heen geweest. Je kunt ook niet. alles zien. Want Peiüing is wel enkele honderden temoels rijk! EN DE TIJD TIKTE RUSTIG VOORT In de eerste week van Maart kregen we weer een soort overgang van het weer. Het kan ook dan weer echt verraderlijk zijn. Het lijkt soms erg mooi, maar na een paar mooie dagen heb je het ineens te pakken. In Li Kwang Ch'iao hadden we de eerste dagen van Haart geregeld zo'n twintig zieken in huis. Het leek wel een soort grien. Artheem en Stan gingen er helemaal onderdoor. Ze moesten afgevoerd worden naar tiet ziekenhuis» Want hun koorts j.iep op tot bijna 41 gr.. Zo ging de eerste winter voorbij. We hadden eigenlijk een pracht winter. Er viel heel weinig sneeuw, Alles bijeen amper een decuneter. Maar dat viel gelukkig allemaal nét voor Kerstmis. Sinds half Maart is het bijna alle dagen helder weer. Betrokken is de lucht slechts hij uitzondering. Steeds is het droog. Niets van de vochtige lucht in ons kikkerlandje. Het land zal het nu verder moeten doen met het beetje sneeuw dat er dit jaar gevallen is. De winter is nu wel helemaal voorbij. Naast ons huis zijn wat Chinezen bezig de stukken ijs uit het water te halen. Ze stopnen het in de grond. Hoe dat precies gaat kan ik niet bekijken.Maar je ziet het hier weer : een Chinees bewaart alles. Waarvoor ? Ze zullen er later wel geen ijsjes vari maken. Misschien gebruiken ze het voor zoiets dat on een frigidaire lijkt. In China gebeuren meer vreemde dingen. Zo drinken we 's zomers dikwijls warm water en in. de winter krijgen we ijsjes d.w.z. vruchten die ze laten bevriezen en dan zo koud mogelijk on tafel brengen. Ze zien er uit als een tomaat en van binnen lijken ze wel on ahrikozen. Ze smaken heerlijk 1 We vieren intussen Zondag Laetare, de dag waarop wij, Hollandse Franciscanen priester werden gewijd. Voor mij is dat al we?r acht jaar geleden. Ondanks mijn ijver op school is het vooruitzicht om hier in China een plaatsje te bezetten in onze eiren missie, nog alles behalve rooskleurig. Mgr. Pessers zit nog vast. Wel zijn er met behulp van de nationalen twee paters ( waaronder de broer van P. Start Mulder } en vier zusters naar Peiping gekomen. Die zijn in elk geval weer veilig thuis. Zo voel je dat tenminste aan. Maar ook dat kan nog weer veranderen. P. Mulder gaat nu naar Holland om wat bij te komen. Want na de internering is hij meteen naar Kiangchow gegaan. On wee: naar Holland kwam hier in deze tijd ook nog Br. Stanislaus Oostenmever.aan. Een heel aardige man. Maar hoe kan dat ook anders, want ook hii is geboren in Wervershoof. Hij ging naar Voorhout en zou ze, evenals, pater Mulder, de groeten gaan brengen. In Peiping zitten ook Tranpisten. Ook zij zijn gevlucht, uit hun. missiegebied. Zij zijn hier nu een grote boerderij begonnen. Ze hebben dik 60 koeien. Mooi Hollands vee, maar ik had met die beesten te doen, want ze stonden dag en nacht'op een stukje grond zo groot als een voetbalveld. Hier koe zijn is dus ook niet alles. Ook deze Trapisten hopen op betere tiiden. Maar...zullen ze nog ooit naar hun abdij terugkeren ? Pasen vierden we dit jaar op 28 Maart. Ofschoon het in China geen gewoonte is, hebben we toch Paaseieren gehad. Het waren gelukkig niet van die eieren die de Chirfzen in de grond stoppen om ze er na jaren weer uit te voorschijn te halen. Ze moeten dan reuze lekker zijn, maar wij kregen gelukkig gewone verse eieren. In de wintertijd hadden we on de Zater- en Zondagen al heel wat van de stad gezien. Vooral in de oude Keizerlijke stad raak je nooit uitgekeken. De ver boden stad is één groot museum. Fantastisch \ Deze stad is werkelijk uniek in de wereld. Als je 's avonds naar de sterren kijkt kun je ook unieke ding zien.'On een avond na mijn verjaardag zag ik de avondster staan naast de sikkel Yan de maan. Bijna het teken van de Mohamedanen. En in Nw. Guinea zo ik later de maansikkel op z'n gat zien zitten. Met de komst van het mooie we'er kon ook de fiets weer worden gebruikt. Eind November 1947 waren onze fietsen vanuit Sjanghai eindelijk aangekomen. Ze waren in Dec. '46 al in Rotterdam op de boot gegaan.'Maar de douane had - 20 -
in Sjanghai met aïIe andere smulen een half jaar vastgehouden. We zijn er in de zomer heel. wat keren mee naar het iachtnark of het zomernaleis gektrd, daar konden we dan voor een prikje een bootje huren en zwemmen in het heer* H i k qrote meer. We konden dan heel gemakkelijk de vrije dagen en uren die we in de wintertijd thuis doorbrachten, met het lezen van een oude "Linie" of het volgen van het voetbal in Holland in een oude "Tijd", heel gemakkelijk vergeten. Aan het snelen van een spelletje natience hadden we dan ook geen behoefte meer. Tussen de bedrijven door ging de burgeroorlog rustig verder. Zonder ingrijpen van het buitenland zullen we de ondergang van de communisten wel niet meemake Alsof er geen vuiltje aan de lucht was, kwam dezer dagen in Nanking het nieuw gekozen parlement biieen. Hen nieuwe president met ruim 2.000 afgevaardigden Yü-Ping, de aartsbisschop van Nanking sneelt er ook in mee. Allenaal poppenkast, zonde van de centen. Hat was onze indruk toen. Wij kregen die'dag 's mi dags éën uur vrij .' Alsof alles wat er gebeurde, en niét gebeurde geen rol speelde in ons dagelij leven, nam het aantal "karakters" dat ik onder mijn ogen kreeg, steeds toe. Het groeide aan tot een .legertje...maar dan wel een Chinees legertje. Want er raakten steeds meer mannetjes zoek. Hiar ik vond dat niet 20 erg. Het spookte al genoeg in mijn hoofd. Sinds kort gaan we nu ook geregeld naar de "lering". Want er is ook al een be gin pemaakt met het lezen van de cathechismus....en ook dat is lang geen lolletjeJ Gelukkig ontbreekt de note comique ook niet. Ik heb tegenwoordig een onderwijzer die z'n roggels met een plechtig gebaar in een hoek van het kastie flapt. Maar er zijn ook anderen. Een zakdoek is voor de meeste Chinezen een dwaasheid. Maar sommige meesters weten zich al aardig aan te Dassen. Laai hadden we er een, die onder de les nlechtig een boek naast zich had liggen. Na enipe tijd ging het open en werd er een blad uitgesoheurd. Het blad werd daarna onder z'n neus gedeponeerd en toen met inhoud plechtig op een hoekje van de tafel gelegd. Na de les verdween het "ongemerkt" in zijn zak. Waarschijnlijk moest het papiertje daarna nog voor andere doeleinden gebruikt worden. Houdt ie maar goed llll Tk was al acht maanden in Peiping toen ik een kaart van de missie in Sjans in handen kreeg. Er st nden natuurlijk vele plaatsen op met grote en kleine letters. Met de hulp v. een oudere nater had ik daarop een 20 missiestaties ontcijferd en in enkelen daarvan, zaten ook nu nog paters. Ma afloop had ik de kaart weer met een paar ninijzertjes aan de muur geprikt. Na een paar dagen ging ik er weer voor staaa. De kleuren en lijnen volgend vond ik van de 20 gewesten, er een stuk of 10 terug. Maar ik kon geen letter meer terugvinden. Kiiken en nog eens kijken,...tot die oudere pater weer kw|an. Verhip De kaart hing al twee dagen on z'n kop. Haar heb je dan/triekwart jaar Chinese letteren voor gestudeerd l Maar binnenkort zal dat wel makkelijker word Want in een Engelse krant las ik niet lang daarna, dat men op een universiteit in Amerika ook V O O T het Chinees een nieuw alfabet, had uitgevonden. Wil China in de wereldgemeenschap zijn Plaats innemen dan zal zo'n alfabet absoluut noodzakelijk zijn. Ik dacht dat ik te laat in China was gekomen, maar ik begin nu te vrezen, dat ik nog te vroeg gekomen ben. Zou al mijn moeite om complexen als de fabrieken van Zwanenburg of Philips (de karakters) te tekenen, nu voor niets geweest zijn ? De tijd zal 't leren, maar ik vrees dat de Chinezen de vondst van die universiteit wel niet zo erg zullen waarderen. ..Ze zullen die poging wel rustig naast zich neerleggen. Ik blijf dus maar bidden om verlichting van het verstand, mijn verstand en dat van de Chinezen. Bij mij moeten er nu al zo'n 1700 van die karakters onder miin vet zitten. Om voor een ontwikkeld Chinees door te kunnen gaan, moet men heel wat jaren Chinese letteren studeren. Omdat van de priestercandidaten zoveel andere dingen gevraagd werden, waren ze in het oog der Chinezen intellectueel echt de mindere. En als Chinees verlies je dan wel je gezicht. Kardinaal Tien stuurde daarom vele jonge priesters een paar jaar naar de un versiteit om zich nog wat in de Chinese letteren te bekwamen". Maar dit had ook weer een kwalijk gevolg. Want'velen wilden liever voor intellectueel do - 22 -
L A N D VAN MIJN DROMEN
- 23 -
gaan en de: liefde voor de gewone zielzorg moest, -daar weer onder lijden. Bij velen verdween de apostolische geest. Precies wat die Pater in Hongkong al van hen gezegd had. '%ar 'dit qing natuurlijk niet voor allen on. tn Peiping heb ik ook heel wat iiverige Chinese priesters gezien. Om het de buitenlanders wat gemakkelijker te maken,was er in onze tijd al een manier bedacht om de uitspraak van de karakters weer te geven in de verschillende westerse talen. Zo had ie dictionaires net Engelse, I:ranse en. Duitse romanisatie. Dit is de uitsnraak in latiinse letters uitgedrukt. Men noemt dat geloof ik Pin Yin. Er blijft dan. altijd nog een moeilijkheid. Want ie kan elke klinker minstens oo vier toonhoogtes uitspreken. Daardoor krijgt dat word-dan telkens een andere betekemFTTmTHat weer 1.41 te drukken, schreef men bo^eri aan het woord een kleine 1,2,3 of 4--•bijv. "niiv" (jij), "ta " (hii) of "wo"" fik), liet Chinees is dus wat men noemt-een toontaal. Maar. genoeg hierover. DF, CHINESE MUUR Begin Mei hadden we schoolfeest. Wc gingen niet naar de bergen om pootje te baden. Nee, deze keer gingen we met alle meesters naar Mongolië d.w.z. naar het Chinese wereldwonder» de grote Chinese muur aan de spoorweg Peiping-Kalgan Al wat achter die muur ligt is Mongolië, in de wijze zin, of te wel het gebied der barbaren. Het is met de trein een 40-60 km. ver. Niemand weet; precies hoe ver het is. He reis kostte ons 11,000 dollar per persoon. De Amerikaanse dollar lien-toen zwart al aardig naar de twee miljoen. Ik denk dat alleen papierschaarste het oplopen nog wat kan afremmen. Volgens de koers van die dag kostte de reis 20 ongeveer 13 cent oer nersoon. Maar dan zit'je daar ook zowat S\ uur voor in de trein! De eerste keer dat we stopten zag ik iemand uitstappen. Hij behoorde tot de lfêiders van de trein. Hij zocht een mooi plekje om te doen, wat zelfs deze belangrijke mensen nederig moet houden. Ja, ze zijn er heus toe in staat om de trein daarvoor' te laten stonnen. Helemaal zo gek nog niet. Als vroeger een pater van Nieuwe Niedorn net de koffiemolen' naar Wognum, of Hoorn moest, dan bleef de tram ook stonnen als-Ie bij de overweg z ü n hand ophield. Toen de man hier ziin zaakje had afgewerkt bleef de trein nog een half uur staan. We moesten wachten op een legertrein. Ma de eerste kwam een tweede en ni«t lang daarna een derde. Om half twaalf waren we daar waar we moesten zi-jn: een stationnetje temidden van de grootste eenzaamheid. f)n het stationnetje sto een meneer van steen, de maker van dat spoorlijntje. Een spoorlijn met tunnels Ik heb daar voor die meneer miin pet afgenomen, want aan hem hadden we tenslot dit uitstarne te danken. Vanuit het stationnetje liepen we een kwartier lang langs' de spoorbaan. Want er was geen weg. Daarna moesten we nog wat klauteren over stenen en heuvelrugjes, en 20 kwamen we uiteindelijk boven op de Chinese Muur» ueze is als een gigantische borstwering over de bergen heen gebouwd.. Echte Chinese bergen, kale berden van steen of bruingeel van klei, stof en zand. Met bijna geen bomen er on» zonder groen en zonder gras. Uit betrouwbare bron werd medegedeeld dat we een naar duizend meter boven de zeesniegel waren. Twee locomotieven hadden dan ook ons treintje bergopwaarts moeten 'trekken. Het laatste stukje tot on de muur moesten we.zelf afleggen. Met de neus op de schoenen en de tanp, uit de mond, klauterden we een dikke 100 m. de vestingmuur on naar de hoogste ton, waar één van de 25.000 vestingtorens cebouwd was. Ik dacht aan het Kopie van Bloemendaal waar ik na mijn overrompelend examen bij de paters M.S.C, in Driehuis - zonder succes zoals later bleek - een lekker glas limonade gekregen had. Maar hier was het boven O P die top een droge boel, frisdranken waren er niet. Haar dat is begrijpelijk want een Chinees is bang voor kou in de buik. Maar daar was ook geen warm water'of wanne thee. Hr was ook niets te eten. Haar gelukkig hadden de paters aan alles gedacht. We hielden daar boven op die ton een heerlijke picnic. Prinses Beatrix en Prins Claus, Joop den ilyl en Minister van der Klauw hebben het ruim 22 laar later,-daar zeker met minder-moeten doen. Het was een ideaal van een marie-.zoals die ons in de fraters jaren altijd werd voorgehouden : ie boterham en zoome zo ver mogelijk wegbrengen, op een - 24 -
mooi -plekje alles naar binnen werken en dan zo gauw mogelijk naar huis terug. Zo gebeurde..het dan ook hier, want we moesten om drie uur weer bij de treinhalte zijn. De muur 'is bijna zo oud als de duiven, want toen de Romeinen +^ 300 vóór Chr. met de aanleg'van de Via Appiia begonnen» was Keizer TTwaHg-ti al begonnen met deze gnfote muur. Rond 1400 na Chr. had. die muur al een lengte van zowat 2.500 km., men zegt dat hii nu 5.000 ton. lang is. Stel je een weg voor van grote effengemaakte keistenen met daarlangs muren van manshoogte tot meer dan vil f meter. Tussen die muren liet de hobbelige keiweg, waar je met wagens overheen kunt rijden. Rn bovenop die muur om de 150-200 meter een hoge vestin toren met uitzicht, over de bergen. Die muur loont als een rupsbaan 'over de bergen heen. On de röntgenbeelden van de astronauten lag volgens Leo Thuring de cjrote muur als een winkel haak on de schedel van Moeder Aarde. ^e muur is natuurlijk in verval geraakt. Haar dit deel is voor de touristen gerestaureerd. De prote muur is een machtig getuigenis van angst voor de barbaren en van weergaloze macht over de onderdanen, die met hun ezels, bij het boutven van de muur, bij duizenden het leven lieten. Als een Maginotlinie lag hii daar» maar de muur heeft weinig strategisch «ut gehad. Het wereldwonder, dat :op bevel van China's Keizer,met bloed, zweet en tranen was gebouwd, werd door de Mongoolse nomadenhorden overspoeld. Hn in Peiping lieten de nieuwe heersers zich zalven tot Keizer van het Eeuwige Rijk. De vernedering is voor de Chinezen wel coranleet geworden. Na de barbaarse nomaden kwamen de Westerse mogendheden en Japan, Pas met de komst van Mao werd aan de vreemde overheersi en inmenging definitief een einde gemaakt. Toen we na ons bezoek aan de vestingstoren op de Muur weer beneden waren, kwa een Chinees opa'tie ons met zijn ezeltje tegemoet, f lij dacht : misschien kan ik met ezeltje rijden wel wat verdienen. F,r was geen animo om na het moeizaa klimmen en dalen, ie achterste nog zeer te rijden oo een Mikans houten ezelt Hij zei iets tegen zijn kleindochtertje, liet zijn ezeltje staan en hij ging or> weg naar de plaats waar wij gepicnict hadden. De koning te rijk kwam hij met een zak lege bierflesjes en busjes (nog van de amerikanen) terug. Misdadige handen hadden, toen hii naar de muur was, het ezeltje misbruikt, en menig daoper ruiterkiekie v/as gemaakt. Heel onschuldig gaf men de eigenaar zijn ezeltje terug, Inmiddels werd het onze tijd, als we tenminste vandaag nog thuis wilden komen. En daar was alle reden toe. Want ëên van de meesters deed zijn eerste.ritje met de trein. Het moet gezegd : hii hield zich goed. Van angst was bijna niets te bespeuren. Maar na zo'n eerste ritje kun ie toch niet zo maar een nacht wegblijven. De meester heeft er recht op, om déze avond nop zijn vrouw en z'n Moeder te vertellen van zijn bevindingen in een wagen zonder peerden. We voelden ons dus verplicht om zeker op tijd thuis te zijn. T le reis terug ging bergafwaarts en duurde ruim drie uren. Onderweg hoor ik plots een Westerse muziekvereniging snelen, een fanfare 1 Ik kon het net bekijken. Zes man sterk ï Rr wordt een bruidje, een deftig bruidje overgebracht naar het huis van haar aanstaande. Ze heeft hem misschien nog nooit gezien. Het is vandaag druk met dit werk. Wie zou het ook vandaag niet doen, als de waarzeggers zeggen dat het nu een. gelukkige dag is. De waarzeggers weten dat precies en hebben, naar men zegt, in het bepalen van de dag een flinke cornsgeest : want als het niet eens goed mocht' gaan...die en die is toen op die dag ook getrouwd...en is het hen niet goed gegaan ? We passeren een rivier die we vanmorgen ook gezien hebben. Maar nu is het aan de overkant behoorlijk druk : de vrouwen zijn er aan de was. Ze kunnen daar hele dagen zo zitten. Ze hebben hiervoor niets meer nodig dan een blokje hout, water en een riviersteen om op te rossen. Als ze gelukkig zijn hebben ze nog een stukje zeep. Dikwijls heeft men een kleine mee en met de beentjes in het water zit moeder heel rustig dat ding te voeden. Die kleintjes sjouwen ze overal mee. De Christenen nemen ze ook mee in de kerk. Interessant volk. Eigenaardig land. Land van verfijnde omgangsvormen en onbegrijpelijke gezichtendienarij. Ja, het dienen van'het "gezicht" en de angst on net te verliezen, snee.lt een grote rol in de -samenleving. Wij. zijn de 'Tu-pi-tzu-ti jen" : de langneuzen...en die zijn rijk ! Je krijgt .. 7 K „
de Indruk dat hier voor geld alles buigt en knipt. Ze beniiden ons vreemdelingen, niet om dè lange neus die we wél hebben, maar om bet geld dat we iilët hebben* Maar dat kunnen ze aan ons gezicht ook niet zien. RHZOEK VAM IV PROVINCIAAL Voor de studenten van Li.Kwang CViao ging het leven rustig zi.in gang. We boorden natuurlijk de minder mooie berichten ook wel, of we lazen erover in de Peipingse kranten. We wisten wel dat de toestand er niet be er op werd, maar voor de rest hadden we het allemaal erg druk met de studie, .n de Hollandse kranten schreef men al dat de communisten in de straten van Peiping aan het vechten waren. Maar wij gingen rustig dagelijks naar de les. Het Chinees zou zo maar niet door het Russich vervangen worden. In .China zaten voor de oorlog zeer veel Franciseanen van allerlei nationaliteiten» Toen, na de internering, de Hollandse medebroeders niet terug konden naar hun missiegebied in het Noorden (Luanfu), gingen de jongeren hun medebroeders in het Zuiden helpen. Daar was ook volon werk. Voor de oudere paters viel dat niet mee, daar behalve het klimaat, ook de taal nog al wat verschilde. De Paters Scheutisten biiv. hadden geen missies in het Zuiden, Hun missie.' s in het Noorden waren allemaal bezet door de communisten (Mongolië). Zij namen toen het besluit om een dertig maters naar Japan en Amerika te sturen. Ze kwamen gewoon met hun, personeel in de knoop. De oudere naters.van Luanfu zaten al-een jaar of zes te wachten in Peitïing. Maar van een terugkeer naar de missie kon nog .geen sprake zijn. In Kiangchow werd het er. ook niet béter or>. P. Bruns was vermoord. Van Mgr. Pessers en P, Sunerior % v s wisten we, dat ze nu in de stad vrij konden rondlopen» Ze woonden in een' huisie vlak bij de residentie, kregen meel van de Christenen en zagen er ^^!at beter uit. Ook de zusters konden de zieken weer wat bezoeken.- Ze liepen wat rond als gevangen. Er was geprobeerd hen tot vluchten te bewegen, dat was wel mogelijk, maar mgr. wilde dat niet. Wellicht omdat er nog een Chinese pater gevangen zat en hij WAS bang dat er dan wraakgenomen zou worden op de Christenen. **O.L, Heer heeft me tot nu toe goed geholpen, daarom wil < ik blijven" moet Mgr. gezegd hebben. Hij is er in elk geval van overtuigd dat zijn aanwezigheid nog een grote steun is voor zijn Christenen, Waar de paters gevlucht zijn is dat omdat juist hun aanwezigheid on barbaarse wijze .gewroken werd op de Christenen. In Kiangchow is dat nog niet het. geval. De vooruitzichten om ooit in onze eigen prefectuur te mogen werken waren niet groot. We studeerden intussen maar rustig verder. Was vanuit Peiping de toestand op afstand dikwijls moeilijk te beoordelen, in Holland was dat nog moeilijker. Misschien dat daarom P, Provinciaal zelf eens poolshoogte kwam nemen. Als magister van de fraters had Apollinaris mij indertijd naar Brazilië willen sturen. Maar dat rit ging toen niet door. Ik Voelde daar niets voor. Maar als Provinciaal uiteindelijk had me toch daarheen gestuurd, waarheen ik graag wilde gaan. Voor ons studenten was hij dus lang geen onbekende. Hij had z*n reis f i in uitgestinpeld, maar hij kwam er toch gauw achter dat de zaken in China wel. eens anders lonen, dan men in het Westen denkt. Het begon al. in Sjanghai met z'n ticket. Hij had uitgerekend dat het hem, omgezet in Chinese dollars» 35 Amerikaanse dollar zou kosten. "Nee-V zei de man nan het loket, "dat is te weinig. Met moet dan 81 zijn". "Inderdaad" snrak de man waarnaar hij venvezen werd. "Weet je wat" zei die man, "betaal met Chinees geld". Arspolinaris wisselde ziin geld, betaalde toen met Chinees geld en de reis naar Peiling kostte hem toen maar 25 Amer.dollar. Je kan toch on een ticket beter 23«000.000 zetten, dan 81. Hen groot getal maakt indruk l Tn Peiping aangekomen werd de toestand besproken. Er werden knopen doorgehakt. De viif oudere naters zouden terug :g.aan naar Holland. Terug naar Luanfu zat. er niet. meer "in.- De toestand werd. steeds, slechter. Voor hen een" hard gelag ! Je mout maar vanaf ie nriesterwiiding, in China gezeten hebben. Pater. Mareianus "ïerks maar liefst zo'n 50 jaar !: "Als het toch moet", zei Mars, "dan liever - 26 -
vandaag dan morgen ". In Peiping was'de ziel zorg,tot dan toe, beperkt gebleven'tot de vier parochiekerken van de stad, toevertrouwd .aan de lazaristen. Maar Kardinaal Tien wilde de vele nriesters die in de stad zaten te wachten, eenvoudig maar inschakelen, l-lii kwam met een nieuwe parochie-indeling. De verschillende orden en congregaties kregen ieder een gebied toegewezen. Dat zou de zielzorg ook wat overzichtelijker maken. Een van de nieuwe parochie's werd aan de Hollandse provincie toevertrouwd. I.uanfu zou voorlopig de mensen leveren. Pater Hogeriboom, die al in Sjanghal was aangekomen, zou de nieuwe pastoor worden. liet huis was al gekocht door de wnd. overste Pater van Westen]aken. Het zou dus niet meer zo lang duren, of wij, de studenten, zouden in Li Kwanq Ch'iao alleen achterblijven roet als enige troost : de school«...en misschien af en toe een kopje koffie bij de paters op de .pastorie. We hopen in elk geval dat \sre hun koffiemolen mogen blijven gebruiken. Ons eerste studieiaar H e n al aardig naar het einde, Hlke schooldag werd geteld. We zouden zo mogelijk onze studie afmaken» maar....als het mijs zou gaan ? Fr zou dan zeker alle tijd ziin om met Amerikaanse vliegtuigen nog weg te kunnen. Waarheen ? Pakistan werd genoemd, India, Sukabumi, Batavia en Romeo, waar de Canuciinen veel onder de Chinezen werkten. Het is toen allemaal wel besnroken. Vol hoop op een goede toekomst brachten we Pater Provinciaal naar het vliegveld. Op het vliegveld kwam er een bekende op mij af. Een Chinese katholieke -jongeman} die ik on de boot naar Tlentsin ontmoet had. "Ik ken je bijna niet meer", zei hij, "zonder baard (mei vu hu'-zsu)" en hij trok aan ziin kin. 'Ma", zei ik, "mei vu k'u -zsu" (zonder baard geeft een heel ander gezicht). n e man hield zich goed. Want wat ik zei betekende : zonder broek. Inderdaad een heel ander gezicht. Behalve het woord, had ik ook de toon glad verkeerd. Maar...door fouten moet men leren. Als ik weer thuis ben vraagt er een Chinese broeder of ik hem van zijn haren af wilde helpen. Dat moet dan maar even. Kaal ? Ja, graag. Zo kaal als een luis gaat de man blij naar ziin kamer en ik denk, die komt voorlopig niet meer. Half Juni kwam P. Potveer vanuit Nanking,OP doorreis naar Sinan, hier aan. In Sinan werken nog enige van onze paters in de buurt van de eigen missie. Sinan is bijna het enige kantoor waar de berichten uit onze tnissie aanlanden. Met Potveer kwam ook de nieuwe pastoor van Pelning hier aan. P. Hogenbooai zou later, terug in Holland, missieprocurator worden en Provinciaal. In 1966 zou hij me in St. Annanarochie tot vicaris benoemen. Na het vertrek van de oudjes naar Holland, is de komst van P. Högenboom voor de Hollandse kolonie in Peiping een gelukkige aanwinst. Wij studenten van Li Kwang Ch'iao hadden eigenlijk geen overste. Want die zat met Mgr, nog steeds in Kianchow vast. We leunden altijd zo'n beetje tegen Luanfu op. Maar na het bezoek van P,Provinciaal werd Potveer tijdelijk tot overste benoemd. Hij was royaal en wist wat. arme jongens toekwam. VACAWIE Half Juli zat het eerste schooljaar er op. Het is droog warm zomerweer. Het bevalt me wel. Ik houd het hoofd maar koel. fir worden nu geen nieuwe poppetjes ingestopt. We hebben alle tijd om de fiets te pakken en nemen nog al eens een duik in het water M i het zomernaleis. Na de zomer kwamen de bondsdagen weer. Veel repen en zwoel. Peiteliik de eerste hondsdagen in Peiping. Abdias had het er erg slecht mee. Hij kwam als laatste in het ziekenhuis terecht en heeft er een heel tiidie in gelenen. Het de acclamatisering ging het al een heel tijdje niet goed met hem. Hij is brandmager, kan niet eten. Zijn maagklieren werken slecht. Steeés diarrhee. Gelukkig geen koorts. Op Huub na, zijn we nu allen in het ziekenhuis terecht gekomen. Artheem en Stan zelfs twee keer. Het klimaat vreet blijkbaar toch wel aan je. Met de buik hebben we allemaal wel eens last. Of het er mee te maken heeft, weet ik niet, maar sinds de delegaat hier geweest is, kriicen'we nu iedere dag 's morgens boter bij het brood. Wij krijgen ook wat meer fruit, abrikozen en vroege of l^ate perziken. Als groente eten wc erg veel sla, zelfs heel de winter door. Kardinaal Tien heeft nu ook de paters van Kianchow de zorg voor een parochie - 27 -
in de maag gesplitst., Potveer wordt pastoor. Hij-is alle dagen aan het zoeken naar een geschikt huis. Voor ons jongelui, biedt dat eigenlijk wel mooie'perspectieven. Want als we over een jaar klaar zijn met de studie, zal de missie nog wel niet vrij zijn. Peiping is in elk geval, zoals het er;nu nog \roorstaat, voorlopig nog veilig. We hoeven niet naar het Zuiden en kunnen ons in Peiping inwerken. Dan krijgen we een goede ondergrond en wordt onze kennis geen mengelmoes van dialecten. Ik wordt dus nog wel eens kapelaan- in de grootstad. En daar is werk zat in Peiping. Landeliïlc wordt de toestand er economisch, financieel en militair niet beter on. T)e Chinese dollar stond deze week on bijna 10.000.000 tegen 1 Amerikaanse dollar. Het wordt xverken met pakken en zakken vol geld. Waar gaat 't heen ? Taienfun, de hoofdstad van Sjansi lc;:\'; nu ook gevaar. Het gebied rond de stad is nu met heel de provincie in handen van de pa-loes (roden. In de stad ligt het seminarie, waar ook nog drie Hollandse tsaters zitten, nl. P. Kemp, Goedhart en van Mechelen, d?e ik later in Harlingen bij de zusters \«3er zou terugvinden. Men had al plannen gehad dit seminarie naar Hanchow over te plaatsen, maar dat is nu te laat. Mgr. Kramer heeft het vuur uit zijn sloffen gelopen om er nog O P tijd een vliegtuig heen te kunnen krijgen. Het lukte, maar het kwam terug vol priesters uit een ander vicariaat. Het waren voor het grootste deel ook wel Franciscanen, maar daarvoor had Mgr. het vliegtuig niet gestuurd. Te dag daarop ging het er weer heen en kwam toen vol semenaristen terug. Oe Hollandse ••saters waren er weer niet bij. Het was vol I Maar een derde poging gelukte. Be vastorie van Luanfu in de stad, zit nu meteen vol. Er zitten na 3 Hollandse paters, met twee Chinese kapelaans. De recreatiezaal in Li Kwang Ch'iao staat nu ook vol bedden en ons huis is weer een bisschop rijker. O, dat Peiping bergt wat tussen ;:Iin muren l 23 Augusutus is het nieuwe schooljaar weer bego-inen. Met v v Ie borst leg ik me weer toe op het ontleden en bestuderen van mijn bevriende mannetjes. We gaan weer vel goede meed verder. Na een jaar studie kant het nu en dan al eens voor dat ik iets begrijp. Begin September was er een droeve dag voor de school. We moesten een Italiaanse medebroeder-student begraven. Binnen twee dagen was hij dooi aan zoiets als slaapziekte. Hij ligt begraven buiten de stad op Shala, waar ook de grote missionarissen als Ricci en Verbiest begraven zijn. De tombe van Verbiest heb ik nog gezien, maar het graf is indertijd door barbaren vernield. O P 6 Sept. vierden we Kordnginnefees op de ambassade. Ik meen dat de ambassadeur Vlxeboxe heette. Er v/aren 50 aanwezigen. Biïna uitsluitend geestelijken, waaronder een 20 zusters. Twee filmpjes over ÏValcheren en één van de koninklijke familie in Canada. Esn sober kaal avondje. Een etentje kon er niet af. Wsï was er na afloop een grote taart. Moeder Overste moest die aan-, snijden. Tin ieder kreeg daarbij... een glas limonade. De mannen werden nog getroost met een Hollandse sigaar. Na ac'oop hebben we gelukkig thuis in een hoekje van de kast nog iets gevonden. MIDWINTERFEEST Op de 15e van de 8ste maanc in het 37ste jaar van de Republiek vierden we in Peiping voor de tweede keer het MIDWI^ÏTERFEEST. In Holland was het de 15e van de 9e maand, oftewel 15 September 1948. U merkt het wel, in China heeft men een andere i"prtelling. Op Midwinterfee:,:C. (bet is hier dan nog lang geen winter) is de ntaan rond en helder als nooit in het Jaar....en het ''Vvouwtje" in de maan lacht dan zo liefelijk, dat iedereen er stil'vs.n word;.. Keel vanzelfsprekend heb ik me natuurlijk afgevraagd hoe het toch "komt car. Chinezen geen "mannetje" in de maan zien. zoals wij. Dit is een hele geschiedenis. Toer; we een jaar in China waren, heeft onze meester "Sjang.Kai Sj^'k'' het ons verteld. Het houdt verband met de- geboortedag van de maan-, . ; . "Hsi Chi'h" v/as locnr>a.n-veldhear. Van zijn vorst had hii O P zekere dag een heel kostbare pil ten geschenke gekregen. Een medicijn, voor een lang leven. Hij verborg die in zijn"huis. Maar zijn vrouw, üi'eng Erh vond die medicijn
-
Z,ü
-
en at ze op. Toen de man thuiskwam vond hij zijn V T Ö U W geheel vergeestelijkt en voor de ogen van haar man vlooq, sii als eerste naar wat wij nu de maan noemen. '\ls ik het goed heqrenen heb fundeert ze daar nu als ooievaar. Ze is de draagster van het leven. Zii brengt het menseliik leven on aarde, terwiil het manneliik princien dat zetelt in de zon ~ bij ons is de zon vrouwelijk - het leven voortbrengt." Het vrouwtje in de maan spreekt, dus de rhinezen meer aan dan een mannetje. "TV zie, ik zie» wat jij niet ". Hat fieldt wel bijzonder voor Chinezen. Zij zien de dingen anders dan wij, Want volgens een ander Midwinterfeestverhaal woont er een "haasje" or> de maan. Ook dat wordt door de vrouwen bijzonder vereerd. OT P zekere dag was Sakvamuni, de gcincameerde Boeddha» zeer bedroefd. erwiil hij zich aan zijn smart overgaf, kwam. er een haasje naar hem toe, om hem in zijn eenzaamheid te troosten. "Hier in deze-mooie tuin zullen wij, de dieren, U gezelschap houden ", zei het haasje. Rn door zijn grote macht or» de andere «lieren, slaagde het haas ie erin Boeddha van zijn smart af te helpen. Zij wilden toen samen een dankoffer ondragen» maar er was niets'om te offeren. Toen offerde het hnasje zichzelf vrijwillig op. Het kreeg daarom als loon een nooit eindigend leven en de maan ais verblijfplaats. Daar on de maan bereidt het haasje de medicijn van het nooit eindigend leven. Kn op het midwinterfeest, als heel de familie feest viert, moeten de vrouwen de maan» waarin het haasje woont, de "ko t'ou"(diepe hoofdbuiging) geven en hun handen er naar uitstrekken, als teken van vertrouwen» hoop en dankbaarheid. Op het. Midwinterfeest eten de Chinezen ook allen van de z.g. maankoekjes (Yinq ping). Die koekjes hebben een historische achtergrond en zijn een herinnering aan een soort Chinese Rartholomeusnacht. Tijdens de Mongoolse overheersing wilde men in opstand komen tegen de barbaarse onderdrukkers, maar hoe noest men dat over het gehele land organiseren zonder dat het. gemerkt werd ? Er werden toen overal koekjes gebakken en in die koekjes zaten papiertjes waarop stond : "de 15e dag van de 8e maand." Op die dag werden alle barbaarse onderdrukkers naar de andere wereld geholpen! Met waarlijk grootse trots wist de meester ons deze verhalen te vertellen, ...en wij hingen aan ziin lippen ! Vol ijver legden we ons voor de rest. van de maand weer toe on het ontcijferen van. de gebruikelijke kruisvroordouzzles. We hadden weer retraite, ter voorbereiding van het Francicusfeest op 4 October. Twee weken daarna moest ik bij de meester onder het mes. Hij was denk ik vooral over de anderen zeer tevreden en hij zei. : beste jongens, het is nu net alsof het al Kerstmis is. Zover zijn jullie nu al. Als jullie zo doorgaan is het met Kerstmis al Pasen. Dan hebben iullie een trimester gewonnen. Maar onze missie gaan, zal dan nog wel geen kijk O P zijn. Maar we hopen wel na Pasen een plaats ie te krijgen, on onze nieuwe pastorie, of als alles in China mocht mislopen, dan maar ergens in Sukabumi of zo iets. Maar moge God dit. aan ons voorbij doen gaan. ! Al enige tijd lees ik nu 's morgens de l!,Mis bij de zusters. Dat was toen nog in het Latiin. ^aar met behulp van Smithje kon ik de gebeden na de Mis en ook de Litanie in het Lof, al in het Chinees bidden. Ik schreef dan wel onder elk karakter de uitspraak. Voor het oog, of liever gezegd, voor het gehoor, was dat al heel wat. Na de Hls krees ik dan altijd een lekker bordje pap en dat deed me deugd, 's Middags om 4 uur had ik dan altijd bij de boterham nog het klont ie boter, dat 's morgens voor me was blijven Hggen. Na de bondsdagen hadden we een heerlijke herfst, die niets weg had van een herfst in Holland.. Alle dagen mooi. droog en zonnig weer. Alleen is het 's nachts en 's morgens wat koud. De verwarming'brandt nog niet. Ik had in de krant een Daar weken "geleden al eens gelezen dat er in China 55 milioen réfugées rondzwierven en daaronder waren natuurlijk ook zeer veel Christenen.Op onze school merk ie daar zo niets van. .fa, er wo'ont wat meer volk in huis. Br zijn, een paar knechten uit bezette gebieden. Bij de zusters en rond het ziekenhuis zie ie wat meer vrouwvolk van buiten. Maar toen tk half .October een bezoek bracht aan de wereldberoemde hemeltempel, zag ik er wat meer van. Hier in deze hemel tempel bracht de Keizêf~vröëger"7 uit naam - 29 -
van zijn volk, eenmaal per jaar het grote offer. Je ziet hier dingen die uniek in de wereld zijn. Maar in de tempel gebouwen en in de tenten erom heen zaten zeker een 3000 studenten, waaronder die van Taienfu. Het was een van de studentenkamnen. Fr zitten» naar men zegt, wel 13 tot 20.000 vreemde studenten in de stad, allemaal, gevlucht. Ken bord tegen een boom getimmerd...dat was de schooi. In de temnels en in de tenten liggen ze als palingen zo dicht op elkaar. Als ze komende winter geen andere plaats vinden» moeten ze eenvoudig doodvriezen. Ze moeten zelf hout sprokkelen om hun eten te koken. Het was een droef gezicht. Behalve deze studenten zi'in er nog duizenden andere vluchtelingen. Je mag er niet aan denken wat de komende winter voor deze mensen gaat betekenen. Sociale zorg en christelijke naastenliefde kent China niet. Na dit bezoek zijn we eens door de parochie van Kiangchow gefietst. Een pracht stuk Chinese stad en een reuze gezellige drukte. Natuurlijk wilden we ook onze nieuwe pastorie zien. ttindelijk hadden we het gevonden, nr. 33...Wat een rot huis l En dan zo duur ! "Ik ga naar Sukabumi", waren mltn eerste woorden. In een Chineees huis mag ie niet zomaar naar binnen. Maar de voorkant maakte een slechte indruk. Thuisgekomen moest ik direct eens naar pastoor Potveer. Ik moest reuze voorzichtig zijn,.want de man had zijn stinkende best gedaan iets te kopen. Ik kon hem dus niet direct de grond inboren. Na wat voorzichtig vragen kon ik hem mededelen dat ik mijn voornemen om naar Sukabumi te gaan, nog maar wat voor me zou houden. De man had het verkeerde huisnummer opgegeven, per ongeluk natuurlijk 1 Potveer gaat er al vóór Kerstmis wonen. Wij hopen er met Pasen bij te gaan zitten, als tenminste de toestand vóór die tijd niet helemaal hopeloos wordt. Want Peiping wordt nu nog wel niet direct bedreigd, maar over de hele linie winnen de communisten nog steeds veld. Het fietsen in Peiping was altiid een aardige afleiding. Het verkeer op de wegen was wel'niet 20 groot. F.r reden betrekkelijk weinig fietsen, maar riks^ja's des te meer. Je moet wel erg uitkijken, want verkeersregels zijn er niet. 2e rijden ie van alle kanten omver. Er zijn ook geen asfaltwegen. Nee, het. gaat meestal over kinderhoofdjes en toen ik eens met. de Delegaat Schnusenherg, blij on huis af reed, zei lui : "Pelinus, jetzt kommen die Kamele." Het leken wel koeiekopnen ï De stad doet somber aan. Peiping lijkt in de verste verte niet op Sjanghai, met zijn grote handelshuizen, banken en prachtige reclarneverlichtingen. De Huropese bezoeker vindt er geen herkenningspunten. Je mist er ook de fleurige kleding, vooral van vrouwen» zoals je dat dikwijls in het Oosten, ziet. Geen sjieke dametjes zoals bijv. in Rombay. De kleding van mannen en vrouwen is even grauw als de huizen. De vrouwen liepen er veelal met dezelfde zwarte of blauwe broeken als de mannen. Haar de modernisering begon toch wat zijn intrede te doen. Rn als je bij gelegenheid van een of ander feest de meisjes van de S.V.D.-universiteit, in sportkleding zag, dan was dat hypermodern. Deze meisjes liepen ook zomers meestal wel in een keurig wit blousje met zwart rokje. Vele studenten liepen in de zomer ook wel met een wit overhemd. Maar in de winter lier» alles in de gewatteerde kleren. Dan was er geen verschil te zien. De gezichten lijken in het begin allemaal op elkaar, maar na verloop van tijd zie je behoorlijke verschillen. Als ik 's morgens vroeg naar de zusters ging om Mis te lezen, was er in de straten nog bijna geen kop te zien. Een van de allereersten die zijn rondje maakte \tfas wel de "drollenpikker". Gewapend piet iets dat. O P een sehen leek en een prikker, zocht hij met zijn ogen de straatstenen af en elke ongerechtigheid van mens of dier werd vakkundig in het mandje of emmertie dat hij op zijn rug had, gekieperd. Die mest was geld waard en 's morgens vroeg was er op straat altijd wel wat te vinden. De handen die ie zag, waren altiid even mager en ze hadden in het morgenuur ook dikwijls hun aandeel in het schoonmaken van de straat. Ze-deden dikwijls nog meer. Kleine kinderen hadden vakkundig gemaakte broekjes aan, die bij het zitten automatisch openstaan. Het gebeurde wel dat zo'n kleine dan iets liet vallen, maar een hond was dan gauw ter plaatse. Het offertje liad dan geen tijd om koud te worden...en het gat ie werd fiin schoongelikt. Ja, papier- 30 -
verkwisting kent men in China niet. Het kan ook anders. De kinderen zijn ook hier erg leuk. Ze snelen weinig. Ze hebben dan ook weinig om mee te snelen. Ze snelen en si ouwen met hun jongere zusjes of broertjes. Dag in dag uit, tot laat in de avond, ziek of niet ziek. Ze lonen er mee rond. Het klimaat is ook voor hen verraderlijk, er sterven er dan ook met bosjes. Er zal wel eens honger zijn, maar ik denk niet dat ze daaraan sterven. Dat zullen er weinig zijn. De ouders komen dikwijls met stervende kinderen bij* de zusters aansjouwen. Ze zijn wel dol op liun kinderen. Er lijken van de kleintjes zo'n 801 te sterven...en toch krioelt het er van. Men zegt dat er zo'n 700 miljoen Chinezen zijn I Je ziet ook veel jongetjes met alleen midden op hun kon een plukje haar', een strengelt je. Dat is om kwade trees ten te beduvelen. Die denken dan dat het meisies zijn, en die doen ze geen kwaad. Erg interessant is het de Chinees on de markt te zien. Het gaat er heel anders toe dan bijv. in India of Pakistan» De Chinees zit lijdzaam bij z'n snullen, die dikwijls on amner een vierkante meter liggen uitgestald, on de Éfronö. V6ór een nienklein tafeltje zie ie een vader staan, met op zijn rug een kind hangend, vanonderen gesteund door de hand van de vader. Een mannetje zit tussen de stang op een laag fietsje met vöör hem, on een stukje handdoek, de kostbare spullen. On tafeltjes of on de grond zie je brandende vuurtjes met daaron onduidelijke lekkernijen. Je ziet allerlei wagentjes en karretjes en achter een verhoginkje een oudere vrouw met een nijp in haar mond. Ze wacht geduldig op een klant, die zin heeft in een in de schil, genofte zoete aardannel. Anderen lonen met vrachtjes die voor en achter over de schouder hangen aan een zwiepende stok. Je kunt een brief laten schrijven in sierlijke chinese letters en op de dievenmarkt is van alles te koon...maar voor een Europeaan is er niets, op welke markt dan ook, wat er aantrekkelijk uitziet... Ik denk dat elke Chinees liefde heeft voor siervissen, vogeltjes en koken. Je ziet vele oudere heren met een vogelkooitje in de hand over straat lopen. Met de hygiëne neemt men het niet zo nauw. En niet. te zeggen dat rond al die stalletjes met knoflook etende mensen, dikwijls een benauwende sfeer hangt. Op weg naar huis kom je voornii een stortplaats van allerlei vuilnis. Twee vrouwen zitten daar heerlijk in te graaien. Ze hebben in eik geval een bundeltje nanier naast zich liggen, om daarmee thuis het vuur te stoken. Er is ongetwijfeld veel armoede in China» Soms kom je ook een begrafenisstoet tegen. Voorop lonen dan de muzikanten. Er is ook dikwijls een ceremoniemeester bij, Tk heb ze wel eens een kist met zeker 40 man zien dragen. Die kist was uit één stuk hout gemaakt, zeker een decimeter dik. Loodzwaar. Gehakt uit een knoert van een boomstam.Dat was wel van een rijk man. Daarachter werden de grote dingen gedragen, die de man op z'n mis naar de eeuwigheid zouden vergezellen. Ook allerlei kleinere dingen worden verbrand en hem zo meegegeven. Chinezen willen ie altijd graag iets teruggeven als ie iets voor hen doet. Ze zijn erg dankbaar. Met een jongen, die wat meer van onze godsdienst wilde weten, had ik wat keren iets uit de catechismus gelezen. Maar op het Midwinterfeest kwam hij me daarvoor wel wat lekkere koek brengen. Hen nrivê-leraar, die blij was on Li Kwang Ch'iao te mogen werken, nodigde me eens bij hem thuis on de koffie. Dat doet men niet gauw. Hii mocht een deel van het huis gebruiken om mii te ontvangen. Alles was keurig schoon gemaakt,, De familie had het niet breed, want voor mi in bezoek was één loodje koffie gekocht, waarmee net twee konies gezet konden worden. Mijn gastheer gebruikte niets. Ik ben ook eens uitgenodigd te komen kiiken bij een onderwijzer die ging trouwen. Maar het jonge naar deed het zo'n beetje op zijn Westers. Westerse manieren en kleding. Maar toch wel leuk om mee te maken. Het zien van al deze dingen was een aangename afwisseling in ons schoolse leefklimaat. Je was ook blij met de brieven die je geregeld van thuis en uit M.Niedorn ontving. Ze deden er 10-15 dagen over. Je voelde ie heel wat. als da S.,V,T),-studenten je.jfwaijien yragen om in hun huis een Vruiswe? on te richten. Want dat was een privilege van f>e arme.Franciscanen!' Gods kerk wist wel wat een arm mens toekwam. De S.V.D. stüdejnten hebben daar niet lanc de kruisweg kunnen bidden, want heel N'oord-China begon te kraken en Peining kraakte mee. - 31 -
DE STAD IN
OP EXCURSIE
TOFDSTUK 2 HET DOEK VALT On 1 November schreef ik het naar huis : voor alle studenten is plots een eind gekomen aan hun Chinese studieperiode. Ik ben student af en wat 't. worden zal, weet ik nog niet. Ik vraag me af : krijg ik nog ooit de kans iets te worden ? Waar ik terecht kom weet ik nog niet. Maar...mijn REISVERHAAL wordt voortgezet. Ik hoon nog on een happy end. Het Ring al lange tiid bergafwaarts in China. De regeringskiiek, met Slang Kai Sjek aan het hoofd, heeft het zover laten komen dat het land nu voor de roden te grijnen ligt. De steden.in het Noorden zijn stuk voor stuk gevallen, ook Mukden het laatste bolwerk. De regering in Nanking liet Fu-tso-T, de enige generaal die nog te vertrouwen was, maar aanmodderen. De inflatie was niet meer bij te houden. Je liep tenslotte met nakken en zakken vol papiergeld, Ik denk dat ze tenslotte, door papierschaarste,gedwongen werden tot geldzuivering. He gouddollar werd in Augustus ingevoerd. Het buitenlands geld moest worden ingeleverd, maar de zware straffen konden de zwarte markt toch niet wegnemen. Po geldzuiverin*» werd een fiasco. Het land is bankroet, de republiek staat on springen. Je hoort in Peiping stemmen die hopen dat Amerika zal ingrijpen, door Sjang Kai Sjek aan de kant te zetten en Fu-tso-I, de coiimandant van Noord-China, de laatste kans te geven, door hem direct alle militaire steun te geven die hij nodig heeft, zonder dat anderen er tussenkomen, om , na het verkopen van het materiaal, de centen in eigen zak te steken. Wat zou Amerika doen ? Amerika dat in Oost Eurona nu al zoveel priis heeft moeten geven door de sovietisering van de satellietstaten. Denk maar aan de D.O.R., Polen, Roemenië, Tsjechoslowakije en de blokkade.van Berlijn. We zitten in Peining midden in een zee van geruchten nu de maand November gaat beginnen. We zitten in de grootste spanning nu vandaag 1 Nov. de presidentsverkiezingen in .Amerika bekend zullen worden. Blijft Truman ? De spanning in Oost Azië doet niet onder voor die in Oost EuropaI In Europa eaan uit angst voor ergere dingen, velen (ook uit Nederland) emigreren naar elders. .In'China maken alle buitenlanders zich klaar om hetzelfde te doen. Km vele Chinezen mét hen. Noord China is naar de haaien. Zuid China ligt voor het griipen. Ren grote chaos - beter nog: een nog grotere chaos - staat voor de deur» Het wil er M i ons nog niet in, dat Amerika geen andere uitweg ziet dan China maar in ziln S O P te laten gaarkoken. De ontstemming over de regering neemt overal in het land'met de dag toe. Er hangt een revolutie boven het land en daar zullen de roden wel gebruik van weten te maken.Als China nog te redden is zal Generaal Fu in elk geval een grote rol. moeten spelen. Vanuit het Noorden zal de redding moeten komen. Haar Pëining hangt aan een zijden draadje. De mooie stad zal wel niet verdedigd worden. De toestand is zorgelijk. Op Allerzielen namen de Amerikanen alle maatregelen voor de evacuatie» Alle consuls en zaakgelastigden stelden hun onderdanen van het plan op de hoogte. De buitenlanders zouden op 15 en 30 Nov. in Tientsin worden ingescheept. De goederen zouden naar Hongkong gaan, de personen naar Sjanghai, om van daaruit verder te worden getransporteerd. Ook in Li Kwang Ch'iao wordt besloten, alle studenten te evacueren. De. Chinese studie zit er opl Abdias, Artheëm en Stan wilden van de nood een deugd maken. Ze voelden, er veel voor om naar Japan te gaan. Ze zouden dan van de gemaakte studie misschien nog profiit kunnen hebben. Over uitwijken naar Japan was, bij het bezoek van Pater Provinciaal, niet gesproken. Ik vond dat het voor de provincie nogal consequenties zou hebben, als we alle vijf naar Japan zouden gaan. Dat kwam neer op het stichten van een nieuwe missie. Later bleek dat ook P.Schnusenberg er OT3 dat moment weinig voor voelde. Met Smithje besloot ik om eerst maar naar Sukabumi te gaan. Daar zouden we wel verder zien. Misschien van daaruit"'werk' 'zoeken onder de Chinezen op Borneo, Toen Janan niet doorging wilden de anderen het zo lang mogelijk rekken en - 33 -
ze wilden toen bii P. Potveer or> de pastorie in Peiping gaan werken als kapelaan. Ik stelde P. Potveer voor, één van ons dan maar als kapelaan bij zich te houden en de rest maar weg te sturen. Want voor ons allen is er geen werk op die nietiwe tsastorie.. .en het wordt hongerlijden zonder Amerikaanse dollars...met dan voor allen het vooruitzicht later nog tussen de witte muren te worden opgesloten, p. Potveer was blij dat ik een keuze had gemaakt. Hij zou bericht naar Holland sturen naar het Provincialaat en naar Sukabumi. Hij zou me ook een brief meegeven. Tot de anderen zei hij : ik wil jullie nog niet opleggen te vertrekken, maar als het mmtje hii het paaltje komt heb ik wel het laatste woord. Persoonlijk vond ik de beslissing van mijn confraters toen onverantwoord. Smithje ging naar Mgr. Kramer om zijn voornemen met hem te bespreken. Hij kreeg toen de opdracht om verder Chinees te gaan studeren in Amerika. Mgr. hoottte dat de politieke toestand mogelijk nog weer zou veranderen. Het lien intussen storm naar de boten en de vliegtuigen. Oe leiding van het domus Franciscane had de knoop doorgehakt en Dinsdagmorgen 9 November stond er al een gecharterd vliegtuig voor ons klaar.'s Morgens om 6 uur moesten we bij het"vliegoffice zijn. Het was juist 's avonds tevoren v/at hegonmm te-sneeuwen. Ik had het; gevoel alsof heel de omgeving als het nare een r
HET DOEK VALT Het is alsof Peipinp nu voor ons wordt weggesloten. Ik had een rot gevoel. En ofschoon Smithje bii me was, leek het, alsof ik de enige van onze club was, die met de staart tussen de benen wegholden...met daarbij de angst dat, vanwege het slechte weer, het vliegtuig wel niet zou vertrekken en wij naar huis terug zouden moeten. We waren precies O P tijd. He bagage was er daags tevoren al heen gebracht. Om te beginnen liepen we een uur lang te ijsberen in de kou. Om 7 uur kwam er iemancl kijken. Hij liet ons tot half 8 in de kou staan.Toen mochten we naar binnen. Tot 9 uur gebeurde er niets. "Komt er geen vliegtuig"? "Waarschijnlijk niet". Maar even daarna kwam de.bus voor. Er was dus weer hoop ! En tot onze verrassing werden we uitgenodigd in de bus te stappen. "Komt het vliegtuig dan al"? "Dat is nog lang niet zeker". Met was wel nodig om ons zowat midden in de nacht te laten opstaan, want laat die bus nu meteen al gaan rijden I Vanaf dit ogenblik ging alles buiten verwachting. Van de douane hebben we niemand gezien zodat we al onze pakken en koffers niet behoefden open te maken. He Chinezen op^het vliegveld hebben zich wel moeten beheersen. Want een Chinees doet niets liever dan graaien in een andermans spullen. Na alle lamlendigheid van de Chineze officials en die mannetjes.op het vliegveld, viel dit dus reuze mee. Oe bagage werd meteen in het vliegtuig geladen en om kwart vóór elf zaten we al in de lucht, 28 mannen en twee zusters. Ondanks de sneeuw en de ijzel in de morgen, bood het weer» bij het vertrek van het vliegveld, de beste perspectieven. We gingen nu echt de lucht in. Ze maakten er werkelijk ernst mee om ons naar andere streken- te brengen. Ik had het gevoel een reis te paan maken met Pa Pinkelnan, maar ik mistte de natuurlijke .rust. van tante Pollewop en de avontuurlijke onbezonnenheid van Flipje. Ik "hoopte dat,al wat er nu weer met me ging gebeuren, zou bijdragen mij te vormen tot, wat tante Pollewop noemt': "een echte man". We zaten amper in het vliegtuig toen we werden vastgebonden. Ik kon moeilijk zeggen dat dit de innerlijke rust bevorderde. Het was de eerste keer dat ik echt in de wolken zat, maar echt in de wolken was ik met dit alles niet. Eerlijk gezegd kneep ik hem aardig bij de start. Oe reis verliep vlot en het vliegen zelf viel me buitengewoon mee. Het ding lag erg rustig in de lucht. We misten wel alle comfort van een passagiersvliegtuig, maar er W a m verder geen enkele neiging in me op om vanwege het vliegen beroerd te worden. Ik had wél,' ergens diep in me, het akelige gevoel - 34 -
het land van miin idealen te moeten verlatenc als een batige vluchteling en dat na laren van wachten in Holland en na 1.. maanden van dorre ingespannen studievoorbereidins I Tieze gedachte ontnam me van het begin af, alle gevoel van t>rettig hoog en onbevangen in de wolken te zijn. We vlogen met wind en wolken mee en ik d;ich* : "de mens is niet meer dan een vleugje wind» ziin dagen verdaan als eci vluchtige schaduw."(Ps„144,4) Het eerste stukje China vloog als een sd: v voorbij. Om half elf stonden we errrens op de grond. Het bleek Tientsin \ > zijn. Onze vogel had dorst en daar ook dat snul al moeiliik naar Peipinn gebracht kon worden, gaan de vliegtuigen naar het Zuiden eerst even tan! •m in Tientsin, Men is er zelfs mee bezig, heel het vliegveld van Peimng naar Tientsin over te brengen. Na een half uur zaten we weer in de lucht. Als regel zaten we boven de wolken en ik hadV het gevoel over een grote zee te varen. Werkelijk een wacht gezicht. 1aar ik kon de vergelijking met een schiü toch niet helemaal van me afzetten» Als de motoren van een schio iets krijgen, blijf je toch altiid noe drijven, maar als deze duwen iets mankeren, dan lig je meteen voor .Taffa. *Ut gevoel raakte ik niet kwijt, maar Ik was niet de enige. We zullen dan ook zo stiekemweg heei wat weesgegroetjes gebeden hebben. Hutten lukte ook al niet, ofschoon miin maat pater Smith wel iets presteerde dat er on leek. Praten ging ook al moeilijk, Want die herrieschoppers (motoren) aan de kant, deden hun best elk menselijk geluid te verstommen. Kortom : in een transportvliegtuig mis je olke afleiding. Je zit alleen .' Om half vier schoten we weer door de wolken naar beneden en vóór ons lag de grote stad Sianghai l Het was er irrachtig weer. He temperatuur was erg mild. Haar stonden we weer : de drie Hollands sprekenden. De duiker van Genua. Pater Smith, die tussen Singanore en Hongkong, midden in een storm urenlang naast de reddingsboot on z'n knieën had Reiegen, en een Belg? die on ziin reis naar China bil Kurnming, tijdens de start met z'n vliegtuig naar beneden was getuimeld. Maar....deze kaer zonder ongelukken t T och was ik vast besloten de verdere reis over zee voort te zetten. '.VEER SJANGHAI Tn Sianghai is het ontvettend druk. Kr wonen ruim 7 millioen mensen. Het eten in de stad begint een groot nrobleem te worden. De ontstemming tegen de regering neemt met de dag toe. Het tegenwoordige regime kan het zeker niet houden. China gaat er aan. Moskou \•• jgt het ook hier voor het zeggen. De evacuatie van buitenlanders is hier in Sianghai ook al begonnen. Vele studenten uit Peininp; zijn holderdebolder hun missie's in het Zuiden ingetrokken, maar hier aangekomen blijkt dat het Zuiden misschien nog eerder naar de haaien is als het Noorden. Tn sianghai komen de vluchtelingen van daaruit, nu ook al binnen. Sommigen die er vanuit Peiping zijn heengestuurd komen rechtsomkeerts terug. Zeer veel Amerikaanse burgers worden vanuit Amerika teruggeroepen. .Je hebt 't gevoel dat ze geen echte reden opgeven. Soms denk ie, de Amerikanen hebben van China hun buik vol. In de haven liggen twee knagen van Amerikaanse kruisers en ook nog een Engelse. Men zegt dat die mariniers er zijn om, in geval v- n nood, de buitenlanders en-hun bezittingen te beschermen. Maar soms deri\ ie ook aan een oorlog en aan gewanend ingrijpen van Amerika. Maar wat er van zij: voor de buitenlanders is het hier verkeken. Oe procuur waar ik zit, is stikvol. Alle dagen vertrekken er, maar alle dagen komen er ook weer nieuwelingen. !*,r gebeuren de gekste dingen. Ik denk dat de inloten er dikwijls ook niets van begrijpen. Ze moeten holderdebolder mensen evacueren en anderen worden er weer heengestuurd«. Een van de eerste dagen hoorde ik vanaf nijn kamer boven, een bekende stem. Ik gauw naar beneden en daar stond Frenske Dassen. Tk had hem meer dan tien iaar niet gezien. Hij zag er uit. als een bosjesman. Ik heb z'n baardje er wat afgehaald en van z'n hoofd zo een en ander afgemaaid. Hij is nu tien iaar ionger. Mii kwam hier vanuit Sian en was benoemd tot kapelaan in Peiping ....terwijl er drie jonge paters zijn achtergebleven 1 Wist de Delegaat dat niet ? T e .gek om los te lopen I Ie belegaat zou binnenkort, in Sianghai komen, - 35 -
Frenske zou hem afwachten. "Als ik er heen moet, best, maar dat dan die anderen ook blijven is onzin. Dat zal ik ze wel vertellen! " Een van de eerste dingen die ik in Sianghai deed, was een bezoek afleggen M i de Hollandse ambassade. De consul stelde voor mij reisdeviezén beschikbaar en verzekerde mij nriorite.it te geven boven andere rassagiers on het eerstvolgende Hollandse schiü, dat waarschijnlijk 2? November van Sianghai naar Hongkong zou gaan. Hat zou mooi zii;1, want ik zou dan de bagage, die O P onze heenreis naar Peiping in Sianghai was blijven staan» mooi kunnen, meenemen om die dan bij onze raters in Hongkong te deponeren. Ik kende die paters daar allemaal. Tk zou mi in eigen spullen dan mee kunnen nemen naar Batavia. De rest moest dan naar wachten on nadere bestemming. De consul zou voor mijn visum zorgdragen. Ik zat al te genieten van eert heerlijke zeereis die me te wachten stond'. Na een paar dagen stond plotseling Huub ttackes in de procuur. .Hij had opdracht gekregen Pcimng te verlaten. Hij moest met Snrlthje mee naar Amerika, om daar Chinees te gaan studeren. Ze krec.en meteen hun visa en vertrokken naar de nieuwe wereld. Intussen was ik al ie koffers aan het doorsnuffelen om ze klaar te maken voor verzending naar Hongkong. Daar zit dan ook aan vast, dat ik nogal eens wat hureaux moet bezoeken, om de nodige papieren voor mezelf en voor de anderen af te halen. We horen steeds allerlei berichten. We horen dat Mgr. Fessers in Kianchow nu weer goed behandeld wordt. Hij mag tamelijk vrij rondlopen, maar geen H.Mis lezen. De zusters ziin zelfs, op verzoek van de rooien, weer een dispensair begonnen. Ze hebben tarwe gekregen om medicijnen te kopen. Ja, de communisten zijn overal anders. Soms zijn ze betrekkelijk goed. On andere plaatsen weer niet. Rr is hier en daar weer verandering van taktiek. Maar of men er on kan. bouwen ? Er zijn in elk geval tot nu toe bosjes mensen vermoord . We horen ook dat er deze week de laatste gelegenheid voor de êvacué's is, om vanuit Tientsin per boot te vertrekken. Daarna zal het rustig afwachten worden. Misschien nog eens een vliegtuig, Ook Sianghai. en Nanking moeten nu worden geëvacueerd. Je ziet hier al dikwiils gewapende auto's door de straten rijden. De treinen, die hier vanuit het binnenland aankomen, ziin onmenselijk vol. De Delegaat is met br. Hyp fook nog een Gemia-klant) vanuit Nanking hier aangeland. Ze vertellen dat de mensen 's avonds om zeven uur al voor de trein lagen, die in.de komende morgen zou vertrekken. De trein was al pro ol toen de Delegaat, er met br. Hyp aankwam. F,r was geen doorkomen aan, maar met. behulp van het. spoorwegpersoneel ziin ze nog door een 'raam in de trein gekomen. Je moet je voorstellen : de dikke Schnuss door een counëraamniel Huizende mensen springen zonder kaartje O P boten en zitten boven O P de trein en de locomotief. Ook de banken hebben het zwaar te verduren.. Tk zag voor één van de banken de mensen over hoofden van anderen lonen...in de hoop nog wat goud of zilver te bemachtigen. De. vrouwen doden lustig mee. Ontzetten!wat. ie dikwijls ziet. Tn huis is het dikwijls erg druk en geen gebrek aan voorname personen. Een der eersten die ik hier O P de procuur ontmoette was Mgr. Gubbels, een. Belg. H ü nodigde me% allervriendelijkst uit om met hem mee naar Itchang te gaan. Tk deelde ziin optimisme niet. Hij zal xvel niet ver gekomen zijn. Sianghai loopt vol êvaaiö's, overal vandaan. Het begint er op te lijken dat de toestand in het Zuiden even beroerd wordt als in het Noorden» Br kwam dezer dapen hier ook iemand binnen, die er uit zag als een veehandelaar. De man had 21 dagen ot> de rug van een kameel of een muilezel gezeten. Daarna een ontzettend stuk in de trein en toen van Lachow met het vliegtuig mar Sjanohai. Het was Mgr. Ibagnes, een Spaanse Franciscaan, Hij had al iarenlang temidden van de communisten gezeten. Nu werd het hem onmogelijk nog langer te blijven. Zoals hij aankwam, zo loopt hij nog. rond l Ik zei tegen br. Hvp : "Vraag eens of ie z'n -schoenen mag poetsen". Hij lachte wat, keek naar beneden en zei : H ze zijn nog mooi zwartM. Zo zie je In Holland geen bisschop rondlopen. Hoe z'n benen er in de schoenen uitzagen, konden wij niet zien. Pater bassen is, alsof er niets aan de hand is, naar Peiping vertrokken. - 36 -
Mu maar afwachten wanneer en of Stan en Artheem terugkomen. P.Provinciaal heeft nu ook aangeraden, al onze studenten te evacueren. Hr is nog verbinding met Peining, want ik kreeg deze week van daaruit nog enige Hollandse brieven. P. Goedhart zal ook wel uit Penning naar hier komen. Br. Hyp gaat naar Karachi. In Peining zitten nu nog Mgr. Kramer en de paters Potveer, Hogenboom, Kenm en Dassen. Het is onderhand eind November geworden. Twee Hollandse boten zijn er al van hier vertrokken en ik zit nor; steeds te wachten op een visum voor Batavia. Ik raak al aardig thuis in de stad, maar van mij kunnen ze het hier onderhand wel stelen. De consuls hier en in Peining hebben heus wel hun best eedaan. In tvjanghai is het visum al drie keer telegrafisch aangevraagd, maar vanuit Ratavia werd taal noch teken vernomen. Ieder land helpt zijn evancué's, maar het ambtenarencoms in Ratavia vindt het blijkbaar te veel om voor een Hollander emigratienapieren te schrijven. Alle dagen ga ik nu naar de Ambassade. De volgende boot gaat nu 6 December, Ik kan wel passage kriigen O P die boten, maar...dan moet ik naar Holland. En dat wil ik niet. Intussen loon ik overdag wat in de stad rond, .Ta, ik koon er zelfs wat catechismusboekjes. Misschien kan ik ze nog wel. getvruiken ergens bij de Chinezen. 's Avonds loop ik wat te kijken naar de geweldige lichtreclames. Die doen alsof er niets gaat gebeuren. Ik merk dat de grote Poolse gemeenschap die er vroeger was, al bijna helemaal is verdwenen. Ze zijn wéér weggevlucht, nu naar Amerika. In de stad is weer wat meer eten, maar in huis is het nog steeds druk. De Internuntius Riberi is ook in huis en Mgr. Capuchi, een aartsbisschop. Ik had de eer hem ook zijn haren te mogen knippen. Ik slaan nu met de secretaris van de Internuntius on dezelfde kamer. Br. Hyn sliep er ook nog bij. On het feest van Sinterklaas is ook do derde'Hollandse boot al weer vertrokken. Er was nög peen visum voor me. Mis^.hien, mede om te troosten, hebben onze Belgische paters op de procuur er toch nog voor gezorgd, dat er op Sinterklaasavond iets extra's voor ons was. Fte toestand in Sianghai werd steeds nijpender. Steeds meer vluchtelingen. T)e winkel, werd leeggek'ocht. Eigenlijk onbegrijpelijk hoe gelaten de Chinezen nog zijn. Je merkt niets van vreemdelingenhaat of geplunder. De geruchten gaan 'dat regeringsfunctionarissen in Nanking al de benen nemen. Sjang Kai Sjek en zijn kliek zoeken, met wat ze mee kunnen nemen, de wijk naar het buitenland. De kerkelijke leiders van Nanking, met Yfinin aan het hoofd, die de kliek zo lang gesteund hebben, zijn ook al gevlucht. Kardinaal Tien is met een oogziekte naar het buitenland gegaan voor iv nezing, De Kerk mist elke leiding. Men zegt dat in Nanking slechts twee buitenlandse priesters over zijn. Ook de Chinese priesters ziiv. daar gevlucht. De gewone man is alle vertrouwen kwiit. De revolutie kan alle dagen uitbreken. Het volk kan veel verdragen, maar wil niet meer geregeerd worden en kan ook zichzelf niet regeren. Dat is China ï Ieder regeert zichzelf en dat zullen de communisten vroeg of laat ook wel ondervinder». He bezitlozen - en dat zijn er velen - kunnen alleen maar verbeteren onder een ander regime. Ook de middenklasse hoopt er beter van te worden. Oe rijken zullen voor de uitsuigerij hun loon ontvangen i Maar : ieder zal wel weer proberen een troontje voor zichzelf te bouwen. T*en grote chaos staat voor de deur. Het missiewerk ligt on vele plaatsen al heel lang lam en waar het nog kan worden voortgezet, zal het nog slachtoffers vragen. Van de ionge paters in Pelning is niets vernomen. Waar..schiinlijk hebben ze^te lang gewacht en is het nu te laat. Ik loot) intussen alle dagen een noot af naar het consulaat. Zeven weken van wachten en nog geen visum i Ik wil nu echt weg. De consul stelde voor me een transito-visum te geven met het gevaar dat men mij na drie dagen Batavia weer uit zou knikkeren. Maar om dat te voorkomen gaf hij me nog een briefje mee. Zaterdagmorgen, 18 December, ging ik het halen en juist voor ik kwam was er een telegram ontvangen dat ik torgelaten zou worden in het Rijksgebied SIJKABUMT. Ik was graag met cle boot gegHcu?, maar ik was het wachten zat. De KLM gaf alle medewerking en ik kon meteen voor de volgende dag een plaats besnreken. Om hal-f zeven stond ik al op het vliegveld en...met een geldig visum ! Wat was ik hlii .'....maar ik voelde me ook allerellendigst. "Gaat en onderwijst alle volkeren". In China is van dopen en onderwijzen niets - 37 -
terecht gekomen.' Ik moet nu het land uit. Voorgoed ? Ik hoon ooit nog terug te komen. Ik zal nu miin diensten elders aanbieden. Zondagmorgen ging ik met 25 kg, bagage, moederziel alleen naar Java. Zal ik in Sukabumi terecht komen of misschien nog bij de Chinezen OT> Romeo of zal men in Holland op miin brief reageren en me "toch nog ergens anders heensturen? Het was mistig die morgen. De ceiling was laag. Na lang wachten zaten we in de lucht. Met was Zondag 19 Decanb^ half één. ' WAT HE TOEKOMST BRENGEN' MOOI! MIJ GELEIDT DES IIERKN HAND ; MHEDIG SLA TK DIN DE OGKN NAAR HET ONBEKENDE LAND LEER MIJ VOLGEN ZONDER VRAGEN VADER, WAT GIJ DOET IS GOKD l LEER MIJ SLECHTS HET f EDEN DRAGEN MET EEN RUSTIG , KALME MOED ï" ( John Zundel ) Pas later leerde ik in Friesland dit reformatorisch lied kennen, het geeft wel goed de stemming van toen weer. Maar na de gevaren or> zee, moest ik ook de gevaren in de lucht aan den lijve ondervinden, in deel 4 hoon ik H daarover nog een en ander te vertellen. Ik stond r>as Woensdag 22 December om half twee op het vliegveld, in Batavia, zoals dat toen nog heette. Wat zal Batavia mij nu brengen ? '*Ende dispereert niet " zei Jan Pieterss* Coen. " Alles sal reg com " zei 'n ander groot man. Ja....maar ik zou nog rare snronqen moeten maken. Miin reis bleek nog niet ten einde. Mijn bestemming was nog niet bereikt.
- 38 -
QEEL !V JAVA
OP OOORTOCHT
BATAVÏA
Evenals Peipirig» zat ook Batavia niet on mii te wachten. Geen mens. was er uitgelopen om mij te .verwelkomen. Zelfs mijn medebroeders; niet. Dat kon ook niet, want zii wisten niets van mijn komst. Tk stond op Woensdag 22 December 1948 om.half twee op het vliegveld -in'. BATAVIA, zoal s'.dat; toen nog heette. Bijna drie dagen na mijn vertrek uit SJANGHAT. Moederziel' alleen ;.s.t;örid ik daar, met een hoofd v-p 1-herinneringen aan rhinaJHerinneringen aan de vele zweetdruppels in de schoolbanken van. Li Kwans Ch'iao. De vervelende herinneringen vooral aan het vertrek uit Peiping en het wekenlange wachten in Sjanghai. Daar stond ik dan weer in ëën-vreemd1 land. Hoelang zal ik er moeten blijven ? Ik weet het>niet, maar ik vrees dat'het;wel een paar jaar zal duren. In elk geval zit ik^er. voorlopig. En; als dié toestand in China niet koert ? Ja» dan blijf ik hier-misschien weT hangen of ergens in de Prefectuur van Sukabumi. Misschien heeft1 het Provinciaïaat onze post uit China ontvangen en'ligt er op Kramat een antwoord on mij te wachten. Ondanks alle beroerde herinneringen zou ik toch, -graag per boot van Sjanghai naar Ratavia zijn gegaan. Ik had dan in Hongkong de spullen kunnen meenemen, die nooit, naar Peiping .waren opgestuurd, en die vanuit Sjanghai weer ingescheept waren naar de pares in Hongkong. Er zat ..misschien nog .wel een'en ander bij, dat. ik hier in de tropen zou kunnen gebruiken. Tk stond daar dus O P dat vliegveld, met in mi in hand slechts één koffertje, waarin een pa/ar "verschoningen en wat onbenullige spullen. Iki geloof niet dat'er êën boek inzat, behalve dan een paar dunne Chinese boekjes, die ik in Sjanghai nog gekocht had en wat aantekeningen. Ja, mijn vierdelig Latijns brevier zat er in en mijn typemachientje, beiden nog gered in Genua. Tk stond daar dtts zonder codex (kerkelijk recht) en zonder boeken over dogmatiek en moraal. Erg arm dus. Maar wat erger was : ik had geen cent op zak ! Ik' had alleen1het adres van de paters O P Kramat. Ik verstond natuurlijk ook geen woord van'de taal die ik er hoorde, van,het Maleis. Ik liep tesezweten als een os, want ik liep er rond met een zwart pak en een stijf witIpriesterboordje. Buiten het vHéuveld gekomen kwam er al Rauw een bedja O P me, af. "Kramat 134, Kramat Vincentius "., zei'ik. "Saja tau, saja tau H hoorde ik de man (zeggen... en ik dacht : wat' moet die man met touw : saja tau. Gelukkig verstond1'.ie ook wat Nederlands .: "Ik weet, Kramat ik weet". "Paters, jou betalen'*, zei• ik. "Baik"; zei-d-ie en ik begreep dat het wel goed zat en ging in de bedja zitten. Zo kwam ik aan in Kramat en belde er tussen drie en vier uur aan. Ze keken me.daar aan of ze een verschiining zagen en ik dacht dat ik iri een douche inrichting terecht was gekomen, want ze ontvingen me ïn hun pyama, alsof zé allemaal zo uit het bad kwamen aanlopen. Later begreep ik, da:t ze'na de siesta ën het bad, geregeld zo nog wat rond bleven lopen. "Peul is:.>eru klonk het door'heel 't huis. Hn daar stonden ze voor me : m'n oude duozittertje-van de eerste klas in Sittard, Jan,Pruim en Gerbert Vermeulen, die een jaar eerder was gewild en pater, Adam vari.de v e ldt, die pastoor en waarn. oversteuwasi." • Ook/pater Hod.del<e,>een Capucijn, kwam orxJagen, Hij" was. hoofd van.het Centrale Missiebureau in Batavia. Zonder zijn voorkennis kwamer .geen missionaris Tndonesia'binnen. Maar'mij was dat wel gelukt. Hoe kom: Je hier ?;Wat is ér allemaal in China aan de hand ?,Tk vertelde hen van Peifnng. Van mijn verblijf van ruim 5 weken in.Sjanghai-en hoe iv laaina iondag !1^ December m Sianghai' om half één de lucht in ging. *Vn ha<.' -rmissic yegeven om,ondanks de lage bewolking, toch maar te vertrekken. (\1 p.<-JW zweefde on?e vogel boven .het wolkendek dat als een woeste ijszee onder on«; lag. Het kriohols;: govocl van velen bij het opstijgen was gauw'verbeten. 1 W dtmrdo niet \imp of :n "net vliegtuig zaten we gezellig aan een geruststellende lunch, Deze nas net weggewerkt,toen we bemerkten, dat er wat aan de hand"was. Nog geen drie kwartier in de lucht.. en daar begint er potdorie een motor te staken. Hij verroerde geen vin meer l Gelukkig heeft zo'n KLM-Constellation er vier. Maar om O P drie motoren nog -1
acht uur lang door te vliegen naar Bangkok, dat risico durfde de piloot niet aan. De machine was eigenlijk ook te zwaar geladen. 10 man bemanning en 47 Passagiersz waarvan de mees ten zoveel mogelijk hadden meegenomen. Er was geen controle geweest, de raeesten hadden wat extra meegcsmokkeld. Terug naar Sianghai durfde de piloot niet, want Sianghai lag r>otdicht. Vanwege de bergen, de wolken en de wind moesten we hoog vliegen, terwijl vie na het uitvallen van de motor, heel langzaam wat: hoogte verloren. Er moest iets gebeuren. Er moest iets uit. Het was voo1* de hand liggend geweest om er Jonas maar uit te gooien, maar gelukkig -wam men niet op dat idee. Jonas zat intussen te bidden als bub, en in ieder geval nog 4 paters en 4 zusters met hem. Men besloot niet Jonas er uit te kieperen, maar men zou 700 liter benzine laten lopen. Dat was een kritiek moment. Vóör in het vliegtuig kwamen weer die bekende rode letters. Er werd weer gevraagd niet te roken en de riemen vast te binden. Hen kon geen tank afwerpen. Nee, men moest de benzine gewoon laten lopen en dat duurde wel een kwartier, misschien wel 20 minuten. Je zag het er zo uitlopem. En ik voor mij, keek angstig naar de gloeiende motoren. Eén straaltje er tegenop....één vonk en het kan gebeurd zijn. Zo keek ik er t< nminste tegen aan. Angstig keken passagiers en bemanning uit naar de aflc o. Het liep gelukkig goed af. God zij gedankt l Een zucht van verlichting deed het vliegtuig van blijdschap opspringen in de lucht. Nu moest een haven aangedaan, die zeker niet verder lag dan vijf uur vliegen. Hongkong lag wel in de richting, maar de piloot was bang dat er voor bijna 60 personen geen logies gevonden kon worden. En daar 2 dagen op het vliegveld in de t>lane bivakkeren* omdat er aan de motor gesleuteld moest worden, was ook onbegonnen werk. De piloot koos voor het dichstbijzijnde vliegveld. Ilii gooide het roer om naar het Oosten. Voor mij kropen de minuten voorbij en ik begon zelfs de seconden te tellen. Om kwart over vier kwamen er een paar vliegtuigen opdagen...en ons vliegtuig maakte plots een flinke schommeling. We trokken wit af. De ste\vafdess niet het minst. Daar gaan we ! Dat was onze enige gedachte. Later bleek dat het een groet uit dankbaarheid was geweest. Maar dat had de gezagsvoerder ons wel even mogen vertellen. Twee jetnlanes waren er O P uitgestuurd om eens te kijken hoe we het maakten. Ze wezen ons de weg cr> het laatste stukje van de rit. Op het vliegveld stond de brandweer klaar en twee Rode Kruis-auto's volgden ons tot we stil stonden. Het was half vil f...v/ij stonden in Okinawa ! Het ligt ten Zuiden van Jar>an. Dit eilandje vormde in de oorlog de grote verdedigingsbasis van de Jappen. Alles xvas iret een sisser afgelopen. Alle lof voor de KLM die,koste wat het kostte, geen enkel risico wilde nemen. Op drie motoren hadden we de rei: ook kunnen voortzetten, maar...Sis er dan iets komt je kunt maar beter secuur zijn. We waren nu de gast van de Amerikanen en ze waren buitengewoon vriendelijk. We werden in de barakken ondergebracht en we aten en sliepen er goed. Maar., we waren op een militaire basis terechtgekomen en de bewegingsvrijheid is daar nu eenmaal beperkt. We zaten op een klein stukje kale grond en daar moesten, ive ons tevreden mee stellen. Een en al lof voor onze gastheren l Daar Sjanghai dich zat, kwam er 's avonds ook nog een Amerikaans vliegtuig aangewaaid...met ian boord een Russisch diplomaat. We sliepen al toen er gevraagd werd of er misschien een pater was, die goed Frans kende. Pater Hennes werd uit zijn bed gehaald om als tolk te fungeren. Want de Rus had heel wat noten op zijn zang. Meneer wenste een barak, om die alleen met z'n maat te delen, en twee doosjes sigaretten en vier flesjes bier. Men was hem terwille en gaf hem een afgeschoten stuk van de barak, om die met zijn gezel, te delen. Rij de verzegelde pakken konden ze dan beurt om beurt waken. Bier en sigaretten kregen ze ook. Intussen was onze kist onderzocht. Er moest een nieuwe motor komen. Men hoopte vanuit Batavia. Maandag 20 December was voor allen een dag van verwachting. Er zou vanuit Batavia een vlieptuig met motor komen, maar dit bericht werd vanuit Batavia weer gecancelled. We hoorden dit van de Aalmoezenier, toen hij ons met zijn auto na de II.Mis weer thuisbracht. We hadden verlof gekregen om met hem mee te gaan om bij hem de Mis te kunnen lezen uit dankbaarheid en om bescherming te vragen voor de verdere reis. •-
2
-
Dinsdagmorgen kwam.er om half tien vanuit Batavia een Constellation om ons allemaal op te halen. Hij had er tien uur over gevlogen. Om elf uur zaten we weer in de lucht. We lieten de brokstukken achter en de bemanning die zo gehoopt had, thuis in Holland nog Kerstmis te kunnen vieren. Alles ging goed, maar in de buurt van Hongkong hadden we een geweldige tegenwind. We vlogen 2.700 km. in acht en een half uur, 320 km. per uur, dat gaat nog wel. Maar voor mij was het een hele zit. Het werden lange uren van rotte spanning. Om half acht stonden we aan de grond in Bangkok, het grote knooppunt van de KLM-lijnen. Een bus bracht ons naar het prachtig mooie KLM-hotel. Hier werd ons een copieus diner aangeboden,het was niet druk in het hotel. Ik kreeg vorstelijk twee kamers tot mijn beschikking. We kregen drie bonnetjes om daardoor getroost de avond door te brengen. Van de vele muskieten hadden we persoonlijk geen last, want er werd flink gespoten en we sliepen onder een muskietennet. WOENSDAG 22 DEC. vlogen we om 7 uur het luchtruim weer in. Het ging gesmeerd want na drie uur vliegen nasseerden we de Hollandse Skymaster» die eèn half uur eerder al vertrokken was. We wuifden elkander hartelijk toe, want vele van onze medepassagiers waren in die plane overgeheveld, om vanuit Singapore iweer verder te reizen. Wlf gingen linea recta naar Batavia. Tegen een uur of elf kwamen we in een mussonnetje terecht en daarna nog een paar keer. Ik onderging hetzelfde gevoel als de kist, een gevoel als van een vogel die het erg te kwaad heeft met de wind. We botsten tegen de wolken en we noorden het dreunend gekletter van de donder. Het was bliksem en onweer en Jantje was ontiegelijk stil. Ren Amerikaans sprekende juffrouw wilde me blijkbaar troosten ze gaf me een boekje met daarin psalm 29 :De openbaring van het onweer ! "De stem van de Heer schalt" over het" water Gods majesteit roept van over de zee. De stem van de Heer met dreunend geweld De stem van de Heer ontzagwekkend De Heer troont boven het firmament Hij zegent zijn volk met vrede". Hét onweer was niet zo erg, zei ze, maar ik was toch blij...iedere keer als de rode letters vooraan in de plane weer verdx^enen waren ! Vanaf Bangkok zaten we maar met 15 passagiers in het vliegtuig. Er was niemand luchtziek geworden. Klndei~en waren er het laatste stuk gelukkig niet bij. Het weer werd al tamelijk spoedig weer beter. We schoten aardig op en tussen de bedrijven door, kreep ik er wat aardigheid in om eens door het raampje te kijken. Van hoog uit de lucht zag ik daar zowaar Sumatra liggen, geheel rechts. Links lag Banka. Het laatste stukje kon ik er nog wat van genieten. Vlak vöór Java zag ik, als in een heerlijk schilderij, de kleine eilandjes liggen. Ze lagen er als bladeren van een lotusbloem in een grote waterplas. Eilandjes met in het midden bos. Dan een nlöegrand van goudgeel zand, gevolgd door een brede bedding van gras, groen uitlopend in het zilte water. Ik begon er werkelijk lyrisch bij te worden. En daarna zag ik het land, waarvan ik dacht dat ik er voorlopig wonen zou. Java 1 We doken omlaag en cirkelden over de-stad die Ratavia heette. F.r zaten weer heel wat kilometertjes op. Zes en een half uur hadden we gevlogen. Het x^as half twee. Zou de zwerver eindelijk het land gevonden hebben, xvaar hij eindelijk eens wat kan gaan werken ? óf zou hij ook nu van.de regen in de drup gekomen, zijn ? Mijn confraters vroegen me het hemd van mijn gat over de toestand en over onze mannen in China. Ze waren nieuwsgierig naar duizend en één .dingen en natuurlijk wilden ze uit mijn eigen mond nu ook, het inmiddels xvrereldverbreide verhaal van Genua wel eens horen. Maar voorlopig was er genoeg vertéld. Ze hadden gelukkig ook comnassie met me, ivant ik was nog steeds gekleed in m'n zwarte costuüm met boordje. Er werd me gauw een kamer gepresenteerd en ik nam een bad. Veel geriefelijks aan kleren had ik niet bij me. Ik trok die eerste avond maar een:iekkererChinese witte i as aan, die ik nog bij me had. Maar buiten zou ik zo O P z'n'Chinees niet kunnen blijven rondlopen, ze zouden dan denken dat ik schilder van beroep was. Ik had ook nog een witte broek en een - 3 -
hemd, zodat ik ook nog de gedaante van een tennisspeler kon aannemen. Verder kon ik het met m'n kleren niet brengen. De zusters Clarissen verborgden de kleding van de flaters. Maar die woonden heel in Cipanas, het zöü zeker na Kerstmis worden om daar heen te gaan. KERSTMIS OP SEMPLAK In Sjanghai had ik een brief van Vader ontvangen. Daarin stond dat mijn jongste broer Peter, rond Kerstmis met de "Waterman" in Batavia zou arriveren als militair. Daags voor Kerstmis, dus Donderdag werd ik om 12 uur naar de telefoon geroepen. "Is U pater Steltenpool?" "Ja". "Ik zal U verbinden met Moeder". "He?" "Wacht Ü even."••Met Moeder ? Och, dat bestaat toch niet. Ze weten in Wognum toch m e t dat ik al hier zit 1 Het zal misschien mijn broeder zijn. Ik sta een half uur te wachten, geen verbinding! Ik dacht, het zal het hoofdkantoor van de militairen wel zijn. Broer Peter I Later bleek het de Moeder te zijn van een of ander gesticht. Ze zochten iemand voor de Nachtmis. Maar er moest ook een pater ergens bij militairen zijn. "Wil jij dat voor me doen, dan ga ik naar het gesticht", zei een van de"paters. Goed I "Om half vier kame/;- ze ie halen"."Zo vroeg al ?" "Ja, het is niet in de stad. Het is heel in .SuTiplak" Semplak ? Wat zegt mij Semplak ? Jan Pruim was aalmoezenier geweest. Hij leende me een kakypak, maar zonder kruis en streepjes. Zo kon ik in ieder geval de straat or>. O P de afgesproken tijd kwam de auto en deze bracht me naar een groen vliegveldje. Daar stond een pipercupie klaar. Dat is een piepklein vliegtuigje. "Stap maar in pastoor", zei de dokter-chauffeur, die pok voor piloot zou spelen. "Nee, voorin alstublieft" "Ja, maar:ik'moet toch-niet sturen?" "Nee, xvees maar gerust. Blijf overal af. Sturen kan i1- achter ook." We konden er net met z'n tweeën in. Plus drie kilo bagage de man. Met veel moeite wist ik er in te stappen. Het bakje was niet groter dan twee kinderwagens achter elkaar. Een schermpje :las aan de voorkant en verder was alles open. De riemen werden vastgebonden en daar ging het. Nauwelijks was ie de startbaan op of hij vloog er arn de zijkant weer af. We zaten al in de lucht. Deze keer had ik niet het gevoel te worden gevlogen, zoals in een grote constellation, nee, nu vloog ik zelf. Ik kon naast me de vogeltjes vangen, maar ik zat toch reuze on miin gemak. Ik had een pracht gezicht op alles onder me. Ik dacht er niet aan, dat peloppers ons vanaf de grond zo zouden kunnen neerschieten. Over "neloppers had ik trouwens nog hooit gehoord en pas later hoorde ik dat de dokter het veiliger vond met het pipercupje dan met de jeep. Ik genoot in elk geval van een mooi tochtje. We kwamen ook nog een bui'tje tegen. " 0, niet erg" zei de dokter, "daar fietsen we om heen". We bleven allebei droog. Het dingetje; ging 70 mijl per uur. Na 21 minuten stonden we weer ot> de grond. Semplak, niet zo ver van Buitenzorg. Een jeep bracht me naar het kamp. IV werd ondergebracht in een Rodekruishuisje om er, samen met de dominee, de nacht door te brengen. Om half zeven werd er met de militairen het rozenhoedje gebeden. Er waren maar een paar biechtelingen, want ze hadden daags tevoren al bij de .Aalmoezenier gebiecht. Daarna een klein uurtie zangles, want een Nachtmis zonder zarig is ook niks. En zonder oefenen wordt het pet. Ik creëerde er een tot dirigent. Vooruit! Geen geduvel 1 Het eing best. Met. b.'tulp van een paar jongens werd er op het toneel een mooi altaar neergepoot. Ze maakten er echtsKiëts moois van. Daarna een klein uiltje geknakt en 's nachts om vier uur was de Nachtmis. Er waren een 50 katholieke jongens present....en na bijna 2 jaar hield ik weer eens een preek. Kerstmis in de tronen, een vreemde gewaarwording. Als besluit een heerlijk...Kerstonthijt.... .toen gauw naar huis. Met eenzelfde pipercupje werd ik weer naar Tjilitan gebracht, het vliegveldje bij Batavia. Gauw wat eten, een klein dutje en toen naar de haven, naar Priok, een 20 km. vanaf Kramat. Van de hoge militairen die ik ontmoet had, had ik gehoord dat de "Waterman" waerschiinlijk in Priok was aangekomen, maar mogelijk de volgende dag weer zou vertrekken. Er was dus haast bij, wilde ik mijn jongste broer nog eve: ontmoeten. Het havencommando mocht geen inlichtingen verschaffen. Toen bleek dat ik alles wist, zei men : nu pastoor, -probeert U het maar. - 4 -
Het was geen kleinigheid om een haven- en een boordpas te krijgen. Want de kantoren waren de Eerste Kerstdag gesloten. Met een militaire auto lïfte ik naar Priok. Ik vertelde van mijn nachtelijk aalmoezenierschap en de wacht bracht me naar een hoge ome. Maar deze mocht me geen pas geven. Hristelde me wel zijn jëëp met chauffeur ter beschikking, en na drie kwartier tuffen - van de ene hoge ome naar de andere, ze waren allen echt van goede wil - werd ik om alle moeilijkheden te voorkomen in een jeep tot aan de boot gebracht. Daar stond ik 'avonds om 7 uur op de "Waterman" maar de militairen waren er tussen 1 en 2 uur afgegaan. Pech . Drie uur lang met een auto rond streden en nu wist niemand waar de militairen waren. Op de Tweede Kerstdag assisteerde ik bij het toedienen van: het H.Vörmsel in tana Tinggi. Joel van de Meer was er pastoor van de kleine autochtone parochie. Z'n werkkamer diende tevens als sacristiè. Je kon er- je 'gat bijna niet keren. Maar Mgf. Willekens prees de knusheid. "Pastoor, jè hebt hier alles meteen bij de hand ". Die Zondag, Tweede Kerstdag was; ik erna 20 telefoontjes achtergekomen dat de aangekomen militairen in Tjilitan zaten. De aalmoezenier zou me:6e volgende morgen komen ophalen. Maar de telefoon was nog nauwelijks koud of pra 4 uur stond broer Peter al voor de deur, met twee van zijn vrienden, ril. Cor Sijm uit Opmeer en een Limburger. Het werd zo toch nog een leuke Kerstverrassing. Maandagmorgen kwam de aalmoezenier me 'ophalen en ik mocht eens kijken hoe Peter, de Huzaar van Boreel, het in Tjilitan maakte. Hij tractëerde me op een paar doosjes lekkere sigaretten. Hij was blijkbaar rijker bij kas dan ik. Dinsdag 28 December ging ik'naat Sukabumi om me te presenteren bij Mjgr. Geise. Het was een mooi auto-tochtje. Overdag was het practisch zonder gevaar. Maar 's avonds kan men het beter niet doen, want we1 leefden in de tijd van de politionele actie. De grote w*•.' n zijn hier goed en de rijkdom yan het landschap is overweldigend. Je zie: de prachtige rijstvelden, badend in het water dat van de bergen komt. De weg kronkelt langs hellingen en dalen. Overal kamponcs en dessa's, afgewisseld door bouwland en bossen. Sukabumi is geen Sjanghai of Peiping. Nee, het is maar een klein, stil plaatsje. Midden in het stadje is een moskee, een protestants kerkje en het kerkje van de katholieke missie, dat on de dag dat ik in Batavia aankwam, zo maar even tot kathedraal verheven werd. Want Sukabumi was net een eigen Prefectuur geworden....maar het is een prefectuur met bijna geen gelovigen. Later is Bogor (Mitenzorg) er bij gekomen en dat werd dan ook het centrale middeinunt. Mgr. hoopte er, via onderwijs en scholen, toch een en ander van de grond te krijgen. Dat is jok wel wat gelukt.Wkrit vele Mohamedanen, ook Sukarno, stuurden ook in dit gebied later hun kinderen bij voorkeur naar de missiescholen. Batavia ligt'er eigenlijk vlak bij. Daar zitten 5 broeders en bijna de helft van onze paters. Maar Batavia is een eigen bisdom van de Jezuïeten. 's Avonds had ik een onderhoud met Mgr. Geise en ik kon 2ijn antwoord lezen O P mijn brief, die ik vanuit Sjanghai geschreven had. Dat antwoord lag nog steeds te wachten in Hongkong, want ik was van plan geweest daar met de boot heen te gaan....maar dat was misgelopen. Mgr. was blij met mijn komst. Hij meende dat ik Sukabumi blijvend mijn diensten kwam aanbieden. Ik zei dat ik de kat nog even uit de boom wilde kijken, misschien zou het tij in China nóg keren. Ik was "voorlopig uitgeleend". Er werd daarom besloten dat ik voorlopig wat meer uitsluitend Hollandssprekend irèrk in Batavia zou doen. De bedoeling was het Chinees wat bij te houden en langzaamaan wat Maleis te leren, voor het geval ik zou blijven hangen. Met de waarn. overste en Mgr. Willekens zou over mijn werkkring overleg worden gepleegd. In Sukabumi ontmoette ik ook Cor van der Laan uit Blokker. Toen ik hem opbelde dacht hij dat ik hem beduvelde, maar het onvervalste Westfries gaf hem 't geloof in mijn aanwezigheid. Na een nachtje slapen pakte ik mijn koffer weer in en ging langs een omw T naar Batavia terug. Ik nam de bus naai" Tjiandjur (Ciavnur). Dat was daar ook wel de meest veilige manier van reizen, want daar maakt als regel alleen de inlandse bevolking gebruik van. Het was een heerlijk stukje weg dat dwarrelde naar de - 5 -
voet van de Gedeh, de tegenhanger van de Salak. In Tjiandiur stond een aardig pastorietje en een leuk kerkje. Hr woonden twee paters en een honderd Christenen. Ik denk voornamelijk Chinezen. Pater Postma was een oud China-missionaris. Hij vroeg dan ook de oren van mijn kor». In Batavia is het zwoel en vochtig,, maar in Sukabumi en in Tjiandiur is het heerlijk fris. Donderdag 30 December ging ik naar Tjïnanas (Cipanas). Daar ontmoette ik mijn klasgenoot pater v.d.Berg (Zie f)l. 1, hlz.27 al.4) en pater Kohier die een klas ouder was. Negen jaar hadden we elkaar niet gezien. Tji-panas ligt'1.100 meter hoog. Een stukje paradijs I "Hoe vindt ie het hier ?" Het is alsof de natuur tegen me zegt: "dit alles zal ik je geven, als je neervalt en mij aanbidt". Maar ondanks alles, geef mij China maar...al zijn de bergen daar dan kaal en het volk ontzettend arm, veel armer nog dan hier. In China kan je werken. Haar hier ? De Mahomedanen zijn bijna niet te benaderen. Het is zwaar werk om hier iets van de grond te krijgen. Een tijdje feleden was pater Kohier met een kamnongschooltje begonnen. Er kwam geen op, maar de Oudejaarsavond daarop kwamen -/el de Chinezen hun dankbaarheid daarvoor, met veel geschenken tot uitdrukking brengen. In fjipanas woonden ook de Clarissen die vanuit Holland ook hier begonen waren. Ik liet me bij hen een paar zomerpij'tjes aanmeten en een paar pvama's. Nieuwjaar '49 ging ik weer naar Batavia terug. Ik zou proberen te liften. Maar daarvoor was de dag wel ongunstig. Een militaire truck pikte me gelukkig O P , en achterop gezeten, tussen de militairen, slingerde dat ding naar het hoogtepunt van de Puntjak-pas. Het dalen en stijgen van een vliegtuig leek hierbij vergeleken wel kinderspel. Ondanks de dikke mist sitoven we er met een vaart overheen. Een van de militairen voelde zich lang niet goed. Het was ook een bezeten race. Ik zei maar niets. De truck stopte toen we er overheen waren. Nóg 10 minuten heb ik daar gewacht; Daarna pikte een bus me of> naar Buitenzorg. 2ijn eindpunt was het station. "Pastoor, over 2 minuten gaat de trein". Dat trof dus. Maar de reis duurde ruim 2 uur, want het \^as een boemel. Met de auto duurt het een half ut'-. KftPELAAN OP KRAMAT Terug in Batavia hoorde ik dat de Apostolisch Delegaat Mgr. G»de Jonge ~ d'Ardóve had laten weten mijn komst zeer rO P prijs te stellen. Wat doe je in zo'n geval ? Op 5 Januari werd ik om hal zes verwacht. Om kwart voor aciht bracht een bedja me weer naar huis. Dë Dèiegaat sprak Engels, Frans, Chinees en Nederlands...alles door elkaar. Maar hij >?asr zeer onderhoudend...én had als oud China-missionaris grote belangsteliing voor de situatie in China. Deze dag werd ook over mijn lot beslist. Ik werd kapelaan in Kramat. Het klimaat in Batavia is wel niet zó lekker, maar het inwerken zal wel niet zo lang duren, want alles in de kerk en op de scholen is hier Hollands. Óp 6 Jan. ging ik on hoog bezoek naar Mgr. Willekens om jurisdictie te halen. Ik kón aan het werk. Het werd tijd ook, want mijn voorkomen was allang geen reclame meer voor net arme China. Er mochten gerust een paar pondjes af. Van de politionele actie heb ik eigenlijk in Djakarta niet zo veel gemerkt. Het viel nogal mee. Maar de laatste zuive ing zal nog wel wat duren. Je hoort hier en daar en toch wel bij goed ingelichte personen, dat ze net op tijd zi'in geweest. Je krijgt zo de indruk dat üïet maar een haar rcheelde of de tragedie van China was hier ook begonnen. Want de gerechtigde nationale gevoelens zaten voor een groot deel al in verkeerd vaarwater. Onder dé 200.000 Chifteïën hier in de stad wordt ook door Moskou hard gewerkt. In allerlei verenigingen van sport, padvinderij, kranten, toneel enz. zijn ze doorgedrongen. Men ruikt de nieuwe vrijheid. In de strijd voor zelfstandigheid werkte wat er in China gebeurde voor velen als een voorbeeld. Aan de spanningen met de Chinees-georiënteerde Communistische Partij zou pas in 1959 met geweld een einde worden gemaakt. Toen ik in Batavia kwam was het er in de stad zeer rustig. Je kon overal vrij en veilig lopen. Je krijgt de indruk dat de pastoors - dat zijn hier allé priesters - bii de bevolking een streepje voor hebben. Na mijn bezoek - 6-
bij Mgr.'Willekens stond er ergens een van de nastoors met een kapotte auto.. De M a n die voor de reparatie gevraagd werd, wilde eerst niet komen, maar toenhii hoorde dat het voor ee^. nastoor was, kwam hij direct en.... het kostte geen cent l Voor het eerst ha twee jaar zat ik dan weer in de practijk. Bind Januari hield ik mijn eerste preek v/eer in een echte kerk. Aan werk was in Batavia geen gebrek. Op vier scholen moest ik de catechese verzorgen. Het zijn openbare scholen. De meeste ouders':gel oven het wel. Probeer die kinderen dan nog; maar iets bii te brengen. Het is dikwijls een puzzle erachter te komen of de kinderen gedoopt ziin. "Ben je katholiek"? "Ja Pater 1" "Ben je gedoopt ?" "Nee, pater!" Als ze door hebben dat dopen nodig is om echt katho~ liek te zijn, dan wil een heel stel zich graag laten dopen. Op twee scholen zijn dat er al een vijftig. Dikwijls zijn de ouders gedoopt.. Dikwijls ook niet. De Chinese kinderen willen zowai allen gedoopt worden. Je hebt ook heel wat gezinnen waarvan de ouders heiden zijn en de kinderen voorbeeldig katholiek. Maar er ziin er ook velen die, als ze van school af zijn, alles weer vergeten zijn. Rvenals mijn confraters zit ik ook practisch iedere morgen op school. Op school heb je de grootste verscheidenheid. Onder de . kinderen van de eerste klas, zitten er van 8 tot 13 jaar. Op de hogere klassen zitten er van 17 tot 18 jaar. Je moet dan allerlei groepjes maken. Je krijgt op school een lokaaltje en dat soms maar ëên of twee uur per morgen. De reformatorische broeders moeten ook wat ruimte hebben. Ik had al gauw een stel assistenten. Allemaal Chinese jongens- en meisjesstudenten. Buiten de school zijn de kinderen nergens op te vangen. Onder de Chinezen heb je veel mooie gezinnen. Iedere pastoor heeft een stel bekeerlingen. Dan heb je je werk in de parochie, Ieder heeft zijn wijk en daar is het dikwijls modderen. Het zijn lans niet de gelovigen uit de kop van Noord Holland. In wijken die vroeger heel. mooi moeten zijn geweest is het nu, sinds velen naar Holland vertrokken zijn, een uitgeleefde boel. Het krioelt er in die huizen dikwijls van de mensen. Soms viif gezinnen in één huis. Je kunt er dikwijls geen touw aan vastknopen wie, waar bij hoort. Gelovig, niet gelovig. Getrouwd of riiet getrouwd...ze weten let soms zelf niet. Veel van de vrouwen zijn "in het klooster" geweest.. ..m?'-. ze bedoelen dan bij de zusters op het internast. Een echtpaar O P jaren^egt dat ze gescheiden:;zijn. En...jullie worten hier toch pittig samen l Ja, we kunnen niet elk een eigen huis krijgen. "Zij gaat trouwen", zei een trotse vader. "Zij ?" "Ja patert ik ga trouwen. Vader wil het en ik ook wel". Het kind was 13 jaar I Later werd het toch X\reer afgeketst. Het is me wat in die wijken. De mensen verstaan allemaal Hollands al spreken ze zelf ook Maleis. Alles bij elkaar ligt er in de wijk een mooie klus werk en ik doe het wel graag. Iedereen op de pastorie was blij met mijn komst en ik dacht vast dat ik nier voorlopig w;I zcu blijven zitten. Op de pastorie was het goed en gezellig. DE VERRASSING Het element van de verrassing bleef, me achtervolgen. Wat nu weer ? Ik was nog nauwelijks een v/eek in Batavia aan het werkteen er vanuit Weert; antwoord kwam op de brieven van de overste en van mij, die we de eerste helft van November 1948 uit China verzonden hadden. Vanwege moeilijkheden in Perzië (Mossadecq) waren de vliegverbindingen met He]land verbroken geweest en de post \^as ergens blijven liggen. Het antwoord kwam pas tegen half Januari 1949. "Brieven vanuit China melden ons dat je op weg bent naar Nederlands Indië. Je zult dus binnenkort in Batavia aankomen, veronderstel ik. In opdracht van de Hoogeerw. Pater Provinciaal deel ik je mee, dat het evenwel zijn bedoeling is, dat je jezelf ter * eschikking stelt van de Overste van Nieuw Wat Nieuw ? Van Nieuw Oinea \l\\V Nou wordt ie pas echt missionaris l Nieuw Guinea. Dat ligt een heel stuk buiten de deur. Weer heel iets anders l lic zal de reisstaf weer ter hand moeten nemen. " Ga naar het land dat :lk U tonen zal"(Gen. 12,1) "En zingt daar voor de Heer en verkondigt zijn Naam " (PS. 95,2)
Juist op de dag dat ik in Batavia uit de lucht viel, was in Weert dit briefje geschreven. Pater van de Veldt had ook een brief gekregen. Na het lezen van de brief keken wij elkaar aan, alsof we het in Keulen hoorden donderen. We vonden het beiden allesbehalve leuk. Als ik vanuit China hier aangeland, die brief gevonde. zou hebben, zou ik er blij mee geweest zijn. Want toen ik na de oorlog maar nooit naar China kon, had Ik al met plannen rondgelopen, mij maar op te geven voor N.Guinea. Als toekomstige China-vaarders waren we na de oorlog in Weert en daar troffen wij ook pater Cremers aan. Hij was geinterneerd geweest in Indonesië en was na de oorlog benoemd tot missie-overste van Nw. Guinea. "Ga met mii mee", zei hij toen. Maar we wilden nog wat wachten. Maar nu....naar Nw. Guinea ? Men had mij hier in Batavia net een mooie werkkring gegeven xvaarin ik al mijn krachten kon ontplooien. Mensen verplaatst om mij Hollands .werk te kunnen geven. En nu ? In 15 de brief aan Pater v.d.Veldt stond dat alleen "zeer ernstige redenen deze beslissing konden veranderen. Een beroerd geval. Want pas 7 Januari was ik in Batavia benoemd. Ik was hierheen gegaan in.overleg met de overste in China en in overeenstemming met de mondelinge wil van Pater Provinciaal. En had hij naar China nog niet geschreven : "vergeet vooral Sukabumi niet". Direct Mgr. Geise opgebeld. Evenals Adam v.d. Veldt Tiet hij me vrij. Maar ik vond mijn positie toch wel precair. Want het zou een mooie boel zijn, zomaar weg te lopen. Ik besloot Weert direct van de situatie op de hoogte te brengen. Geen voorkeur te laten merken en de beslissing dan maar aan Weert over te laten. Ik schetste de situatie voor en na mijn komst en vroeg eenvoudig of de hier geschapen toestand geen ernstig bezwaar was, mij hier weg te halen. Maar als de Provinciaal bij zijn beslissing bleef...ik zou met plezier gaan. Want ergens trok het onbekende me ook wel. Persoonlijk kon ik trouwens moeilijk bezwaar maken, want mijn conditie was geestelijk en lichamelijk van dien aard, dat aanpassing x^aar dan ook, nog wel zou lukken. " Nu blijf je wel ", zei pater v.d. Veldt na het lezen van mijn brief. "Ernstige bezwaren". Ja, er kan vanuit Nw. Guinea misschien ook om gevraagd ziiin. Het antwoord kwam 21 Jan. per telegram: "steltenpool naar Nieuw Guinea, desideratus komt batavia". Ze hielden er in elk geval in Batavia een extra kracht aan, over nl. P. Desideratus Mulder, de broer van Stanislaus. Ook oud China-^mis:;ionaris, maar ï....j werd helaas al heel gauw. het slachtoffer van een roofmoord in Priok. Ik had het eigenlijk niet verwacht, maar nu was het toch Nw. Guinea geworden. "Pech'1 zei P. v.d. Veldt. Ik ben m'n medebroeders in Indonesië altijd dankbaar gebleven voor de mooie kans die ze me gegeven hebben. Ik moest nu weg, maar we hebben elkaar niets te verwij ten... zo van: wij je op het paard zetten, je lekker in de kleren steken en...nu smeer je 'm. Ik kon natuurlijk niet op stel en sprong weggaan en ik vroeg daarom Nw. Guinea om wat uitstel en clementie. Dat was mijn antwoord op een brief van Mgr. Cremers die me al heel gauw vroeg vaar ik bleef en of ik misschien geen zin had. Later bleek dat Holandia ; o speciaal voor Ternate gevraagd had, bijzonder voor de zusters van Heerlen daar. Momenteel zat daar niemand en omdat ik niet zo piepjong meer was, had Mgr. Cremers een bodje gewaagd, toen hij hoorde dat ik China verlaten had. Plotseling stond ik dus voor weer iets heel anders.
- 8-
ENDE DISPEREERT NIET
HOOFDSTUK 2 NAAR HET' ONBEKENDE LAND Daar P. Teepê op vacantie ging, werd me gevraagd de laatste paar weken nog als waarn. pastoor naar Sukabumi te gaan> ;• IK herinner >me nóg heel goed een nachtelijke overval van de pelopper5. Het xvas één geschiet van jewelste. De kogels vlogen over en langs ons pastörietje, waarvan de xvanden zelfs niet tegen ratten en muizen bestand waren. Liggend op de grond bracht ik een groot deel van de nacht door. Tegen de morgen was het weer stil geworden. Niet wetend wat me boven het hoofd hing, was ik in de vroege morgenschemering naar de zusters gegaan om daar de Mis te lezen. Ik had het gevoel alsof vanaf achter elk huis wel geschoten kon worden'. Maar tot mijn grote verbazing waren de mensen die ik in het halfdonker tegenkwam, erg vriendelijk. Bij de zusters hoorde ik alleen maar een kreet van verlichting : God zii gedankt dat de pater toch gekomen is I Ik denk dat ik onopvallend met een gevone autobus weer naar Batavia terug ben gegaan. Toen ik afscheid nam van : ü n confraters op Kramat was Maart al in de tweede helft. De boot lag klaar om te vertrekken in Priok. Ik vond het jammer weer weg te moeten gaan, maar ergens x^as ik er ook weer niet zo rouwig om. Ik ging met de K(oninklijke)P(akketvaart)M(aatschappii) zoals dat toen nog heette naarifcllandia...Thet onbekende land tegemoet....vol spanning om wat het me;brengen zou, maar toch ook een beetje blij, want van het geschiet in Sukaburoi, was ik toch ook wel wat geschrokken. Op dé bobt was -meen ik, derde klas voor me betaald, maar ik mocht vrij vertoeven onder hen die beter betaald hadden en ik mocht ook met hen eten. Dat was traditie bij de KPM als ze een pater aan boord hac.en. Want vroeger ging deze bij wijze van dienstreis zo af en toe mee, om de verdwaalde katholieke schapen onder de ambtenaren aan de kusten van Nw. Guinea wat op te zoeken.Daar was;.immers alles protestantse zending. Voor de missie was dat gesloten gebied. De zee was lekker rustig en de'reis zou drie weken duren. Het we,rd een mooie tocht. Verder weet ik er eigenlijk weinig meer van. In Surabaya lag neef Jan Bot als militair, maar niemand mocht de boot:af. Het was er blijkbaar lang niet veilig. In de haven was het stikkend warm. In Makassar logeerde ik enkele dagen op de missieprocuur van de paters van Scheut. Met een Hollandse pater, die landbouwingenieur was, heb ik nog ergens op een grote rubberplantage gelogeerd. Ik zag daar hoe de bakjes^a^i'de,, bomen, onder de inkepingen,vol Üe.pen met rubbervocht, latex genaamd. Na vier uur is zö'.n bakje vol. Ik zag daar ook hoe er in een fabriek rubber matten \\'erdèn gefabriceerd. F.r was O P die plantage veel te zien en ik kreeg de indruk dat alles er normaal werkte onder de Toradja's daar. Er was niets te merken van enige politionele actie. Alles bij elkaar was het een, interessant slippertje. In Makassar ontmoette ik ook een pater die lid was van het OostMolukse parlement. Dat was toen nog een deelstaat. Over de Bahdazee ging het naar'Ambon. Daar zocht ik de paters KSC'ers op. Zij hadden hier een kleine parochie temidden van een overgrote Protestantse gemeenschap. De verhoudingen met de katholieken lagen hier nog vooroorlogs hard. Ambon bleek een bolwerk te zijn van de Zending. Hier werden in elk geval geen Coornhert's gekweekt die verdraagzaamheid predikten. Het Hollands Bestuur haalde hier veel van zijn lagere ambtenaren-weg en de mannen van de KNIL. Het Centrum \ran de Missie lag ten Zuidoosten van Ambon..in Langgoer op de Kei-eilanden. Daar was de broer vanm'1 h tante Jantje, bisschop. Nieuw Guinea viel daar vroeier ook onder. Mgr. Grênt MSC is' in Wervershoof geboren. Samen met m'n vader doorliep hij daar de 'lagere school. Berden leven nog. ":.>r i s nu (Oct,'81) M j n a 98. Jammer dat we de Kei-eilanden niet aanaed^is maar ^k had Mgr. Greht in Batavia nog ontmoet. Ik had er toen nog geen vermoeden vav dat de wrijving tussen de vr©me christenen van "i±cn en de Kei-eilanden ons bij de missionering in Nw. Guinea nog grote parten zouden spelen.
_ Q _
Tussen de.vele eilandjes door kwamen we aan de kusten van "Nieuw Gulnea. We klauterden langs de Vogelkop omhoog en die kop was bijna het enige wat ik van phet grote eiland wist. Waar onze paters zaten wist ik maar heel vaag. akfak lieten we jammer genoeg liggen. Sorong deden we wel aan. We lagen meen ik maar heel kort bij, het eilandje Doom. Ik heb er niemand van de missie gezien. Vanuit ,cle baai ;in Éanokwari was het, vanwege de tijd, te riskant om er mijn klasgenoot;Gem Keizer, in het dorp on te zoeken. Meestal kwam hij zelf wel naar de boot. Later bleek •dat hii ziek geweest was. Het eiland Blak was het volgende station. Het bleek een eiland zonder bergen te zijn. F'én groot stuk droge kalksteen, een kaal dor eiland, waarop eigenlijk niets te zien was. Ik wist niet of er een -nater woonde, ik kende er niemand. Ik had daarom ook geen vervoer en ik had ook geen cent op zak. Later hoorde ik dat pater Leo Boersma en P, Misaël Kammerer daar in Biak al enige maanden in een pastorietje tevergeefs hadden zitten wachten O P het officiële verlof om het missiewerk aan de Wisselmeren te mogen hervatten. Pas toen pater Tillemans MSC na ziin vacantie in Biak verscheen, kon het niet langer geweigerd worden. Noodgedwongen werd er toen door het Bestuur wat plaats ingeruimd in het gecharterde marinevliegtuig, dat vanuit Batavia weer naar Biak was gekomen, om de bestuurspost aan de Wisselmeren van spullen en levensmiddelen te voorzien. P. Tillemans zou enige tijd meegaan om de Pranciskanen in dit nieuwe gebied in te wijden. Zo was deze pionier O P 31 Maart met Leo en Misaël vanuit Biak naar de W.M. vertrokken, om daar het missiewerk dat hij daar al in 1938 begonnen was, te hervatten, ^aar die Wisselmeren lagen en dat die pater Tillemans een beroemd pionier-woudloner was, hoorde ik pas later. Toen:ik dus Biak passeerde was het net een dag of tien geleden dat de eerste Franciscanen naar de Wisselmeren waren vertrokken. Na enig ononthoud in Biak ging de KPH-boot de zee weer or> en op de avond van 12 April kwam ik In Hollandi a-Haven aan. Wijd en zijd verspreid zagen we hier en daar vat lichtjes, maar Hollandia'maakte helemaal niet de indruk een flinke stad te zijn. We mochten die avond nog niet van boord. De volgende morgen zagen we in het water hier en daar wat paalwoningen en langs het vrater op het land wat bouwvallige hutten met oude roestige zinken daken. Hollandia1was toen eigenlijk nog niets. Ik werd opgevangen door P. Max Lunter die toen nog Aalmoezenier was en dus een auto had. Hij bezorgde me een mooi autotochtie langs de prachtige HumboldtBaai die op 't uiterste puntje van N.Guinea ligt, maar ook in het midden van het grote eiland waartoe ook Panua Guinea behoort. Zullen deze 2 delen misschien ééns samengroeien tot één groot Panua-lanr. ? Men zegt dat Jan van Fechhoud juist daarom de Humboltbaai" gekozen heeft om daar Hollandia te bouwen, want deze zeldzaam mooie baai, die de Amerikanen tijdens de oorlog ook al ontdekten, zou voor de ontwikkeling van het grote eiland wel eens van grote betekenis kunnen worden. Hollandia, dat nu Djaianura heets is wel 40 km. lang. Er zijn wel \tfat mensen bijgekomen, maar een grote stad is het nog lang niet. Ik werd met de ieep naar Kota Baru gebracht. Daar woonde de missie-overste P.Oscar Cremers en P. Zeno Moors uit Tungelroy. Hij ;.as secretaris en had twee broers die bisschop waren, riscar en Zeno woonden daar samen op een stukje woestijngrond in een lange oude quonset-hut, nog een overblijfsel-van de Amerikanen. In vergelijking met ons huis in China en met wat ik O P Java' had gezien, was deze behuizing erg r>rimitief. Het was een krot. De qüoriset was in stukken verdeeld en ik woonde In één van diè hokken...in afwachting van v/at er nu hier in dit land weer met me zou gaan gebeuren. Hollandia is in elk geval lang geen Batavia. Van het grote eiland, dat Nw. Guinea heet, is. ons nog veel onbekend. De inwoners ervan zijn. heel lang vergeten en Ik weet niets van de papua's. Hollandia zelf trekt me niets. De missie betekent er nog niets, een ov 's quonset met twee man erin, dat was alles, maar wat ik hoor van het binnenland, bekoort me... al zitten ook daar dé mensen; wel • niet on me te wachten. Toch zou Ik er wel heen willen, maar voorlopig zit ik in Hollandia. Hoe mijn weg verder loont, hoop ik U in deel V te vertellen. - 10 -
INHOUDSOPGAVE HOF BI.JNA ALTIJD ALLES ANDERS LIEP
DEEL I
:
HOOFDSTUK 1
:
HOOFDSTIJK 2
:
HET
THUISHAALDERTJË
WOORD VnCRAF VAM KRIJP TOT WILTJESWLOKKER GEBOORTEGROND NAAR WGNT1M DE SCHOOLTAREN AKXERSTUDENT
PAG. n ii it »i
1
6 6 14 16 20
OP STTIDIE
ii
HET JAAR VAN DE BEPROEVING TN HOGER SFEREN GEBOGEN OVER DE SCHRIFTEN, NAAR HET WEDERHMIS PRIESTERFEËST
tt
30
it
57 39 40 42
AAN DE ZWALK ^€t hASZAK OP STAP IN HET HEILIG GRAF VUILTJES PLOKKEN IN'EIGEN STREEK HONGERWINTER V44 - '45 DRIJFJACHT M'itfÓGMÏM EEN ZWARTE DAG .VOOR VELEN HET HtlIS UITGEZET DE INVAL IN !ffiT KLOOSTER HET LAND VAN HLTN IDEALEN
II
4S
tl
45
II
47 48 52 57
.- 11-
M II »l
lt II II 11 II tl 11
24
60 60 62 64
INHOUDSOPGAVE
DEEL II
; DOOR TWAALF. LANDEN NAAR CHINA
HOOFDSTUK 1
: HET ZEEGAT UIT
PAG.
ANTWERPEN ASWOENSDAG 19 Febr.'47 HET ZEEGAT HIT...DERETS BEGINT DE "EUMJND FANNING" TüORDEAITK RARE CAPRIOLEN BARCELONA : EEN MOOIE STAD GENUA CHINA-REIZIGERS OP EEN BRANDEND SCHIP WAT WAS ER GEBEURD ? IN !iET HOSPITAAL TERUG • NAAR' HUIS. BERICHTEN IN HOLLAND KLAAR VOOR EEN NIEUWE START
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
•i ti 11
•i
ti ti
H
H ii il
1 1 3
5 7
8 10
12 14 16
17 21
ii
23
i»
24 25
tt
LANGS EEN ANDERE WEG
ti
25
ÜE VROLlJKE: GOLF HET AVONTUUR BEGINT 'n CAWfóï^NENKLOOSTER IN *Ü T éTTË PAARD BIJ DE MEDEBROEDERS IN AVIGNON NOG DRIE DAGEN IN DE AUTO" WE GAAN NAAR ROMB DE EEUWIGE STAD DE "STEPHAN KEARNY" LIGT KIAAR
ti
26 27 28 28 29
ti
35
OPNIHM, DE ZEE OP
ii
37
MOEDIG \/ERDER ALEXANDRIE ALS VINKEN IN EEN BRAADPAN BRITS - INDIE OP NAAR SINGAPORE EEN ^ I E POKKENSTREEK DE POORT VAN CHINA HONGKONG SJANGHAI RAAR TIENTSIN
ii
37 39 41 44 48 50 50
- 1Z-
H tt ii
M tt
30
ii
32 32
ii
ii tt ii
H tt
M tl tt
52 54 56
INHOUDSOPGAVE DEEL III
: CHINA.
HOOFDSTUK 1
: PEIPING : HET HARTJE VAN HET HEMELSE RIJK LI W A N G CH'ÏAO : DE TAALSCHOOL HET LEVEN ROND DE BOERENKAMER OMRINGD DOOR HOFFELIJKE MENSEN ALS DE BLADEREN VALLEN EEN ONVERGETELIJKE .SINTERKLAAS ALS KERSTMIS NADERT LOtï P'ING VIERT KERSTMIS IN PEIPING WAAR GAAT 't HEEN ? CHINEES NIEUWJAAR EN DE TIJD TIKTE RUSTIG VOORT DE CHINESE MUUR BEZOEK VAN P. PROVINCIAAL VACANTIE MIDWINTERFEEST
HOOFDSTUK 2
: HET DOEK VALT WEER SJANGHAI
PAG. i> tf ii
' M II II II II 1!
II II II II II
1 4 8 9 10 11 13 15 15 18 20 24 26 27 28
II
33
II
35
DEEL IV
: OP DOORTOCHT NAAR....
II
1
HOOFDSTUK 1
: RATAVIA...»KRAMAT 138 KERSTMIS OP SEMILAK KAPELAAN OP KRAMAT DE VERRASSING
tl
1
«1
4 6
: NAAR HET ONBEKENDE LAN»
II
HOOFDSTUK 2
+
(J-
•1
II
7 9