VNG
M*>V>1(
VeieKViging van Nedet fandse Gemeenten
Bibliotheek
G
OT^
<2o
HET JEUGDBELEID ONDER DE LOEP" Nota jeugdbeleid 2004 - 2007
E
M
E
E
N
T
E
WAALRE
SAMENVATTING Definitie jeugdbeleid Jeugdbeleid is het instandhouden dan wel het bevorderen van gunstige omstandigheden voor het ontwikkelings- en groeiproces van jongeren door middel van het zorgdragen voor een samenhangend netwerk van maatregelen en voorzieningen op alle daarvoor in aanmerking komende beleidsterreinen, waaronder in het bijzonder de terreinen huisvesting, educatie, arbeid, zorg en welzijn. Kengetallen Op l januari 2003 woonden er circa 3.800 jongeren in Waalre. Een percentage van 23% is laag ten opzichte van het landelijke gemiddelde van 33%. Er is dan ook sprake van een sterke vergrijzing dan wel ontgroening. Ontwikkelingsmilieus en verantwoordelijkheden m het jeugdbeleid Er wordt onderscheid gemaakt in het eerste ontwikkelingsmilieu (opvoeding en huisvesting), het tweede ontwikkelingsmilieu (educatie en arbeid) en het derde ontwikkelingsmilieu (de sociale omgeving). De overheid intervenieert in meer of mindere mate in deze ontwikkelingsmilieus. De verantwoordelijkheid van de rijksoverheid ligt voornamelijk op het gebied van monttoring, het bevorderen van samenhang, het ondersteunen en stimuleren van lagere overheden en het scheppen van randvoorwaarden. De verantwoordelijkheid van de provincie ligt vooral op het terrein van planning en financiering van de hulpverlening, de regie over een samenhangende regionale jeugdzorg en de ondersteuning van het algemeen jeugdwelzijnswerk. De gemeente is verantwoordelijk voor het samenhangend jeugdbeleid als regisseur, waarbij maatwerk en "de klant" voorop moeten staan. Gemeentelijk jeugdbeleid Algemeen jeugdbeleid Algemeen preventief jeugdbeleid Gericht preventief jeugdbeleid
Voorbeelden voorzieningen in Waalre Peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, speel terrein en, jeugd- en jongerenwerk, sport, cultuur, onderwijs en huisvesting. Jeugdgezondheidszorg, schoolprojecten zoals "Mijn & Dijn", Bureau Halt, leerplicht. Voorkomen schooluitval, voorkomen werkloosheid, ontwikkeling achterstandenbeleid.
Er moet een aaneengesloten keten ontstaan. Rijk, provincie en gemeenten hebben daarom afspraken met elkaar gemaakt en deze vastgelegd in het Bestuursakkoord Nieuwe Stijl (BANS). Er zijn geen specifieke rijksmiddelen beschikbaar gesteld. Afgesproken is wel dat rijk en gemeenten de kosten zullen dragen. Jeugdbeleid en jeugdzorg De keten moet bovendien worden doorgetrokken van jeugdbeleid naar jeugdzorg. Vanaf 2004 zal de Wet op de Jeugdzorg de Wet op de jeugdhulpverlening gaan vervangen. Deze wet heeft consequenties voor de jeugdzorg, maar ook voor het lokale jeugdbeleid. De provincie stelt een beleidskader op en maakt uitvoeringsprogramma's. Het SRE speelt een rol in de afstemming van jeugdbeleid en jeugdzorg op regionaal niveau. De Regiovisie Jeugd is in het leven geroepen om op regionaal niveau afstemming te vinden tussen het jeugdbeleid en de jeugdzorg en afspraken vast te leggen. In onderstaand schema wordt een onderscheid gemaakt in de verantwoordelijkheden van de gemeenten, de verantwoordelijkheden van de jeugdzorg (provincie, justitie en AWBZ) en de verantwoordelijkheden van zowel gemeenten als jeugdzorg (gedeelde verantwoordelijkheid).
Gemeentelijke verantwoordelijkheid
jeugdbeleid Algemeen jeugdbeleid
Doelgroep Alle jongeren en hun opvoeders
Gericht jeugdbeleid
Gedeelde verantwoordelijkheid Bureau jeugdzorg
Verantwoordelijkheid jeugdzorg (provincie, justitie en AWBZ)
Preventieve jeugdzorg
Basïsjeugdzorg
Geïndiceerde Jeugdzorg
Doelgroep
Doelgroep
Doelgroep
Doelgroep
Risicogroepen
Jongeren en hun opvoeders met
Jongeren en hun opvoeders
Jongeren en
problemen
met specifieke problemen
opvoeders met geïndiceerde zorg
F uncties/activiteiten
Functies en activiteiten
Onderwijsachterstandenbeleid
Informatie en consultatie
Diagnostiek
Intensieve t hutsbegeleiding
Jeugdgezondheidszorg
Regionaal Meld en Coördinatiepunt
Aanmelding en screening
Indicatiestelling
Families rïrst
Jeugdwerk
Kinderopvang plus
Korte ambulante hulp
Zorgtoewijzing
Daghulp
Kinderopvang
Regionaal
Schoolmaatschappelijk werk
Plaatsing
Aandachtsvelden en activiteiten
Gemeentelijk Onderwijsbeleid
Opleidingscentrum
(Semi)
residentiële hulp
Sport
Arbeidsbegeleiding
Onderwijs preventieprojecten
Casemanagement
Residentiële zorg
Jeugd informatie
D rugspreventie
Jeugd preventi eproj ecten
Algemeen Meldpunt
Pleegzorg
Arbeidsvoorziening
Bureau HALT
Opvoedingsondersteuning
Voorlichting over opvoeding
Jeugd en veiligheid
Kindermishandeling
Opvoedingsondersteuning Straathoekwerk
Knelpunten Waalre Het basisaanbod voor de jongste kinderen is in Waalre, met inachtname van de schaal van Waalre, redelijk tot goed te noemen. Er zijn huisartsen, thuiszorg (consultatiebureau), GGD, AMW, basisscholen, leerplicht, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, sociaal cultureel werk, sport- en spelvoorzieningen, politie en preventieprojecten, een jeugdzorgnetwerk etc. Door middel van het Brede School Concept wordt naar een betere en verregaande samenwerking tussen partijen gestreefd. De jongste kinderen groeien dus op in de betrekkelijk veilige omgeving van dit dorp waar de meeste voorzieningen aanwezig zijn. Een belangrijk "breekpunt" is het moment dat jongeren de basisschool verlaten. Jongeren in de leeftijd van het voortgezet onderwijs groeien nauwelijks op in ons dorp. Zij zijn voor bijna alle voorzieningen aangewezen op de buurgemeenten; er zijn hier geen scholen voor voortgezet onderwijs en er zijn hier weinig voorzieningen voor deze leeftijdsgroep (jongerencentrum, zwembad, ijsbaan, discotheek etc.). Een aantal jongeren maakt natuurlijk nog wel gebruik van de eerder genoemde voorzieningen als sportvoorzieningen, sociaal cultureel werk, jongerenwerk etc. Omdat de groep zeer pluriform is, dient sprake te zijn van "maatwerkbeleid". Werken en studeren vinden eveneens niet plaats in Waalre. Voor jongeren die in Waalre blijven of na hun studie terugkeren, is huisvesting een probleem. Het nieuwe Volkshuisvestingsplan besteedt hier aandacht aan. Actieplan Wij hebben een actieplan opgesteld voor de komende jaren. Het jeugdbeleid zal gericht zijn op a. het continueren en aanvullen van het basisaanbod en b. het zorgdragen dat alle jongeren (en hun opvoeders) voldoende van dit basisaanbod gebruik kunnen maken. In het actieplan treft u daarom aan activiteiten die al plaatsvinden (het jeugdzorgnetwerk), nieuwe activiteiten (het beleidsnetwerk) en nieuwe projecten (het opzetten van tieneropvang). Naast de reguliere subsidies (peuterspeelzaalwerk, kinderopvang etc.) wordt op de post "uitvoering jeugd- en jongerenwerk" 2004 een bedrag opgenomen van € 40.000 incidenteel en € 10.000 structureel (in plaats van de huidige € 7.000 structureel) om alle activiteiten en projecten mogelijk te maken.
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING INLEIDING HOOFDSTUK I. 1.1.
1.2. 1.3. 1.4. HOOFDSTUK 2.
2.1. 2.2. 2.3. 2.4. HOOFDSTUK 3. 3.1.
3.2. 3.3.
3.4. 3.5.
ACHTERGRONDEN JEUGDBELEID Inleiding Definities jeugdbeleid Verdeling verantwoordelijkheden jeugdbeleid Jeugdbeleid in een breder kader
6
6 7 10
IN GESPREK MET JONGEREN Inleiding Informatie bijeenkomsten Regiovisie Jeugd Informatie panels jeugdbeleid Knelpunten jeugdbeleid
12 13
HET JEUGDBELEID 2004-2007 Inleiding Infrastructuur jeugdbeleid Aanbod jeugdbeleid Actieplan Financiën
14 14 15 19
22
BIJLAGEN SAMENVATTING "RECHTEN VAN HET KIND" BASISGEGEVENS DOELGROEP JONGEREN STAND VAN ZAKEN JEUGDBELEID MEI 2004 CHECKLIST BASISAANBOD LOKAAL JEUGDBELEID VERSLAGEN PANELS JEUGDBELEID
25 26 27 35 40
INLEIDING De nota die tot op heden wordt gebruikt als leidraad voor het jeugdbeleid dateert van 1998. Eind 2001 is deze nota geëvalueerd in samenwerking met de jeugd- en jongerenwerkers van de Stichting Brede Welzijnsinstelling Waalre. In de nota van 1998 wordt theorie behandeld en zijn actiepunten geformuleerd. De stand van zaken met betrekking tot de actiepunten treft u aan in de bijlagen. Er is behoefte aan een nieuw beleidskader. Met een nieuwe nota jeugdbeleid willen wij inzicht geven in de activiteiten die worden uitgevoerd op het terrein van jeugdbeleid, hoe deze met elkaar samenhangen en welke activiteiten en projecten wij de komende jaren zullen uitvoeren om het
basisaanbod in stand te houden, aan te vullen en te verbeteren en iedereen dit dat wil de gelegenheid te geven er gebruik van te kunnen maken. Hoofdstuk l gaat in op de achtergronden van het jeugdbeleid, hoofdstuk 2 bevat de resultaten van de gesprekken met jongeren en opvoeders en in hoofdstuk 3 wordt het jeugdbeleid voor de komende jaren geformuleerd.
"Vooroordelen: -Jeugd heeft geen normen en woorden -Jeugd wordt thuis met meer opgevoed -Jeugd is egocentrisch en niet geéngogeerd -Jeugd is lui en racistisch
-Jeugd wordt steeds gewelddadiger" "Gevaar van beeldvorming:
Negatieve beeldvorming (gebaseerd op excessen kleine groep) is op zichzelf een belangrijke risicofactor, want bepaoft in sterke mate de eenzijdige politieke en maatschappelijke prioriteiten van het beleid: terugval op disciplinering Jeugd heeft allereerst poshief jeugdbeleid nodig; erkenning van talenten, behoeften en belangen als medeburgers van de samenleving/"
bron: presentatie Micha de Winter, Groningen 2000
HOOFDSTUK l LI.
ACHTERGRONDEN JEUGDBELEID
Inleiding
In dit hoofdstuk treft u aan de definities, de uitgangspunten, de verdeling van de verantwoordelijkheden en wordt het bredere kader geschetst. Als bronnen zijn geraadpleegd rijksbeleid, provinciaal en regionaal beleid, bevolkingsgegevens etc. 1.2.
Definities
1.2.1. Doel jeugdbeleid Het doel van het jeugdbeleid is het instandhouden dan wel het bevorderen van gunstige omstandigheden voor het ontwikkelings- en groeiproces van jongeren door middel van het zorgdragen voor een samenhangend netwerk van maatregelen en voorzieningen op alle daarvoor in aanmerking komende beleidsterreinen, waaronder voornamelijk de terreinen huisvesting, educatie, arbeid, zorg en welzijn, jeugdbeleid is daarmee een onderdeel van lokaal sociaal beleid; het vergroten van de leefbaarheid van de samenleving en het welzijn van mensen. l .2.2. Doelgroep jeugdbeleid Het jeugdbeleid richt zich in het algemeen op jongeren in de leeftijd van O tot 25 jaar. De definitie is namelijk afhankelijk van het perspectief van waaruit jeugdbeleid wordt benaderd; de "Rechten van het Kind" hanteert een andere definitie dan de jeugdzorg. De doelgroep wordt bovendien ook vaak gesplitst in subgroepen. Een gebruikelijke indeling is 0-4 jaar, 4-12 jaar, 12-18 jaar en 18-25 jaar. Op l januari 2003 bedroeg het inwoneraantal van Waalre 16.336. Jongeren zijn conform de "Rechten van het Kind" alle personen van O tot 18 jaar. Het aantal Waalrese jongeren van O tot 18 jaar bedroeg op l januari 2003 3.798, een percentage van 23,25% van de totale Waalrese bevolking. Dit is een laag percentage ten opzichte van het landelijke gemiddelde van 33%. Uitgaande van de definitie dat jongeren personen van O tot 25 jaar zijn, ligt het percentage op 28,5 %, wat nog steeds aan de lage kant is ten opzichte van het landelijke gemiddelde.
In de bijlagen zijn twee schema's opgenomen, die een overzicht geven van het aantal jongens en meisjes per leeftijd (van 0-18 jaar) en per gebied (Waalre, Buitengebied Waalre, Aalst, buitengebied Aalst, Voldijn, Ekenrooi en buitengebied Ekenrooi). Hieruit valt af te leiden dat Waalre sterk vergrijst dan wel ontgroent. Indien geen actief beleid wordt gevoerd, heeft een en ander verregaande consequenties voor de opbouw van de bevolking en dus de voorzieningen en leefbaarheid in Waalre. l .2.3. Definities jeugdbeleid In het algemeen wordt een onderscheid gemaakt in algemeen jeugdbeleid, algemeen preventief jeugdbeleid en gericht preventief jeugdbeleid.
Jeugdbeleid is al het overheidshandelen dat, bedoeld of onbedoeld, invloed heeft op de ontwikkelingsmogelijkheden of de maatschappelijke positie van alle jongeren, op alle leefgebieden, jeugdbeleid is met name gericht op het aanbrengen van samenhang, het met elkaar in overeenstemming brengen van het beleid, dat binnen de afzonderlijke beleidssectoren ten behoeve van jongeren wordt ontwikkeld en uitgevoerd. Algemeen jeugdbeleid is jeugdbeleid dat is gericht op alle jongeren. Het is gericht op de participatie van jongeren in de maatschappij en daarmee op de toeleiding van jongeren naar volwassenheid door middel van voorwaardenscheppend beleid.
Dit krijgt vooral gestalte door het instandhouden van een breed aanbod van algemene voorzieningen voor jongeren, bijvoorbeeld peuterspeelzalen, kinderopvang en scholen. Algemeen preventief jeugdbeleid is beleid dat is gericht op het voorkomen van achterstanden van alle jongeren zoals de jeugdgezondheidszorg. Gericht preventief jeugdbeleid is beleid dat is gericht op het door middel van een samenhangend, herkenbaar en bereikbaar aanbod bevorderen van een optimale ontwikkeling van specifieke groepen jongeren ter voorkoming van achterstanden of problemen van en met jongeren. Centraal staat het signaleren en voorkomen van problemen bij jongeren die een verhoogd risico lopen om in een
achterstandspositie te raken. Het voorkomen van achterstandssituaties begint al bij de geboorte van het kind. Opvoedondersteuning kan ouders en opvoeders steun bieden bij het opvoeden en is een voorbeeld
van gericht preventief jeugdbeleid. Eén van de conclusies uit de module 'Bouwen aan opvoeding* van de GGD Zuidoost-brabant is dat er niet zozeer behoefte is aan een nieuw aanbod, maar dat er sprake moet zijn van continuïteit en betere afstemming. Een taak voor de gemeente kan liggen in een betere p.r.
Gemeentelijk jeugdbeleid
Voorzieningen Waalre
Algemeen jeugdbeleid
Peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, speelterreinen, jeugd- en jongerenwerk, sport, cultuur, onderwijs en huisvesting. jeugdgezondheidszorg, scholenpreventieprojecten zoals "Mijn & Dijn", Bureau Halt, leerplicht.
Algemeen preventief jeugdbeleid Gericht preventief jeugdbeleid
Voorkomen schooluitval, voorkomen werkeloosheid, ontwikkeling achterstandenbeleid.
l .2.4. Globale beleidsuitgangspunten jeugdbeleid De uitgangspunten voor jeugdbeleid zijn preventie, participatie en perspectief. Onder preventie wordt verstaan het voorkomen, terugdringen en beperken van achterstanden in de toekomst. Hiertoe behoren activiteiten in de voorschoolse fase, het voorkomen van schooluitval, het bieden van vrijetijdsbesteding, opvoedingsondersteuning, goede voorlichting over bijvoorbeeld alcohol, drugs en gokken etc. Bij participatie gaat het om het betrekken van jongeren bij zaken die hen aangaan. Het betreft hier algehele maatschappelijke participatie; het behandelen van jongeren als volwaardige leden van de samenleving en dus jongeren in de gelegenheid te stellen taken op zich te nemen, verantwoordelijkheid te dragen en eigen beslissingen te nemen. Perspectief staat voor het scheppen van omstandigheden waarbinnen jongeren in staat zijn hun toekomst vorm te geven. l .3.
Verdeling verantwoordelijkheid jeugdbeleid
l .3. L De drie ontwikkelingsmilieus De verantwoordelijkheid voor de opvoeding ligt in eerste instantie bij de opvoeders (ouders/verzorgers) maar daarnaast ook bij de overheid en het particuliere initiatief. Er wordt onderscheid gemaakt in: het eerste ontwikkelingsmilieu, te weten opvoeding en huisvesting; het tweede ontwikkelingsmilieu, te weten educatie en arbeid;
het derde ontwikkelingsmilieu, te weten de sociale omgeving. Bij het eerste ontwikkelingsmilieu gaat het om de directe leefomgeving van jongeren; het huis, het gezin en de omgeving waarin jongeren opgroeien. De eerste jaren is een kind volledig afhankelijk van de opvoeders. Naarmate kinderen ouder worden, worden de opvoeders afhankelijker van anderen, omdat invloeden van buitenaf belangrijker worden en de laatste jaren zelfs steeds sterker zijn geworden. Voorzieningen waar de overheid verantwoordelijk voor is, zijn onder andere gezondheidszorg, opvoedingsondersteuning, peuterspeelzalen en kinderopvang. Naarmate kinderen ouder worden, blijven opvoeders verantwoordelijk, maar komen kinderen meer en meer in aanraking met het tweede ontwikkelingsmilieu, te weten onderwijs en (de voorbereiding op) arbeid. De overheid is zich aan het begin van de 19* eeuw met deze zaken gaan bemoeien, met als belangrijkste drijfveer het beschermen van en het overbrengen van kennis aan kinderen en met het streven ongediplomeerd schoolverlaten te voorkomen. Jongeren worden steeds onafhankelijker en mobieler en gaan steeds meer vertoeven in het derde ontwikkelingsmilieu; vrienden, sport, recreatie etc. De taak van de overheid is het scheppen van voorwaarden op het terrein van sociaal cultureel werk, recreatie, sport en cultuur.
"It tokes a vil/oge tot roise o child" bron: presentatie Mkha de Winter, Groningen 2000
1.3.2. Overzicht bestuurlijke verhoudingen jeugdbeleid en jeugdzorg Diverse partijen dragen dus verantwoordelijkheid binnen het jeugdbeleid. Deze verantwoordelijkheid ligt echter op verschillende terreinen, die elkaar soms overlappen. In onderstaande schema's wordt een onderscheid gemaakt in de vrij toegankelijke algemene voorzieningen en de geïndiceerde hulp, zorg en onderwijs én de verantwoordelijkheden van de gemeentelijke overheid, de verantwoordelijkheden van de jeugdzorg (provincie, justitie en AWBZ) en de verantwoordelijkheden van zowel gemeenten als jeugdzorg (gedeelde verantwoordelijkheid). Zorgketen van jeugdbeleid tot jeugdzorg Vrij toegankelijke algemene voorzieningen Algemeen maatschappelijk werk Bureau jeugdzorg
Geïndiceerde hulp, zorg en onderwijs Diagnostiek, indicatiestelling, plaatsing,
Jeugdzorg-LVG Jeugd-GGZ
AMK
Jeugdbescherming jeugdreclassering Raad voor de kinderbescherming je ugdhu Ipverlen ing Justitiële jeugdhulpverlening Speciaal onderwijs
jeugd- en jongerenwerk Jeugdgezondheidszorg Vrij etijdsbested ing
Werk- en in komstenvoorzi en ingen Politie & Justitie
-
Sport- en spel voorzieningen Sociaal Cultureel Werk Onderwijs
Pe uterspee izaaiwerk Basisonderwijs
Voortgezet onderwijs
Opvang
Leerplicht Kinderopvang Buitenschoolse opvang
Huisarts
jeugdbeleid en jeugdzorg vergen een integrale aanpak. De verantwoordelijkheden van de betrokken partijen lopen uiteen. De verantwoordelijkheid van de rijksoverheid ligt met name op het gebied van monitoring, het bevorderen van samenhang, het ondersteunen en stimuleren van lagere overheden en het scheppen van randvoorwaarden. De verantwoordelijkheid van de provincie ligt met name op het terrein van planning en financiering van de hulpverlening, de regie over een samenhangende regionale jeugdzorg en de ondersteuning van het algemeen jeugdwelzijnswerk. De gemeente is verantwoordelijk voor het samenhangend jeugdbeleid als regisseur, waarbij maatwerk en "de klant" voorop moeten staan. Gemeentelijke verantwoordelijkheid jeugdbeleid Gericht jeugdbeleid Algemeen
Gedeelde verantwoordelijkheid
Verantwoordelijkheid jeugdzorg (provincie, justitie en AWBZ)
Bureau jeugdzorg
Geïnd i c.
Jeugdzorg
jeugdbeleid Preventieve jeugdzorg
Doelgroep Alle jongeren en hun opvoeders
Doelgroep Risicogroepen
Aandachtsvelden en activiteiten OnderwijsachterGemeentelijk standenbeleid onderwijsbeleid Regionaal Meld en Jeugdgezondheidszorg Coördinatiepunt Kinderopvang plus Jeugdwerk Regionaal Kinderopvang Opleidingscentrum
Sport
Arbeids begeleiding
Doelgroep Jongeren en hun opvoeders met problemen
Basisjeugdzorg Doelgroep Jongeren en hun opvoeders met specifieke problemen
Doelgroep Jongeren en opvoeders met geïnd ie zorg
Functies/activiteiten Informatie en consultatie
Functies en activiteiten
Aanmelding en screening
Indicatiestelling
Intensieve thuisbegeleiding Families First
Korte ambulante hulp Schoolmaatschappelijk werk
Zorgtoewijzing Plaatsing
Daghulp (Sem i) resi-
Onderwijspreventie-
Casemanagement
Residentiële zorg
Algemeen Meldpunt Kindermishandeling
Pleegzorg
Diagnostiek
dentiële hulp projecten
eugdinformatie Arbeidsvoorziening Opvoedingsvoorlichting
Drugs preventie
|eugdpreventieprojecten
Bureau HALT
O pvoed ings on dersteu n ing
Jeugd en veiligheid
Opvoedingsondersteuning Straathoekwerk Bron: publicatie provincie Noord-Brobont
Door de verschillende betrokken partijen kunnen afstemmingsproblemen ontstaan en daarom is het verbeteren van de samenwerking tussen de partijen belangrijk. Er moet een aaneengesloten keten ontstaan. Rijk, provincie en gemeenten hebben afspraken vastgelegd in het Bestuursakkoord Nieuwe Stijl (BANS). Op basis van dit akkoord hebben rijk, IPO en VNG een visie ontwikkeld (jeugd in Balans). Er zijn vijf criteria geformuleerd waaraan overheden hun beleid moeten toetsen: het beleid moet worden gemaakt met de jeugd; het beleid moet niet alleen zijn gericht op problemen, maar ook op algemene voorzieningen: het beleid moet meer preventief van aard zijn; instellingen moeten worden gestimuleerd om een samenhangend aanbod te realiseren dat aansluit bij de vraag van jongeren en hun opvoeders;
projectenbeleid inzetten ter versterking van het structurele aanbod. Het eerste BANS-overleg betrof de sluitende aanpak voor 0-6 jarigen en het tweede BANS-overleg betrof de jeugd van 6 jaar en ouder. Vooral de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs en de overgang van voortgezet onderwijs naar vervolgopleiding of werk hebben aandacht gekregen. Bij het vervolg op BANS zal meer aandacht gaan naar de oudere jeugd. Er zijn geen specifieke rijksmiddelen beschikbaar gesteld. Afgesproken is wel dat rijk en gemeenten de kosten dragen. Dit betekent dat gemeenten, naast de middelen die zij ontvangen uit verschillende stimuleringsmaatregelen, ook zelf budget dienen vrij te maken. 1.4.
Jeugdbeleid in een breder kader
Jeugdbeleid als onderdeel van Lokaal Sociaal Beleid Lokaal sociaal beleid is een derde peiler van beleid naast economische en ruimtelijk beleid. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de sociale integratie van burgers en voor het bevorderen van sociale samenhang. Welzijnsbeleid vormt een belangrijke component van lokaal sociaal beleid. Doel van welzijnsbeleid is de zelfredzaamheid en de ontplooiingsmogelijkheden van burgers te vergroten, hun deelname aan de samenleving te stimuleren, mogelijkheden te bieden aan burgers die in een achterstandspositie zijn geraakt, het signaleren van acute en/of nieuwe problemen in de sfeer van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie en het ontwikkelen van een adequate oplossing daarvoor. Concreet betekent dit dat er voldoende mogelijkheden moeten zijn voor de volgende vier functies, te weten ontmoeting, opvang, ontplooiing, ontspanning en recreatie. Het is van groot belang dat burgers zelf actief en verantwoordelijk blijven voor hun eigen omgeving. Gemeenten moeten er voor zorgen dat de voorzieningen toereikend zijn. Sleutelbegrippen zijn maatwerk, flexibiliteit, een functionele benadering en goede toegankelijkheid vooral voor kwetsbare groepen, waaronder ook jongeren worden gerekend. Jeugdbeleid en het verdrag van "de Rechten van het Kind" In Nederland is in 1995 het verdrag van "de Rechten van het Kind" van kracht geworden. Bijna alle landen in de wereld hebben dit verdrag aanvaard. Dit verdrag kan als basisdocument worden gezien voor alle beleid en alle activiteiten en projecten. In de bijlagen treft u een samenvatting van de artikelen uit het verdrag aan. Samengevat komt het verdrag er op neer dat jongeren een gezonde en veilige basis moet worden geboden en dat de overheid de voorwaarden moet scheppen om dit mogelijk te maken.
10
HOOFDSTUK 2 2.1.
IN GESPREK MET JONGEREN
Inleiding
Wezenlijk bij het opstellen van een nota jeugdbeleid is inspraak en participatie van jongeren, hun opvoeders en organisaties die werkzaam zijn op het brede terrein van jeugdbeleid. In het najaar van 2003 zijn panels georganiseerd. Bovendien is gebruik gemaakt van de informatie uit de bijeenkomsten die rondom de nieuwe Regiovisie Jeugd zijn georganiseerd, waaraan Waalrese jongeren en opvoeders hebben deelgenomen. In dit hoofdstuk treft u de informatie aan uit de bijeenkomsten.
"Ui onderzoek Wijkt - Jeugd heeft, dezelfde normen en waarden
- Meeste ouders en jongeren zijn tevreden over opvoeding -
Vee/jongeren zijn graag maatschappelijk actief
- 60% heeft bijbaantjes - jeugd is minder racistisch Voor toename is er geen historisch verge/ykingsmoteriaa/, lange termijn zelfs minder?" Bron: presentatie Micha de Winter, Groningen 2000
2,2.
Bijeenkomsten ''Regiovisie Jeugd 2004-2007"
Om de vier jaar wordt een Regiovisie Jeugd opgesteld. Aan jongeren en opvoeders is in het kader van de nieuwe regiovisie de vraag voorgelegd: "wat gaat goed, wat kan beter, wat kan ik daar zelf aan doen en wat verwacht ik van anderen". Een aantal Waalrese jongeren (circa 15 jaar) en hun opvoeders (circa 55 jaar) heeft deelgenomen. De bijeenkomsten hebben het volgende resultaat opgeleverd: Wat gaat goed? Er is voldoende speelruimte voor kleinere kinderen
Er wordt veel buiten gespeeld Het is er prettig wonen Oudere jeugd laat jongere jeugd met rust Betrokkenheid buurten is goed
Wat moet beter? Ontmoetingsplekken voor oudere jeugd in het dorp Huisvesting voor jongeren ontbreekt Verantwoordelijkheid van de ouders
Contact tussen jongeren en volwassenen Beeld volwassenen van jongeren Ouders verwachten te veel van hun kinderen naast school en werk Goede voor- en naschoolse opvang Betere informatie over aantal zaken Voorlichting over bepaalde thema's (drankgebruik etc.)
Toezicht van ouders en jongerenwerkers Parkeergedrag bij de scholen Meer flexibiliteit en aanbod voor oudere jeugd
Organiseren van niet-deeinemers en ex-deelnemers Jeugdhonken/tieneropvang op wijkniveau Aanpassen openingstijden gemeentehuis
Openbaar vervoer ontbreekt 's nachts
Als prioriteiten zijn aangewezen: jeugdhonken, jonge ren huisvesting, voorlichting/preventie, uitgaan, communicatie tussen jongeren en volwassenen. Als hoogste prioriteit is aangewezen: een jeugdhonk c.q. een ontmoetingsplek voor jongeren.
Als redenen voor het nog niet aanwezig zijn van deze voorziening(en) zijn door de deelnemers als argumenten naar voren gebracht: volwassenen hebben weinig vertrouwen in jongeren, (sommige) jongeren vernielen zaken, de tijd voor de realisatie duurt te lang, onwil van het gemeentebestuur, omwonenden zijn bang voor overlast, de gemeente luistert niet naar jongeren, procedures zijn onbekend, geld wordt anders besteed etc. Als mogelijke oplossingen zijn in de gespreksronden aan de orde geweest: Gemeente
Volwassenen
Jongeren
SCW
Doelgericht
Communiceren
Vechten voor
Communiceren
Rond de tafel
Beleid/plan van aanpak
Meer interesse in jongeren
Communiceren
Meer SCW-ers
Activiteiten t.b.v. jeugc
Communiceren
Info over jongeren en hangplekken
Zoek contact met omwonenden
Daadkracht
Er op af stappen
Fatsoen t.o.v. omwonenden
Meewerken
Organiseer contact
Ben je bewust van bedreiging van groepen met volwassenen voor anderen
Luisteren en doen
Leer contact met jeugc
Resultaat/belang aangeven Elkaar opvoeden/ Corrigeren Inzetten
Meer SCW-ers Resultaat/belang kennen Vertr ouwen/stim u leer zelfwerkzaamheid
Meer betrokkenheid en sturing eigen ouders bij eigen kinderen
Ondersteunen/ adviseren gemeente Informeren belanghebbenden: gemeente-jeugdvolwassenen Jongeren in contact
Communicatie
en volwassenen Kennen en gekend worden Kernraad inschakelen
Binnenlopen
Resultaat/ succes
garantie Informatie over
redenen (wel/niet) leugd en gemeente aan tafel nternetsite-chatruimte
nfo over wat er
Betrek jongeren bij de uitvoering van beleid
gebeurt 1edia gebruiken Duidelijke taal nfo bekendmaken en vindbaar Succesverhalen in de media Communicatie jeugdemeente: belangrijk is nfo aan de gemeente contactpersoon bij de emeente)
2.3. Bijeenkomsten "panels jeugdbeleid 2003" Er zijn twee panels met jongeren georganiseerd, één panel met jongeren van l O-12 jaar en één panel met jongeren van 14-20 jaar. De verslagen van deze bijeenkomsten treft u aan in de bijlagen. Samenvatting resultaten panel jongeren l O-12 jaar
In de vorm van een kringgesprek is gediscussieerd over een aantal thema's. Met name de thema's onderwijs, vrije tijd en veiligheid spraken deze jongeren aan. Opvallend was dat, hoewel de jongeren allen lid zijn van een sportvereniging, zij opteren voor regelmatig terugkerende open vrijblijvende sportieve activiteiten in de wijk tegen een zeer laag tarief of zelfs gratis. Het accent ligt duidelijk op de buitenruimte; meer ruimte voor jongeren, meer activiteiten voor jongeren etc. Het blauwe speeltuintje wordt gezien als dé ontmoetingsplek voor jongeren in Ekenrooi. Bovendien worden de scholen gezien als dé informatieverstrekkers aan jongeren.
I2
Samenvatting resultaten panel jongeren 14-20 jaar
In dit panel is de "flappenmethode" gebruikt (zie verslag in bijlagen). Deze jongeren hebben prioriteit gegeven aan het thema "vrijetijdsbesteding". De jongeren vinden dat er te weinig te doen is voor de leeftijdscategorie "voortgezet onderwijs". Er zou zowel meer buitenruimte moet worden ingericht (trapvelden, basketbal, skaten, volleybal etc.) als binnenruimte (informele ontmoetingsplekken met inloop- en huiskamerfuncties). Bovendien wordt qua aanbod een muziekschool dan wel een repetitieruimte met basisapparatuur gemist en zijn de muzieklessen te duur. De jongeren geven aan het leuk te vinden om mee te kunnen praten en willen beter op de hoogte worden gebracht van hetgeen er in het dorp speelt.
"Oplossingen volgens jongeren: - Betere informatie voor ouders en docenten over opvoeding en problemen - Als ouders het echt niet kunnen, mag je ze best naar een opvoedingscursus sturen - Financiële steun
- Op school: meer persoonlijke aandacht en hulp bij problemen - Meer kennis, tijd en aandacht bij docenten voor interculturele problematiek - Meer opvang, educatieve, recreatieve en sportvoorzieningen in de buurt - Aleer vo/wassenen die zich in de buurt om jeugd bekommeren - Beter toezicht op straat"
Bron: presentatie Micha de Winter, Groningen 2000
2.4. Knelpunten jeugdbeleid Gezien de stand van zaken (zie de bijlagen), de resultaten van de bijeenkomsten en de ervaringen met het jeugdbeleid tot op heden, kunnen, kort samengevat en voorzover deze binnen het bereik van het jeugdbeleid liggen, als knelpunten worden genoemd: Infrastructuur/netwerk Jeugdbeleid is autonoom beleid. Er moet echter ook aandacht zijn voor rijks- dan wel provinciaal beleid, aan afstemming tussen jeugdbeleid en jeugdzorg, aan afstemming tussen jeugdbeleid en andere beleidsterreinen etc. Goede infrastructuren zijn belangrijk, zowel intern als extern. Behoeften/informatie/inspraak en participatie
De behoeften van de doelgroep zijn onvoldoende bekend. De informatievoorziening aan de doelgroep kan beter. Inspraak en participatie van de doelgroep is moeilijk te organiseren, maar is noodzakelijk en dus moeten er oplossingen worden bedacht. Aanbod De doelgroep vormt een pluriforme groep. Er moet dus sprake zijn van "maatwerkbeleid". Met verenigingen en instellingen moeten goede afspraken worden gemaakt over het aanbod, zodat het huidige aanbod op peil blijft of zelfs verbetert, er meer samenhang ontstaat en er wordt zorggedragen voor een optimaal bereik. Bij de inrichting van ruimte in algemene zin, moet meer rekening worden gehouden met de doelgroep ("huiskamers", ontmoetingsplekken, trapvelden etc.).
HOOFDSTUK 3 3.1.
HET JEUGDBELEID 2004 - 2007
Inleiding
Binnen het jeugdbeleid in brede zin zijn een zevental thema's belangrijk, te weten zorg, onderwijs, opvang, preventie, vrijetijdsbesteding, werk & inkomen en wonen. Het team beleid formuleert beleid voor de thema's zorg, onderwijs, opvang, preventie en vrije tijdsbesteding, het team Werk, Zorg en Inkomen voor het thema werk & inkomen en Volkshuisvesting voor het thema wonen. Deze nota concentreert zich vervolgens op de thema's zorg, opvang, preventie en vrijetijdsbesteding. Het beleid ten aanzien van het thema onderwijs vindt u namelijk terug in de nieuwe nota onderwijsbeleid en voor het beleid ten aanzien van bijvoorbeeld sport of recreatie & toerisme zijn eveneens aparte nota's opgesteld. Het gemeentelijk jeugdbeleid concentreert zich bovendien op de groep van O tot 18 jaar. Voor de groep van O tot 12 jaar is het "brede school concept" de basis en voor de groep 12 tot 18 jaar wordt gesproken over "maatwerkbeleid". Dit levert het volgende schema op:
Gemeentelijk jeugdbeleid Team beleid O - 18
Brede School Concept 0 - 1 2 jaar
Zorg
Thuiszorg GGD AMW Etc.
"maatwe rkbeleid"
12- 18 jaar
Onderwijs
Basisonderwijs Schoolbegeleiding Voortgezet onderwijs Leerplicht/RMC Etc.
Opvang
Peuterspeelzaarwerk Kinderopvang Tussenschoolseopvang Tieneropvang Etc.
Preventie
JPP Halt Politie Projecten leefstijl Etc.
Vrije tijd
Sport Cultuur Recreatie Spee (terreinen Etc.
3.2. Infrastructuur/netwerk Om samenhang in het jeugdbeleid te bewerkstelligen, is een goede infrastructuur/netwerk noodzakelijk. De gemeente is regisseur van het jeugdbeleid en daarmee verantwoordelijk voor het initiëren van nieuwe initiatieven, het creëren van variëteit, het hebben van kennis en overzicht van het lokale netwerk, het realiseren en houden van steun van de betrokken organisaties, de vorming en bestendiging van het netwerk en het intelligent gebruik van instrumenten en strategieën (bron: rapport Bergeijk). Er is één coördinerend wethouder jeugdbeleid en één beleidsmedewerker. De
gemeente maakt beleid en de uitvoering ligt voor een groot gedeelte bij de welzijnsinstelling. De sociaal cultureel werkers opereren vanuit de gemeenschapshuizen. Alle belangrijke partijen op het terrein van het jeugdbeleid en de jeugdzorg treffen elkaar bovendien in het jeugdzorgnetwerk. Dit jeugdzorgnetwerk wordt gecoördineerd door de pedagogisch preventiemedewerker. Mede door de afhankelijkheid van regionaal werkende instellingen (AMW, GGD, Thuiszorg, JPP etc.) wordt regionaal overleg georganiseerd. Het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) speelt hierin een
N
belangrijke rol. Voor afstemming van het jeugdbeleid en de jeugdzorg is bovendien de Regiovisie Jeugd in het leven geroepen.
3.4. Aanbod Doel is dat er een basisaanbod is en dat dit aanbod voor iedereen bereikbaar is. Het basisaanbod is dat aanbod dat nodig en noodzakelijk is; datgene wat voor jongeren (en opvoeders) minimaal aanwezig moet zijn. Het gaat om het volgende. Opvang
Kinderopvang valt onder de Welzijnswet 1994. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het kinderopvangbeleid. Het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang regelt de kwaliteit van de kinderopvang en het toezicht daarop. Gemeenten hebben dit vastgelegd in een verordening (modelverordening VNG). Met de Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang 19972002 is het aantal kindplaatsen fors uitgebreid. Per l januari 2005 zal de Wet basisvoorziening kinderopvang (WBK) in werking treden, die de financiering en kwaliteit van de kinderopvang regelt. Gemeenten zijn vanaf die datum verantwoordelijk voor eenzesde deel van de kinderopvangkosten ten behoeve van bijzondere doelgroepen (= bijstandsgerechtigden, herintreders, nieuwkomers en sociaal-medisch geïndiceerden). Bovendien blijven gemeenten verantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit, waarvan de uitvoering ligt bij de GGD-en, waarvoor gemeenten geen financiering zullen ontvangen.
Peuterspeelzalen vallen onder het welzijnsbeleid, sociaal cultureel werk. De positionering van het peuterspeelzaalwerk is niet duidelijk; wordt het ondergebracht bij de kinderopvang, het onderwijs of blijft het een zelfstandige werksoort? Veel gemeenten zijn bezig met de professionalisering van het peuterspeelzaalwerk. Onderwijs De gemeentelijke verantwoordelijkheid op het terrein van onderwijs betreft schoolbegeleiding, onderwijsachterstandenbeleid, Nederlands aan anderstaligen, huisvesting van basisonderwijs en voortgezet onderwijs en bijbehorende middelen, leerlingenvervoer, voorkomen voortijdig schoolverlaten, leerplicht en volwasseneneducatie. Er is meer aandacht voor een sluitende aanpak
vanaf de voorschoolse periode tot het behalen van een startkwalificatie. Er worden steeds meer verbanden gelegd tussen jeugdbeleid en onderwijs waarbij instrumenten bijvoorbeeld zijn de RMCfunctie, de leerplicht en de ROC-trajectbege leid ing. De brede school is een sprekend voorbeeld. Er is echter geen wet- en regelgeving en er worden ook geen middelen beschikbaar gesteld. Het beleid ten aanzien van onderwijs is geformuleerd in de nieuwe nota onderwijsbeleid Waalre 2003. Zorg Een deel van de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv), de Welzijnswet en de Wet op de Jeugdhulpverlening (die per l januari 2004 zal worden vervangen door de Wet op de Jeugdzorg) behandelen zaken die betrekking hebben op de gezondheid en het welbevinden van de jeugd. De gemeentelijke taken op dit terrein zijn lokaal gezondheidsbeleid, jeugdgezondheidszorg 0-19 jarigen, ambulante verslavingszorg, preventie en gezondheidsbevordering. De jeugdgezondheidszorg moet een belangrijkere plaats krijgen binnen het lokaal gezondheidsbeleid en jeugdbeleid. Het beleid ten aanzien van lokaal gezondheidsbeleid is geformuleerd in de nieuwe nota lokaal gezondheidsbeleid Waalre 2003.
15
Vrije tijd Er is weinig of geen overheidsbeleid ten aanzien van vrijetijdsbeleid. De gemeente is verantwoordelijk voor de veiligheid van sport- en speelvoorzieningen. De jongere jeugd blijkt in het algemeen meer interesse te hebben in structurele activiteiten in verenigingsverband dan de oudere jeugd en het voorzieningenniveau voor hen is in het algemeen voldoende te noemen, met name op het terrein van cultuur en sportactiviteiten. Vanuit VWS is de stimuleringsmaatregel Breedtesport ingesteld. Het beleid ten aanzien van sport is geformuleerd in de nieuwe nota "niet pingelen, maar spelen" en in 2004 verschijnt een nieuwe nota "kunst en cultuur" (er ligt reeds een startnota, "een koud kunstje"). De oudere jeugd heeft in het algemeen meer interesse in incidentele open activiteiten in een nietgebonden sfeer. Er is geen nota "sociaal cultureel werk", maar met het welzijnswerk zijn afspraken vastgelegd in budgetafspraken. Jeugd en jongerenwerk is de laatste jaren meer gericht geraakt op probleemjongeren, informatievoorziening en jeugdparticipatie. Nu komen versterking van de buitenschoolse opvang en experimenten met betrekking tot tieneropvang weer in de belangstelling.
Veiligheid/preventie Het thema veiligheid geniet veel belangstelling. De nadruk ligt op preventie. Gebleken is bijvoorbeeld dat er geen sluitende aanpak is in de preventie van jeugdcriminaliteit en dat verslavingsbeleid in kleinere gemeenten wordt beperkt door vraag en aanbod. Het feit dat de gemeente de regie heeft, maar geen instrumenten, blijkt hier niet aan bij te dragen. De nadruk ligt hier dus op het realiseren van een betere samenwerking tussen bestaande voorzieningen, zodat procedures sneller kunnen worden doorlopen en sneller kan worden ingegrepen. De belangrijkste partijen zijn gemeenten, politie, justitie en bureau Halt. Schets van Waalre ten aanzien van het aanbod In de bijlagen treft u aan een overzicht van het basisaanbod in het algemeen en het basisaanbod in Waalre. Bovendien is in de bijlage opgenomen de stand van zaken, voorjaar 2003. Hieronder volgt een samenvatting van het aanbod in Waalre. In eerste instantie worden kinderen van O tot 4 jaar gezien door Stichting Thuiszorg Kempenstreek; beter bekend als "het consultatiebureau". Het bereik is in de eerste jaren bijna 100%. Zodra deze kinderen naar de basisschool gaan, neemt de GGD Zuidoost-Brabant het over van Thuiszorg Kempenstreek. Beide organisaties ervaren dat zij, naast hun medische taak, steeds meer een adviserende taak richting de opvoeders hebben (opvoedingsondersteuning).
Naar schatting zo'n 70% van alle kinderen bezoekt een kinderdagverblijf en/of, vanaf 2,5 jaar, de peuterspeelzaal. In onze gemeenten zijn er geen kinderdagverblijven-plus of peuterspeelzalen-plus, ofwel kindercentra met een specifiek aanbod voor kinderen in achterstandsituaties. Vervolgens gaan alle kinderen naar één van de vijf basisscholen in onze gemeente. Bij uitzondering gaan kinderen naar het speciaal onderwijs of scholen van een bijzondere richting, waarvoor zij zijn aangewezen op scholen buiten onze gemeente. Voor deze kinderen heeft de gemeente wel de taak het vervoer van huis naar school en terug te regelen (het leerlingenvervoer).
Voor de meeste kinderen beginnen in de eerste groepen van het basisonderwijs de activiteiten buitenshuis; spelen bij vriendjes, meedoen met activiteiten in de wijkcentra, naar muziekles, naar de sportvereniging, in de vakantie naar de jeugdweek etc. De schooltijd en de vrijetijdsbesteding van jonge kinderen spelen zich dus voornamelijk af binnen de betrekkelijk veilige omgeving van het eigen dorp.
16
Vanaf het voortgezet onderwijs verdwijnen jongeren min of meer uit beeld. Er is geen voortgezet onderwijs in Waalre en de jongeren waaieren dus uit over de vele scholen in de diverse buurgemeenten. Verzuim in het onderwijs moet op basis van de Leerplichtwet door de schooldirecteur bij de leerplichtambtenaar worden gemeld. In onze gemeente bedraagt het aantal verzuimmeldingen per jaar gemiddeld 10. Relatief veel leerplichtzaken betreffen jongeren van 16 jaar die hun diploma hebben gehaald en graag willen gaan werken maar nog (partieel) leerplichtig zijn. Oudere jongeren komen, naast het aanbod van de sportverenigingen, de muziekverenigingen en enkele grotere evenementen zoals de meidenmanifestatie, de Queen-party, Kempenerpop etc. niet echt aan hun trekken in Waalre; er is geen zwembad, geen ijsbaan, geen jongerencentrum, geen
skatevoorziening, geen ontmoetingsplaats, geen internetcafé etc. Jongeren zijn voor deze zaken aangewezen op de voorzieningen in buurgemeenten. Ook als jongeren gaan werken of studeren, is Waalre, enkele uitzonderingen daargelaten, geen optie. Er zijn geen scholen en de werkgelegenheid in Waalre zelf is beperkt. Bovendien is het voor jongeren moeilijk om in Waalre een woning te huren ofte kopen. Dit brengt een gezonde bevolkingsopbouw en dus het voorzieningenniveau en de leefbaarheid in Waalre in gevaar. De meeste jongeren in Waalre groeien waarschijnlijk zonder al te veel moeilijkheden op, maar
sommige jongeren of opvoeders (vaak geschat op zo'n 5%) ervaren problemen. Opvoeders kunnen in eerste instantie met hun vragen terecht bij de Thuiszorg (0-4 jaar), de GGD (4-19 jaar) of het algemeen maatschappelijk werk. Het aanbod bestaat uit consultatie, thema-avonden en cursussen. In
de praktijk blijkt in veel gevallen ook de huisarts te worden ingeschakeld. Kinderen, waarbij problemen worden gesignaleerd (bijvoorbeeld op school), worden (met toestemming van hun opvoeders) besproken in het jeugdzorgnetwerk. Hierin zijn kinderopvang, basisscholen, Thuiszorg, GGD, Bureau Jeugdzorg, politie, leerplicht, algemeen maatschappelijk werk en jeugd- en jongerenwerk vertegenwoordigd. Op afroep zijn ook het peuterspeelzaalwerk, het Jeugd Preventie
Programma (JPP) en Bureau Halt beschikbaar, jongeren en hun opvoeders worden in eerste instantie door één van de partijen van het Jeugdzorgnetwerk begeleid. Indien de problematiek voor deze partijen te gecompliceerd is, kan verwijzing plaatsvinden naar meer gespecialiseerde c.q. de geïndiceerde zorg via Bureau Jeugdzorg.
De conclusie is dat voor de jongste kinderen en de basisschooljeugd een gezonde basis aanwezig is die door het concept van de brede school alleen maar kan worden verbeterd, maar dat vooral aandacht moet worden besteed aan de jongeren die de stap naar het voortgezet onderwijs maken,
omdat die tussen wal en schip dreigen te vallen. Het Brede School Concept De visie voor met name de jongere jeugd is in 2000 al vastgelegd in een tweetal beleidsnota's met betrekking tot het brede-school-concept, de nota's "1 + 1=3" en "klaar om te wenden". Het bredeschool-concept gaat uit van het zo dicht mogelijk bijeen huisvesten en zo dicht mogelijk (inhoudelijk) bijeen brengen van voorzieningen gericht op jongeren, opdat de jongeren en hun ouders/verzorgers daar profijt van hebben, omdat een betere samenwerking ontstaat tussen de partijen en dus een beter produkt tot stand kan komen. "Hen brede school is een netwerk, een samenwefcingsverband van scholen en organisaties en instellingen, waarbinnen professionals en vrijwilligers werken die ieder in principe hun eigen specifiek taak hebben, maar waar door samenwerking
tussen de functies meer kansen en mogelijkheden aan kinderen worden geboden. Een brede school is over het algemeen gehuisvest in een multifunctioneel gebouw met ruimte voor verschillende instellingen. Maar het concept van de brede school /s ook uitvoerbaar in een netwerk van octiv/terten op verscM/ende lokaties." Bron: Groningen 2000
17
Het brede-school-concept kan er per wijk anders uitzien afhankelijk van de wensen en behoeften in die wijk, maar kernpartners zijn de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf en de basisschool. Daarnaast kunnen partijen worden betrokken als thuiszorg (0-4 jarigen zorg), de GGD (4-19 jarigen zorg), het maatschappelijk werk, het sociaal cultureel werk, het muziekonderwijs, de sportverenigingen etc. "het oordige van het concept is dat de algemene kenmerken heel duidelijk zijn, terwijl tegelijkertijd elke vensterschool
daaraan zijn eigen invulling geeft. Dat maakt het heel krachtig. Wij hebben er nu zeven en die vensterschoten zijn stuk voor stuk een afspiegeling van de kinderen die er wonen, van de volwassenen die er wonen, en ook van de instellingen die er werken" Bron; Groningen
Schematisch ziet een en ander er voor Waalre als volgt uit: Brede School Waalre - dorp
Brede School Aalst
Brede School Ekenrooi
Kernpartners Peuterspeelzaal Pukkemuk Kinder centrum de Dondersteentjes Basisschool De Wilderen
Kernpartners Peuterspeelzaal 't Duikelaartje
Kernpartners Peuterspeelzaal Pippeloentje
Kindercentrum de Dondersteentjes Basisschool De Drijfveer
Korein Kinderopvang OBS Ekenrooi St. Christoffelschool
Andere partners Thuiszorg, GGD, AMW JPP/HALT/Politie
Sociaal Cultureel Werk (BWI, De Pracht en Het Klooster) Muziekonderwijs, bibliotheek etc. Sport en recreatie jeugdhulpverlening
In de nieuwe onderwijsnota wordt dieper op het concept van de brede school en de stand van zaken per wijk ingegaan. Voor activiteiten en projecten zal het brede school concept steeds leidraad zijn. Maatwerkbeleïd De groep 12-18 (-25) jarigen is voor ons moeilijker in beeld te brengen vanwege de pluriformiteit van de groep. Na de basisschool waaieren de jongeren uit over de verschillende buurgemeenten om naar de verschillende scholen van het voortgezet onderwijs te gaan. De jongeren gaan ook veel meer gebruik maken van voorzieningen in die gemeenten. Dat is op zich inherent aan het feit dat wij een kleine gemeente zijn omringd door grote(re) gemeenten met meer voorzieningen. Maar naast het algemene aanbod van sportverenigingen, muziekonderwijs etc. hebben de jongeren interesse in meer open, niet gestructureerde en niet gebonden activiteiten in hun eigen gemeente. Denk aan "huiskamers", een skatevoorziening, ontmoetingsplekken, trapvelden etc. Het beleid moet zo flexibel zijn dat op verzoeken kan worden ingespeeld en ook nog binnen een redelijke termijn. Daarbij moet voor ogen worden gehouden dat men vaak activiteiten opzet die tijdelijk zijn en slechts een kleine groep bereiken. Voor de oudere jongeren praten we daarom over "maatwerkbeleid", 3.4. Het actieplan Naar aanleiding van alle informatie is een actieplan opgesteld. Het actieplan bevat de onderwerpen, de actie(s), de tijdsplanning, de verantwoordelijke(n) en de kosten. Een aantal actiepunten wordt nader toegelicht.
18
Onderwerp
Actie
Planning
Informatie
Media Bevol ki ngsgegeve n s JIP
2003 e.v. Jaarlijks 2004 e.v.
Verantwoordelijk Beleidsmdw Team Burgerzaken SCW
Jeugdmonitor Bijeenkomsten
2003 e.v. 2004 e.v.
GGD Beleidsmdw/SCW
Beeldvorming
Intergenerationele projecten
2004 e.v.
SCW
Uren SCW+
Jeugdzorgnetwerk
Handhaven
2003 e.v.
SCW
Uren SCW +
Beleidsnetwerk
Instellen
2004 e.v.
Wethouder/ Afdelingshoofd
€ 500 per jaar
Kosten Budgettair neutraal Budgettair neutraal € 5.000 eenmalig én
€
500 per jaar
€
500 eenmalig en PM
€
500
€ 1 .000 per jaar € 500 per jaar Uren +
Kind-volgsysteem
Eén systeem om het kind 2003 e.v. te kunnen volgen
Jeugdzorgnetwerk
Uren SCW + PM
Jeugdgezondheidszorg
Nieuwe afspraken met Thuiszorg en GGD Nota LGB Professionaliseren
Beleidsmdw
Uren beleidsmdw + Rijksbijdragen Zie nota LGB Uren beleidsmdw + Reguliere subsidie
Gezondheidsbeleid Peuterspeelzaalwe rk
Twee overgangsjaren:
2003 en 2004 Gereed voor 1 juli 2003
2003 e.v.
Beleidsmdw zorg Stichting + beleidsmdw
Uitbreiden met 17 kindplaatsen in 2003 Tien erop vang
2003 e.v.
Stichting
2004 e.v.
SCW+ beleidsmdw + kinderopvang
Brede School Concept
Uitvoering
2003 e.v.
Onderwijsbeleid
Integrale nota
2003
Beleidsmdw onderwijs Beleidsmdw onderwijs
Speelruimtebeleid
Regulier onderhoud Nieuw raadsvoorstel
2003 e.v. 2004
Voorzieningen oudere jeugd
Skatevoorziening en JOP
Kinderopvang
Uren beleidsmdw + Rijksbijdragen Uren SCW+ Uren beleidsmdw + Subsidie tieneropvang € 25.000 eenmalig
Mdw TZV + beleidsmdw
Voorstellen 2003 Realisatie 2004. Skatevoorziening gerealiseerd in januari 2004. Planning realisering JOP ; juni 2004
Beleidsmdw + mdw TZV
Zie nota onderwijsbeleid Zie nota Onderwijsbeleid Uren mdw TZV + Uren beleidsmdw + Nieuw krediet 2004 Uren mdws + Krediet speelterreinen € 28.000 +
€ 3.000 uit post uitv. Jeugdwerk voor JOP
Sociaal Cultureel Werk
Budgetafspraak
2003 e.v.
Afdelingshoofd
Uren + Subsidie SCW: PM
Gemeenschapshuizen
Renovatie Klooster
2004
Afdelingshoofd
Uren + Investeringskosten
2003 2004 e.v. 2003 e.v.
Beleidsmdw sport Afdelingshoofd Beleidsmdw
Zie nota Sportbeleid Zie plan BWI
2003 e.v. 2003 2004 e.v.
Uren + reguliere subsidies + 2004: PM
Ad hoc
Thuiszorg/GGD/AMW GGD Beleidsmdw Beleidsmdw/SCW
Sport Projecten preventie
Nota sport Sportbedrijf Handhaven Leefstijl, JPP,
Reguliere subsidies
"lijn en Dijn etc. Opvoedondersteun ing
Jongerenparticipatie
Regulier aanbod Module GGD Acties nspraak regelen
J ren + £ 500 per jaar
Jeugd p r ijs
Zie Vrijwilligersbeleid en sortbeieid
2004 e.v.
Beleidsmdw/SCW
\J ren + *E 1 .000 per jaar
Jeugddagen
^litjeke jongerendag
2004 e.v.
Seleidsmdw
lJ ren + 4* 3.500 per jaar
ivaluatie
-Ï004 >Ï005-2007
"eam beleid
1-luidige budget + PM
Subsidiebeleid
Budgetafspraken in 2004
19
Subsidiëring grotere regionale instellingen Vrijwilligersbeleid
AMW nieuw contract
JGZ Nota
2003 e.v. 2003 e.v.
Beleidsmdw zorg Beleidsmdw jeugd
2003 e.v.
Beleidsmdw + vrijwilligerscommissie Zie ook preventie Werkgroep IVB (MBO)
Veiligheid
Nota Integraal veiligheidsbeleid
2004
Werk & Inkomen
Beleid en uitvoering
2003 e.v.
Huisvesting
Huisvestingplan met aandacht voor jongeren
2003
Team WZI Beleidsmdw volkshuisvesting
Uren + Begroting Uren + Begroting Zie nota Vrijwilligersbeleid Uren + reguliere subsidies + PM
Uren + PM Zie Volkshuisvestingsplan
Ad Opvoedingsondersteuning De drie ontwikkelingsmilieus, de opvoedingsomgeving, zijn omschreven. Door veranderingen in de maatschappij is het referentiekader minder duidelijk geworden (denk aan de kleinere gezinnen, de onderhandelingshuishoudens, de ontzuiling, de individualisering, de emancipatie, de multiculturele samenleving etc.). Ouders/verzorgers blijken behoefte te hebben aan ondersteuning bij de opvoeding van jongeren. Veel organisaties spelen in op deze behoefte (denk aan consultatiebureaus, GGD, peuterspeelzalen, kinderopvang, maatschappelijk werk etc.). Belangrijk is dat opvoedondersteuntng laagdrempelig is, zodat opvoeders in een vroeg stadium aankloppen en knelpunten worden opgelost voordat het echte problemen worden. Op dit moment is het voor veel opvoeders onduidelijk waar hulp te krijgen is, of is het, om verschillende redenen, niet aantrekkelijk om er gebruik van te maken. Middels het afnemen van de module bij de GGD "bouwen aan opvoeding" (hetgeen leidt tot een advies van de GGD over het aanbod aan opvoedondersteuning in Waalre) en "spreekuren opvoedingsondersteuning" proberen wij hierin verbetering aan te brengen. Ad Kind-volg-systeem Een kind-volg-systeem is gebaseerd op de "keten ben adering". De gegevens van kinderen worden vastgelegd en doorgegeven bij overdracht (bijvoorbeeld van Thuiszorg c.q. het consultatiebureau naar GGD). Alle betrokken partijen moeten met elkaar afspraken maken zodat de gegevens op een zo uniform mogelijke manier worden vastgelegd en doorgegeven, met inachtname van beperkingen door wetgeving en dergelijke. Bij voorkeur zouden alle partijen dus een zelfde systeem moeten gebruiken. In het Jeugdzorgnetwerk is dit al onderwerp van bespreking. Een belangrijk aandachtspunt is de privacybescherming en het voorkomen van het "labelen" van kinderen. Ad Jeugdprijs Het lijkt ons een aardig idee om, in navolging van de sportprijs en de vrijwilligersprijs, een Jeugdprijs in het leven te roepen. De Jeugdprijs zou in de vorm van een waardebon of geldbedrag tijdens een leuke middag of avond kunnen worden uitgereikt aan een jongere die een bijzondere prestatie heeft verricht op het terrein van het brede jeugdbeleid. Wij zullen hierover met de verschillende partijen nog overleg plegen. Ad Sociaal Cultureel Werk De Stichting Brede Welzijnsinstelling Waalre (BWI) is verantwoordelijk voor het sociaal cultureel werk, waaronder het jeugd- en jongerenwerk. De BWI ondersteunt de jeugdactiviteiten die worden georganiseerd door de gemeenschapshuizen De Pracht en Het Klooster. Zoals bekend, wordt de BWI gereorganiseerd; 't Hazzo wordt geprivatiseerd, de sporthallen worden ondergebracht in een gemeentelijk sportbedrijf, het ouderenwerk wordt ondergebracht bij het Gecoördineerd Ouderenwerk De Kempen en het sociaal cultureel werk bij de Stichting Welzijn Valkenswaard. Voor wat betreft het ouderenwerk en het sociaal cultureel werk worden afspraken vastgelegd in een budgetafspraak. In zijn totaliteit is het sociaal cultureel werk verantwoordelijk voor de volgende activiteiten op het terrein van jeugdbeleid:
20
Activiteiten
Werkzaamheden
Preventie
Aantal uren pedagogisch preventiemedewerker en daarbijbehorende activiteiten Coördinatie
Jeugdzorgnetwerk Leerplichtconsutent jongereninformatie
Uitvoeren i.s.m. de leerplichtambtenaar J1P opzetten
Jeugd participatie
Ad hoc organiseren i.s.m. beleidsmedewerker jeugd
Vrijwilligersbeleid
Uitvoering vrijwilligerswinkel/vacaturebank
Gemeenschapshuizen Pracht en Klooster Activiteiten straatspeeldag, jeugdvoetbaltoernooi, roefeldag etc. Sportstimulering (activiteiten als sportinstuif)
Ondersteuning sociaal culturele activiteiten voor jongeren
BSO 12+ SCW Leefstijl Speelruimte Contacten Novadic etc. Straathoekwerk Projecten als "de huiskamer"
Jaarlijks organiseren jaarlijks organiseren Ontwikkelen met kinderopvang en gemeente Uitbreiden project Leefstijl Meedenken over beleid en uitvoering; m.n. t.a.v. zaken a!s Skatevoorziening en j ongerenontmoetings plaats Thema-avonden (laten) organiseren In gesprek blijven met jongeren, politie en gemeente Handhaven en eventueel uitbreiden
Ad Fasering/prioritering van het actieplan Sommige zaken lopen al, andere zaken moeten nog worden opgestart. Niet alle actiepunten kunnen tegelijkertijd worden uitgevoerd. Heel belangrijk vinden wij de ontwikkelingen in het kader van de Brede School. Dit betekent dat het peuterspeelzaalwerk, de kinderopvang en het basisonderwijs veel aandacht krijgen. Daarnaast vinden wij heel belangrijk dat de oudere jeugd meer wordt gehoord en dat wij zaken als een Skatevoorziening in samenspraak met jongeren hebben gerealiseerd en de realisering van een jongerenontmoetingsplaats in de zomer van 2004 plaats zal gaan vinden. Binnen het onderwijsbeleid heeft het brede school concept prioriteit; binnen het jeugdbeleid willen wij de komende jaren meer prioriteit aan de oudere jeugd geven. 3.5.
Financiën
De kosten van een aantal actiepunten is reeds verwerkt in de begroting, andere actiepunten brengen extra kosten met zich mee. Sinds een aantal jaren wordt in de gemeentebegroting een post "uitvoering jeugd- en jongerenwerk" opgenomen van circa € 7.000. Wij stellen voor de post
"uitvoering jeugd- en jongerenwerk" in de gemeentebegroting 2004 te verhogen tot € 50.000. Hiervan is € 10.000 structureel en € 40.000 eenmalig (2004). Voor de duidelijkheid, dit is dus exclusief de kosten van bijvoorbeeld peuterspeelzaalwerk etc. Hieronder is schematisch weergegeven in schema l de incidentele en structurele kosten van het jeugdbeleid (post "uitvoering jeugd- en jongerenwerk") en in schema 2 de jaarlijkse subsidies aan organisaties die werkzaam zijn op het terrein van het jeugdbeleid (posten als "peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, JPP etc.). De bedragen uit schema 2 zijn niet bij elkaar op te tellen. Voor sommige subsidiebedragen geldt namelijk dat deze niet alleen ten behoeve van de doelgroep jongeren worden verstrekt (zie bibliotheekwerk, cultuur, gemeenschapshuizen en BWI) maar ten behoeve van meerdere doelgroepen. Bovendien staan tegenover sommige subsidiebedragen inkomsten van het rijk, terwijl die niet in dit schema zijn opgenomen. Voor een meer gedetailleerd overzicht van de subsidiebedragen etc. verwijzen wij u dan ook graag naar het welzijnsbudgetplan 2004. Dit schema is dus puur ter indicatie.
21
Schema I: In de gemeentebegroting 2004 is opgenomen op de post "uitvoering jeugd- en jongerenwerk": Eenmalig
Onderwerpen/
Apart begroot
Structureel
P rod ukten SCW/gemeenschapshuizen
Ja Budgettair neutraal
Mediagebruik 5.000
JIP
1.000
PM
500
Jeugdmonitor
1.000 500
Jeugdprijs Jeugdparticipatie Bijeenkomsten jeugdbeleid
500 1.000
Beeldvorming (intergene-rationele projecten) J eugdzorgn etwe rk
500 1.000
Kind -volgsysteem Beleidsnetwerk
500
Preventieprojecten Opvoedingsondersteuning
5.000
Peuterspeelzaalwerk Kinderopvang/tieneropvang Subsidiebeleid Vrijwilligers beleid Sportbeleid Gezondheids/jeugdzorgbeleid Brede School Traject Onderwijsbeleid
Ja 500 PM
Ja Ja
25.000 PM
PM
(Speel) ruimtebeleid eugddagen
PM 3.500
PM
Veiligheid Werk & Inkomen Huisvesting
4500 (vanwege PM-posten) 40.000
Onvoorzien
Totaal
a a a a a a a a a a
10.000
Schema 2: In de gemeentebegroting 2004 zijn verder de volgende bedragen opgenomen: Onderwerpen/produkten Post Uitvoering Jeugd- en Jongerenwerk Bureau Halt JPP Leefstijl Speelterreinen
Begrotingsbedrag Toelichting 50.000,00 Zie schema 1 14.500,00 26.500,00 12.795,00 12.000,00 Onderhoud per jaar etc. PM Nieuw krediet renovaties 2004 PM Project 55.134,00 Exclusief rijksbijdragen 93.730,00
Kinderopvang Peuterspeelzalen Thuiszorg
180.798,00 Hier staan rijksbijdragen tegenover Deze post betreft niet alleen jeugd Deze post betreft niet alleen jeugd
GGD
Subsidies (zie welzijnsbudgetplan) Muziekonderwijs Huiskamer (BWI)
70.000,00 - - —
-
IPJ
3.810,00 Excl. Indexering 2.848,00
|eugdsport
21.705,00
Excl. Indexering Excl. Indexering
Cultuur (Ver. v.d. jeugd, harmonie, zang etc.)
54.145,55
Deze post betreft niet alleen jeugd
22
724,00 Excl. Indexering
Waarderingssubsidies
2.213,00 Excl. Indexering
Incidentele subsidies
De Pracht Het Klooster Bibliotheek
BWI
22.734,16 Deze post betreft niet alleen jeugd 130.779,10 Deze post betreft niet alleen jeugd 266.000,00 Deze post betreft niet alteen jeugd PM Reorganisatie Deze post betreft niet alleen jeugd
23
SAMENVATTING HET VERDRAG VAN "DE RECHTEN VAN HET KIND" De artikelen in het verdrag van "de rechten van het kind" komen, samengevat, neer op het volgende: kinderen = iedereen onder de 18 jaar; alle rechten gelden voor alle kinderen zonder uitzondering en zonder onderscheid; alle maatregelen betreffende kinderen moeten worden genomen in het belang van het kind. De staat moet voorzien in passende zorg, wanneer ouders of andere die verantwoordelijk zijn, tekort schieten;
de staat moet alles, ook financieel, doen om de rechten van kinderen te verwezenlijken. Er moet internationale solidariteit voor kinderen in ontwikkelingslanden zijn; de staat is verplicht de rechten en verantwoordelijkheden van ouders en familie te respecteren. De ouders zijn verplicht het kind te leiden en te begeleiden naar de mate van zijn of haar zich ontwikkelende vermogens; de staat verzekert het recht van een kind om zijn eigen visie te geven in alle zaken die het kind aangaan en zorgt voor eigen verantwoordelijkheden en participatiemogelijkheden voor het kind; ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Het belang van het kind is hun eerste zorg. De staat ondersteunt de ouders hierbij. Voor kinderen van werkende ouders voorziet de staat in kinderopvang; kinderen moeten worden beschermd tegen alle vormen van mishandeling -lichamelijk, psychisch en seksueel- en verwaarlozing binnen en buiten gezinsverband. De staat draagt zorg voor preventie, waar nodig interventie, en voor behandeling; gehandicapte kinderen hebben recht op bijzondere zorg, die is gericht op een zo zelfstandig mogelijk bestaan en volwaardige deelname aan de samenleving; ieder kind heeft recht op de best mogelijke lichamelijke en geestelijke gezondheid en gezondheidszorg. Nadruk ligt op vermindering van baby- en kindersterfte, op eerstelijnsgezondheidszorg, op voorzien in voldoende voedsel en zuiver drinkwater, op pre- en postnatale zorg voor moeders, op voorlichting over gezondheid, voeding, over de voordelen van borstvoeding en over hygiëne. Traditionele gebruiken die schadelijk zijn voor de gezondheid en ontwikkeling van een kind, moeten worden afgeschaft; een kind heeft recht op verplicht en gratis basisonderwijs. De staat bevordert dat voortgezet
onderwijs beschikbaar en toegankelijk is voor ieder kind, dat hoger onderwijs toegankelijk is naar gelang de capaciteiten, dat school- en beroepskeuzevoorlichting beschikbaar is en dat schooluitval aangepakt wordt; een kind moet worden gevormd tot zelfstandig democratisch burger. Onderwijs is gericht op de hele ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind; een kind uit een etnische of religieuze minderheidsgroep heeft recht op eigen cultuur, godsdienst en taal; een kind heeft recht op vrije tijd, spel, kunst en cultuur; een kind dat is mishandeld, heeft recht op hulp voor herstel en sociale herintegratie in een omgeving die bevorderlijk is voor de gezondheid en het zelfrespect van het kind; er wordt naar gestreefd om kinderen zo mogelijk buiten de strafrechtelijke procedures te houden en rnet respect voor de mensenrechten van het kind naar andere mogelijkheden te zoeken.
25
BASISGEGEVENS VAN DE DOELGROEP JONGEREN Schema
aantallen jongens en meisjes per leeftijd
Leeftijd
0 1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 II 12 13 14 15 16 17
Totaal Schema 2:
Leeftijd 0 1 2
177 187 206 211 208 209 211 212 211 222 252 247 247 216 201
194 204 183 3.798
aantal jongeren per leeftijd per gebied Waalre
Buiten Gebied
Voldijn
Aalst
Buiten Gebied 0
Ekenrooi
Totaal
67
Buiten Gebied 0
59
0
187
5
31 40
4 3
38 38
2 6
40
1
84
42
0
24 27 35 25 32 26 33 22 35 38
91 99
3
38 40
1
46
73
0
8
2
43
3
2 2
41
52 58
1
247
37
49
3
216
1 0
32 28
47 50
1 2
201 194
0 0
60
2
204
46
1
183
16
27 28 579
1.071
25
3.798
56
2
28
55
4 2
40
75 80
3 4
61
5 6 7
65 75 85
8
73
9 10 II
Totaal
Meisje 90 97 97 94 101 99 107 100 115 96 123 127 126 109 99 90 106 94 1.870
jongen 87 90 109 117 107 110 104 112 96 126 129 120 121 107 102 104 98 89 1928
3 3
34 27
2 0 1 1 1 1 1
177
60
0
206
74 79
1 1
69
3
211 208 209
59 61 58
1 2 2
211
50
2
222 252 247
211 212
12
96
3
46
13 14
76
S 4
15 16
81 75
44 35
4
35
78
4
33
17
75
3
Totaal
1.380
68
30 659
Totaal
5.810
262
3.243
78
2.850
4.007
86
16.336
23,52
25,95
20,32
20,51
20,32
26,73
29,07
23,25
i nw. % 0-18
26
STAND VAN ZAKEN JEUGDBELEID MEI 2004 In de nota jeugdbeleid 1998 werd een aantal concrete actiepunten geformuleerd. Deze worden in deze paragraaf 3. l. weergegeven. In paragraaf 3.2. wordt bovendien aangegeven wat wel en niet van deze actiepunten is uitgevoerd. Nieuwe ontwikkelingen zijn daar aan toegevoegd. Actiepunten nota jeugdbeleid 1998 De volgende actiepunten werden in 1998 geformuleerd: 1. het realiseren van een jeugdmonitor, 2. het organiseren van jeugdparticipatie; 3. het opzetten van jeugdnetwerken; 4. het organiseren van opvoedondersteuning; 5. het samenstellen van een jeugdinformatiegids; 6.
het verbeteren van de relatie met bureau jeugdzorg;
7. 8. 9. 10.
het formuleren van verslavingsbeleid; het formuleren van peuterspeelzaalwerk- en kinderopvangbeleid; het inrichten van een Jongeren Informatie Punt (JIP); het formuleren van Vrijwilligersbeleid;
l l.
het inventariseren en realiseren van een vrijetijdsaanbod
12.
(het in beeld brengen van de vraag en het bevorderen van deelname); het creëren van huisvestingsmogelijkheden voor de jeugd.
Stand van zaken actiepunten nota jeugdbeleid 1998 De stand van zaken met betrekking tot de actiepunten uit de nota jeugdbeleid 1998 is als volgt: Ad I. Het realiseren van een jeugdmonitor
Op dit moment is er nog geen jeugdmonitor. De GGD voert wel om de paar jaar een (gezondheids)enquête uit die inzicht geeft in hetgeen jongeren bezig houdt. GGD, gemeenten en provincie hebben afgesproken om deze enquête in 2003 uit te breiden tot een jeugdmonitor. Op 22 april 2004 zijn de eerste uitkomsten van de jongerenenquête onder 12 t/m 17 jarigen verschenen. Gegevens hiervoor zijn in het najaar van 2003 verzameld in de 20 gemeenten van onze regio. In het najaar van 2004 krijgt de gemeente Waalre een eigen rapport met daarin de resultaten van de eigen jeugd. De jongerenenquête maakt deel uit van de Brabantse Jeugd Monitor. In 2003 is ook een klanttevredenheidsonderzoek onder de inwoners uitgevoerd. Dit geeft ook inzicht in zaken die het jeugdbeleid aangaan. Door inspraak en overleg ontstaat overigens ook een goed beeld van hetgeen jongeren, opvoeders of instellingen en verenigingen aan wensen hebben ten aanzien van het jeugdbeleid (denk aan subsidieverzoeken, de totstandkoming van de Skatevoorziening, de jongerenontmoetingsplaats etc.). Ad 2. Het organiseren van jeugdparticipatie In 1999 zijn "The W-teens" (de Waalrese tieners) gestart, onder coördinatie van de BWI. Enkele jongeren kwamen maandelijks bijeen om zaken die jongeren aangaan te bespreken. De gemeente en The W-teens hadden afspraken vastgelegd in een convenant, zodat The W-teens de gemeente gevraagd én ongevraagd kon adviseren. In de praktijk bleek het lastig om hier vorm en inhoud aan te geven; de jongeren vonden het niet interessant om maandelijks stukken voor te bereiden en te vergaderen. Jongerenparticipatie op deze manier blijkt niet goed te werken. Jongeren moet je bij een bepaald onderwerp betrekken als het actueel is. Op zo'n moment moet je jongeren bijeenbrengen en hun mening vragen (en er ook echt iets mee doen), bijvoorbeeld als er concreet vragen en ideeën zijn omtrent een jongerenontmoetingsplaats, een Skatevoorziening, een speelterrein, een te
27
organiseren activiteit etc. Wij hebben dus met de BWI afgesproken participatie in het vervolg ad hoc te organiseren. Ad 3. Het opzetten van jeugdnetwerken In 1999 is ook gestart met het Jeugdzorgnetwerk (|ZN). Het JZN komt maandelijks een dagdeel bijeen voor overleg. Het JZN wordt eveneens gecoördineerd door de BWI en bestaat uit vertegenwoordigers van de vijf basisscholen, de politie, de leerplichtambtenaar/de leerplichtconsulent, de GGD, Thuiszorg, het AMW, Stichting Kindercentrum de Dondersteentjes en de Raad voor de Kinderbescherming (namens Bureau Jeugdzorg). De peuterspeelzalen, Bureau Halt en JPP zijn op afroep beschikbaar. De doelstellingen van het JZN zijn: a. het vroegtijdig signaleren van problemen bij het kind en het gezin, b. het signaleren van bedreigende omstandigheden voor de gezondheid en het welzijn van kinderen en jongeren en c. het bekend zijn met elkaar en het op de hoogte zijn van eikaars (on)mogelijkheden.
Het JZN bespreekt gemiddeld vijf casussen per vergadering. Er worden afspraken gemaakt over "wie, wat, waar, hoe en wanneer". Vanuit het JZN worden soms ook beleidsthema's ingebracht zoals het thema "opvoedondersteuning". Ook het convenant tussen peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en scholen met betrekking tot de overdracht van informatie is uit het JZN voortgevloeid. Het accent ligt bij het JZN op 12- ers is, maar in de praktijk komt het ook voor dat 12+ ers worden besproken. Een welzijns(beleids)overleg ontbreekt vooralsnog in Waalre. Voorafgaand aan het opstellen van beleidsnota's worden betrokken partijen rondom een onderwerp echter altijd uitgenodigd om mee te denken, mee te praten en mee te beslissen. In de evaluatie van de jeugdnota 1998 werd apart aandacht besteed aan de leerplicht. Inmiddels is de leerplicht ook daadwerkelijk gereorganiseerd. De formele juridische kant is de verantwoordelijkheid van de leerplichtambtenaar. Beëdigd is Ton Kivits. De zorgkant is de verantwoordelijkheid van de leerplichtconsulent. Deze taak is in eerste instantie uitgevoerd door Stichting Stimulans Veldhoven en later overgenomen door de pedagogisch preventiemedewerker van de BWI. Wij zijn van mening dat dit systeem goed werkt. Het ambitieniveau ten aanzien van de leerplicht ligt echter noodgedwongen (beperkt aantal uren beschikbaar, geen geautomatiseerd systeem etc.) laag. Voor meer informatie over de leerplicht verwijzen wij u naar de nieuwe nota onderwijsbeleid. Ad 4.
Het organiseren van opvoedondersteuning
In 2002 is aandacht besteed aan het thema "opvoedondersteuning". Het doel van opvoedingsondersteuning is ouders/verzorgers vroegtijdig te bereiken, dus op het moment dat er nog geen grote problemen zijn, zodat oplossingen ook makkelijker te vinden zijn. Geïnventariseerd is wat het aanbod op het terrein van opvoedondersteuning is. Gebleken is dat met name de Thuiszorg, de GGD en het AMW trainingen en thema-avonden aanbieden aan ouders en kinderen. Opvoedingsondersteuning verwerft een steeds belangrijkere positie binnen het welzijnswerk gezien maatschappelijke ontwikkelingen zoals de afnemende taboesfeer, de individualisering, de tweeverdienercultuur etc. In 2003 is een start gemaakt met opvoedingsspreekuren en is de module
"bouwen aan opvoeding" van de GGD afgenomen (in het kader van de invulling van de keuzeuren bij de GGD-Zuidoost-Brabant). In april 2004 is de nota 'Bouwen aan opvoeding' verschenen, hetgeen een uitwerking is van de module. Uit inventarisatie is onder andere gebleken dat er niet zozeer behoefte is-aan nieuw aanbod, maar wel aan continuïteit en afstemming ervan. Betere p.r. is een van de aanbevelingen van de GGD aan de gemeente. Een deel van de p.r. kan gegoten worden in een goede sociale kaart.
28
Ad 5. Het opstellen van een jeugdinformatiegids Het is niet duidelijk wat men hiermee voor ogen heeft gehad in 1998; een sociale kaart? een informatiepunt voor jongeren? Het bestaande aanbod van jeugd- en jongerenwerk staat vermeld in onze gemeentegids en is ook op onze website te vinden. Bovendien is er een Lokaal Informatie en Advies Centrum (LIAC) en heeft de BWI dit jaar een start gemaakt met een vrijwilligerswinkel/vrijwilligersvacaturebank. Wellicht zijn er mogelijkheden tot uitbreiding, specifiek gericht op de doelgroep jeugd. Gedacht kan worden aan een inloop, huiskamer, internetcafé, informatiemuur, website voor de jeugd of combinaties hiervan etc. De GGD noemt in haar conclusies en aanbevelingen in de nota 'Bouwen aan opvoeding' dat het creëren van een goede sociale kaart de bereikbaarheid van voorzieningen vergroot en geen overbodige luxe is als aanvulling op de bestaande informatie. Om een goede sociale kaart op te kunnen stellen moeten er geld en middelen beschikbaar worden gesteld. Het opstellen van een goede sociale kaart is een taak van de gemeente in samenwerking met participanten die afkomstig zijn uit het werkveld van zorg, onderwijs en welzijnsinstellingen.
Ad 6. Het verbeteren van de relatie met Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg is de toegang tot de geïndiceerde zorg. De Bureaus Jeugdzorg in Brabant zijn in 2002 gefuseerd tot een Provinciaal Bureau Jeugdzorg. De kritiek op het Bureau Jeugdzorg is dat het niet herkenbaar, niet bereikbaar en niet toegankelijk is. (n het JZN is de Raad van de Kinderbescherming namens Bureau jeugdzorg vertegenwoordigd. Dit draagt bij aan een beter contact met Bureau Jeugdzorg. In 2003 is de discussie gestart over een zogenaamd "smal" of "breed" Bureau Jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg dringt aan op een beter georganiseerd lokaal jeugdbeleid en een betere afstemming tussen dit lokaal jeugdbeleid en de jeugdzorg. Leden van de Stuurgroep Regiovisie Jeugd en het SRE hebben inmiddels voor een lijn gekozen waarin de lokale voorzieningen voorop dienen te staan en Bureau Jeugdzorg zich hierop aansluit. Dit zal ook in gaan houden dat een aantal huidige taken van BJZ overgedragen kunnen gaan worden naar lokale voorzieningen. We moeten in de toekomst meer gaan kijken naar een versterking van het lokale veld met kennis en kunde van BJZ. Ad 7.
Het formuleren van verslavingsbeleid
De gemeente Eindhoven is bezig met een inventarisatie in de regio met betrekking tot verslavingsbeleid en maatschappelijke opvang. De kleinere gemeenten in de regio blijken in de meeste gevallen geen apart beleid te hebben geformuleerd en 'varen mee' op het beleid van de grote(re) gemeenten. In het kader van preventie wordt aandacht besteed aan verslaving(sproblematiek). In
meer of mindere mate komt het onderwerp aan de orde bij bijvoorbeeld het project Leefstijl (methode voor normen- en waardenonderwijs), het scholenproject "Mijn & Dijn" (gastlessen door politie, bureau Halt en de afdeling milieu) en het Jeugd Preventie Programma (JPP) ( vrijwillige kortdurende intensieve hulpverlening aan jongeren en hun opvoeders). Op afroep zijn eventueel organisaties als Novadic beschikbaar voor het verzorgen van informatiebijeenkomsten etc. Ad 8. Het formuleren van peuterspeelzaalwerk- en kinderopvangbeleid De laatste jaren is er vee! aandacht, tijd en geld gestoken in de huisvesting van en de uitbreiding van het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang, omdat daarin achterstanden waren opgelopen. Peuterspeelzaalwerk Ten aanzien van de huisvesting kan worden gesteld:
29
Peuterspeelzaal 't Duikelaartje is in 2000 verhuisd naar lokalen in basisschool De Drijfveer te Aalst. Peuterspeelzaal Pukkemuk is in 2002 verhuisd van oude units aan De Kranssen naar nieuwe units aan de Meester Slootsweg in Waalre-dorp. Peuterspeelzaal Pippeloentje is op dit moment het slechtst (krapst) gehuisvest (in De Pracht te Ekenrooi) maar neemt deel aan het traject van de Brede School Ekenrooi, hetgeen hopelijk binnen afzienbare tijd tot nieuwe en betere huisvesting leidt. Ten aanzien van de subsidie kan worden gesteld: De subsidie aan Stichting Kin derspee Izale n Aalst-Waalre is, met name door het uitbetalen van salariskosten conform de CAO-welzijn, de laatste jaren fors gestegen. Er is een traject tot verdere professionalisering in gang gezet, vanwege alle ontwikkelingen die dit noodzakelijk maken (denk aan deelname in brede school trajecten, pedagogische kwaliteitsverbetering, samenwerking in netwerken, ketenbenadering in het jeugdbeleid etc.). Kinderopvang De rijksbijdrage kinderopvang (1998-2002) is beschikbaar gesteld aan Stichting Kindercentrum de Dondersteentjes voor uitbreiding van het aantal kinderopvangplaatsen. Het grootste gedeelte hiervan is gebruikt om het pand aan het Willem Smuldersplein 4a uit te breiden, een ander gedeelte is gebruikt om de lokatie Karel V Laan voor kinderopvang geschikt te maken. Voor 2003 is nog een extra rijksbijdrage beschikbaar gesteld voor de uitbreiding met 17 extra kinderopvangplaatsen. Begin 2003 heeft het college van B&W besloten in te stemmen met de beleidslijn om de dependance van de kinderopvang in Waalre-dorp (nu in Het Klooster) te huisvesten bij basisschool De Wilderen. Een potentiële aanbieder, Korein Kinderopvang, is partner in het traject van de Brede School Ekenrooi. In 2003 zal bovendien worden bezien in hoeverre door samenwerking van Korein Kinderopvang en de BWI een experiment tieneropvang (buitenschoolse opvang voor 9 - 1 5 jarigen) kan worden gerealiseerd. Per l januari 2005 zal de Wet basisvoorziening kinderopvang (Wbk) tn werking treden. De invloed van de gemeente op de kinderopvang zal dan afnemen. De gemeente blijft echter verantwoordelijk voor het aanwijzen van geschikte kinderopvanglokaties, de gedeeltelijke vergoeding van kinderopvangkosten voor specifieke doelgroepen (herintreders, nieuwkomers etc.) en het toezicht op de kwaliteit (uitgevoerd door de GGD). Eind 2004 zullen daarom de verordening en de nadere regels met betrekking tot de kinderopvang moeten worden ingetrokken. Voor het peuterspeelzaalwerk blijven deze verordening en nadere regels overigens wel van kracht. Ook de jaarlijkse subsidie van zo'n € 55.000 aan de kinderopvang (in feite een oude rijksbijdrage) vervalt in principe bij inwerkingtreding van de wet. Ad 9. Het inrichten van een Jongereninformatiepunt (|IP) In 2002 is het Lokaal Informatie en Advies Centrum (LIAC) geopend. Het LIAC wordt gerund door vrijwilligers onder begeleiding van de BWI. Op dit moment richt het LIAC zich met name op de doelgroep ouderen, maar het LIAC is bedoeld voor alle burgers van Waalre, dus ook voor jeugd.
In 2003 heefc de BWI een vrijwilligersvacaturebank c.q. vrijwilligerswinkel geopend. Deze vrijwilligerswinkel is in eerste instantie vanuit het project sociale activering opgestart. Later is dit breder getrokken onder invloed van het vrijwitligersbeleid. Verdere uitbreidingen zijn mogelijk. De behoefte aan een JIP zou moeten worden getoetst. In de praktijk blijkt dat jeugd informatie op verschillende manieren tot zich neemt, maar dat zaken als internet etc. daarbij niet kunnen
30
ontbreken. Wellicht hoeft het JIP dus geen fysiek bereikbaar punt te zijn, maar bijvoorbeeld een website. De behoefte en de invulling zouden nader moeten worden onderzocht (zie ook punt 5). Ad 10. Het formuleren van Vrijwilligersbeleid Het Vrijwilligersbeleid is gedeeltelijk meegenomen in het subsidiebeleid. Een voorbeeld hiervan is de subsidie voor deskundigheidsbevordering. Bovendien is in 2001 een vrijwilligerscommissie, een vrijwilligersavond en een vrijwilligersprijs in het leven geroepen. Ook is in 2002 een rijksbijdrage aangevraagd en toegekend voor de verdere ontwikkeling van het Vrijwilligersbeleid. Eind 2003 is de nota Vrijwilligersbeleid gereed. In het kader van sociale activering is reeds een start gemaakt met de opzet van een vrijwilligerswinkel. Doordat de vrijwilligerscommissie hierbij betrokken is geraakt, wordt de vrijwilligerswinkel nu breder van opzet. Het vrijwilligerswerk staat dus weer duidelijk op de agenda.
Ad l I. Het inventariseren en realiseren van vrijetijdsaanbod De indruk is dat het vrijetijdsaanbod voor met name de jongere jeugd in Waalre voldoende is. Er zijn sportverenigingen, verenigingen op het terrein van kunst & cultuur, vakantiewerk, scouting, speeltuinen etc. Wat in Waalre ontbreekt, kan bovendien relatief dichtbij worden 'gehaald* in één van de grotere buurgemeenten. Naast de initiatieven die zijn gericht op alle jeugd, zijn er ook
initiatieven die zijn gericht op bepaalde groepen jeugd, zoals het straathoekwerk en het huiskamerproject. Tenslotte zijn er ook nog evenementen te noemen als de meidenmanifestatie, de cursus dj, de jongerendag etc. Met name door middel van subsidiëring ondersteunen wij het aanbod. Binnen het nieuwe subsidiesysteem zijn daarom de mogelijkheden voor het subsidiëren van activiteiten, verenigingen en instellingen vergroot. Wat ontbreekt zijn met name voorzieningen voor de wat oudere jeugd. Een aantal van deze voorzieningen is voor een gemeente als Waalre echter niet haalbaar (denk bijvoorbeeld aan een
jongerencentrum, een zwembad of een ijsbaan etc.). Begin 2004 is er wel een Skatevoorziening gerealiseerd in de bocht Burgmeester Mollaan / Ericalaan. Van deze voorziening wordt dagelijks veel gebruik gemaakt en is dankzij de opzet van de voorziening (meerdere kleine toestellen) populair bij zowel kinderen als de oudere jeugd. De Skatevoorziening is ook gerealiseerd in samenspraak met de jeugd van Waalre in de leeftijd van 9 - 1 9 jaar. Naast de Skatevoorziening zal er m de zomer van 2004 ook een zogenaamde JOP (jongerenontmoetingsplaats) gerealiseerd gaan worden voor de proefperiode van een jaar. De locatie hiervan is het veldje aan de Heikantstraat - OLV.dijk. De JOP richt zich op de oudere jeugd van Waalre.
Wij verwachten dat het klanttevredenheidsonderzoek en de jeugdmonitor (zie informatie over de behoeften (van en voor de jeugd) gaan opleveren.
ook punt I) meer
Ad 12. Het creëren van huisvestingsmogelijkheden voor jongeren Ruimte is schaars. Het is belangrijk zorg te dragen voor een evenwichtige bevolkingsopbouw. Eén van de instrumenten daarbij is het beleid ten aanzien van het uitgeven van grond c.q. het laten bouwen van woningen. De afdeling Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) heeft een nieuw huisvestingsplan opgesteld. Het plan geeft aan dat bij ongewijzigd beleid de gemeente zeer snel en zeer sterk zal vergrijzen. De mogelijkheden om hier iets aan te doen zijn met een contingent van circa 50 woningen per jaar marginaal. In 2003 is een nieuwe nota huisvestingsbeleid opgesteld waarin op deze problematiek wordt ingegaan.
31
Nieuwe ontwikkelingen Naast de actiepunten die zijn geformuleerd en al dan niet uitgevoerd, zijn vanaf 1998 een aantal nieuwe ontwikkelingen in gang gezet dan wel op ons afgekomen. Het betreft de volgende zaken: Ad I. Jeugdgezondheidszorg Per l januari 2003 is de nieuwe Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv) in werking getreden. Daarmee hebben gemeenten de regie en de financiën in handen gekregen met betrekking tot de gehele jeugdgezondheidszorg, van 0-19 jaar. De uitvoering van de zorg voor 0-4 jarigen is in handen van de consultatiebureaus c.q. de thuiszorg (werd voorheen AWBZ gefinancierd) en de uitvoering van de zorg voor 4-19 jarigen is in handen van de GGD-en (werd reeds via gemeenten gefinancierd). De gemeenten in onze regio hebben gezamenlijk afspraken gemaakt met de twee relevante partijen in onze regio, Stichting Thuiszorg Kempenstreek en de GGD Zuidoost-Brabant. Voorlopig zijn met de Stichting Thuiszorg Kempenstreek subsidie-afspraken voor een overgangsperiode van twee jaar overeengekomen, zodat wij de tijd hebben om tot goede en werkbare afspraken te komen, waarbij wordt uitgegaan van het model dat de GGD hanteert. Dit jaar wordt duidelijk wat tot het basispakket en wat tot het modulaire pakket van de thuiszorg zal gaan behoren.
Ad 2. Preventie In het kader van preventie maken wij jaarlijks met name afspraken met Bureau Halt (over o.a. het scholenproject "Mijn en Dijn" en de vuurwerkcampagne), het Jeugd Preventie Programma (JPP)» de BWI (voor wat betreft het Jeugdzorgnetwerk, het project Leefstijl, het straathoekwerk, het huiskamerproject etc.) en de politie. In het kader van de reorganisatie van de BWI wordt de jongerenopbouwwerker een preventiemedewerker, die met name activiteiten op het terrein van het lokaal preventief jeugdbeleid in kaart brengt, stimuleert, op elkaar afstemt etc. In 2002 zijn ook presentaties over het lokaal preventief jeugdbeleid georganiseerd. Ad 3. Schoolmaatschappelijk werk In 2001 heeft Stichting Maatschappelijk Werk Dommelregio een kort onderzoek uitgevoerd naar de behoefte aan schoolmaatschappelijk werk binnen het basisonderwijs in Waalre. Op grond hiervan is in 2002 een start gemaakt met schoolmaatschappelijk werk op de basisscholen binnen de reguliere uren. De provincie heeft bovendien subsidie beschikbaar gesteld voor schoolmaatschappelijk werk op het voortgezet onderwijs. Dit wordt echter via de gemeenten geregeld waar deze scholen zich bevinden.
Ad 4. Speelruimtebeleid In 2001 is de nota van Buro Speelruimte verschenen. De raad heeft ingestemd met de beleidsuitgangspunten uit deze nota. Vervolgens is gestart met de uitvoering. Het plan van aanpak houdt in: het renoveren van de speelterretnen conform een prioriteitenlijst, waarbij onder andere de ondergronden, de veiligheidszones en de speeltoestellen worden aangepast of vernieuwd. In 2002 zijn een drietal speelterreinen grondig gerenoveerd, te weten de speelterreinen aan de Hertenlaan, de Alsemlaan en de Heide. In 2003 zal het speelterrein aan De Hogt, de Ganzewei en het oude Pukkemuk-terrein aan De Kranssen worden gerenoveerd. In 2004 zal een nieuw voorstel aan de raad worden voorgelegd voor het renoveren van een aantal speelterreinen.. De scholen hebben overigens aangegeven een eigen onderzoek uit te laten voeren naar het te voeren beleid met betrekking tot hun schoolterreinen.
32
Ad 5. Onderwijsbeleid De laatste jaren is veel tijd en energie gestoken in de ontwikkeling van het brede school concept, waarbij is gestart met De Brede School Ekenrooi. Het brede-school-concept gaat uit van het zo dicht mogelijk bij elkaar huisvesten van voorzieningen voor kinderen van O tot en met circa 14 jaar met het doel een betere samenwerking tot stand te brengen tussen deze voorzieningen zodat kinderen en ouders/verzorgers daar baat bij hebben. Het brede school concept wordt gebruikt als basis voor zowel ons onderwijs- als ons jeugdbeleid. In 2003 is een nota onderwijsbeleid worden opgesteld waarin, naast het brede-school-concept, zaken aan de orde zullen komen als huisvesting, leerplicht, schoolbegeleiding etc. Het brede school concept concept wordt voor iedere kern uitgewerkt, te weten: Concept Waalre-dorp De kernpartners in het concept van de brede school in Waalre-dorp zijn peuterspeelzaal Pukkemuk, kindercentrum De Dondersteentjes en basisschool De Wilderen. De Wilderen is gehuisvest aan de Meester Slootsweg. Pukkemuk zal op termijn in de school worden gehuisvest, maar is nu nog tijdelijk gehuisvest in units aan de Meester Slootsweg, dus al wel zeer dicht bij de school. Het streven is om het kindercentrum ook aan of bij De Wilderen te huisvesten. Het plan is om het kindercentrum in 2003 al gebruik te laten maken van de units van De Wilderen aan de Meester Slootsweg en om in 2005 nieuwbouw te realiseren. De huisvestingskant van het concept is voor de kermpartners in Waalre-dorp dus in volle gang. De inhoudelijke kant, de samenwerking, dient nog verder vorm te worden gegeven. Ook de contacten met andere partners dienen nog te worden geïntensiveerd. Concept Aalst De kernpartners in het concept van de brede school in Aalst zijn peuterspeelzaal 't Duikelaartje, kindercentrum de Dondersteentjes en de basisscholen de Drijfveer en basisschool de Meent, 't Duikelaartje, de Dondersteentjes en de Drijfveer zijn gehuisvest aan hetzelfde plein en zoeken in die zin ook al de samenwerking op. Deze samenwerking dient echter nog verder te worden vormgegeven en De Meent en de andere partners dienen daar nog bij te worden betrokken. Concept Ekenrooi
Met de Brede School Ekenrooi is de discussie over het brede school concept gestart. De discussie liep vast op de nieuwbouw. Inmiddels is echter een architectenkeuze gemaakt en wordt gesproken over het risicodragend projectmanagement. Bij de Brede School Ekenrooi zijn de kernpartners peuterspeelzaal Pippeloentje, Korein Kinderopvang en de basisscholen OBS Ekenrooi en St. Christoffel. Prisma begeleidt het proces om te komen tot de inhoudelijke samenwerking. Complan begeleidt het bouwproces.
Voor meer informatie over het brede school concept en de stand van zaken van de brede school trajecten verwijzen wij u naar de nieuwe nota onderwijsbeleid.
33
CHECKLIST BASISAANBOD LOKAAL JEUGDBELEID Vooraf: Indeling van een voorziening bij een bepaald leefgebied kan dubieus zijn/ een voorziening kan bij meerdere leefgebieden horen
Sommige items zijn sec geen 'voorziening' maar horen wel bij een basisaanbod Sommige voorzieningen horen misschien niet tot een basisaanbod, maar zijn opgenomen om inzicht te krijgen in het voorzieningenniveau binnen een gemeente
ALGEMEEN Aantal inwoners:
16.300 Aantal kinderen en jongeren onder de 18
3.800
jaar: SPECIFIEK Voorzieningen
Ja 0-4 jr
J* 4-12 jaar
Ja 1217 jaar
Nee
Aantal Nut& vestigingen/ effectiviteit voorziening + te behalen resultaten en binnen
Subsidierelatie JaJNee + evt. subsidiebudget
Overige opmerkingen
de gemeente Leefgebied Gezondheidszorg Consultatiebureau 1 ja
1
Vroegtijdige
Ja
onderkenning eventuele ontwikkelingsstoornissen en/of
opvoed ingsprobl.
2 3 4
GGD/jeugdarts Huisarts
Ja
Ja Ja
Via GGD 7 huisartsen
ja Ja
Geen VO in Waalre
Nee Info en advies
Nee
Jongeren Informatie
Ja
Wel info via jongerenwerk
verstrekken over werk, school, drugs, geld,
Punt
huisvesting, rechten en plichten, seks en vrije tijd.
5
Buurtnetwerk
Ja
Ja
Beter zicht op casuïstiek Waalre
Ja
Wel een Jeugdzorg-netwerk, geen beleidsnetwerk
en betere afstemming tussen getrokken partijen
6
O pvoedingssteun punt/ winkel
Nee
Preventieve
Sinds kort wel spreekuren op de basisscholen
werking. Opvoedingsproblemen in een
vroeg stadium lerkennen en
tierop inspelen om zwaardere >roblematiek te
7
O pvoed ingsondersteu ning cursus/project
voorkomen. Ouders meer vaardigheden
Nee
dem
anreiken ter
8..
preekuur in
Algemeen
wijkgebouw
maatschappelijk werk
oorkoming van opvoedingsproblemen; preventieve werking We proberen
a
meer zicht te
crijgen op de prestaties
Middelen Informatie J unt
^ee
/ Basisaanbod?
34
Voorzieningen
Ja 0-4 jr
10
Voordeur Bureau Jeugdzorg
Ja
Ja 4-12 jaar
Ja 1217 jaar
Nee
Nut& effectiviteit + te behalen resultaten
Aantal vestigingen
voorziening en binnen de gemeente
Ja
Subsidierelatie Ja/Nee + evt. subsidiebudget
Overige opmerkingen
Lokale veld
Zijn vertegen-woordigd in
versterken met kennis en kunde
J eugdzorg- n etwerk
van Bureau
Jeugdzorg. Leefgebied Welzijn
1
Kinderdagopvang. ...
Ja
3 lokaties
Ja
Door uitbreiding
Ja, inkoop
van plaatsen
subsidieplaatsen
wachtlijsten wegwerken
2
Niet in
Gastouderopvang
Waalre, maar
wordt wel
aangeboden via Humanitas en Click etc.
3
Buitenschoolse opvanj
4
Tieneropvang
Ja, zie kinderopvang
2 iokaties
Ja
Ouders van
Nee
Nog geen tieneropvang etc.
Basisaanbod?
tieners ook de
mogelijkheid bieden hun tiener
na school onder begeleiding op te laten vangen.
Hierdoor verkleining breekpunt na verlaten basisschool
5
6 7
Tussenschoolse opvang
>
euterspeelzaal
eugd- en
Nee
Op 1 lokatie
Ja
verzorgt de cinderopvang nu de tso 3 lokaties
Ja Ja
Ja
ongerenwerk
Ja, exploitatiesubsidie
Vanuit de
3
;e meenschap -huizen
jongerenwerkers;
Ja, via welzijn sinstelling
Vrij laag bereik Geen peuterspeelzalen- pi u s Reorganisatie welzijnsinstelijng
Gesprekken mét de jeugd aangaan en waar mogelijk inspelen op behoeften. Betere
afstemming jeugd — gemeente. 8
Ambulant jeugd- en
a
Vanuit de
a
Meer
ongeren-werk/
emeenschap
straathoekwerk
traathoekwerk
-huizen
lijkt nodig. A.ls gevolg van
Ja, via welzijnsinsteHing
straathoekwerk is
er een beter en actueler zicht van wat er onder ongeren leeft en
wat hen beweegt.
Ook corrigeren en motiveren is
" "
nakkelijker . 9
onge renaccommodati / uimte voor jongeren
slee
anuit de
^eer lijkt nodig.
Ja, via
emeenschap
Dverlast op
>«elzijnsinstelling
1 langplekken kan
huizen
35
>/v*el huiskamerproject lx per >veek in wijkgebouw _
Voorzieningen
Ja
Ja 0-4
4-12 jaar
|r
Ja 1217
Nee
jaar
10
Jeugdsoos
II
Tiener(ontmoetings)r
Ja
Aantal vestigingen, voorzienin en binnen de gemeente
Ja
Vanuit de gemeenscha s-huizen
Ja
Vanuit de
Nut&
Subsidierelatie Ja/Nee + evt. subsidiebudget
effectiviteit + te behalen resultaten
hierdoor verminderd worden. Cola-disco 12-13 jaar blijkt een succes Basisaanbod? Meer lijkt nodig
Huiskamer- project, zie ruimte voor jongeren
gemeenscha]
uimte
Overige opmerkingen
s-huizen
12 13
Jeugdwerkvereniging (bv. Scouting, KPJ) Speel -o-theek
Ja
Ja
Ja
Ja Nee
Basisaanbod?
Buurgemeen
en
14
Kinder/jongerenraad
Door met jeugd in gesprek te gaan en len mee te laten denken, weten
Nee
The W-teens zijn ter ziele/ participatie op ad hoc basis
wat er onder
eugd van Waalre eeft en hierop
cunnen anticiperen
15
longerenpanel
16
a
17
Dito
Nee
Kennis van politiek en participatie in ïolitiek >esluitvormings>roces onder ongeren neemt oe. *1ét jeugd in
a
olitieke themadag
a
Andere vormen van eugdparticipatie
Idem
a
a
Basisaanbod?
Ad hoc, b.v. werkgroep
jesprek gaan waardoor de
katevoorziening etc.
betrokkenheid van eugd toeneemt en
j inzien dat ze erieus genomen
18
Gemeentelijke website Jeugd
worden. eugd informeren ver allerhande aken op een
^Jee
ctiepunt nota jeugdbeleid asisaanbod?
anier die aansluit
>ij hun behoeften. ontwikkeling
eugd monitor? Leefgebied Onderwijs 1 Primair onderwijs Bijzonder 2 3 Openbaar 4 Voortgezet onderwijs 5 6
7 8
9
Voldoende/goed
4 scholen
J* Nee
1 school Buurgemeent en
^ee
VMBO HAVO/VWO
Mee
ROC Leerplichtambtenaar
Schoolbegeleidingsdienst
5 scholen
Ja Ja
GD
Mee
E'hoven
2 en 1
Ja
Ja
eerp lichtzonsul ent Stg. OB De <empen
36
>\dvisering en condersteuning 1okaal
Ja
Consulent via welzijnsinstelling
Voorzieningen
Ja 4-12 jaar
Ja 0-4 jr
Ja 1217
Nee
jaar
Aantal vestigingen t voorzienin] en binnen de gemeente
Nut& effectiviteit + te behalen resultaten
Subsidierelatie Ja/ Nee + evt. subsidiebudget
Overige opmerkingen
onderwijsbeleid, geven van workshops aan
scholen, bieden van ondersteuning en advies t.b.v.
begeleiding van individuele
leerlingen. !0 II
Nee
RMC Schoolmaatschappelijk
E'hoven
werk
12
Primair
Stg Dommel-
Ja
regio
onderwijs
13 14 15
?
VMBO HAVO/VWO Onderwijsachterstanden-beleid
?
Nee
Nota onderwijsbeleid eind 2003
Nee
Voor- en
vroegschoolse educatie
Nee Nee
Taalbeleid Ondersteuning
schoolloopbaan Nee
Bestrijding
Wel via leerplicht
voortijdig schoolverlaten
Doel is brede Samenhangend netwerk van school in
S red e school
elke kern. Proces is in 2000 gestart,
toegankelijke en goede voorzieningen
maar verloopt
jongeren en het
voor kinderen, gezin aan kunnen bieden, met de
traag.
school als middelpunt.
.eerfingenvervoer
a
Ja,
Ja
ca. 1 00 leerlingen in het vervoer per jaar.
.eefstifV (normen en woorden)
Stimuleert
a
.
.
Ja, drie
emotionele en
basisscholen doen
cognitieve intelligentie ter preventie van ., ongewenst gedrag
mee en er worden trainingen
verzorgd voor verenigingen etc.
Leefgebied Sport
l
2 sportparken, 2
Sportaccommodatie
a
tennisparken,
2 3
Sportvereniging Zwembad
rslee
4
r^lee
3 igemeentelijk «ï sporthallen Diversen I l ïuurgemeent cn
Ja
Basisaanbod?
37
Voorzieningen
Ja 4-12 jaar
Ja 0-4 jr
Ja 12-
Nee
17
jaar
Aantal vestigingen voorziening en binnen de gemeente
Nut& effectiviteit + te behalen resultaten
Subsidierelatie Ja/ Nee + evt. subsidiebudget
Overige opmerkingen
2 lokaties
Ja
Docentenvereniging, harmonieën en particuliere docenten
Ja
Bibliotheken voor jeugd worden meegenomen in brede school concept Constructie wordt nog nader bekeken
Buurgemeent
Ja
Wel dansles etc.
Wordt bekeken
| voor jongeren Leefgebied Cultuur Bibliotheek 1
2
Muziekschool/ Muziekonderwijs
3
Nee
Dans/balletschool
en
4
Bioscoop
Nee
5
Schouwburg
Nee
Buurgemeent en Buurgemeent
en 6
Museum
1 museum
Nee, in principe niet
7
Muziek/zang/toneelver eniging
Diversen
Ja
Projecten op terrein von
Ja
kunst en cultuur (galerie Lamber, monumentendag etc.) Sociaal Cultureel Werk Leefgebied Openbare orde en veiligheid Politie 1
Spreekuur Waalre, buro Vwaard
2
Bureau Halt
Ja
Dmv. het scholenproject Mijn en Dijn en de Halt-afdoeningen
Ja
Ja
m.n. Halt-afdoeningen (gem. 20 p.j.)/ Mijn & Dijn
Ja
20 cliënten p.j.
voorkomen van jeugdcriminaliteit of verder afglijden.
3
Jeugd Preventie Programma
0,5 fte, politieburo
Ja
Vwaard
Vroegtijdig signaleren van probleem- of crimineel gedrag
onder jeugd.
Leefgebied Sociale zaken en werkgelegenheid
1
2
ViaWZI
Bijdrageregeling minima met kinderen voor sport/cultuur/e.d. Centrum voor Werk en Inkomen
Vwaard
Leefgebied Wonen en leefomgeving Woningbouwverenigin 1 g/coöperatie Speelvoorzieningen 2 Ja Ja
Nee Ja
Vhoven en ï'hoven Circa 30
Seleid speelruimte heeft aandacht/ renovatieptan speelterreinen
3
Speeltuin
4
Voorzieningen voor 12+ zoals formele' wngplekkenl jOPs en
Ja
Speeltuin De
a
Climbim
^ee
^ee, in principe liet
JOP en skatebaan gepland
38
Voorzieningen
Ja
Ja
0-4
4-12
jr
jaar
skatebanen etc Subsidiebeleid gericht of» Ja jeugd
Ja
Ja 1217 jaar
Nee
Nut& Aantal vestigingen/ effectiviteit voorziening + te behalen resultaten en binnen de gemeente
Subsidierelatie Ja/Nee + evt. subsidiebudget
Overige opmerkingen
Ja
Huis vesting
Jeugd door middel
Nieuw volks- huisvestingsplan
van beter
accent meer op jeugd
hui svestingsbelei d dat gericht is op huisvesting van
~"
jongeren, aan Waalre binden en hiermee actief
anticiperen op vergrijzing van Waalre
39
VERSLAG PANEL JEUGDBELEID 8 SEPTEMBER 2003 Deelnemers De deelnemers van dit panel bestaan uit 8 jongeren van "Theatergroep Kinderspel", l jongere en l ouder. De jongeren variëren in leeftijd van 14 tot en met 20 jaar. Er zijn 3 mannen en 7 vrouwen. 6 personen komen uit Waalre-dorp en 4 personen uit Aalst. De achtergrond is divers: Van Maerlant College, Joris College, de Vrije School, Fontys Hogeschool, Hertog jan College, l jongere werkt fulltime bij een drukkerij, de ouder werkt in het basisonderwijs.
Methode Er is gewerkt aan de hand van de "flappenmethode" met als kader zeven thema's. Per thema volgt een overzicht van punten en vragen zoals deze door de deelnemers van het panel naar voren zijn gebracht: Zorg Hoe kun je de organisaties vinden? Waar aan te kloppen in een noodsituatie? Jongeren weten niet goed welke voorzieningen er in Waalre zijn en dus ook niet hoe zij die moeten bereiken. Voor veel zaken moeten zij naar Eindhoven. De afstand tot de instellingen wordt als een probleem ervaren. De dokter/huisartsenpost vinden zij slecht bereikbaar en de geboden hulp onder de maat (er moeten veel gegevens worden overgelegd, wordt er wel goed geluisterd naar de patiënt?).
Onderwijs Jongeren vinden het onderwijs in het algemeen voldoende - goed. Jongeren geven aan dat verzuimers en uitvallers binnen het onderwijs vaak bepaalde groepen jongeren zijn, die als groep opereren en weinig aansluiting hebben bij andere groepen. Spijbelgedrag lijkt minder aan de orde wanneer de opleiding meer gericht is op wat men uiteindelijk wil gaan doen (bij "saaie" vakken wordt vaker gespijbeld). Waalre-dorp heeft slechts één basisschool. De jongeren vinden dit dat er
40
keuzemogelijkheid moet zijn, dus minimaal twee scholen (de idee leeft dat de gemeente dit tegenhoudt). Dat het voortgezet onderwijs buiten het dorp is gelegen en er dus een bepaalde afstand moet worden overbrugd, vinden jongeren in het algemeen geen probleem. Vrienden en vriendinnen van de basisschool zwermen uit over de verschillende scholen; de een ervaart dit als negatief, voor de ander betekent dit nieuwe kansen. Vaak worden contacten van de basisschool toch wel onderhouden. Verbeteringen die inhoudelijk in het onderwijs wenselijk zijn: eigen pakket kunnen kiezen, meer vakken waar je later wat mee wilt gaan doen, zelf kunnen shoppen. Enkele aanwezigen geven aan dat de basisvakken behouden moeten blijven, omdat is onderzocht dat deze bijdragen aan de algemene ontwikkeling. De 2e fase verloopt niet vlekkeloos, maar dient volgens de meerderheid de kans te krijgen zich nog te bewijzen. Positief is de aandacht voor zelfstudie ter voorbereiding op het vervolgonderwijs (zo wordt aangegeven door degene die al vervolgonderwijs volgt). Behalve inhoud wordt ook de sfeer op school belangrijk gevonden.
Opvang jongeren vinden opvang in het algemeen een minder goede zaak. Zij vinden dat ouders zoveel mogelijk zelf voor de kinderen moeten zorgen. Zij denken dat dit in de meeste gevallen best georganiseerd kan worden (parttime werken etc.). De algehele mening is dat opvang een oplossing kan zijn maar zeker niet voor het merendeel van de week. Opvang bij familie of kennissen wordt als positiever ervaren dan de professionele opvangmogelijkheden. De aanwezige ouder geeft aan dat werkgevers niet altijd meewerken aan oplossingen als parttime werken etc. De jongere die al werkt, geeft aan dat woonlasten hoog zijn en dat minder werken daarom ook niet altijd een optie is. De jongeren concluderen dat opvang in principe voor noodgevallen is (als je het niet anders kunt regelen). Bij opvang wordt ook gedacht aan een opvang voor tieners na schooltijd; een gezellige plek waar je leeftijdgenoten kunt ontmoeten, waarvan je weet dat er altijd wel iemand is en waar je gezellige dingen kunt doen (poolen etc.). Vrije tijd Jongeren vinden het onderwerp vrije tijd een belangrijk thema. Hier bleef men dan ook het langste bij stilstaan. De meeste jongeren vinden dat er weinig te doen is in het dorp voor de jeugd van het voortgezet onderwijs. Sommige jongeren zijn het daar niet mee eens en vinden dat er genoeg aanbod is. Jongeren willen ruimten om elkaar na school (informeel) te ontmoeten. Jongeren willen meer buitenruimte (basketbal, skaten, volleybal etc.). Jongeren willen een muziekschool c.q. repetitieruimte met basisapparatuur (volgens de jongeren is er een grote behoefte onder jongeren om hun muzikale talenten te kunnen ontwikkelen). Muziekles etc. moet ook beter betaalbaar worden. Jongeren balen van "hangjeugd". Activiteiten worden ervaren als vooral gericht op hangjongeren en men wenst meer activiteiten voor jongeren in het algemeen. Jongeren vinden dat alles in Aalst is zoals een videotheek, het winkelcentrum, trapveldjes en dat er te weinig in Waalre-dorp te doen is. Gemist wordt een trapveld, basketbal, voetbalgoals, muurtjes of bankjes; meer levendigheid op de markt rondom de kiosk. Jongeren vinden het reëel dat voorzieningen in tweevoud aanwezig zijn, zowel in Aalst als in Waalre. Jongeren willen beter worden geïnformeerd. Mogelijkheden: •
Persoonlijke post
•
Posters op grote borden langs de weg
•
Schakel, Omroep Brabant, Kabelkrant
•
Boekjes van Het Klooster en De Pracht voorzien van een apart uitneembaar jongerengedeelte, lay-out toegespitst op jongeren (een beetje flitsender)
•
Website, maar dan wel onder een bij jongeren passende naam
•
Evenementenborden
•
Publicatieborden in centra
41
Preventie/ Veiligheid Jongeren vinden dat de politie slecht bereikbaar is (spreekuur is onbekend) en nauwelijks aanwezig lijkt te zijn in het dorp. Toch voelen de meeste jongeren zich redelijk veilig in het dorp. Ook hier kwam de hangjeugd dan wel het kamp weer ter sprake. Jongeren ervaren angst bij het langsfïetsen van hanggroepen; een aantal jongeren is nageroepen of daadwerkelijk lastiggevallen. Het gevoel leeft dat er weinig aan wordt gedaan, ook al wordt de politie ingeschakeld. Een aantal onveilige plekken wordt genoemd zoals het fietspad bij het Boerenbondterrein en het fietspad langs het Gat van Waalre. Het gevoel van veiligheid heeft ook te maken met wat je zelf hebt meegemaakt, wordt geconcludeerd (pesten, inbraak etc.). Eén jongere geeft aan zich wel geheel veilig te voelen in de gemeente.. Werk & Inkomen
Bijna alle jongeren hebben een baan naast hun opleiding. Zij werken om leuke dingen te kunnen doen (voortkomend uit materialisme, zo geeft een jongere aan, welke mening wordt gedeeld door de meerderheid). Jongeren ervaren een en ander (winkelen, uitgaan etc.) als duur. Salarissen stijgen niet, prijzen wel. Sparen is moeilijk. Een jongere geeft ook aan een bijbaantje te hebben om dingen zelf te kunnen bepalen, dus om zelfstandig te kunnen zijn. Werk betekent ook het opdoen van levenservaring en een stukje gezelligheid met collega's.
Wonen Bijna alle jongeren willen in het dorp blijven wonen, maar zij realiseren zich dat het met het huidige aanbod moeilijk is (te weinig huur dan wel koopwoningen voor jongeren). Er wordt onder jongeren steeds meer gepraat over alternatieven als kraken, wat volgens de aanwezigen duidt op woningnood. Het verschil tussen Aalst en Waalre leeft ook onder jongeren. Jongeren willen dus ook graag in de eigen kern blijven wonen. De mobiliteit vinden de jongeren slecht. Het aantal buslijnen en de frequentie van rijden moeten omhoog. Er ontstaat vergrijzing; jongeren trekken weg. In Waalre-dorp zijn er b.v. al twee kleuterklassen minder dan vorig jaar.
Algemeen Jongeren vinden het leuk om mee te praten (de methode viel in goede aarde), maar zij hopen dat er ook daadwerkelijk iets met hun opmerkingen wordt gedaan.
Prioriteiten Elke aanwezige is in de gelegenheid gesteld de drie belangrijkste onderwerpen van die avond op te schrijven. Deze onderwerpen zijn bij de bewuste thema's gehangen. De onderwerpen zijn:
Zorg: Duidelijker informatiepunt voor jeugdzorg Zorg meer hulp Boekje met alle zorgvoorzieningen, huis aan huis
Onderwijs: Scholenverspreiding School in Waalre erbij Opvang: Geen opmerkingen
Vrije Tijd: Meer verharde basketbal veldjes, b.v. bij speeltuin De Klimbim
42
Muziekvoorziening Muziek Disco/uitgaan Muziekschool Muziek goedkoper, l muziekschool Ontmoetingsplek voor jeugd Muziekruimte regelen Skaten/skatebaan Tienerhonk Huiskamer 's middags tot vroeg in de avond, elke dag, opvang tieners Tieneropvang, ontmoetingsplaats Eén centrale muziekschool voor Aalst en Waalre met b.v. ook goedkope repetitieruimte Preventie/Veiligheid: Een herkenbare politiepost in Aalst en Waalre Mensen hoeven niet bang te zijn! Goede politiepost in Waalre, goed aangegeven.
Werk & Inkomen: Inkomen te laag tegenover de rest Wonen: Bus door Aalst en Waalre; bij Aalst staat bushokje er, waar is de bus? Goedkoper Extra Bushaltes Bus dichtbij huis Woningaanbod Niet te betalen voor jongeren Buslijn in Waalre Beter openbaar vervoer voor Waalre en ook b.v. naar Valkenswaard en Veldhoven, niet alleen naar Eindhoven Vervolg prioriteiten De aanwezigen hebben met het verdelen van nep-geld duidelijk kunnen maken welke onderwerpen/thema's de meeste prioriteit hebben. De uitslag is als volgt (check: l O personen, elk 6 biljetten van 5 euro): Veiligheid
€
60
Wonen
€
55
Zorg
€
55
Vrije tijd
€ 120
43
VERSLAG PANEL JEUGDBELEID 29 OKTOBER 2003 Aanwezigen Alle jongeren komen uit Ekenrooi, Aanwezig zijn: Aniek Backer, 12 jaar, Pleincollege Daniël Duwaer, 10 jaar, Christoffelschool Mare Rena, l l jaar (bijna 12 jaar), Christoffelschool Toon ... , 10 jaar (bijna 11 jaar), Christoffelschool Joost Anthonis, 12 jaar, Pleincollege en Frank Toonen (sociaal cultureel werk) en Carolienne Puttiger (gemeente). Introductie ledereen stelt zich voor en Carolienne legt uit wat de bedoeling is van deze bijeenkomst. Het gaat er om van jongeren zelf te horen wat zij belangrijk vinden, wat zij goed vinden in de gemeente en wat niet etc. De informatie zal worden gebruikt in de nieuwe nota jeugdbeleid. De discussie wordt aan de hand van een aantal thema's gevoerd. De thema's Zorg/(volks)gezondheid etc.: niet iedereen weet waar de huisartsen etc. zijn te vinden; veel buitenterreinen worden slecht onderhouden, waardoor risico's optreden bij gebruik (b.v. blessures bij het voetballen); er ligt te veel hondenpoep waar het niet mag (b.v. Gebr. De Koningsplantsoen); veel kinderen worden te dik door een slecht eetpatroon (voorbeelden USA). Kinderopvang/oppas etc.: niet alle kinderen hebben ervaring met kinderopvang; degenen die dat wel hebben, zijn redelijk positief (het was niet altijd leuk, maar over het algemeen tevreden); over de tussenschoolse opvang op school zijn de jongeren niet erg positief (vroeger was het leuker, er wordt te veel aandacht aan de kleinere kinderen besteed, het is nu te duur etc.). Onderwijs/scholen etc.: school wordt belangrijk gevonden en de jongeren zijn allemaal redelijk tevreden over hun school; de Engelse Tuin is een eng pad om te fietsen; er moet meer inspraak van jongeren op de scholen komen (sommige regels worden "suf gevonden); er moet meer ruimte bij de school komen om buiten te kunnen spelen (nu kan er b.v. niet goed worden gevoetbald); een nieuwe school is op zich prima, maar het blauwe speeltuintje moet blijven; er moet een kinder(vertrouwens)raad op scholen komen (kinderen die andere kinderen kunnen helpen). Vrije tijd(sbesteding) etc.: de aanwezige jongeren doen allemaal aan sport (hockey, kano, tennis); er moet meer publiciteit komen over wat er allemaal te doen is in Waalre. Schakel en Kabelkrant worden niet bekeken. De informatie moet via de scholen worden verspreid (flyers). Ook een activiteitenbord zou een uitkomst kunnen zijn;
44
er moeten meer vrijblijvende open activiteiten komen die gratis of heel goedkoop zijn, met name sportactiviteiten (volleybal, vrij tennis, pingpong etc.); er moet een extra speelterrein komen in de buurt van de Gorlooplaan (Carolienne legt uit dat daar inderdaad nog een speeltuintje komt); er moeten tafeltennistafels komen (liefst overdekt); speelterreinen moeten worden afgezet voor honden; enig toezicht op de speelterreinen is belangrijk; er moet een park komen waar jongeren en volwassenen gebruik van kunnen maken (een vijver, bankjes etc.); er moet een kinderboerderij komen. Veiligheid etc.: de Eindhovenseweg is veel te druk en dus onveilig (mensen rijden door rood, ze rijden er te hard etc.); de stoplichten staan te lang op rood voor het oversteken; er moet meer verlichting aan de Engelse Tuin komen; er moet meer toezicht van de politie aan de Maximilliaanlaan komen (kinderen worden gepest door grotere kinderen); de rol van de wijkagent is onduidelijk (Frank geeft een korte toelichting);
er rnoet meer en betere verlichting in de nieuwbouwwijk komen (het is er eng 's avonds op straat); met een mobiele telefoon voelen jongeren zich veiliger op straat; er is te veel parkeeroverlast bij de scholen (fout-parkeerders bekeuren); parkeeroverlast bij de winkelcentra oplossen. Werk & Inkomen etc.: vier jongeren zijn zeer ambitieus (acteur, webmaster, politicus (voor milieu), dierenarts) en één weet nog niet wat hij later wil worden;
alle jongeren krijgen zakgeld in de orde van grootte van € 1,40 tot € 3. Allen vinden ze dat ze genoeg krijgen en er meestal de dingen van kunnen kopen die ze willen hebben (soms is tets te duur en zouden ze wel meer zakgeld willen hebben).
Wonen etc.: niet alle jongeren zijn geboren en getogen in Waalre en niet alle jongeren willen in Waalre blijven wonen; in Waalre kun je lekker buiten spelen, er is veel groen, mooie natuur; maar er is ook veel geroddel, het is niet altijd gezellig, als je iets anders wilt doen dan de meerderheid word je snel gepest (b.v. afwijkende kleding). Overigen: bij de boomfeestdag zijn er bomen geplant die inmiddels weer zijn gekapt (waarom ts dat?); er moeten meer afvalbakken en bladkorven komen. Afsluiting Carolienne en Frank bedanken de jongeren (de jongeren geven aan het leuk te hebben gevonden). Iedereen zal een verslag ontvangen en kan altijd nog reageren. Het e-mail adres is
[email protected] of doorkiesnummer 040 - 2282588.
45
Wat ons is opgevallen: de jongeren waren allemaal lid van een sportvereniging; de jongeren hebben allemaal behoefte aan meer open en vrijblijvende wisselende activiteiten op het terrein van sport; het accent lag met name op het buitenspelen; het blauwe speeltuintjes is dé ontmoetingsplek voor jongeren uit Ekenrooi; de brede school biedt kansen om een grote buitenruimte conform de wensen van de jongeren vorm te geven (voetbal, basketbal, volleybal, tafeltennistafels etc.); het draaipunt ligt bij de scholen (jongeren zien de scholen als doorgevers van belangrijke informatie etc.).
46