Co l l e c t i e c a t a l o g u s 2 0 0 5
M u s e u m v a n B o m m e l v a n D a m Ve n l o Een selectie uit vijfentwintig jaar aanwinsten
M u s e u m v a n B o m m e l v a n D a m Ve n l o Collectiecatalogus 2005 Een selectie uit vijfentwintig jaar aanwinsten Bestandskatalog 2005 Eine Auswahl aus den Neuerwerbungen der vergangenen 25 Jahre Catalogue of the collection 2005 A selection from acquisitions over twenty-five years
Voor Maarten en Reina
Inhoud
5 6 6 7 8 8 9 25 148 Inhalt
11 12 13 13 14 14 15 25 148 Content
19 20 20 21 21 22 23 25 148
Museum van Bommel van Dam Inleiding De privécollectie van Maarten en Reina van Bommel - van Dam Uitbreiding museumcollectie tot 2005 Kunstenaars uit Limburg De periodieke Van Bommel - Van Dam Prijs Een sterk veranderd cultureel landschap Naar een nieuw aankoop- en collectieplan Catalogus Colofon Museum van Bommel van Dam Einleitung Die Privatsammlung von Maarten und Reina van Bommel - van Dam Ausbau der museumseigenen Sammlung bis 2005 Künstler aus Limburg Der periodisch verliehene Van Bommel - Van Dam Preis Eine stark veränderte Kulturlandschaft Zu einem neuen Erwerbs- und Sammlungskonzept Katalog Kolophon Museum van Bommel van Dam Introduction The private collection of Maarten and Reina van Bommel - van Dam Additions to the collection up to 2005 Artists from Limburg The Van Bommel - Van Dam Prize A dramatic ally different cultural landscape Towards a new acquisition and collection plan Catalogue Colophon
3
Museum van Bommel van Dam ‘Wie niet van koers verandert, komt waarschijnlijk weer uit op de plaats van vertrek’ oud Chinees spreekwoord
Inleiding
Bram Bogart (Delft, 1921), Silence du Sud, 1957, gemengde techniek op doek, 151,5 x 115,5 cm.
In Nederland zijn diverse musea ontstaan uit collecties van particuliere verzamelaars. Zo ook in Venlo. Maarten en Reina van Bommel - van Dam, respectievelijk afkomstig uit Noord-Holland en Gelderland, schenken in 1969 een collectie moderne kunst van twaalfhonderd werke n aan Venlo op voorwaarde dat de gemeente de verzameling in een museum onderbrengt. In 1971 opent het spiksplinternieuwe gemeentelijke museum, dat de naam van de gulle gevers draagt, zijn deuren. Het Venlose Museum van Bommel van Dam is dan het eerste museum voor moderne kunst in de provincie Limburg. In de aan de gemeente overgedragen collectie bevindt zich een aantal essentiële picturale kernen: Arman do, Bram Bogart, Eugène Brands, Edgar Fernhout, Anton Heyboer, Lei Molin, Ger Lataster, de surrealist Melle, Jan Schoonhoven en Jaap Wagemaker. Na de opening van het museum breiden museumdirecteur Lei Alberigs en zijn opvolger Thei Voragen de oorspronkelijke kunstcollectie uit met overwegend abstract-expressionistische kunst. Bovendien leggen ze twee nieuwe deelverzamelingen aan: fotografie en beeldho uwkunst. In 1985 verschijnt er ter gelegenheid van de feestelijke opening van een nieuwe museumvleugel een catalogus, waarin de contouren van het tot dan gevoerde aankoopbeleid voor het eerst zichtbaar worden gemaakt. Sindsdien zijn diverse kleinere clusters van eigenzinnig werkende kunstenaars waaronder Frank van Hemert en Hans van Hoek aangelegd. Het Venlose museumteam treedt anno 2005 weloverwog en met een actuele collectiecatalogus naar buiten. In een ten opzichte van de jaren tachtig sterk veranderde landelijke museumwereld zijn optische ontsluiting, kunsthistorische transparantie en doordachte communicatie van eminent belang. Het museum geeft via deze drietalige publicatie binnen- en buitenlandse vakgenoten, potentiële bruikleennemers en toekomstige museumbezoekers een vernieuwd visueel inz icht in het vrij brede verzamelbeleid van een bescheiden stedelijk museum, dat door een gunstige ligging in combinatie met een helder nieuw beleid serieuze culturele potentie heeft in de geografische ruit Eindhoven, Nijmegen, Duisburg en Maastricht. Namens het museumteam dank ik bij deze gelegenheid welgemeend alle beeldend kunstenaars, erven van overleden 5
kunstenaars, de Stichting van Bommel van Dam, nationale culturele instellingen en musea, galeries, particuliere schenkers en de Vriendenstichting voor hun vruchtbare bijdragen en vertrouwen. Onze oprechte dank gaat tevens uit naar de gemeente Venlo, de provincie Limburg en de Mondriaan Stichting voor de financiële steun die het mogelijk maakte om de museale kunstverzameling uit te breiden.
De privécollectie van Maarten en Reina van Bommel - van Dam
Vrijwel meteen na de Tweede Wereldoorlog begint het in Amsterdam woonachtige echtpaar Maarten en Reina van Bommel - van Dam met het gepassioneerd verzamelen van hedendaagse beeldende kunst. In de loop der jaren kopen ze in hoog tempo bij kunstenaars thuis, op veilingen en in het galeriecircuit van Noord-Holland honderden werken van vooral Nederlandse kunste naars en in mindere mate internationale grafiek. Daarenboven verzamelen ze uit persoonlijke interesse Chinese en Japanse inkttekeningen en prenten, aardewerk uit Zuid-Amerika alsmede etnografica uit Afrika en Nieuw-Guinea. Eind jaren zestig puilt de bovenwoning aan de Sarphatistraat in Amsterdam letterlijk en figuurlijk uit met beeldende kunst. Na eerst enkele malen op vakantie te zijn geweest in No ordLimburg, waarbij ze goede contacten krijgen in het Venlose, besluit het echtpaar in 1969 de privé-verzameling aan de gemeente Venlo te schenken. Zij stellen daarbij als dwingende voorwaarde dat de gemeente de geschonken verzameling onderbrengt in een daartoe geschikt gebouw te Venlo. Voorts bedingen ze bij de gemeente dat ze naast de overgedragen collectie kunnen wonen en ‘bij nacht en ontij’ to egang hebben tot de verzameling. De overdracht van de collectie in 1971 betekent overigens niet dat Maarten en Reina van Bommel - van Dam stoppen met verzamelen. Tussen 1971 en 1984 kopen zij weer meer dan vierhonderd kunstwerken. Deze nieuwe privé-collectie wordt in 1984 formeel ondergebracht in de Stichting van Bommel van Dam en als tweede verzameling in langdurige bruikleen overgedragen aan de gemeente Venlo en toegevoegd aan de schenking van 1969.
Uitbreiding museumcollectie tot 2005
De eerste museumdirecteur Lei Alberigs, die eerder al met het Cultureel Centrum in Venlo successen boekt, slaagt er door zijn goede contacten met landelijke kunstenaars en kunstopleidingen in, het nieuwe stedelijk museum nationaal goed op de kaart te krijgen en de verzameling aanzienlijk uit te breiden. In de loop van de jaren zeventig en tachtig worden eerst door Lei Alberigs en later door zijn opvolger Thei Voragen werken verworven uit de Cobra-beweging, Zero, materiekunst, 6
Gerrit Benner (Leeuwarden, 1897 Nijemirdum, 1981), Duinen, 1953, gouache, 73,3 x 92,8 cm.
Kunstenaars uit Limburg
abstract-expressionistische kunst en Nieuwe Figuratie. Aan de oorspronkelijke collectie worden door beide directeuren bewust nieuwe kunsthistorische clusters toegevoegd van onder andere Gerrit Benner, Kees van Bohemen, Mark Brusse, Wim de Haan, Theo Kuijpers, Lucebert, Shinkichi Tajiri, JCJ Vanderheyden, Jaap Wagemaker, Carel Willink en Theo Wolvecamp. Het museum heeft thans o ok representatieve overzichten in huis van veelzijdige abstract-expressionisten als Ger Lataster, Jef Diederen, Pieter Defesche, Pierre van Soest en Lei Molin. Deze eerste naoorlogse, Limburgse schildersgeneratie is overigens vooral in het westen van Nederland woonachtig en werkzaam geweest. Gedurende de afgelopen tien jaar zijn er vanuit het brede spectrum van de hedendaagse schilderkunst ook ke rnen van eigenzinnig werkende kunstenaars als Sander van Deurzen, Loek Grootjans, Frank van Hemert, Hans van Hoek, Rik van Iersel, Stijn Peeters, Aline Thomassen en André Wiehager gevormd. Tezelfdertijd zijn er, als nieuw verzamelgebied, foto’s van Marinus Boezem, Ger Dekkers, Wijnanda Deroo, Jan Dibbets, Rineke Dijkstra, Inez van Lamsweerde/Vinoodh Matadin, Lydia Schouten, Erwin Olaf, Henk Tas en Ki m Zwarts aangekocht. Dat geldt mutatis mutandis ook voor de verwerving van sculpturen en ruimtelijke werken van Armando, Arie Berkulin, Gène Eggen, Piet Killaars, Shinkichi Tajiri en Han van Wetering.
Voor Museum van Bommel van Dam is het vanaf de start duidelijk dat er ‘aan kunstenaars uit Limburg bijzondere aandacht moet worden geschonken’ en dat er in de kersverse stedelijke kunstcollectie een representatieve afspiegeling van Limburgse kunst dient te worden opgebouwd. Niet bepaald een sinecure want Limburgse kunstenaars zijn in de overwegend in Noord-Holland ontstane verzameling, op werk van Charles Eyck, Aad de Haas, Lei Molin en Ger Lataster na, in 1971 niet vertegenwoordigd. Het gegeven dat er anno 2005 vele in Limburg geboren, c.q. in Limburg werkzame kunstenaars in de collectie zijn o pgenomen is de grote verdienste van de reeds vernoemde museumdirecteuren Alberigs en Voragen en de diverse conservatoren. Het Venlose museum heeft naast de reeds vermelde eerste generatie kunstenaars inmiddels kunstwerken van de tweede, derde en vierde naoorlogse generatie in Limburg geboren kunstenaars verzameld, zoals Gèr Boosten, Jacqueline Böse, Monique Camps, André Dieteren, Fons Haagmans, Bep S cheeren, Harr Scheffer, Fons Schobbers, Trudy van Soest, Roy Villevoye, Piet Vos en Frits van der Zander.
7
De periodieke Van Bommel - Van Dam Prijs
Maarten en Reina van Bommel - van Dam hebben altijd oog voor jonge kunstenaars gehad. In 1976 wordt bewust een stichting opgericht die zich ten doel stelt periodiek een prijs toe te kennen aan een jeugdige, talentvolle Nederlandse kunstenaar, die niet ouder dan vijfendertig jaar is. De prijs werd tot nu toe twaalf maal door een telkens wisselende jury toegekend. D e Van Bommel - Van Dam Prijs bestaat uit een oorkonde en een aanzienlijk geldbedrag. Peter Wehrens, Ronald Tolman, Jan van der Pol, Piet Dieleman, Toon Teeken, Kries Sommers, Freark van der Wal, Noud van Dun, Aafke Bennema, Hjalmar Riemersma, Sebastian Diaz Morales en Sidi El Karchi zijn tot nu toe de laureaten, die met een of meerdere werken in de gemeentelijke verzameling zijn opgenomen.
Een sterk veranderd cultureel landschap
Ten opzic hte van de jaren tachtig is er in Nederland Museumland nationaal en provinciaal veel veranderd. Zo werd in 1994 het nieuwe cultuurfonds de Mondriaan Stichting opgericht en werd in 1997 het Instituut Collectie Nederland geformeerd. Bovendien gingen in 2002 formeel de Stichting Museum Jaarkaart en de Nederlandse Museum Vereniging samen. Inmiddels wordt over museale aankoopregelingen, de mobiliteit van col lecties, het verbeteren van kwaliteit én het versterken van samenhang van de Collectie Nederland heel anders dan in 1985 gedacht. Tegelijkertijd hebben zich in de provincie Limburg belangwekkende museale veranderingen voltrokken. Was Museum van Bommel van Dam in 1971 het enige museum voor moderne kunst in Limburg, thans zijn er in Maastricht, Sittard-Geleen, Heerlen, Roermond én Venlo provinciale en g emeentelijke musea waar consequent hedendaagse kunst wordt verzameld, bestudeerd en gepresenteerd. Anno 2005 voeren deze musea, met de fraaie en betekenisvolle publicatie Van Cuypers tot Dibbets als inhoudelijk vertrekpunt, gezamenlijk overleg over collectiemobiliteit en toekomstig verzamelbeleid ten aanzien van de Collectie Limburg. Daar komt bij dat er in het nieuwe millenium ook lokaal grote culturele veranderingen in gang zijn gezet. Als direct gevolg van de gemeentelijke herindeling is in Venlo in 2004 de cultuurnota Cultuur Manifest! vastgesteld. In dit door de lokale politiek onderschreven manifest zit een nieuwe culturele opdracht voor Museum van Bommel van Dam vervlochten. Het museum dient de komende jaren weloverwogen te worden ingebed in de locale, regionale en provinciale culturele infrastructuur. Voorts dient het Venlose museum, mede naar aanleiding van het meerjarige grensoverschrijdende Duits-Nederlandse museale samenwerkingsverband en marketingconvenant Crossart, de komende jaren stap voor stap aan euregionalisering en internatio-
Sebastian Diaz Morales (Comodoro Rivadavia [RA], 1975), still uit: 15.000.000 Parachutes, 2001, DVD, (aangekocht met steun van Provincie Limburg).
8
nalisering te werken. Medio 2005 vindt in het kader van Crossart een eerste gezamenlijke presentatie van vier Nederlandse en zes Duitse musea in Bonn plaats onder de titel Van Gogh bis Beuys. Bij deze prestigieuze expositie verschijnt ook een meertalige catalogus waarin de collecties van de tien deelnemende musea, waaronder Museum van Bommel van Dam, tekstueel e n visueel worden ontsloten. Internationalisering, continue tweetaligheid en het uitbouwen van wederzijds cultureel respect staan de komende jaren hoog op de Venlose museumagenda.
Naar een nieuw aankoop- en collectieplan
Vanaf 2005 wordt, met het oog op een grondige evaluatie van de eigen verzameling, gestart met een serie collectietentoonstellingen onder de titel Aan de Hand van waarbij telkens maximaal zes kunstenaars, die verschillende gene raties representeren, aan elkaar worden gekoppeld. Op deze wijze worden delen uit de oorspronkelijke privé-collectie van Maarten en Reina van Bommel van Dam kunsthistorisch ‘getoetst’ aan kunstwerken die tijdens latere directoraten zijn aangekocht. In algemene zin kan worden gesteld dat het museumteam de komende jaren, mede vanuit de laureaten van de komende edities van de Van Bommel - Van Dam Prijs, energie gaat steken in het creëren van nieuwe schilderkunstige clusters en verantwoorde kunsthistorische kernen waarbij vooral de rode draden in de verzameling worden gerespecteerd: eigenzinnige expressieve handschriften in combinatie met integere attitudes, gedreven maatschappelijk engagement, originele picturale juxtaposities of rare tegendraadse materiaalbehandeling. Museum van Bommel van Dam heeft zich de afgelopen decennia vooral geprofileerd met een alternerend aanbod van wisselexposities over schilder- en tekenkunst, beeldhouwkunst en fotografie. De komende jaren werkt het museumteam, conform het prikkelende Chinese spreekwoord boven deze tekst, intensief aan een nieuw collectie- en aankoopplan met onderscheidende accenten. Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan het organiseren va n ‘logische’ wisseltentoonstellingen en presentaties op basis van de eigen collectie én het verder (digitaal) ontsluiten van de sinds 1985 verworven objecten. Analoog aan de doelstellingen van het reeds vermelde Crossart convenant beoogt het museumteam in Venlo met deze actuele collectiecatalogus potentiële museumbezoekers uit binnen- en buitenland visueel kennis te laten maken met een waardevolle kunstv erzameling die inmiddels meer dan vijftig jaar bestrijkt. Rick Vercauteren directeur Museum van Bommel van Dam 9
Museum van Bommel van Dam ‘Wer seinen Kurs nicht ändert, kehrt wahrscheinlich wieder zu seinem Ausgangspunkt zurück.’ altes chinesisches Sprichwort
Einleitung
Armando (Amsterdam, 1929), Zonder titel, 1952, inkttekening/aquarel, 49 x 58 cm.
Mehrere Museen in den Niederlanden sind aus den Kollektionen privater Sammler hervorgegangen. So auch in Venlo. Maarten und Reina van Bommel - van Dam, die aus den Provinzen NoordHolland bzw. Gelderland stammen, schenken 1969 der Stadt Venlo eine 1200 Werke umfassende Sammlung moderner Kunst unter der Voraussetzung, dass die Stadt diese Sammlung in einem Museum unterbringt. Im Jahre 1971 wird das nagelneue städtische Museum eröffnet, das den Namen der großzügigen Stifter trägt. Das Venloer Museum van Bommel van Dam ist damit das erste Museum für moderne Kunst in der Provinz Limburg. In der der Stadt übergebenen Sammlung befinden sich einige bedeutungsvolle bildhafte Kerne: Armando, Bram Bogart, Eugène Brands, Edgar Fernhout, Anton Heyboer, Lei Molin, Ger Lataster, der Surrealist Melle, Jan Schoonhoven und Jaap Wagemaker. Nach der Eröffnung des Museums erweitern dessen Leiter Lei Alberigs und sein Nachfolger Thei Voragen die ursprüngliche Sammlung um überwiegend abstrakt expressionistische Kunstwerke. Außerdem legen sie zwei neue Sammlu ngsbereiche an: Fotografie und Bildhauerei. Im Jahre 1985 wird anlässlich der feierlichen Eröffnung eines neuen Museumsflügels ein Katalog veröffentlicht, in dem die Konturen der bis dahin praktizierten Erwerbspolitik zum ersten Mal hervortreten. Seither wurden verschiedene kleinere Werkgruppen von eigenwillig arbeitenden Künstlern wie Frank van Hemert oder Hans van Hoek angelegt. Das Venloer Museumstea m tritt im Jahre 2005 nach reiflicher Überlegung mit einem aktuellen Sammlungskatalog an die Öffentlichkeit. In einer im Unterschied zu den 1980er Jahren stark veränderten überregionalen Museumsszene sind optische Erschließung, kunsthistorische Transparenz und wohldurchdachte Kommunikation von herausragender Bedeutung. Das Museum will in- und ausländischen Fachkollegen, potenziellen Leihnehmern und künft igen Museumsbesuchern mit dieser dreisprachigen Publikation einen frischen Einblick in die recht breit angelegte Sammlungspolitik eines bescheidenen städtischen Museums ermöglichen, das durch seine günstige Lage inmitten der geografischen Raute Eindhoven, Nimwegen, Duisburg und Maastricht im Zusammenspiel mit einem klaren neuen Konzept 11
über ernst zu nehmendes kulturelles Potenzial verfügt. Im Namen des Museumsteams möchte ich hiermit die Gelegenheit nutzen, mich bei allen bildenden Künstlern, den Erben verstorbener Künstler, der Stiftung van Bommel van Dam, den niederländischen Kultureinrichtungen, Museen und Galerien sowie privaten Schenkern und die Freundenstiftung für ih re fruchtbaren Beiträge und ihr Vertrauen zu bedanken. Unser aufrichtiger Dank gilt zugleich der Stadt Venlo, der Provinz Limburg und dem Kulturfonds Mondriaan Stichting für ihre finanzielle Unterstützung, die es uns ermöglicht hat, die museumseigene Kunstsammlung auszubauen.
Die Privatsammlung von Maarten und Reina van Bommel - van Dam
Praktisch direkt nach dem Ende des Zweiten Weltkriegs beginnt das in Amsterdam wohnende Ehepaar Maarten und Reina van Bomme l - van Dam damit, leidenschaftlich zeitgenössische bildende Kunst zu sammeln. Im Laufe der Jahre erwerben sie rasch Hunderte von Arbeiten vornehmlich niederländischer Künstler und in geringerem Ausmaß auch internationale Grafik, und zwar direkt in den Ateliers, bei Versteigerungen und in den Galerien der Provinz Noord-Holland. Außerdem sammeln sie aus persönlichem Interesse chinesische und japanische Tuschzeichnungen und Drucke, südamerikanische Keramik sowie Ethnografika aus Afrika und Neuguinea. Ende der 1960er Jahre quillt die an der Sarphatistraat in Amsterdam gelegene Wohnung der beiden im zweiten Stock buchstäblich vor bildender Kunst über. Nachdem es wiederholt im Norden der Provinz Limburg seinen Urlaub verbracht und in Venlo und Umgebung gute Kontakte geknüpft hat, schenkt das Ehepaar 1969 seine Privatsammlung der Stadt Venlo. Es macht der Stadt dabei allerdings zur Auflage, die ihr überlassene Sammlung in einem hierfür geeigneten Gebäude in Venlo unterzubringen. Außerdem verlangt das Ehepaar, dass es neben der von ihm übereigneten Sammlung wohnen darf, um die Sammlung ‘rund um die Uhr’ besuchen zu können. Die Übertragung der Sammlung im Jahre 1971 bedeutet übrigens nicht, dass Maarten und Reina van Bommel - van Dam das Sammeln aufgeben. In den Jahren 1971 - 1984 erwerben sie erneut über 400 Kunstwerke. Diese neue Privatsammlung wird 1984 formell in die Stiftung van Bommel van Dam eingebracht, der Stadt Venlo als zweite Sammlung in Dauerleihe übergeben und der Schenkung aus dem Jahre 1969 hinzugefügt.
12
Ausbau der museumseigenen Sammlung bis 2005
Sander van Deurzen (Venlo, 1975), Fast food toys, 2003, acryl- en olieverf op doek, 170 x 200 cm.
Künstler aus Limburg
Der erste Leiter des Museums, Lei Alberigs, der zuvor bereits mit dem Kulturzentrum in Venlo Erfolg hat, schafft es, das neue städtische Museum dank seiner guten Kontakte zu überregional wirkenden Künstlern und Kunstakademien überall in den Niederlanden bekannt zu machen und die Sammlung bedeutend zu erweitern. Im Laufe der 1970er und 1980er Jahre erwerben zunächst Lei Alberigs un d dann sein Nachfolger Thei Voragen Arbeiten der Cobra-Bewegung, der Gruppe Zero, der Materialkunst, der abstrakt expressionistischen Kunst und der Neuen Figuration. Der ursprünglichen Sammlung fügen beide Direktoren bewusst neue kunsthistorische Werkgruppen folgender Künstler hinzu: Gerrit Benner, Kees van Bohemen, Mark Brusse, Wim de Haan, Theo Kuijpers, Lucebert, Shinkichi Tajiri, JCJ Vanderheyden, J aap Wagemaker, Carel Willink, Theo Wolvecamp u.a. Zum gegenwärtigen Zeitpunkt verfügt das Museum auch über repräsentative Übersichtssammlungen vielseitiger abstrakter Expressionisten wie Ger Lataster, Jef Diederen, Pieter Defesche, Pierre van Soest und Lei Molin. Diese erste Nachkriegsgeneration von Malern aus Limburg hat nebenbei bemerkt vor allem im Westen der Niederlande gelebt und gearbeitet. In de n letzten zehn Jahren wurden innerhalb des breiten Spektrums zeitgenössischer Malerei zudem Kerne eigenwillig arbeitender Künstler wie Sander van Deurzen, Loek Grootjans, Frank van Hemert, Hans van Hoek, Rik van Iersel, Stijn Peeters, Aline Thomassen und André Wiehager angelegt. Gleichzeitig wurden - ein neuer Sammlungsbereich - Fotografien von Marinus Boezem, Ger Dekkers, Wijnanda Deroo, Jan Dibbets, Rineke Dijkstra, Inez van Lamsweerde/Vinoodh Matadin, Lydia Schouten, Erwin Olaf, Henk Tas und Kim Zwarts erworben. Dies lässt sich mutatis mutandis auch in Bezug auf den Erwerb von Skulpturen und räumlichen Arbeiten von Armando, Arie Berkulin, Gène Eggen, Piet Killaars, Shinkichi Tajiri und Han van Wetering sagen.
Das Museum van Bommel van Dam folgt von Beginn an der Maxime, ‘den Künstlern aus Limbu rg besondere Aufmerksamkeit zu widmen’ und in der ganz jungen städtischen Kunstsammlung eine repräsentative Widerspiegelung der Kunst aus der gesamten Provinz Limburg zu bieten. Gewiss keine leichte Aufgabe, da aus Limburg stammende Künstler im Jahre 1971 in der hauptsächlich in Noord-Holland entstandenen Sammlung - mit Ausnahme einiger Arbeiten von Charles Eyck, Aad de Haas, Lei Molin und Ger Lataste r - nicht vertreten waren. Dass die Sammlung nun, im Jahre 2005, viele in Limburg geborene bzw. in Limburg arbeitende 13
Künstler umfasst, ist das große Verdienst der bereits erwähnten Museumsdirektoren Alberigs und Voragen sowie diverser Konservatoren. Das Venloer Museum hat neben der bereits genannten ersten Künstlergeneration mittlerweile auch Kunstwerke der zweiten, dritten und vierten Nachkriegsgeneration in Limburg geborener Künstler wie Gèr Boosten, Jacqueline Böse, Monique Camps, André Dieteren, Fons Haagmans, Bep Scheeren, Harr Scheffer, Fons Schobbers, Trudy van Soest, Roy Villevoye, Piet Vos und Frits van der Zander zusammengetragen.
Der periodisch verliehene Van Bommel - Van Dam Preis
Eine stark veränderte Kulturlandschaft
Maarten und Reina van Bommel - van Dam hatten immer ein Auge für junge Künstler. Im Jahre 1976 wurde ganz bewusst eine Stiftung gegründet, die sich das Ziel setzte, einem jungen, talentierten niederländischen Künstler, der das 35 . Lebensjahr noch nicht vollendet hat, in periodischen Abständen einen Preis zu verleihen. Der Preis wurde bislang zwölfmal von einer stets wechselnden Jury vergeben. Der Van Bommel - Van Dam Preis besteht aus einer Urkunde und einer stattlichen Summe. Peter Wehrens, Ronald Tolman, Jan van der Pol, Piet Dieleman, Toon Teeken, Kries Sommers, Freark van der Wal, Noud van Dun, Aafke Bennema, Hjalmar Riem ersma, Sebastian Diaz Morales und Sidi El Karchi heißen die bisherigen Preisträger, die mit einem oder mehreren Werken in der städtischen Sammlung vertreten sind.
Im Vergleich zu den 1980er Jahren haben sich im Museumsland Niederlande überregional und regional große Veränderungen vollzogen. So wurde 1994 mit der Mondriaan Stichting ein neuer Kulturfonds gegründet und drei Jahre darauf das Instituut C ollectie Nederland ins Leben gerufen. Außerdem fusionierten 2002 die Stichting Museum Jaarkaart und die Nederlandse Museum Vereniging. Mittlerweile wird über museale Erwerbsregelungen, die Mobilität von Sammlungen, die Anhebung der Qualität sowie die Intensivierung des Zusammenhangs der Sammlung Niederlande ganz anders gedacht als 1985. Zugleich ist es in der Provinz Limburg zu interessanten musealen Veränderungen gekommen. War das Museum van Bommel van Dam 1971 noch das einzige Museum für moderne Kunst in Limburg - heute gibt es nicht nur in Venlo, sondern auch in Maastricht, Sittard-Geleen, Heerlen und Roermond Provinzialmuseen und städtische Museen, in denen konsequent zeitgenössische Kunst gesammelt, erforscht und präsentiert wird. 14
Sebastian Diaz Morales (Comodoro Rivadavia [RA], 1975), still uit: 15.000.000 Parachutes, 2001, DVD, (aangekocht met steun van Provincie Limburg).
Zu einem neuen Erwerbsund Sammlungskonzept
Im Jahre 2005 sprechen diese Museen miteinander über Sammlungsmobilität und die künftige Erwerbspolitik bezüglich der Sammlung Limburg, wobei die geschmackvolle und bedeutsame Publikation Van Cuypers tot Dibbets (Von Cuypers bis Dibbets) für sie den inhaltlichen Ausgangspunkt darstellt. Dazu kommt noch, dass im neuen Jahrtausend auch auf lokaler Ebene große kulturelle Veränderungen initiiert wurden. Eine unmittelbare Folge der Gemeindereform ist das 2004 in Venlo verabschiedete Kulturkonzept Cultuur Manifest! Eng mit diesem von Lokalpolitikern unterzeichneten Manifest verflochten ist ein neuer Kulturauftrag für das Museum van Bommel van Dam. Das Museum soll in den nächsten Jahren auf lokaler, regionaler und provinzialer Ebene gezielt in die kulturelle Infrastruktur eingebettet werden. Außerdem soll das Venloer Museum - unter anderem anlässlich der mehrjährigen, grenzüberschreitenden deutsch-niederländischen Museumskooperation und des Marketingverbandes Crossart - in den nächsten Jahren Schritt um Schritt die Euregionalisierung und Internationalisierung vorantreiben. Mitte 2005 findet im Rahmen des Crossart-Projektes eine erste gemeinsame Präsentation von vier niederländischen und sechs deutsch en Museen mit dem Titel Van Gogh bis Beuys in Bonn statt. Zu dieser prestigeträchtigen Ausstellung erscheint auch ein mehrsprachiger Katalog, in dem die Sammlungen der zehn beteiligten Museen, zu denen auch das Museum van Bommel van Dam gehört, textlich und visuell erschlossen werden. Internationalisierung, kontinuierliche Zweisprachigkeit und Ausbau des gegenseitigen kulturellen Respekts stehen auf de r Tagesordnung des Venloer Museums für die nächsten Jahre ganz weit oben.
Im Jahre 2005 beginnt mit Blick auf eine gründliche Durchsicht des Bestandes eine Reihe mit Sammlungssausstellungen unter dem Titel Aan de hand van (Anhand von), wobei stets höchstens sechs Künstler, die verschiedene Generationen repräsentieren, miteinander verbunden werden. Auf diese Weise müssen sich Teile der ursprünglichen Privat sammlung von Maarten und Reina van Bommel - van Dam kunsthistorisch mit Kunstwerken der ‘messen’, die zu einem späteren Zeitpunkt unter anderen Direktoren erworben wurden. Ganz allgemein kann festgehalten werden, dass das Museumsteam in den nächsten Jahren - unter anderem unterstützt von den künftigen Preisträgern des Van Bommel - Van Dam Preises - alles daransetzen wird, neue Werkgruppen und kunsthis torisch fundierte Kerne anzulegen, wobei der Schwerpunkt auf 15
den wichtigsten Sammlungsbereichen liegen wird: auf eigenwilligen, expressiven Handschriften in Kombination mit integren Einstellungen, leidenschaftlichem sozialem Engagement, originellen bildhaften Juxtapositionen oder merkwürdigem, widerborstigem Umgang mit dem Material. Das Museum van Bommel van Dam hat sich in den letzten Jahrzehnten vor allem mit einem alternierenden Angebot von Wechselausste llungen in den Bereichen Malerei, Zeichenkunst, Bildhauerei und Fotografie profiliert. In den nächsten Jahren will das Museumsteam - gemäß dem anregenden, diesem Text vorangestellten chinesischen Sprichwort - intensiv an einem neuen Sammlungs- und Erwerbskonzept mit eigenen Akzepten arbeiten. Außerdem sollen Wechselausstellungen und Präsentationen auf der Grundlage der eigenen Sammlung und der weitere n (digitalen) Erfassung der seit 1985 erworbenen Objekte große Aufmerksamkeit gewidmet werden. In Übereinstimmung mit den Zielen des bereits erwähnten Crossart-Verbands verfolgt das Museumsteam in Venlo mit diesem aktuellen Sammlungskatalog die Absicht, potenzielle Museumsbesucher aus dem In- und Ausland visuell mit einer wertvollen Kunstsammlung bekannt zu machen, die mittlerweile über ein halbes Jahr hundert umfasst. Rick Vercauteren Direktor des Museums van Bommel van Dam
16
Museum van Bommel van Dam ‘If one never changes direction, one probably ends up where one started.’ old Chinese proverb
Introduction
Edgar Fernhout (Bergen N-H, 1912 1974), Zee, 1963, olieverf op doek, 72,7 x 99,8 cm.
The Netherlands has a number of museums which owe their origins to the acquisitions of private collectors. One of them is in Venlo. Maarten and Reina van Bommel - van Dam gave their collection of modern art, comprising twelve hundred works, to Venlo in 1969 on condition tha t the local authority accommodated the collection in a museum. The brand new municipal museum, named after the generous donors, opened its doors in 1971. The Venlo Museum van Bommel van Dam was the first museum of modern art in the province of Limburg at the time. The collection that was given to the town of Venlo contains a number of seminal works by Armando, Bram Bogart, Eugène Brands, Edgar Fernhou t, Anton Heyboer, Lei Molin, Ger Lataster, the surrealist Melle, Jan Schoonhoven and Jaap Wagemaker. After the opening of the museum, the museum director, Lei Alberigs and his successor Thei Voragen, added to the original collection, mainly with acquisitions of abstract expressionist art. They also started two new collections: photography and sculpture. In 1985, on the occasion of the festive opening of a new wing of the museum, a catalogue was published which committed to paper for the first time the acquisitions policy that had been conducted up to that date. Since then, the museum has built up diverse smaller clusters of distinctive working artists, including Frank van Hemert and Hans van Hoek. Now in the year 2005, the museum team at Venlo has decided it was time to publish an up-to-date catalog ue of the collection. The museum world nationwide has changed dramatically since the eighties, and visual access, art historical transparency and meaningful communication are of eminent importance. Through this tri-lingual publication, intended for colleagues in museums at home and abroad, potential lenders and future museum visitors, the museum hopes to provide fresh visual insight into the quite broad acquisitions policy of a modest, local museum. The museum’s clear new policy, combined with a favourable location in the geographical area bounded by Eindhoven, Nijmegen, Duisburg and Maastricht, places it firmly on the cultural map.
19
On behalf of the museum team I should like to take this opportunity to thank all the artists, the heirs of deceased artists, the Stichting van Bommel van Dam, national cultural institutions and museums, galleries, private donors and the Friendsfoundation for their fruitful contributions and their trust in us. Our appreciative thanks also g o to the municipality of Venlo, the province of Limburg and the Mondriaan Stichting for the financial support that has enabled us to expand the museum’s art collection.
The private collection of Maarten and Reina van Bommel - van Dam
Almost immediately after the Second World War, Maarten and Reina van Bommel - van Dam began passionately collecting contemporary visual art. Over the years, at a rapid rate, they bought hundreds of works from artists in their own studi os, at auctions and on the gallery circuit of the province of Noord-Holland, mainly concentrating on Dutch artists and to a lesser degree international graphic art. In addition, their personal interest led them to collect Chinese and Japanese ink drawings and prints, ceramics from South America as well as ethnographic pieces from Africa and New Guinea. By the late sixties their home on the Sarphatist raat in Amsterdam was literally and figuratively bulging at the seams with works of art. Having been on holiday several times to the province of Noord Limburg, where they met and enjoyed the company of a number of people in Venlo, the couple decided to donate their private collection to the municipality of Venlo in 1969. The condition was that the local authority would accommodate the collection in a su itable building in Venlo. They also stipulated that they wished to live next to the collection and should have access to it at any time of the day or night. The transfer of the collection to Venlo in 1971, however, did not mean that Maarten and Reina van Bommel - van Dam stopped collecting. Between 1971 and 1984 they again bought more than four hundred works of art. This new private collection was form ally placed with the Stichting van Bommel van Dam in 1984 and transferred as a second collection on permanent loan to the municipality of Venlo to be added to the gift of 1969.
Additions to the collection up to 2005
The first museum director, Lei Alberigs, who had already been successful with the Cultural Centre in Venlo, managed through his good contacts with Dutch artists and art schools, to place the new Venlo museum on the national map and considerably expand the collection. In the seventies and eighties, Lei Alberigs, and later his successor Thei Voragen, acquired works from the Cobra movement, Zero, matter art, abstract impressionists and New Figurative Art. 20
Erwin Olaf (Hilversum, 1959), Reina van Bommel van Dam, 2003, fotografie, 125 x 125 cm.
Artists from Limburg
The Van Bommel - Van Dam Prize
Both directors deliberately added new art historical clusters to the original collection, including works of Gerrit Benner, Kees van Bohemen, Mark Brusse, Wim de Haan, Theo Kuijpers, Lucebert, Shinkichi Tajiri, JCJ Vanderheyden, Jaap Wagemaker, Carel Willink and Theo Wolvecamp. Now the museum also has representative overviews of versatile abstract impressionist artists like Ger Latas ter, Jef Diederen, Pieter Defesche, Pierre van Soest and Lei Molin. This first postwar Limburg generation of painters, incidentally, mainly lived and worked in the west of the Netherlands. In the past decade cores of works of distinctive artists like Sander van Deurzen, Loek Grootjans, Frank van Hemert, Hans van Hoek, Rik van Iersel, Stijn Peeters, Aline Thomassen and André Wiehager have been formed w ithin the broad spectrum of contemporary art. At the same time photographs by Marinus Boezem, Ger Dekkers, Wijnanda Deroo, Jan Dibbets, Rineke Dijkstra, Inez van Lamsweerde/Vinoodh Matadin, Lydia Schouten, Erwin Olaf, Henk Tas and Kim Zwarts have been purchased as part of the new photographic collection. Similarly sculptural and spatial works have been acquired by Armando, Arie Berkulin, Gène Eggen, Pi et Killaars, Shinkichi Tajiri and Han van Wetering.
For the Museum van Bommel van Dam it was evident from the outset that ‘special attention had to be paid to artists from Limburg’ and that the brand-new Venlo art collection should contain a representative reflection of art in Limburg. This was no easy task because Limburg artists were not represented in the 1971 collection, which had largely originat ed in the province of Noord-Holland, except for works by Charles Eyck, Aad de Haas, Lei Molin and Ger Lataster. The fact that by the year 2005 many artists who were born or have worked in Limburg are now included in the collection, is thanks to the great efforts of the museum directors, already mentioned, Alberigs and Voragen, and the various curators. Meanwhile, the Venlo museum, besides the works of the first generation of artists quoted, has by now acquired collections of works of art of the second, third and fourth post-war generation of artists born in Limburg, like Gèr Boosten, Jacqueline Böse, Monique Camps, André Dieteren, Fons Haagmans, Bep Scheeren, Harr Scheffer, Fons Schobbers, Trudy van Soest, Roy Villevoye, Piet Vos and Frits van der Zander.
Maarten and Reina van Bommel - van Dam hav e always had an eye for young artists. In 1976 a foundation was expressly set up with the aim of regularly awarding a prize to a young - below 35 21
talented Dutch artist. Up to now the prize has been awarded twelve times, each time by a different jury. De Van Bommel - Van Dam Prize comprises a certificate and a considerable amount of money. Up to now the recipients of the prize have been Peter Wehrens, Ronald Tolman, Jan van der Pol, Piet Dieleman, Toon Teeken, Kries Sommers, Freark van der Wal, Noud va n Dun, Aafke Bennema, Hjalmar Riemersma, Sebastian Diaz Morales and Sidi El Karchi and one or more of their works have been included in the municipal collection.
A dramatically different cultural landscape
Sebastian Diaz Morales (Comodoro Rivadavia [RA], 1975), still uit: 15.000.000 Parachutes, 2001, DVD, (aangekocht met steun van Provincie Limburg).
Much has changed in the world of museums in the Netherlands, nationwide and in the various regions, in relation to the eighties. In 1994 the new arts council, the Mondriaan Stichting, was founded and in 1997 the Instituut Collectie Nederland (Dutch Institute for Cultural Heritage) was created. Moreover, in 2002, the Stichting Museum Jaarkaart, which organises the system of annual museum passes, merged with the Nederlandse Museum Vereniging (Dutch Museum Association) which represents the interests of museums in the Netherlands. These days people think quite differently about funding schemes for museum acquisitions, the mobility of collect ions, improvements to quality and enhancing the cohesion of the Netherlands’ cultural heritage. At the same time, impressive changes in the museum world have come about in the province of Limburg. While in 1971 the Museum van Bommel van Dam was the only museum of modern art in Limburg, at the moment there are provincial and municipal museums where contemporary art is consistently collected, studied an d exhibited in Maastricht, Sittard-Geleen, Heerlen, Roermond and Venlo. In 2005 these museums got together to consult about the mobility of their collections and their future acquisitions policy with regard to Limburg’s cultural heritage, an occasion that was substantively marked by the fine and significant publication of Van Cuypers to Dibbets. And in the new millennium major local cultural changes h ave been set in motion. As an immediate repercussion of the reallocation of local authority boundaries, Venlo published its Cultural Manifesto in 2004 which contains a new cultural assignment for the Museum van Bommel van Dam, endorsed by the world of local politics. According to the manifesto, the museum must be very deliberately embedded in the local, regional and provincial cultural infrastructure in the years ahead. What’s more, the Venlo museum will have to work step by step in the future on the process of ‘euregionalisation’ and internationalisation, partly in the context of the multi-year cross-border German/Dutch joint museum venture and the marketing cove22
nant Crossart. As part of Crossart there will be a first joint presentation of four Dutch and six German museums in Bonn in mid 2005, entitled Van Gogh bis Beuys. This prestigious exhibition will be accompanied by a multi-language catalogue describing the collections of the ten participating museums, including that of the Museum van Bommel van Dam, with tex ts and illustrations. Internationalisation, bi-lingual presentation and the extension of mutual cultural respect will be high on the agenda of the Venlo museum in the years ahead.
Towards a new acquisition and collection plan
From 2005 onwards, with a view to a thorough review of its own collection, the museum will begin with a series of exhibitions of collections, entitled Aan de hand van (The Hand of the Artist) in which a maximum of six artists, representing different generations, will be linked together. Thus sections of the original private collection of Maarten and Reina van Bommel - van Dam will be crosschecked as it were in art historical terms against the works of art acquired by later directors. In a general sense one might say that in coming years the museum team, also in conjunction with those to be awarded the Van Bommel - Van Dam P rize in the future, will be putting their energy into creating new clusters of artists and warranted art historical cores which will respect the guiding thread of the collection: distinctive expressive signatures in combination with scrupulous attitudes, dedicated social engagement, original pictorial juxtapositions or unusual, contrary treatment of materials. In the past decades the Museum van Bomm el van Dam has stood out above all with its alternating exhibitions on the art of painting, drawing, sculpture and photography. In the future the museum team, inspired by the challenging Chinese proverb quoted above, will be working hard on a new collection and acquisitions plan with distinguishing accents. A lot of attention will also be paid to organising ‘logical’ exhibitions and presentations b ased on the museum’s own collection and giving further (digital) access to the items acquired since 1985. Analogous to the objectives of the Crossart covenant mentioned above, the museum team in Venlo is aiming, with this up-to-date catalogue of the collection, to give museum visitors, at home and abroad, a visual introduction to a valuable collection of art which by now covers more than fifty years. R ick Vercauteren Director Museum van Bommel van Dam
23
Ca t a l o g u s Katalog Ca t a l o g u e
25
Armando (Amsterdam, 1929) Zonder titel III, 1954, potloodtekening, 50 x 65 cm.
26
Armando (Amsterdam, 1929) Espace criminel, 1957, olieverf op board, 120,5 x 96 cm.
27
Armando (Amsterdam, 1929) Körperlich, 1982, olieverf op doek, 225 x 155 cm.
28
Armando (Amsterdam, 1929) Gefechtsfeld 28-5-86, 1986, olieverf/zand op doek, 165 x 225 cm. (verworven via tijdelijke aankoopsubsidieregeling WVC) 29
Aafke Bennema (Eelde, 1965) Zonder titel, 1995, olieverf op doek, 70,5 x 100 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
31
Gerrit Benner (Leeuwarden, 1897 - Nijemirdum, 1981) Zee, z.jr., olieverf op board, 51 x 66 cm.
32
Gerrit Benner (Leeuwarden, 1897 - Nijemirdum, 1981) Landschap, 1972, olieverf op doek, 80 x 100 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
33
Antoine Berghs (Geleen, 1971) Fluid Piece, 2001, gemengde techniek op doek, 200 x 200 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
34
Arie Berkulin (Gemert, 1939) Station, 1994, messing (4 delen), 26 x 210 x 63 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
35
Jan de Bie (’s-Hertogenbosch, 1946) Bossche Broek na regenbui, 1985/93, olieverf op doek, 18 x 24 cm.
36
Jan de Bie (’s-Hertogenbosch, 1946) Zonder titel, 2002, olieverf op paneel, 33 x 37 cm.
37
Melle de Boer (Rijswijk, 1972) Schep moed Pavese, schep moed, 2001, tekening/gouache, 39 x 49,5 cm.
38
Melle de Boer (Rijswijk, 1972) 5 Orozco Plants, 2002, tekening, 100 x 140 cm.
39
Marinus Boezem (Leerdam, 1934) Etude Gothique, 1980, fotomontage, 39,5 x 29,5 cm.
40
Marinus Boezem (Leerdam, 1934) Zonder titel, 1990, gelatine zilverdruk, 39 x 28,8 cm.
41
Bram Bogart (Delft, 1921) Dolfijn, 1963, gemengde techniek op doek op paneel, 160 x 200 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
42
Bram Bogart (Delft, 1921) Roodrougered, 1993, gemengde techniek op doek op paneel, 195 x 140 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
43
Jacqueline Böse (Djakarta [RI], 1956 - Venlo, 1997) Heartbeat, 1996, olieverf, aluminium, honingraat op paneel, (6x) 125 x 250 cm.
45
Eugène Brands (Amsterdam, 1913 - 2002) Razende vis, 1951, olieverf op doek, 60 x 70,5 cm.
46
Eugène Brands (Amsterdam, 1913 - 2002) Summer Breeze, 1986, olieverf op doek, 110 x 130 cm. (verworven via tijdelijke aankoopsubsidieregeling WVC) 47
Mark Brusse (Alkmaar, 1937) Soft machine for Spoerri, 1962, wandsculptuur, hout en textiel, 140 x 110 x 30 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
48
Ad van Campenhout (Breda, 1957) Zonder titel, 1990, houtskooltekening, 119 x 118,5 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
49
Monique Camps (Venlo, 1966) Autour de Géricault, the sequel, Lone Ranger, 1999, fluweel, hout, verchroomd naamschild op doek, 110 x 196 x 5 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg) 50
Jan Commandeur (Avenhorn, 1954) Dordogne, 1998, olieverf op doek, 140 x 200 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
51
Constant (Amsterdam, 1920) Le Misanthrope, 1981, aquarel, 87 x 47 cm. (verworven via tijdelijke aankoopsubsidieregeling WVC) 52
Corneille (Luik [B], 1922) Promenade dans la montagne, 1950, olieverf op doek, 24,5 x 40 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
53
Pieter Defesche (Maastricht, 1921 - 1998) Sacro Monte, 1963, olieverf op doek, 200 x 255 cm. (uit de schenking Defesche 2005) 54
Pieter Defesche (Maastricht, 1921 - 1998) Berlijn, 1980/81, olieverf op papier, 150 x 350 cm.
55
Pieter Defesche (Maastricht, 1921 - 1998) Drieluik, Don Quijote en Sancho Panza, Misantroop en Don Quichote en Sanco Panza, 1986/1987, olieverf op doek, (3x) 150 x 150 cm. (verworven via tijdelijke aankoopsubsidieregeling WVC) 57
Ger Dekkers (Borne, 1929) Field of asparagus near Afferden, Limburg, 1987, 5 cibachromes op aluminium achter perspex, (5x) 100 x 100 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg) 59
Sander van Deurzen (Venlo, 1975) Zonder titel, 2000, gemengde techniek op doek, 200 x 170 cm.
60
Sander van Deurzen (Venlo, 1975) Hey ho, let’s go!, 2004, acryl- en olieverf op doek, 250 x 200 cm.
61
Jan Dibbets (Weert, 1941) Lutherse kerk, 1985, fotocollage/litho, A25/28, 102 x 117 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
62
Jan Dibbets (Weert, 1941) Ten Cupolas, 1999, map met 10 foto’s op Kodak Ektacolor Ultra II, oplage 60, (10x) 60 x 60 cm.
63
Jef Diederen (Heerlen, 1920) Zonder titel, 1962, gemengde techniek op papier, 45 x 115,5 cm.
64
Jef Diederen (Heerlen, 1920) Zonder titel, 1967, collage, gouache, 93,5 x 64 cm.
65
Jef Diederen (Heerlen, 1920) Albert Ayler, 1985, acryl op doek, 135 x 135 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
66
Jef Diederen (Heerlen, 1920) Het lot van Murs I, II en III, 1990, gemengde techniek op papier, 56 x 76 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
67
Piet Dieleman (Arnemuiden, 1956) Zonder titel, 1988/89, olieverf en synthetische tempera op doek, 170 x 195 cm. (verworven via tijdelijke aankoopsubsidieregeling WVC)
68
André Dieteren (Schinnen, 1943) Onder strenge hoede, 1988, acryl op doek, 170 x 140 cm.
69
Rineke Dijkstra (Sittard, 1959) Bart 7 januari 1995, 1995, fotografie, 35 x 21 cm.
71
Suzan Drummen (Heerlen, 1963) Zonder titel, 1992, acryl op doek, 200 x 200 cm. (verworven via tijdelijke aankoopsubsidieregeling WVC) 72
Noud van Dun (Venlo, 1963) First Contact, 2001, houtskool, tape en collage op doek, 210 x 250 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
73
Edgar Fernhout (Bergen N-H, 1912 - 1974) Mistig bos, 1959, olieverf op doek, 46 x 99 cm.
74
Edgar Fernhout (Bergen N-H, 1912 - 1974) Lichte nacht, 1974, 0lieverf op doek, 95 x 95 cm.
75
Alfons Freijmuth (Haarlem, 1940) Oenpelly, 1987/89, olieverf op doek, 200 x 170 cm. (verworven via tijdelijke aankoopsubsidieregeling WVC) 76
Harrie Gerritz (Wychen, 1940) New Cathedral, 1994, acryl op doek, 210 x 160 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
77
Loek Grootjans (Arnemuiden, 1955) Zonder titel, 1999, muurschraapsels op doek, 5-delig, (5x) 40 x 30 cm.
78
Loek Grootjans (Arnemuiden, 1955) Zonder titel (Sugarmountaintravel), 2002, computerplot op aluminium en perspex, (5x) 100 x 87,5 cm.
79
Wim de Haan (Amsterdam, 1913 - 1967) Three men in the fire, 1962, assemblage, hout, metaal en doek, 131,5 x 194 x 27 cm.
81
Aad de Haas (Rotterdam, 1920 - Schaesberg, 1972) Brand in de Leuvehaven Rotterdam, 1955, olieverf op doek, 114 x 109 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
82
Aad de Haas (Rotterdam, 1920 - Schaesberg, 1972) Twee vrouwen, 1962, tempera op board, 39 x 35,5 cm.
83
Frank van Hemert (Kerkrade, 1956) You/Me, 1998, waterverf/oilstick op papier, (6x) 142 x 155 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg) 84
Frank van Hemert (Kerkrade, 1956) Und die Frauen warten, 2003, olieverf op doek, 140 x 150 cm.
85
JCJ Vanderheyden (’s-Hertogenbosch, 1928) Everest-triptiek, 1989, Chomo Lungma, karton op paneel, 40,8 x 28,2 x 2,1 cm. Cho Oyu, beschilderde foto op paneel, 11,7 x 15,6 x 1,2 cm. Skyline, fotografie op paneel, 12,6 x 18,7 x 1,2 cm. 86
JCJ Vanderheyden (’s-Hertogenbosch, 1928) Monitor, 1997, acryl op doek, 150 x 115-95 cm.
87
Hans van Hoek (Deurne, 1947) Ontmoeting bij volle maan, 1995/98, olieverf op doek, 192 x 205 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
88
Hans van Hoek (Deurne, 1947) Bloesem, 2003/2004, olieverf op doek, 213 x 196 cm.
89
Berend Hoekstra (Roosendaal, 1958) Moko op bil, 1995/1999, olieverf op doek, 225 x 175 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
90
Rik van Iersel (Maastricht, 1961) 27 Points no. 9, 1999, gemengde techniek op doek, 180 x 190 cm.
91
Sidi El Karchi (Sittard, 1975) De acteur (zelfportret met gele strohoed), 2004, olieverf op doek, 160 x 150 cm.
93
Michael Kiernan (Londen, 1941) German Girl, 2005, acryl en houtskool op doek, 150 x 200 cm.
94
Michael Kiernan (Londen, 1941) On the Edge, 2005, acryl en houtskool op doek, 150 x 200 cm.
95
Piet Killaars (Tegelen, 1922) Verticalen in beweging, halve cirkel, 1977/78, brons, 9 elementen, 100 x 114 x 103 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
96
Mathieu Knippenbergh (Venlo, 1950) Tong, 1989, lood, touw, teer, jute, ijzer, 60 x 200 x 80 cm.
97
Theo Kuijpers (Helmond, 1939) Havengedicht, 1988, acryl- en olieverf op doek, 200 x 180 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
98
Theo Kuijpers (Helmond, 1939) Les approches de la ville, 1995, olieverf op doek op papier, 160 x 150 cm.
99
Ger Lataster (Schaesberg, 1920) Zonder titel, 1967, olieverf op doek, 200 x 320 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
100
Ger Lataster (Schaesberg, 1920) Goud en kersen, 1971, olieverf, goudverf en vinyl op doek, 100 x 180 cm. (verworven via tijdelijke aankoopsubsidieregeling WVC)
101
Ger Lataster (Schaesberg, 1920) De avond, 1985, olieverf, spuitlak en houtskool op doek, 200 x 300 cm. (verworven via tijdelijke aankoopsubsidieregeling WVC)
102
Ger Lataster (Schaesberg, 1920) Zelfportret, 1988, olieverf op doek, 91 x 81,5 cm.
103
Lucebert (Amsterdam, 1924 - Bergen N-H, 1994) TV Mystery man, 1964, gemengde techniek op papier, 71 x 47 cm.
104
Lucebert (Amsterdam, 1924 - Bergen N-H, 1994) Kabaret Arkadia, 1981, olieverf op doek, 200 x 140 cm.
105
Jan Martens (Eindhoven, 1939) Hemelse Pantomime I - Aeolisch Kapiteel, 1987, acryl- en olieverf op vilt, 273 x 185 cm.
107
Melle (Amsterdam, 1908 - 1976) Veronica, 1959, olieverf op doek, 77,5 x 97 cm.
108
Melle (Amsterdam, 1908 - 1976) Zeebodem met vis in rood landschap, z.jr., olieverf op doek, 47 x 55 cm.
109
Lei Molin (Berg en Terblijt, 1927 - Eindhoven, 1990) Zonder titel, 1965, inkt op papier, 80 x 106,5 cm. (verworven via tijdelijke aankoopsubsidieregeling WVC)
110
Lei Molin (Berg en Terblijt, 1927 - Eindhoven, 1990) Staand want, 1981, collage, 300 x 115 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
111
Lei Molin (Berg en Terblijt, 1927 - Eindhoven, 1990) Villa landolina, uit de serie Siciliaanse impressies, 1987, gouache, 99 x 147 cm. (verworven via tijdelijke aankoopsubsidieregeling WVC)
112
Lei Molin (Berg en Terblijt, 1927 - Eindhoven, 1990) Goyesca, 1987, collage/olieverf op board 180 x 140 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
113
Erwin Olaf (Hilversum, 1959) Viswijf, 1997, fotografie, 100 x 80 cm.
114
Erwin Olaf (Hilversum, 1959) Shocking Pink, 1997, fotografie, 100 x 100 cm.
115
Stijn Peeters (Valkenswaard, 1957) Zonder titel, #718, 1990, olieverf op doek, 200 x 130 cm.
116
Stijn Peeters (Valkenswaard, 1957) Zonder titel, #1025, 2003, olieverf op doek, 220 x 310 cm.
117
Karin van Pinxteren (’s-Hertogenbosch, 1967) Approach’, 2003, lichtinstallatie, 154 x 290 cm.
118
Roger Raveel (Machelen [B], 1921) Even terugschouwen, 1980, olieverf op doek, 195 x 145 cm.
119
James Renier (Illinois [USA], 1960) DEFACE, 2003, lambda duratrans op plexiglas, 180 x 128,5 cm.
120
Hjalmar Riemersma (Leeuwarden, 1970) Les danseuses sur la balançoire, 1988, eitempera op doek, 150 x 200 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
121
Anke Roder (Bayreuth [D], 1964) Plataan, 2004, bijenwas met pigment op paneel, 71 x 81 cm.
122
Anke Roder (Bayreuth [D], 1964) Het zandstrand, 2004, bijenwas met pigment en olieverf op paneel, 30 x 45 cm.
123
Bep Scheeren (Kerkrade, 1950) De dame, 2002, acryl op doek, 100 x 70 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
124
Harr Scheffer (Venlo, 1937) Starneplak, 2001, linosnede, oplage 1/16, 48,2 x 48 cm.
125
Jan Schoonhoven (Delft, 1914 - 1994) Vegetation, 1959, papiermaché, muurverf, karton, 98 x 31,5 x 16 cm.
126
Jan Schoonhoven (Delft, 1914 - 1994) T 82-77, 1982, inkttekening, 44 x 24,5 cm.
127
Jan Schoonhoven (Delft, 1914 - 1994) R 85-3, 1985, papiermaché, muurverf, karton, 122 x 66 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
128
Jan Schoonhoven (Delft, 1914 - 1994) T 86-72, 1986, inkttekening, 40,5 x 25,5 cm.
129
Joseph Semah (Bagdad [IRQ], 1948) Between Spinoza and Paul Celan, 1979, tekeningen, potlood, inkt en knopen op papier, (3x) 29,5 x 41,8 cm.
130
Ton Slits (Valkenburg a/d Geul, 1955) Zonder titel, 1999, acryl op doek, 130 x 200 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
131
Pierre van Soest (Venlo, 1930 - Amsterdam, 2001) Dames M, 1971, acryl op doek, 150 x 200 cm.
132
Pierre van Soest (Venlo, 1930 - Amsterdam, 2001) Arrival of the hero, 1972, acryl op doek, 190 x 170 cm.
133
Shinkichi Tajiri (Los Angeles [USA], 1923) Square Knot, 1975, brons, 203 x 37,5 x 37,5 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
134
Shinkichi Tajiri (Los Angeles [USA], 1923) Ronin, model no. 5, 1999, brons, 93 x 47 x 23 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
135
Toon Teeken (Heerlen, 1944) Drie Gratiën, 1987, gouache, 22 x 33,3 cm. (verworven via tijdelijke aankoopsubsidieregeling WVC) 136
Toon Teeken (Heerlen, 1944) Territorium, 1999, olieverf op doek, 140 x 200 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg)
137
Aline Thomassen (Maastricht, 1964) La Voilée (De gesluierde), 2001, olieverf op doek, 210 x 150 cm.
138
Aline Thomassen (Maastricht, 1964) Slangevrouw I, II en III, 2002, waterverf op papier, (3x) 49,5 x 68 cm.
139
Roy Villevoye (Maastricht, 1960) Showing Primary Colors in Korowai, 1995/1997, fotografie op aluminium, (5x) 62 x 42 cm.
141
Jaap Wagemaker (Haarlem, 1906 - Amsterdam, 1972) Structure en gris et bleu, 1963, gemengde techniek op board, 164 x 122 cm.
142
Jaap Wagemaker (Haarlem, 1906 - Amsterdam, 1972) Zonder titel, 1964, waterverf, krijt op papier, 69,5 x 56,5 cm.
143
André Wiehager (Orsoy [D], 1966) Garvey’s Ghost III (where is your goldmine?), 2001, acryllak, alkydlak en afgezaagd purschuim op doek, 200 x 250 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg) 144
André Wiehager (Orsoy [D], 1966) Garvey’s Ghost IV (help us), 2001, alkydlak, houtlijm en messing-oogjes op doek, 80 x 110 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg) 145
Theo Wolvecamp (Hengelo, 1925 - 1992) Zonder titel, 1988, olieverf op doek, 100 x 80 cm. (aangekocht met steun van Provincie Limburg) 146
Frits van der Zander (Schinveld, 1947) Boomstudie, 1988, eitempera op papier, 74 x 63 cm.
147
Colofon
Tekst Rick Vercauteren Redactiecommissie Rick Vercauteren Ulco Mes Ingrid Kentgens Eindredactie Ingrid Kentgens Research Guus Brand Alan Roberts Vertalingen Duits - Thomas Hauth, Maasbree Engels - Margaret Clegg, Den Haag Fotografie Peter Cox, Eindhoven Zebra Fotostudio's, Venlo (pagina 93) Karin van Pinxteren, Heeswijk (pagina 118) Thomas Ledeganck, Düsseldorf (pagina 94 en 95) Grafisch ontwerp George van Uden, Vught Lithografie en druk Drukkerij Lecturis, Eindhoven Uitgave/Copyright Museum van Bommel van Dam, Venlo Oplage 2000 exemplaren ISBN 90-807341-8-7 Speciale dank aan Louis van den Heuvel en het voltallige team van Museum van Bommel van Dam. Deze publicatie werd mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Stichting Vrienden van Museum van Bommel van Dam. De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten met betrekking tot de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die desondanks menen rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
148