Leerplaatsprofiel Verpleegafdeling PAAZ/MPU Beschrijving van de verpleegafdeling De verpleegafdeling PAAZ/Medisch Psychiatrische Unit (MPU), is een specialistische afdeling die deel uitmaakt van de zorgeenheid psychiatrie.De zorgeenheid psychiatrie bestaat uit het psychotherapeutisch dagcentrum, de polikliniek en de klinische afdeling (PAAZ). De afdeling ligt in de west vleugel van het TweeSteden ziekenhuis, vestiging Tilburg. Je bereikt de afdeling door loopnummer P te volgen. Doelstelling van de afdeling De afdeling psychiatrie verleent zorg aan mensen met een psychiatrische stoornis bij wie ambulante zorg en hulpverlening ontoereikend zijn gebleken. De PAAZ/MPU heeft een aselectief opnamebeleid wat betreft leeftijd (wel 17+) en diagnose. Er is geen bovengrens voor wat betreft de leeftijden van de patiënten. De PAAZ/MPU selecteert niet naar diagnose, maar de realiteit is dat de PAAZ/MPU een andere patiëntenpopulatie heeft dan de kliniek van de Geestelijke Gezondheidszorg Midden Brabant (GGzMb). De PAAZ/MPU is niet ingericht op jeugdige patiënten en chronische psychiatrische patiënten die langere opname behoeven. De eerste psychiatrische opname van een patiënt vindt bij voorkeur plaats op een PAAZ/MPU. Hierover zijn ook afspraken gemaakt samen met de PAAZ/MPU van het Elisabeth Ziekenhuis en met de GGzMb. Vanwege de locatie in het algemeen ziekenhuis wordt de PAAZ/MPU geacht minder stigmatiserend te zijn, waardoor de PAAZ/MPU bij uitstek geschikt is voor een eerste opname in de psychiatrie; zowel vrijwillige (WGBO) als onvrijwillige opnames (BOPZ). Een opname op de PAAZ/MPU is in principe voor maximaal 3 maanden. De afdeling heeft een opnamecapaciteit van 24 patiënten (22+2 intoxicantenplaatsen). Daarvan kunnen 2 patiënten verpleegd worden in een separeer. Naast de klinische opnamecapaciteit is er ook een mogelijkheid voor kortdurende dagbehandeling. Wat heeft de PAAZ te bieden • De PAAZ/MPU biedt integrale diagnostiek bij psychische en/of psychiatrische stoornissen. Diagnostiek vindt veelal multidisciplinair plaats. Op de PAAZ/MPU vervult de psychiater een centrale rol bij het stellen van diagnostiek. Observatie door het multidisciplinair team is een belangrijk onderdeel van het in kaart brengen van de problematiek. Somatische diagnostiek wordt ook veelvuldig verricht op de PAAZ/MPU . Van alle patiënten die opgenomen worden krijgt 87 % een of enkele diagnostische onderzoeken. Naast het zelf aanvragen van somatisch-diagnostisch onderzoek wordt ook de somatisch specialist frequent ingeschakeld (bij bijna een derde van de patiënten). • De PAAZ/MPU biedt kortdurende, intensieve behandeling, We streven naar een gemiddelde behandelduur van 28 dagen. Naast observatie en diagnostiek wordt er kortdurende behandeling geboden en resocialiserende dagbehandeling. Er bestaat de mogelijkheid tot intensieve somatische en psychiatrische verpleegkundige zorg met separeer programma, begeleiding en bewaking. Vanuit de afdeling wordt psychiatrisch verpleegkundige consultatie verstrekt t.b.v. patiënten en personeel op somatische afdelingen
Patiëntencategorie Patiënten met verschillende psychiatrische problematiek worden verpleegd op de PAAZ/MPU. De volgende ziektebeelden worden regelmatig geobserveerd, gediagnosticeerd en behandeld: • Stemmingsstoornissen • Schizofrenie en aanverwante stoornissen. • Posttraumatische stressstoornis en dissociatieve stoornissen • Angststoornissen • Cognitieve stoornissen: Delier • Eetstoornissen, zoals Anorexia nervosa • Persoonlijkheidsstoornissen • Verslavingsproblematiek • Intoxicaties Visie op verplegen In onze zorg gaan we uit van de holistische mensvisie. Ieder mens is een psychische, somatische, sociale en levensbeschouwelijke eenheid. Al deze facetten beïnvloeden elkaar voortdurend en vragen aandacht in het contact met de patiënt. Zo kan er sprake zijn van effecten op het lichamelijk functioneren ten gevolge van psychische stoornissen (bijvoorbeeld spanningshoofdpijn). Daarnaast kunnen ook sociale problemen (bijvoorbeeld echtscheiding) leiden tot psychische stoornissen. Om op al deze facetten in te kunnen spelen wordt er gewerkt met een uitgebreid multidisciplinair team, waarin ieder vanuit zijn deskundigheid bijdraagt aan verandering.
Werkorganisatie Verpleegsysteem Er wordt gewerkt met het zogeheten mentorschap. Dit betekent dat 1 verpleegkundige een aantal patiënten krijgt toegewezen die worden gevolgd voor de duur van het behandelproces en het verpleegproces. De mentor zorgt ervoor dat ongeveer een week na opname een verpleegplan geschreven wordt, of samen met de patiënt een oplossingsplan wordt ingevuld. Vervolgens zorgen zij ervoor dat de patiënt volgens de gemaakte afspraken wordt gevolgd, en dat de verpleegplannen up-to-date blijven. Er wordt op de afdeling zowel groepsgericht als individueel gewerkt. Gedurende de dag wordt er een therapie programma aangeboden, waarbij de patiënten zelf de keuze mogen maken welke therapie ze willen volgen. Een verpleegkundige wordt ingedeeld voor een‘groepsdienst’ of een ‘achterblijfdienst’. Bij een groepsdienst werkt de verpleegkundige binnen het aangeboden therapieprogramma. Bij een achterblijfdienst (ABD) draagt de verpleegkundige zorg voor patiënten die niet mee kunnen met de therapiegroepen. Tevens draagt de verpleegkundige zorg voor de continuïteit en coördinatie van de volledige verpleegafdeling. Dienstroosterplanning De dienstroosterplanning wordt verzorgd door één van de teamleidinggevende of een verpleegkundige. Er wordt telkens een planning gemaakt voor een maand. Voorkeur voor bepaalde vrije dagen of diensten kan aangegeven worden in het aanvraag mapje. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de voorkeuren. Verschillende diensten zijn: personele bezetting B38 = 7.45- 16.15 uur Dagelijks 4 verpleegkundigen. J08 = 14.00- 22.00 uur Maandag t/m donderdag 1 verpleegkundige. L28 = 15.30- 23.30 uur Dagelijks 2 verpleegkundigen. W0 = 23.00- 8.00 uur Dagelijks 2 verpleegkundigen. Op vrijdag avond en in het weekend zijn er bereikbare diensten, dit houdt in dat bij drukte of calamiteiten op de afdeling extra personeel kan worden ingezet.
Vakantieplanning De vakantieaanvragen voor de zomer en voorjaar moeten in principe vóór 15 december van het vorig jaar ingediend worden. Dienstkleding Tijdens de ‘groepsdienst’ werkt de leerling/stagiaire in eigen (burger) kleding. Tijdens de ‘achterblijfdienst’, late dienst en nachtdienst, werkt de leerling stagiaire in een (wit) ziekenhuis uniform. Ziekte / herstelmelding Ziek en betermelden gaat via de ziekenhuisprocedure. Dus ziek en beter melden bij de leidinggevende van de afdeling (013-465 5480) . Stagiaires dienen zich ook ziek en beter te melden bij het Leerhuis (013-465 5350). Het contact bij ziekte loopt via de teamleider. Teamsamenstelling De afdeling beschikt over een multidisciplinair team bestaande uit: • Een psychiater • Arts-assistent in opleiding tot psychiater (Aios) • Arts-assistent niet in opleiding tot psychiater (Anios) • Systeem therapeut • Creatief therapeut • Bewegingstherapeut • Activiteiten begeleidster • Organisatorisch manager • Twee teamleiders • ± 25 verpleegkundigen (A-B, B, kwalificatieniveau 4 en 5) • Secretaresse • Huismeesters De zorggroep van de PAAZ/MPU bestaat uit de organisatorisch manager en een medisch manager. De dagelijkse leiding op de afdeling wordt uitgevoerd door twee teamleiders. Als behandelaars treden op de psychiaters en de arts-assistenten en de systeemtherapeut onder de eindverantwoordelijkheid van de psychiaters.
Leren en begeleiden op de afdeling Leren op de PAAZ/MPU De PAAZ/MPU is een lerende afdeling. Leren staat in het teken van het ontwikkelen van competenties. Leren op de PAAZ/MPU houdt in: • Bij het leren op de afdeling staat het belang van de patiënt centraal. • De hoe en waarom - vraag van handelen achterhalen en hiervan gebruik maken in het dagelijks leren en werken op de afdeling. • Initiatief tonen en nemen met betrekking tot leren op de afdeling. • Onder directe en indirecte begeleiding oefenen van vaardigheden, zowel sociale, als communicatieve, als verpleegtechnische vaardigheden, met als doel deze eigen te maken. • Leren door voorbeeldgedrag zonder daarbij de eigenheid van iemands leren of werken aan te tasten. • Geven en ontvangen van feedback. • Rekening houden met ieders eigen leerstijl. • Rekening houden met ieders eigen mogelijkheden en onmogelijkheden.
Uitgangspunten in de begeleiding Verpleegkundigen van de PAAZ/MPU zien het als hun taak een aandeel te leveren in het opleiden van beroepsgenoten. Wij willen daarbij de volgende uitgangspunten hanteren: • Elke stagiaire/leerling is uniek. • De begeleiding moet zoveel mogelijk aansluiten bij de reeds aanwezige competenties van de • stagiaire. • De werkbegeleider zal de stagiaire/leerling zo goed als mogelijk, ondersteunen in zijn of haar leerproces. • De stagiaire/leerling en de werkbegeleider hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het leerprocessen van de stagiaire. • De afdeling zorgt voor leersituaties in de directe zorgverlening, de organisatie van de zorgverlening en de ontwikkeling van de zorgverlening, afgestemd op het niveau van de stagiaire. • De afdeling schept de noodzakelijke voorwaarden om te kunnen komen tot een zo optimaal mogelijke begeleiding. • De stagiaire/leerling krijgt de vrijheid om op een zo ‘ eigen’ mogelijke manier te leren op de afdeling. • De begeleiding van stagiaires is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het team. Wij bieden de stagiaire de ruimte om alle facetten van het beroep van verpleegkundige te gaan leren met daarbij begeleiding die afgestemd is op de behoefte van de stagiaire/leerling. Je kunt van ons verwachten dat er open en eerlijk feedback wordt geven over de voortgang van je leerproces. Vormgeving van de begeleiding
De werkbegeleider Elke stagiaire/leerling krijgt bij aanvang van zijn stage 2 werkbegeleiders toegewezen. Dit om een goede continuïteit in de begeleiding te realiseren. De werkbegeleiders zijn gediplomeerde verpleegkundigen. Bij voorkeur zijn beide werkbegeleiders aanwezig bij de vaste gesprekken en bepalen, in overleg met de stagiaire de accenten in de begeleiding (denk hierbij aan persoonlijke leerdoelen). De werkbegeleiders zorgen schriftelijk of mondeling voor coördinatie van de afspraken die met de stagiaire zijn gemaakt naar iedereen die bij het begeleidingsproces betrokken is. De werkbegeleiders bepalen in overleg met de teamleider en de verpleegkundigen uit het team of de stage met ‘voldoende’ kan worden afgesloten. Hierbij wordt gekeken naar het product (kan de stagiaire wat hij moet kunnen volgens de geplande leerdoelen) en naar het proces (hoe heeft de stagiaire aan de geplande leerdoelen gewerkt).
Het verpleegkundig team Alle verpleegkundigen hebben de verantwoordelijkheid een bijdrage te leveren aan de begeleiding van de stagiaires. Dit doen zij door: • Betrokkenheid te tonen bij het leerproces van de stagiaire/leerling • Gevraagd of ongevraagd de werkbegeleiders te ondersteunen bij begeleidingsactiviteiten, bijvoorbeeld: uitleg of instructie geven aan de stagiaire/leerling of het informeren van de werkbegeleider over signalen m.b.t.leergedrag of ontwikkelingen van de stagiaire. • Mondelinge en schriftelijke feedback te geven aan de stagiaire/leerling. • Verdieping aan te brengen in het leren van de stagiaire/leerling.
Voorbereiding van de leerling/ stagiaire op de beroepspraktijkvorming (BPV) Voorbereiding op de stage De stagiaire/leerling: • heeft voor aanvang van de stage kennis genomen, van de meest voorkomende ziektebeelden op de PAAZ/MPU (zie eerdere beschrijving van patiënten populatie in dit leerplaatsprofiel). • heeft voor aanvang van de stage een kennismakingsgesprek gepland en gehad met zijn werkbegeleider(s). • heeft voor aanvang van de stage kennis genomen van dit leerplaatsprofiel • heeft bij aanvang van de stage een beeldschets van zichzelf gemaakt. • heeft voor aanvang van de stage een POP/PAP gemaakt (concept) Verwachtingen van stagiaires op de PAAZ Van iedere stagiaire of leerling word verwacht dat hij een persoonlijk ontwikkel plan maakt. Het persoonlijk ontwikkel plan ( concept) moet binnen 2 weken af zijn, zodat het in het leerintroductie gesprek besproken kan worden. In het persoonlijk ontwikkel plan kunnen de volgende aspecten beschreven te worden. Dit is afhankelijk van de beginsituatie van de stagiaire/leerling: • Kennis van de meest voorkomende ziektebeelden op de PAAZ/MPU. • Kennis van medicatie en bijwerkingen. • Hoog en laagcomplexe (basis) zorg. • Het geven van voorlichting (psycho-educatie) en instructie. • Communicatieve vaardigheden van een psychiatrisch verpleegkundige. • Crisissituaties en alle bijbehorende aspecten (zoals M&M, IBS, BOPZ, separeerverpleging) • Verpleegkundige methodiek (observaties, evaluaties, PES-structuur, verpleegplannen en mentorschap). • Groepswerk (vooral gericht op onderdelen die verzorgd worden door verpleegkundigen). • Kennis van groepsdynamica. • Voorbehouden handelingen (meest voorkomende op de PAAZ/MPU) • Opname/ontslag (ook administratief). • Relatie met patiënt en familie. • Oplossingsgericht werken. • Overdracht en rapportage (mondeling en schriftelijk) • Conflicthantering. • Feedback geven en ontvangen. • Persoonlijke leerdoelen. Dit alles aangepast op niveau 4 cq niveau 5 en opleidingsjaar. In zijn algemeenheid wordt van de leerling/stagiaire verwacht dat hij/zij zich aan de volgende punten houdt: • Toont bereidheid tot leren. • Toont medeverantwoordelijkheid voor het eigen leerproces • Schrijft tijdens zijn stage minimaal 2x per week een reflectieverslag • Houdt zich aan de gemaakte afspraken. • Bereidt de begeleidingsgesprekken voor. • Maakt een schriftelijke samenvatting van de begeleidingsgesprekken. • Laat bij het aanleren en uitvoeren van verpleegkundige handelingen zien: Een opbouw te hanteren van vertellen, meekijken, onder begeleiding doen, naar zelfstandig uitvoeren. • Kent en hanteert de uitgangspunten en voorwaarden voor het verplegen van afdeling psychiatrie. • Werkt aan het verwerven van de competenties voor verpleegkundigen op afdeling psychiatrie. • Stelt zich toetsbaar op.
Wat verwachten wij extra van een HBO-V of H-VOZ leerling/stagiaire? • Leerling/stagiaire kan keuzes en werkmethodes analyseren en beargumenteren. • Moet diagnostische en therapeutische besluiten kunnen nemen. • Ontwikkelt en implementeert kwaliteitszorg op micro-meso-macro niveau. • Kan zich van inhoudsniveau naar betrekkingsniveau begeven. • Reflectieverslagen moeten zowel op papier als mondeling voldoende zijn!
Leerling bespreking: Tijdens het afdelingsoverleg ( wat éénmaal per maand plaatsvindt) worden de leerlingen plenair besproken, de stagiaire/leerling is hier bij voorkeur zelf ook bij aanwezig. Het doel van deze leerlingen bespreking is, inzicht en afstemming te verkrijgen rondom de begeleiding van de leerlingen stagiaires. De leerlingen en stagiaires krijgen bij aanvang van de stage instructies en uitleg m.b.t. de leerlingen bespreking. In korte lijnen wordt het volgende verwacht: • De leerling en stagiaire is hierbij aanwezig en geeft een korte update van de ontwikkelingen in het leerproces. • De bedoeling is dat de werkbegeleider de leerling/stagiaire bij het begin van de stage op de hoogte brengt van deze werkafspraak. • Indien de leerling/stagiair niet bij de leerlingenbespreking kan zijn, zorgt hij/zij voor een schriftelijke inbreng. Deze inbreng wordt door de werkbegeleider of teamleider ingebracht tijdens de leerlingenbespreking. • Tevens dient de werkbegeleider de leerling/stagiaire voor te bereiden op dit overleg. Zie hiervoor het document: leerlingbespreking PAAZ/PMU te vinden op DKS-PAAZ/PMU.