Malawi Auditieve analyse:
1.2 1.3 4.1 4.2
Auditieve synthese
Zon Warm Markt Fruit Arm aap geit kip Rijst Mand
Eén en twee lettergrepen Drie of meer lettergrepen Lettergrepen samenvoegen tot een woord Letters samenvoegen tot een woord
varken water trommel schaduw apen zebra dansen moshi doeken manden
Malawi waterpomp Matias zonneschijn bananen verkopen trommelen voorbereiden bananenbomen mandarijntjes
Auditieve analyse Auditief geheugen
1.4 3.3 3.4
De aap eet bananen Het is vaak markt Je ziet veel hutjes De mensen eten rijst De mensen zijn arm Ik koop een banaan vader werkt op het land Matias gaat naar school
Moshi gaat met het vliegtuig naar Malawi Matias heeft op school paarse kleren aan. Vader verkoopt uien op de markt De geit loopt rond het huis. De bananen groeien aan de bomen Matias woont in een dorp Matias gaat mee naar de markt De vlag van Malawi is zwart, rood en groen.
Auditieve discriminatie
2.2
Vloer aap Rijst fruit
raam slang rijst banaan
huis geit boom banaan
schuur varken apen appel
Auditieve discriminatie
2.3
Aap Hut tomaat
doek dans trom
Zinnen verdelen in woorden Nazeggen van eenvoudige zinnen van 4 à 7 woorden Nazeggen van eenvoudige zinnen van 7 à 10 woorden
Reactiewoorden herkennen huis leeuw hutje peer
deur aap dorp banaan
muur tuin kip muis rijst vuur mandarijn meloen
hek geit rijst mango
huis aap zon banaan
Rijmen 2 zon school mand
Jeanne februari 2010
Auditieve discriminatie Bos Hutje Rijst Malawi aap leeuw Vliegtuig hoofddoek mandarijntjes markt
2.5
Het langste woord
schoolboeken bananenboom waterpomp Nederland zebra tijger fiets mand fruit verkopen
Auditieve discriminatie
2.6
De langste zin
Moshi vertelt Matias woont in een dorp Gaan jullie mee? We moeten vliegen De tomaten groeien Het is warm De geiten lopen Vader werkt Matias zit op de fiets Op de markt koop je uien De kinderen dansen
Auditieve discriminatie
Moshi vertelt over Ghana Matias woont Gaan jullie mee naar Malawi? We moeten tien uur vliegen naar Malawi de tomaten groeien op het land het is warm in de zon de geiten lopen in het dorp vader werkt op het land Matias zit op de fiets van zijn vader Op de markt koop je uien en tomaten De kinderen dansen en zingen op school
2.7 2.8 2.9
Het eerste woord Het laatste woord Het middelste woord
stro Rijst fruit Zon Malawi Hout Pan leeuw Markt
hut fruit hoofd schaduw Moshi vuur schaal tijger kopen
grond banaan schaal hoofddoek Matias koken mand zebra geld
Rijst kip slang ananas Nederland Dansen Wassen school geld
fruit varken olifant mango vliegtuig zingen water schoolboek markt
vlees geit apen mandarijn malawi trommelen rivier schoolbank fruit
Jeanne februari 2010
Auditieve discriminatie
2.10
Reactieletters herkennen
m k aa f g
p aa aa r h
l p a j k
Auditieve discriminatie
2.11
De eerste letter
mand hut schaal
Matias water land
Auditieve discriminatie
2.12
geit zon spin kip
vliegtuig rivier bos hut
Auditieve discriminatie
2.13
kip dak bos
pan zon hut
Auditieve discriminatie
2.15
Rijst Spin mat Rivier Moshi Trom
r l ee k s
s p ei j t
t s ie d g
markt sinasappel dak rups moeder boom
m n i m g
g g aa j p
b p oe b m
m ee ui l g
moshi zon vliegtuig
kip slang Malawi
De laatste letter aap banaan markt schaal
De middelste letter mat geit hek
Dezelfde letter horen in een serie woorden fruit schaduw pan rook mol arm
geit slang tas rood mooi riem
hut stok lap regen meisje klom
Auditief geheugen banaan mango rivier vis hut bos aap geit Zon zon
3.1 Hetzelfde woord in drie/vier woorden banaan vis hut geit warm
rivier Malawi aap Markt School
vis malawi Moshi fruit geld
rivier vliegtuig Moshi mango boek
water vliegen boom mango school
Jeanne februari 2010
Auditief geheugen
3.2
Hetzelfde woord in twee zinnen
De slang is een lang dier Er zijn veel bomen Matias woont in een dorp Het vliegtuig vliegt naar Malawi Er is geen water Moeder haalt water bij het meer De bananen hangen in de boom Wij gaan naar een markt
Ben jij bang voor de slang? Matias speelt onder de bomen Waar is Matias? We gaan naar Malawi Het water komt uit het meer Vissen zwemmen in het meer De aap plukt bananen vader verkoopt bananen op de markt
Auditief geheugen
Nazeggen van 4 woorden, zonder relatie
Apen leeuwen bananen mango Warm Fruit mand Kraan
3.5 matias hutje bomen stad dorp bruin zon bos
Auditief geheugen
rivier bomen dak rivier geit vuur stenen water
3.6
school regen markt donker Malawi zebra’s school schaal
Het ontbrekende woord noemen
Slang Slang
zon zon
water water
pomp
Hutje
dorp dorp
Moshi Moshi
vuur vuur
Fruit Fruit
rijst
kippen kippen
markt markt
Water Water
rivier rivier
aap
bossen bossen
geld
land land
werken werken
arm arm
Auditief geheugen 4524 1352 1532 5431 5524
3.7
Nazeggen van cijferreeksen
5487 6598 6791 5837 9317
Jeanne februari 2010
Auditief taalbegrip
5.1
Een zin langer maken Moshi klimt… De man voert… De kinderen lopen… De meisjes dragen … De bananen liggen… Bij het meer… Op de markt … Op school leert Matias …. De mensen dansen…. Ik dans…..
De apen springen… vader verkoopt… matias speelt … Waar zit… Moeder werkt… De bananen… Hoe laat… In het bos sluipt… Bij de school…. Het meisje springt…
Auditief taalbegrip
5.2
Woorden noemen in een bepaalde categorie
Malawi Dieren in Malawi Op de markt
apen fruit dorp
Auditief taalbegrip
5.3
Donker Warm Arm Schoon Zwaar Nat Mooi snel groot
licht koud rijk vies licht droog lelijk langzaam klein
auditief taalbegrip
5.4
Matias en ik zien er hetzelfde uit. Een hut in Malawi wordt gemaakt van ijs. Bananen groeien aan de bomen. Koken doe je in de badkamer De mensen in Malawi hebben allemaal een auto In Malawi is het altijd koud We werken over Malawi In Malawi komt water uit de kraan Matias heeft blonde haren Moshi is een aap De vlag van malawi is zwart, rood, en groen De mama van Matias kookt buiten Vader gaat met de auto naar de markt
tegenstellingen
goed of fout fout fout goed fout fout fout goed fout fout goed goed goed fout
Jeanne februari 2010
Auditief taalbegrip
5.5
raadseltjes
Hij hangt in de boom en je kunt hem eten In malawi koop je er fruit Hij loopt vaak op 4 poten en lijkt op een mens Het heeft twee wielen, een stuur, twee trappers en een rem Hij zorgt ervoor dat Matias veel leert op school Je kunt het drinken en het komt uit de kraan Je slaat erop en je kunt erbij dansen Het is zwart, rood, en groen en er staat een halve zon op
bananen markt aap fiets meester water trommel vlag van Malawi
Raadsels Ik lijk wel wat op een ezel. Maar ik heb witte en zwarte strepen op mijn huid. Wie ben ik ? (zebra) Ik heb een hele lange nek. Ik knabbel blaadjes van de bomen. Wie ben ik? (giraffe) Ik woon in het oerwoud. Mijn huid is gevlekt. 's Nachts ga ik op rooftocht uit. Wie ben ik? (luipaard) Ik heb een grijze vel en een lange snuit en grote oren. Wie ben ik? (olifant) Ik ben een vogel. Ik woon in het oerwoud en ik heb mooie gekleurde veren. Wie ben ik? (papegaai) Ik kruip over de grond, maar ik heb geen poten. Ik sis! Wie ben ik? (slang)
Classificeren
Wat hoort er niet bij?
olifant - muis - aap - tijger papegaai - mus - mees - merel - snoek appel - banaan - vork - mandarijn - peer geit – koe – vogel - varken
Jeanne februari 2010