InDetail kwartaal uitgave van het nationaal restauratiefonds
nr3 september 2008 Een rijksmonument in Zoetermeer p.3
Leegstand in Nederland p.7
Monumentenmakelaar Frans van den Beukel p.9
Het gezicht van... Monique en Majelle p.11
Uitgesproken p.2 Uw monument in Herenhuis p.2 Interview: Paul Delsing en Ilona Jamin p.3 Kabinet investeert 50 miljoen p.6 Interview: Fons Asselbergs p.7 Interview: Frans van den Beukel p.9 Het gezicht van... Monique en Majelle p.11 Nieuws p.12
Cultureel evenement goed bezocht Het weekend van 13 en 14 september vond de tweeëntwintigste Open Monumentendag (OMD) plaats. Dit jaar was het thema ‘Sporen’, waarbij er speciaal aandacht was voor sporen in het landschap, zoals grafheuvels, stratenpatronen en gevelstenen. Bijna 4.000 monumenten openden hun deuren voor het grote publiek. Met ongeveer 950.000 bezoekers is de Open Monumentendag nog steeds één van de best bezochte culturele evenementen van Nederland. meegedaan aan de speciale OMDactie om een weekend voor twee personen in een Erfgoed Logies te winnen. De drie prijswinnaars hebben een bericht ontvangen. De actie is inmiddels gesloten, maar speciaal voor de lezers van InDetail
zijn de fiets- en wandelroutes nog tot eind oktober beschikbaar op www.restauratiefonds.nl/indetail. Met één druk op de knop heeft u de route geprint en kunt u op verschillende plaatsen in het land genieten van ons erfgoed. ■
Nationaal Restauratiefonds september 2008, jaargang 19
Het Restauratiefonds heeft dit jaar extra aandacht besteed aan de Open Monumentendag. Via onze website hebben wij speciale fiets- en wandelroutes langs bijzondere monumentale locaties beschikbaar gesteld. Daarnaast hebben bezoekers van restauratiefonds.nl in grote getalen
1
UitGesproken
Restaureren in de praktijk
pieter siebinga, directeur restauratiefonds
Vooruitkijken De zomerperiode is weer voorbij en dat betekent, na een heerlijke vakantie in Frankrijk, de start van een drukke periode. In de laatste drie maanden van het jaar worden zaken afgerond, maar wordt er ook alweer vooruitgekeken naar het nieuwe jaar. In de zomerperiode is er bijvoorbeeld hard gewerkt aan het project Modernisering Monumentenzorg (MoMo). Het is nog afwachten wat de resultaten precies zijn, maar de voorstellen van de verschillende projectgroepen zijn klaar en dit moet gaan leiden tot een advies aan de minister. Ik hoop dat dit moment wordt gebruikt om de juiste keuzes te maken en hiermee de monumentenzorg weer een stimulans te geven voor de komende jaren. Continuïteit in denken en in geldstromen blijft van belang. In de eerste helft van 2009 moet MoMo leiden tot een voorstel voor een wetswijziging. Wij houden u via InDetail in ieder geval op de hoogte van deze ontwikkelingen. Na de zomerperiode is één van de eerste grote evenementen de landelijke Open Monumentendag. In het weekend van 13 en 14 september heeft u hier, samen met zo’n 950.000 andere bezoekers, weer van kunnen genieten. Tijdens dit jaarlijks terugkerende culturele evenement wordt het belang van de aandacht voor monumenten nogmaals benadrukt. Het Restauratiefonds onderstreept dit belang. En dan niet alleen de belangstelling voor het individuele monument maar ook voor de samenhang tussen gebouwen en omgeving. Wij hebben hier in het afgelopen jaar extra aandacht aan
besteed in onze themapublicatie ‘Beschermde Stads- en Dorpsgezichten’. Een thema dat het Restauratiefonds in 2008 hoog op de agenda heeft staan. Om dit thema niet alleen te beschrijven in een fraaie uitgave maar er ook voor te zorgen dat het thema breed gaat leven, heeft het Restauratiefonds onlangs een rondetafelbijeenkomst georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst hebben wij met een aantal wethouders van grote monumentengemeenten in een open sfeer gesproken over de Beschermde Stads- en Dorpsgezichten. Hieruit kwam een duidelijke betrokkenheid bij het onderwerp naar voren, maar vooral ook enthousiasme om hierover te blijven meedenken. Het gesprek is voor ons mede een mooie aanzet om te komen tot voorstellen voor vernieuwing van dit instrument. Vanzelfsprekend houden wij u ook hiervan op de hoogte. Als ik dit schrijf, is het bijna de derde dinsdag van september. Als u dit leest heeft Prinsjesdag alweer plaatsgevonden. Ik hoop van harte dat de minister daadwerkelijk meer geld beschikbaar gaat stellen voor de monumentenzorg. Financiële bijdragen vanuit de rijksoverheid zijn, naast het geld dat de eigenaar zelf in het monument steekt, essentieel voor het behoud. Wij moeten er vooral voor blijven zorgen dat eigenaren plannen blijven maken en dat er daadwerkelijk zicht is op de financiering hiervan. Op die manier blijven wij met z’n allen zorgen voor het instandhouden van onze prachtige monumenten. ■
‘Wat hadden we nu eigenlijk echt gekocht?’ Een bezoekje aan de tandarts was nog nooit zo leuk als dat aan Paul Delsing en Ilona Jamin. Ten eerste omdat we niet langskomen voor een wortelkanaalbehandeling, maar ook omdat hun praktijk is gevestigd in een prachtige, monumentale boerderij uit 1855. En dan nog iets: deze boerderij staat in hartje Zoetermeer. Ja, u leest het goed. Zoetermeer. De plaats schijnt al duizend jaar te bestaan, maar daar is weinig meer van te merken. Wat rest is veel beton, gegoten in een onoverzichtelijke, woekerende wirwar van bouwstijlen. Toch heeft de gemeente Zoetermeer nog veertien rijksmonumenten. Die aan de Eerste Stationsstraat, de praktijk van Paul en Ilona, is er één van. Het is gelegen in het oudste deel van de stad. Na een dwaaltocht over ringwegen en door winkelcentra is dit deel een verademing: echte huizen van voor de jaren vijftig. En als finale goedmaker de sfeervolle witgepleisterde boerenwoning ‘Nabij’ van Paul en Ilona. Het pand springt eruit als een zorgvuldig gefloste kies in een verwaarloosd gebit. Bod ‘Nabij’ werd gebouwd in 1855 door ene Cornelius Sablerolle. Samen met de molen, een paar honderd meter verderop, jarenlang het enige bouwwerk in de polder. Sablerolle zelf heeft er maar twee jaar van kunnen genieten,
Achter iedere restauratie schuilt een bijzonder verhaal. Bent u de trotse eigenaar van een bijzonder monument? Wilt u graag het verhaal over uw monument of restauratie vertellen? Monumenten.nl en Herenhuis organiseren een actie waarbij u kans maakt op een uitgebreide publicatie van uw (gerestaureerde) monument. Meedoen is eenvoudig. Ga naar www.monumenten.nl/herenhuis
Nationaal Restauratiefonds september 2008, jaargang 19
Uw monument in Herenhuis en op Monumenten.nl!
want in 1857 stierf hij. Tot 1958 bleef het een boerenbedrijf. Toen kocht de gemeente het en vestigde er ‘stadswerken’ in. In de jaren zeventig kwam er een kinderdagverblijf. Daarna werd het verhuurd aan particulieren. ‘Een paar jaar geleden besloot de gemeente het te verkopen en het te bestemmen voor een organisatie of bedrijf in de welzijnssector. Alle dokters en tandartsen werden daarom aangeschreven om een bod uit te brengen. Het bieden ging op inschrijving bij een notaris.’ Terwijl we haar man Paul door het raam heen aan het werk zien met een patiënt, lopen we met Ilona om het huis. Het was ooit een boerderij met een enorme schuur erachter. Ilona heeft er binnen nog foto’s van. De schuur is gesloopt en er is in de jaren zeventig voor het kinderdagverblijf weer een stuk aangebouwd. Deze aanbouw heeft plaatsgemaakt voor een moderne serreachtige uitbouw, nu het tandtechnisch laboratorium. De buitenkant van het hoofdgebouw heeft nog echt de
en laat in een paar regels weten waarom uw restauratieverhaal zo bijzonder is. Het meest bijzondere restauratieverhaal wint een uitgebreide reportage in het blad Herenhuis. U kunt uw motivatie met foto’s inzenden tot en met 31 oktober 2008. ■
Ilona Jamin en Paul Delsing bij hun rijksmonument in Zoetermeer
2
3
Het Detail Nabij De naam van de herenboerderij is ‘Nabij’. ‘De officiële verklaring hiervoor is dat het huis nabij de Dorpsstraat ligt. Ilona heeft een andere verklaring gehoord van de oudere Zoetermeerders. ‘Een gereformeerde boer uit de negentiende eeuw in de polder van Zuid-Holland geeft zijn boerderij niet zomaar een naam. Nabij moet iets met God te maken hebben. Nabij God of misschien wist hij wel dat de dood nabij was? Leuke naam voor een tandartsenpraktijk’, grapt ze. Ilona heeft de letters zelf op de gevel geschilderd. Grappig is dat de laatste boer deze naam niet mocht voeren. Hij pachtte het van de oorspronkelijke familie en deze wilde niet dat iemand anders onder deze naam zou wonen. ‘De oude vrouw van de laatste boer was verbaasd toen wij de naam weer wilden voeren. ‘Mag dat dan?’ vroeg ze. ’Er is dus toch meer met deze naam aan de hand.’
uitstraling van een oude herenboerderij. Van binnen is het strak modern. Details waren er dan ook niet meer. ‘We hebben nog navraag gedaan bij de vrouw van de laatste boer die hier zijn bedrijf had. Zo kwamen we erachter wat er nog aan details zou kunnen zitten; onder andere een marmeren vloer en een lambrisering. Maar tijdens het slopen zijn we helaas niets meer tegengekomen.’ Binnen zijn er drie moderne tandartskamers, een receptie en een wachtkamer. In een van de behandelruimtes is nog een stuk van de originele muur zichtbaar. Boven zijn er twee ruime zolderkamers en heb je zicht op de gebinten. De vloer daar heeft nog de originele planken en loopt zo scheef dat het voelt alsof je een slok te veel op hebt. Laag Het gebouw was dan ook ernstig verzakt en de muren waren zodanig uit hun verband geraakt dat het eigenlijk op
instorten stond. Dat het zo erg was, wisten Paul en Ilona van tevoren ook niet. Toch konden ze niet aanzien dat het gebouw steeds verder verviel, en daarbij: het zou een prachtige plaats voor hun praktijk zijn. Na overleg met een bevriend bouwkundige besloten Paul en Ilona vlak voor de sluitingstermijn een zeer laag bod van 100.000 euro te doen. ‘Wat bleek: we waren de enige die gereageerd had en ons bod was dus meteen het hoogste! De gemeente vond het alleen wel te laag. Zij hadden viereneenhalve ton in gedachte en besloten niet te reageren. Uiteindelijk kwamen ze toch weer bij ons terug en kwamen we uit op ruim 200.000 euro.’ De koop was gesloten. ‘Maar wat hadden we nu eigenlijk echt gekocht?’ ‘Volgens de bouwkundige rapportage van de gemeente was de verzakking te stoppen met grondverbetering. Hiervoor moesten we de veenbodem onder het huis vervangen door zand of kunststof. Het dak zou verder goed zijn. Maar het
Spijt Omdat het lang duurt voordat er een aannemer beschikbaar is, komen ze via een cliënt in contact met een groep Polen. ‘Niet dat het zoveel geld scheelde, maar wel tijd. Later bleek dat zij metselaar, stukadoor, timmerman, loodgieter en elektricien waren. Ze stonden elk moment voor ons klaar.’ Mei 2006 hadden ze het gekocht en vorig jaar april konden ze er al in. De binnenmuren werden gedeeltelijk opnieuw opgetrokken en het dak werd gedeeltelijk vernieuwd. De rest werd zoveel mogelijk weer recht getrokken en om verdere verzakking tegen te gaan, werd er een betonnen vloer onder het huis gestort. Deze werd gestut door dertig heipalen die tot achttien meter diep de grond in werden geslagen. Het duidelijkst is de verzakking nog te zien aan de voorkant. De grijze gevellambrisering is links een stuk dikker dan rechts. De voordeur, een van de weinige nog originele details van het huis, is in de loop der jaren steeds bijgeschaafd zodat deze in de verzakte kozijnen bleef passen. ‘Het blijft eng. Als we nu van vakantie terugkomen, kijk ik
altijd of er niets is gebeurd en of er nog scheuren bij zijn gekomen.’ Het lijkt erop of Ilona nog niet echt het volle vertrouwen in het huis heeft. Heeft ze er spijt van? ‘Nee, het is prachtig werken hier. We zagen het verkommeren en we hadden het geld ervoor over.’ De financiering van de restauratie hebben ze voor 250.000 euro via een laagrentende lening van het Restauratiefonds kunnen regelen. ‘De rest is via een andere geldverstrekker gegaan, met ons woonhuis als onderpand.’ In totaal zit er, inclusief de inventaris, een dikke 800.000 euro in deze praktijk. Wat Paul en Ilona nu wel hopen, is dat de beperkte bestemming, nu nog voor de welzijnssector, wordt verruimd naar woon- en kantoorbestemming. ‘Hopelijk komt de gemeente ons daarin tegemoet, zodat we later bij de verkoop meer mogelijkheden hebben om een nieuwe liefhebber te vinden. Met de huidige bestemming kun je het niet zo makkelijk verkopen voor het geld dat je erin hebt gestopt.’ Trots De deur gaat open en Paul komt naar buiten. ‘Paul is trotser op het pand dan ik. Ik ben weer trots op hem en op mijn kinderen.’ Of hij het anders had gedaan als hij nu weer voor deze uitdaging stond? Het is stil. Paul: ‘Het feit dat ik zo lang moet nadenken, zegt genoeg. Wel was dit erg moeilijk om ineens te plannen en te financieren. Als ik had geweten dat er zoveel onzekerheden bij kwamen kijken, had ik het niet gedurfd. Wat dat betreft zijn we er best trots op.’ ‘En trots op elkaar,’ voegt Ilona toe. ‘Dit weekend vieren we allebei uitgebreid onze vijftigste verjaardag. We hebben de afgelopen jaren onze vrienden en familie aardig verwaarloosd en veel van ze gevraagd. Nu mogen ze hier feest komen vieren. En de Polen, die komen ook.’ ■
Dat ‘Nabij’ een bijzonder pand is, is meer mensen opgevallen. Dit heeft geresulteerd in de nominatie voor twee prijzen. Wilt u hier meer over weten? Kijk dan op www.restauratiefonds.nl/indetail
‘de bakstenen kwamen mee met het behang’
Nationaal Restauratiefonds september 2008, jaargang 19
‘als we nu van vakantie terugkomen, kijk ik altijd of er niets is gebeurd’
huis was zo verzakt dat alles uit zijn verband was geraakt. Ook het dak bleek een ramp te zijn. Bovendien was het door de jaren heen slecht behandeld en aangetast door zwam. Genoeg te doen dus. Er zijn gelijk wel veertig containers slooppuin uit het pand gekomen. We hadden in het begin nog geen vergunning, maar daar heeft de gemeente nooit moeilijk over gedaan. Ze was blij dat wij het opknapten en verleende alle medewerking. Wat dat betreft alle lof aan de gemeente, de gemeentelijke Monumentendienst en in het bijzonder aan mevrouw Koopmans.’ Wat minder fijn was, was dat er ook veel asbest bleek te zitten: de muren, de dakkapellen en de plafonds waren er geheel mee bedekt. Pas toen dat was verwijderd, konden ze weer verder. Althans…‘Uiteindelijk bleken de muren zo slecht dat we niet meer zelf mochten slopen. De bakstenen kwamen mee met het behang. Ik wilde op een gegeven moment zelf een muur slopen en gaf er voor de grap een schop tegen. Viel de hele muur om’.
4
5
Leegstand in Nederland:
Etalage
‘Wat is er aan de hand?’
De RestauratieWijzer biedt overzicht Bij een restauratie komt heel wat kijken. Met de RestauratieWijzer biedt het Restauratiefonds u als (potentiële) eigenaar van een rijksmonument (woonhuis of boerderij zonder agrarische functie) steun bij de aankoop, de restauratie en/of het onderhoud van uw pand. Elk monument is uniek en de restauratie hiervan is doorgaans een complex traject. Om uw restauratie zo optimaal mogelijk te laten verlopen, is de RestauratieWijzer ontwikkeld. Deze service voorziet in een professionele begeleiding voorafgaand aan en tijdens het restauratieproces. De RestauratieWijzer werkt met een handig stappenplan en geeft bijvoorbeeld antwoord op vragen als ‘kan ik de financiële lasten wel dragen?’ en ‘hoe kom ik in aanmerking voor belastingaftrek?’. Op basis van jarenlange ervaring is de RestauratieWijzer in staat u snel wegwijs te maken in de monumentensector en u te voorzien van degelijk advies. De belangrijkste voordelen van de RestauratieWijzer • Overzichtelijke informatie. • Persoonlijke ondersteuning. • Inzicht in financiële consequenties (haalbaarheidstoets).
• Financiële zekerheid (reserveringsbrief Restauratiefondshypotheek). • Overzicht van architecten en aannemers. • Altijd op de hoogte met de speciale nieuwsbrief. Aanvragen en kosten U kunt de RestauratieWijzer snel en gemakkelijk aanvragen via www.restauratiewijzer.nl Voor het gebruik van deze dienstverlening geldt een geringe, eenmalige bijdrage van 100 euro. Dit bedrag wordt na ontvangst van uw aanvraag geïncasseerd. Wil u meer weten? kijk dan op www.restauratiewijzer.nl of bel 033 - 253 93 00. ■
ontwikkeling
Je staat er niet bij stil maar er staan in ons land heel wat gebouwen leeg. Hoeveel? Niemand weet het. Uit onderzoek blijkt dat zelfs de gemeenten het niet weten. Erg? Ja. Volgens Fons Asselbergs, scheidend rijksadviseur, is leegstand funest voor het pand en de buurt waar het staat. Bovendien scheelt efficiënt gebruik van de ruimte binnen de bebouwde kom heel wat nieuwbouw in het groene buitengebied. Eind juni kwam Asselbergs met het onderzoeksrapport ‘De oude kaart van Nederland: leegstand en herbestemming.’ Negenhonderd leegstaande panden heeft hij uit de anonimiteit kunnen halen. Volgens zijn inschatting nog maar 15 procent van de werkelijke leegstand. Het rapport is een aanzet tot een beleid tegen langdurige leegstand. Het is tevens zijn erfenis als rijksadviseur, want in september geeft hij het stokje door aan zijn opvolger Wim Eggenkamp.
‘Buiten’ We bezochten hem thuis in Amersfoort, de stad waar hij ooit vijftien jaar lang wethouder Ruimtelijke Ordening was. Asselbergs weet dus waar hij het over heeft. ‘De overheid moet meer invloed krijgen op leegstand. Per 1 juli is de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) van kracht. Die verplicht gemeenten om voor alle gebieden een bestemmingsplan te maken, ook binnen de bebouwde kom. Bovendien moeten alle bestemmingsplannen ouder dan
Korting op de RestauratieWijzer via uw gemeente Bent u door de ambtenaar van uw gemeente op de dienstverlening van de RestauratieWijzer geattendeerd? Dan hebt u recht op 10 euro korting! Vraag bij uw gemeente naar de brochure met de unieke kortingscode, voer deze in bij uw aanvraag en de korting wordt automatisch verwerkt.
Door een financiële meevaller hebben de drie coalitiepartijen CDA, PvdA en ChristenUnie een bestedingsplan ingediend bij de minister van Financiën. Het CDA heeft ervoor gekozen om 50 miljoen euro beschikbaar te stellen voor cultureel erfgoed in Nederland. Goed nieuws voor 23 monumenten die door het CDA op de lijst zijn gezet en die deze financiële injectie goed kunnen gebruiken.
Nationaal Restauratiefonds september 2008, jaargang 19
Kabinet investeert 50 miljoen euro extra in monumenten Een aantal voorbeelden van monumenten waar in het CDA-voorstel een deel van het bedrag naartoe gaat is: De Philips-gebouwen in Eindhoven, de Sint Bavo kathedraal in Haarlem, de Nieuwe Toren in Kampen, enz. Het is de bedoeling het geld nog dit jaar in te zetten voor de restauratie van de monumenten, op die manier wordt verder verval voorkomen. ■
Fons Asselbergs
6
7
Monumentenmakelaar Frans van den Beukel:
‘Cursus “Makelaars & Monumenten” een must voor elke makelaar’
‘Steden verrommelen, verliezen hun samenhang en aan de zelfkant daarvan ontstaat leegstand’
Identiteit Er is nog meer gemoeid met leegstand: ‘Als iets langdurig leegstaat, heeft dat een negatieve uitstraling op de omgeving; verloedering slaat toe. Dan neemt het vertrouwen in een buurt al gauw af, het kapitaal vloeit weg en er wordt niet meer geïnvesteerd. Dat is een teken dat er iets grondig mis is met het stadsweefsel.’ Om dit te voorkomen of om dit op te lossen, is visie nodig. ‘Wat is er aan de hand, waarom investeert men niet meer in deze plek? Net als een arts die het hele lichaam overziet - hij ziet aan de kleur van de huid dat er iets met de lever aan de hand is - is er iemand nodig die de hele stad in de gaten houdt. Die houding mis ik. In de jaren tachtig en negentig zijn veel ambtenaren weggesaneerd. En daarmee is een hoop kennis over de opbouw van de stad verloren gegaan. Gelukkig stellen steeds meer gemeenten een stadsbouwmeester aan die de stedelijke samenhang van alle ruimtelijke ingrepen bewaakt.’
Zonder een dergelijke supervisie kan het goed mis gaan volgens Asselbergs: ‘Gebruik is dat gemeenten per project een ontwikkelaar, al of niet met hun architect, in de arm nemen. Nederland stedenland wordt Nederland projectenland. Steden verrommelen, verliezen hun samenhang en aan de zelfkant daarvan ontstaat leegstand. Zonder zicht op de typische kenmerken van de stad worden projecten gerealiseerd die overal zouden kunnen staan. Het eigene van een stad verdwijnt.’ Trots Het is daarom volgens Asselbergs de kunst om een stad als geheel te blijven zien. ‘Het is belangrijk voort te bouwen op de bouwtraditie. Wat dat betreft is cultuur een omgangsvorm. Waar zijn we trots op? Of zoals Godfried Bomans zei: ‘aan uw behang zie ik wie u bent’. En dat klopt. Aan het plaveisel kun je zien wat voor bestuur er zit: straatstenen kunnen vertellen hoe trots men is op de eigen stad en hoe zorgvuldig men daar met de leefbaarheid omgaat.’
Een ervaringsdeskundige op het gebied van monumenten: zo kan Frans van den Beukel met recht worden genoemd. Zijn huis annex kantoor net buiten de vestingwallen van Zutphen maakt deel uit van een rijtje prachtige Jugendstilpanden die de gegoede burgerij daar eind negentiende eeuw heeft laten bouwen. De huizen hebben nu allemaal de status van monument. Als makelaar houdt Van den Beukel zich, naast bedrijfsonroerendgoed en het verrichten van advies- en taxatiewerk, vooral bezig met het begeleiden van kopers en verkopers van monumenten. De laatste tijd weliswaar op een wat lager pitje. Na 38 jaar zeer actief te zijn geweest, doet hij het nu wat kalmer aan. Dertig huizen of meer in de verkoop hebben en hollen van afspraak naar afspraak willen hij en zijn vrouw – met wie hij de makelaardij aan huis bestiert – niet meer. Een handjevol woningen, liefst monumenten, is genoeg. Gedempte sloot Toen hij in 1970 begon als makelaar -‘ik kon niets anders’had hij slechts twee collega´s in Zutphen. Nu zijn dat
er 28. Desondanks ziet Van den Beukel de andere makelaars niet als concurrenten. ‘Niets ten nadele van mijn jongere collega’s, maar als je zoals ik geboren en getogen bent in Zutphen en er al zo lang makelaar bent, dan heb je een voorsprong op het gebied van kennis en ervaring. Neem het rijtje huizen waarin ook mijn eigen huis staat: iedere makelaar ziet dat de erkers van deze panden nogal verzakt zijn. Maar niemand weet dat het komt doordat er een gedempte sloot onder ligt. Dit is de extra ervaring die ik heb. Zo is het ook met de monumenten in Zutphen. Daarvan heb ik er een fors aantal als makelaar mogen aanof verkopen. Op dit moment staan er overigens slechts twee of drie te koop. Het is momenteel een slappe tijd voor de makelaardij.’ Ziel ‘Eigenlijk moet ik dit niet zeggen’, zegt Van den Beukel, ‘maar het liefst bemiddel ik in monumenten. Liever dan in ‘normale’ huizen. Een huis van meer dan honderd jaar
Hoewel Asselbergs geen onderscheid wil maken tussen oude en nieuwe gebouwen, ‘een oud gebouw is ook ooit nieuw geweest, het gaat om een gelaagde werkelijkheid’, bieden juist de leegstaande monumentale gebouwen kansen voor de toekomst. Zij kunnen de ankerpunten vormen van gebiedsontwikkeling. ‘Als we trots zijn op onze steden moeten we het onderste uit de kan halen wat het benutten van de eigen ruimtevoorraad betreft en kunnen we de ongebruikte ruimte inzetten voor de realisatie van het wensbeeld dat ons met de stad voor ogen staat. Leegstand biedt in die zin een kans om op een moderne manier met het verleden om te gaan.’ ■
Nationaal Restauratiefonds september 2008, jaargang 19
tien jaar, worden geactualiseerd. Een mooie gelegenheid om de leegstand te inventariseren en een visie te ontwikkelen over mogelijke herbestemming.’ Juist voor monumenten kan leegstand fataal zijn. Maar hoe moet de gemeente dit aanpakken? ‘Men moet veel ondernemender zijn en anticiperen. Men weet vaak al lang van tevoren dat iets leeg komt. Actie dus. Maar’, vervolgt hij, ‘in Nederland doe je juridisch niets tegen leegstand, terwijl het toch een publiek probleem is. De gemeente moet daarom meer appelleren en laten zien wat er met leegstand mogelijk is. Als de talloze bovenverdiepingen van winkels bijvoorbeeld zouden worden verhuurd, kunnen deze panden weer worden bewoond en dus beter onderhouden. Financieel en sociaal rendeert het ook. Maar ja, men gaat nu nog liever naar ‘buiten’ om te bouwen. En dat betekent een regelrechte aantasting van ons natuur- en cultuurlandschap.’
Hij woont in een monument, verzorgt als makelaar de aan- en verkoop van monumenten, en was een van de drijvende krachten achter de cursus “Makelaars & Monumenten”. Frans van den Beukel is al 38 jaar makelaar in Zutphen en kan nog steeds genieten van het vakwerk waarmee de meeste monumenten ooit zijn gebouwd: ‘Monumenten hebben een ziel’.
Wilt u meer weten over de oude kaart van Nederland? Kijk dan op www.restauratiefonds.nl/indetail
Frans van den Beukel, monumentenmakelaar
8
9
Wat voor mensen kopen monumenten? ‘Om te beginnen moet je een paar centen hebben, want monumenten zijn duur in aanschaf. Je moet van grote ruimtes houden en, wat erg belangrijk is, voldoende geld hebben voor het onderhoud. Mijn huis is 14 meter hoog. Als ik dat wil laten schilderen, ben ik al 1.600 euro kwijt voor een steiger, alleen aan de voorzijde. Als je in een monument woont, ben je zo maar 5.000 à 6.000 euro per jaar kwijt aan onderhoud. Van veel monumenten moet na verloop van tijd het metselwerk hersteld worden. Vooral voor schoorstenen is dat erg kostbaar. Om al het voegwerk te vervangen, moet er vaak een steiger geplaatst worden. Bewoners moeten rekening houden met dit soort onkosten.’ Zijn er ook mensen aan wie u liever geen monument verkoopt? ‘Mensen die in een monument wonen, moeten dat leuk vinden. Ik wijs mensen ook op de tekortkomingen of de onhandige dingen van een monument. Als twee of drie oude tegels gebarsten zijn, moeten ze die willen vervangen door identieke oude tegels. Dat kost soms wat speurwerk, maar het is wel de moeite waard. Als ze die tegels door moderne tegels willen laten vervangen, adviseer ik ze om het monument niet te kopen. Ten slotte wijs ik aspirantkopers van een monument op het feit dat wonen in een rijksmonument betekent dat ze te maken krijgen met veel instanties en regelgeving. Daar moet je ook tegen kunnen.’ Om nieuwe bewoners hierin wegwijs te maken, heeft het Restauratiefonds de RestauratieWijzer ontwikkeld. Maakt u daar in uw werk veel gebruik van? ‘Om eerlijk te zijn ikzelf niet zo, maar dat komt ook omdat bij de meeste rijksmonumenten de echte restauratie inmiddels al heeft plaatsgevonden. Maar vanzelfsprekend attendeer ik mijn clientèle die een monument heeft gekocht wel op het bestaan ervan. Het is voor deze mensen een heel handig instrument.’ Cursus Een belangrijk wapenfeit van Van den Beukel op het gebied van monumentenzorg is zijn initiatief voor het ontwikkelen
10
van het succesvolle cursusproject “Makelaars & Monumenten”, een samenwerking van Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM), Stichting Opleiding Makelaardij (SOM) en Erfgoed in de Praktijk (een initiatief van de Rijksdienst, Erfgoed Nederland en Nationaal Restauratiefonds). ‘Ik ergerde me regelmatig aan de onzin die mijn collega’s uitkraamden over monumenten. Toen kwam ik op het idee om, net als voor ambtenaren, een bijscholing over de monumentenzorg te organiseren voor makelaars. Ik heb toen eerst in Zwolle twee avonden toegekeken bij de cursus voor ambtenaren en heb toen contact gezocht met het opleidingsinstituut voor makelaars: Stichting Opleiding Makelaardij (SOM).’ Het instituut was al even enthousiast en kwam al snel met de cursus “Makelaars & Monumenten”. Vergeleken met de monumentencursus voor ambtenaren is de cursus voor de makelaars wat meer praktijkgericht. Van den Beukel: ‘Vanuit de monumentenwereld had men de neiging om veel te vertellen over -bijvoorbeeld- organisatiestructuren; maar dat interesseert makelaars niet zo. Makelaars willen weten hoe ze een pand moeten verkopen, op welke dingen ze moeten letten, waar hun verantwoordelijkheden liggen en hoe ze in contact komen met de netwerken van de monumentenwereld.’ Monumentenwacht Ter afsluiting van de cursus bezoeken de cursisten voor het opdoen van wat praktijkervaring een aantal monumenten. Dan gaan er ook twee Monumentenwachten mee die laten zien hoe zij te werk gaan. Dit laatste tot groot genoegen van Van den Beukel: ‘Ik vind de Monumentenwacht een van de aardigste instituten in de monumentenwereld. Super! Die mensen hebben hart voor de zaak en enorm veel kennis van zaken. Ik maak regelmatig gebruik van hun diensten. Je hebt ook van die keuringsdiensten die elke bevinding afsluiten met de zinsnede: ‘voorzover waarneembaar vanaf de grond’. Daarmee hoef je bij de Monumentenwachten niet aan te komen: ‘zij kruipen overal op en in’. Als het aan Van den Beukel ligt, zou elke makelaar de bijscholingscursus “Makelaars & Monumenten” moeten volgen. ‘Om zijn vak goed uit te kunnen oefenen, moet een makelaar regelmatig van dit soort cursussen volgen. En niet alleen makelaars, maar ook het overige personeel zou dat moeten doen. Behalve meer kennis leidt het ertoe dat ze ook meer gevoel en liefde voor -in dit gevalmonumenten krijgen.’ ■
Wilt u naar aanleiding van dit artikel meer informatie over het cursusprogramma van Erfgoed in de praktijk? Of wilt u weten wat makelaar Van den Beukel zegt over de regels rondom het behoud van monumenten? Kijk dan op www.restauratiefonds.nl/indetail
Het gezicht van... Monique Orie ‘Ik heb altijd wel oog voor mooie gebouwen gehad maar sinds ik hier werk, ga ik ook meer de geschiedenis zien en beseffen wat er moet gebeuren om iets te behouden.’ Aangenaam: Monique Orie. Zij versterkt sinds juni 2007 Nationaal Restauratiefonds als afdelingssecretaresse.
altijd goed op. Maar ik heb er veel plezier in dus het kost me niet te veel moeite. Wat mij betreft, blijf ik hier nog wel even doorwerken. ■
Monique ondersteunt de managers van de verschillende afdelingen. ‘Met veel plezier. De samenwerking is erg goed, net als de sfeer hier. Positief. Dat viel gelijk op toen ik hier kwam.’ Voordat zij neerstreek in Hoevelaken, werkte Monique 12 jaar voor een farmaceutisch bedrijf in Amersfoort. ‘Ik kan de sollicitatie nog goed herinneren. Het was een zonnige dag en ik kwam zomaar terecht op een mooi kasteel. Daarvoor werkte ik op een industrieterrein, dus ik zag dit wel zitten.’ Maar ook de baan zelf bevalt haar erg goed. Monique beheert onder andere de agenda’s van de afdelingshoofden, doet de post en de correspondentie en is het aanspreekpunt. Zij is dan ook voor veel bellers de eerste indruk van het Restauratiefonds. ‘Het is daarom erg belangrijk hoe je mensen te woord staat. Daar let ik
Majelle Boogaard ‘Ik heb een keer een uitstapje gemaakt naar een commerciële functie, als accountmanager, maar dit bevalt me beter. Ik hou ervan om te zorgen, te regelen, te organiseren en te sturen.’ Sinds twee jaar is Majelle de directiesecretaresse van Restauratiefondsdirecteur Pieter Siebinga. ‘En dat bevalt prima. Meedenken, pro-actief zijn, organiseren, vooruitdenken en hem zaken uit handen nemen; dat is waar ik naar streef.’ En allemaal in maar drie dagen per week. Best knap, want Pieter Siebinga is een druk bezet persoon. ‘Ik heb gelukkig een grote mate van vrijheid en zelfstandigheid in de uitvoering van mijn taken, en op de dagen dat ik niet op kantoor ben, neemt Monique de honneurs waar. Dat is een geruststellend gevoel.’ En mocht de nood aan de man zijn: Majelle is nooit ver weg: ‘Ik woon zelf in Hoevelaken en ben binnen vijf minuten op mijn werk. Erg handig, helemaal met kinderen.’ Deze baan lijkt Majelle dus op het lijf geschreven te zijn: ‘De sfeer binnen het Restauratiefonds spreekt me gewoon aan. Er wordt hard gewerkt, maar daarnaast is er wel oog en tijd voor elkaar.’
En hoe zit het met de samenwerking met Pieter? ‘Ik kan het goed met hem vinden. Ik waardeer hem zeer, zowel als persoon als directeur. We hebben aan één woord genoeg, begrijpen elkaar, vullen elkaar aan en hebben dezelfde mentaliteit van werken. En dat is niet onbelangrijk.’ ■
Nationaal Restauratiefonds september 2008, jaargang 19
oud heeft een verleden. Er zijn mensen geboren en overleden: er is geleefd. Het huis heeft een ziel. Dat heeft een tussenwoning in een nieuwbouwwijk niet. Bovendien is in oude huizen nog alles met de hand gemaakt. Er zijn nog ornamenten, op maat gemaakte kozijnen, alles is geschaafd. Dat is het leuke van restaureren: dan zie je wat voor technieken men vroeger gebruikte. Dat vind ik veel leuker om te zien dan een timmerman die met een nietpistool een plafond vastniet. Het restaureren van monumenten is een vak apart. Gelukkig heeft Zutphen een aantal hele goede restauratie-aannemers die door het hele land werken.’ Onder andere door steun van Nationaal Restauratiefonds zijn er de laatste jaren veel monumenten gerestaureerd. Er heeft een ware inhaalslag plaatsgevonden. Zo zijn er van de ruim 700 rijks- en gemeentelijke monumenten die Zutphen telt nog slechts een stuk of twaalf die nodig gerestaureerd moeten worden. De rest is goed geconserveerd.’
11
Nieuws
‘Erfgoed in de praktijk’: meldt u zich nu aan!
In september zijn de cursussen van ‘Erfgoed in de praktijk’ weer gestart. Het cursusaanbod richt zich op iedereen die te maken heeft met de zorg voor het culturele erfgoed en de ruimtelijke kwaliteit. Ontwikkelingen in de monumentenzorg gaan snel en het aanbod van ‘Erfgoed in de praktijk’ biedt u de gelegenheid om uw kennis op te frissen en te verdiepen. U heeft de mogelijkheid om in oktober deel te nemen aan één van de cursussen ‘Actualiteiten & Ontwikkelingen’, dé netwerkbijeenkomst in uw eigen provincie.
Op zeven oktober is de eerste ‘Actualiteiten & Ontwikkelingen’ van 2008 in de provincie Overijssel, daarna volgen de overige provincies. De programma’s zijn in overleg met de Steunpunten tot stand gekomen. Een greep uit de onderwerpen die aan bod komen: beperking adviesplicht, Modernisering Monumentenzorg, financiële actualiteiten, van object- naar gebiedsgericht beleid en de wederopbouw van kerken. De bijeenkomsten vinden altijd plaats op een bijzondere locatie. Dit jaar is er, in verband met het Jaar van het Religieus Erfgoed, zoveel mogelijk gezocht naar een religieus getinte locatie. Zo gaan wij bijvoorbeeld naar de Remonstrantse Kerk in Groningen, de Abdij van Egmond en De Grote Kerk in Velp. Aanmelden voor de ‘Actualiteiten & Ontwikkelingen’ is nog mogelijk. Via www.erfgoedindepraktijk.nl kunt u zich eenvoudig inschrijven. Wij zien u graag op één van de bijeenkomsten. ■
Nieuwe pay-off Restauratiefonds Vanaf augustus maakt het Restauratiefonds gebruik van een nieuwe lijfspreuk ofwel ‘pay-off’. De oude tekst, ‘De waarde zit in de details’ wordt vervangen door de nieuwe pay-off ‘Verstand van financieren, hart voor monumenten’. Een lijfspreuk die prima bij het Restauratiefonds past aangezien wij naast het verstrekken van financieringen zowel een informatieve
Colofon Nationaal Restauratiefonds Westerdorpsstraat 68 3871 AZ Hoevelaken Postbus 15 3870 DA Hoevelaken T (033) 253 94 39 F (033) 253 95 98 www.restauratiefonds.nl
[email protected]
12
als adviserende rol vervullen. Deze wijziging is het gevolg van uitgebreid marktonderzoek. Hieruit bleek dat de naamsbekendheid van het Restauratiefonds prima in orde is, maar dat wij duidelijker moeten communiceren waar wij als organisatie voor staan en wat wij doen. Met deze wetenschap is er hard
gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuwe pay-off. Een grote groep klanten is hierbij betrokken geweest en wij hebben deze klanten naar hun mening gevraagd over de ontwikkelde alternatieven. ‘Verstand van financieren, hart voor monumenten’ is volgens onze klanten en de eigen medewerkers de beste keuze. Deze lijfspreuk komt u in de toekomst dus vaker tegen! ■
Redactie Peter Conradi, Amsterdam Boudewijn Drechsler, Amersfoort Tjitske Plakké, Nationaal Restauratiefonds
InDetail is een periodieke uitgave van Nationaal Restauratiefonds. Het bulletin wordt kosteloos verspreid en verschijnt vier keer per jaar.
Fotografie Vincent van den Hoven, Voorschoten Inbeeld reclamefotografen, Driebergen
Wilt u regelmatig op de hoogte blijven van de activiteiten van Nationaal Restauratiefonds, bel of mail dan voor een (gratis) abonnement. issn 1574-9339
Ontwerp Frissewind visuele_communicatie, Amsterdam