Montagehandleiding
MONTAGESYSTEM VOOR ZONNEPANELEN PLANNING EN UITVOERING Originele montagehandleiding voor Installaeurs
www.solarworld.com
Bewezen kwaliteit – simpelweg slim Met de 2.0 voor zonnepanelen hebt u gekozen voor een hoogwaardig product uit het assortiment van SolarWorld AG. Bij de keuze en het gebruik van alle componenten van het framesysteem is het belangrijk dat ze van uitstekende kwaliteit zijn, zodat de zonnepaneelinstallatie probleemloos functioneert. In deze handleiding wordt de montage van de 2.0 aan de hand van een voorbeeld uitgelegd. Op basis daarvan kunt u het framesysteem probleemloos installeren. Bouwkundige bijzonderheden moeten worden gedocumenteerd, zodat bij de planning van het framesysteem rekening kan worden gehouden met de bijzonderheden van uw dak.
2
Inhoudsopgave
A
B C
Pagina Veiligheidsaanwijzingen
Systeembeschrijving
Montagevoorbeeld
A1
Classificatie van de veiligheidsaanwijzingen
4
A2
Veiligheidsaanwijzingen
5
A3
Aanwijzingen voor de installatieplanning
6
A4
Montageaanwijzingen
7
B1
Eigenlijk en oneigenlijk gebruik
8
B2
Technisch overzicht
8
B3
Systeemopbouw
10
C1
Bepaling van positie van installatie
15
C2
Dakoppervlak uitmeten
16
C3
Steunen plaatsen
17
C4
Aanbrengen van ballastplaat
18
C5
Montage van zonnepanelen
20
C6
Montage van de tweede rij
21
C7
Aansluitende montage
22
C8
Aarding/equipotentiaal
23
D
Onderhoud/reiniging
Onderhoud en reiniging
24
E
Aansprakelijkheid
Aansprakelijkheid
25
3
A
Veiligheidsaanwijzingen A1
Classificatie van de veiligheidsaanwijzingen Lees de volledige montagehandleiding aandachtig door en respecteer de veiligheidsaanwijzingen!
Waarschuwingstekens, signaalwoorden
Waarschuwingsniveaus
GEVAAR!
Waarschuwt voor onmiddellijk levensgevaar.
WAARSCHUWING!
Waarschuwt voor mogelijk levensgevaar en/of zware verwondingen.
VOORZICHTIG!
Waarschuwt voor mogelijk lichamelijk letsel.
OPGELET
Waarschuwt voor materiële schade zonder de mogelijkheid van lichamelijk letsel.
Bijkomende symbolen Verwijst naar bijkomende belangrijke informatie.
Neem bij de montage de geldende ongevalpreventievoorschriften in acht.
Het betreden van de zonnepanelen is verboden.
ff Controleer of de Sunfix aero duo 2.0 uitsluitend wordt gebruikt voor het doel waarvoor de installatie is bestemd. Houdt u zich bij de montage aan de plaatselijk geldende normen, bouwvoorschriften en ongevalpreventievoorschriften. De veiligheidsaanwijzingen van andere installatieonderdelen moeten worden gevolgd. ff Het niet naleven van de hieronder genoemde aanwijzingen kan een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. ff Bewaar de montagehandleiding goed!
4
A2 Veiligheidsaanwijzingen GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schok ff Zonnepanelen genereren stroom zodra er licht op valt. De spanning van één zonnepaneel is lager dan 50 VDC. Als er meerdere zonnepanelen in serie zijn geschakeld, dan is de totale spanning de som van de spanning van alle panelen en die is gevaarlijk. Als er meerdere zonnepanelen parallel worden geschakeld, dan geldt het bovenstaande voor de totale stroomsterkte. Dankzij de volledig geïsoleerde contactdozen bestaat weliswaar geen gevaar van aanraking, maar om brand, vonken of een gevaarlijke elektrische schok te vermijden moet op de volgende punten worden gelet: ff Monteer zonnepanelen en leidingen niet met natte stekkers en contactdozen! ff Voer alle werkzaamheden aan de leidingen zeer voorzichtig uit! ff In de omvormer kunnen ook in verbroken toestand hoge aanrakingsspanningen optreden! ff Wees bij alle werkzaamheden aan de omvormer en de leidingen altijd voorzichtig!
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische lichtbogen ff Zonnepanelen produceren bij lichtinval gelijkstroom. Wanneer een gesloten string (bijv. bij het losmaken van de gelijkstroomleiding van de omvormer onder belasting) wordt verbroken, kan er een gevaarlijke elektrische lichtboog ontstaan. Houd rekening met de volgende aanwijzingen: ff Verbreek nooit de verbinding tussen de zonnecellengenerator en de omvormer zolang deze op het net is aangesloten. ff Controleer of de kabelverbindingen volledig in orde zijn (geen spleten, geen vuil)!
WAARSCHUWING!
Valgevaar ff Bij werkzaamheden op het dak of bij het betreden of verlaten van het dak bestaat valgevaar. Houdt u zich altijd aan de ongevalpreventievoorschriften en gebruik geschikte valbeveiligingen.
WAARSCHUWING!
Brandgevaarlijke stoffen ff Zonnepanelen mogen niet in de buurt van apparaten of ruimtes worden gebruikt waar ontvlambare gassen of stoffen kunnen vrijkomen of waar deze zich kunnen verzamelen.
VOORZICHTIG!
Handblessures mogelijk ff Bij de montage van het frame en de zonnepanelen kunnen handen gekneusd raken. ff De werkzaamheden mogen dan ook alleen door geschoold personeel worden uitgevoerd. ff Gebruik veiligheidshandschoenen!
VOORZICHTIG!
Vallende voorwerpen ff Bij het monteren van het systeem op het dak kunnen gereedschap, montagemateriaal of zonnepanelen van het dak vallen en personen verwonden. ff Zet de gevarenzone op de grond voor het begin van de montagewerkzaamheden af en waarschuw personen die zich in de buurt bevinden.
5
A3
Aanwijzingen voor de installatieplanning
ff Controleer of de onderconstructie met betrekking tot de draagkracht (afmetingen, onderhoudstoestand, juiste materiaalkengetallen), draagstructuur en overige daarmee in verbinding staande lagen (bijv. isolatielaag) geschikt is. ff Zorg ervoor dat het neerslagwater ongehinderd kan wegstromen. ff Houdt u rekening met de bouwfysische aspecten. ff Controleer de vlakheid van de dakconstructie en corrigeer deze eventueel op vakkundige wijze.
VOORZICHTIG!
ff De door de wind gegenereerde horizontale kracht op de zonnepaneelinstallatie wordt door de antislipmatten via statische wrijving overgedragen op de dakconstructie. Voor een juiste configuratie van de installatie moet de statische-wrijvingswaarde tussen het frame, de antislipmat en het dak worden berekend.
6
ff Vraag bij twijfel advies aan een deskundige (bijv. staticus). ff Bescherm kabels die u buiten legt door geschikte maatregelen te nemen (bijv. door het leggen in UV-bestendige kunststofbuizen of metalen kabelkanalen) tegen weersinvloeden, UV-licht en mechanische beschadiging.
OPGELET!
ff Neem bij het opstellen van het frame vlucht-, reddingswegen en routes voor het onderhoud in acht en houd deze vrij.
A4 Montageaanwijzingen ff Neem bij de montage de geldende ongevalpreventievoorschriften in acht. ff Houd u aan de technische regels die voor montage op daken gelden. ff Houd u bij de installatie en inbedrijfstelling aan de geldende bepalingen en normen. ff Zorg dat personen die zich op het dak van een gebouw bevinden dat 3 meter of hoger is, beveiligd zijn met een veiligheidsuitrusting tegen vallen. ff Bescherm personen op de grond tegen naar beneden vallende delen door het plaatsen van beschutting. ff Houdt u zich ook aan de veiligheidsaanwijzingen van alle andere installatiecomponenten (bijv. omvormers en zonnepanelen).
Benodigd gereedschap 1
Accuboormachine (15 Nm)
2
Inbus (6 mm)
ff Laat een elektromonteur de installatie aansluiten op het openbare elektriciteitsnet. Houdt u zich aan de meegeleverde montagehandleidingen van de zonnepanelen en de omvormer, en aan het montage- en bedradingsschema. ff Zorg dat alle schroefverbindingen goed vastzitten. ff Voer de zaagwerkzaamheden (bodemprofielen) niet op het dak uit. De metaalspanen kunnen het dak beschadigen.
Aanvullend benodigde materialen 1
Verzwaringselementen (bijv. betonplaten)
7
B
Systeembeschrijving B1
Eigenlijk en oneigenlijk gebruik
Eigenlijk gebruik Het montagesysteem Sunfix aero duo 2.0 dient voor de installatie van zonnepanelen op platte daken met een gebruikelijke constructie en hoogte. Tot het eigenlijke gebruik behoort het in acht nemen van de montagehandleiding en de naleving van de vermelde onderhouds- en reinigingsaanwijzingen. Voor schade die voortvloeit uit het niet naleven van de montagehandleiding, kan de producent niet aansprakelijk worden gesteld.
B2
ff De aanwijzingen in deze montagehandleiding werden niet nageleefd. ff Het montagesysteem werd: • op een oneigenlijke manier voor de bevestiging van zonnepanelen gebruikt, • niet in overeenkomst met de randvoorwaarden van deze montagehandleiding gemonteerd (bijv. voor de bevestiging aan gevels), • verkeerd gemonteerd, • verkeerd of niet onderhouden, • omgebouwd, • aan te grote belastingen blootgesteld. ff Reparaties werden ondeskundig uitgevoerd. ff De installatie werd met componenten van andere fabrikanten gecombineerd.
Technisch overzicht
Het montagesysteem Sunfix aero duo 2.0 is een flexibel inzetbare draagstructuur voor installatie van zonnepanelen op platte daken. Het systeem wordt individueel als compleet bouwpakket voorbereid. Uitgangspunt voor de individuele planning is de aanwezige dakconstructie en de statische eisen (belasting door sneeuw en wind, enz.) op de plaats van instal-
8
Oneigenlijk gebruik Deze opsomming bevat niet alle denkbare vormen van oneigenlijk gebruik en maakt bijgevolg geen aanspraak op volledigheid. De genoemde aanwijzingen zijn slechts bedoeld als voorbeeld om een idee te krijgen van wat oneigenlijk gebruik betekent.
latie. U krijgt bij elk systeem een bijpassende frameplanning en een DC-bedradingsschema. Hierop staan de indeling van de Sunfix aero duo 2.0 elementen en de aansluiting van de zonnepanelen op de omvormers, allemaal aangepast aan uw dakconstructie en de verdeling van de zonnepanelen.
Eigenschappen montagesysteem Sunfix aero duo 2.0 ff Toegestane gebouwhoogte
H ≤ 25 m
ff Toegestane dakhelling
≤ 5° (plat dak)
ff Frame geschikt voor helling van zonnepanelen
10°
ff Minimale afmetingen installatie
2 x 4 zonnepanelen
ff Standaard statische-wrijvingswaarde:
µ ≥ 0,70 [-]
Lagere waarden zijn mogelijk na overleg met SolarWorld AG. Daarvoor kunnen meer verzwaringen noodzakelijk zijn! ff De vereiste verzwaring wordt bepaald op basis van de installatieplanning. Ze is afhankelijk van de grootte van de installatie, de windbelasting (locatie, gebouwhoogte), de statische-wrijvingswaarde tussen installatie en dak en de eventuele aanwezigheid van attieken. AANWIJZING Het systeem wordt niet aan de dakconstructie bevestigd. De stabiliteit op het dak is uitsluitend gewaarborgd door het eigen gewicht en de verzwaring. Deze waarden worden bepaald op basis van de actuele windbelastingsnormen.
+
+ 10 m
=
Desondanks moet de positie van de zonnepaneelinstallatie na extreme windomstandigheden worden gecontroleerd aangezien een verschuiving van enkele centimeters nooit volledig kan worden uitgesloten.
= 1,5 kN/m²
= 0,5 kN/m² = 0,75 kN/m² = 1,0 kN/m² = 1,25 kN/m²
6x
9,6 kg/ m²
14,18 kg/ m²
18,86 kg/ m²
23,49 kg/ m²
10,86 kg/ m²
14,54 kg/ m²
18,98 kg/ m²
23,43 kg/ m²
10,84 kg/ m²
12,79 kg/ m²
15,45 kg/ m²
18,21 kg/ m²
36x
144x
Afb. B 2-1
=
+
+
=
+
+
+ 37% 9
B3 Systeemopbouw
D B
C
A
Afb. B 3-1 systeemopbouw
A
B 4
5 Afb. B 3-1 Detail 1
10
Afb. B 3-1 Detail 2
Onderdelenlijst Sunfix aero duo 2.0
1
1
Zonnepaneel
2
Sluitklem zonnepaneel
3
Middenklem zonnepaneel
4
Frontsteun 10° met beschermmat
5
Verbindingssteun klein met beschermmat
6
Verbindingssteun groot met beschermmat
D
C
3
2
6 Afb. B 3-1 Detail 3
Afb. B 3-1 Detail 4
11
Variant zware last 3
E
5
F 6
4
Afb. B 3-1 Variant zware last
E
F
2
2
8
Afb. B 3-1 Detail 1 Variant zware last
12
7
Afb. B 3-1 Detail 2 Variant zware last
Onderdelenlijst Sunfix aero duo 2.0
1
1
Zonnepaneel
2
Sluitklem zonnepaneel
3
Middenklem zonnepaneel
4
Frontsteun 10° met beschermmat
5
Verbindingssteun klein met beschermmat
6
Verbindingssteun groot met beschermmat
7
Steun voor zware last 10° met beschermmat
8
Grote steun voor zware last met beschermmat
AANWIJZING Gebruik de zware uitvoering van 2,4 kPa drukbelasting
13
Afmetingen opbouw (voorbeeld)
Afb. B 3-2 Detail opbouw
Afb. B 3-3 zijaanzicht opbouw
14
C
Montagevoorbeeld Als voorbeeld wordt de montage van een zonnepaneelinstallatie met 2 x 4 zonnepanelen beschreven.
C1
Bepaling van de positie van de installatie
AANWIJZING Randafstanden: Bij de montage van installaties op platte daken moet eerst specifiek worden vastgesteld hoe krachtig de eventueel optredende belasting door windwerveling langs de randen van daken is. Zie voor nadere gegevens DIN 1055 resp. EN 1991 (Eurocode 1). Sunfix aero duo 2.0 installaties van SolarWorld voldoen uitsluitend aan deze eisen als de afstand tussen de zonnepaneelsystemen en de dakrand resp. attiek overal minimaal 0,6 m bedraagt. Het is niet toegestaan om zonnepaneelsystemen op kortere afstanden dan 0,6 m tot de dakrand te plaatsen. Het bedekken van de dakrandzone met een dakrandafstand tussen 0,6 m en 1,2 m met het systeem Sunfix aero duo 2.0 is mogelijk, maar vereist vanwege de hoge windbelasting meer ballast dan in het kernbereik (1,2 m afstand van de dakrand). De technische uitvoerbaarheid van de bedekking van de dakrandzone (0,6 m afstand van de dakrand) moet per geval gecontroleerd worden.
Beveiliging tegen verschuiven: Vanwege thermische uitzetting in de lengte van metalen componenten van het SolarWorld systeem Sunfix aero duo 2.0 kan de installatie in extreme gevallen in de richting van de dakgoot gaan bewegen. Dit is relevant voor daken met een hellingshoek van 3° en meer. In dit geval moet de installatie duurzaam worden beveiligd tegen verschuiven. Er zijn verschillende methoden beschikbaar. Zie daarvoor onderstaand overzicht: ff Bij symmetrische daken resp. daken met een nok in het midden kunnen beide installatiedelen (van hetzelfde gewicht) met een vertuiing over de nok aan elkaar worden bevestigd. ff Indien er andere bevestigingspunten beschikbaar zijn, moet er gecontroleerd worden of die eventueel ook gebruikt kunnen worden. ff Een bevestiging aan de attiek is in principe ook een alternatief. De opdrachtgever is ook in dit geval verantwoordelijk voor de controle en de uitvoering.
In principe zijn voor alle werkzaamheden die de opdrachtgever uitvoert om SolarWorld Sunfix aero duo 2.0 installaties op het dak extra te bevestigen, de geldende regels van de techniek en met name de regels met betrekking tot bouwkundig juiste afdichting bij penetratie van de dakbedekking van toepassing.
0,6 m
0,6 m
Afb. C 1-1
15
C2
Dakoppervlak uitmeten
1. Voor aanvang van de montage moet het dakoppervlak volgens de planningsdocumenten uitgemeten en het eerste plaatsingspunt vastgesteld worden. Daarbij is het raadzaam met de smetlijn de voorste basislijn te markeren en vervolgens de zijdelingse grenslijn in een rechte hoek uit te meten en overeenkomstig te markeren.
Afb. C 2-1
16
AANWIJZING Er dienen max. 192 zonnepanelen in een samenhangend zonnepanelenveld opgebouwd te worden. Daarbij mogen in een rij slechts max. 12 dwars liggende zonnepanelen met elkaar verbonden worden! Vervolgens moet in elke richting met een nieuw zonnepanelenveld begonnen worden!
C3
Steunen plaatsen
1. Na het vastleggen van het complete grondvlak van de installatie de afstand tot de frontsteunen markeren, deze positioneren en met een steen ter verzwaring belasten. Onder de steen moet ter bescherming van de dakbedekking rechts en links van het begindeel telkens een beschermmat geplaatst worden!
Aluminium Afb. C 3-1 - a Detail
Afb. C 3-1 -a
Auminium
Afb. C 3-1 - b Detail Afb. C 3-1 - b
2. De grote verbindingssteunen wegnemen en de tussenafstand ten opzichte van de frontsteunen uitmeten. De verbindingssteunen kunnen bij het
monteren van de zonnepanelen nog verschoven worden. Daarna op een afstand van 1,615 m de volgende verbindingsdelen plaatsen.
m 5m 161
98 3m m
Afb. C 3-2
Afb. C 3-3
17
C4
Aanbrengen van ballastplaat
A B
Afb. C 4-1
A
B
Onderlegplaatje
Slotbout M8x16
Inbusbout Inbusbout Onderlegplaatje Afb. C 4-1 Detail 1
18
Slotbout M8x20
Kleine ballastplaat Afb. C 4-1 Detail 2
C
D
Afb. C 4-2
C
D Onderlegplaatje
Inbusbout
Onderlegplaatje Afb. C 4-2 Detail 1
Inbusbout
Slotbout M8x16 Slotbout M8x20
Groot ballastplaat Afb. C 4-2 Detail 2
19
C5
Montage van zonnepanelen
Afb. C 5-1
ff Het zonnepaneel op de bevestigingssteun leggen en zo uitlijnen, dat tussen het oost- en westpaneel 115 mm afstand blijft. Deze afstand is al door mechanische aanslagen vastgelegd. De sluitklemmen en middenklemmen aanbrengen en met M8 schroeven fixeren. ff Op het tweede paneel worden voor het neerleggen de kabels met steekverbindingen vastgekoppeld en deze worden met kabelbinderclips aan het zonnepaneelframe bevestigd. Het is
Afb. C 5-2
20
AANWIJZING Geadviseerd gereedschap: Accuboormachine
raadzaam eerst een kant (oost of west) en dan de tegenoverliggende rij zonnepanelen neer te leggen. ff Vervolgens kunnen de sluitklemmen resp. middenklemmen van het vorige zonnepaneel vastgezet worden en kan een volgend zonnepaneel neergelegd worden. Aan het einde van de rij wordt weer een sluitklem aangebracht en na het uitlijnen van het laatste zonnepaneel wordt het vastgeschroefd.
Afb. C 5-3
Aandraaimoment MA = 15 Nm Aandrijving zonnepaneelklemmen: Inbus (6 mm)
C6
Montage van de tweede rij
1. Na het voltooien van de eerste rij ontstaat de afstand voor de volgende rij zonnepanelen automatisch en het montageproces herhaalt zich als vanaf afb. C 3-2. Bij de laatste achterste worden de
eindsteunen geplaatst en weer volgens planning verzwaard. Het aantal en de positionering van de ballaststenen kan afhankelijk van de windbelasting veranderen.
Afb. C 6-1
Afb. C 6-1 Detail 1
Afb. C 6-1 Detail 2
Afb. C 6-1 Detail 3
21
C7
Aansluiten van zonnepanelen
GEVAAR!
Levensgevaarlijke spanningen ff Het in serie schakelen van zonnepanelen kan leiden tot levensgevaarlijke spanningen! ff Sluit de omvormer nooit aan om deze te proberen. ff Het zonnepaneelsysteem mag uitsluitend door een daartoe bevoegde elektromonteur op het openbare elektriciteitsnet worden aangesloten en vrijgegeven.
1. Sluit de zonnepanelen met behulp van het elektrische schema aan. ff Houdt u zich altijd aan de gegevens op het elektrische schema (opdeling van de strings, eventuele wissels, groepskabels). Door onjuist aansluiten kunt u de omvormer en/of zonnepanelen onherstelbaar beschadigen. ff Om in het geval van een bliksemstroom de inductieve koppeling zo laag mogelijk te houden, moeten de heen- en retourleiding (+/-) van de string zo dicht mogelijk bij elkaar worden gelegd (lusvorming voorkomen). ff De buigradii van de kabels mogen in geen geval lager liggen dan de minimumwaarden (5 x kabeldiameter). ff Het wordt ten strengste afgeraden om bij temperaturen onder -5°C zonnepanelen te monteren en/ of kabels te leggen. ff Houd de stekkers en de contactdozen tijdens de montage droog. 2. Leg de groepskabels. 3. Bevestig daarbij de kabel met de UV-bestendige kabelbinders aan het draagprofiel. 4. Monteer en sluit vervolgens de volgende zonnepaneelrijen aan. Let daarbij op de juiste polariteit.
22
ff Voor de montage, het elektrisch aansluiten en het bedrijf van de omvormer moeten de instructies in de technische beschrijving die bij het apparaat is gevoegd, verplicht worden opgevolgd.
Controle 1. Controleer of de zonnegenerator met meerdere strings juist is aangesloten door de nullastspanningen van de afzonderlijke strings te meten. 2. Vergelijk de gemeten waarden met de aangegeven waarden. Afwijkende waarden duiden op een foute aansluiting.
OPGELET!
ff Houdt u zich bij het op maat maken van de MultiContact connectors aan de actueel geldende montagehandleiding. Gebruik bij het op maat maken van de groepskabels alleen de vrijgegeven gereedschappen. Houdt u zich strikt aan de beschreven procedures in de montagehandleiding aangezien bij het op maat maken anders niet de veiligheid en de naleving van de technische gegevens zijn gewaarborgd.
C8 Aarding/equipotentiaal De onderneming die de installatie uitvoert, is tevens verantwoordelijk voor een deskundige aarding. XX Geen externe bliksembeveiliging aanwezig Voor het zonnepaneelframe wordt een functionele aarding aanbevolen. Verbind alle elektrisch geleidende delen met elkaar met hiervoor geschikt materiaal en sluit deze met minimaal 6 mm² (koper) aan op de potentiaalvereffeningsrail (PAS).
XX Externe bliksembeveiliging aanwezig Het zonnepaneelframe moet worden opgenomen in het veiligheidsconcept tegen directe blikseminslag. Vraag eventueel advies aan een firma die deskundig is op het gebied van bliksembeveiliging.
23
D
Onderhoud en reiniging OPGELET!
ff Zonnepanelen niet betreden.
ff Gebruik bij herstelwerkzaamheden alleen originele reserveonderdelen! ff Het gebruik van afwijkende reserveonderdelen kan ernstige materiële schade en zware persoonlijke letsels veroorzaken!
ff Evt. vereiste reiniging van de zonnepanelen volgens Sunmodule gebruiksinformatie. ff Wanneer de panelen erg vuil zijn (verminderde prestatie), raden wij aan om ze zonder reinigingsmiddel met veel water (waterslang) en een zachte spons schoon te maken. Het is absoluut niet toegestaan om het vuil er droog af te krabben of af te wrijven omdat u hierdoor microkrassen kunt maken op het zonnepaneel, waardoor de prestatie ervan vermindert. ff Het zonnepanelenveld moet regelmatig worden gecontroleerd, zodat zeker is dat het in uitstekende toestand verkeert (visuele controle, controle van de aansluitingen).
24
Zonnepaneelsysteem onderhouden Elk jaar moeten de volgende aspecten van de installatie worden gecontroleerd: ff Zitten de bevestigingen goed vast en zijn ze vrij van corrosie? ff Zijn de kabelverbindingen goed aangesloten, schoon en vrij van corrosie? ff Zijn de kabels en het frontglas onbeschadigd?
E
Aansprakelijkheid ff De naleving van deze montagehandleiding en de voorwaarden en methoden van installatie, bedrijf, gebruik en onderhoud van het Sunfix aero montagesysteem kunnen niet worden gecontroleerd of bewaakt door SolarWorld AG. Daarom is SolarWorld AG niet aansprakelijk voor schade die is ontstaan door oneigenlijk gebruik, foutieve installatie, bedrijf, gebruik of onderhoud. Bovendien is SolarWorld niet aansprakelijk als SolarWorld, zijn vertegenwoordigers of ondersteunende personen geen grove nalatigheid of opzet kan worden verweten. De hiervoor genoemde beperkingen gelden niet voor schade wegens dood, lichamelijk letsel of beschadigde gezondheid alsmede in die gevallen waarin aansprakelijkheid wettelijk is verplicht, bijv. bij aansprakelijkheid voor de overname van een garantie, aansprakelijkheid volgens de Duitse productaansprakelijkheidswet of in gevallen van een schending door schuld van wezenlijke verplichtingen in de overeenkomst (kardinale plichten).
ff Ongeacht de hiervoor genoemde aansprakelijkheidsbeperkingen is SolarWorld niet aansprakelijk voor octrooirechtelijke schendingen of schendingen van andere rechten van derden die voortvloeien uit het gebruik van de zonnepanelen en het montagesysteem, voor zover SolarWorld hiervoor niet overeenkomstig de hiervoor genoemde regelingen aansprakelijk is. ff De tekst en de afbeeldingen in deze montagehandleiding stemmen overeen met de technische stand bij het ter perse gaan. Wijzigingen voorbehouden.
25
Notities
26
Notities
27
DE LOCATIES DE GROEP-SOLARWORLD
Productie / Onderzoek
Verkoop
1 SolarWorld Industries Sachsen / Freiberg, Duitsland
5 SolarWorld Hauptsitz / Bonn, Duitsland
SolarWorld Innovations / Freiberg, Duitsland
6 SolarWorld France / Grenoble, Frankrijk
2 SolarWorld Industries Thüringen / Arnstadt, Duitsland
7 SolarWorld UK / Salisbury, Engeland
3 SolarWorld Industries America / Hillsboro, VS
8 SolarWorld Italy / Verona, Italië
4 Quatar Solar Technologies / Ras Laffan, Qatar
9 SolarWorld Africa / Kaapstad, Zuid-Afrika 10 SolarWorld Asia Pacific / Singapur, Singapore 11 SolarWorld Japan / Yokohama, Japan
5
7 3
6
2 1 8
11 4
10
9
SolarWorld France S.A.S. ZI Bouchayer-Viallet 31, rue Gustave Eiffel 38000 Grenoble Frankrijk
SolarWorld Industries America 25300 NW Evergreen Rd. Hillsboro, OR, 97124 VS
SolarWorld Africa Pty. Ltd. 24th Floor 1 Thibault Square Kaapstad, 8001 Zuid-Afrika
SolarWorld AG Martin-Luther-King-Str. 24 53175 Bonn Duitsland Telefoon: +49 228 55920-0 Fax: +49 228 55920-99
[email protected] www.solarworld.com
SolarWorld Asia Pacific Pte. Ltd. 107 Amoy Street #03-01 & 04-01 Singapore 069927 Singapore
28.09.2015 NL | KA0215
SolarWorld AG Martin-Luther-King-Str. 24 53175 Bonn Duitsland