MONTAGEHANDLEIDING Eenhendelbediening Base Control
Wilhelm STOLL Maschinenfabrik GmbH Postfach 1181, Bahnhofstr. 21, Telefon: Fax: E-Mail: Web: 3 60 79 50
38266 Lengede 38268 Lengede
+49 (0) 53 44/20 0 +49 (0) 53 44/20 182
[email protected] www.stoll-germany.com M 00097 NL 14 RE01
Inhoud 1
Veiligheid ...................................................................................................................................... 3 1.1
Instructies om gevaren te vermijden tijdens de montage en installatie ................................ 3
1.2
Instructies om gevaren door foutieve installatie te vermijden ............................................... 3
1.3
Beoogd gebruik..................................................................................................................... 3
2
Over deze montagehandleiding .................................................................................................... 3
3
Installatieoverzicht ........................................................................................................................ 4
4
Montage van de bedieningshendel ............................................................................................... 5
5
6
4.1
Montage van de bowdenkabels aan de bedieningshendel ................................................... 5
4.2
Montage van de bedieningshendel ....................................................................................... 5
4.3
Aansluiten van de toets aan de bedieningshendel (optie) ................................................... 6
Montage van de proportionele klep .............................................................................................. 7 5.1
Montage van de bowdenkabels aan de proportionele klep .................................................. 7
5.2
Montage van de proportionele klep aan de tractor ............................................................... 8
5.3
Montage van de hydrofix (optie) ........................................................................................... 9
5.3.1
Standaarduitvoering ........................................................................................................ 9
5.3.2
Uitvoering met geïntegreerde elektrische interface ...................................................... 10
Aansluiten van de hydraulische leidingen................................................................................... 11 6.1
Plaatsing van de leidingen van de frontlader aan de verbindingen .................................... 12
6.2
Base Control ST voor tractoren met open centerof closed center hydraulisch systeem .............................................................................................................................. 13
6.2.1
Werkingsprincipe........................................................................................................... 13
6.2.2
Aansluiting van de hydraulische leidingen aan de tractor ............................................ 14
6.2.3
Verbindingen aan de proportionele kleppen Base Control ST ...................................... 15
6.3
2
Base Control LS voor tractoren met load sensing hydraulisch systeem ............................. 16
6.3.1
Werkingsprincipe........................................................................................................... 16
6.3.2
Aansluiting van de hydraulische leidingen aan de tractor ............................................. 17
6.3.3
Verbindingen aan de proportionele klep Base Control LS ............................................ 18
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
1
Veiligheid
1.1
Instructies om gevaren te vermijden tijdens de montage en installatie ● Beveilig de tractor tegen onbedoeld starten en wegrollen! Gevaar bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem! Onder hoge druk/bij een hoge snelheid kan er hydraulische olie vrijkomen en personen in de onmiddellijke omgeving ernstig verwonden! Hydraulische apparaten kunnen bij drukverlaging (bijvoorbeeld als er een leiding losraakt) onverwacht bewegen! ● Maak vóór werkzaamheden aan het hydraulisch systeem het systeem drukloos, en beveilig het tegen opnieuw inschakelen. Zie hiervoor de handleiding van de tractor. ● Bij onvermijdelijke werkzaamheden aan het hydraulische systeem onder druk (bijv. ontluchten): Bescherm uzelf tegen uittredende olie! Let erop dat er geen andere personen in gevaar komen! ● Bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem van het chassis (bijv. losmaken en draaien van leidingen van de stuurhydraulica): Ondersteun de assen van de tractor, om te voorkomen dat hij naar beneden schuift tijdens het werk.
1.2
Instructies om gevaren door foutieve installatie te vermijden Hydraulische leidingen die verkeerd zijn gelegd, kunnen de bediener en andere personen in gevaar brengen! ● Leg hydraulische leidingen vakkundig! Let op de instructies voor de montage van hydraulische leidingen! (Hoofdstuk 6) ● Let op de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden die van toepassing zijn op de plaats van montage en gebruik, en op de technische regels voor hydraulische leidingen.
1.3
Beoogd gebruik De eenhendelbediening „Base Control“ die in deze handleiding worden beschreven, mogen uitsluitend worden gebruikt voor de aanbouw aan tractoren voor landbouw of bosbouw, voor de werking van frontladers van Stoll. De maximaal toegestane druk in het hydraulische systeem bedraagt 205 bar. Bovendien geldt de informatie over het beoogd gebruik en de technische gegevens in de handleiding van de frontlader.
2
Over deze montagehandleiding Deze montagehandleiding beschrijft de verschillende uitvoeringen van de eenhendelbediening „Base Control“. Let ook op de montagehandleidingen van de hydraulische uitrustingen of montagesets voor frontladers, de afzonderlijke verbindingen en montageondersteuning van de tractor. De montagehandleiding richt zich tot werkplaatsen. Ervaring in het bijzonder met de installatie van hydraulische componenten is vereist. Meer informatie vindt u in de gebruikshandleiding van de frontlader.
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
3
3
Installatieoverzicht Het eenhendelbediening bestaat uit: 1
Bedieningshendel
2
Proportionele klep
3
Bowdenkabels
Voor de montage bevelen we de volgende procedure aan:
1
2
1. Montage van de bowdenkabels aan de bedieningshendel - zie 4.1 2. Verleggen van de bowdenkabels naar de montageplek van de proportionele klep - zie 4.1 3. Bedieningshendel bevestigen aan de voorziene houder - zie 4.2
3
4. Montage van de bowdenkabels aan de proportionele klep - zie 5.1 5. Montage van de proportionele klep aan de voorziene houder - zie 5.2 6. Montage van de hydrofix (optie) - zie 5.3 7. Aansluiten van de hydraulische leidingen - zie 6 8. Aansluiten van de toets aan de bedieningshendel (optie) - zie 4.3
4
M0HE
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
4
Montage van de bedieningshendel
4.1
Montage van de bowdenkabels aan de bedieningshendel
Bowdenkabel A tilt de draaiarm op en laat die zakken, bowdenkabel B stort en schept het werktuig. ● Schuif balg (1) op de hendel, zodat het opnamestuk (2) vrij komt ● Maak de bevestigingsschroef (3) van de lagerhals (4) los.
1 6 5
5
6
● Leid de bowdenkabels A en B door de behuizing.
2
4
Controleer of de lagerplekken en kogelkoppen voldoende zijn ingevet! ● Steek de kogelkop (5) van de bowdenkabel aan de lagerplekken (6) in het opnamestuk (2).
3
7
4
● Monteer opnieuw de bevestigingsschroef (3) met de lagertap (4). ● Bevestig de bowdenkabels in de behuizing met de inbusschroeven (7) in de sleuf.
8
● Zet de balg (1) er weer op ● Verleg de bowdenkabels (A, B) door een doorvoer in de bodem van de cabine van de houder van de bedieningshendel naar de klep.
4.2
B 3
Knik de bowdenkabels niet! De kleinste buigradius van de bowdenkabels moet minstens 200 mm zijn!
Montage van de bedieningshendel Gebruik bij bedieningshendels met een kunststof behuizing bussen (8). ● Bevestig de bedieningshendel met de beide schroeven M8x90 (9) met schijf (11), veiligheidsringen (12), moeren (13) en beschermkappen (14) aan de houder van de bedieningshendel (10).
A
De houders van de bedieningshendel verschillen per tractor. Plaats de sluitring altijd in het lange gat!
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
1
M03F
9 10
11
12
13
14
M0HD
5
4.3
Aansluiten van de toets aan de bedieningshendel (optie) Koppel voor alle werkzaamheden aan de elektronica de accu los. Bevestig de accu pas weer opnieuw na afsluiting van de elektrische installatie! Verleg de kabel aan de bedieningshendel niet te strak, zodat hij niet wordt beschadigd als de bedieningshendel beweegt! De bedieningshendel kan zijn uitgerust met 1, 2 of 3 tasters.
B
Kabelplaatsing 1 - taster -bedieningshendel:
A
Taster A – witte kabel (wh, 2) Voeding 12 V Plus (geschakeld via ontsteking– zwarte kabel (bk, 1)
C
Kabelplaatsing 2 - taster -bedieningshendel: Taster A – witte kabel (wh, 2) Taster B – rode kabel (rd, 3) Voeding 12 V Plus (geschakeld via ontsteking– zwarte kabel (bk, 1) Aanbevolen bezetting: A: 3e functie, Snelkiepen-/
+ a b c
bk wh gn rd
B: Nog een keer scheppen, return to level of 4e stuurkring Kabelplaatsing 3 - taster -bedieningshendel: Taster A – witte kabel (wh, 2)
A
Taster B – groene kabel (gn, 4)
B
A
B
A
Taster C – rode kabel (rd, 3)
C
Voeding 12 V Plus (geschakeld via ontsteking– zwarte kabel (bk, 1) Aanbevolen bezetting: A: 3e functie, Snelkiepen-/ B: Nog een keer scheppen of return to level
wh 2
bk 1
wh 2
bk 1
rd 3
wh 2
bk 1
rd 3
gn 4
a
+
a
+
b
a
+
c
b M08P
C: 4. functie Handleidingen voor de elektrische aansluiting van de frontlader vindt u bij de elektrische installaties of in de montagehandleiding van de montageset.
6
Indien nodig kunt u 2 extra microtesters (Stoll-ident-nr. 3478660) monteren in de bedieningshendel, bijvoorbeeld voor de lastschakeling.
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
5
Montage van de proportionele klep
5.1
Montage van de bowdenkabels aan de proportionele klep
Demonteer de houders (6) voor de bowdenkabels niet! ● Zet de bedieningshendel vast in de middelste positie. Elke bowdenkabel (A, B): ● Draai de stifttappen (7, 8) er iets uit. ● Schroef de adapter (4) op de bowdenkabel (1) en maak deze vast met de contramoer (3). ● Schroef de adapterhuls (5) erop. ● Schuif de bowdenkabel aan de klep (6) en maak hem vast met de stifttap (8).
1
2
3
4
5
6
7
8
9
B A
A
● Schroef de adapterhuls (5) tegen de behuizing (6) en maak hem vast met de stifttap (7). ● Maak de bowdenkabel vast met de contramoer (2). Hou hierbij de kabelbekleding vast zodat hij niet verdraait. ● Druk de stop (9) in. Na de montage van beide bowdenkabels en van de klep aan de houder: ● Controleer of de bediening van de bowdenkabels goed werkt, en het bedieningsapparaat volledig uitstuurt als de beide klepzuigers tegelijkertijd worden bediend. ● Stel de bowdenkabels indien nodig opnieuw bij.
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
A
B M0HF
7
5.2
Montage van de proportionele klep aan de tractor
5
4
7
6
2
1
3
10
15
9
14
8
13 12 11
M0HP
Schema linksboven:
Schema rechtsonder:
1
3 schroeven M8x20 met borgringen
2
3 Schroeven M8x30
8 2 Schroeven M8x30 met borgringen en schijven
3
1 Schroeve M8x25
4
Klephouder
5
Tussenplaat
6
Houder aan rechter montagestuk
7
4 Moeren M8
9 1 Schroefe M8x25 met borgring 10 1 Schroeve M8x25 11 Stopcontacthouder 12 Houder aan rechter montagestuk 13 Schroef M8x20 borgring 14 Klephouder 15 3 moeren M8 met borgringen en schijven
Bevestig de proportionele klep aan het rechter montagestuk. Er zijn verschillende montageposities mogelijk met het meegeleverde materiaal. In de afbeelding staan 2 voorbeelden.
Let op de lengte van de schroeven! De bevestigingsboringen aan de kleppen zijn slechts 12 mm diep! Gebruik bij te lange schroeven sluitringen en borgringen! Bij een frontlader met een 7-polige stekker/stopcontact: Bevestig de stopcontacthouder (11) samen met de klep.
8
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
5.3
Montage van de hydrofix (optie)
Benodigd gereedschap Binnenzeskantsleutel SW6
1
Schroevendraaier
5.3.1
Standaarduitvoering
2
● Draai de 5 schroeven (3) aan de klep los ● Schuif de afdichting (5) op de klep (4), tot ca. 5 mm voor de plaatkant. ● Schuif het onderste gedeelte van de hydrofix (2) op de klep, niet helemaal tot onderaan.
3
● Til de klep (7) voorzichtig op met de schroevendraaier (6) en schuif de afdichting (5) helemaal in, zodat de klep (7) op de twee steunpunten (8) ligt. (onderste afbeelding)
4
● Schuif het onderste gedeelte van de hydrofix (2) er helemaal op.
5
● Bevestig het onderste gedeelte van de hydrofix (2) met de 5 schroeven (1): – Draai eerst de middelste schroef aan. Draai de schroeven gelijkmatig aan.
5 mm
6
8
7 2 5
M0HG
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
9
5.3.2
Uitvoering met geïntegreerde elektrische interface
1
● Draai de 5 schroeven (4) aan de klep (5) los.
6 5 mm
● Schuif de afdichting (6) op de klep (5), tot ca. 5 mm voor de plaatkant.
5
● Plaats de connector (3) in de afdichting (6), verleg de kabel (7) naar de zijkant.
2
Let erop dat u de kabel niet knelt!
3
● Schuif het onderste deel van de hydrofix (2) op de klep, niet helemaal tot onderaan.
4
● Zet de connector (3) ietwat scheef, zodat hij in de leidingen en steunpunten (zie de pijlen in de onderste afbeelding) glijdt als de afdichting en het bovenste deel van de hydrofix samen worden gebracht.
5 6
● Schuif de afdichting (6) er helemaal in, druk het onderste deel van de hydrofix (2) tegelijkertijd voorzichtig naar beneden. ● Bevestig het onderste gedeelte van de hydrofix (2) met de 5 schroeven (1): – Draai eerst de middelste schroef aan. Draai de schroeven gelijkmatig aan.
3
6
7
5
2 3
6
M0HQ
10
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
6
Aansluiten van de hydraulische leidingen Let bij de hydraulische installatie op de volgende aanwijzingen: ● Maak vóór werkzaamheden aan het hydraulisch systeem het systeem drukloos, en beveilig het tegen opnieuw inschakelen. Zie hiervoor de handleiding van de tractor. ● Zet opvangbakken klaar om restolie op te vangen die eruit loopt. ● Gebruik alleen de meegeleverde slangleidingen en schroefverbindingen. Deze zijn voorzien op de belasting. ● Vermijd torsie. Hydraulische slangen mogen niet verdraaid worden verlegd. ● Sluit de hydraulische leidingen „A RKA90“ resp. „N RKN90“ eerst met het 90°-uiteinde aan, haal dan zo goed mogelijk alle torsie (verdraaiingen) uit de slangleidingen. Sluit pas daarna het rechte uiteinde aan. ● Vermijd trek- en stootbelasting aan de slang. ● Verleg de slangen zo dat er geen knik- of schuurplekken ontstaan. Let er vooral op u dat de slang eerst recht uit de verbindingen wegleidt. Een buiging van de slang direct aan de verbinding kan ertoe leiden dat de slang afscheurt. ● Verleg hydraulische slangen zo dat in geval van een leidingbreuk geen personen in gevaar komen door hydraulische vloeistof die eruit spuit. Verleg de hydraulische slang daarom niet door de bestuurderscabine. ● Als de chauffeur niet wordt beschermd door de cabine of andere bouwelementen, moet er een minimumafstand van een meter worden aangehouden tussen het lichaam van de chauffeur en de hydraulische leidingen. Monteer de slang met spatbescherming als deze afstand niet kan worden aangehouden. Let ook op voor- of achterruiten die geopend kunnen worden! De veiligheid van de chauffeur moet ook bij een open ruit gegarandeerd zijn! ● Hydraulische slangen kunt u het beste onder de cabine verleggen en als het rechter achterwiel is gedemonteerd. Let hierbij op de route van de cabineveren. Let er in het bijzonder op dat de hydraulische leidingen niet tegen elektrische leidingen kunnen schuren, die door de cabinevering bewegen! ● De hydraulische leidingen zijn gedeeltelijk reeds gemonteerd. De schroefverbindingen zijn echter niet vastgedraaid, om onnodige torsie bij het verleggen te vermijden. Draai na het verleggen van de leidingen alle schroefverbindingen vast!
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
11
6.1
Plaatsing van de leidingen van de frontlader aan de verbindingen De afbeelding toont de slangleidingen aan de frontlader. De aanduidingen A1, B1, A2, B2 vindt u ook in de afbeeldingen in de volgende hoofdstukken.
Frontlader functie
Stollmerkkleur
Leiding (zie schema)
Zakken
groen
B1
Heffen
geel
A1
Scheppen
blauw
A2
Afkiepen
rood
B2
B1 A1
B2
A2
B1
A1
A2
B2
Belangrijk! Het ingeperste opschrift op de gietlichamen van de klep kan afwijken! De aansluitvolgorde van links naar rechts is altijd B1–A1–A2–B2!
M0HK
12
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
6.2
Base Control ST voor tractoren met open centerof closed center hydraulisch systeem
6.2.1
Werkingsprincipe
1
3 B1
P
A1 225 bar
B2 A2
T
T1 (Pb) 4
210 bar
2
210 bar
190 bar
5 M0HH
Open Center (OC) De afbeelding toont een open center hydraulisch systeem (OC) 1
Proportionele klep aan rechter montagestuk
2
Interface voor frontlader (vgl 5.2)
3
Beschikbare kleppen aan de tractor (bijvoorbeeld voor koppelplaatsen aan de achterkant) zijn beschikbaar voor andere toestellen.
4
Drukoverdracht naar verbruikers met lage prioriteit
5
Frontlader
Drie hydraulische leidingen (P, T1, T) verbinden de OC-proportionele klep met het hydraulisch systeem van de tractor: P
Drukleiding
T
Retourleiding (tank)
T1 Druk door sturen (Pb) Open Center, laatste verbruiker (OC-LU) Als de proportionele klep de laatste verbruiker in de ketting is (Open-Center Last User, OCLU), worden de aansluitingen T en T1 verbonden aan de klep. Alleen de leidingen P en T worden dan aangesloten. Closed-Center (CC) Bij een closed center hydraulisch systeem worden alle verbruikers parallel aan de leidingen P en T aangesloten. De aansluiting T1 (Pb) aan de klep wordt afgesloten. De drukbegrenzingsklep „190 bar“ wordt gesloten.
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
13
6.2.2
Aansluiting van de hydraulische leidingen aan de tractor Bij een open center hydraulisch systeem zijn alle „hydraulische verbruikers“ (5) van de tractor in de rij tussen pomp (6) en tank (7) aangesloten, zodat de hydraulische druk als een de klep van een verbruiker gesloten is, naar de volgende verbruiker wordt geleid. De proportionele klep (8) van de frontlader wordt in dit hydraulisch circuit opgenomen: Een hydraulische leiding (9) van de tractor wordt onderbroken, en de proportionele klep wordt met zijn aansluitingen P en T2 daartussen geschakeld. De proportionele klep moet na de drukbegrenzingsklep (10) van de tractor zijn geplaatst, zodat door de fontlader de pomp niet kan worden overbelast. Omdat deze drukbegrenzingsklep vaak in de klepsamenstelling van de eerste verbruiker van de tractor is geïntegreerd, moet de proportionele klep niet door de eerste verbruiker van de tractor worden opgenomen. Verder heeft de proportionele klep een tankaansluiting (T) nodig. Fundamentele procedure bij open center hydraulisch systeem (OC): ● Zoek een drukleiding (9) van de tractor, die kan worden onderbroken. ● Onderbreek deze drukleiding, meestal door de demontage van een hulpstuk, een slangleiding of een schroefverbinding. ● Sluit leiding P aan de toevoerkant aan (vanuit de richting van de pomp, 6). ● Sluit leiding T1 aan de kant van de doorleiding aan (in de richting van de tank, 7).
8
5 P 10
T1 9
6
T 7
● Sluit leiding T aan een vrije tankaansluiting of met een T-stuk aan een tankleiding aan.
5
M073
Fundamentele procedure bij closed center hydraulisch systeem (CC): ● Sluit leiding P aan een vrije drukaansluiting of met een T-stuk aan een drukleiding aan. ● Sluit leiding T aan een vrije tankaansluiting of met een T-stuk aan een tankleiding aan.
14
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
6.2.3
Verbindingen aan de proportionele kleppen Base Control ST
OC
Klep ST 1435590 OC ● Sluit 3 moffen met schroefdraad ¾“ (2) aan de klep (1) vast.
1
● Sluit leidingen P, T en T1 aan de moffen met schroefdraad aan.
2
T
● Schroef 3 moffen met schroefdraad ¾“ (2) aan de klep (1) vast.
P
T1
Klep ST 1435590 OC-LU
M0HL
OC-LU
● Schroef de afsluitstop (5) in het verbindingsstuk (4). ● Schroef 2 moffen met schroefdraad (3) in het verbindingsstuk (4).
1
● Schroef het verbindingsstuk met de moffen met schroefdraad aan de klep vast.
2
● Sluit leiding T met moffen met schroefdraad (6) aan het verbindingsstuk vast.
3
● Sluit leiding P aan de moffen met schroefdraad aan de klep vast.
4 5
Klep ST 1435590 OC
● Stoot de kunststof stop met het opschrift „190“ in de boring (4) onder aan de klep met een kleine schroevendraaier door, en laat deze doorbreken. ● Draai de schroef van de drukbegrenzingsklep in de boring (4) met een binnenzeskantsleutel (6 mm) tot de aanslag naar rechts. ● Schroef de afsluitstop (2) in de klep (1) aan aansluiting Pb. ● Schroef 2 moffen met schroefdraad ¾“ (3) aan de klep (1) vast. ● Sluit leidingen P en T aan de moffen met schroefdraad aan.
P
6
Bij een closed center hydraulisch systeem moet de drukbegrenzingsklep „190 bar“ worden gesloten:
T
M0HJ
CC
1 2
4
3 T
P M0HM
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
15
6.3
Base Control LS voor tractoren met load sensing hydraulisch systeem
6.3.1
Werkingsprincipe
4
225 bar
B1 A1
P
P1 (LS)
B2 A2
210 bar
LS
2
2
210 bar
T
3 5 1 M0HR
1
Proportionele klep aan rechter montagestuk
2
Interface voor frontlader (vgl. 5.2)
3
Extra wisselklep voor load sensing
4
Beschikbare kleppen aan de tractor (bijvoorbeeld voor koppelplaatsen aan de achterkant) zijn beschikbaar voor andere toestellen.
5
Frontlader
Drie hydraulische leidingen verbinden de proportionele klep met het hydraulisch systeem van de tractor: P
Drukleiding
T
Retourleiding (tank)
P1 Load-Sensing (LS)
16
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
6.3.2
Aansluiting van de hydraulische leidingen aan de tractor Bij een hydraulisch systeem met load sensing (LS) zijn alle „hydraulische verbruikers“ (10) van de tractor parallel met een drukleiding (6) aan de pomp (15) en een tankleiding (7) aan de hydraulische tank (14) aangesloten. Daarbij zijn alle verbruikers met een load sensing leiding (8) aan de pompbediening (16) aangesloten. De afzonderlijke load sensing leidingen zijn met wisselkleppen (9) aangesloten, zodat telkens de verbruiker met de hoogste last (load) de druk op de LS-leiding, en daarmee het pompvermogen bepaalt. De proportionele klep (12) van de frontlader wordt op dezelfde manier aangesloten: Plaats aan een LS-leiding van de tractor een extra wisselklep (11). Sluit de leiding P1 daaraan aan. Sluit de leidingen P en T aan de beschikbare druk- en tankleidingen aan. De drukleiding van de proportionele klep moet na de drukbegrenzingsklep (17) van de tractor zijn geplaatst, zodat door de fontlader de pomp niet kan worden overbelast. Fundamentele procedure:
6
7
8
9
11
10
● Sluit leiding P aan een vrije drukaansluiting of met een T-stuk (13) aan een drukleiding aan. ● Sluit leiding T aan een vrije tankaansluiting of met een T-stuk (13) aan een tankleiding aan.
P
LS
17
16
15
T
14
P1
13
12
● Onderbreek een LS-leiding van de tractor, meestal aan een verbinding. ● Bouw wisselklep (11) in.
De T-vormige wisselklep (11) moet in de juiste montagerichting worden geplaatst: De uiteinden van de „dwarsbalk“ van de T wijzen naar de verbruikers (10, 12). De „poot“ van de T wijst in de richting van de pompbediening (16).
12 10
11
10
P1
LS
LS
16
16 M08Y
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
17
6.3.3
Verbindingen aan de proportionele klep Base Control LS
Klep LS 1435600
LS
● Schroef 2 moffen met schroefdraad ¾“ (4) aan de klep (1) vast. ● Schroef de mof met schroefdraad ¼“ (3) aan de wisselklep (2) vast.
1
● Sluit leidingen P, T en P1 aan de moffen met schroefdraad aan.
4
T
P
2 3 P1 (LS) M0HN
18
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
Montagehandleiding M 00097 NL 14 RE01
19
M 00097 NL 14 RE01
3 60 79 50