MONTAGE VAN VLOERPROFIELEN, GLAS EN LEUNING
Systeem Dione, type SB-O 1 Voor een juiste en veilige montage dienen de onderstaande verwerkingsvoorschriften nauwkeurig te worden opgevolgd en de juiste materialen te worden toegepast. Inleiding De vloerprofielen van SB-Railing dienen als basis voor een glazen balustrade, meestal een vloerafscheiding langs een niveauverschil(≥ 1 mtr). SB-O 1 wordt óp de vloer bevestigd. Om de werkzaamheden op de bouw tot een minimum te beperken zijn in het vloerprofiel pakking, borgschroeven en de pakking aan de spie al voor gemonteerd. Klein materiaal als stelmoeren, ringen, koppelstiften en glasblokjes worden separaat met de spie meegeleverd. Optioneel zijn losse hoekstukken(45⁰), chemische ankers, afdek- en eindkappen en speciale gereedschappen. Regelgeving Al onze vloerprofielen voldoen aan de huidige wettelijke voorschriften, zowel nationaal als internationaal. Belastingen worden verdeeld in lijn-, punt-, stoot- en, indien van toepassing, windlasten. Lijnlasten van 0.3, 0.5, 0.8, 1 en 3 kN/m en puntlasten van 1kN. Op verzoek kunnen hiervan berekeningen en testen worden overlegd. De systemen worden onder CE geleverd. Inspectie op de bouw Allereerst moet op de bouwlocatie de situatie worden geïnspecteerd en ingemeten. Belangrijk te weten is de ondergrond waarop het vloerprofiel wordt gemonteerd. Een ruwe betonvloer met afwerkvloer? Een afgewerkte vloer? Een kanaalplaatvloer? Vloerverwarming? Staal of hout? Met de montage moet daarmee rekening worden gehouden. Risico’s Zowel de balustrade zelf als de montage ervan kunnen risico’s met zich mee brengen. Balustrade De balustrade is volledig berekend en voldoet aan alle nationale en internationale regelgeving en is bovendien getest door middel van slinger-, trek- en drukproeven. De glasplaten zijn gehard en gelamineerd. Mocht in uitzonderlijke gevallen één glasplaat stukgaan dan heeft de tweede glasplaat voldoende restdraagvermogen om de balustrade in tact te laten blijven. Glasscherven blijven aan de folie kleven waarmee risico’s tot het uiterste beperkt zijn. Montage De montage brengt meer risico’s met zich mee. Naast de gebruikelijke risico’s van het werken met gereedschappen en machines is ook de locatie vaak een risico. De balustrade wordt meestal op de rand van een niveauverschil gemonteerd waarbij valgevaar een potentieel gevaar is. Daarom heeft een steiger, o.i.d. naast de vloer de voorkeur. Ontbreekt deze dan moet aangelijnd worden gewerkt. Eventuele randbeveiliging niet zelf maar door de aannemer laten verwijderen. De beveiligingsvoorschriften moeten altijd in acht worden genomen. Om risico’s uit te sluiten moet de handleiding in acht worden genomen en de voorgeschreven materialen en bevestigingsmiddelen worden gebruikt.
1 Versie: 01, 22 januari 2015
Montage(algemeen) Meestal wordt een glasbalustrade in twee fasen gemonteerd. De vloerprofielen worden in de ruwbouwfase aangebracht. Vervolgens wordt de afdekvloer aangebracht. De vloerprofielen kunnen daarvoor als stopprofiel worden gebruikt. Let op dat bij het gieten of smeren van de afdekvloer het inwendige gedeelte van het profiel schoon blijft. In de afbouwfase worden de glasplaten vanaf de vloer aangebracht en vervolgens de leuningen op het glas gemonteerd. De randbeveiliging wordt in overleg met en door de aannemer verwijderd op die plaatsen waar wordt gemonteerd. Montage óp de vloer heeft het grote voordeel dat er op de vloer kan worden gewerkt zonder hoogwerkers of steigers. Zowel de profielen als het glas en de leuning kunnen vanaf de vloer worden aangebracht. Ruwe betonvloer(oneffen) 1 Hoogtemaat/peilmaat van de definitieve vloerhoogte vaststellen(door aannemer). Let op: de arceerlijn(het puntje aan de buitenzijde van het rechterbeen) geeft de hoogte van de afwerkvloer aan 2 Vloerprofiel op de juiste plaats leggen en gaten aftekenen voor het eerste en laatste anker 3 De gaten voor het eerste en laatste anker boren(boordiameter 12 mm) 4 Deze gaten gebruiken om de overige gaten af te tekenen 5 Profiel verwijderen en chemische ankers aanbrengen. ZIE ONDER FISCHER 6 Op de stelankers(het verste van de vloerrand verwijderd) stelmoeren draaien 7 Vervolgens het vloerprofiel aanbrengen 8 Om het basisanker(het dichtst bij de vloer) een ring aanbrengen en de moer los/vast aandraaien 9 Op het stelanker een moer draaien 10 Het profiel waterpas stellen met de moeren op het stelanker(waterpas tegen buitenzijde van het profiel houden) 11 Vervolgens de moer op het basisanker vastdraaien(aandraaimoment max. 20 Nm) 12 Daarna de overige moeren vastdraaien(aandraaimoment max. 20 Nm) 13 Het kartonnen U-profiel in de doos kan ter bescherming over het been worden geschoven 14 Een volgend profiel kan met behulp van meegeleverde koppelstiften gecentreerd worden. Dilatatie bij buitentoepassingen Let op, de profielen niet stijf tegen elkaar monteren maar een tussenruimte van ca. 2 mm. aanhouden. Bij warmtewisselingen zal aluminium 0.023 mm per meter per graad uitzetten. Een lengte van 4 mtr zou bij 40° C 0.023 x 4 x 40 = 3.68 mm uitzetten. Bij binnentoepassingen hoeft niet met uitzetting rekening te worden gehouden. Gestorte of renovatie betonvloer(zeer oneffen) 1 Hoogtemaat/peilmaat van de definitieve vloerhoogte vaststellen(door aannemer). Let op: de arceerlijn, het puntje aan de buitenzijde van het rechterbeen, geeft de hoogte van de afwerkvloer aan 2 Vloerprofiel op de juiste plaats leggen en de gaten aftekenen voor het eerste en laatste anker 3 De gaten voor het eerste en laatste anker boren(boordiameter 12 mm) 4 Deze gaten gebruiken om de overige gaten af te tekenen 5 Profiel verwijderen en chemische ankers aanbrengen. ZIE ONDER FISCHER 6 Om de basisankers(het dichtst bij de vloer) en de stelankers stelmoeren aanbrengen 7 De stelmoeren van de basisankers en de stelankers stellen(bijv. met laser) 8 Vervolgens het vloerprofiel aanbrengen 9 Om het basisanker(het dichtst bij de vloer) een ring aanbrengen en de moer los/vast aandraaien 2 Versie: 01, 22 januari 2015
10 Op het stelanker een moer draaien 11 Het profiel waterpas stellen met de moeren op het stelanker(waterpas tegen buitenzijde van het profiel houden) 12 Vervolgens de moer op het basisanker vastdraaien(aandraaimoment max. 20 Nm) 13 Tenslotte de overige moeren vastdraaien(aandraaimoment max. 20 Nm) 13 Ondersabelen(onderkouwen) met krimpvrije mortel. Een andere mogelijkheid is het vullen met injectiemortel. Hiervoor kunnen eventueel gaten in het de bodem van het profiel worden geboord(wordt meestal door de aannemer gedaan) 14 Het kartonnen U-profiel in de doos kan ter bescherming over het been worden geschoven 15 Een volgend profiel kan met behulp van meegeleverde koppelstiften gecentreerd worden Kanaalplaatvloer Let op: voor een kanaalplaatvloer zijn ankers en gatenpatroon afwijkend Kanaalplaatvloeren zijn prefab betonplaten(breedte ca. 1200 mm) met holle ruimtes. Ze kunnen zowel in de lengte als in de breedte worden gelegd. Op deze vloer komt meestal een afwerklaag van 50 á 70 mm. Het vloerprofiel van SB-Railing is geschikt voor kanaalplaatvloeren. Fischer heeft hiervoor een speciaal anker ontwikkeld(fischer kanaalplaatanker FH II 18/85-M12 NL), hiervoor kan in het profiel meteen een gat worden geboord. Zie de schetsen van Fischer. Deze verankering is alleen mogelijk bij de SB-O 1(lijnlast 1 kN/m). Werkwijze 1 Hoogtemaat/peilmaat van de definitieve vloerhoogte vaststellen(door aannemer). Let op: de arceerlijn, het puntje aan de buitenzijde van het rechterbeen, geeft de hoogte van de afwerkvloer aan 2 Vloerprofiel op de juiste plaats leggen en de gaten aftekenen voor het eerste en laatste anker van de basisankers(het dichtst bij de vloer). De stelankers worden niet gebruikt 4 Niet de bestaande gaten(Ø12mm) gebruiken maar op de boorgroef gaten boren Ø20 mm volgens de tekening. De gaten voor het eerste en laatste anker boren 5 Deze gaten gebruiken om de overige gaten(Ø 20 mm) af te tekenen en te boren 6 Profiel verwijderen en kanaalplaatankers aanbrengen. ZIE ONDER FISCHER 7 Vervolgens het vloerprofiel aanbrengen en de moer vastdraaien (aandraaimoment 65 Nm) 8 Let op: bij kanaalplaatvloeren moet de lip waar het stelanker door heen loopt ondersabeld worden met krimparme mortel. 9 Het kartonnen U-profiel in de doos kan ter bescherming over het been worden geschoven
3 Versie: 01, 22 januari 2015
Alternatief Als desondanks onvoldoende dekking voor de ankers beschikbaar is, is een alternatief om de kop van de kanaalplaten vol te (laten) storten. Wordt de SB-O 3 (lijnlast 3 kN/m) voorgeschreven dan zal zeker de kanaalplaat op de kopse kanten moeten worden opengehakt en volgestort Afgewerkte vloer Montage van het vloerprofiel op een afgewerkte vloer(zoals natuursteen, tegels of hout) komt weinig voor. De montage hierop is eenvoudig maar een punt van aandacht is het voorkómen van beschadigingen. Afhankelijk van de dikte van de afwerklaag zouden, om de constructieve vloer te bereiken, wellicht langere ankers moeten worden toegepast. Voor een vloerprofiel op een afgewerkte vloer is een afdekkap beschikbaar om de montageankers te camoufleren 1 Hoogtemaat/peilmaat van de definitieve vloerhoogte vaststellen 2 Vloerprofiel plaatsen en de gaten aftekenen voor het eerste en laatste anker 3 De gaten voor het eerste en laatste anker boren(boordiameter 12 mm) 4 Deze gaten gebruiken om de overige gaten af te tekenen 5 Profiel verwijderen en chemische ankers aanbrengen. ZIE ONDER FISCHER 6 Op de stelankers(het verste van de vloerrand verwijderd) stelmoeren draaien 7 Vervolgens het vloerprofiel aanbrengen 8 Het basisanker(dichtst bij de vloer) voorzien van een ring en de moer los/vast aandraaien 9 Op het stelanker een moer draaien 10 Het profiel waterpas stellen met de moeren op het stelanker(waterpas tegen buitenzijde van het profiel houden) 11 Vervolgens de moer op het basisanker vastdraaien(aandraaimoment max. 20 Nm) 12 Daarna de overige moeren vastdraaien(aandraaimoment max. 20 Nm) 13 Een volgend profiel kan met behulp van meegeleverde koppelstiften gecentreerd worden 14 Aanbrengen van het afdekprofiel De verankering van de vloerprofielen van SB-Railing SB-Railing adviseert voor de bevestiging van haar vloerprofielen de bevestigingsmiddelen van Fischer. Net als het wegcontact met de banden van een auto zijn de profielen slechts met ankers verbonden aan de ondergrond. Hier moet altijd de beste kwaliteit worden nagestreefd. Chemische ankers Het Dione-systeem(de types SB-O 1 en 3) van SB-Railing wordt bij voorkeur met chemische (ook wel lijm) ankers gemonteerd. Een belangrijke eigenschap, en daarmee een groot voordeel, van chemische ankers ten opzichte van traditionele(expansie)ankers is, dat er nagenoeg geen spanning wordt opgebouwd rondom het anker. Daardoor kunnen lijmankers uitstekend worden toegepast op plaatsen waar ankers kort op elkaar of dicht langs randen worden geplaatst. Mechanische(spreid) ankers of voorheen keilbouten zijn niet alleen minder geschikt vanwege de spanning in de beton maar ze kunnen ook los gaan zitten bij langdurige trillingen van balustrades. Bovendien zijn de treksterktes van chemische ankers aanzienlijk hoger en hebben de fischer RSB ankers een korte uithardingtijd( 4 minuten bij 20⁰). Dione type SB-O 1 Anker: Fischer RG M 10x190(4 per meter) Lijm: injectiemortel Fischer RSB 10 mini(2 capsules per boorgat) Werkwijze Boren - Boor een gat van 12 mm in het beton 4 Versie: 01, 22 januari 2015
- Blaas het boorgat schoon m.b.v. de blaasbalg(ABG) & de borstel (BS Ø 12) - Plaats 2 stuks chemische capsules RSB 10 mini in het boorgat Aanbrengen ankers - Bevestig het speciale montagehulpstuk(RA-SDS) op de boormachine - Plaats het anker RGM 10x190 in het boorgat tot aan de dieptemarkering - Wacht gedurende de uithardingstijd alvorens het anker te belasten Uithardingstijden: Bij 20⁰-30⁰: 5 minuten. Bij 10⁰-20⁰: 20 minuten. Bij 5⁰‐10⁰: 30 minuten. Aanbrengen van glas en leuning Vanzelfsprekend is één montagegang voor de complete balustrade de meest ideale situatie. Om twee redenen is dat meestal niet mogelijk: - Het vloerprofiel wordt in de ruwbouw aangebracht omdat deze deels onder de afwerkvloer komt. - Bij grotere en complexere projecten kan het glas pas worden ingemeten nadat de profielen zijn gemonteerd. De levertijd van gehard gelaagd glas is ca. zes werkweken Aanbrengen glas Bij grotere partijen zal de glasleverancier het glas inclusief glasbok lossen. Deze bok blijft uiteraard eigendom van de leverancier en wordt opgehaald als deze “als leeg wordt gemeld”. Het glas wordt met glaszuigers(twee tegen de zijkant) met twee personen naar de locatie getild. Bij neerzetten nooit rechtstreeks op de grond maar bijv. op twee houten latjes. Nadat de bodem van het profiel is schoongemaakt worden er per glasplaat ALTIJD twee glasblokjes gebruikt. De glasplaat wordt hierop gezet. Vervolgens wordt de spie tussen glas en massieve been geplaatst en aangetikt(met de spiebeitel). En tenslotte worden de borgschroeven aangedraaid ((aandraaimoment 8.30 Nm). Afhankelijk van de situatie kan een afdekprofiel aangebracht worden. Aanbrengen leuning SB-Railing levert een scala aan leuningen. Een U-profiel, ronde(in meerdere diameters), vierkante(in meerdere diameters) en zelfs een ovale leuning. In RVS, aluminium en hout met verschillende oppervlaktebehandelingen. Om het assortiment te completeren hebben elk model en diameter haar eigen hulpstukken (zoals koppelstukken, eindstukken, hoekstukken, enz.) De leuningen worden aangebracht met behulp van rubbers. Om de montage daarvan te vereenvoudigen kunnen deze worden behandeld met een zeepoplossing. Het enige gereedschap is een zaag(machine) omdat in de meeste gevallen een lengte (standaard 6 mtr) op het werk te pas moet worden gemaakt. De componenten worden verlijmd. SB-Railing levert hiervoor een speciale lijm. Tenslotte SB-Railing heeft getracht zo volledig mogelijk te zijn. Mocht u desondanks iets missen of nog meer informatie wensen neem dan contact op met één van onze specialisten.
5 Versie: 01, 22 januari 2015
6 Versie: 01, 22 januari 2015