INBOUW- en MONTAGE VOORSCHRIFTEN TECHNISCHE GEGEVENS
BRONDOOL® SLOTEN Type 4200 en BESTURINGSMODULE 42-1
sloten 4200 serie
LRR RRR
elektrisch bedienbare deursloten, met dag- en nachtschoot, arbeidsstroomprincipe, categorie: extra zwaar, nachtschoot is zowel mechanisch als elektrisch bedienbaar [uitstootbaar en intrekbaar door spanningspuls] LRR RRR
= DIN links met nachtschootsignalering = DIN rechts met nachtschootsignalering
42-1
Besturingsmodule 42-1 voor de besturing van 1 slot type: 4200/4250/4260
Inhoudsopgave inbouw- en montagevoorschriften Pagina
Onderwerp
1 2-3 4 5 6 7 8-9 10 11 12 12 13
kopblad, benaming, inhoudsopgave informatieblad slot (brochure) type 4200 inbouwvoorschriften algemeen inbouw- en montagehandleiding sloten 4200 informatie over de bekabeling tekeningen tbv. de montagehandleiding installatie aanwijzingen besturingsmodule 42-1 functies besturingsmodule 42-1 storingstabel en technische gegevens besturingsmodule 42-1 verklaring functie Led’s besturingsmodule 42-1 controle tabel spoelen slot 4200 aansluitschema besturingsmodule 42-1
1 inbouw- en montagevoorschriften Brondool sloten 4200 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
Informatie brochure 4200 Type 4200 Elektrisch bedienbaar slot Arbeidsstroomprincipe Toegangsbewaking voor buitendeuren en extra beveiligde binnen deuren, met ontsnappingsmogelijkheid bij brand en andere calamiteiten; kan aangesloten worden op een brandmeld- of inbraakcentrale. Uitermate geschikt in combinatie met toegangscontrolesystemen (o.a. kaartlezers, codepanelen, handsfree- systemen, tijdklokken etc.). Toe te passen met Brondool deurbesturingskast (afk.DBK) Model 42-1
EIGENSCHAPPEN • Sluitsignalering op afstand d.m.v. een potentiaalvrij wisselcontact. (nachtschoot signalering gecombineerd met reedcontact) • Middels het reedcontact in de deur wordt een automatische vergrendeling van het slot gerealiseerd. • Op basis van het NEMEF slot 4319 (SKG***), voorzien van dagschoot, nachtschoot en dagschootvergrendelpal. • Met de sleutel is het slot altijd te ontgrendelen en te vergrendelen WERKING • Werkt op basis van arbeidsstroomprincipe. • Nachtschoot is met spanningspuls uitstootbaar en intrekbaar. • Vergrendeling van het slot komt tot stand door het uitdraaien van de nachtschoot. • Bij het vergrendelen van de nachtschoot (via sleutel of elektrisch) wordt de bediening van de dagschoot middels de deurkruk opgeheven. D.w.z. de dagschoot kan dan niet door deurkruk bediend worden (vrije slag deurkruk).Na ontgrendeling van de nachtschoot via sleutel of elektrisch) is de dagschoot weer bedienbaar met deurkruk. E.e.a. is ter voorkoming van het klemmen van de nachtschoot. • Bij het dichttrekken van de deur wordt de dagschootvergrendelpal door de deurpost in het slot geduwd en blokkeert hierdoor de dagschoot, wat het terugduwen van de dagschoot van buitenaf onmogelijk maakt. DEURBESTURINGSKAST (DBK) 42-1 Deurstandsignalering No/Nc. Nachtschootsignalering No/Nc. Ontgrendeltijd van het slot instelbaar 0-10 sec. Brandcontact Nc. Maakcontact voor aansturing. Reedcontact vertragingstijd 0-2 sec. Sluisfunctie mogelijk tussen twee besturingseenheden. Voedingsuitgang 12V DC 300 mA. Aansluiting op 230V AC. Optie bussturing. Programmeerbare speciale functies m.b.v. programmeerunit: - sleutel functie (d.w.z. wanneer met de sleutel de nachtschoot ontgrendeld wordt, dan blijft de nachtschoot gedurende die tijd ontgrendeld. - heat functie (d.w.z. dat de spoelen kortstondige spanningspulsen krijgt, zodat het slot op temperatuur blijft. Dit om condensvorming op de spoelen te voorkomen).
• • • • • • • • • • •
2 inbouw- en montagevoorschriften Brondool sloten 4200 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
3 inbouw- en montagevoorschriften Brondool sloten 4200 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
Inbouw- en montagevoorschriften algemeen Storingen welke voorkomen hadden kunnen worden door het correct uitvoeren van de Brondool inbouw- en montagevoorschriften, vallen niet onder de garantie. De deur en het kozijn moeten in goede staat verkeren en mogen niet klemmen. De deurdranger - indien aanwezig - moet goed functioneren, met voldoende sluitkracht. Om de goede werking van het slot te waarborgen dient grote zorg te worden besteed aan het aftekenen van de boorgaten en freesuitsparingen. Na het ruim uitfrezen van de slotkast, moet deze goed worden schoongemaakt, zodat geen houtsplinters of andere verontreinigingen in de slotkast achterblijven en er geen kans is dat er houtsplinters of andere verontreinigingen in het slot komen. De sparing achter de slotkast dient voldoende ruim te zijn om de aansluitkabel te kunnen opbergen. Het spoelhuis, welk zich achter of onder de slotkast bevindt, mag bij de montage niet geklemd worden. De uitsparingen tbv. het krukgat, de cilinder en de bevestigingsbouten van het beslag dienen voldoende ruim te zijn, zodat de onderdelen zonder klemmen kunnen worden gemonteerd. De diepte van de nachtschootuitsparing in de kozijnstijl moet zodanig zijn, dat bij het uitzetten van de deur de nachtschoot niet onder druk komt te staan. De uitsparing tbv. de nachtschoot in de kozijnstijl dient zodanig te zijn aangebracht, dat de nachtschoot geen weerstand ondervindt bij het ontgrendelen/vergrendelen. De sluitnaad tussen deur [voorplaat slot] en kozijn mag maximaal 4 mm zijn. Voorkom dat een slot in een buitendeur langdurig, zonder beslag en/of cilinder, aan regen of vocht wordt blootgesteld. Bij montage van sloten in metalen of kunststof deuren of kozijnen moet boven het slot een afscherming worden aangebracht om te voorkomen dat verontreinigingen in het slot kunnen vallen. Bij montage van sloten type: 4150, 4200, 4250 of 4260 in een stalen deur of kozijn, adviseren wij een extra stalen slotkast (Brondool type 4141) in de deur of het kozijn aan te brengen om mogelijke vervuiling van het slot te voorkomen. Knopcilinders mogen niet worden toegepast bij sloten type 605, 1290, 4050 en worden niet geadviseerd bij type 4150, 4200, 4250 en 4260, daar de kans groot is dat de meenemer in een foutieve stand kan komen te staan, waardoor de goede werking van het slot wordt belemmerd. Een slot uit de 610 serie kan met een knopcilinder worden uitgevoerd. Voorkom dat de voorplaat en de schoten van het slot geverfd worden. Voorkom dat de nachtschoot in de 'uitstand' staat bij een geopende deur. Er mag nooit door een slot worden geboord. Er mag nooit aan een schoot of vergrendelpal worden gevijld. Een slot mag alleen gesmeerd worden met teflon spray. Ingeval deurstandsignalering wordt gewenst, kan het reedcontact ± 5 cm onder de voorplaat van het slot geplaatst te worden [magneetzijde in het kozijn, contactzijde in de deur]. NB Bij alle Brondool sloten, behalve de 1290, moet erop gelet worden, dat tijdens de inbouw de krukstift volledig door beide tuimelaarschalen geplaatst wordt om schade te voorkomen aan de krukvrijloopconstructie.
4 inbouw- en montagevoorschriften Brondool sloten 4200 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
Inbouw- en montagehandleiding sloten 4200 1. Teken de boven- en onderzijde van de slotkast af op de sluitkant van de deur, en wel zodanig dat de krukhoogte ca. 105 cm wordt. Trek een verticale hartlijn tussen boven- en onderzijde van de plaats van de slotkast en boor hierop een rij gaten en steek het hout tussen de geboorde gaten weg of frees de opening voor de slotkast uit, zodat het slot moeiteloos in de uitsparing past [zie tekening 1 pag.6] . 2. Teken nu de omtrek van de voorplaat af en hak de uitsparing op de juiste diepte uit, zodat de voorplaat [of de siervoorplaat] vlak ligt met de deur. Boor 5 cm onder de voorplaat van het slot een gat in de deur φ 21 mm, 19 mm diep tbv. het magneetcontact voor de sluitsignalering [zie tekening 2 pag.6]. Boor vanuit deze uitsparing een gat φ 6 mm schuin omhoog naar de achterzijde van de slotkast ivm. de draadinvoer naar de aansluitconnector. Boor tevens tegenover het gat in de deur een zelfde gat in de kozijnstijl. 3. Houdt het slot op de juiste plaats tegen de deur en teken de boorgaten voor deurkruk en cilinder af. Let op, dat de gaten voor het beslag worden geboord overeenkomstig het type beslag en wel voordat er draad wordt ingevoerd/gemonteerd. Boormaten: - deurkruk, 18 mm alleen voor type 4200 - cilindergat, bovenzijde 18 mm, onderzijde 2 x 12 mm, tussenhout wegsteken - beslag 10 mm.
4. Monteer het slot in de deur, monteer daarna de cilinder in het slot en zet deze vast met de meegeleverde Brondool cilinderbout. Plaats nu het veiligheidsbeslag en schroef dat aan de binnenzijde vast. Let op dat de cilinder niet meer dan 3 mm buiten het beslag uitsteekt. Plaats na de cilinder de siervoorplaat indien van toepassing. 5. Voordat de sluitkom type VS 4219 en de sluitplaat kunnen worden gemonteerd, moet op het kozijn worden aangetekend waar de schoten in de sluitkom vallen, hierbij moet rekening worden gehouden met de eventuele montage van een tochtstrip. Leg de bijgeleverde sluitplaat op de juiste hoogte tegen het kozijn, zodat ook de aanslagzijde van de dagschoot [maat A tekening 5 pag.6] overeenkomt met de achterzijde van het kozijn. Teken de schroefgaten af. 6. Verwijder de sluitplaat en trek een lijn door de aangetekende schroefgaten. Teken de maten af volgens tekening 6 pag.6. Boor in het gebied B op de getrokken lijn een rij gaten φ 25 mm, diep 26 mm. Boor in de gebieden C een gat φ 25 mm, diep 10 mm. Gaten schoonsteken en sluitkom inpassen. 7. Leg de sluitplaat op de juiste plaats op de sluitkom en teken de omtrek van de sluitplaat af. Steek het afgetekende deel 1,5 mm diep uit. Monteer nu de sluitkom door 2 schroeven van voldoende lengte schuin naar achteren in het dikke gedeelte van het kozijn te draaien [zie tekening 5.1 pag.6]. Plaats nu de platte sluitplaat en schroef deze samen met de sluitkom vast. Gebruik schroeven van voldoende lengte. Hierna de oplooplip van de sluitplaat tbv. de dagschoot omzetten om het kozijn. Voordat u aan de afwerking begint, dient u ervoor te zorgen dat de deur goed aanligt en dat de schoten niet klemmen. 8. Bij het slot type 4200 moet erop worden gelet, dat in het kozijn of de sluitplaat geen uitsparing wordt gemaakt voor de dagschootvergrendelpal (de functie van de dagschootvergrendelpal is het vergrendelen van de dagschoot bij gesloten deur, de dagschootvergrendelpal moet tegen de sluitplaat drukken).
5 inbouw- en montagevoorschriften Brondool sloten 4200 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
Informatie bekabeling slot type 4200 Eisen voor aan te sluiten elektronica De unit(s) van waaruit de houdstroom voor het slot geleverd wordt en de verbreking van deze stroom in geval van brandalarm plaatsvindt, dient aan de beveiligde kant van de deur gemonteerd te worden. Bekabeling en voornoemde units zijn niet van buitenaf te bereiken. Aan de buitenzijde van de deur of het pand mag alleen een leeseenheid gemonteerd worden; de besturingseenheid daarvan dient dan te beschikken over een manipulatietijd van minimaal 200 uur (gelijk aan leessnelheid van de codes x het aantal code permutaties). Programmeerbare informatiedragers kunnen slechts met speciale apparatuur (gecertificeerde houders) worden geprogrammeerd. Bij draadloze transmissie HF of IR dient de uitgezonden code na gebruik ongeldig te worden (rolling code). De nieuwe code dient door een complex logaritme berekend te worden.
Aan de binnenzijde van de deur of het pand mag geen bewegings- of verplaatsingsmelder geplaatst worden. Eventuele drukknop, schakelaar, enz. moeten minimaal 1,5 meter uit de deur of gevel geplaatst worden en mogen niet van buitenaf zichtbaar zijn. Algemeen We onderscheiden een bedienings- en een signaleringsfunctie. Teneinde een goed overzicht te behouden en de kans op fouten te verkleinen, dienen voor de bedienings- en signaleringsfuncties aparte kabels te worden gelegd. Wij adviseren de kleur zwart voor de bedienkabel en de kleur oranje voor de signaalkabel. De kabeldiameter/aderdoorsnede is een functie van de kabellengte, voor een kabellengte tot 500 m is een aderdoorsnede van 0,8 mm² voldoende. Als bedienkabel adviseren wij kabel type JY(st)Ymb van het fabrikaat ELDRA toe te passen. De kabel voor het bedien/brandcontact, van de bedienpost naar de besturingseenheid dient, per bediencontact, twisted-pair te worden uitgevoerd. De collectieve folie afscherming moet bij het bedienpostpaneel worden geaard. De stroom per bediencontact is 10 mA. Het spanningsverlies over de aders per bediencontact mag maximaal 2 V zijn. Aansluiting magneetcontact Magneetcontact DMC21-MA (Maak-Aluminium) wordt aangesloten met 4-aderige kabel, van de 4 zwarte aders zijn 2 aders voor het NO-contact en 2 aders worden niet gebruikt (sabotagelus). Voorkomen van storingen De collectieve folie afscherming om de kabel geeft een goede demping voor signalen die van buitenaf op de kabel binnenkomen. Het is echter niet aan te bevelen om deze kabels over een lange afstand naast stroomvoerende kabels te leggen. Ons advies is om stuurkabels in het algemeen in een kabelgoot te leggen, welke voorzien is van een metalen scheidingsschot, welk de stuurkabel scheidt van andere kabels. Ook het kruisen van TL-armaturen, transformatoren voor halogeenverlichting e.d. dient vermeden te worden.
6 inbouw- en montagevoorschriften Brondool sloten 4200 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
7 inbouw- en montagevoorschriften Brondool sloten 4200 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
INSTALLATIE AANWIJZINGEN Besturingsmodule 42-1 Algemeen Montage en service werkzaamheden aan de besturingsmodule en de hierop aangesloten sloten mogen alleen uitgevoerd worden door hiervoor opgeleide personen. De aansluiting op het net mag pas worden gemaakt wanneer alle voor het systeem benodigde delen gemonteerd en aangesloten zijn! Het deksel op de behuizing moet tijdens bedrijf gemonteerd zijn. Montage besturingsmodule Bij het bepalen van de plaats waar de besturingsmodule gemonteerd wordt dient met de volgende factoren rekening te worden gehouden: -. De besturingsmodule dient op maximaal 1 meter afstand van een wandcontactdoos gemonteerd te worden. De wandcontactdoos moet in het zicht zitten van de besturingsmodule en ten alle tijde vanaf deze plek bereikbaar zijn. -. De besturingsmodule moet met vier schroeven aan een wand gemonteerd worden. De bevestigingsgaten die hiervoor gebruikt moeten worden zijn te vinden op de hoeken van de kast en bereikbaar wanneer het deksel verwijderd is. -. De besturingsmodule moet in verband met service op werkhoogte gemonteerd worden. -. De besturingsmodule moet in een droge ruimte geplaatst worden. De temperatuur in deze ruimte mag liggen tussen de 0 en 40 graden Celsius. -. De afstand tot de aan te sturen sloten moet zodanig zijn dat een stuurkabel gebruikt kan worden met een maximale lengte van 30 meter. Netaansluiting Voor de netaansluiting dient gebruik te worden gemaakt van het meegeleverde netsnoer met aangegoten stekker. Wanneer afgeweken wordt van het meegeleverde netsnoer moet bij de keuze van een ander netsnoer met de volgende gegevens rekening te worden gehouden: -. Lengte 1.5 tot 2.5 meter -. 3-aderig netsnoer met aangegoten stekker geschikt voor 230V toepassingen -. Aderdiameter 0.75-1.5 mm² -. Goedgekeurd volgens IEC127 of CENELEC H03VV-F De aansluiting op het net mag pas worden gemaakt wanneer alle andere voor het systeem benodigde delen gemonteerd en aangesloten zijn ! Slotaansluitingen De besturingsmodule 42-1 is alleen geschikt voor aansluiting van de Brondool sloten type 4200, 4250 of 4260. Aansluiting van andere typen sloten is niet toegestaan. Er zijn twee typen kabel die aangesloten kunnen worden, dit zijn de halogeenvrij/functiebehoudkabel (best. Nr. 9560531), en de halogeenvrij kabel (best. Nr. 9559856). De kabel dient via één van de hiervoor bestemde openingen naar binnen te worden gevoerd. Op pagina 13 wordt de aansluitvolgorde van de aders aangegeven. Bediening De besturingsmodule is ontworpen om bediend te worden door middel van een maakcontact dat in een bedienpaneel gemonteerd is. Dit maakcontact moet galvanisch gescheiden zijn van andere delen van de installatie. De doorslagvastheid van deze scheiding moet groter zijn dan 3.7 kV. Wanneer hiervan wordt afgeweken omdat bijvoorbeeld een centraal besturingssysteem wordt gebruikt, dan moeten de delen van dit systeem die de aansturing verzorgen voldoen aan de eisen voor klasse II apparatuur (dubbel geïsoleerd). De aansluitingen die gebruikt worden voor de bediening van de sloten zijn te vinden op pagina 11. De bedienings / signaleringskabel dient aan de volgende eisen te voldoen: -. Per bedienpunt moet een getwist aderpaar worden gebruik. -. Minimale aderdiameter 0.25 mm² (massieve kern is niet toegestaan)
8 inbouw- en montagevoorschriften Brondool sloten 4200 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
Brandcontact Op de besturing zijn twee aansluitpunten aanwezig waartussen een verbreek- of brandluscontact kan worden aangesloten. Het verbreekcontact dat gebruikt wordt moet galvanisch gescheiden zijn van overige delen van de installatie. De doorslagvastheid van deze scheiding moet groter zijn dan 3.7 kV. Het gebruik van de brandlus wordt mogelijk gemaakt door het verwijderen van de brandlusjumper. Wordt in dit geval tijdens bedrijf de brandlus verbroken dan zal de reactie hierop afhangen van de ingestelde brandmode. Met de switchcontacten 1 en 2 zijn de volgende brandmodes te selecteren: - Direct ontgrendelen bij brand - direct vergrendelen na brand. - Wachten op ontgrendelcommando bij brand - direct vergrendelen na brand. - Direct ontgrendelen bij brand - wachten op vergrendelen na brand. - Wachten op ontgrendelcommando bij brand - wachten op vergrendelen na brand. Zie pagina 11 voor de hiervoor te maken schakelaarinstellingen. Signalering Per bedienpunt zijn in de besturing twee potentiaalvrije relaisuitgangen beschikbaar voor signalering van de bedrijfstoestand van het slot. De relaisuitgangen zijn bedoeld om indicatie lampen in een bedienpaneel aan te sturen. Wanneer hiervan wordt afgeweken omdat bijvoorbeeld een centraal signaleringssysteem wordt gebruikt, dan moeten de delen van dit systeem die op de relaisuitgangen worden aangesloten voldoen aan de eisen voor klasse II apparatuur (dubbel geïsoleerd). De maximale belastbaarheid van de relaiscontacten bedraagt 1 Ampère bij 24Volt (AC/DC). Het is niet toegestaan spanningen te schakelen hoger dan 50 Volt of stromen te schakelen groter dan 1 Ampère. De functies van de relaisuitgangen zijn als volgt: -. Relais 1 (contacten CM1, NO1 en NC1) geeft de stand van de nachtschoot weer. -. Relais 2 (contacten CM2, NO2 en NC2) geeft de deurstand weer.
Spanningsuitgang '12 Volt extern' De 12 Volt spanningsuitgang is bedoeld als stroomvoorziening voor signaleringslampen, BronTec, BR40, BR31 of BR30. De maximaal af te nemen stroom bedraagt 300 mA. Tijdinstellingen Op de besturingsprint bevinden zich twee instelpotmeters voor instelling van diverse vertragingstijden. De tijden die ingesteld kunnen worden zijn de volgende: Vergrendelvertraging: Wanneer het slot ontgrendeld is, wordt gewacht op het openen van de deur. De maximale wachttijd is instelbaar van ca. 0 tot ca. 10 seconden. Is de deur na afloop van de wachttijd niet geopend dan zal het slot weer vergrendeld worden. Deurcontactvertraging: Wanneer een geopende deur wordt gesloten zal na afloop van de ingestelde vertragingstijd het slot vergrendeld worden. Deze wachttijd is nodig omdat het reedcontact een fractie eerder sluit dan het tijdstip waarop de juiste deurpositie voor vergrendelen bereikt is. Deze tijd is per deur instelbaar van 0 tot ca. 2 seconde.
inbouw- en montagevoorschriften Brondool sloten 4200 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
9
Functies Besturingsmodule 42-1 Ontgrendelen Indien de besturing het slot een commando geeft tot ontgrendelen [maakcontact], zal de nachtschoot van het slot worden ingetrokken. Vergrendelen Bij het sluiten van de deur wordt het reedcontact [maakcontact] in de deur en kozijnstijl gesloten en geeft de besturing het slot een commando tot vergrendelen. [vertraging reedcontact is instelbaar van 0 - 2 sec.] Sleutelbediening Wanneer de nachtschoot van het slot met de sleutel ontgrendeld wordt en de deur [reedcontact blijft gemaakt] wordt niet geopend, zal de nachtschoot van het slot na 5 sec. weer vergrendelen. Na het ontgrendelen van de nachtschoot met de sleutel en het openen van de deur, volgt na het sluiten van de deur een automatische vergrendeling van de nachtschoot. Sluisfunctie [max. 2 deuren] De besturingsmodule 42-1 heeft de mogelijkheid om een sluisfunctie te creëren, hetgeen inhoudt dat er geen 2 deuren tegelijk open kunnen staan. Brandalarm Bij de besturingseenheid zijn 4 verschillende brandmodes aanwezig, ervan uitgaande dat de brandlus verbroken wordt: -- de nachtschoot ontgrendelt automatisch bij brandalarm en vergrendelt automatisch bij brandalarm reset. -- de nachtschoot ontgrendelt automatisch bij brandalarm en dient na brandalarm reset met de sleutel vergrendeld te worden. -- de nachtschoot ontgrendelt pas na maakcontact pulsdrukker en dient na brandalarm reet met de sleutel vergrendeld te worden. -- de nachtschoot ontgrendelt pas na maakcontact pulsdrukker en vergrendelt automatisch na brandalarm reset.
Speciale functies Ontgrendelen [bij een klemmende uitstaande nachtschoot] De besturing geeft het slot bij een commando tot ontgrendelen 4 ontgrendelpulsen met een interval van 1 sec. en vervolgens elke 5 sec. een ontgrendelpuls totdat de nachtschoot in is of het maakcontact verbroken wordt. Vergrendelen [nachtschoot kan niet uitgestoten worden] De besturing geeft het slot bij een commando tot vergrendelen 4 vergrendelpulsen met een interval van 1 sec. daarna 6 vergrendelpulsen met een interval van 4 sec. en vervolgens vergrendelpulsen met een interval van 8 sec. totdat de nachtschoot is vergrendeld. Brandalarm [bij een klemmende uitstaande nachtschoot] De besturing geeft het slot zolang ontgrendelpulsen - met een interval van 2 sec. - totdat de nachtschoot teruggetrokken is. Sabotage Indien het reedcontact is gesloten en de nachtschoot uit staat in de sluitkom, zal de nachtschoot vergrendeld blijven wanneer het reedcontact wordt verbroken. [openstand indicatie zichtbaar] In bovenbeschreven situatie is het slot te ontgrendelen via de pulsdrukker of met sleutelbediening. Bij een ernstige beschadiging c.q. het doorknippen van de kabel tussen besturingsmodule en slot, zal de indicatie 'openstand signalering' geactiveerd worden. Indien men bij een open deurstand het slot met de sleutel wil vergrendelen, zal automatisch de nachtschoot worden ingetrokken, omdat het reedcontact niet gesloten is. Sleutelfunctie Wanneer de key-mode 1 aanstaat dan is het mogelijk de deur te openen met een sleutel en blijft deze ontgrendeld staan, hij kan nu niet elektronisch bediend worden, en zal niet automatisch vergrendeld worden. Wanneer de deur dichtgedaan wordt en op slot gedraaid wordt is het slot op afstand (elektronisch) weer te vergrendelen en ontgrendelen. inbouw- en montagevoorschriften Brondool sloten 4200 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
10
Storingstabel * signalering nachtschoot openstand mogelijke oorzaak: - kabelbreuk tussen besturingsmodule en slot - defect reedcontact - deur geforceerd met uitstaande nachtschoot - nachtschoot kan niet vergrendelen. elektrisch via schakelaar/drukker * nachtschoot ontgrendelt niet. [ontgrendelpulsen hoorbaar] mogelijke oorzaak: - de nachtschoot klemt in de sluitkom - slot mechanisch defect * nachtschoot ontgrendelt niet. [ontgrendelpulsen niet hoorbaar] mogelijke oorzaak: - er wordt geen maakcontact afgegeven [controleer schakelaar/drukker] - ontgrendelspoel defect [controleer glaszekering 220 V AC 125 mA] - besturing defect. elektrisch via reedcontact * nachtschoot vergrendelt niet. [vergrendelpulsen hoorbaar] mogelijke oorzaak: - de deur is niet goed gesloten [controleer deurdranger] - de nachtschoot klemt in de sluitkom - slot mechanisch defect * nachtschoot vergrendelt niet. [vergrendelpulsen niet hoorbaar] mogelijke oorzaak: - de deur is niet goed gesloten [controleer deurdranger] - reedcontact defect - vergrendelspoel defect [controleer glaszekering 220 V AC 125 mA] - besturing defect.
Technische gegevens Voedingsvoorziening - Voedingsspanning - Stroomverbruik rust/schakelen - Zekering
:
230 VAC / 50 Hz : 5/25 Watt 125 mAT IEC127
Slotaansluitingen - Max. aan te sluiten aderdiameter
:
1.5 mm² soepel
Bedieningen - Ontgrendelen - Brandontgrendeling
: :
d.m.v. potentiaalvrij maakcontact (contactstroom < 30 mA) d.m.v. potentiaalvrij verbreek contact (contactstroom < 30
mA) - Max. aan te sluiten aderdiameter
:
1.5 mm² soepel
Signaleringsuitgangen - Nachtschoot signalering - Deurstand signalering - 12V (max 350 Ma) - Max. aan te sluiten aderdiameter
: : : :
Potentiaalvrij wisselcontact (24V / 1Amp max.) Potentiaalvrij wisselcontact (24V / 1Amp max.) Spanningsuitgang 12V DC t.b.v. signalering of Brontec 1.5 mm² soepel
Behuizing - Buiten afmetingen - Materiaal
: :
200 x 160 x 60 mm staal
:
inbouw- en montagevoorschriften Brondool sloten 4200 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
11
Verklaring functie Led’s besturingsmodule 42-1 voor slot 4200 Onderstaande geldt indien besturingsmodule is ingeschakeld. LED 1
V extern
Groene LED brandt, indien 12V aanwezig is
LED 2
Bediening
Rode LED gaat branden, indien O en SW gemaakt worden
LED 3
Relais 1
Rode LED brandt, wanneer de nachtschoot ontgrendeld is
LED 4
Relais 2
Rode LED brandt, wanneer de deur open staat
LED 5
Puls
Groene LED gaat knipperen, wanneer het slot ontgrendel- of vergrendelpulsen krijgt
LED 6
Microswitch
Gele LED brandt, wanneer de nachtschoot vergrendeld is
LED 7
Deurcontact
Gele LED brandt, wanneer de deur gesloten (dicht) is
LED 8
Voeding
Rode LED brandt, wanneer de interne voeding aanwezig is.
Zekering
68 mAT
t.b.v. V extern 12V
Zekering
125 mAT
t.b.v. slotspanning
Controle Tabel Spoelen slot 4200 Controle met universeelmeter, ohmse weerstand Vergrendelspoel 4200/4250/4250OEG/4260 Gemeten op slot: circa 5,5 ohm Gemeten na 15 m kabel: circa 7,2 ohm
1 (-) 3(+)
Ontgrendelspoel 4200/4250/4250OEG/4260 Gemeten op slot: circa 7,9 ohm Gemeten na 15 m kabel: circa 9,5 ohm
2 (-) 3 (+)
G-spoel 4250OEG Gemeten op slot: circa 120 ohm
inbouw- en montagevoorschriften Brondool sloten 4200 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
12
inbouw- en montagevoorschriften Brondool sloten 4200 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
13
INBOUW - en MONTAGE VOORSCHRIFT TECHNISCHE GEGEVENS
BRONDOOL® SLOT TYPE 4150 en DEURBESTURINGSKAST (DBK) MODEL 41-4
Inhoudsopgave montagevoorschriften Pagina
Onderwerp
1 2-3 4 5 6 7 8 9 9 9 11
Kopblad, benaming, inhoudsopgave Informatieblad slot type 4150 Inbouwvoorschriften sloten algemeen Inbouw- en montagehandleiding sloten 4150 serie Informatie over de bekabeling Tekeningen tbv. de montagehandleiding Installatie aanwijzigingen DBK 41-4 Functies besturingsmodule Storingstabel slot en DBK 41-4 Technische gegevens DBK 41-4 Aansluitingen DBK 41-4
1 inbouw- en montagevoorschriften Brondool slot 4150 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
Type 4150 Brandvluchtslot op arbeidsstroomprincipe TOEPASSING
•
Toegangsbewaking en -controle voor binnen- en buitendeuren met ontsnappingsmogelijkheid bij brand en andere calamiteiten.
•
In het bijzonder geschikt voor het gebruik in strafinrichtingen.
•
Toe te passen met brondool deurbesturingskast (afk.DBK) model 41-4 voor max. 4 sloten.
EIGENSCHAPPEN
•
Aan te sluiten op een brandmeld- of inbraakcentrale (centraal en decentraal).
•
Inbraakwerend.
•
Nachtschootstandsignalering op afstand mogelijk d.m.v. een potentiaalvrij wisselcontact.
•
Sluitsignalering mogelijk door combinatie van nachtschootsignalering en een reedcontact.
•
Werkt op basis van arbeidsstroomprincipe.Nachtschoot wordt ontgrendeld met spanningspuls.
•
Op basis van het NEMEF slot 4319 (SKG***), voorzien van dag- en nachtschoot en dagschootvergrendelpal.
WERKING
• • • •
De nachtschootvergrendeling wordt opgeheven met spanningspuls via brandmeldinstallatie of door handbediening.(evt. paniekknop) Na automatische ontgrendeling van de nachtschoot en reset, dient men het slot met de sleutel te vergrendelen. Bij het vergrendelen van de nachtschoot (via sleutel) wordt de bediening van de dagschoot middels de kruk/draaiknop opgeheven. D.w.z. de dagschoot kan dan niet door kruk/draaiknopbediend worden (vrije slag kruk/draaiknop). Na ontgrendeling van de nachtschoot (sleutel bediening of elektrisch) is de dagschoot weer bedienbaar met kruk/draaiknop. E.e.a. is ter voorkoming van het klemmen van de nachtschoot. Bij het dichttrekken van de deur wordt de dagschootvergrendelpal door de deurpost in het slot geduwd en blokkeert hierdoor de dagschoot, wat het terugduwen van de dagschoot van buitenaf onmogelijk maakt.
DEURBESTURINGSKAST (DBK) 41-4
•
Maakcontact voor afzonderlijke aansturing.
•
Maakcontact voor totale aansturing.
•
Nachtschootsignalering No/Nc per slot.
•
Aansluiting op 230 V AC.
2 inbouw- en montagevoorschriften Brondool slot 4150 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
3 inbouw- en montagevoorschriften Brondool slot 4150 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
Inbouw- en montagevoorschriften algemeen Storingen welke voorkomen hadden kunnen worden door het correct uitvoeren van de Brondool inbouw- en montagevoorschriften, vallen niet onder de garantie. De deur en het kozijn moeten in goede staat verkeren en mogen niet klemmen. De deurdranger - indien aanwezig - moet goed functioneren, met voldoende sluitkracht. Om de goede werking van het slot te waarborgen dient grote zorg te worden besteed aan het aftekenen van de boorgaten en freesuitsparingen. Na het ruim uitfrezen van de slotkast, moet deze goed worden schoongemaakt, zodat geen houtsplinters of andere verontreinigingen in de slotkast achterblijven en er geen kans is dat er houtsplinters of andere verontreinigingen in het slot komen. De sparing achter de slotkast dient voldoende ruim te zijn om de aansluitkabel te kunnen opbergen. Het spoelhuis, welk zich achter of onder de slotkast bevindt, mag bij de montage niet geklemd worden. De uitsparingen tbv. het krukgat, de cilinder en de bevestigingsbouten van het beslag dienen voldoende ruim te zijn, zodat de onderdelen zonder klemmen kunnen worden gemonteerd. De diepte van de nachtschootuitsparing in de kozijnstijl moet zodanig zijn, dat bij het uitzetten van de deur de nachtschoot niet onder druk komt te staan. De uitsparing tbv. de nachtschoot in de kozijnstijl dient zodanig te zijn aangebracht, dat de nachtschoot geen weerstand ondervindt bij het ontgrendelen/vergrendelen. De sluitnaad tussen deur [voorplaat slot] en kozijn mag maximaal zijn: 4 mm De sluitnaad tussen deur [voorplaat slot] en kozijn mag minimaal dagschootconstructie)
zijn:
2 mm (ivm.
Voorkom dat een slot in een buitendeur langdurig, zonder beslag en/of cilinder, aan regen of vocht wordt blootgesteld. Bij montage van sloten in metalen of kunststof deuren of kozijnen moet boven het slot een afscherming worden aangebracht om te voorkomen dat verontreinigingen in het slot kunnen vallen. Bij montage in een stalen deur of kozijn, adviseren wij een extra stalen slotkast (Brondool type 4141) in de deur of het kozijn aan te brengen om mogelijke vervuiling van het slot te voorkomen. Knopcilinders mogen niet worden toegepast , daar de kans groot is dat de meenemer in een foutieve stand kan komen te staan, waardoor de goede werking van het slot wordt belemmerd. Voorkom dat de voorplaat en de schoten van het slot geverfd worden. Voorkom dat de nachtschoot in de 'uitstand' staat bij een geopende deur. Er mag nooit door een slot worden geboord. Er mag nooit aan een schoot of vergrendelpal worden gevijld. Een slot mag alleen gesmeerd worden met teflon spray. Ingeval deurstandsignalering wordt gewenst, kan het reedcontact ± 5 cm onder de voorplaat van het slot geplaatst te worden [magneetzijde in het kozijn, contactzijde in de deur]. NB Tijdens de inbouw moet erop gelet worden, dat de krukstift volledig door beide tuimelaarschalen geplaatst wordt om schade te voorkomen aan de krukvrijloopconstructie.
4 inbouw- en montagevoorschriften Brondool slot 4150 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
Inbouw- en montagehandleiding sloten 4150 serie 1. Teken de boven- en onderzijde van de slotkast af op de sluitkant van de deur, en wel zodanig dat de krukhoogte ca. 105 cm wordt. Trek een verticale hartlijn tussen boven- en onderzijde van de plaats van de slotkast en boor hierop een rij gaten en steek het hout tussen de geboorde gaten weg of frees de opening voor de slotkast uit, zodat het slot moeiteloos in de uitsparing past [zie tekening 1 pag. 6]. 2. Teken nu de omtrek van de voorplaat af en hak de uitsparing op de juiste diepte uit, zodat de voorplaat [of de siervoorplaat] vlak ligt met de deur. Boor 5 cm onder de voorplaat van het slot een gat in de deur φ 21 mm, diep 19 mm tbv. het magneetcontact voor de sluitsignalering [zie tekening 2 pag. 6]. Boor vanuit deze uitsparing een gat φ 6 mm schuin omhoog naar de achterzijde van de slotkast ivm. de draadinvoer naar de aansluitconnector. Boor tevens tegenover het gat in de deur een zelfde gat in de kozijnstijl. 3. Houdt het slot op de juiste plaats tegen de deur en teken de boorgaten voor deurkruk en cilinder af. Let op, dat de gaten voor het beslag worden geboord overeenkomstig het type beslag en wel voordat er draad wordt ingevoerd/gemonteerd. Boormaten: - deurkruk, 18 mm - cilindergat, bovenzijde 18 mm, onderzijde 2 x 12 mm tussenhout wegsteken - beslag, 10 mm.
4. Monteer het slot in de deur, monteer daarna de cilinder in het slot en zet deze vast met een cilinderbout (lengte max. 80mm). Plaats nu het veiligheidsbeslag en schroef dat aan de binnenzijde vast. Let op dat de cilinder niet meer dan 3 mm uitsteekt buiten het beslag. Plaats na de cilinder de siervoorplaat over de voorplaat van het slot. 5. Voordat de sluitkom type VS 4219 en de sluitplaat kunnen worden gemonteerd, moet op het kozijn worden aangetekend waar de schoten in de sluitkom vallen, hierbij moet rekening worden gehouden met de eventuele montage van een tochtstrip. Leg de bijgeleverde sluitplaat op de juiste hoogte tegen het kozijn, zodat ook de aanslagzijde van de dagschoot [maat A tekening 5 pag. 6] overeenkomt met de achterzijde van het kozijn. Teken de schroefgaten af. 6. Verwijder de sluitplaat en trek een lijn door de aangetekende schroefgaten. Teken de maten af volgens tekening 6 pag. 6. Boor in het gebied B op de getrokken lijn een rij gaten φ 25 mm, diep 26 mm. Boor in de gebieden C een gat φ 25 mm, die 10 mm. Gaten schoonsteken en sluitkom inpassen. 7.
Leg de sluitplaat op de juiste plaats op de sluitkom en teken de omtrek van de sluitplaat af. Steek het afgetekende deel 1,5 mm diep uit. Monteer nu de sluitkom door 2 schroeven van voldoende lengte schuin naar achteren in het dikke gedeelte van het kozijn te draaien [zie tekening 5.1 pag. 6]. Plaats nu de platte sluitplaat en schroef deze samen met de sluitkom vast. Gebruik schroeven van voldoende lengte. Hierna de oplooplip van de sluitplaat tbv. de dagschoot omzetten om het kozijn. Voordat u aan de afwerking begint, dient u ervoor te zorgen dat de deur goed aanligt en dat de schoten niet klemmen.
8. Er moet op gelet worden dat in het kozijn of de sluitplaat geen uitsparing wordt gemaakt voor de dagschootvergrendelpal (de functie van de dagschootvergrendelpal is het vergrendelen van de dagschoot bij gesloten deur, de dagschootvergrendelpal moet tegen de sluitplaat drukken).
5 inbouw- en montagevoorschriften Brondool slot 4150 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
Informatie bekabeling slot type 4150 Eisen voor aan te sluiten elektronica De unit(s) van waaruit de houdstroom voor het slot geleverd wordt en de verbreking van deze stroom in geval van brandalarm plaatsvindt, dient aan de beveiligde kant van de deur gemonteerd te worden. Bekabeling en voornoemde units zijn niet van buitenaf te bereiken. Aan de buitenzijde van de deur of het pand mag alleen een leeseenheid gemonteerd worden; de besturingseenheid daarvan dient dan te beschikken over een manipulatietijd van minimaal 200 uur (gelijk aan leessnelheid van de codes x het aantal code permutaties). Programmeerbare informatiedragers kunnen slechts met speciale apparatuur (gecertificeerde houders) worden geprogrammeerd. Bij draadloze transmissie HF of IR dient de uitgezonden code na gebruik ongeldig te worden (rolling code). De nieuwe code dient door een complex logaritme berekend te worden. Aan de binnenzijde van de deur of het pand mag geen bewegings- of verplaatsingsmelder geplaatst worden. Eventuele drukknop, schakelaar, enz. moeten minimaal 1,5 meter uit de deur of gevel geplaatst worden en mogen niet van buitenaf zichtbaar zijn.
Algemeen We onderscheiden een bedienings- en een signaleringsfunctie. Teneinde een goed overzicht te behouden en de kans op fouten te verkleinen, dienen voor de bedieningsen signaleringsfuncties aparte kabels te worden gelegd. Wij adviseren de kleur zwart voor de bedienkabel en de kleur oranje voor de signaalkabel. De kabeldiameter/aderdoorsnede is een functie van de kabellengte, voor een kabellengte tot 500 m is een aderdoorsnede van 0,8 mm² voldoende. Als bedienkabel adviseren wij kabel type JY(st)Ymb van het fabrikaat ELDRA toe te passen. De kabels voor het bedien/brandcontact, van de bedienpost naar de besturingsmodule dient, per bediencontact, twisted-pair te worden uitgevoerd. De collectieve folie afscherming moet bij het bedienpostpaneel worden geaard. De stroom per bediencontact is 10 mA. Het spanningsverlies over de aders per bediencontact mag maximaal 2 V zijn.
Voorkomen van storingen De collectieve folie afscherming om de kabel geeft een goede demping voor signalen die van buitenaf op de kabel binnenkomen. Het is echter niet aan te bevelen om deze kabels over een lange afstand naast stroomvoerende kabels te leggen. Ons advies is om stuurkabels in het algemeen in een kabelgoot te leggen, welke voorzien is van een metalen scheidingsschot, welk de stuurkabel scheidt van andere kabels. Ook het kruisen van Tl-armaturen, transformatoren voor halogeenverlichting e.d. dient vermeden te worden.
6 inbouw- en montagevoorschriften Brondool slot 4150 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
7 inbouw- en montagevoorschriften Brondool slot 4150 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
INSTALLATIE AANWIJZINGEN DBK MODEL 41-4 Algemeen Montage en service werkzaamheden aan de DBK en de hierop aangesloten sloten mogen alleen uitgevoerd worden door hiervoor opgeleide personen. De aansluiting op het net mag pas worden gemaakt wanneer alle voor het systeem benodigde delen gemonteerd en aangesloten zijn! Het deksel op de behuizing moet tijdens bedrijf gemonteerd zijn. Montage DBK Bij het bepalen van de plaats waar de DBK gemonteerd wordt dient met de volgende factoren rekening te worden gehouden: -. De DBK dient op maximaal 1 meter afstand van een wandcontactdoos gemonteerd te worden. De wandcontactdoos moet in het zicht zitten van de DBK en ten alle tijde vanaf deze plek bereikbaar zijn. -. De DBK moet met vier schroeven aan een wand gemonteerd worden. De bevestigingsgaten die hiervoor gebruikt moeten worden zijn te vinden op de hoeken van de kast en bereikbaar wanneer het deksel verwijderd is. -. De DBK moet in verband met service op werkhoogte gemonteerd worden. -. De DBK moet in een droge ruimte geplaatst worden. De temperatuur in deze ruimte mag liggen tussen de 0 en 40 graden Celsius. -. De afstand tot de aan te sturen sloten moet zodanig zijn dat een stuurkabel gebruikt kan worden met een maximale lengte van 30 meter. Netaansluiting Voor de netaansluiting dient gebruik te worden gemaakt van het meegeleverde netsnoer met aangegoten stekker. Wanneer afgeweken wordt van het meegeleverde netsnoer moet bij de keuze van een ander netsnoer met de volgende gegevens rekening worden gehouden: -. Lengte 1.5 tot 2.5 meter -. 3-aderig netsnoer met aangegoten stekker geschikt voor 230 V toepassingen -. Aderdiameter 0.75-1.5 mm² -. Goedgekeurd volgens IEC127 of CENELEC H03VV-F De aansluiting op het net mag pas worden gemaakt wanneer alle andere voor het systeem benodigde delen gemonteerd en aangesloten zijn! Slotaansluitingen De DBK 41-4 is alleen geschikt voor aansluiting van de Brondool sloten van het type 4150. Aansluiting van andere typen sloten is niet toegestaan. Er zijn twee typen kabel die aangesloten kunnen worden, dit zijn de halogeenvrij/functiebehoudkabel (best. Nr. 9560531), en de halogeenvrij kabel(best. Nr. 9559856). De kabel dient via één van de hiervoor bestemde openingen naar binnen te worden gevoerd. Maak voor het afmonteren van de blanke aderuiteinden gebruik van adereind hulsjes. Op pagina 10 is de aansluitvolgorde van de aders aangegeven.
8 inbouw- en montagevoorschriften Brondool slot 4150 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
Bediening (SW1-SW4) De DBK is ontworpen om bediend te worden door middel van een maakcontact dat in een bedienpaneel gemonteerd is. Dit maakcontact moet galvanisch gescheiden zijn van andere delen van de installatie. De doorslagvastheid van deze scheiding moet groter zijn dan 3.7 kV. Wanneer hiervan wordt afgeweken omdat bijvoorbeeld een centraal besturingssysteem wordt gebruikt, dan moeten de delen van dit systeem die de aansturing verzorgen voldoen aan de eisen voor klasse II apparatuur (dubbel geïsoleerd). De aansluitingen die gebruikt worden voor de bediening van de sloten zijn te vinden op pagina 10. De bedienkabel dient aan de volgende eisen te voldoen: -. Per bedienpunt moet een getwist aderpaar worden gebruik. -. Minimale aderdiameter 0.25 mm² (massieve kern wordt afgeraden) Bediening (ALL contact) Op de DBK zijn twee aansluitpunten aanwezig waartussen een maakcontact kan worden aangesloten. Door het bedienen van dit contact worden de sloten stapsgewijs ontgrendeld. Het bediencontact dat gebruikt wordt moet galvanisch gescheiden zijn van overige delen van de installatie. De doorslagvastheid van deze scheiding moet groter zijn dan 3.7 Kv. Wanneer hiervan wordt afgeweken omdat bijvoorbeeld een centraal besturingssysteem wordt gebruikt, dan moeten de delen van dit systeem die de aansturing verzorgen voldoen aan de eisen voor klasse II apparatuur (dubbel geïsoleerd). Nachtschoot signalering De in het 4150 slot ingebouwde microswitch ten behoeve van de nachtschootsignalering is bedoeld om een indicatielamp in een bedienpaneel aan te sturen. Wanneer hiervan wordt afgeweken omdat bijvoorbeeld een centraal signaleringssysteem wordt gebruikt, dan moeten de delen van dit systeem die op dit contact worden aangesloten voldoen aan de eisen voor klasse II apparatuur (dubbel geïsoleerd) Micro schakelaar tbv. nachtschoot signalering ( galvanisch gescheiden ) - maximale spanning : 24 VDC - minimale schakelstroom : 4 mA - maximale schakelstroom : 500 mA
FUNCTIES DBK MODEL 41-4 Ontgrendelen [tbv. ontgrendeling nachtschoot] Indien het maakcontact via de schakelaar gemaakt is [ter ontgrendeling van de nachtschoot] zal de magneetspoel bekrachtigd worden [aangetrokken] en zal de microswitch tbv. de spoelstandsignalering worden gesloten. Indien het maakcontact gemaakt is en de spoel niet in zijn eindstand is gekomen [aangetrokken] en de microswitch nog steeds geopend is, zal de elektronica commando's geven [pulsen] totdat de magneetspoel bekrachtigd is en de microswitch tbv. de spoelstandsignalering gesloten is. Algemeen De sloten aangesloten op de DBK kunnen ieder afzonderlijk maar ook tegelijk [MASTER KNOP] ontgrendeld worden. Ook kunnen alle maakcontacten tegelijk gemaakt worden, de processor zal dan slot voor slot opensturen. Reset [tbv.vergrendeling nachtschoot] Wanneer het maakcontact verbroken wordt, zal automatisch de magneetspoel gereset [uitgestoten] worden. Pas nadat de magneetspoel gereset is kan men met de sleutel het slot vergrendelen. Opmerking. Indien men het slot tijdens een brandalarm probeert te vergrendelen [magneetspoel is nog steeds bekrachtigd] zal automatisch de nachtschoot weer ingetrokken worden.
9 inbouw- en montagevoorschriften Brondool slot 4150 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
STORINGSTABEL elektrisch via schakelaar * nachtschoot ontgrendelt niet. [ontgrendelpulsen hoorbaar] mogelijke oorzaak: - de druk vanuit het kozijn direct op de nachtschoot is te groot [maak de uitsparing in het kozijn tbv. de nachtschoot dieper] - te lange cilinderbout * nachtschoot ontgrendelt niet. [ontgrendelpulsen niet hoorbaar] mogelijke oorzaak: - de nachtschoot klemt in de sluitkom [maak de uitsparing in het kozijn tbv. de nachtschoot ruimer] - er wordt geen maakcontact afgegeven [controleer schakelaar] - spoel defect [controleer glaszekering 220 V AC en 24 V DC zijde] - kabelbreuk - besturing defect mechanisch met sleutel * nachtschoot vergrendelt niet. mogelijke oorzaak: - maakcontact van de schakelaar is nog steeds gemaakt [verbreek het maakcontact] - nachtschoot uitsparing in het kozijn is te klein [maak uitsparing in kozijn tbv. nachtschoot groter] - cilinder defect [vervang cilinder] - besturing defect
TECHNISCHE GEGEVENS Voedingsvoorziening Voedingsspanning Vermogens opname in rust Vermogens opname maximaal Zekering
: : : :
230 VAC / 50 Hz 3 Watt 30 Watt gedurende 250 ms, ontgrendelpuls 125 mAT IEC127
Slotaansluitingen Typen sloten Max. aan te sluiten aderdiameter Max. kabellengte
: : :
4150RR 1.5 mm² soepel 20 m
Bedieningen Ontgrendelen All-ontgrendeling
: :
d.m.v. potentiaalvrij maakcontact (contactstroom < 30 mA) d.m.v. potentiaalvrij verbreek contact (contactstroom < 30
mA) Max. aan te sluiten aderdiameter
:
1.5 mm² soepel
Signalering uitgangen Nachtschoot signalering Max. aan te sluiten aderdiameter
:
: potentiaalvrij contact (24V / 500 mA max.) 1.5 mm² soepel
Behuizing Buiten afmetingen Materiaal
: :
210x165x65 mm staal
10 inbouw- en montagevoorschriften Brondool slot 4150 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
11 inbouw- en montagevoorschriften Brondool slot 4150 november 2007
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220