1.26 1.45
TIP Luchtverwarmer 1.57 Luchtverwarmer met draaistroommotor met 2 toeren Luchtverwarmer met wisselstroommotor met 1 toer
Montage en installatiehandleiding Zorgvuldig bewaren voor toekomstig gebruik! Vóór inbedrijfstelling goed lezen!
I 369/01/10/1 NL
1.57 TIP Luchtverwarmer Luchtverwarmer met draaistroommotor met 2 toeren Luchtverwarmer met wisselstroommotor met 1 toer G
Montage en installatiehandleiding Symbool verklaring:
Pas op! Gevaar! Het niet opvolgen van de volgende aanwijzingen kan zwaar persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben. Gevaar van elektrische schok! Het niet opvolgen van de volgende aanwijzingen kan zwaar persoonlijk letsel of materiële schade door elektrische schok tot gevolg hebben.
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9.
Instructie Belangrijke aanwijzing! Bij niet-naleving kan niet worden gewaarborgd dat het apparaat /de apparaten perfect functioneert/functioneren Lees alstublieft deze handleiding aandachtig door voordat u begint met de montage- en installatiewerkzaamheden. Alle betrokkenen bij de montage, inbedrijfstelling en de toepassing van dit product zijn verplicht deze handleiding aan de parallel of daarna betrokken vakmensen tot en met de eindconsument of de exploitant door te geven. Sla deze handleiding tot aan de definitieve buitenbedrijfstelling op! Wijzigingen in inhoud of vormgeving kunnen zonder voorafgaande a a n k o n d i g i n g uitgevoerd worden!
10. 11.
12.
Doelmatig gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Transport en opslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Hydraulische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 8.1 Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 8.2 Motorbescherming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 8.3 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 8.4 Draaistroommotor. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 8.5 Wisselstroommotor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 9.1 Controles voor inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 9.2 Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 9.3 Controles na inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Buitenbedrijfstelling (langdurig) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Onderhoud en reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 11.1 Omkasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 11.2 Warmtewisselaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 11.3 Motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Bedrijfsstoringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
TIP Luchtverwarmer 1.57. Luchtverwarmer met draaistroommotor met 2 toeren Luchtverwarmer met wisselstroommotor met 1 toer G
Montage en installatiehandleiding
1. Gebruik conform de aanwijzingen Kampmann TIP is geproduceerd in overeenstemming met de bestaande technische en erkende veiligheidsvoorschriften. Desondanks kan gebruik gevaar opleveren voor personen of tot fouten in het apparaat of andere materiële schade leiden, indien het apparaat niet volgens de aanwijzingen gemonteerd wordt of in gebruik wordt genomen, of niet wordt ingezet conform de aanwijzingen. Gebruiksdoeleinden TIP is uitsluitend bedoeld voor gebruik - binnenshuis (bv. productiehallen, fabrieks- en montagehallen, magazijnen, werkplaatsen in industrie en nijverheid, sporthallen en kassen enz.). TIP is niet bedoeld voor gebruik - buitenshuis, - in vochtige ruimten als zwembaden, in natte omgevingen, - in ruimten waarin explosiegevaar bestaat, - in ruimten met een hoog stofgehalte, - in ruimten met een agressieve atmosfeer, Tijdens de installatie dienen de producten beschermd te worden tegen vochtinwerking. In twijfelgevallen contact opnemen met de fabrikant. De gebruiker van het apparaat is enkel zelf aansprakelijk voor alle resulterende schade. Voor gebruik conform de aanwijzingen geldt ook het opvolgen van de montage-aanwijzingen die in deze handleiding beschreven worden. Vakkennis De montage van dit product veronderstelt aanwezige vakkennis m.b.t. verwarming, koeling, ventilatie en elektrotechniek. Deze vakkenis, die in de regel een beroepsopleiding veronderstelt in de genoemde vakgebieden, wordt niet afzonderlijk beschreven. Schade die ontstaat als gevolg van een onvakkundige montage is voor de verantwoordelijkheid van de gebruiker. De installateur van dit apparaat dient op grond van zijn beroepsopleiding voldoende kennis te hebben van - veiligheidsvoorschriten en voorschriften ter vermijding van ongevallen - richtlijnen en erkende technische voorschriften, bijvoorbeeld VDEregelgeving, DIN- en EN-Normen.
3
1.57 TIP Luchtverwarmer Luchtverwarmer met draaistroommotor met 2 toeren Luchtverwarmer met wisselstroommotor met 1 toer G
Montage en installatiehandleiding Doel en geldigheidsbereik van de handleiding Deze handleiding bevat informatie over de bedrijfsklare montage van de TIP. De informatie die in deze handleiding staat, kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd
2. Veiligheidsaanwijzingen Installatie en montage, evenals onderhoudswerkzaamheden aan elektrische apparaten mogen alleen worden uitgevoerd door een bevoegd elektrotechnisch monteur. De aansluiting dient te worden uitgevoerd in overeenstemming met de geldige bepalingen van de VDE en de richtlijnen van de EVU. Bij het niet opvolgen van de voorschriften en de bedieningshandleiding kunnen functiestoringen met gevolgschade en gevaar voor personen ontstaan. Bij foutieve aansluiting kan door het verwisselen van de stroomdraden levensgevaar onstaan! Vóór alle aansluitings- en onderhoudswerkzaamheden dienen alle onderdelen van de installatie spanningvrij te zijn en beschermd tegen herinschakeling. Lees deze handleiding helemaal door, zodat een correcte installatie en foutloze werking van de Tip gegarandeerd is. Volg beslist de volgende veiligheidsaanwijzingen op: G Schakel alle onderdelen van de installatie uit en zorg ervoor dat deze spanningvrij zijn. Bescherm de installatie tegen onbevoegde herinschakeling! G Wacht voordat u begint met installatie - of onderhoudswerkzaamheden, totdat na het uitschakelen van het apparaat de ventilator stilstaat. G Let op! Pijpleidingen, bekleding en aanbouwonderdelen kunnen afhankelijk van het gebruik zeer heet of zeer koud worden! G Let op! Draag bij het transport van het apparaat handschoenen, veiligheidsschoenen en geschikte bedrijfskleding! Ondanks zorgvuldige fabricage kunnen scherpe randen niet uitgesloten worden. Wijzigingen aan het apparaat Voer geen wijzigingen uit aan de Tip of ombouw- of aanbouwwerkzaamheden zonder overleg met de fabrikant, omdat hierdoor de veiligheid en het functioneren in gevaar gebracht kunnen worden. Voer geen werkzaamheden uit aan het apparaat die niet in deze handleiding beschreven worden. Op locatie voorziene aanbouwsels en aanleg van leidingen dienen geschikt te zijn voor de geplande systeemintegratie!
4
TIP Luchtverwarmer 1.57. Luchtverwarmer met draaistroommotor met 2 toeren Luchtverwarmer met wisselstroommotor met 1 toer G
Montage en installatiehandleiding
3. Transport en opslag G
G
G
G
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften en de voorschriften ter voorkoming van ongevallen. Voorzichtig! Mogelijk scherpe randen! Draag bij het transport handschoenen, veiligheidsschoenen en geschikte veiligheidskleiding. Draag de Tip altijd met twee personen. Pas op! Draag de TIP niet aan de lamellen! Gebruik voor het transport geschikte transporthulpmiddelen om ongevallen te voorkomen! Let op de op de verpakking geprinte instructies voor opslag en transport.
Tussentijdse opslag De apparaten kunnen in droge, stofvrije en tegen weersinvloeden beschermde ruimten worden opgeslagen. G Stapel de apparaten alleen rechtopstaand op elkaar. Zo vermijdt u beschadiging van het apparaat! G Gebruik voor opslag de originele verpakking. G Bewaar de Tip in de op de doos aangegeven bewaarpositie.
4. Leveringsomvang Materiaal voor bevestiging aan het plafond, zoals schroeven, pluggen etc. dienen afhankelijk van de wijze van montage en draagconstructie op locatie te worden voorzien. Controleer direct de inhoud: - Is de levering beschadigd? - Is het bestelde artikel geleverd? Eventueel typenummer controleren - Zijn de leveringsomvang en het aantal geleverde artikelen correct?
5. Technische gegevens Technische gegevens Serie Beschermingsklasse Waterinhoud l Gewicht kg Geluidsniveau1) dB(A) Schakelstand 1 Schakelstand 2
54 IP 54 1,6 - 2,6 27 - 29
55 IP 54 2,2 - 3,8 36 - 38
56 IP 54 3,4 - 5,6 47 - 51
57 IP 54 4,8 - 7,6 64 - 68
49 55
51 59
51 58
57 61
U kunt de precieze opgaven over de technische gegevens ontlenen aan het typeplaatje van de luchtverwarmer. Het apparaat voldoet aan de bepalingen van de richtlijnen: 89/392 EEG; 73/23 EEG; 89/336 EEG; 79/196 EEG. 1)Geluidsniveau
in de open ruimte gemeten op een afstand van 5 m
5
1.57 TIP Luchtverwarmer Luchtverwarmer met draaistroommotor met 2 toeren Luchtverwarmer met wisselstroommotor met 1 toer G
Montage en installatiehandleiding
6. Montage De montage van dit product veronderstelt vakkennis op het gebied van verwarming, koeling, ventilatie. Deze kennis, die in de regel in een beroepsopleiding voor de bovengenoemde beroepen wordt aangeleerd, staat hier niet apart omschreven. Schade die ontstaat vanwege ondeskundige montage, dient door de exploitant te worden gedragen. Luchtverwarmers kunnen staand of hangend met muurconsoles tegen de muur of met de betreffende plafondconsoles hangend aan het plafond worden gemonteerd. Luchtverwarmers kunnen ook aan een op locatie gemaakte muur- of plafondconsole worden gemonteerd. Bij de montage van luchtverwarmers dient een minimale afstand A tussen de motorveiligheidskooi en de muur resp. het plafond te worden aangehouden. Als men beneden de minimale afstand komt, wordt de capaciteit van de luchtverwarmer gereduceerd en neemt het geluidsniveau toe. Let ook bij toepassing van accessoires op het aanhouden van de minimale afstand en op voldoende vrije ruimte bij elementen die voor onderhoud toegankelijk moeten zijn (bv. filters).
A
A
Muurmontage
Plafondmontage
Typeoverzicht Apparaatgrootte
Type
Minimale afstand A
Standaardafstand A*
4 5 6 7
54 _ _ 36 / 54 _ _ 31
135 mm 150 mm 195 mm 255 mm
240 mm 235 mm 280 mm 320 mm
55 _ _ 36 / 55 _ _ 31 56 _ _ 36 / 56 _ _ 31 57 _ _ 36 / 57 _ _ 31
*als muurconsoles type 3_044 worden gebruikt
6
TIP Luchtverwarmer 1.57. Luchtverwarmer met draaistroommotor met 2 toeren Luchtverwarmer met wisselstroommotor met 1 toer G
Montage en installatiehandleiding
7. Wateraansluiting G G
G G G
Sluit de TIP aan volgens de markeringen op het apparaat. Breng de pijpleidingen op zo’n manier aan dat er geen mechanische spannig op de warmtewisselaar wordt over gedragen en de toegankelijkheid van het apparaat bij onderhoud- en reparatiewerk niet wordt gehinderd. Zorg ervoor dat de pijpleidingen ter plaatse ontlucht worden. Dicht de niet gebruikte pijpaansluitingen zorgvuldig af. Pas op: de warmtewisselaar is geschikt voor verwarmingsinstallaties op warm water conform DIN 18380. Bedrijfsvoorwaarden en waterkwaliteit dienen te worden aangehouden conform VDI 2035, net zoals de in de branche gebruikelijke montagevoorschriften.
Pas op! De aansluitingssteunen van de warmtewisselaar dienen bij de aansluiting absoluut met een pijpklem of een ander geschikt gereedschap te worden vastgehouden.
7
1.57 TIP Luchtverwarmer Luchtverwarmer met draaistroommotor met 2 toeren Luchtverwarmer met wisselstroommotor met 1 toer G
Montage en installatiehandleiding
8. Electriciteitsaansluiting 8.1 Veiligheidsaanwijzingen De elektrische aansluiting voor dit product vereist elektrotechnische vakkennis. Deze vakkenis, die in de regel een beroepsopleiding veronderstelt in de genoemde vakgebieden, wordt niet afzonderlijk beschreven. Fouten bij de aansluiting kunnen het apparaat beschadigen! De fabrikant is niet aansprakelijk voor persoonlijke schade of materiële schade als gevolg van foute aansluiting en/of onvakkundig onderhoud! Neem de volgende veiligheidsaanwijzingen in acht voordat u werkzaamheden aan de besturing en de TIP uitvoert: G Schakel de installatie spanningsloos en beveilig deze tegen onbevoegde herinschakeling. G Voer de electriciteitaansluiting alleen uit volgens het bijgevoegde schakelschema. G Voer de electriciteitsaansluitng alleen uit in overeenstemming met de huidige richtlijnen en de technische aansluit voorwaarden van de plaatselijke nutsbedrijven. G Het apparaat mag alleen worden aangesloten op permanente elektriciteitsleidingen.
8.2 Motorbescherming De motorbescherming vindt plaats door middel van thermocontacten, die in de wikkelingen van de motor zijn ingebed. Deze schakelen de motor bij iedere ontoelaatbare verhitting via de trapschakelaar uit en vergrendelen de motor. De motor is op deze wijze beschermd tegen overbelasting, over- en onderspanning, ontoelaatbaar hoge omgevingstemperaturen en vastlopen van de rotor. De thermocontacten signaleren de hoge temperatuur, de waardebepaling en het uitschakelen van de motor worden gestuurd door de trapschakelaar. Daarom mogen alleen trapschakelaars met een juiste schakeling dan wel een gelijkwaardige schakelinriching worden gebruikt. Andere beveiligingsinstallaties (bv. thermische overstroombeveiligingen) bieden voor meervoudig geschakelde motoren niet voldoende bescherming.
8.3 Electriciteitsaansluiting Het gebruik van ongeschikte schakelinstallaties en gebruik van onvoldoende beveiligingsinrichtingen kan schade veroorzaken. De fabrikant wijst in deze gevallen alle aansprakelijkheid van de hand. Installatie uitvoeren volgens nen-norm! De elektrische aansluiting is uitsluitend toegestaan in installaties, die een alpolig schakelende scheidingsvoorziening van het stroomnet met een contactopening van minimaal 3 mm hebben!
8
TIP Luchtverwarmer 1.57. Luchtverwarmer met draaistroommotor met 2 toeren Luchtverwarmer met wisselstroommotor met 1 toer G
Montage en installatiehandleiding 8.4 Draaistroommotor De draaistroommotor met externe rotor kan met een 2-traps draaistroomschakelaar (Y /+-schakeling) 2 traps geschakeld worden. Schakelstand 1 Schakelstand 2
Sterschakeling Driehoekschakeling
De ventilatoren worden door middel van een links draaiveld aangedreven! Pas op! Het gebruik van deze eenheid bij frequentieomvormers is uitsluitend toegestaan als de frequentieomvormer over alpolig werkzame sinusfilters beschikt. Ontbrekende sinusfilters kunnen leiden tot thermische vernieling van de ventilatormotor. De fabrikant wijst in dit geval alle fabrieksgarantie af. Parallelaanluiting draaistroom G Men kan meerdere Tip, ook van verschillende grootte, parallel aan een trapschakelaar aansluiten, indien het schakelvermogen van de trapschakelaar niet wordt overschreden. G De thermocontacten van alle TIP dienen in serie te worden geschakeld. G Bij de aansluiting van meerdere trapschakelaars raden wij het gebruik aan van tussen aansluitkasten.
Max. aansluitbaar aantal TIP luchtverwarmers Bezeichnung
Typ
Pmax./ Imax.
Draaistroomschakelaar met 2 toeren zonder aansluiting van kamerthermostaat 30050 4 kW/ 10 A Draaistroomschakelaar met 2 toeren met aansluiting van kamerthermostaat 30049 4 kW/ 10 A 30177 Elektronische draaistroomregeling met 2 toeren 4 kW/ 10 A 30277
54 _ _ 36 55 _ _ 36 56 _ _ 36 57 _ _ 36 30 30
14 14
10 10
7 7
30
14
10
7
Geschikte draaistroomschakelapparaten Voor de schakeling en toerentalregeling van de motoren zijn verschillende schakelaars leverbaar uit voorraad. De bovenstaande tabel geeft een overzicht over de toepasbare schakelapparaten, hun schakelvermogen en het daaruit resulterende max. aantal TIPs, die op een schakelapparaat kunnen worden aangesloten
9
1.57 TIP Luchtverwarmer Luchtverwarmer met draaistroommotor met 2 toeren Luchtverwarmer met wisselstroommotor met 1 toer G
Montage en installatiehandleiding Schakelschema draaistroom Draaistroomschakelaar met 2 toeren
Naar verdere Luchtverwarmer
Contactstrip bij de luchtverwarmer
Aansluiting op schakelapparaat met 2 toeren
10
TIP Luchtverwarmer 1.57. Luchtverwarmer met draaistroommotor met 2 toeren Luchtverwarmer met wisselstroommotor met 1 toer G
Montage en installatiehandleiding 8.5 Wisselstroommotor De ventilatormotoren (230 V/50 Hz wisselstroom) zijn uitgerust met een eenfase wikkeling met condensator hulpfase. Het toerental kan met een 7- traps wisselstroomregeling door middel van spanningreductie (transformatorprincipe) Geregeld worden. Elektriciteitsaansluiting wisselstroommotor De ventilatormotor beschikt over een 230 V hoofdwikkeling met condensatorhulpwikkeling. De apparaten worden van fabriekswege op de juiste draairichting bedraad (Schakelschema 1, p. 12). Indien de ventilator niet werkt, is de draairichting foutief aangesloten! Parallelaansluiting wisselstroom De parallelle aansluiting van meerdere TIP, ook van verschillende grootte, op een trapschakelaar is mogelijk voor maximaal het schakelvermogen van de trapschakelaar. Bij de aansluiting van meerdere trapschakelaars raden wij het gebruik aan van tussenaansluitkasten. Let op: de thermocontacten van alle ventilatormotoren dienen in serie geschakeld te worden! Let op: de motorwikkelingen van alle ventilatormotoren dienen parallel geschakeld te worden! Geschikte schakelapparaten wisselstroom Voor de schakeling en toerentalregeling van de motoren zijn verschillende schakelaars leverbaar uit voorraad. De tabel onderaan op p. 12 geeft een overzicht over de toepasbare schakelapparaten, hun schakelvermogen en het daaruit resulterende max. aantal TIPs, die op een schakelapparaat kunnen worden aangesloten
11
1.57 TIP Luchtverwarmer Luchtverwarmer met draaistroommotor met 2 toeren Luchtverwarmer met wisselstroommotor met 1 toer G
Montage en installatiehandleiding Schaltpläne Wechselstrom
Regelapparaat
Regelapparaat
Aansluitpaneel
Aansluitpaneel
Motoraansluitpaneel
Motoraansluitpaneel
Draairichtingomkering door foutieve bedrading van twee motoraansluitsnoeraders: Verbinding:: U1-Z1 ==> U1-Z2 Verbinding:: V1-Z2 ==> V1-Z1 Schakelschema 1 wisselstroom: van fabriekswege bedraad
Schakelschema 2 wisselstroom: draairichtingomkering
Max. aantal aan te sluiten TIP wisselstroom per trapschakelaar TIP type-aanbod 1-traps wisselstroomschakelaar 7-traps wisselstroomregeling
12
Typ
Imax.
54_ _31
55_ _31
56_ _31
57_ _31
30069 30772
10 A 7,5 A
11 9
7 5
5 4
2 2
TIP Luchtverwarmer 1.57. Luchtverwarmer met draaistroommotor met 2 toeren Luchtverwarmer met wisselstroommotor met 1 toer G
Montage en installatiehandleiding
9. Inbedrijfstelling 9.1 Controles voor inbedrijfstelling Vóór inbedrijfstelling van de TIP dienen de volgende controles te worden uitgevoerd: G Is de TIP correct en veilig bevestigd? G Is de aardleiding op alle apparaten correct aangesloten? G Zijn de thermocontacten correct aangesloten (bij meerdere TIP thermocontacten in serie)? G Zijn alle leidingen correct en in overeenstemming met de schakelschema’s aangesloten? Let ook op de aanwijzingen voor inbedrijfstelling van de andere installatieonderdelen.
9.2 Inbedrijfstelling Na de hierboven voorgeschreven controles te hebben uit gevoerd als volgt verdergaan: G Open de kleppen van de verwarmingsleiding. G Vul de pijpleidingen en warmtewisselaar zorgvuldig, indien deze na de montage geleegd werden. G Daarbij dient voor een volledige ontluchting van het systeem gezorgd te wordenn. G Controleer vervolgens alle pijpleidingen en kleppen op lekkage. G Stel de TIP in bedrijf door de stroom naar de trapschakelaar en de trapschakelaar met eventueel geïnstalleerde regeling in te schakelen. G Controleer de draairichting en alle toerentaltrappen.
9.3 Controles na inbedrijfstelling Na de inbedrijfstelling van de TIP dienen de volgende controles te worden uitgevoerd: Worden de ventilatoren vergrendelend via het thermocontact uitgeschakeld? Verbreek hiervoor de aansluiting op de trapschakelaar van de draad aan aansluiting TK (pas op: 230 V!). Alle ventilatoren dienen direct uit te schakelen. Bij de trapschakelaar dient het bedrijfsklaar lampje uit te gaan. Sluit de draad opnieuw aan op aansluiting TK. De ventilatoren mogen niet opnieuw opstarten. Ontgrendel de trapschakelaar en schakel deze weer in. De ventilatoren dienen weer te gaan werken. Ter controle van de complete thermodraadaansluitingen verbreekt u kortstondig de aansluitingen van alle individuele thermocontacten.
13
1.57 TIP Luchtverwarmer Luchtverwarmer met draaistroommotor met 2 toeren Luchtverwarmer met wisselstroommotor met 1 toer G
Montage en installatiehandleiding Lopen de ventilatoren in alle TIP bij alle schakel trappen in de juiste richting? De draairichting wordt door de draairichtingpijl aangegeven. De lucht moet door de ventilator worden aangezogen. Verwissel bij foutieve draairichting van alle draaistroomventilatoren op alle standen de twee fasen op de toerenschakelaar. Bij foutieve draairichting van de wisselstroommotoren dienen de aansluitingen van de betreffende hulpfase (Z1, Z2) te worden verwisseld. Bij een foutieve draairichting van aparte ventilatoren controleert u de bedrading van de foutief lopende ventilatoren. Draaien alle ventilatoren vrij rond of zijn er aanloopgeluiden hoorbaar? Zodra er aanloopgeluiden optreden, dient de oorzaak gevonden te worden. Mogelijke oorzaken zijn: - een onder spanning bevestigd apparaat - lokale verontreiniging (bv. papierresten etc.) tussen de ventilator en de warmtewisselaar
10. Buitenbedrijfstelling (langdurig) Schakel de trapschakelaar uit. Bij vorstgevaar dienen de warmtewisselaar en de pijpleidingen tegen bevriezing te worden beschermd! G
11. Onderhoud en reiniging 11.1 Omkasting De verzinkte omkasting van de luchtverwarmer is onderhoudsvrij. Verontreiniging van de omkasting heeft geen invloed op het functioneren van het apparaat. Reiniging is alleen nodig voor het aanzicht.
11.2 Warmtewisselaar Stof en vetafzetting op de lamellen van de warmtewisselaar verhinderen de luchtstroming en de warmteoverdracht. Alleen een schone warmtewisselaar levert een langdurige en volledige verwarmingsprestatie. Daarom dient de warmtewisselaar van de Tip regelmatig op verontreiniging te worden gecontroleerd en indien nodig te worden gereinigd. De controle dient ten minste 1x per jaar voorafgaand aan de verwarmingsperiode, en onder ongunstige omstandigheden (hoge stofbelasting) ook maandelijks, te worden uitgevoerd. De Cu/Al-warmtewisselaar kan, als er stofafzettingen zijn, voorzichtig met perslucht worden schoongeblazen. Hierbij dient men zeer voorzichtig te werk gaan, omdat de aluminium lamellen zeer gemakkelijk verbuigen (verbogen lamellen moeten met passend gereedschap worden gevlakt).
14
TIP Luchtverwarmer 1.57. Luchtverwarmer met draaistroommotor met 2 toeren Luchtverwarmer met wisselstroommotor met 1 toer G
Montage en installatiehandleiding 11.3 Motor De motor met externe rotor is onderhoudsvrij. De aan beide zijden gesloten groefkogellagers van de motor zijn voldoende ingevet voor de levensduur van het apparaat. Afzettingen op de vleugels van de ventilator en de veiligheidskooi verminderen de luchstroom. Ventilator en veiligheidskooi dienen regelmatig (© Warmtewisselaars) gecontroleerd en bij verontreiniging gereinigd te worden.
12. Bedrijfsstoringen Storing
Mogelijke oorzaak
Opheffen storing
Ventilator draait niet, bij ingeschakelde motor en bedrijfsklaar lampje aan.
-Vereist temperatuurniveau te laag -Afstandschakelaar uitgeschakeld
-Vereiste temperatuurniveau verhogen Afstandschakelaar controleren, eventueel overbruggen
Ventilator draait niet, bij ingeschakelde motor en bedrijfsklaar lampje uit.
-Netstroomvoorziening afwezig -Stuurzekering defect -Kabelverbinding verbroken -Thermocontact van de ventilator geactiveerd (gevaar voor oververhitting)
-Controleer de zekeringen in de onderverdeling en besturings veiligheid van het schakelapparaat -Motortemperatuur controleren en eventueel af laten koelen. Oorzaak van de oververhitting oplossen (bv. motor blokkeert, aanzuigtemperatuur te hoog, vervuild filter); apparaat weer inschakelen
Luchtstroom wordt bij verwarming niet warm
-Onvoldoende capaciteit -Lucht in de warmtewisselaar
- Capaciteit controleren (verwarmingspijp, ketel) en storing verwijderen -Warmtewisselaar ontluchten
Ventilator levert geen of te weinig lucht
-Luchtstroom is onderbroken of belemmerd door bv. vervuild filter of vervuilde warmtewisselaar
Luchtdoorstroom herstellen Filter verwisselen Warmtewisselaar reinigen
15