1.26 1.45
TOP Luchtverwarmer 1.53 Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding Deze handleiding voor toekomstig gebruik zorgvuldig opslaan!
Vóór inbedrijfstelling absoluut lezen!
I 343/10/10/1 NL
1.53 TOP Luchtverwarmer Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding Verklaring symbolen:
Attentie! Gevaar! Het niet naleven van deze instructie kan zwaar persoonlijk of materieel letsel tot gevolg hebben. Gevaar door stroomstoot! Het niet naleven van deze instructie kan zwaar persoonlijk of materieel letsel door elektrische stroom tot gevolg hebben.
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Aanwijzing Belangrijke aanwijzing! Bij niet-naleving kan niet worden gewaarborgd dat het apparaat /de apparaten perfect functioneert/functioneren. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat er met de montageen installatiewerkzaamhed en wordt begonnen! Alle betrokkenen bij de montage, de inbedrijfstelling en de toepassing van dit product zijn verplicht deze handleiding door te geven aan de parallel of daarna betrokken vakmensen tot en met de eindconsument of de exploitant. Sla deze handleiding op tot aan de definitieve buitenbedrijfstelling! Wijzigingen aan de inhoud of vormgeving kunnen zonder v o o r a f g a a n d e aankondiging worden uitgevoerd!
10.
11. 12.
13.
Doelmatig gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Transport en opslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Hydraulische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Afzonderlijke accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 9.1 Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 9.2 Motorbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 9.3 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 9.4 Draaistroommotor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 9.5 Wisselstroommotor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 9.5.1 7-traps wisselstroomregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 9.5.2 Traploze vermogensmodule . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 10.1 Keuring vóór de inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 10.2 Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 10.3 Keuring na de inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14-15 Buitenbedrijfstelling (op vrij lange termijn) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Onderhoud en reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 12.1 Behuizing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 12.2 Warmtewisselaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 12.3 Motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Bedrijfsstoringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
TOP Luchtverwarmer 1.53. Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor • Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding
1. Doelmatig gebruik Kampmann TOP zijn volgens de stand van de techniek en erkende veiligheidstechnische regels gebouwd. Toch kunnen er tijdens het gebruik risico's voor personen of schade aan het apparaat of aan andere goederen ontstaan, wanneer het apparaat niet deskundig gemonteerd en in gebruik wordt genomen of niet volgens de voorschriften wordt gebruikt. Toepassingsgebieden TOP zijn uitsluitend inzetbaar - binnen (bv. in fabriekshallen, magazijnen, werkplaatsen in industrie en nijverheid, sporthallen, verkoopruimten en kassen enz.) - Afhankelijk van uitvoering van de warmtewisselaar zijn TOP bestemd voor aansluiting op warmwater, stadsverwarming, damp of thermische oliën. TOP zijn niet inzetbaar - buiten, - in vochtige ruimten, zoals zwembaden, in natte zones, - in ruimten waarin explosiegevaar heerst, - in ruimten met een zeer hoge stofbelasting, - in ruimten met een agressieve atmosfeer. Tijdens de montage dienen de producten tegen vocht te worden beschermd. In geval van twijfel moet het gebruik worden afgestemd met de fabrikant. Een ander of verdergaand gebruik geldt als niet in overeenstemming met de voorschriften. Voor hieruit resulterende schade is uitsluitend de gebruiker van het apparaat aansprakelijk. Tot doelmatig gebruik hoort ook het naleven van de instructies voor de montage die in deze handleiding omschreven staan. Vakkennis De montage van dit product veronderstelt vakkennis op het gebied van verwarming, koeling, ventilatie en elektrotechniek. Deze kennis die in de regel in een beroepsopleiding voor de bovengenoemde beroepen wordt aangeleerd, staat niet apart omschreven. Schade die ontstaat vanwege ondeskundige montage, dient door de installateur te worden gedragen. De installateur van dit apparaat dient op grond van zijn vakopleiding over toereikende kennis te beschikken over - veiligheids- en ongevalpreventievoorschriften - richtlijnen en erkende regels van de techniek, zoals bv. VDE-bepalingen, DIN- en EN-normen.
3
1.53 TOP Luchtverwarmer Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor • Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding Doel en geldigheidsbereik van de handleiding Deze handleiding bevat informatie over de bedrijfsklare montage van de TOP. De informatie die in deze handleiding staat, kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
2. Veiligheidsinstructies Installatie, montage en onderhoudswerkzaamheden aan elektrische apparaten mogen uitsluitend door een gediplomeerd elektricien in de zin van de VDE worden uitgevoerd. De aansluiting dient conform de geldige VDE-bepalingen en de richtlijnen van de EVU te worden uitgevoerd. Bij het niet naleven van de voorschriften en de bedieningshandleiding kunnen functiestoringen met vervolgschade en gevaren voor mensen ontstaan. Bij foutieve aansluiting bestaat levensgevaar door verwisseling van de draden! Vóór alle aansluit- en onderhoudswerkzaamheden dienen alle onderdelen van de installatie spanningvrij te worden geschakeld en te worden beveiligd tegen hernieuwde inschakeling! Lees alle gedeelten van deze handleiding door, zodat de installatie volgens de voorschriften gebeurt en de TOP perfect kan functioneren. Neem absoluut de volgende voor de veiligheid relevante instructies in acht: G Schakel alle installatieonderdelen waaraan gewerkt wordt, vrij van spanning. Beveilig de installatie tegen herinschakeling door onbevoegden! G Wacht, voordat u met installatie-/onderhoudswerkzaamheden begint, na het uitschakelen van het apparaat, totdat de ventilator stilstaat. G Attentie! Buisleidingen, omkastingen en montageonderdelen kunnen afhankelijk van bedrijfsmodus zeer heet of zeer koud worden! G Attentie! Draag bij het transport van het apparaat handschoenen, veiligheidsschoenen en geschikte werkkleding! Ondanks zorgvuldige fabricage kunnen scherpe randen niet worden uitgesloten. Wijzigingen aan het apparaat Voer zonder ruggespraak met de fabrikant geen wijzigingen, ombouw- of aanbouwwerkzaamheden aan de TOP uit, omdat hierdoor de veiligheid en de functionaliteit nadelig kunnen worden beïnvloed. Voer geen maatregelen aan het apparaat uit die niet in deze handleiding omschreven staan. Door de opdrachtgever geleverde toevoegingen en leidingen moeten geschikt zijn voor aansluiting op het geplande systeem!
4
TOP Luchtverwarmer 1.53. Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor • Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding
3. Transport en opslag G G
G
G
Let op de veiligheids- en ongevalpreventievoorschriften. Voorzichtig! Scherpe randen mogelijk! Bij het transport handschoenen, veiligheidsschoenen en geschikte beschermende kleding dragen. Attentie! Pak de TOP niet op aan de lamellen om deze te dragen! Gebruik voor het transport geschikte transporthulpmiddelen, om schade aan de gezondheid te voorkomen! Let op de op de verpakking geprinte instructies voor opslag en transport.
Tussentijdse opslag De apparaten kunnen in droge, stofvrije en tegen het weer beschermde ruimtes worden opgeslagen. G Stapel de apparaten uitsluitend verticaal staand op elkaar. Zo voorkomt u beschadigingen! G Gebruik de originele verpakkingen voor opslag. G Sla de TOP op in de op de doos aangegeven opslagpositie.
4. Leveringsomvang Bevestingingsmateriaal zoals schroeven, deuvels etc. worden niet meeleleverd. Controleer direct na ontvangst: - Is de levering beschadigd? - Is het bestellde artikel geleverd worden? Evtl. typennummers controleren. - Zijn leveringsomvang en aantal van de geleverde artikels correct?
5. Technische gegevens Technische gegevens Serie Beschermingsklasse Waterinhoud l Gewicht kg Geluidsniveau1) dB(A) Schakelstand 1 Schakelstand 2
44 IP 54 1,6 - 6,1 27 - 71
45 IP 54 2,2 - 8,2 36 - 105
46 IP 54 3,4 - 11,5 47 - 141
47 IP 54 4,8 - 16,8 64 - 181
49 55
51 59
51 58
57 61
U kunt de precieze opgaven over de technische gegevens ontlenen aan het typeplaatje van de luchtverwarmer. Het apparaat voldoet aan de bepalingen van de richtlijnen: 89/392 EEG; 73/23 EEG; 89/336 EEG; 79/196 EEG. 1)Geluidsniveau
in de open ruimte gemeten op een afstand van 5 m
5
1.53 TOP Luchtverwarmer Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor • Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding
6. Montage De montage van dit product veronderstelt vakkennis op het gebied van verwarming, koeling, ventilatie. Deze kennis, die in de regel in een beroepsopleiding voor de bovengenoemde beroepen wordt aangeleerd, staat hier niet apart omschreven. Schade die ontstaat vanwege ondeskundige montage, dient door de exploitant te worden gedragen. Luchtverwarmers kunnen staand of hangend met wandconsoles tegen de wand of met de betreffende plafondconsoles hangend aan het plafond worden gemonteerd. Luchtverwarmers kunnen ook aan een op locatie gemaakte wand- of plafondconsole worden gemonteerd. Bij de montage van luchtverwarmers dient een minimale afstand A tussen de motorveiligheidskooi en de wand resp. het plafond te worden aangehouden. Als men beneden de minimale afstand komt, wordt de capaciteit van de luchtverwarmer gereduceerd en neemt het geluidsniveau toe. Let ook bij toepassing van accessoires op het aanhouden van de minimale afstand en op voldoende vrije ruimte bij elementen die voor onderhoud toegankelijk moeten zijn (bv. filters).
Wandmontage
Plafondmontage
Typeoverzicht Apparaatgrootte
Typ
Minimale afstand A
Standaardafstand A*
4 5 6 7
44 _ _ 36 / 44 _ _ 31
135 mm 150 mm 195 mm 255 mm
240 mm 235 mm 280 mm 320 mm
45 _ _ 36 / 45 _ _ 31 46 _ _ 36 / 46 _ _ 31 47 _ _ 36 / 47 _ _ 31
*als wandconsoles type 3_044 worden gebruikt
6
TOP Luchtverwarmer 1.53. Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor • Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding
7. Hydraulische aansluiting G G
G G G
Sluit de TOP conform de markeringen op het apparaat aan. Leg de buisleidingen zodanig dat er geen mechanische spanningen worden overgebracht op de warmtewisselaar en de toegankelijkheid van het apparaat bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden niet wordt aangetast. Waarborg de ontluchting van de buisleidingen op locatie. Dicht de niet/gebruikte buisaansluitingen vakkundig af. Let op: de warmtewisselaar voor PWW/PHW is geschikt voor verwarmingsinstallaties op warmwater conform DIN 18380. Bedrijfsomstandigheden en waterkwaliteit dienen te worden aangehouden conform VDI 2035, net zoals de in de branche gebruikelijke montagevoorschriften.
Attentie! De aansluitmoffen van de warmtewisselaar dienen bij het aansluiten absoluut te worden tegengehouden met een pijptang of ander geschikt gereedschap.
8. Afzonderlijke accessoires Omschrijving accessoires Vorstthermostaat Werkschakelaar Traploze toerentalinsteller: 0-10 V/0-5 V/100 KΩ-potentiometer
Supplement bij luchtverwarmer type
......F ......R ......V
7
1.53 TOP Luchtverwarmer Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor • Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding
9. Elektrische aansluiting 9.1 Veiligheidsinstructies De elektrische aansluiting van dit product veronderstelt vakkennis op het gebied van elektrotechniek. Deze kennis die in de regel in een beroepsopleiding voor de genoemde beroepen wordt overgebracht, staat hier niet apart omschreven. Fouten bij de aansluiting kunnen leiden tot beschadiging van het apparaat! Voor schade aan personen en materiaal die ontstaat door foutieve aansluiting en/of ondeskundige bediening, is de fabrikant niet aansprakelijk! Let op de volgende veiligheidsinstructies voordat u begint met werkzaamheden aan de regeling en aan de TOP begint: G Schakel de installatie vrij van spanning en beveilig deze tegen inschakeling door onbevoegden. G Voer de elektriciteitsaansluiting uitsluitend uit volgens de bijgevoegde schakelschema's. G Voer de elektriciteitsaansluiting uitsluitend volgens de momenteel geldige VDE- en EN-richtlijnen, en daarnaast de TAV's (Technische Aansluitvoorwaarden) van de regionale energiebedrijven. G Het apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op vaste leidingen.
9.2 Motorbeveiliging De motorbeveiliging heeft plaats via thermocontacten die in de wikkelingen van de motor zijn ingebed. Deze registreren de verhoogde temperatuur, de evaluatie en uitschakeling van de motor gebeuren door de toerenschakelaar of de vermogensmodule. Op deze wijze is de motor beveiligd tegen gebruik bij overbelasting, over- en onderspanning, ontoelaatbaar hoge omgevingstemperaturen en blokkeren van de rotor. Er mogen uitsluitend toerenschakelaars of vermogensmodules met een geschikte schakeling of een gelijksoortige schakelvoorziening worden gebruikt. Andere beveiligingsvoorzieningen (bv. thermische overstroomtriggers) bieden onvoldoende beveiliging bij motoren met meerdere toeren of traploze motoren. 7-toerenschakelaar De thermische contacten schakelen de motor via de toerenschakelaar blokkerend af bij iedere ontoelaatbaar hoge opwarming. Traploze vermogensmodule De thermische contacten schakelen de motor bij iedere ontoelaatbaar hoge opwarming blokkerend af via de toerenschakelaar (geen blokkerende uitschakeling!). Via een potentiaalvrij verbreekcontact kan het regelsignaal 0-10 V door een regeling op locatie blokkerend op „0V“ worden gezet. Het apparaat is niet kortsluitvast! Bij een kortsluiting op de motorkabel wordt het apparaat vernield! Ook als de motor stil staat, is er netspanning op de motorkabels (U1 en U2)!
8
TOP Luchtverwarmer 1.53. Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor • Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding 9.3 Elektrische aansluiting Als er ongeschikte schakelvoorzieningen en ontoereikende beveiligingsvoorzieningen worden gebruikt, kan er schade ontstaan. De fabrikant wijst in deze gevallen alle fabrieksgarantie af. De elektrische aansluiting is uitsluitend toegestaan in installaties die een alpolig schakelende scheidingsvoorziening van het stroomnet met een contactopening van minimaal 3 mm hebben!
9.4 Draaistroommotor De draaistroommotor met externe rotor kan met een 2-traps draaistroomschakelaar (Y/Δ-schakeling) op twee standen worden geschakeld. Met een 5-traps draaistroomregeling kan de motor in ieder van de twee schakelingen Y of Δ) door spanningreductie in 5 standen worden geschakeld. Schakelstand 1 Schakelstand 2
Sterschakeling Driehoekschakeling
De ventilatoren worden gebruikt met een links draaiveld! Attentie! Het gebruik van deze eenheid bij frequentieomvormers is uitsluitend toegestaan als de frequentieomvormer over alpolig werkzame sinusfilters beschikt. Ontbrekende sinusfilters kunnen leiden tot thermische vernieling van de ventilatormotor. De fabrikant wijst in dit geval alle fabrieksgarantie af. Parallelaansluiting draaistroom • Er kunnen verschillende TOP´s, ook van verschillende grootte, parallel op één toerenschakelaar worden aangesloten als het schakelvermogen van de toerenschakelaar niet overschreden wordt. • De thermische contacten van alle TOP´s moeten in serie worden geschakeld. • Als verschillende TOP´s op één toerenschakelaar worden aangesloten, adviseren wij om tussenaansluitdozen te gebruiken. Geschikte schakelapparaten draaistroom Max. aansluitbaar aantal TOP luchtverwarmers Omschrijving 2-traps draaistroomschakelaar zonder ruimtethermostaataansluiting 2-traps draaistroomschakelaar met ruimtethermostaataansluiting 2-traps draaistroomschakelaar met ruimtethermostaataansluiting 2-traps draaistroomschakelaar met ruimtethermostaataansluiting 2-traps draaistroomschakelaar voor schakelkastinbouw 5-traps draaistroomregeling 2 A 5-traps draaistroomregeling 4 A 5-traps draaistroomregeling 4 A voor schakelkastinbouw Elektronische 2-traps draaistroomregeling
Type 30050 30049 30051 30077 30451 30751 30752 30452 30177 30277
Imax. 10 A 10 A 10 A 10 A 10 A 2A 4A 4A
44 _ _ 36 22 22 22 22 22 5 11 11
45 _ _ 36 12 12 12 12 12 3 6 6
46 _ _ 36 11 11 11 11 11 2 5 5
47 _ _ 36 5 5 5 5 5 1 2 2
10 A
22
12
11
5
Er zijn verschillende schakelaars uit het leveringsprogramma beschikbaar om de motoren te schakelen en het toerental te regelen. De bovenstaande tabel geeft een overzicht over de toepasbare schakelapparaten, hun schakelvermogen en het daaruit resulterende max. aantal TOP´s, die op een schakelapparaat kunnen worden aangesloten.
9
1.53 TOP Luchtverwarmer Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor • Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding Schakelschema’s draaistroom Draaistroomschakelaar met 2 toeren
Naar overige luchtverwarmers
Contactstrip bij de luchtverwarmer
Aansluiting op schakelapparaat met 2 toeren
Draaistroomschakelaar met 5 toeren
Draaistroomschakelaar met 5 toeren
Contactstrip bij de luchtverwarmer
Lage toerental: Y-Schakeling niedrige Drehzahl: Y-Schaltung
Aansluiting op schakelapparaat met 5 toeren
10
Hoog toerental:
Δ -schakeling
TOP Luchtverwarmer 1.53. Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor • Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding 9.5 Wisselstroommotor De ventilatormotoren (230 V/50 Hz wisselstroom) zijn voorzien van een eenfase-wikkeling met condensatorhulpfase. Het toerental kan met een 7-toerige wisselstroomregeling via spanningsreductie (trafoprincipe) of een traploze vermogensmodule 230 V AC worden veranderd. 9.5.1 Wisselstroomregeling met 7 toeren De ventilatormotor beschikt over een 230 V-hoofdwikkeling met condensatorhulpwikkeling. De apparaten worden fabrieksmatig bedraad op de juiste draairichting (schakelschema 1, p. 12). Als er geen luchtcapaciteit aanwezig is, is de draairichting foutief aangesloten! Parallelaansluiting wisselstroom Er kunnen verschillende TOP´s, ook van verschillende grootte, parallel op één toerenschakelaar tot het max. schakelvermogen van de toerenschakelaar worden aangesloten. Als verschillende TOP´s op één toerenschakelaar worden aangesloten, adviseren wij om tussenaansluitdozen te gebruiken. Attentie: de thermische contacten van alle ventilatormotoren in serie schakelen! Attentie: de motorwikkelingen van alle ventilators parallel schakelen! Geschikte schakelapparaten wisselstroom Er zijn verschillende schakelaars uit het leveringsprogramma beschikbaar om de motoren te schakelen en het toerental te regelen. De tabel onderaan op p. 12 geeft een overzicht over de toepasbare schakelapparaten, hun schakelvermogen en het daaruit resulterende max. aantal TOP´s, die op een schakelapparaat kunnen worden aangesloten. Schakelschema´s wisselstroom
Regelapparaat
Regelapparaat
Contactstrip
Contactstrip
Motorklembord
Motorklembord
Omkering draairichting door twee aansluitdraden van de motor om te draden: Verbinding: U1-Z1 ==> U1-Z2 Verbinding: V1-Z2 ==> V1-Z1
Schakelschema 1 wisselstroom: fabrieksmatige bedrading
Schakelschema 2 wisselstroom: omkering draairichting
11
1.53 TOP Luchtverwarmer Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor • Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding Max. aansluitbaar aantal TOP wisselstroom per toerenschakelaar TOP typeserie 1-traps Wisselstroomschakelaar 7-traps wisselstroomregeling 7-traps wisselstroomregeling 7-traps wisselstroomschakelaar 7-traps wisselstroomschakelaar
Type
Imax.
44_ _31
45_ _31
46_ _31
47_ _31
30069 30771 30772 30773 30774
10 A 4A 7,5 A 4A 7,5 A
10 4 7 4 7
5 2 3 2 3
5 2 3 2 3
2 1 2 1 2
9.5.2 Traploze vermogensmodule De traploze toerentalinsteller biedt de mogelijkheid de ventilatormotor ofwel via een 0-100 KΩ-potentiometer, een 0-10 VDC-signaal of een 0-5 VDC-signaal te regelen. Het soort aansturing wordt vooraf ingesteld door een jumper/insteekruiter. Het regelsignaal 0-10 V wordt wat het toerental betreft conform tabel geïnterpreteerd (zie tabel 1). Om de ventilator veilig op te starten wordt hij 30 seconden op 120 VAC gebruikt. Als minimale begrenzing van de spanning is af fabriek 70 VAC ingesteld. De maximale begrenzing kan worden gekozen via DIP-schakelaars (zie tabel 2).
Vrijgave Toerentalsignaal
Aansturing via 0-100 KΩ –potentiometer Bij aansturing met een 0-100 KΩ-potentiometer (lineair) moet de jumper op het geleideapparaat (de op de potentiometer aangesloten TOP) op potmeter gestoken zijn. Alle verdere TOP´s (volgapparaten) moeten dan de jumperstand 0-5 V hebben (zie afb. 1).
Aansturing via 0-10 VDC Bij aansturing met 0-10 VDC moet de jumper op alle vermogensmodules op 0-10 V gestoken zijn (zie afb. 2). Besturingssignaal ventilatortoerental 0-10 VDC
Aansluitvoorbeeld 0-10 V
Regelsignaal 0-1,0 V 1,0-9,5 V 9,5-10,0 V
Aansturing via 0-5 VDC Bij aansturing met 0-5 VDC (bv. regeling op locatie) moet de jumper op alle vermogensmodules op 0-5 V gestoken zijn. Bij deze instelling verhoundt zich het toerental niet lineair tot stuurspanning (s. Afb. 3).
Toerental van de TOP Uit 0-100 % 100 %
Tabel 1
Stand DIP-schakelaars Resulterende DIP 1 DIP 2 maximale spanning
0 0 1 1 Tabel 2
12
0 1 0 1
140 VAC 160 VAC 190 VAC 230 VAC
Afb. 1: Jumper op poti
Afb. 2: Jumper op 0-10 V
Afb. 3: Jumper op 0-5 V
TOP Luchtverwarmer 1.53. Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor • Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding Leidingaanleg Er moet worden gewaarborgd dat er een afstand van minimaal 20 cm is tussen kabels met lage spanning – en sterkstroomkabels. Een afscherming van de aansluitkabels is normaliter onnodig (ook niet van de motorkabels). In speciale gevallen, bv. als een kabel op elektromagnetisch sterk belaste of gevoelige plaatsen wordt gelegd, kan het echter zinvol zijn om afgeschermde kabels te gebruiken. In dit geval moet de afscherming eenzijdig met de aardleiding verbonden. De leidinglengte van het regelsignaal van het ventilatortoerental mag maximaal 100 m bedragen. Bedrijfsstatussen De bedrijfsstatussen worden door de LED in de aansluitruimte aangegeven. UIT (er staat geen spanning)
Bedrijfsklaar
Bedrijf
Oververhittingsbeveiliging actief. Uitgaand vermogen wordt tijdelijk met 50% gereduceerd Oververhittingsbeveiliging heeft het apparaat uitgeschakeld. Reset uitsluitend mogelijk door de netspanning uit te schakelen.
Knippercode van de vermogensmodule (LED in de aansluitruimte)
10. Inbedrijfstelling 10.1 Controles vóór de inbedrijfstelling Vóór de inbedrijfstelling van de TOP dienen de volgende controles te worden uitgevoerd: G Is de TOP correct en veilig bevestigd? G Is de aardleiding correct aangesloten op alle apparaten? G Zijn de thermische contacten correct aangesloten (bij verschillende TOP´s thermische contacten in serie)? G Zijn alle leidingen correct aangesloten volgens de schakelschema's? G Is de jumper bij de vermogensmodule correct afgesteld? G Neem ook de instructies voor de inbedrijfstelling van andere installatieonderdelen in acht.
13
1.53 TOP Luchtverwarmer Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor • Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding 10.2 Inbedrijfstelling Nadat de genoemde controles op de voorgeschreven wijze zijn uitgevoerd als volgt te werk gaan: G Open de kleppen van de verwarmingsleidingen. G Vul buisleidingen en warmtewisselaar op vakkundige wijze, als deze na de montage geleegd zijn. G Hierbij moet worden gezorgd voor volledige ontluchting van het systeem. G Controleer vervolgens alle buisleidingen en kleppen op dichtheid. G Stel de TOP in bedrijf door de spanning naar de toerenschakelaar of de vermogensmodule met de evtl. geïnstalleerde regeling in te schakelen. G Controleer de draairichting en alle standen van het toerental c.q. het toerenbereik (0-100%).
10.3 Controles na de inbedrijfstelling Na inbedrijfstelling van de TOP dienen de volgende controles te worden uitgevoerd: Worden de ventilatoren via het thermische contact blokkerend uitgeschakeld (uitzondering vermogensmodule en toerenschakelaar type 30773 en 30774)? Koppel hiervoor bij de toerenschakelaar een draad van klem TK los (Attentie: 230 V!). Alle ventilatoren moeten onmiddellijk uitschakelen. Bij de toerenschakelaar moet de lamp die aangeeft dat het apparaat bedrijfsklaar is, doven. Sluit de draad weer aan op klem TK. De ventilatoren mogen niet opnieuw opstarten. Deblokkeer de toerenschakelaar en schakel weer aan. De ventilatoren moeten opnieuw opstarten. Ter controle van de complete bedrading van de thermische contacten koppelt u de aansluitdraden van alle thermische contacten apart gedurende korte tijd los. Wordt de ventilator via het thermische contact uitgeschakeld (geldt voor traploze vermogensmodule)? Hiertoe koppelt u bij de motor van de te controleren TOP een draad los van klem TK (gevaar: 230 V!). De ventilator moet onmiddellijk uitschakelen. De storing moet via het potentiaalvrije verbreekcontact worden gemeld en telkens conform regeling op locatie een blokkerende uitschakeling activeren. Sluit de draad weer aan op klem TK. Afhankelijk van de regeling op locatie moet de ventilator weer opstarten of mag (bij blokkerende uitschakeling) niet opnieuw opstarten. Voer deze controle voor elke afzonderlijke TOP uit ter controle van alle TOP´s. Lopen de ventilatoren in alle TOP´s in de correcte richting? De draairichting staat aangegeven door de pijl voor de draairichting. De lucht moet door de ventilator worden aangezogen. Verwissel bij foutieve draairichting van alle draaistroomventilatoren op alle standen de twee fasen op de toerenschakelaar. Bij foutieve draairichting van de wisselstroommotoren dienen de aansluitingen van de betreffende hulpfase (Z1, Z2) te worden verwisseld. Bij foutieve draairichting van afzonderlijke ventilatoren controleert u de bedrading van de foutief lopende ventilatoren.
14
TOP Luchtverwarmer 1.53. Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor • Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding Draaien alle ventilatoren vrij of zijn er schuurgeluiden hoorbaar? Zodra er schuurgeluiden optreden, dient de oorzaak te worden vastgesteld. Mogelijke oorzaken zijn: - een vervormd ingebouwd apparaat - vervuiling op locatie (bv. papierresten enz.) tussen ventilator en warmtewisselaar
11. Buitenbedrijfstelling (op vrij lange termijn) Schakel de toerenschakelaar of de vermogensmodule uit. Als er vorstgevaar is. moeten de warmtewisselaar en de busleidingen absoluut met een antivriesmiddel tegen bevriezen worden beschermd! G
12. Onderhoud en reiniging 12.1 Behuizing De gegalvaniseerde behuizing van de luchtverwarmer is onderhoudsvrij. Vervuiling van de behuizing heeft geen invloed op de functie van het apparaat. Reiniging is enkel om optische redenen nodig.
12.2 Warmtewisselaar Stoffige en vettige afzettingen op de lamellen van de warmtewisselaar belemmeren de luchtstroming en de warmteoverdracht. Uitsluitend een schone warmtewisselaar levert langdurig het volle verwarmingsvermogen. Om deze reden dient de warmtewisselaar van de luchtverwarmer met regelmatige tussenpozen te worden gecontroleerd op verontreinigingen en zo nodig te worden gereinigd. De controle is minimaal 1 x per jaar vóór aanvang van de verwarm- en koelperiode nodig; bij ongunstige omstandigheden (hoge stofbelasting) ook maandelijks. De Cu/Al-warmtewisselaar kan, als er stofafzettingen zijn, voorzichtig met perslucht worden schoongeblazen. Hierbij dient men zeer voorzichtig te werk te gaan, omdat de aluminium lamellen zeer gemakkelijk verbuigen (verbogen lamellen moeten met passend gereedschap worden gevlakt). Stalen warmtewisselaars kunnen bij vetafzettingen zonder probleem ook met een stoomstraalapparaat worden gereinigd.
15
1.53 TOP Luchtverwarmer Luchtverwarmer met 2-traps draaistroommotor • Luchtverwarmer met 1-traps wisselstroommotor
Installatie- en bedieningshandleiding 12.3 Motor De motor met externe rotor van de luchtverwarmer is onderhoudsvrij. De aan beide zijden gesloten groefkogellagers van de motor zijn voor de levensduur gesmeerd. Afzettingen op de vleugels van de ventilator en het beveiligingsrooster reduceren de luchtcapaciteit. Ventilator en beveiligingsrooster dienen met regelmatige tussenpozen (warmtewisselaar) te worden gecontroleerd en bij vervuiling te worden gereinigd.
13. Bedrijfsstoringen Storing Ventilator draait niet terwijl motor ingeschakeld is en de lamp die aangeeft dat het apparaat bedrijfsklaar is, brandt
Ventilator draait niet terwijl motor ingeschakeld is en de lamp die aangeeft dat het apparaat bedrijfsklaar is, uit is
Mogelijke oorzaak
Verhelpen van storing
- Gewenste temperatuurwaarde te laag - Schakelcontact op afstand uitgeschakeld
- Gewenste waarde verhogen, - schakelcontact op afstand controleren, evtl. overbruggen
- Netvoeding ontbreekt - Stuurbeveiliging defect - Kabelverbinding onderbroken - Thermisch contact van de ventilator is geactiveerd (gevaar voor oververhitting)
- Controle van de zekeringen in de onderverdeling en stuurbeveiliging in het schakelapparaat - Motortemperatuur controleren en evtl. laten afkoelen. Oorzaak voor oververhitting ophelderen (bv. motor geblokkeerd, aanzuigtemperatuur te hoog, vervuild filter); apparaat weer inschakelen
Luchtstroom wordt niet warm tijdens verwarming
- Onvoldoende stroom van verwarmingsmiddel - Lucht in de warmtewisselaar
- Stroom van verwarmingsmiddel controleren (verwarmingsleiding, ketel) en storing verhelpen - Warmtewisselaar ontluchten
Ventilators transporteren geen of te weinig lucht
- Luchtstroom is onderbroken c.q. belemmerd bv. door vervuild filter of vervuilde warmtewisselaar
- Luchtdoorstroming herstellen, filter vervangen, warmtewisselaar reinigen
Ventilator draait slechts op ca. - Binnentemperatuur vermogensmodule ca. 80 °C 50% van de gewenste waarde - Veiligheidszekering van apparaat defect - Motorstoring Ventilator draait niet terwijl vermogensmodule ingeschakeld is - Regelsignaal 0 V - Binnentemperatuur vermogensmodule ca. 85 °C
- Omgevingstemperatuur verlagen - Zekering vervangen - Motortemperatuur controleren en evtl. laten afkoelen. Oorzaak voor oververhitting ophelderen (bv. motor geblokkeerd, aanzuigtemperatuur te hoog, vervuild filter); apparaat weer inschakelen - Regelsignaal wijzigen - Omgevingstemperatuur verlagen, netspanning uit- en inschakelen